A..æ." Algemene Ouderdomswet (AOW) H.K. Knol*
Inleiding Het heeft in Nederland lang ontbroken aan een adequate oudedagsvoorziening. De Algemene Ouderdomswet werd namelijk pas in "æ ingevoerd. Dat lijkt al lang geleden, maar Nederland liep wat pensioenvoorzieningen betreft behoorlijk achter op wat in het buitenland al lang gemeengoed was. Veel ouderen waren tot dan toe vaak aangewezen op liefdadigheid of de Armenwet. Al geruime tijd wordt de maximale wettelijke premie geheven als gevolg van de toenemende vergrijzing. Voor het overige draagt de overheid uit de algemene middelen bij aan de financiering van de AOW om de vergrijzing het hoofd te bieden. Vanwege die problematiek staat de pensioengerechtigde leeftijd ter discussie. De uitkomst daarvan is nog niet met zekerheid te voorspellen. Wel is al duidelijk dat op redelijk korte termijn de pensioengerechtigde leeftijd zal stijgen.
* H.K. Knol is directeur van PartnerConsult Adviesgroep BV.
Leidraad voor de AA afl. 78 - juli 2011
A.7.9.15 - 01
ADVIESPRAKTIJK
Samenvatting DOEL
Een verplichte pensioenverzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom. VERZEKERDEN Iedereen die in Nederland woonachtig is, valt onder de verplichte verzekering. Wie in Nederland woonachtig is, wordt door de feitelijke omstandigheden bepaald. In sommige gevallen wordt de verzekering voortgezet bij vertrek naar het buitenland. Ook is een vrijwillige verzekering mogelijk. WIE HEEFT AAN- De verzekerde van 65 jaar of ouder. SPRAAK RECHT OP UITKE- De verzekerde heeft recht op uitkering met ingang van RING de eerste dag van de maand waarin hij 65 jaar wordt. Bij echtparen/samenwonenden bestaat een individueel recht op uitkering. De gehuwde/samenwonende verzekerde met een partner jonger dan 65 jaar kan aanspraak maken op een toeslag indien het inkomen van de jongere partner beneden een bepaalde grens blijft. Deze toeslag vervalt zodra de partner ook 65 wordt. HOOGTE VAN DE De hoogte van de uitkering is gekoppeld aan het miniUITKERING mumloon en wordt halfjaarlijks herzien. De opbouw van het te verstrekken pensioen is afhankelijk van het aantal verzekerde jaren. Per verzekerd jaar kan maximaal 2% van het pensioen worden opgebouwd. Jaren waarover ten onrechte geen premie is betaald, worden niet als verzekerde jaren beschouwd. Er wordt in de hoogte van de uitkering onderscheid gemaakt tussen alleenstaanden, samenwonenden en eenoudergezinnen. VERPLICHTINGEN Wijzigingen in de omstandigheden, die bepalend zijn voor het recht op uitkering moeten binnen vier weken worden doorgegeven aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB). BIJZONDERHEDe toeslag vervalt met ingang van 1 januari 2015 voor DEN degenen die op of na die datum 65 jaar worden. De verzekering eindigt indien men in het buitenland gaat wonen. Onder voorwaarden kan de verzekering dan op vrijwillige basis worden voortgezet, zodat men verder pensioen opbouwt. Ook kunnen, onder voorwaarden, niet verzekerde jaren worden ingekocht.
A.7.9.15 - 02
Leidraad voor de AA afl. 78 - juli 2011
ALGEMENE OUDERDOMSWET (AOW)
FINANCIERING
Alleenstaanden, die gaan samenwonen, verliezen hun aanspraak op het alleenstaandenpensioen. Hierop bestaat een uitzondering als het gaan samenwonen verband houdt met het (gaan) verzorgen van e¤e¤n der samenwonenden. De uitkering is vatbaar voor export; voor verblijf in het buitenland is geen toestemming nodig. De premie voor de AOW bedraagt 17,90% van het premieplichtig inkomen en wordt ge|« nd door de Belastingdienst.
De pensioenaanspraken AOW-pensioen wordt toegekend aan de verzekerde man of vrouw die de leeftijd van jaar bereikt. Bij de hoogte van het toe te kennen pensioen wordt onderscheid gemaakt tussen gehuwden/samenwonenden, eenoudergezinnen en alleenstaanden. De gehuwde/samenwonende pensioengerechtigde met een partner, die jaar of ouder is, heeft recht op een pensioen ter hoogte van (maximaal) % van het nettominimumloon. De gehuwde/samenwonende pensioengerechtigde wiens partner jonger is dan jaar, heeft recht op eenzelfde pensioen, aangevuld met een inkomensafhankelijke toeslag. De toeslag vervalt zodra de jongere partner zelfstandig recht krijgt op een AOW-pensioen. Alleenstaande pensioengerechtigden hebben aanspraak op een AOW-pensioen, dat maximaal % van het nettominimumloon bedraagt. Het eenouderpensioen bedraagt maximaal æ% van het nettominimumloon. Het AOW-pensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin men jaar wordt.
Leidraad voor de AA afl. 78 - juli 2011
A.7.9.15 - 03
ADVIESPRAKTIJK
Opmerking: Het kabinet is voornemens de ingangsdatum te wijzigen; de uitkering zou dan pas ingaan op de dag waarop men wordt. In de AOW is de hoogte van het pensioen mede afhankelijk van het aantal verzekerde jaren (maximaal vijftig, te weten vanaf het vijftiende tot en met het ste jaar van de verzekerde). Voor elk jaar dat men niet verzekerd is geweest of waarover men ten onrechte geen premie heeft betaald, wordt een korting van Æ% op het ouderdomspensioen toegepast. De uitkeringen worden tweemaal per jaar aangepast aan de ontwikkeling van het nettominimumloon. Degenen die een AOW-uitkering ontvangen, hebben recht op een vakantiegeld van %. Het vakantiegeld wordt jaarlijks in mei uitbetaald een wordt berekend over de uitkering die in de voorgaande twaalf maanden is verstrekt. Naast het pensioen wordt nog een toeslag betaald ter compensatie voor de nominale premie voor de Zvw. Die regeling ondergaat per " juli Æ"" een wijziging: ouderen die in het buitenland wonen en daar hun belasting betalen, komen niet langer voor de tegemoetkoming in aanmerking. Ouderen vanaf jaar die in het buitenland wonen en in Nederland over æ% of meer van hun inkomen belasting betalen, blijven de tegemoetkoming wel ontvangen. Het gaat om een bedrag van ongeveer E ª per jaar.
Toeslag gehuwde/samenwonende pensioengerechtigden Gehuwde/samenwonende AOW-gerechtigden hebben ieder afzonderlijk recht op een pensioen van % van het nettominimumloon. Zolang de jongste partner nog geen jaar is, ontvangt de oudste partner een toeslag op zijn pensioen. Die toeslag is inkomensafhankelijk en is maximaal gelijk aan % van het nettominimumloon. De daarvoor geldende regeling is als volgt samen te vatten: ^ Als de partner buiten Nederland heeft gewoond of gewerkt, dan is hij of zij meestal niet verzekerd voor de AOW. Voor elk
A.7.9.15 - 04
Leidraad voor de AA afl. 78 - juli 2011
ALGEMENE OUDERDOMSWET (AOW)
jaar dat de partner niet verzekerd is geweest, gaat er Æ% van de toeslag af. ^ Heeft de partners inkomsten uit arbeid (loon of winst uit eigen bedrijf) dan wordt dat inkomen gedeeltelijk op de toeslag in mindering gebracht. De eerste "% van het minimumloon wordt niet in mindering gebracht. Verdient de partner meer, dan wordt vervolgens een derde van het bedrag daarboven vrij gelaten. Zodra de partner een inkomen heeft dat ten minste gelijk is aan het minimumloon, vervalt het recht op toeslag. ^ Als de partner een uitkering of pensioen ontvangt, dan wordt dat volledig op de toeslag in mindering gebracht. NB: het kabinet wil de toeslag vanaf " juli Æ"" verlagen. Dit geldt voor huishoudens met een inkomen van meer dan E . De toeslag die een AOW’er krijgt voor een partner die nog geen jaar is, zou vanaf " januari Æ"" met % worden verlaagd. De verlaging zou gaan gelden voor huishoudens met een gezamenlijk inkomen van meer dan ongeveer E Æ per jaar. Het huidige voorstel gaat uit van een verlaging van de toeslag met "% voor huishoudens met een gezamenlijk inkomen van meer dan ongeveer E per jaar. De beoogde invoeringsdatum is " juli Æ"". Let op: in Æ" wordt de toeslag volledig afgeschaft.
Samenwonenden/zorgregeling Van samenwonen is sprake als: ^ men met iemand van achttien jaar of ouder in e¤e¤n huis woont; e¤n ^ de kosten van het huishouden deelt; o¤f ^ voor elkaar zorgt. Er is geen sprake van samenwonen als: ^ het een commercie«le relatie betreft (onderhuurder, kostganger); ^ als het gaat om een kind (eigen kind, stief- of pleegkind);
Leidraad voor de AA afl. 78 - juli 2011
A.7.9.15 - 05
ADVIESPRAKTIJK
^ als men samenwoont met een kleinkind dat jonger dan achttien is. Als er sprake is van samenwonen in verband met verzorging kan aanspraak blijven bestaan op het alleenstaandenpensioen. De belangrijkste voorwaarden hiervoor zijn: ^ er moet sprake zijn van hulpbehoevendheid; ^ beide partners moeten over een eigen woning blijven beschikken en daarvoor de financie«le lasten dragen; ^ de verzorgingsbehoefte is de aanleiding voor het gaan samenwonen. Er is geen sprake van samenwonen in de zin van de Algemene nabestaandenwet als er sprake is van een commercie«le relatie. Een commercie«le relatie is een zakelijke relatie op basis van een overeenkomst. Hiervan is sprake als betaald wordt voor het gebruik van de woonruimte en/of verzorging bij hulpbehoevendheid. Ook de woning moet hiervoor geschikt zijn, dat wil zeggen dat er over eigen woonruimte wordt beschikt: huurder en verhuurder moeten dus ten minste een eigen woon-/ slaapkamer hebben. Bij het beoordelen of er sprake is van een commercie«le relatie spelen de volgende zaken een rol: ". Er is een schriftelijke huur- en/of kostgangersovereenkomst (zie voor een model de website van de SVB) gesloten met de andere bewoner(s). Hierin moet in ieder geval staan of het gaat om een huurovereenkomst of een kostgangersovereenkomst, de namen van de bewoners, het adres van de woning, de ingangsdatum en de duur van de overeenkomst, een omschrijving van de verhuurde woonruimte en de gemeenschappelijke ruimte(n), de huurprijs van de verhuurde woonruimte en de eventuele ruimte die gemeenschappelijk wordt gebruikt, een omschrijving van de te verlenen diensten en/of zorg en de prijs die daarvoor in rekening wordt gebracht en een regeling voor een periodieke prijsaanpassing. Æ. Voor de huisvesting en eventuele diensten en zorg wordt een prijs betaald die ook in het commercie«le verkeer gebruikelijk is (mag geen ‘vriendenprijsje’ zijn).
A.7.9.15 - 06
Leidraad voor de AA afl. 78 - juli 2011
ALGEMENE OUDERDOMSWET (AOW)
. Er moet daadwerkelijk sprake zijn van een commercie«le relatie. ª. De inkomsten uit de huur- en/of kostgangersovereenkomst moeten worden opgeven aan de Belastingdienst voor zover dit verplicht is. . Inkomsten uit een kostgangersrelatie moet u doorgeven aan de SVB. Dat geldt ook voor inkomsten uit (onder)verhuur als u van het (onder)verhuren uw beroep heeft gemaakt. . U moet de commercie«le relatie met bewijsstukken kunnen aantonen, zoals: ^ de huur- en/of kostgangersovereenkomst; ^ bank- of giroafschriften waaruit blijkt dat de gevraagde prijs daadwerkelijk wordt betaald; ^ aangifte inkomstenbelasting (als u de inkomsten moet opgeven).
Korting in verband met niet-verzekerde jaren Op de uitkeringen krachtens de AOW worden de niet-verzekerde jaren gekort. Onder de niet-verzekerde jaren wordt verstaan: ^ elk vol jaar dat men niet verzekerd is geweest (woonachtig in het buitenland); ^ elk vol jaar dat men schuldig nalatig is gebleven om de verschuldigde premie te voldoen, of waarover men ten onrechte geen premie heeft betaald (NB: jaren waarover geen premie is betaald omdat men geen inkomen had, worden niet gekort). Voor de berekening van de korting worden niet-verzekerde perioden (c.q. perioden waarover men nalatig is gebleven) bij elkaar geteld. De korting bedraagt voor elk jaar Æ% van het basispensioen. Indien van toepassing wordt ook de toeslag ten behoeve van de jongere partner met Æ% gekort, indien deze niet verzekerd is geweest of nalatig is gebleven premie te betalen. Omdat de AOW eerst op " januari "æ van kracht is geworden, zijn in verband met de kortingsbepalingen verschillende overgangsmaatregelen getroffen. Personen die op " januari
Leidraad voor de AA afl. 78 - juli 2011
A.7.9.15 - 07
ADVIESPRAKTIJK
"æ ouder dan vijftien doch jonger dan jaar waren, worden geacht onafgebroken verzekerd te zijn geweest vanaf hun vijftiende jaar tot " januari "æ, mits zij: ^ Nederlander zijn; ^ ingezetene zijn; ^ na hun æste jaar ^ al dan niet onafgebroken ^ gedurende zes jaar in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba hebben gewoond.
Vrijwillige verzekering Om korting (zie hiervoor) op het pensioen te voorkomen kan men, indien men in het buitenland gaat wonen, de premiebetaling vrijwillig voortzetten. Gedurende dat tijdvak wordt men ^ voor de toepassing van de AOW ^ geacht in Nederland te hebben gewoond. De aanvraag voor de vrijwillige verzekering moet binnen een jaar na het vertrek naar het buitenland worden gedaan bij de Sociale Verzekeringsbank. De termijn gedurende welke men zich vrijwillig kan verzekeren is beperkt tot tien jaar. Inkoop Binnen tien jaar na aanvang van de verplichte verzekering, bestaat de mogelijkheid tot inkoop van de niet-verzekerde jaren. Men kan zich inkopen voor de premie die over het inkomen in het desbetreffende kalenderjaar verschuldigd zou zijn indien men wel verzekerd was. Vertrek naar het buitenland/overwinteren Vestiging in het buitenland, na het bereiken van het ste jaar, kan leiden tot een korting op het pensioen. Niet-verzekerde jaren (van vo¤o¤r " januari "æ) worden dan in principe gekort. Is dat verblijf slechts voor enkele maanden, bijvoorbeeld om te overwinteren, dan kan betaling van het pensioen in Nederland of in het buitenland plaatsvinden; er vindt dan geen korting
A.7.9.15 - 08
Leidraad voor de AA afl. 78 - juli 2011
ALGEMENE OUDERDOMSWET (AOW)
plaats. In alle gevallen verdient het aanbeveling vooraf contact op te nemen met de Sociale Verzekeringsbank.
Zorgverzekering Over het AOW-pensioen is de gewone inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd. Over inkomsten uit of in verband met arbeid is een lager percentage verschuldigd.
Overlijdensuitkering De overlijdensuitkering, die bestaat uit het basispensioen van de overledene over e¤e¤n maand, wordt zoveel mogelijk uitbetaald in een bedrag ineens en is daardoor belastingvrij. Indien de overledene geen partner achterlaat, kunnen zijn minderjarige kinderen aanspraak maken op de overlijdensuitkering. Als die ontbreken, kan de overlijdensuitkering gaan naar personen die door de overledene grotendeels werden onderhouden en met wie in gezinsverband werd geleefd.
Premie De premie wordt vastgesteld door de minister en bedraagt (maximaal) ",æ% van het premieplichtig inkomen. De verschuldigde premie wordt vastgesteld en ge|« nd door de Belastingdienst. Bij werknemers wordt de verschuldigde premie ingehouden op het loon. Geen premie wordt geheven van personen ouder dan jaar.
Leidraad voor de AA afl. 78 - juli 2011
A.7.9.15 - 09
ADVIESPRAKTIJK
A.7.9.15 - 10
Leidraad voor de AA afl. 78 - juli 2011