Algemene beschrijving Elektronica voor de afstandsbediening van buisvormige motoren voor rolluiken, blinden en deuren met eindschakelaar aan de binnen-‐ of buitenkant van de motor,radio-‐ontvanggedeelte met geheugenopslag van het zendkanaal via inwendige drukknop of radio. Mogelijkheid om twee veiligheidssystemen aan te sluiten: een fotocel, een contactlijst of een ander systeem met zelftestcontrole voor elke sluitingsbeweging. Mogelijkheid om de uitwendige veiligheidssystemen rechtstreeks via de centrale van stroom te voorzien met een maximum lading van 24V ~ van 80mA (CSP+FTC). Mogelijkheid om een knipperlicht van 230V ~ aan te sluiten dat tijdens de werktijd functioneert. Mogelijkheid om een lamp van 230V ~ aan te sluiten met een vaste tijd van 3 minuten. Uitgevoerd met een kunststof kast voor buiten met een kabeldoorvoer PG11. Mogelijkheid van centrale bediening voor de gelijktijdige besturing van meerdere apparaten. Werktijd TL en automatische hersluitngstijd instelbaar met een inwendige trimmer van 3 s tot 1,5 minuut. “Attentie: De werktijd wordt aan het begin van elke beweging afgelezen, er wordt dus geen rekening gehouden met de afstelling die tijdens een beweging uitgevoerd wordt. Mogelijkheid om de mechanische bedieningen uitwendig aan te sluiten met de functie van alleen openen of dynamisch, alleen sluiten, blokkeertoets. Installatie Dit product mag uitsluitend door vakbekwaam technisch personeel geinstallereerd worden met inachtneming van de voorschriften op het gebied van automatische openingen. Alle aansluitingen moeten voorzien zijn voor een één fasige hoofdvoeding van 230V. Voor het loskoppelen van het net moet een alpolige schakelaar met een contactopening van minimaal 3,5mm toegepast worden. Er moeten geschikte aansluitmaterialen gebruikt worden om een isolatie volgens de geldige voorschriften op het gebied van elektrische veiligheid te garanderen. Het programmeerapparaat voert alleen bewegingsbedieningen via de radio uit. Alle veiligheidssystemen die benodigd zijn voor de installatie moeten apart aangelegd worden. De besturingskast moet geinstalleerd worden door de kast in verticale positie met de kabeldoorvoeren naar beneden te bevestigen. Het programmeerapparaat is in overeenstemming met de RAEE en RoHS richtlijnen. De draden van 230V moeten feitelijk gescheiden worden van de veiligheidslaagspanningsdraden. De geleidedraden moeten vastgezet worden met een extra bevestiging in de buurt van de klemmen; deze bevestiging moet tijdens het installeren door vakmensen uitgevoerd worden. Het apparaat is getest met een stroomkabel type H05VV-‐F; de stroomkabels voor buitengebruik mogen niet lichter zijn dan gewone kabels type H05RN-‐F. De veiligheidssystemen moeten aan de norm EN12978 voldoen.
Functies van de dipschakelaars Dip1: Inschakeling van de automatische hersluiting. Attentie: Als de sluitingsbeweging van het dodemanstype is, moet u de dipschakelaar op OFF laten staan. Dip1 ON: automatische hersluiting ingeschakeld Dip1 OFF: automatische hersluiting uitgeschakeld Teach-‐in van de tijden Werktijd (dit moet altijd ingesteld worden) -‐ De teach-‐in van de werktijd moet verricht worden door de centrale op semi-‐ automatisch te zetten (dip1 op OFF), stel de tijd op een waarde van 3 s hoger in dan de tijd van de hele openings-‐ of sluitingsslag -‐ Attentie: Als de centrale op de semi-‐automatische stand werkt wordt de werktijd aan het begin van elke beweging afgelezen en werkt de trimmer volgens de ingestelde werktijd; er wordt geen rekening gehouden met veranderingen van de trimmer tijdens de beweging. Tijd van de automatische hersluiting (alleen als de automatische hersluiting ingeschakeld is) Zet de dipschakelaar nr.1 op ON. -‐ Als de dipschakelaar van OFF op ON gezet, wordt de werktijd die voor heen op de semi-‐ automatische werkstand ingesteld is in het geheugen opgeslagen; de op die manier in het geheugen opgeslagen werktijd kan alleen gewijzigd worden door naar de semi-‐automatische toestand terug te gaan. -‐ De trimmer werkt alleen volgens de ingestelde pauzetijd (automatische hersluiting). -‐ Attentie: Als de centrale op de automatische stand werkt wordt de pauzetijd aan het begin van elke beweging afgelezen; er wordt geen rekening gehouden met veranderingen van de trimmer tijdens de pauze. Dip2 Dip 3 Werkingswijze OFF OFF Werking van het dodemanstype (de werking vindt plaats als er iemand aanwezig is, alle handmatige bedieningen via radio blijven totdat de functie ingeschakeld wordt, als de bediening losgelaten wordt dan wordt de uitgang OFF ON De sluitingsbeweging is van het dodemanstype, de opening is automatisch. ON OFF Automatische werking, de openings-‐ en sluitingsbeweging vinden automatisch plaats. ON ON Automatische werking met sluiting na inschakeling van de fotocel, alleen indien gecombineerd met Automatische sluiting ingeschakeld, dip 1 op ON. Na een opening wordt de automatische hersluitingstijd na het passeren langs de fotocel op nul gesteld.
Dip4: Functie van de toets TA-‐RD Dip4 ON: TA wordt TD; functie dynamische toets Dip 4 OFF: TA functie openingstoets Dip5: Uitschakeling test ingang pneumatisch contactlijst CSP Dip5 ON: Test uitgeschakeld Dip5 OFF: test ingeschakeld Dip6: Acquisitie type contactlijst Dip6 ON: Normale werking Dip6 OFF: Acquisitie bezig
Testfuntie van de beveiligingen (uitgang klemmen 22-‐23) De centrale is ingesteld om bij elke sluitingsbediening de juiste werking van de veiligheidsingangen CSP en FTC te controleren. De test ingang van CSP kan door middel van dip 5 uitgeschakeld worden terwijl de ingang FTC deze test altijd vereist. Gebruik dus de uitgang op de klemmen 22-‐23 om deze controle te verrichten, relaiscontact normally closed (rust-‐/verbreekcontact) (max. 1 A, 35 V). Attentie! Als bij een sluitingsbediening één van de veiligheidsingangen CSP of FTC open is of de veiligheidstest niet doorstaan wordt, geeft de zoener de volgende geluiden af: 3 pieptonen: fout op de ingang FTC (FTC actief) 4 pieptonen: fout op de ingang CSP (CSP actief) 5 pieptonen: fout op de ingang test beveiligingen (test beveiligingen niet doorstaan) Het is ook mogelijk om de deur af te sluiten als de fotocel niet functioneert of als de fotoceltest negatief is (geforceerde sluiting) door de sluitingstoets TC in te drukken en ingedrukt te houden, na 5 sec. sluit de centrale in de dodemansbesturing; deze functie is niet actief bij de contactlijst CSP. Functie veiligheidsingangen -‐ CSP; Normally closed ingang (met rust-‐/verbreekcontact), met automatische of semi-‐automatische werking, keert de sluitingsbeweging om, bij dodemansbesturing keert het de beweging 2 sec. lang om. -‐ FTC; FTC Normally closed ingang (met rust-‐/verbreekcontact), met automatische of semi-‐ automatische werking, keert de sluitingsbeweging om, bij dodemansbesturing keert het de beweging 2 sec. lang om. -‐ TB; Normally closed ingang (met rust-‐/verbreekcontact), blokkeertoets, stopt de beweging in elke toestand. Mogelijkheid om de zenders met twee werkingsfuncties in het geheugen op te slaan: 1-‐ Werkingsfunctie 1, twee-‐kanaals bediening ch1 met ch2 en ch3 met ch4, ch1 en ch3 openingsbediening, ch2 en ch4 sluitingsbediening 2-‐ Werkingsfunctie 2, enkele kanalen met dynamische functie openen, stop, sluiten De code van de zender kan ingevoerd (in het geheugen opgeslagen of gewist worden in de ontvanger door rechtstreeks op de ontvanger in de werken of via radio rechtstreeks vanaf de zender. Met deze laatste mogelijkheid kunnen er nieuwe zenders op een installatie ingesteld worden zonder rechtstreeks op de ontvanger in te werken, een handeling die de eindgebruiker zelf kan verrichten zonder een beroep te doen op de installateur, waarbij in ieder geval geheimhouding van de code gewaarborgd blijft. Code Number: Series Model Number Draft Date SETRO07760-‐ TVLink RS868 TVPTP868A01 T251.01 0 2 -‐ 10 -‐ 2006 7761
-‐ Zenden van de bedieningscodes van het Rolling-‐code type. De code wordt tijdens elke zending veranderd door een algoritme toe te passen dat alleen de ontvanger kan herkennen en dus kan beslissen of de gezonden code overeenstemt met de oorspronkelijke code. -‐ Op de ontvanger wordt de code in Eeprom geheugen opgeslagen dat de gegevens ook in geval van stroomuitval vasthoudt (geheugencapaciteit max. 42 codes).
Zenders De zenders worden rechtstreeks door de fabrikant gecodeerd met codes die van elkaar verschillen. Attentie: Als er een kanaaltoets van de zender langer dan 30 seconden ingedrukt gehouden wordt, dan schakelt de zender automatisch uit. De zender is geschikt voor alle zenders van de serie TVLink: TVTXV, TVTXP, TVTXC, TVTXK EN TVTXQ. (ELE1111, ELE1112, ELE1113) Om de codes op de ontvanger in het geheugen op te slaan Werkingsfunctie 1 Het opslaan of het wissen van de kanalen gebeurt paarsgewijs, kanaal 1 met kanaal 2 (of omgekeerd) en kanaal 3 met kanaal 4 (of omgekeerd). Om veiligheidsredenen is het aan het begin van elke installatie raadzaam om het hele geheugen te wissen (max. 42 verschillende codes). De gebruikerscodering en het betreffende functiekanaal worden in het geheugen opgeslagen door de volgende procedure op te volgen: 1) druk de toets P1 in het houd deze ingedrukt, na 0,8 sec. geeft de zoemer B1 een pieptoon en een constant geluid af; 2) zend het in het geheugen op te slaan kanaal; de zoemer geeft een intermitterend geluid af. Om een nieuwe code in te voeren moet u de handelingen 1 en 2 herhalen. Werkingsfunctie 2 Het opslaan of het wissen van de kanalen vindt afzonderlijk voor elk kanaal plaats; het in het geheugen opgeslagen kanaal activeert de bedieningen op dynamische wijze openen, stop, sluiten. De gebruikerscodering en het betreffende functiekanaal worden in het geheugen opgeslagen door de volgende procedure op te volgen: 1)druk toets P2 in en houd deze ingedrukt; na 0,8 sec. geeft de zoemer B1 een pieptoon en een Constant geluid af, 2) zend het in het geheugen op te slaan kanaal; de zoemer geeft een intermitterend geluid af. Om een nieuwe code in te voeren moet u de handelingen 1 en 2 herhalen. Om een code uit de ontvanger te wissen het wissen gebeurt paarsgewijs zoals bij het opslaan bij de werkingsfuncties 1 en 2. 1) druk de toets P2 in en houd deze ingedrukt; na 0,8 sec. gaat de zoemer B1 aan en geeft hij een langzaam geluid af. 2) zend het in het geheugen op te slaan kanaal; de zoemer geeft een intermitterend geluid af. Om een nieuwe code in te voeren moet u de handleidingen 1 en 2 herhalen.
Zenders Om alle codes in het geheugen te wissen 1) Houd de toets P2 minimaal 0,8 sec. lang ingedrukt; de zoemer B1 geeft een langzaam intermitterend geluid af, laat de toets P2 los en druk er binnen 0,5 sec. opnieuw op en houd hem minimaal 10 sec. lang ingedrukt (tijdens deze tijd geeft de zoemer een snel intermitterend geluid af) totdat de zoemer B1 een constant geluid afgeeft. Laat de knop na afloop los. Wijze waarop een zender via radio ingevoerd kan worden zonder toegang te krijgen tot de ontvanger als het geheugen leeg is (eerste installatie); bij deze werkingsstand heeft de functie van de kanalen vna de zender werkingswijze 1. De ingeschakelde zender wordt de master om andere zenders in te voeren. 1) Druk op de inwendige knop van de zender P3; de ontvanger wordt geactiveerd voor opslaan met een continu geluid van 5 sec. van de zoemer. 2) Zend binnen 5 sec. het in het geheugen op te slaan; na opslag in het geheugen gaat de zoemer op intervallen af. Opslag van kanalen via de afstandsbediening (extra zenders) (opslag met adressering) Het type opslag van de kanalen (enkel, paarsgewijs) hangt af van de manier waarop het kanaal dat bij punt 2 gebruikt wordt opgeslagen is. 1-‐ Druk op de knop P3 van de zender, de zoemer geeft een constant geluid af. 2-‐ Druk binnen 5 seconden op een kanaal dat reeds in het geheugen van de ontvanger staat; de zoemer onderbreekt het geluid 1 seconde en zal daarna weer 5 seconden een geluid afgeven. 3-‐ Zend het op te slaan kanaal; als het kanaal opgeslagen is dan wordt dit aangegeven door een intermitterend geluid van de zoemer, laat de toets dan los. Herhaal de punten 1-‐2-‐3 om een ander kanaal via de radio op te slaan. Om een code via radio door middel van een zender die reeds in het geheugen staat wissen. 1) Druk op regelmatige intervallen binnen 5 seconden drie keer op de inwendige toets P3; de zoemer B1 geeft een langzaam intermitterend geluid af. 2) Zend de te wissen code binnen 5 sec.; zodra de code gewist is geeft de zoemer B1 geen geluid meer af. Om een andere code te wissen moet u de handelingen 1 en 2 herhalen. Fout tijdens het opslaan. Als de code niet in het geheugen opgeslagen wordt dan kan dit veroorzaakt worden door de volgende factoren: -‐ de code staat reeds in het geheugen; -‐ het geheugen is vol. In dat geval geeft de zoemer zowel tijdens het opslaan als na het resetten van de ontvanger drie impulsen af.
Antenne Om goede prestaties te bereiken is het van fundamenteel belang om de antenne te installeren. Sluit een draad van 8,5 cm op de middelste klem van de middelste klem van de antenne aan. Voor een beter resultaat moet u een antenne die afgestemd is op de ontvanger door middel van een coaxkabel RG58 (impedantie 50 Ω) met een max lengte van 15 meter (model ANT868) aansluiten.
Technische specificaties Ontvangstfrequentie 868,3 MHz Tussenfrequentie 10.7 MHz Gevoeligheid (voor goed aankomen signaal) 1μV ONTVANGER decoderingsgedeelte 230V ~ Bedrijfstemperatuur 20 graden -‐+ 60 graden C Maximum motorvermogen Spanning 250V ~ Maximum vermogen 350 W Maximum toepasbare belasting op de uitgang van het knipperlicht 230V ~ 60 W Maximum toepasbare belasting op de uitgang van de lamp 230V ~ 300 W Maximale toepasbare belasting op de uitgang van 24 V~ 80 mA Maximum toepasbare belasting op de klemmen 22-‐2335V,1A Beschermingsgraad IP54 Beschermingsgraad (met licht of knop) IP20 In het kader van een continue ontwikkeling van de producten behoudt de fabrikant zich het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan de technische gegevens en prestaties aan te brengen.
Aansluiting klemmenblok Attentie! Als de acquisitie van het type contactlijst uitgevoerd wordt moet de centrale op de contactlijst aangesloten zijn. Procedure: -‐ De Jumper J1 op het type contactlijst dat toegepast wordt instellen. -‐ Dip6 op OFF zetten, waarna de zoemer een contact geluid afgeeft. -‐ Als de centrale het type contactlijst herkent gaat de led CSP branden. -‐ Dip6 op ON zetten. Als de led niet aangaat of gaat knipperen moeten de aansluitingen of de instelling van het type contactlijst op J1 gecontroleerd worden. 1 Ingang aarding hoofdstroomvoorziening 2 Ingang aarding motor 3 Ingang hoofdstroomvoorziening 230 V ~ fase 4 Ingang hoofdstroomvoorziening 230 V ~ neutraal 5 Uitgang contact relais openen 6 Uitgang 230 V ~ neutraal d.m.v. zekering (gemeenschappelijk contact motor) 7 Uitgang contact relais sluiten 8-‐9 Uitgang LP 230 V ~ 60 W max. voor knipperlicht. 10-‐11 Uitgang LC 230 V ~ 300 W max. voor lamp 12 Uitgang 24 V ~ 80 mA voor fotocellen 13 Uitgang 24 V ~ gemeenschappen knoppen een beveiligingen 14 Gemeenschappelijk knoppen en beveiligingen 15 Normally open openingstoets (met werk-‐/ en sluitcontact) of dynamische toets (zie functie van de dipschakelaars) 16 Normally open openingstoets (met werk-‐/ en sluitcontact) 17 Normally closed blokkertoets (met rust-‐/ en verbreekcontact) 18 Normally closed ingang veiligheidssysteem FTC (met rust-‐/ en verbreekcontact) 19 Uitgang 12 V voor OSE (max 30 mA) 20 Normally closed ingang voor veiligheidssysteem CSP (met rust-‐ /verbreekcontact) 21 Gemeenschappelijk knoppen en beveiligingen 22-‐23 Normally closed contact voor test beveiligingen (met rust-‐/verbreekcontact) 24 Massa Antenna Als de ingangen van het type N.C. (normally closed = met rust-‐/verbreekcontact) niet gebruikt worden moeten zij overbrugd worden. De aardgeleider moet langer zijn dan de andere geleiders zodat deze als laatste gespannen wordt als de kabelklem losraakt. Er wordt op gewezen dat er speciale voorschriften zijn die nauwgezet in acht genomen moeten worden zowel voor wat betreft de veiligheid van elektrische installaties als voor wat betreft automatische systemen voor het besturen van gordijnen, rolluiken en blinden.