Algemeen V&G-plan Project: Installatie van veiligheidsvoorzieningen op daken IRMM Retieseweg 111 2440 Geel (Besteknr.: 10049)
W. 24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Algemeen V&G-plan
INHOUDSOPGAVE 1. Wettelijke bepalingen....................................................................................................................................... 4 1.1. Europese richtlijnen ................................................................................................................................ 4 1.2. Belgische richtlijnen ............................................................................................................................... 4 2. Organisatie V&G .............................................................................................................................................. 5 2.1. Beschrijving van het project ................................................................................................................... 5 2.2. Administratieve gegevens....................................................................................................................... 6 2.2.1. Bouwheer........................................................................................................................................ 6 2.2.2. Architect ......................................................................................................................................... 6 2.2.3. Veiligheidscoördinatie .................................................................................................................... 6 2.2.3.1. Veiligheidscoördinator Ontwerp............................................................................................. 6 2.2.3.2. Veiligheidscoördinator Verwezenlijking ................................................................................ 6 2.2.4. Aannemers ...................................................................................................................................... 7 2.2.5. Dienst Preventie & Bescherming van de aannemers ...................................................................... 8 2.2.6. Arbeidsongevallenverzekeraar van de aannemers .......................................................................... 9 2.2.8. N.A.V.B. ....................................................................................................................................... 10 2.3. Bouwplaatsreglement ........................................................................................................................... 11 2.3.1. Algemeen bouwplaatsreglement ................................................................................................... 11 2.4. Arbeidsongevallen ................................................................................................................................ 12 2.4.1. Procedure bij ernstig ongeval........................................................................................................ 12 2.4.2. Formulieren................................................................................................................................... 13 2.4.3. Noodoproepen............................................................................................................................... 14 2.4.3.1. Nuttige telefoonnummers...................................................................................................... 14 2.4.3.2. Noodoproepnummers............................................................................................................ 15 3. Door de aannemer te leveren documenten ................................................................................................... 16 3.1. Documenten te voegen bij het aanbestedingsdossier ............................................................................ 16 3.1.1. Intentieverklaring.......................................................................................................................... 16 3.1.2. Organisatorisch actieplan V&G.................................................................................................... 16 3.1.3. Prijsopgave veiligheidsmaatregelen & verantwoording ............................................................... 16 3.2. Voorafgaande kennisgeving ................................................................................................................. 17 3.2.1. Criteria .......................................................................................................................................... 17 3.2.2. Procedure ...................................................................................................................................... 17 3.3. Documenten te leveren vóór de aanvang van de werken ...................................................................... 18 3.3.1. Specifiek veiligheids- en gezondheidsplan ................................................................................... 18 3.3.2. Planningsdocumenten ................................................................................................................... 18 3.3.3. Werfinrichtingsplan ...................................................................................................................... 18 3.3.4. Procedure voor afvoeren van gevaarlijke producten/afval............................................................ 18 3.4. Documenten te leveren tijdens de uitvoering van de werken................................................................ 19 3.4.1. Keuringen en attesten.................................................................................................................... 19 3.4.2. Technische fiches.......................................................................................................................... 19 3.4.3 Planningsdocumenten ................................................................................................................... 19 4. Overige documenten....................................................................................................................................... 20 4.1. Coördinatiedagboek .............................................................................................................................. 20 4.2. Postinterventiedossier ........................................................................................................................... 20 5. Algemene risicoanalyse .................................................................................................................................. 21 6. Specifieke risicoanalyse .................................................................................................................................. 22 6.1. Inleiding................................................................................................................................................ 22 6.2. Specifieke risico’s en maatregelen........................................................................................................ 22
W.24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 2 Algemeen V&G-plan
BIJLAGEN Bijlage 1: Bouwplaatsreglement Bijlage 2: Formulieren Formulier 1: Ongevalsinstructieblad Formulier 2: Ongevalleninlichtingenblad Formulier 3: Noodoproepnummers Formulier 4: Voorafgaande kennisgeving Bijlage 3: Intentieverklaring Bijlage 4: Algemene risicoanalyse
W.24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 3 Algemeen V&G-plan
1. Wettelijke bepalingen 1.1. Europese richtlijnen
-
De Kaderrichtlijn (89/391/EEG) van 12.06.1989 bevat minimumeisen omtrent de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk.
-
De Richtlijn (92/57/EEG) van 24.06.1992 betreffende “Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen”voert bij het begin van het project een globaal concept in, waarbij alle betrokkenen verantwoordelijkheid dragen. Zij wijst op de naleving van de veiligheids- en gezondheidsregels door alle bedrijven, groot of klein.
1.2. Belgische richtlijnen
-
Het KB van 14.09.1992, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad van 30.09.1992. Deze kaderrichtlijn “Veiligheid en gezondheid op het werk”, bevat algemene principes in verband met de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers en werd, op basis van de veiligheidswet van 1952, in Belgisch recht opgenomen.
-
De Wet van 04.08.1996, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18.09.1996, betreffende het Welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
-
Het KB van 19.01.2005, betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27.01.2005, organiseert de tenuitvoerlegging van nieuwe begrippen en verplichtingen i.v.m. veiligheid en gezondheid op de bouwplaatsen.
-
Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (A.R.A.B.).
-
De CODEX over het Welzijn op het Werk.
-
Het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties (A.R.E.I.).
-
Het KB van 12.08.1993, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad van 28.09.1993, betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen.
-
Het KB van 07.08.1995, gepubliceerd in het Belgische staatsblad van 15.09.1995, betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.
-
Het KB van 27.03.1998, gepubliceerd in het Belgische staatsblad van 31.03.1998, betreffende het beleid inzake werking van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
W.24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 4 Algemeen V&G-plan
2. Organisatie V&G 2.1. Beschrijving van het project
Werfadres Directie Werfleider
: Retieseweg 111 2440 Geel : :
Start der werken: Einde der werken:
Aandachtspunten -
Werken op hoogte
Beschrijving der werkzaamheden: Installatie van veiligheidsvoorzieningen tegen vallen op daken, met volgende werkzaamheden: -
Plaatsen van ankerlijnen; Plaatsen van leuningen; Plaatsen van kooiladders; Plaatsen van ankerpunten.
De gebouwen welke voorzien worden van veiligheidsvoorzieningen zijn : -
20RG-010 20RG-020 20RG-040 20RG-130 20RG-050 20RG-060 20RG-070 20RG-071 20RG-072 20RG-080 20RG-090 20RG-091 20RG-100 20RG-110 20RG-120 20RG-190
W.24/65.011 MEBUMAR
Main Building Van De Graaff Building Mass Spectometrie CRM Building Linac Building Technical Services Waste Flamable Products Storage Chemical Products Entrance Building Medium Voltage building Generator Building Conference Building Chemistry Building T.S. Garages Storage
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 5 Algemeen V&G-plan
2.2. Administratieve gegevens
2.2.1. Bouwheer Bouwheer
Adres Telefoon Fax Afgevaardigde(n)
: Europese Commissie Gemeenschappelijk centrum voor onderzoek – instituut voor referentiematerialen en - metingen : Retieseweg 111 2440 Geel : 014/57.15.99 : 014/57.15.97 : Dhr. Meino De Jong
2.2.2. Architect Architect
: RKD Architects
Adres
: Vaarstraat 112 2490 Balen : 011/30.37.55 : 011/30.37.59 : Dhr. Luc Kwanten
Telefoon Fax Afgevaardigde(n)
2.2.3. Veiligheidscoördinatie 2.2.3.1. Veiligheidscoördinator Ontwerp Naam Adres Telefoon Fax Coördinator
: Mebumar België N.V. : Damstraat 220 9180 Moerbeke-Waas : 09/326.92.92 : 09/346.77.21 : Dhr. Erwin De Puydt
2.2.3.2. Veiligheidscoördinator Verwezenlijking Naam Adres Telefoon Fax Coördinator
W.24/65.011 MEBUMAR
: Mebumar België N.V. : Damstraat 220 9180 Moerbeke-Waas : 09/326.92.92 : 09/346.77.21 :
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 6 Algemeen V&G-plan
2.2.4. Aannemers Aannemer Adres
: :
Telefoon Fax Projectleider Interne preventieadviseur
: : : :
Aannemer Adres
: :
Telefoon Fax Projectleider Interne preventieadviseur
: : : :
Aannemer Adres
: :
Telefoon Fax Projectleider Interne preventieadviseur
: : : :
Aannemer Adres
: :
Telefoon Fax Projectleider Interne preventieadviseur
: : : :
W.24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 7 Algemeen V&G-plan
2.2.5. Dienst Preventie & Bescherming van de aannemers Aannemer Dienst Adres
: : :
Telefoon Fax
: :
Aannemer Dienst Adres
: : :
Telefoon Fax
: :
Aannemer Dienst Adres
: : :
Telefoon Fax
: :
Aannemer Dienst Adres
: : :
Telefoon Fax
: :
W.24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 8 Algemeen V&G-plan
2.2.6. Arbeidsongevallenverzekeraar van de aannemers Aannemer Maatschappij Adres
: : :
Telefoon Fax Afgevaardigde(n)
: : :
Aannemer Maatschappij Adres
: : :
Telefoon Fax Afgevaardigde(n)
: : :
Aannemer Maatschappij Adres
: : :
Telefoon Fax Afgevaardigde(n)
: : :
Aannemer Maatschappij Adres
: : :
Telefoon Fax Afgevaardigde(n)
: : :
W.24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 9 Algemeen V&G-plan
2.2.7. Ministerie van Arbeid & Tewerkstelling Directie Adres Telefoon Fax Afgevaardigde(n)
: Antwerpen : Italiëlei 124 bus 77 2000 Antwerpen : 03/232.79.05 : 03/226.02.53 : Dhr. Eric Van Britsom
2.2.8. N.A.V.B. Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en Hygiëne in het Bouwbedrijf Adres Telefoon Fax Adviseur
W.24/65.011 MEBUMAR
: Sint-Jansstraat 4 1000 Brussel : 02/552.05.00 : 02/552.05.05 :
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 10 Algemeen V&G-plan
2.3. Bouwplaatsreglement
2.3.1. Algemeen bouwplaatsreglement Zie bijlage 1
W.24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 11 Algemeen V&G-plan
2.4. Arbeidsongevallen
2.4.1. Procedure bij ernstig ongeval 1.
Vóór elk ander ingrijpen: het eventueel nog bestaande gevaar uitschakelen (bv. voorwerpen die dreigen te vallen wegnemen, elektrische stroom afsluiten,…)
2.
Verwittigen van interne hulpdiensten, werfleiding en bestuur: 014/57.12.22.
3.
Hulp verlenen aan het slachtoffer.
4.
Oproepen van de externe hulpdiensten: Inhoud van de boodschap: - naam van de oproeper; - identificatie van de werf; - aantal gekwetsten + aard verwondingen; - indien nodig het medisch urgentieteam (MUG) er bijvragen. Bij de werftoegang wordt een persoon geposteerd die de hulpdienst ontvangt, de nodige inlichtingen verschaft en begeleidt naar de plaats van het ongeval.
5.
Verwittigen van: -
de familie van de gekwetste bij opname in het hospitaal of bij overlijden; de preventieadviseur van de hoofdaannemer; de werkgever van de gekwetste; de V&G-coördinator verwezenlijking; arbeidsinspectie directie Antwerpen (03/232.79.05): * onmiddellijk indien het slachtoffer dood is of > 25% blijvende handicap; * binnen de 2 dagen indien een ongeschiktheid van meer dan een maand of een lichte permanente handicap verwacht wordt; * na elk ongeval waarbij een persoon een elektrische schok onderging; - de Dienst Elektrische Energie van het Ministerie van Economische Zaken na elk ongeval “met elektriciteit” waarbij gekwetsten vielen; - Federale Politie ingeval van verkeersongeval (woon- werkverkeer)
6.
Ongevalonderzoek: Onderzoek naar de omstandigheden uitgevoerd door de preventieadviseur van de betreffende onderneming middels geschreven rapport (kopie aan de coördinator verwezenlijking).
7.
Maatregelen nemen om herhaling van elk gelijkaardig ongeval te voorkomen.
8.
Documenten: - ongevalinstructiebad (zie 2.4.2.1.) na samenspraak tussen werfleiding, preventieadviseur en coördinatorverwezenlijking; - ongevalaangifte (zie 2.4.1.3.); - kopieën klasseren in de veiligheidsmap op de werf; - proces-verbaal van Federale Politie in geval van verkeersongeval (woon-werkverkeer).
9.
Bij werkhervatting: -
geen werkhervatting zonder genezingsattest; verwittigen preventieadviseur (indien de afwezigheid meer dan 1 week bedroeg); steeds de coördinatorverwezenlijking op de hoogte brengen; eventueel medisch onderzoek door de arbeidsgeneesheer (art. 131 ARAB).
W.24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 12 Algemeen V&G-plan
10. Opmerking: Onder ernstig ongeval wordt verstaan: - dodelijk ongeval; - ongeval dat volgens de eerste medische diagnose de dood tot gevolg kan hebben; - ongeval dat volgens de eerste medische diagnose een algehele of gedeeltelijke blijvende arbeidsongeschiktheid tot gevolg kan hebben; - ongeval dat volgens de eerste medische diagnose een algehele tijdelijke arbeidsongeschiktheid van > 1 maand tot gevolg kan hebben.
2.4.2. Formulieren 2.4.2.1. Ongevalsinstructieblad Van ieder ongeval dient een ongevallenrelaas te worden opgesteld, gebruik makend van een ongevalinstructiebad. (zie formulier 1 in bijlage 2)
2.4.2.2. Ongevalleninlichtingenblad Alle arbeidsongevallen welke zich voordoen op de werf dienen periodiek aan de hand van een ongevalleninlichtingenblad te worden gemeld aan de coördinator verwezenlijking en de opdrachtgever. (zie formulier 2 in bijlage 2)
2.4.2.3. Ongevalaangifte De werkgever doet van elk arbeidsongeval dat aan een werknemer is overkomen op een tijdelijke of mobiele bouwplaats en dat tenminste één dag arbeidsongeschiktheid tot gevolg heeft, maar dat geen ernstig ongeval is, een kennisgeving aan de inzake arbeidsveiligheid bevoegde ambtenaar. De kennisgeving wordt gedaan, aan de arbeidsinspectie binnen de 10 kalenderdagen na de dag van het ongeval, bij middel van een brief met vermelding van de naam en het adres van de werkgever, de naam van het slachtoffer, de datum en de plaats van het ongeval en zijn vermoedelijke gevolgen. De verplichting inzake kennisgeving vervalt zodra de werkgever het ongeval bij de inzake arbeidsveiligheid bevoegde ambtenaar aangegeven heeft, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 10 april 1971 i.v.m. de arbeidsongevallen (zie formulier aangifte van arbeidsongeval B.S. 24.12.1998). Van elk ernstig ongeval of een tijdelijke of mobiele bouwplaats, overkomen aan een aannemer die er zelf een beroepsactiviteit uitoefent, doet de bouwdirectie belast met de verwezenlijking aan de inzake arbeidsveiligheid bevoegde ambtenaar een kennisgeving. De bedoelde kennisgeving wordt gedaan binnen de 15 kalenderdagen na de dag van het ongeval en omvat tenminste volgende elementen: - de naam, de voornaam en het adres van het slachtoffer; - de datum van het ongeval; - het adres van de tijdelijke of mobiele bouwplaats waar het ongeval zich heeft voorgedaan; - een bondige beschrijving van de opgelopen letsels; - een bondige beschrijving van de wijze waarop het ongeval is gebeurd; - de vermoedelijke duur van de arbeidsongeschiktheid.
W.24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 13 Algemeen V&G-plan
2.4.3. Noodoproepen 2.4.3.1. Nuttige telefoonnummers • Ziekenhuis / Urgentiedienst Naam Ziekenhuis Adres Telefoon Dringende oproep
: AZ Sint-Dimpna : J.B. Stessensstraat 2 2440 Geel : 014/57.77.77 : Tel. : 100 GSM : 112
• Brandweer Adres Telefoon Dringende oproep
: Stelenseweg 92 2440 Geel : 014/58.91.11 : Tel. : 100 GSM : 112
• Federale Politie Adres Telefoon
: Werf 67 2440 Geel : 014/56.47.00
• EHBO-hulpverleners aannemers Naam (*)
:
(*) op te geven door uitvoerende aannemer • Antigifcentrum Adres Telefoon
: Militair Hospitaal Neder-over-Heembeek : 070/24.52.45
• Gemeentediensten Adres Telefoon
W.24/65.011 MEBUMAR
: Werft 20 2440 Geel : 014/57.08.11
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 14 Algemeen V&G-plan
2.4.3.2. Noodoproepnummers Teneinde op een snelle en efficiënte wijze de hulpdiensten te kunnen verwittigen, werd een lijst met noodoproepnummers, met vermelding van de belangrijkste instructies, opgenomen in het V&G-dossier. Een afschrift van deze lijst dient bij elke telefoonpost goed zichtbaar te worden opgehangen. (zie formulier 3 in bijlage 2)
W.24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 15 Algemeen V&G-plan
3. Door de aannemer te leveren documenten 3.1. Documenten te voegen bij het aanbestedingsdossier
3.1.1. Intentieverklaring Zie bijlage 3.
3.1.2. Organisatorisch actieplan V&G Bij de offerte moet de aannemer beschrijven hoe de organisatie op de werf zal gebeuren (m.b.t. onderaannemers) en ook hoe de informatie tot bij de veiligheidscoördinator zal geraken. Dit kan bv. met behulp van een organogram.
3.1.3. Prijsopgave veiligheidsmaatregelen & verantwoording
W.24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 16 Algemeen V&G-plan
3.2. Voorafgaande kennisgeving
3.2.1. Criteria De bouwdirectie belast met de uitvoering van de werken moet een voorafgaande kennisgeving doen voor : - elke tijdelijke of mobiele bouwplaats waar één of meer risicovolle werkzaamheden uitgevoerd worden (zie KB van 19.01.2005) - elke tijdelijke of mobiele bouwplaats waarvan: 1) de vermoedelijke duur van de werkzaamheden langer dan 30 werkdagen is en waar meer dan 20 werknemers tegelijkertijd aan het werk zijn, of 2) het vermoedelijk werkvolume groter dan 500 mandagen is.
3.2.2. Procedure In het kader van het KB van 19.01.2005 (BS 27.01.2005) betreffende tijdelijke of mobiele bouwplaatsen dienen de werkzaamheden vóór het begin van de uitvoering te worden gemeld aan: - Administratie van de Arbeidsveiligheid (Techn. Inspectie) van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. - Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en Hygiëne in het Bouwbedrijf (N.A.V.B.) Deze voorafgaande kennis dient te gebeuren door de bouwdirectie belast met de uitvoering aan de hand van een formulier. Op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen waar meerdere bouwdirecties belast met de uitvoering actief zijn, valt de kennisgeving ten laste van elke bouwdirectie die als eerste activiteiten op de bouwplaats uitvoert. Het originele formulier dient ingevuld te worden overgemaakt aan het N.A.V.B., een kopie hiervan aan de Technische Inspectie en aan de veiligheidscoördinator. De voorafgaande kennisgeving laat beide diensten toe om de intervenanten op bouwplaatsen preventief bij te staan in hun strijd tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten. Deze voorafgaande kennisgeving dient ten minste 15 kalenderdagen vóór het begin der werken te worden toegestuurd aan de met het toezicht inzake arbeidsveiligheid belaste ambtenaar en het N.A.V.B. Een kopie van de voorafgaande kennisgeving moet ten minste 10 kalenderdagen vóór het begin der werken zichtbaar op de bouwplaats worden aangeplakt. In geval van dringende en onvoorziene werken, wordt de voorafgaande kennisgeving vervangen door een mededeling, gedaan ten laatste de dag zelf van het begin der werken bij wijze van een geschikt technologisch middel. De inhoud van de mededeling dient dezelfde te zijn als deze van het modelformulier van voorafgaande kennisgeving. (zie formulier 4 in bijlage 2)
W.24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 17 Algemeen V&G-plan
3.3. Documenten te leveren vóór de aanvang van de werken
3.3.1. Specifiek veiligheids- en gezondheidsplan Elke aannemer dient het Algemeen V&G-plan aan te vullen voor dat deel van het project dat rechtstreeks slaat op de door hem uit te voeren werkzaamheden, zoals voorgeschreven in de Wet op het Welzijn. In deze wet is sprake van de evaluatie van de risico’s, van de beschermende maatregelen en de beschermingsmiddelen evenals van de documenten waarin dit alles wordt vermeld. Het aanvullen van het Algemeen V&G-plan dient te gebeuren door het opstellen/invullen van een Specifiek V&G-plan, waarin de aannemer naast zijn algemene (identificatie)gegevens omschrijft welke werkzaamheden hij gaat uitvoeren, inclusief tijdstip, duur en daarbij in te zetten materieel met de daaraan gekoppelde risicoanalyse, risico-evaluatie en preventiemaatregelen. Het opstellen van de risicoanalyse en de risico-evaluatie valt onder de verantwoordelijkheid van de hiërarchische lijn. Enkel de personen die voldoende vertrouwd zijn met de praktische uitvoering van het project verkeren in de mogelijkheid om de uitvoeringsmethoden te bepalen en als gevolg daarvan, de risico’s te bepalen. Het ligt voor de hand dat deze personen de assistentie krijgen van hun diensthoofd V&G/ preventieadviseur voor het vastleggen van de voorkomingmaatregelen en de te gebruiken beschermingsmiddelen. De aannemer is tegenover het bestuur ook verantwoordelijk voor zijn onderaannemers en bijgevolg ook voor het behoorlijk opstellen, tijdig overmaken èn in de praktijk omzetten van elk onderdeel van het Specifieke V&G-plan, opgesteld door deze onderaannemers. Het is belangrijk dat alle onderdelen van het V&G-plan op elkaar afgestemd zijn zodat de bal niet naar elkaar wordt toegespeeld zonder concrete afspraken inzake bepaalde V&G-maatregelen waar de ene of de andere partij zich graag vanaf maakt. Alle onderdelen van het Specifieke V&G-plan (Identificatie aannemer + Identificatie werfmaterieel + Vereenvoudigd VGM-plan + Verklaring ontvangst Algemeen V&G-plan) worden aan de leidende ingenieur en de coördinator verwezenlijking overgemaakt voldoende tijd vıır het werk aanvangt, zodat de doeltreffendheid ervan kan worden beoordeeld en er eventueel coördinatiemaatregelen kunnen genomen worden die het werk van andere aannemers kunnen beïnvloeden.
3.3.2. Planningsdocumenten Voorafgaand aan de werken dient de aannemer de planning van de door hem en/of zijn onderaannemers uit te voeren werkzaamheden, ter beoordeling, over te maken aan de veiligheidscoördinator. De aanvangsdatum, de duur en de einddatum van zijn interventie, evenals het werkvolume waarmee hij belast is en het personeel toegewezen aan de bouwplaats worden medegedeeld.
3.3.3. Werfinrichtingsplan De aannemer dient een werfinrichtingsplan af te leveren aan de veiligheidscoördinator. Hierin worden volgende zaken opgenomen: - de gekozen plaatsen voor de werkposten; - de oppervlakte nodig om zijn materiaal en grondstoffen op te slaan; - een analyse van zijn ruimtebehoeften (kleedkamer, sanitair,…). Indien de aannemer zijn eigen lokalen plaatst, moet hij de afmetingen mededelen.
3.3.4. Procedure voor afvoeren van gevaarlijke producten/afval Indien er gevaarlijke producten/afval op de bouwplaats aanwezig zijn, wordt er een procedure voor afvoeren opgesteld en overgemaakt aan de veiligheidscoördinator. W.24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 18 Algemeen V&G-plan
3.4. Documenten te leveren tijdens de uitvoering van de werken
3.4.1. Keuringen en attesten De aannemer dient voorafgaand aan de werken te melden welk werfmaterieel zal worden ingezet. Van keuringsplichtig materieel dient een afschrift van de keuringsattesten/certificaten aan de veiligheidscoördinator te worden overgemaakt.
3.4.2. Technische fiches Van alle aangewende (gevaarlijke) producten dienen een afschrift van de technische fiches aan de veiligheidscoördinator te worden overgemaakt.
3.4.3 Planningsdocumenten In geval van afwijken van de initiële planning dient de aannemer de planning te actualiseren en aan de veiligheidscoördinator over te maken. Minimaal 1 week voorafgaand aan de maandelijkse coördinatiestructuurvergadering (Indien dit van toepassing is volgens Art. 37 van het KB van 19.01.2005 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen) dient de aannemer een detailplanning aan de veiligheidscoördinator over te maken, waarbij een overzicht wordt weergegeven van de in de volgende maand (4 weken) geplande werkzaamheden.
W.24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 19 Algemeen V&G-plan
4. Overige documenten 4.1. Coördinatiedagboek Op de werf moet een coördinatiedagboek samengesteld en bijgehouden worden in de werfkeet. Dit dossier moet steeds kunnen ingekeken worden door de opdrachtgever(s) en zijn aangestelden, de veiligheidscoördinator, de preventieadviseurs van de op de werf aanwezige ondernemingen, de technische en medische inspectie, de vertegenwoordigers van het NAVB. Het coördinatiedagboek moet systematisch bijgehouden worden, d.w.z. verslagen stelselmatig bijvoegen en andere documenten aanvullen en bijwerken naargelang de vooruitgang en evolutie van de werf. De verschillende aannemers moeten de documenten (of kopie ervan),die hun werkzaamheden en installaties aanbelangen, spontaan en tijdig aan de coördinatorverwezenlijking overhandigen. Wij verwijzen verder naar het KB van 19.01.2005 en het coördinatiedagboek zelf.
4.2. Postinterventiedossier Het postinterventiedossier is het dossier dat de elementen bevat, nuttig voor de veiligheid en gezondheid waarmee bij eventuele latere werkzaamheden rekening moet worden gehouden en aangepast is aan de kenmerken van het bouwwerk. Het postinterventiedossier bevat tenminste volgende gegevens: - de architecturale, technische en organisatorische elementen i.v.m. verwezenlijking, instandhouding en onderhoud van het bouwwerk; - de informatie voor te voorziene latere werkzaamheden (herstellingswerken, vervanging of ontmanteling van installaties of constructie-elementen); - de relevante verantwoording van keuzen i.v.m. toegepaste uitvoeringsmethoden, technieken, materialen of architecturale elementen. Wanneer het gebouw een nieuwe eigenaar krijgt, wordt het postinterventiedossier mee overgedragen. Voor het opmaken van het postinterventiedossier moet de veiligheidscoördinator kunnen beschikken over alle plannen en documenten ‘as built’. De aannemer is verplicht deze documenten te bezorgen vóór de voorlopige oplevering van desbetreffende werken. Wij verwijzen verder naar het KB van 19.01.2005 en het postinterventiedossier zelf.
W.24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 20 Algemeen V&G-plan
5. Algemene risicoanalyse Zie bijlage 4. Kolom 1: Activiteit
: Opsomming van de verschillende activiteiten/werkzaamheden op de werf.
Kolom 2: Risico’s
: Opsomming van mogelijke risico’s die zich kunnen voordoen tijdens de werkzaamheden op de bouwplaats.
Kolom 3: Maatregelen
: Opsomming van mogelijke preventiemaatregelen per risico. De aangegeven maatregelen hebben een contractueel karakter.
W.24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 21 Algemeen V&G-plan
6. Specifieke risicoanalyse 6.1. Inleiding Indien er werken op de werf zullen uitgevoerd worden met risico’s overeenkomstig de lijst in bijlage 4, zullen de preventiemaatregelen die hierin opgegeven zijn, moeten toegepast worden. De veiligheidscoördinator moet op de hoogte gebracht worden van elk bijzonder risico dat zich op de werf zou kunnen voordoen. Het veiligheids- en gezondheidsplan zal dan worden uitgebreid met een aanvullende risicoanalyse. Hierin worden bijkomende maatregelen en voorschriften opgegeven. Er kunnen ook werkvergunningen worden ingevoerd op de werf. Een voorbeeld hiervan is de vuurvergunning. Ook wordt er aandacht geschonken aan de interactie tussen de verschillende werkzaamheden op de werf.
6.2. Specifieke risico’s en maatregelen
ACTIVITEIT Werken op hoogte
RISICO’S
MAATREGELEN
Val van personen van hoger vlak
Voorzien van valbeveiliging (o.a. openingen afschermen of afdekken, gebruik maken van een harnasbeveiliging, stellingen voorzien van reglementaire leuningen en afzonderlijke toegang, gebruik maken van werkplatformen,…) Stevig verankeren van stellingen. Naleven van de montage-instructies. Vanaf 8 meter stellingen laten berekenen. Herberekenen van stellingen bij gebruik van vb. zeilen. Keuren en herkeuren van de beveiligingen, stellingen, toestellen, e.d. (eventueel gebruik maken van labels) Zorgen voor randbeveiliging Gebruik maken van gekeurd hijsmaterieel Aangepast materieel gebruiken Visuele inspectie voor de start van de werken Werken volgens de van toepassing zijnde procedures Inschakelen van bevoegd personeel Dragen van PBM’s (o.a. veiligheidshelm) Afzetten van de zones onder de werken Geen werken uitvoeren in onderliggende zones Zich niet begeven onder hangende lasten Afspraken maken omtrent: werfzone, opslag van materiaal, nutsvoorzieningen, signalisatie, veiligheid, … Personen die niet betrokken zijn bij de werken weren De detailplanningen van de verschillende tussenkomende partijen dienen vóór de aanvang der werken besproken met en beoordeeld te worden door alle tussenkomende partijen Collectieve beschermingen en hulpmiddelen t.b.v. bereikbaarheid (o.a. stellingen) pas verwijderen na voorafgaand overleg met alle betrokken partijen i.v.m. gezamenlijk gebruik.
Val voorwerpen bij behandeling - o.a. bij het verplaatsen van materiaal en materieel
Gelijktijdig werken op de werf van de verschillende tussenkomende partijen
W.24/65.011 MEBUMAR
Interactie van gelijktijdige + opeenvolgende werkzaamheden
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 22 Algemeen V&G-plan
BIJLAGEN
W. 24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Algemeen V&G-plan
BIJLAGE 1 Bouwplaatsreglement
W. 24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Algemeen V&G-plan
Voorafgaande definities : Dossier V&G
:
De synthese van alle documenten i.v.m. veiligheid en gezondheid, door alle tussenkomende partijen samengebracht: opdrachtgever, architect, studiebureau, coördinatorontwerp, coördinatorverwezenlijking, ondernemingen, ….
Bouwplaatsreglement
:
Een standaarddocument als addendum aan het contract/bestelling. Het omvat een geheel van elementen die invloed hebben op de veiligheid, de gezondheid, de hygiëne en het milieu en die op bouwplaatsen van toepassing is.
Aanvullende bepalingen
:
Werfgebonden document als addendum aan de bestelbon. Het omvat de specifieke maatregelen eigen aan de bouwplaats, opgelegd door de opdrachtgever, coördinatorontwerp, coördinatorverwezenlijking of onderneming.
Onderneming
:
Elke werkgever die personen tewerkstelt op de bouwplaats of elke zelfstandige die op de bouwplaats werken uitvoert.
Risicoanalyse-aannemer
:
Een document dat opgesteld wordt door de onderneming en een gedetailleerde opsomming geeft van de maatregelen die de aannemer heeft voorzien om de veiligheid en gezondheid te verzekeren. Het omvat ten minste de volgorde van de activiteiten, de gebruikte uitrusting en producten, de mogelijke risico’s, de risico-evaluatie en de te nemen preventiemaatregelen.
C.B.M.
:
Collectieve beschermingsmiddelen.
P.B.M.
:
Persoonlijke beschermingsmiddelen.
Arbeidsmiddelen
:
Alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, apparaten, gereedschappen en installaties.
W. 24/65.011 MEBUMAR
BOUWPLAATSREGLEMENT Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 1/5 Algemeen V&G-plan
1.
ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING
1.1. De coördinatorverwezenlijking heeft de leiding over de coördinatie van de veiligheid en gezondheid voor het geheel van de werkzaamheden. Overeenkomsten tussen verschillende ondernemingen i.v.m. veiligheid en gezondheid op de bouwplaats moeten eerst door de coördinatorverwezenlijking goedgekeurd worden. 1.2. Elke onderneming moet, vooraleer met de werken te starten, zijn risicoanalyse-aannemer overmaken aan de coördinatorverwezenlijking. 1.3. De tussenkomende partijen / intervenanten, verbinden zich ertoe aanwezig te zijn op de periodieke COORDINATIEVERGADERINGEN, gehouden door de coördinatorverwezenlijking. Indien dit van toepassing is volgens Art. 37 van het KB van 19.01.2005 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. 1.4. Elke onderneming aan wie een werk toegewezen wordt, is verplicht een veiligheidsverantwoordelijke aan te duiden die gedurende de uitvoering van de werkzaamheden op de bouwplaats aanwezig is. 1.5. Elke onderneming voorziet in het houden van veiligheidsvergaderingen op de bouwplaats, met al haar personeel, waarbij specifieke veiligheidsonderwerpen worden besproken. 1.6. Elke onderneming verklaart dat de werknemers de nodige opleiding/beroepservaring en lichamelijke geschiktheid bezitten om de hen opgelegde taken (incl. verantwoordelijkheden in veiligheidsfunctie) uit te voeren en het bijhorend materieel te gebruiken en te bedienen op volstrekt veilige wijze. Op vraag van de coördinatorverwezenlijking legt zij de nodige stukken ter staving voor. 1.7. De personeelsleden van de aannemers mogen slechts aangetroffen worden op de voor hen voorziene werkplaatsen. 2.
NOODPROCEDURES
2.1. Elke onderneming zal de procedures inzake E.H.B.O. en arbeidsongevallen, opgesteld door de coördinatorverwezenlijking, respecteren. 2.2. Van elk arbeidsongeval, incident of schadegeval moet de dag van het voorval een melding gemaakt worden. Voor de arbeidsongevallen moet bovendien een ongevalinstructiebad ingevuld worden en aan de coördinatorverwezenlijking overhandigd worden. 2.3. Elke onderneming rust zijn lokalen uit met de wettelijke voorzieningen inzake brandblussers en E.H.B.O.materiaal. 2.4. Op de bouwplaats is ten minste één E.H.B.O.-hulpverlener permanent aanwezig. 2.5. Elke onderneming moet over voldoende, aangepaste en conforme brandbestrijdingsmiddelen beschikken. Voor sommige werken is, in afspraak met de coördinatorverwezenlijking, een vuurvergunning verplicht. 2.6. De coördinatorverwezenlijking stelt een evacuatieprocedure op voor in geval van brand (document ter beschikking in de werfkeet).
3.
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN (P.B.M.)
3.1. Het dragen van aan het werk aangepaste P.B.M. conform de geldende wetgeving is op de bouwplaats voor IEDEREEN verplicht. 3.2. Elke onderneming moet op haar kosten P.B.M. ter beschikking stellen van haar personeel en/of bezoekers. Zij moet eveneens toezien op het gebruik ervan. Tevens moet zij zorgen voor het onderhoud en de vernieuwing ten gepaste tijde. 3.3. De werknemers moeten, overeenkomstig hun opleiding en de gegeven instructies, op de juiste wijze gebruik maken van de P.B.M. en ze na gebruik weer opbergen.
W. 24/65.011 MEBUMAR
BOUWPLAATSREGLEMENT Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 2/5 Algemeen V&G-plan
4.
COLLECTIEVE BESCHERMIMGSMIDDELEN (C.B.M)
4.1. Ter voorkoming van arbeidsongevallen moet elke onderneming waar nodig C.B.M. voorzien. De keuze wordt bepaald op basis van PREVENTIEBEGINSELEN vastgelegd in hoofdstuk II “Algemene beginselen” van de wet op het welzijn, waarin onder meer de voorkeur wordt gegeven aan collectieve bescherming i.p.v. persoonlijke bescherming. Cfr. Wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de verwezenlijking van hun werk (B.S. 18/09/1996) gewijzigd bij de Wet van 13/02/1998 (B.S. 19/02/1998). 4.2. Het plaatsen en/of wegnemen van C.B.M. wordt geregeld IN OVERLEG met de coördinatorverwezenlijking. Geplaatste C.B.M. mogen NOOIT verwijderd worden zonder dat vervangende of definitieve beschermingen worden aangebracht. 4.3. Elke op de bouwplaats vastgestelde gevaarlijke of ongezonde toestand moet onmiddellijk aan de coördinatorverwezenlijking gemeld worden. 5.
ORDE EN NETHEID
5.1. Elke onderneming moet ten minste dagelijks zijn werkposten opkuisen en het afval afvoeren. De coördinatorverwezenlijking kan, op kosten van de onderneming, welke in gebreke blijft, de opdracht geven aan derden de werkposten op te kuisen. 5.2. De wegen, doorgangen en trappen moeten steeds vrij zijn van obstakels en hindernissen. Soepele leidingen en kabels mogen de doorgang niet belemmeren. Kruisen zij een doorgang, dan worden zij beschermd tegen beschadiging. 5.3. Materialen moeten ordelijk en stabiel, beveiligd tegen weersinvloeden in de voorziene zones opgestapeld worden. 6.
MILIEU
6.1. Het verbranden van afval op de bouwplaats is verboden. 6.2. Het verwijderen van afval en/op verpakkingen gebeurt volgens de procedure opgesteld door de aannemer. 6.3. Maatregelen dienen genomen te worden tegen bodem-, lucht- en watervervuiling. 7.
BOUWPLAATSINRICHTING
7.1. Elke onderneming is verplicht voor haar werknemers de wettelijk voorziene gezondheidsinrichtingen ter beschikking te stellen (C.A.O. van 05/01/1984 - K.B. van 01/05/1984 - A.R.A.B. art. 76 ev.) en deze dagelijks te onderhouden. Maaltijden mogen enkel in de daartoe voorziene inrichtingen worden gebruikt. 7.2. Het gebruik van de installatie van de algemene aannemer is in principe verboden voor derden tenzij onderling schriftelijk overeengekomen. 8.
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
8.1. De elektrische installatie moet door een externe dienst voor technische controles gekeurd worden conform het A.R.E.I. Elk defect dient ONMIDDELLIJK aan de coördinatorverwezenlijking gemeld te worden. 8.2. Verdeelborden moeten steeds gesloten blijven. Het aansluiten kan enkel met aangepaste stekkers. Alle verbindingen (stekker/stopcontact) moeten geschikt zijn voor gebruik in vochtige omstandigheden, minimum IP44. 8.3. Kabels moeten steeds opgehangen en/of afgeschermd worden tegen mogelijke beschadiging. 8.4. Elke onderneming staat zelf in voor de verlichting van haar werkposten. Deze verlichting moet uitgevoerd worden volgens de geldende wetgeving. W. 24/65.011 MEBUMAR
BOUWPLAATSREGLEMENT Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 3/5 Algemeen V&G-plan
9.
ARBEIDSMIDDELEN EN TOEBEHOREN
9.1.
Enkel elektrisch materieel conform de A.R.E.I.-wetgeving mag op de bouwplaats aanwezig zijn en aangesloten worden op de daartoe voorziene verdeelborden.
9.2.
Elke onderneming moet zijn arbeidsmiddelen zodanig markeren dat ze identificeerbaar zijn. Het identificatiesysteem moet beschreven worden in de risicoanalyse-aannemer.
9.3.
De arbeidsmiddelen moeten geschikt zijn voor het uit te voeren werk en regelmatig gekeurd door een bevoegd persoon zodat bij het gebruik de veiligheid en gezondheid steeds gewaarborgd zijn. Op vraag van de coördinatorverwezenlijking moeten de gebruiksaanwijzingen en veiligheids- en gezondheidsinstructies kunnen voorgelegd worden.
9.4.
Bij gebruik van arbeidsmiddelen van derden is DE GEBRUIKER verantwoordelijk voor de veiligheid.
9.5.
Bij het gebruik van heftoestellen gelden volgende specifieke bepalingen:
9.5.1. Alle heftoestellen en hijstoebehoren, evenals grondverzetmachines die gebruikt worden om lasten te hijsen, die op de bouwplaats binnengebracht worden moeten voorzien zijn van een geldig keuringsattest. 9.5.2. Een kopie van de keuringsattesten moet aan de coördinatorverwezenlijking overhandigd worden vooraleer de toestellen in gebruik te nemen. Bij ontstentenis heeft de coördinatorverwezenlijking het recht de toestellen buiten dienst te stellen. 9.5.3. Bij gebruik van meerdere heftoestellen met overlappend werkbereik moet een gebruiksprocedure opgesteld en voorgelegd worden aan de coördinatorverwezenlijking. 9.6.
Ladders zijn steeds in goede staat (zonder beschadigingen en stabiel) en uitgerust met aangepaste antislipvoorzieningen. Zij worden opgesteld op een goede, stevige ondergrond. Zij worden steeds vastgemaakt wanneer zij dienst doen als toegangsladder of wanneer de ladder 25 of meer sporten telt.
9.7.
Bij gebruik van stellingen gelden volgende specifieke bepalingen:
9.7.1. Elke stelling vanaf 2m hoog moet voorzien zijn van leuningen, tussenleuningen en plinten. De werkvloer moet aaneensluitend zijn d.w.z. zonder gevaarlijke ruimten tussen de planken en de leuning en voldoende stevig, rekening houdend met de belasting. 9.7.2. De toegang tot de werkvloeren gebeurt via trappen (torens) of ladders. 9.7.3. Vóór de ingebruikname en minstens één maal per week wordt de stelling nagekeken door een bevoegd persoon van de onderneming. 9.7.4. Voor stellingen hoger dan 8 m of voor stellingen blootgesteld aan buitengewone krachten moeten de nodige berekeningsnota’s voorgelegd worden aan de coördinatorverwezenlijking. 10.
GEVAARLIJKE PRODUCTEN
10.1. Alle producten op de bouwplaats moeten reglementair geëtiketteerd zijn of worden. Het gebruik van brandbare, toxische of andere gevaarlijke producten moet in de risicoanalyse-aannemer vermeld staan. 10.2. Het stockeren van producten en verwijderen van de verpakking dient volgens de geldende wetgeving te gebeuren.
W. 24/65.011 MEBUMAR
BOUWPLAATSREGLEMENT Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 4/5 Algemeen V&G-plan
10.3. Een kopie van de veiligheid- en gezondheidssteekkaart (chemische fiche of M.S.D.S.-fiche) van de gebruikte producten moet aan de coördinatorverwezenlijking overhandigd worden. De steekkaart omvat ten minste volgende gegevens: - naam van de fabrikant - fysische eigenschappen - bijzondere kenmerken - gevaren/verschijnselen - preventie - blusstoffen/eerste hulp/evacuatie 10.4. Indien werken worden uitgevoerd waarbij schadelijke of hinderlijke dampen/gassen kunnen vrijkomen, moet dit gemeld worden in de risicoanalyse-aannemer. Op basis van voorgaande gegevens zal het veiligheids- en gezondheidsplan aangepast worden door de coördinatorverwezenlijking. Met de coördinatorverwezenlijking worden maatregelen afgesproken om de dampen/gassen op een doeltreffende manier af te voeren (afzuiginstallatie,…). 11.
WERKEN MET OPEN VLAM
11.1. Voor de aanvang van werken met open vlam vraagt de onderneming aan de coördinatorverwezenlijking of een vuurvergunning vereist is. 11.2. Het behandelen van gasflessen gebeurt met de meeste zorg. Lege gasflessen en gasflessen die niet gebruikt worden, dienen buiten het gebouw op een vaste plaats rechtop gestockeerd, vastgemaakt, voorzien van de beschermkop en beschermd tegen de zon te worden. 11.3. De zuurstof- en brandgasflessen worden bij gebruik verticaal of schuin onder een hoek van minimum 35° geplaatst. Bij voorkeur worden ze gemonteerd op een flessenkar. Op het einde van de dagtaak worden gasflessen dichtgedraaid en slangen en manometers ontspannen. 11.4. Bij werken met open vlam hoort een ABC-blusapparaat van minimum 6 kg.
W. 24/65.011 MEBUMAR
BOUWPLAATSREGLEMENT Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 5/5 Algemeen V&G-plan
BIJLAGE 2 Formulieren
W. 24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Algemeen V&G-plan
ONGEVALSINSTRUCTIEBLAD
1.
WAT DOEN BIJ EEN ONGEVAL?
-
alle verder gevaar voorkomen; verzorgen van de gekwetste; paniek bij de andere werknemers vermijden; onderzoek naar de omstandigheden; zie procedure bij ernstig ongeval (Deel 4, punt 4.1)
2.
ONGEVALLENRELAAS
-
Naam slachtoffer Adres slachtoffer
-
-
: ……………………………………………………………… : ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… Functie slachtoffer : ……………………………………………………………… Werkgever : ……………………………………………………………… Adres werkgever : ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… Plaats van het ongeval (werfadres) : ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… Tijdstip van het ongeval : - datum : ……………………………………………………………… - uur : ……………………………………………………………… Uitgevoerde opdracht op ogenblik van ongeval : …...………………………………………………………… Wie verleende de eerste hulp? : ……………………………………………………………… Getuigen (naam + adres) : ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… Plaats en aard van de verwonding (hoofd, arm, inwendig,…): ……………………………………………………………… Vervoer naar hospitaal? ja neen zo ja:
met ziekenwagen met voertuig werkgever uur van vertrek : …………………
-
Andere verzorging:
-
Tijdstip (datum + uur) van eventueel verwittigen: * familie van slachtoffer : ……………………………………………………………… * preventieadviseur : ……………………………………………………………… * de V&G-coördinator : ……………………………………………………………… * technische inspectie : ………………………………………………………………
-
Hoe gebeurde het ongeval?
: ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ………………………………………………………………
-
Mogelijke oorzaak van het ongeval
: ……………………………………………………………… ………………………………………………………………
-
De werknemer moet ook zijn ziekenkas op de hoogte brengen
-
Datum werkhervatting
W. 24/65.011 MEBUMAR
gekwetste gaat naar ziekenhuis gekwetste gaat naar huisdokter verzorging alleen op de werf
: ……………………………………………………………… FORMULIER 1 Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 1/1 Algemeen V&G-plan
ONGEVALLEN INLICHTINGENBLAD
Datum
:
…………………………….
Hoofdaannemer :
…………………………….
BETREFT
ALLE arbeidsongevallen overkomen aan de werknemers van de hoofdaannemer en zijn onderaannemers, leveranciers en bezoekers op de werf.
:
De ondergetekende …………………………………………………………………………………. verklaart dat tijdens de periode van ……………………………. tot ……………………………….
1.
Geen enkel arbeidsongeval gebeurde in het kader van de uitvoering van zijn contract.
Handtekening: …………………………….
2.
Volgende arbeidsongevallen zich voordeden:
Afwezigheid Datum
Naam gekwetste
Werkgever Van
Tot
Een kopij van elke ongevalaangifte wordt hierbij gevoegd. Handtekening: …………………………….
DIT INLICHTINGENBLAD DIENT TERUGBEZORGD AAN DE COORDINATORVERWEZENLIJKING (MET KOPIJ AAN DE OPDRACHTGEVER) TEN LAATSTE OP HET EINDE VAN ELKE TUSSENTIJDSE VORDERINGSPERIODE
W. 24/65.011 MEBUMAR
FORMULIER 2 Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 1/1 Algemeen V&G-plan
NOODOPROEPNUMMERS
Medische spoeddienst Telefoonnr. 014/57.12.22
Ziekenhuis met urgentiedienst 24/24u Telefoonnr. 014/57.77.77 J.B. Stessenstraat 2 2440 Geel AZ Sint Dimpna
Vermeldt referentiepunt en straatnaam Vermeldt de aard van verwonding Vermeldt of het slachtoffer ademt Vermeldt of het slachtoffer hartslag heeft Vermeldt de naam van Uw firma en Uw eigen naam Bij levensgevaar meteen via de 100 bijstand vragen van de MUG (medische urgentie groep) !!!
Maximaal beroep doen op de dienst 100 voor vervoer van een gekwetste, gezien risico van shock tijdens vervoer!!
Huisartsen Cfr dienst 100 of urgentiedienst 24/24u
Oogarts Cfr urgentiedienst 24/24u
Ziekenhuis
Antigifcentrum 070/245.245 militair Hospitaal Neder-over-Heembeek
Brandweer Telefoonnr. 014/57.12.22
W. 24/65.011 MEBUMAR
Wacht niet op ziekteverschijnselen vooraleer te bellen Geen melk toedienen, melk is geen tegengif Niet laten braken! Meestal is braken niet aangewezen, bel eerst Spoel overvloedig met water na spatten van een schadelijke stof in de ogen of op de huid Verlucht de ruimte goed als er irriterend of giftig gas vrijgekomen is. Vermeldt de plaats van de brand en punt en straatnaam waar de brandweer wordt opgewacht Vermeldt de aard van de brand (gas, vloeistof, vaste stoffen,...) Vermeldt de omvang, de beschikbaarheid van bluswater de aanwezigheid van gewonden de aanwezigheid van EHBO
Politiediensten
Federale Politie
101
Tel. : 014/56.47.00
(alg. nummer)
FORMULIER 3 Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 1/1 Algemeen V&G-plan
VOORAFGAANDE KENNISGEVING NATIONAAL ACTIECOMITE VOOR VEILIGHEID EN HYGIENE IN HET BOUWBEDRIJF Sint-Jansstraat 4 - 1000 Brussel - Tel. : (02) 552.05.00 - Fax : (02) 552.05.05 - E-mail :
[email protected]
Meldingsformulier op te sturen 15 dagen vóór de aanvang van de werken Vak voorbehouden aan het N.A.V.B. Datum
: ____________________________________
Ontvangst : ____________________________________ Nr.
: ____________________________________
Dit formulier mag ook gebruikt worden om aan de met het toezicht inzake arbeidsveiligheid belaste ambtenaar de voorafgaande kennisgeving te doen, bedoeld in art. 45 van het K.B. van 19.01.2005 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (B.S. 27.01.2005) en als meldingsplicht aan het NAVB (C.A.O. 14.02.1980 – K.B. 24.04.1980 – B.S. 05.08.1980/C.A.O. 29.03.1984 – K.B. 29.05.1984 – B.S. 14.07.1984)
A. IDENTIFICATIE VAN DE BOUWPLAATS 1. Aard van het bouwproject : Nieuwbouw (*) Vernieuwbouw (*) Instandhoudingswerken (*) Sloop zonder heropbouw (*) Bodemsanering (*) 2. Bestemming van het bouwwerk : __________________________________________ 3. Straat : ____________________________ Nr. : __________ Postnr. : ___________ Gemeente : _________________________ Tel. : ____ / ___________________ Fax : ____ / ___________________ E-mail : ____________________________________ 4. Vermoedelijke aanvangsdatum van de werken : 5. Vermoedelijke duur in werkdagen : 6. Vermoedelijke maximum aantal werknemers tegelijkertijd op de bouwplaats tewerkgesteld : _____________________________ B. IDENTIFICATIE VAN DE BOUWDIRECTIE(S) BELAST MET DE UITVOERING (***) (Aannemer(s) / perso(o)n(en) die contracteren met de opdrachtgever) 7. Naam : ________________________________________________________________________________________________ Straat : ____________________________ Nr. : __________ Postnr. : ___________ Gemeente : _________________________ Tel. : ____ / ___________________ Fax : ____ / ___________________ E-mail : ____________________________________ R.S.Z. nr. : ____________________________ NACE-Code : _____________________________________________________ 8. Certificering / attestering V.C.A. (*) BeSaCC (*) I.S.O. (*) Andere (*) : ____________________________________________ 9. Aantal werknemers in de onderneming : ______________________________________________________________________ 10. Naam van de preventieadviseur : ____________________________________________________________________________ 11. Externe Dienst voor Preventie en Bescherming Naam : ________________________________________________________________________________________________ Straat : ____________________________ Nr. : __________ Postnr. : ___________ Gemeente : _________________________ Tel. : ____ / ___________________ Fax : ____ / ___________________ E-mail : _____________________________________ 12. Arbeidsongevallenverzekeraar : _____________________________________________________________________________ C. IDENTIFICATIE VAN DE OPDRACHTGEVER(S) (***) 13. Naam : Straat : _______ Nr. : _______ Postnr. : ______ Gemeente : ________________________ Tel. : _____________ Fax : _____________ E-mail : _____________________________________ 14. Overheidsopdracht (*) Privé-opdracht (*) 15. Worden werken uitgevoerd in een inrichting waar de opdrachtgever personeel tewerktstelt ? J/N (*) (*) (**) (***)
Schrappen wat niet past Indien nog niet vastgesteld, de kadastrale gegevens vermelden Eventueel lijst bijvoegen
W. 24/65.011 MEBUMAR
FORMULIER 4 Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 1/2 Algemeen V&G-plan
VOORAFGAANDE KENNISGEVING D. IDENTIFICATIE VAN DE BOUWDIRECTIE BELAST MET HET ONTWERP (architect, studiebureau, enz.) 16. Naam : ________________________________________________________________________________________________ Straat : ____________________________ Nr. : __________ Postnr. : ___________ Gemeente : ________________________ Tel. : ____ / ___________________ Fax : ____ / ___________________ E-mail : ____________________________________ E. IDENTIFICATIE VAN DE BOUWDIRECTIE BELAST MET DE CONTROLE OP DE UITVOERING (architect, studiebureau, enz.) 17. Naam : _________________________________________________________________ Straat : __________________ Nr. : ______ Postnr. : _____ Gemeente : ___________________ Tel. : _____________ Fax : _____________ E-mail : _____________________ F. IDENTIFICATIE VAN DE COORDINATOR-ONTWERP 18. Naam : Onderneming/Instelling (**) : Mebumar België N.V. Straat : Damstraat Nr. : 220 Postnr. : 9180 Gemeente : Moerbeke-Waas Tel. : 09/326.92.92 Fax : 09/346.77.21 E-mail :
[email protected] G. IDENTIFICATIE VAN DE COORDINATOR-VERWEZENLIJKING 19. Naam : Onderneming/Instelling (**) : Mebumar België N.V. Straat : Damstraat Nr. : 220 Postnr. : 9180 Gemeente : Moerbeke-Waas Tel. : 09/326.92.92 Fax : 09/346.77.21 E-mail :
[email protected] H. IDENTIFICATIE VAN DE ONDERAANNEMERS (***) 20.Zal er beroep gedaan worden op de onderaannemers ? J/N (*) 21. Zo ja, 1) Het gepland aantal ondernemingen en zelfstandigen op de bouwplaats aanduiden : ____________________________ 2) De reeds gekende aannemers aangeven, en de zelfstandigen apart aanduiden : Naam : _______________________________________________________________ RSZ-Nr :_____________________________ Straat : ________________________________ Nr. : __________ Postnr. : ___________ Gemeente : _________________________ Tel. : ____ / ___________________ Fax : ____ / ___________________ E-mail : ________________________________________ Activiteit : ___________________________________________ Zelfstandigen J/N (*) : ___________________________________ Naam : _______________________________________________________________ RSZ-Nr : _____________________________ Straat : ________________________________ Nr. : __________ Postnr. : ___________ Gemeente : _________________________ Tel. : ____ / ___________________ Fax : ____ / ___________________ E-mail : ________________________________________ Activiteit : ___________________________________________ Zelfstandigen J/N (*) : ___________________________________ I. OVERLEGSTRUCTUREN 22. Is een coördinatiestructuur op de bouwplaats voorzien ? J/N (*) 23. Zal er een vertegenwoordiger zijn van de vakbondsafvaardiging van de bouwdirectie belast met de verwezenlijking ? J/N (*) 24. Zal er een bouwplaatsgebonden vakbondsafvaardiging op de bouwplaats zijn ? J/N (*) 25. Datum : _______________________________________________________________________________________________ 26. Handtekening en hoedanigheid van de ondergetekende : _________________________________________________________ 27. Aantal bijlagen : _________________________________________________________________________________________ (*) (**) (***)
Schrappen wat niet past Slechts in te vullen indien de coördinator niet als zelfstandige werkt Eventueel lijst bijvoegen
W. 24/65.011 MEBUMAR
FORMULIER 4 Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 2/2 Algemeen V&G-plan
BIJLAGE 3 Intentieverklaring
W. 24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Algemeen V&G-plan
INTENTIEVERKLARING
Project
: ………………………………………………………………..
Bouwplaats
: ………………………………………………………………..
Onderneming
: ………………………………………………………………..
Adres
: ……………………………………………………………….. ………………………………………………………………..
VERKLARING Ondergetekende verklaart het veiligheids- en gezondheidsplan in zijn bezit te hebben. Hij verklaart op de hoogte te zijn van de inhoud ervan, de verantwoordelijkheid te zullen nemen om al zijn werknemers en onderaannemers die voor zijn rekening werken, te informeren over de inhoud en toe te zien op de naleving ervan. Bovendien verklaart ondergetekende alle voorschriften ervan duidelijk begrepen te hebben.
Voor akkoord, Datum __/__/____ Ondernemingshoofd
*Dit document dient bij de inschrijving gevoegd te worden.
W. 24/65.011 MEBUMAR
INTENTIEVERKLARING Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 1/1 Algemeen V&G-plan
BIJLAGE 4 Algemene risicoanalyse
W. 24/65.011 MEBUMAR
Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Algemeen V&G-plan
1.
VOORBEREIDING VAN DE WERF ACTIVITEIT
RISICO’S
MAATREGELEN
Organisatie werking op de werf Motiveren van alle betrokkenen (opdrachtgever, werfdirectie, architect, aannemers, werknemers)
Hiërarchie niet duidelijk vastgelegd Geen interesse en motivatie m.b.t. veiligheid op de werf
Verzekeren van orde & netheid op de werf tijdens uitvoering
Onveilige & ongezonde situaties (gevaar voor struikelen)
Verzekeren van de hygiëne op de werf tijdens uitvoering
Onhygiënische & ongezonde toestanden
Toezien op goed werkklimaat op de werf
Stresssituaties & demotivatie
Toezien op goede staat van gebruikte gereedschappen, machines, heftoestellen & toebehoren
Gebruik van niet - gekeurd materieel / Onveilige handelingen
Toezien op goede staat van gebruikte ladders, stellingen, schoren, dragende delen,…
Onveilige situaties: - val vanaf hoogte, instorting, omkantelen, verzakken
Voorzien van collectieve beschermingsmiddelen (leuningen, afscherming vloeropeningen, trappen opvangplatformen,…)
Val vanaf hoogte
Werforganigram opstellen Verantwoordelijken vastleggen V&G-startvergadering bij aanvang werken Informatie & instructie werknemers Taakgerichte voorlichting & opleiding Bijhouden coördinatie-instrumenten (V&Gplan, Coördinatiedagboek en Postinterventiedossier) Orde & netheid opnemen in bouwplaatsreglement Verantwoordelijke aanduiden voor onderhoud van de werfinrichtingen en opkuis van de werf Frequentie van de opkuis vastleggen (bouwplaatsreglement) Voldoende sociale voorzieningen voorzien bij werfinrichting (CAO van 01/05/84 – KB 01/05/84 – ARAB art. 76 e.v.) Organisatie van het onderhoud Frequentie van de opkuis vastleggen (bouwplaatsreglement) Goede onderlinge verstandhouding en communicatie bevorderen Haalbaarheid van planning en termijn verzekeren (ontwerpfase) Duidelijke afspraken maken en vastleggen Opleiding en instructie werknemers + aangepaste uitvoeringstechnieken Gebruik van gekeurd materieel eisen (V&Gplan) Keuringsattesten opvragen en bijhouden (Coördinatiedagboek) Periodieke controle Lijst opstellen van keuringsplichtig materieel + opnemen in bouwplaatsreglement Controle door bevoegd persoon (opnemen in bouwplaatsreglement Stelling voorzien van leuning, tussenleuning, plint, aaneensluitende werkvloer (stelling > 2m) Berekeningsnota’s opvragen en bijhouden (stelling > 8m) + opnemen als besteksbepaling en herhalen in bouwplaatsreglement Opnemen in uitvoeringsprocedure In goede staat houden Nooit verwijderen zonder dat eerst andere beschermingsmaatregelen zijn voorzien in overleg met de veiligheidscoördinator Kostprijs plaatsing collectieve beschermingen verdelen onder de verschillende aannemers/ gebruikers
W. 24/65.011 MEBUMAR
ALGEMENE RISICO-ANALYSE Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 1/7 Algemeen V&G-plan
ACTIVITEIT
RISICO’S
Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (helm, aangepaste werkkledij, veiligheidsschoenen, ademhalingsbescherming, valbeveiliging,…)
Persoonlijk letsel al dan niet met langdurig verlet, kans op beroepsziekte, invaliditeit of dodelijke afloop tot gevolg
Voorzien van eerste hulp en dringende verzorging op de werf
Grotere gevolgen van letsels bij afwezigheid
Voorzien van voldoende en geschikte brandblusmiddelen
Uitbreiding van brand
W. 24/65.011 MEBUMAR
MAATREGELEN Permanente draagplicht opleggen Draagplicht signaliseren (pictogrammen) Voorlichting en instructie werknemers Reserve PBM’s ter beschikking op de werf (bezoekers) Toezicht op gebruik Toezicht op keuring (valbeveiliging) Aanwezigheid van EHBO-voorzieningen (verbandkoffer, draagberrie, dekens,…) Noodprocedure opstellen + verantwoordelijkheden vastleggen in bouwplaatsreglement Opleiding en instructie werknemers EHBO-verantwoordelijke aanduiden + 1 hulpverlener per 20 personen Noodoproepnummers afficheren bij telefoonpost Aanwezigheid van voldoende blustoestellen Signaleren (pictogrammen) Noodprocedure opstellen + verantwoordelijken vastleggen in bouwplaatsreglement Opleiding en instructie werknemers Noodoproepnummers afficheren bij telefoonpost
ALGEMENE RISICO-ANALYSE Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 2/7 Algemeen V&G-plan
2.
WERFINRICHTING ACTIVITEIT
Bepalen van de werfzones en afbakeningen Signalisatie : - verplichtingen PBM’s (helm, bril, handschoenen, schoeisel) - toegangsverbod voor derden - publiciteitspaneel Werfverkeer (vrachtwagen)
Plaatsen van werfketen/container
RISICO’S
Stabiliteit (gevaar van omvallen,…) Vandalisme
Aanrijding
Val van personen tijdens: - de montage - het gebruik
Val van de werfkeet/container tijdens de plaatsing Klemming tijdens het plaatsen van de werfkeet/container Aansluiten van nutsleidingen (riolering, waterleiding, elektriciteit, telefoon,…) Levering van materialen
Blootstelling aan elektrische stroom
Val van de vrachtwagen Val van voorwerpen
Klemming tussen cabine van de vrachtwagen en een muur Stapelen van het materieel en/of materiaal
Val van voorwerpen
Vallen, struikelen,… van personen
Gebruik van een compressor
Inademing, opneming of opslorping van giftige stoffen Wegvliegen van voorwerpen, stof of vreemde voorwerpen
Geluidsarm < 85 dBA Trillingen
W. 24/65.011 MEBUMAR
MAATREGELEN Zie werfinrichtingsplan Zie eveneens bestek Geven van voorlichting Pictogrammen Regelmatige controle Een goed gekozen opstellingsplaats kiezen
Speciale aandacht tijdens het achteruitrijden met een vrachtwagen Geluidssignaal bij het achteruitrijden Voldoende ruimte en vlakke inplanting voorzien Regelmatig opruimen Plaatsen van vb. een schoen- en laarzenborstel aan de ingang Heftoestel en hijsgereedschappen laten controleren door keuringsorganisme Voldoende afstand houden Dragen van PBM’s Bij werkzaamheden aan het net, steeds de onder spanning staande delen uitschakelen en vergrendelen Goede coördinatie tussen chauffeur, kraanman en helper Verbod van zich te bewegen onder bewegende lasten Vermijden van manuele begeleiding van de lasten Gebruik van periodiek gekeurd hijsmaterieel Optimaliseren van de coördinatie tussen kraanman en werfpersoneel Minimumafstand van 80 cm te eerbiedigen Oordeelkundige stapeling van het materieel en/of materiaal => zware stukken beneden en de lichte stukken boven in de rekken, Verankering van het rekkensysteem Doorgangen vrijmaken van materieel en/of materiaal Orde en netheid op de werf Gescheiden opslag van de verschillende scheikundige producten (zie technische fiches) Dragen van PBM’s bij het uitvoeren van werkzaamheden met perslucht (veiligheidsbril) Werkdrukontlasting bij het ontkoppelen Geluidswerende omkadering van de machine Dragen van gehoorbescherming (oordopjes of oorschelpen)
ALGEMENE RISICO-ANALYSE Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 3/7 Algemeen V&G-plan
ACTIVITEIT
RISICO’S
Gebruik van een generator
Val van voorwerpen tijdens het plaatsen Geluidsarm < 85 dBA Trillingen
Levering en opslag van materialen
Val personen van hoger vlak: - val van de vrachtwagen Val personen begane grond: Val voorwerpen bij behandeling
Contact beweeglijke voorwerpen Klemming tussen cabine en muur
Gebruik ladder
Val van personen door wegschuiven van ladder
Val van personen door begeven van ladder
Val van personen door van sport te schuiven Val van personen bij het betreden van ladder op hoogste punt Contact met scherpe voorwerpen bij afdalen van ladder
W. 24/65.011 MEBUMAR
MAATREGELEN Voorzien van een degelijke aarding van het chassis Geluidswerende omkadering van de machine Dragen van gehoorbescherming (oordopjes of oorschelpen) Goede coördinatie tussen chauffeur, kraanman en helper De aan- en afvoerwegen zijn vrij van obstakels Verbod van zich te bewegen onder bewegende lasten Vermijden van manuele begeleiding van de lasten Gebruik van periodiek gekeurd hijsmaterieel Speciale aandacht tijdens het achteruitrijden met een vrachtwagen Optimaliseren van de coördinatie tussen kraanman en werfpersoneel Minimumafstand van 80 cm te eerbiedigen. Gebruik juiste hellingshoek (75° of m.a.w. afstand onderkant ladder tot wand = 1/4 van de ladderlengte) Vaste toegangsladders (die enige tijd blijven staan) bovenaan (d.m.v. touw of binddraad) of onderaan (d.m.v. vastgenageld plankje) vastmaken Ladders met meer dan 25 sporten altijd vastleggen (wettelijke verplichting) Ladders die rusten op gladde vloer (bvb. gepolierd) altijd vastleggen Geen werkzaamheden uitvoeren van op ladder die krachtinspanningen vergen Aanwezigheid van antislip voetjes Ladder op stabiele ondergrond plaatsen Plaatsing van ladder bij voorkeur op een plaats waar weinig verkeer is Defecte ladders onmiddellijk buiten gebruik stellen Driemaandelijks nazicht van ladders door erkend organisme Ladder nooit op sport laten steunen Zich nooit met twee personen tegelijk op een deel van de ladder bevinden Overlap gebruiken van min. 5 sporten bij uitschuifbare ladder Bij dubbele ladder : aanwezigheid van staaf of koord die aan de draagbomen bevestigd zijn en de gewenste spreidstand verzekeren Gegroefde sporten (aluminiumladders) Laddersporten regelmatig vrijmaken van modder, e.d. Ladder minstens 1 meter boven het niveau laten uitsteken Laddertoegang vrijwaren van hindernissen Onderkant ladder vrijhouden (geen uitstekende wapening bv.)
ALGEMENE RISICO-ANALYSE Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 4/7 Algemeen V&G-plan
ACTIVITEIT
Montage stelling
RISICO’S Voet omslaan bij afdalen van ladder Fysische overbelasting bij verplaatsen of plaatsen van ladder Val van personen door begeven van in opbouw zijnde stelling
Contact met vallend stellingonderdeel
W. 24/65.011 MEBUMAR
MAATREGELEN Onderkant ladder ordentelijk houden Met 2 man werken Naleven montage-instructies, incl. de richtlijnen voor verankering van de stelling aan het gebouw Gebruik correcte stellingklasse, d.w.z. aangepast aan de voorziene belastingen Voorziene belastingen niet overschrijden Stellingvoeten stabiliseren (vermijden dat ze kunnen verplaatsen) Uitgravingen vermijden in de buurt van stellingondersteuning Regelbare voetspindels minstens 25 % van de spindellengte in de staander laten steken, met een minimum van 15 cm. Aan hoek van gebouw kopstelling en zijstelling met elkaar verbinden Bij het plaatselijk verwijderen van verankeringen voor vb. de aanvoer van materiaal, erop toezien dat tijdelijk andere verankeringen aangebracht worden Bij het gebruik van - plaatselijk - beklede stellingen (zeilen, schotten,…) info vragen aan leverancier inzake bijkomende verankeringen (extra windbelasting) Bij de keuze van de stellingklasse rekening houden met de belasting vanwege aan te brengen heftoestellen (vereist min. stellingklasse0 en bijkomende verankering aanbrengen aan staander waar heftoestel aan bevestigd is. Aanbrengen van eventuele afschermingen t.b.v. in omgeving in werking zijnde bouwmachines Erop toezien dat bij het aan- en afvoeren van materiaal de stelling niet kan gegrepen (kettinghaken met veiligheidsklep) of aangestoten kan worden Nazicht van stelling door bevoegd persoon vóór indienstname, wekelijks en na elke langdurige werkonderbreking Geen plaatselijke overbelasting, belasting gelijkmatig verdelen Aanbrengen van werkplatform op zulke wijze dat ze niet kunnen verschuiven, noch opwaaien, noch omkiepen Bij gebruik van planken als werkplatform: sterkteklasse 58, min. 3 cm en in goede staat
ALGEMENE RISICO-ANALYSE Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 5/7 Algemeen V&G-plan
ACTIVITEIT
RISICO’S Fysische overbelasting door het omhoog trekken van de stellingonderdelen
Val van personen door verlies van evenwicht / verkeerde beweging
Gebruik van stelling
W. 24/65.011 MEBUMAR
Contact met aanwezige elektrische leidingen Val van personen / contact met vallende voorwerpen door het begeven van de stelling Val van personen door begeven van werkplatform Contact met vallende voorwerpen Val van personen door verlies van evenwicht / verkeerde beweging
MAATREGELEN Werkplatform volledig dicht Aanwezigheid van boven- en tussenleuning aan buitenkant en kopkanten stelling (behalve waar ladder toekomt) Afstand stelling tot gebouw max. 30 cm (zoniet: ook leuningen) Aanbrengen van valbeveiliging rond openingen (ook aan eventuele openingen voor ladders) Veilige toegang tot de stelling, d.w.z. via ladders (indien verticaal aanwezigheid van beschermhoepel) of trappentoren Afsluiten van delen stelling die niet voldoende beschermd zijn Aanwezigheid van plinten Omleiding voetgangers en aanbrengen van luifel boven doorgang Afscherming van de montagezone Takel voorzien
Respecteren instructies fabrikant Afscherming montagezone Aanwezigheid van plint Aandacht voor obstakels in de hoogte, tijdens het verplaatsen van de rolstelling Aanbrengen boven- en tussenleuning Aanbrengen zijsteunen (stabilisatoren) vanaf een hoogte = 3x de kleinste basis Niet rijden met de stelling terwijl de personen op staan Blokkeren van de wielen Toegang via de ladder
ALGEMENE RISICO-ANALYSE Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 6/7 Algemeen V&G-plan
3.
DAKWERKEN ACTIVITEIT
Plat dak
RISICO’S Val personen van hoger vlak: - bij het opstellen van stellingen - bij het opstappen op ladders - bij het opbouwen van het dak - bij het afwerken van dakopeningen
Stabiele opstelling en verankering Voldoende lange en stabiele ladders Werkvlak afschermen met een randafscherming Dakopeningen afschermen met leuningen en plint
Val voorwerpen bij behandeling - o.a. bij het verplaatsen van materiaal en materieel Contact beweeglijke voorwerpen zoals materiaal, materieel,...
Gebruik van hoogwerker Dragen van veiligheidshelm
Klemming : - bij het monteren van de spanten Inspanning, verkeerde beweging bij behandeling: - tijdens tillen van lasten - door stereotiepe houdingen
W. 24/65.011 MEBUMAR
MAATREGELEN
Dragen van PBM’s Goede coördinatie tussen werknemers Inschakelen van opgeleid personeel Optimale coördinatie met de kraanbestuurder Aangepaste werkmethoden Afwisseling van de zware werkzaamheden onder de dakafdichters Gebruik van transportmiddelen
ALGEMENE RISICO-ANALYSE Installatie veiligheidsvoorzieningen op daken - IRMM
Blz. 7/7 Algemeen V&G-plan