Algemene nieuwe richtlijnen voor pijnbeleid bij kinderen
Ann Roete Pijnverpleegkundige voor kinderen Verpleegkundige neonatale intensieve zorg UZA Pijnbeleid bij kinderen UZA
Overzicht 1. 2. 3. 4. 5.
Algemeenheden Gebruik van meetinstrument Aanpak van pijn Pijnbeleid op recovery, PICU Besluit
Pijnbeleid bij kinderen UZA
1. Algemeen • Kinderen: – te weinig aandacht voor pijn – minder pijnstilling dan volwassenen
Meer aandacht voor opleiding van artsen en verpleegkundigen Pijnbeleid bij kinderen UZA
Nationaal project “acute pijn bij kinderen” • • • •
Van september 2007 tot november 2009 Met medewerking van RIZIV en BVK In alle UZ en enkele perifere ziekenhuizen 3 fasen: - huidig pijnbeleid in kaart brengen - beter pijnbeleid voor kinderen - evaluatie van nieuwe situatie Nu in elk Universitair ziekenhuis van België: BePPa: Belgian Pediatric Pain association Pijnbeleid bij kinderen UZA
Algemene aspecten van een goed pijnbeleid bij kinderen • Evalueren en registreren: op een gestandaardiseerde manier de intensiteit van de pijn meten en registreren
• Pijn aanpakken is een gedeelde verantwoordelijkheid: vk, artsen, kinesisten, psychologen, speltherapeuten,… Een goede voorbereiding en begeleiding is zeer belangrijk
Pijnbeleid bij kinderen UZA
Rol van de verpleegkundige Vk spelen een belangrijke rol: Wij staan 8 u per dag aan het bed van de patïent, dokters komen maar even langs
Pijnbeleid bij kinderen UZA
Eerst evalueren en dan behandelen Door middel van een gevalideerde pijnscore: Juiste pijnstilling opstarten en dosis evalueren Gebruik ook niet medicamenteuze middelen of behandelingen Via pijnscores en ontwenningsscores medicatie afbouwen op ritme van het kind Uniform beleid in heel het ziekenhuis
Pijnbeleid bij kinderen UZA
Doel van een goed pijnbeleid is niet:
meer medicatie geven, maar: de juiste medicatie met de juiste dosering Pijnbeleid bij kinderen UZA
2.Richtlijnen bij gebruik van pijnmeetinstrument 1. Gebruik een gevalideerde score (in juiste taal en volgens de gegeven richtlijnen) 2. In functie van leeftijd van kind en situatie (postop, acute pijn, procedurele pijn,..) 3. Pijn is multidimensioneel (afh van cultuur, ervaring, reacties van omgeving,..) 4. Evalueer in sfeer van vertrouwen 5. Evalueer de rol van de ouders en eventueel integreren
Pijnbeleid bij kinderen UZA
6. Registreer pijn als een vijfde parameter in het dossier 7. Informeer ouders en kinderen op aangepaste wijze
Verrassingen zijn niet altijd even leuk ! Pijnbeleid bij kinderen UZA
Sommige operaties worden zwaar onderschat: vb. circumsisies,tonsillectomie en liesbreuken. Adequate pijnstilling is bij”kleine ingrepen” ook pre-, per- en postoperatief belangrijk zeker opletten bij dagopnames en ex - prematuren
Pijnbeleid bij kinderen UZA
PIJNBELEID
SUCROSE > 27WK
BLAASSONDAGE
(Zie sucrose protocol) BLOEDNAME (VEN, ART, CAP) INFUUS VACCINATIE
INBUSSELEN SPEEN BLAASPUNCTIE
INVASIEVE PROCEDURES
Nee DIEPE LIJN (PERIFEER/SUBCLAVIA )
LUMBAALPUNCT IE
IV WEG AANWEZIG ?
Nee
SUBCLAVIA ?
Nee
> 36 WK PCL?
Ja
Ja
Ja
LOKAAL XYLOCAINE ®1%
EMLA® CREME THORAX- OF ABDOMINALE DRAIN (PLAATSEN, VERWIJDEREN OF EENMALIGE PUNCTIE)
INTUBATIE
3µg/kg 5-10 min vooraf. Indien reeds continu Fentanyl® 1 uurdosis toedienen
URGENT ?
Ja SUCROSE PROTOCOL ! NIET< 27w ! Dosis: <1kg max 10 druppels (=0,5ml) per procedure >1kg max 20 druppels (=1ml) per procedure Tijdstip: 2min voor start procedure Toediening: PER DRUPPEL op speentje
! Na openen NIET bewaren !
(30 MIN VOORAF) ! niet bij NO !
FENTANYL® BOLUS
OVERLEG MET ARTS
Nee
Ne e
IV WEG AANWEZIG ?
Nee
Ja
> 36 WK PCL?
Ja
FENTANYL® BOLUS 3µg/kg + Atropine 0,1 mg + Op indicatie: Norcuron® 0,1 mg/kg
"Alhoewel de stafleden van de Neonatologie van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen de protocols of richtlijnen kritisch hebben doorgenomen, kunnen zij niet verantwoordelijk gesteld worden voor de inhoud van de protocols of richtlijnen. De guidelines weerspiegelen de stand van de medische wetenschap op een bepaald moment en op een bepaalde plaats en moeten aldus voortdurend worden geactualiseerd aan nieuwe ontwikkelingen. Het gebruik van de protocols of richtlijnen is op eigen risico en verantwoordelijkheid".
Evaluatie van pijn: de pijnscores • 2 soorten: 1. Auto – evaluatieschalen: vanaf 6 jaar Kind zegt zelf hoeveel pijn hij heeft 2. Hetero – evaluatieschalen: alle leeftijden Verpleegkundige bepaalt door middel van observatie hoeveel pijn het kind heeft Zeer moeilijk bij verbaal minder vaardige patïenten, ook advies van ouders vragen die het kind goed kennen Pijnbeleid bij kinderen UZA
A. Enkele unidimensionele auto-evaluatie schalen • Vas (latje) behandelen vanaf 4/10 • Gewijzigde gezichtjesschaal 4/10
• Numerieke schaal 4/10 (niet gevalideerd, wel veel gebruikt) Bruikbaar indien kind wakker is en niet té veel pijn heeft Pijnbeleid bij kinderen
UZA
Enkele hetero-evalutieschalen PROCEDURELE PIJN
ANDERE ACUTE PIJN
DAN
0-3 M
AMIEL-TISON
0-3 J
NFCS
0-6 M
CHEOPS
1-7 J
CHEOPS
1-7 J
OPS
1-13 J
PIPP
neonaat
PIPP
neonaat
COMFORT neo
neonaat
POSTOPERATIEVE PIJN
LANGDURIGE PIJN
Amiel -Tison
0-3 J
EDIN
0-9 M
CHEOPPS
1-7 J
DGER
9M-10 J
OPS
1-13 J
COMFORT neo
neonaat
POCIS
1-4 J
GEVENTILEERDE KINDEREN
CHIPPS
0-4 J
COMFORT - B
0-13 J
FLACC
2M-7J
FLACC
2M-7 J
PPMP ( ouders)
2-12 J
PIJN SPOEDGEVALLEN
PIJN MULTIPELE HANDICAP Cf specifiek hoofdstuk
EVENDOL
Pijnbeleid bij kinderen UZA
<6 jaar
SAN SALVADOUR
Alle leeftijden
NCCPC-R
Alle leeftijden
CPG
Alle leeftijden
B. Hetero - evaluatieschalen • Vb OPS, kan vb ook op recovery • Vb.Evendol voor spoed • Comfort , voor beademde en niet beademde en speciale versie voor neonatologie • Voor gehandicapte kinderen: San salvadour, Comfort special, Cpg,… Pijnbeleid bij kinderen UZA
FLACC score
Bij aankomst EVENDOL (kinderen beneden de 6 jaar op spoeddiensten) ITEM 1 : Vocale en verbale uiting Weent en/of huilt en/of kreunt en/of zegt dat hij pijn heeft 0: 1: 2: 3:
Afwezig Licht of tijdelijk Matig of bijna de helft van de tijd Uitgesproken of bijna permanent
ITEM 2 : Mimiek Gefronst voorhoofd en/of gefronste wenkbrauwen en/of getrokken mond 0: 1: 2: 3:
Afwezig Licht of tijdelijk Matig of bijna de helft van de tijd Uitgesproken of bijna permanent
ITEM 3 : Bewegingen Onrustig en/of krampachtig en/of getrokken 0: 1: 2: 3:
Afwezig Licht of tijdelijk Matig of bijna de helft van de tijd Uitgesproken of bijna permanent
ITEM 4 : Houdingen Ongewone houding en/of antalgische en/of zelfbeschermende en/of onbeweeglijk 0: 1: 2: 3:
Afwezig Licht of tijdelijk Matig of bijna de helft van de tijd Uitgesproken of bijna permanent
ITEM 5 : Contact met de omgeving: troostbaar en/of interesse om te spelen en/of contact met de omgeving 0: 1: 2: 3:
Normaal Verminderd Sterk verminderd Afwezig
In rust (T1)
Bij mobilisati e (T1 bis)
Na behandeling In rust (T2)
Bij mobilisatie (T2 bis)
OPS (postoperatieve pijn van 2 maand tot 13 jaar) ITEM 1: Wenen
0 = afwezig 1 = aanwezig, maar het kind kan getroost worden 2 = aanwezig, maar het kind is ontroostbaar ITEM 2: Bewegingen 0 = het kind is wakker en kalm, of slaapt 1 = matige ongedurigheid, blijft niet ter plaatse, verandert voortdurend van houding 2 = ongeordende en intense agitatie, loopt het risico zich te kwetsen ITEM 3: Algemene houding 0 = het kind is wakker en kalm, of slaapt 1 = het kind is gespannen, met trillende stem, maar reageert op vragen en op pogingen om het te troosten 2 = het kind reageert niet op pogingen om het te troosten, houdt de ogen wijd open, klampt zich vast aan de ouders of aan een zorgverstrekker ITEM 4: Verbale of somatische expressie 0 = het kind is wakker en kalm, of slaapt, zonder antalgische houding 1 = het kind klaagt van lichte pijn, globaal gemis aan comfort, of houdt de benen geplooid op de romp, met gekruiste armen 2 = matige pijn, verbaal of met de handen aangeduid, of benen in flexie op de romp, gebalde vuisten en met de hand op de pijnlijke plek, of poging om deze plek te beschermen ITEM 5: Verandering van de systolische bloeddruk ten opzichte van de preoperatieve waarde 0 =verhoging van ten minste 10 % 1 = verhoging van 10 à 20 % 2 = verhoging van meer dan 20%
Pijnbeleid bij kinderen UZA
COMFORT - B ( Geïntubeerde kinderen van 0 tot 13 jaar) ITEM 1 : Bewustzijn
ITEM 4 : Bewegingen
1 : Diepe slaap
1 : Beweegt niet
2 : Lichte slaap
2 : Lichte, occasionele bewegingen
3 : Slaperig
3 : Lichte, frequente bewegingen
4 : Wakker en kwik (alert)
4 : Krachtige bewegingen, alleen van de ledematen
5 : Zeer aandachtig
5 : Krachtige bewegingen, ook van romp en hoofd
ITEM 2 : Rust of agitatie
ITEM 5 : Spiertonus (*)
1 : Kalm
1 : Volledig ontspannen spieren, geen enkele spiertonus
2 : Lichtjes angstig
2 : Gedaalde spiertonus
3 : Angstig
3 : Normale spiertonus
4 : Zeer angstig
4 : Hogere spiertonus met gebogen vingers en tenen
5 : In paniek
5 : Extreme spierstijfheid met gebogen vingers en tenen
ITEM 3 : Ademhaling
ITEM 6 : Gelaatsuitdrukking
1 : Geen spontane ademhaling, geen hoesten
1 : Volledig ontspannen aangezichtsspieren
2 : Spontane ademhaling met weinig of geen reactie op de
2 : Normale tonus van de aangezichtsspieren, geen zichtbare
respirator
spanning
3 : Biedt weerstand aan de respirator of hoest af en toe
3 : Duidelijke contractie van enkele aangezichtsspieren
4 : Biedt actief weerstand aan de respirator of hoest regelmatig
4 : Duidelijke contractie van alle aangezichtsspieren
5 : Verzet zich tegen de respirator, hoest of stikt
5 : Samengetrokken en grijnzende aangezichtsspieren
3. 10 gouden regels voor de aanpak van acute pijn bij kinderen 1. 2. 3. 4.
Multimodale aanpak (combineer) Zo snel mogelijk maximale pijnverlichting Pas de behandeling aan aan de aandoening Behandeling aanpassen aan de ernst van de residuele pijn (kan ook niet medicamenteus) 5. Kies de beste toedieningswijze (liefst IV, dan po, zo weinig mogelijk suppo’s, uitzonderlijk IM) Pijnbeleid bij kinderen UZA
6. Dien systematisch analgetica toe, na een oplaaddosis 7. Bewaak bijwerkingen en durf morfine te gebruiken of nog sterker 8. Vermijd nutteloze handelingen die pijn veroorzaken, zorgen clusteren (opletten aspireren, kleefpleisters !!,..) 9. Gebruik juiste communicatiemiddelen, zodat alle zorgverleners op de hoogte zijn 10. Zorg voor continuïteit in de behandeling Pijnbeleid bij kinderen UZA
4.Gebruik van medicatie postoperatief of bij acute pijn • Medicatie verandert de diagnose meestal niet • Geef uurdosis voor grote verzorging of extra medicatie • Je mag afwisselen van producten (paracetamol en ibuprofen) • Niet –medicamenteuze middelen: sucrose, afleiding(hypnose), warmte of koude kompressen, clini- clowns op pediatrie,… Pijnbeleid bij kinderen UZA
Postoperatieve pijn Goede voorbereiding preoperatief Uitleg preoperatief over postoperatief (pijn)beleid vb gebruik van pijnlatjes Uitleg aan ouders over pijnbeleid thuis: niet wachten tot de pijn volledig terug doorgebroken is belangrijk bij dagopnames , uur van per-operatieve medicatie Postoperatieve pijn is nooit nuttig ! Pijnbeleid bij kinderen UZA
Pijnbeleid pediatrie UZA TRAP 3: Morfine IV, PO Steeds in combinatie met trap1. Vraag steeds advies aan arts Trap 2 A: TRAMADOL po, iv Eventueel traag samen met Litican
Trap 2 B: KETOROLAC iv (Taradyl)
> 1 jaar
Een goed pijnbeleid = - Opvolgen pijnscores:
Trap 1 A : Paracetamol IV, PO, (IR) Trap 1 B: Ibuprofen PO
afnemen en noteren !! - Pijnscores > 4: medicatie aanpassen !!
Trap 1 A.Paracetamol (Perdolan ®, Dafalgan ®, Efferalgan ®,…)
Oplaaddosis : 30 mg /kg Onderhouds dosis
Frequentie Max. dagdosis
IV
15 mg/kg/dosis
4–6u
<1 jr: 75 mg/kg/dag >1 jr: 90 mg/kg/dag
15 min
PO
15 mg/kg/dosis
4–6u
<1 jr: 75 mg/kg/dag >1 jr: 90 mg/kg/dag
30 min
IR
20 mg/kg/dosis
4–6u
Na neonatale periode: 120 mg/kg/dag
2–4u
Volwassenen: 1 max 2 gr/dosis, max 4 gr (uitzonderlijk 6 gr)/ dag Bij prematuren dosis aanpassen volgens leeftijd en gewicht
Wij zijn niet verantwoordelijk voor eventuele fouten.
Werkt na
RECTAAL
ORAAL
Paracetamol • Perdolan siroop : 12mg /ml • Dafalgan siroop : 30 mg /ml • Perdolan Suppo kleuters : 200mg van 10 tot 20 kg • Dafalgan suppo : 80 mg : 3 m tot 1 jaar , 5 tot 8 kg Oefening: kind van 10 kg : reken uit hoeveel siroop je moet geven.
Trap 1 B.Ibuprofen (Nurofen®, Perdophen ®, Junifen ®,…)
PO
Onderhouds dosis
Frequentie
Max. dagdosis
Werkt na
10 mg/kg/dosis
6-8u
40 mg/kg/dag
30 – 60 min
Volwassenen: 400 tot 600 mg max 2.400mg/24 u
Wij zijn niet verantwoordelijk voor eventuele fouten. Pijnbeleid bij kinderen UZA
Opletten bij ibuprofen • Perifere werking (vermindering van de gevoeligheid en activatie van de perifere receptoren) en vermoedelijk centrale werking • Goede absorptie na orale toediening (90%) Bijwerkingen • Gastro-intestinaal • Renaal :Voldoende blijven drinken !! • Andere (hematologisch, overgevoeligheid, ademhaling, huidreactie) Contra-indicaties • < 6 maanden • Overgevoeligheid • Maagzweer, stollingsstoornis, leverinsufficiëntie en/of ernstige nierfunctiestoornis • Varicella
TRAP 2 A:Tramadol (Contramal®, Tradonal®, Dolzam
Druppels Contramal®, Tradonal®: 1 ml = 100 mg = 40 dr 4 dr / 10 kg = 1 mg / kg
Dosis
Frequentie
Werkt na
PO
1 tot 2 mg/kg/dosis
4 tot 8 x / dag
15 tot 30 min
IV bolus (over 20 min)
1 tot 2 mg/kg/dosis
4 tot 8 x / dag
10 tot 15 min
Opmerking: Litican® kan samen met tramadol gegeven worden bij bijwerking van nausea en braken. Dosis Litican®: 1 mg/kg/dosis; max . 3 x dag, max dosis 6 mg/kg/dag Geen Zofran, gaat werking tegen.
TRAP 2 B: KETOROLAC (Taradyl®) Iv Nsaid • Nooit bij kinderen < 1 jaar • Oplaaddosis: iv 1 mg/kg
Onderhoudsdosis: IV bolus • Dosis: 0,5 mg/kg/dosis tot 1 mg/kg/dosis • Frequentie: 3-4x/dag • Werkt na: 15 - 20 min Absolute maximale dosis: 30 mg/dosis = 90 mg/dag
Trap 3 : MORFINE Steeds in combinatie met trap 1 ORAAL: dosis = 3 x IV dosis 0.3 mg/kg/dosis, 4 tot 6 x per dag; werkt na 15 min. Antagonist: Naloxone = Narcan ®: 0.01 mg/kg, teveel bijwerking:lage dosis Narcan ® iv OPLAADBOLUS Dosis IV, SC
Extra bolus
Max
Werkt na 5 – 10 min 5 – 10 min
< 3 maanden
0.05 mg/kg
> 3 maanden
0.1 mg/kg
< 3 maanden
0.01 mg/kg
Per 10 min
5 – 10 min
> 3 maanden
0.025 mg/kg
Per 10 min
5 – 10 min
Oplaadbolus traag geven (gebruik van saturatiemeter is verplicht) CONTINU: NA OPLAADBOLUS <1 maand
0.01 mg/kg/u
>1 maand
0.02 mg/kg/u
Vanaf 6 maanden
0.03 mg/kg/u
Maximumdosis: 0.25 – 0.4 mg/kg/4 uren
Pijnbeleid bij kinderen UZA
• Bij orale toediening werken bruistabletten of oplosbare poeders na 15 à 20 min • Paracetamol en Ibuprofen mogen samen gegeven worden of met enkele uren tussen, hebben verschillende werking en versterken elkaar • Suppo’s worden slechts bij 20 % van de kinderen goed opgenomen (pijn of koorts niet voldoende weg of sneller terug) Pijnbeleid bij kinderen UZA
Combinatie • Van zodra de kinderen oud genoeg zijn mag je combineren • Je mag afwisselen of samen geven • Respecteer uren van individuele medicatie Para
8u
14 u
20 u
Ibuprofen
10 u
18 u
2u
2u
Gevolgen van een goed pijnbeleid Sneller terug eten, minder lang infuus nodig Betere wondgenezing Minder traumatische ervaring Minder verpleegkundige zorgen Vlotter verloop van procedures en verzorging Kortere opnametijd Voorkomen van chronische pijn !!! Pijnbeleid bij kinderen UZA
Afbouwschema’s en ontwenningscores • Goede postoperatieve pijnstilling betekend soms een iets langere ventilatie- en sedatieperiode, maar sneller herstel • Doel is niet : zo snel mogelijk extuberen, wel een zo optimaal mogelijke pijnstilling gedurende eerste 24 - 48 u • Vanaf 72 u treedt mogelijks gewenning op en moet men trager afbouwen Pijnbeleid bij kinderen UZA
• Gebruik ook een ontwenningsscore: - voor neo en pasgeborenen: vb. NWI - voor grotere kinderen: vb. SOS (Sophia ontwenningsscore) met afbouwschema’s. Zie ook www.nursing.nl artikel:”Afbouwen met behulp van de zuster” (Erwin Ista)
• Bouw af op ritme van het kind en zorg voor goede opvolging (na ontslag intensieve zorg ev. Methadon afbouwschema)
Pijnevaluatie bij kinderen
Universitair ziekenhuis Antwerpen
Pijnevaluatie bij kinderen
Universitair ziekenhuis Antwerpen
Pijnevaluatie bij kinderen
Universitair ziekenhuis Antwerpen
• Belangrijk: – duur van de bezetting van de morfinereceptoren – niet enkel de hoeveelheid (dosering) – voorgeschiedenis (zelfs als prematuur)
Pijnevaluatie bij kinderen
Universitair ziekenhuis Antwerpen
Gebruik extra medicatie om af te bouwen
• Methadon • Lorazepam (Temesta) • Clonidine (Catapressan) • Propofol (Diprivan) • Ketamine (Ketalar) Pijnevaluatie bij kinderen
Voorbeelden van preventie en behandeling van abstinentie Toediening van <5d
Afbouw van 10-15 %/ 6 uur Volg abstinentiescore( NAS, OBWS)
Toediening >5d
Trage afbouw 10 % over 12 tot 24 u Volg Abstinentiescore (NAS, OBWS) Overweeg substitutie Methadon bij opiaat - 0,1 mg/kg/dosis 4 x /24 u - na de tweede orale dosis methadon wordt morfine gehalveerd - na 4 dosissen kan het opiaat volledig worden gestopt - nadien wekelijkse afbouw van methadon met 10 % - alternatief: oraal opiaat zoals MS Contin! Lorazepam bij benzodiazepines - dagdosis = midazolam dagdosis/12 in 4 x/24u Clonidine - Dosis continu infuus: 0,1-2 mcg/kg/u
Pijnevaluatie bij kinderen
UZA NICU voorbeeld afbouwschema
• Goede postoperatieve pijnstilling : – soms iets langere ventilatie - en sedatieperiode – sneller herstel
• Doel is NIET: zo snel mogelijk extuberen, WEL: een zo optimaal mogelijke pijnstilling gedurende eerste 24 - 48 u
• Vanaf 72 u mogelijks gewenning trager afbouwen Pijnevaluatie bij kinderen
Universitair ziekenhuis Antwerpen
• Morfinederivaten moeten niet volledig gestopt zijn om kinderen te kunnen extuberen, zo is er nog voldoende pijnstilling • Ontwenningsverschijnselen zijn even erg als pijn hebben en kunnen vermeden worden Pijnbeleid bij kinderen
UZA
• Wegens overprikkeling bij afbouwen moet men zeer attent zijn op licht en geluid, kinderen inbusselen, en eventueel frequenter voeding geven, maar kleine hoeveelheden
Pijnbeleid bij kinderen
UZA
5. Besluit: Een “aangepast” beleid • Wat doen met afgenomen scores: Volg de beslisboom Staand orders specifiek voor de afdeling en ingreep Vk mag zelf medicatie toedienen volgens opdracht en pijnscores Verschil in trappen
Pijnbeleid bij kinderen UZA
Niet medicamenteuze behandelingen A.Sucrose ( 0 tot 3 maanden) B.Emla® en Rapydan ® C.Lachgasmengsel ( Kalinox ®
)
Sucrose/Glucose 30% 1 . Product: - Sucrose 24 % (Sweet-ease ®) op neonatologie of - 30 % glucose (Babycalmine ®)
Babycalmine
Sucrose Sucrose
Samenvatting • Kleine procedures • Tot 6 maand • Druppel per druppel toedienen
A.Sucrose
Dosering
• 1 druppel = 0.05 ml • Bij kinderen < 1 kg : MAX. 0.5 ml = 10 druppels per procedure • Bij kinderen > 1 kg : MAX. 1 ml = 20 druppels per procedure • Uitzonderingen: - kinderen < 27 weken - kinderen die niet reageren en niet kunnen zuigen (coma,spierverslapper, cerebraal probleem)
Indicatie •
Niet nodig bij kleine prikken bv. glycemie ( korte prik met prikpen) • Wel steeds fopspeentje en inbusselen, dan pas sucrose. Bij grotere procedure: - alle bloednames ( veneus, art, capillair) - infusen prikken ( perifeer en DVC) - ROP screening, lumbaal punctie - vaccinaties of andere IM injecties - wondzorg, blaaspunctie,sondage - eenmalig aanprikken pneumothorax
Voorstel sucrose gebruik • Alle kinderen tot 3 maand, maar meest efficiënt bij prematuren en pasgeborenen. • Infuus prikken, DVC, Art lijn, LP • Blaaspunctie, blaascatheder(indien geen fenta) • ROP screening (laser,samen met Clooralhydraat) • Bloednames • Uitgebreide wondzorg( vergeet geen Niltac) • darmspoeligen
Tijdstip van toedienen • 1. 2. 3. 4.
2 minuten voor het starten van de procedure = in praktijk : telkens druppel per druppel !!! voor het klaarzetten van het materiaal + herhalen bij de start van de procedure en tijdens de procedure, indien kind terug onrustig wordt, tot het einde van de procedure.
B.EMLA ®(Eutectic Mixture of Local Anesthetics) zalf • •
Zorg dat je een voorschrift hebt dat je kan aftekenen Bij welke procedures: min 60 min, beter 90 min - Veneuze punctie/ veneuze catheder - Lumbaal punctie - Suspubische punctie(wacht 90 min), liever onder Kalinox ® - Im, Id, Sc injecties (wacht 120 min) Vraag ev aan ouders om thuis al Emla ® te kleven bij volgende procedure
Verdovende zalf Emla® • • • •
Vanaf geboorte Meerdere plaatsen (60) – 90 min vasoconstrictie
Rapydan ® • • • •
Vanaf 3 jaar Max 2 plaatsen ( 30 ) -60 min Vasodilaterend door warmte
Voor open wonde, vb. hechting op spoed: TAC gel, LAT gel: bereiding bij apotheek
1 tube bevat 5 gr crème EMLA
®
Intacte huid Effect na 1u
60 min: 2,5-3 mm, 90 min: 5 mm Duur 1 à 2u
< 12 m: 2 g/d > 12 m: tot 5g (1 tube) /d
Waarschijnlijkheid van noodzaak aan bloedafname bij aanmelding van een kind op spoedgevallen. Indien 1 of meerdere van de volgende criteria aanwezig zijn bij aanmelding
o o
o o o o o o o o o o
Voedselweigering > 24 u Koorts o > 3 d bij kind < 2 j o > 5 d bij kind > 2 j o Buikpijn o Sikkelcel-crisis o Pijn bij het plassen Manken zonder trauma in de anamnese Acuut abnormaal gedrag Bloedingsneiging Purpura zonder koorts Hypothermie < 36°C Hypotonie Stuipen Ernstige astma aanval Plotse malaise, bewustzijnsdaling bij kind < 1 j Verwijzing voor bloedonderzoek
Wanneer mag je geen Emla ® gebruiken? • • • • • • • •
Bij vorige allergische reacties Bij gebruik van sulfonamiden Bij injecties van levende vaccins Prematuren < 37 weken Glucose – 6 - fosfaat dehydrogenase deficiëntie Methemoglobinemie Niet bij open wonden Bij eczema max.15 – 30 min
• Rapydan® pleister
– Mengsel van 2 lokale anesthetica – Verwarming van de huid (max 40°C) voor snellere absorptie van de anesthetica vasodilatatie – De pleister mag niet doorgeknipt worden – Onmiddellijk te gebruiken indien de verpakking geopend is niet houdbaar
• Rapydan® – Contra-indicaties • • • • • •
Kind < 3 jaar onvoldoende getest Overgevoeligheid voor stoffen Overgevoeligheid lokale anesthesie Niet op slijmvliezen gebruiken Geen gebruik op wonden en eczeem Voorzichtig zijn bij lever-, nier- en hartproblemen
– Applicatietijd • 45 - 60 min • Werkt nog vele uren na • Na 30 min 6 mm diepte, na 60 min 8 mm diepte
Buzzy ®
Meopa of Kalinox® • Toediening mag gebeuren door verpleegkundige op medisch voorschrift (B2 handeling) – Opleiding – Niet bij personen die naast Kalinox andere psychotrope medicijnen krijgen (benzodiazepines, opiaten) – Niet bij kinderen < 1 jaar (4 jaar?) – Kan ook bij volwassenen – Beschikbaarheid arts verifiëren
Contra-indicaties !
Opiaten of psychofarmaca (intensivist vereist)
• • • •
Personen met hoofdtrauma intracraniele hypertensie Personen met veranderd bewustzijn Personen onder opiaten /sedativa
•
maxillo-faciale heelkunde/trauma
• • • •
longembolen emfyseem bullae pneumothorax Darmobstructie
•
hemoglobinopathie, vit B12 deficiëntie
Onze gasmobiel
Een toediening
Compact B5 cilinder
Steeds 2 flessen aanwezig op afdeling Centrale vergrendelknop + debietmeter + aansluitnippel leiding naar patiënt (idem O2 fles)
69
Autonomie gasmengsel Kalinox ©.
Kijk op de tabel aan de zijkant van de fles. 50 bar komt nog overeen met 30 min bij een flow van 12l/min. Let op de tijd, maar gebruik de fles zo volledig mogelijk leeg.
Kijk op de meter vooraleer je begint aan de procedure.
Toedienen • Draai fles open op 15 l, vul de ballon • Zet masker op gezicht van kind • Laat rustig in en uitademen gedurende minimum 3 min. • Pas flow aan leeftijd kind aan. • Geef mengsel tot procedure gedaan is. • Teken af op lijst en noteer in dossier.
Aansluiten buis voor expiratie, mag buiten gelegd worden
Speciaal gastro circuit of voor LP
Vliegtuig voor kinderen 72
Afleiding • Liedjes zingen • Taalgebruik aanpassen • Afleidingsmateriaal
besluit • Kies een goede score • Maak een beslisboom voor uw afdeling ( 1 met procedures, 1 voor acute / chronische pijn) • Leg materiaal in de behandelkamer • Gebruik alle middelen en juiste taalgebruik, met heel het team
Alles hangt af van de samenwerking van artsen en verpleegkundigen ….
Dank u !