Algemeen Overleg Passend Onderwijs – Den Haag 25.06.09
‘Heroverwegen Passend Onderwijs betekent: ‘anders doorgaan’! In het Algemeen Overleg in de Tweede Kamer op 25 juni j.l. over Passend Onderwijs heeft staatssecretaris Dijksma na forse kritiek van met name de oppositiepartijen, uiteindelijk toch de handen op elkaar gekregen voor een bijsturing van het invoeringstraject. De adviezen van de commissie Lambrechts (ECPO) en het Inspectierapport vormden daarvoor de voornaamste aanleiding. Ze zal de ECPO-adviezen dan ook allemaal overnemen. Er is geen sprake van ‘het uittrekken van de stekker uit passend onderwijs’, zoals hier en daar al werd verondersteld. Het lijkt een parallel met de termen ‘loslaten’ en ‘anders vasthouden’, maar via een aanpak met meer regie wordt met name de structuurkant van de invoering van passend onderwijs (via de regionale netwerken) voorlopig verlaten, maar wordt met name ingezet op de kwaliteitskant van het proces: onderwijsopbrengsten, aandacht voor de VSO-ontwikkeling, aanpak van wachtlijsten en thuiszitters. In september komt de staatssecretaris op deze punten met een plan van aanpak, dat ze in samenspraak met de sectororganisaties, de bonden en de ouders, zal opstellen. Er komt verder meer aandacht voor de rol van ouders en leerkrachten (‘impuls leerkracht’) en er komt meer helderheid over de doelmatigheid van de inzet van zorggelden. In het voorjaar van 2010 komt ze vervolgens met een ‘proeve van wet’, inzake de invoering van passend onderwijs. De kwaliteit van het speciaal onderwijs kwam ruim aan de orde, de problematiek van de AWBZ-inzet in het onderwijs kreeg een veel minder grote rol in het debat. Alle partijen stemden uiteindelijk in met een vervolgbespreking over het te leveren nieuwe plan van aanpak.
Inhoud van het debat: Kraneveldt (PvdA) Mw. Kraneveldt constateert dat er in de afgelopen tijd veel tijd en energie is gestoken in: lerende aanpak, veel activiteit op de scholen en in de regio, veel activiteit binnen projecten en experimenten, veel samenwerkingsvormen, werken aan zorgbeleid, clusteroverstijgende aanpak etc. Daarbij is de relatie speciaal/regulier nog niet uitgekristalliseerd, budgetten zijn nog onhelder, ouders en leerkrachten zijn nog onvoldoende betrokken. Wat er nu nodig is, is niet het afblazen van de operatie. Dat helpt niks en werkt contraproductief – het is zelfs een vorm van kapitaalvernietiging. Je laat hiermee docenten/ouders/leerkrachten in de steek. We moeten de boel niet doordrukken, bijblijven en professionaliseren, samenwerking stimuleren, schotten weghalen en geldstromen effectief inzetten. De brief van dinsdagavond (brief van staatssecretaris als reactie op rapport van de cie. Lambrechts (ECPO) geeft dan veel verwarring: wat gebeurt er nu wel ? Gelooft de stas er nog wel in ? Wat zijn nu de cruciale dingen ? Nu niet stoppen, maar richting geven ! Ouders moeten betrokken worden, 1 loket moet doorgaan, leerkrachtstimulering moet doorgaan. Netwerken moeten doorgaan, experimenten en veldinitiatieven moeten doorgaan, stimuleringssubsidies moeten doorgaan – geef de ‘remmers’ geen beloning. Maak s.v.p. stevige afspraken met het veld. Interrupties van Smits (SP) over ‘belonen van docenten, die het niet zien zitten en‘draagvlak in het veld’ (Smits pleit voor rigoreus stoppen met passend onderwijs)
1
Mw. Kraneveldt kan zich grotendeels vinden in het ECPO-rapport: geef daarbij wel alvast een doorkijk naar voren, wel een proeve van wet, wel output neerzetten, wel zorgplicht invoeren (is cruciaal), budgetfinanciering straks aan de orde. De relatie VO-MBO zag ze graag nader uitgelegd (waarom MBO niet meenemen in de regionale netwerken via verplichting ?) 1 loket is ook cruciaal voor dit traject: ontschotting, integraal indiceren) Ze komt in tweede termijn nog met een aantal specifieke vragen. Smits (SP) Passend onderwijs knelt aan alle kanten, dus heroverweging is verstandig van de stas. Ze wil ‘passend onderwijs’ van tafel; het leidt tot afbraak van het speciaal onderwijs. ECPO steunt dit in wezen ook. Interruptie Dibi: ook verbaasd over grootte van het speciaal onderwijs ? Smits: grootte van SO is geen probleem; wel werken aan zwakke kwaliteit, keuzevrijheid en thuiszitters/wachtlijsten. Dibi: alleen SO verbeteren ? Smits: afblazen van passend onderwijs verbetert de kwaliteit van SO én PO/VO ! Mw. Smits ziet als trend het budgetteren als oplossing van de groei in het SO; volgens haar lost dit niets op: volle klassen blijven, leraren kunnen ’t niet aan, kind krijgt niet de juiste zorg: maatwerk kost nu eenmaal geld. Ze vraagt, hoe definitief deze heroverweging is, of er toch nog nieuwe plannen komen zonder draagvlak, waarom de stas dit nu pas ziet (dat het de leerlingenzorg niet helpt), welke richting het nu op gaat, of ze de budgetfinanciering er nu nog wel bij wil betrekken. Ze wijst op de motie van de Rooij en van Dijk, waarin werd gevraagd om oormerking van zorggelden en wijst op de bezuinigingen in de AWBZ via de pakketmaatregelen, waardoor er straks kinderen niet meer naar school kunnen. Ze vraagt de stas om een garantie, dat dit niet gaat gebeuren. Verder verzoekt ze bij welk nieuwe plan dan ook naar de betrokkenheid van ouders en leerkrachten. Bosma (PVV) De bijdrage van dhr. Bosma kan worden samengevat in de vraag: “Wat nu ?”. Hij vergelijkt het verhaal van de ECPO met de Titanic: het is een opsomming van klassieke fouten bij een traject: geen helderheid over effecten, open deuren in de formuleringen, rol actoren onhelder, Byzantijns bestuursmodel en budgetten/medezeggenschap zijn vaag en onduidelijk. Hij constateert verder, dat de zorgplicht is verdwenen en ziet geen licht in de regionale netwerken. De ouders en leraren zijn afwezig en de experimenten zijn niet ‘evidence based’ en slecht gebaseerd. Hij ervaart de brief van de stas n.a.v. het rapport van de ECPO als ‘een dramatische wending’. Wat nu – hoe verder – is er een alternatief – komt de zorgplicht nog voor in de plannen en is er een verbetertraject, zijn de centrale vragen. Interrupties van mw. Kraneveldt: wat zijn uw ideeën en adviezen ? Bosma: ’t gaat nu de verkeerde kant op: ik wil naar: ’t goede behouden, behoud speciaal ondewijs, leraar in beeld, schotten weg, ouders in beeld, geen zwakke scholen. Interruptie dhr. Dibi: wat wilt u dan als virtueel grote partij ? Bosma: 1 loket, zorgmiddelen oormerken, geen bestuurlijke drukte, geen schotten, effectieve inzet. Ferrier (CDA) Mw. Ferrier complimenteert de stas met de voorgenomen aanpak van: kwaliteitsverbetering sbo, kerndoelen WEC, werken aan betrokkenheid ouders/docenten, werken aan arbeidstoeleiding bij het VSO etc., maar na de brief van dinsdagavond heeft ze meer twijfels gekregen en veel vragen:
2
Hoe is het te duiden, dat de stas het proces gaat heroverwegen – gaat de stekker er nu uit ? (dat wil het CDA uitdrukkelijk niet). Wat is de verhouding met de derde voortgangsnotitie ? Wat goed gaat, moet vooral doorgaan. Wat gebeurt er nu wel en wat niet naar 2011 toe ? De tijdsdruk mag er dan af zijn, maar de doelen staan nog wel – zijn de doelen nog wel helder en staat het kind nog wel centraal – ga vooral stevig door met de experimenten en veldinitiatieven. Conclusie voor het CDA is: het go-no go moment, alsmede de datum van 2011 moeten we nu loslaten, waarbij we moeten inzetten op wat nog wel haalbaar is: uitstroomprofielen VSO, examinering VSO, zoveel mogelijk kinderen startkwalificatie laten halen, zeker voor havo-vwo bij cluster 4. Nu al alles vastleggen voor een specifieke datum gaat nu te snel; 2013 voor de budgetfinanciering is ook te snel. Beperken van de leerlingenstroom (gezien de toeloop) bij het speciaal onderwijs via budgetfinanciering is geen goede zaak. Doe dat s.v.p. anders. De inzet van zorgmiddelen: ontluisterend, dat het onderzoek niks opleverde – zet daarop in en volg het budget vanaf het handelingsplan. Ga de netwerken niet zomaar in elkaar zetten en schaf vooral de samenwerkingsverbanden nog niet af. Bezie de bestaande samenwerkingsverbanden kritisch, maar gooi ze niet zomaar in een veel groter regionaal netwerk. Praat met ouders en leerkrachten en denk ook om de betrokkenheid van allochtone ouders (onderzoek Forum). Ga bij de VSO uit van een wettelijke verankering van de situatie naar analogie van het reguliere VO. Dibi (Groen Links) Alle kinderen hebben recht op een passend onderwijstraject: in het proces lijkt dit te verdwijnen. Hij noemt daarbij voorbeelden van kinderen, die niet terecht komen op de juiste school, die last hebben van concurrentie tussen scholen en die uitvallen en thuis komen te zitten. Hoe kunnen we daarvoor nu goed zorgen ? We zijn nu niet op de goede weg – het proces is te weinig op kwaliteit gericht en dat heeft dhr. Dibi eerder gehoord bij andere majeure onderwijsprojecten (b.v. VMBO, Basisvorming etc.). De kwaliteit van het (v)so is nog te laag en de brief van de stas roept alleen maar vragen op en geeft geen antwoorden. Wat wordt er nu heroverwogen – wat gaat er door, wat gaat er niet door en hoe wordt de kwaliteitsslag nu voortgezet (m.n. kwaliteitsslag in het SO). De wetgeving voor het VSO moet worden verankerd; er worden nog te veel jongeren opgeleid voor de Wajong. De positie van de ouders moet verbeterd, de zorgplicht is cruciaal en moet worden opgenomen. Veel docenten willen best hulp verlenen, maar hebben als voorwaard nodig, dat er ‘meer handen in de klas’ komen: het gaat om maatwerkbegeleiding en/of om assistenten. Er is geen enkele CVI in het land, die aan de formele eisen voldoet ! Wat doet de stas daar aan ? Hoe nu omgaan met de budgetfinanciering ? Wél een dekselfinanciering en geen analyse en toch doorgaan kan toch niet. Geef het onderwijs weer terug aan de leraren en de scholen en niet aan de onderwijsadviseurs. De deskundigheidsbevordering voor het regulier onderwijs moet stevig aangepakt worden (vgl. opheffing vso-lom, waarbij veel expertise verloren ging). Bij de koplopers in ons land blijkt de betrokkenheid van de docenten niet gerealiseerd te zijn: hoe nu verder ? De visie en de probleemanalyse ontbreekt in de aanpak en we moeten naar meer ‘maat’: hoeveel beter lezen/schrijven – hoeveel meer toegeleid naar arbeid – hoeveel leerlingen halen een diploma ? etc. Dezentjé Hamming (VVD) We gooien de problemen (probleemleerlingen) nog steeds over de schutting en het Dijsselbloem-spook waart rond. De operatie ‘van onderop’ lijkt niet te werken en het veld bromt: budgetfinanciering, rechten ouders, betrokkenheid leerkrachten etc. Onhelderheid viert hoogtij bij b.v. verbindingen tussen passend onderwijs en ZAT’s, CJG, ZIOS.
3
Wat is nu het doel, om gaan we om met de groei – zit de stas in een eigen ontwikkelrealiteit en heeft ze haar eigen bestuurlijke drukte ? Ziet ze niet, dat de echte drukte ligt bij het speciaal onderwijs en er veel te veel geld is verdwenen in ‘babbelboxen’? ‘Wij zijn er klaar mee’, verzucht mw. Dezentjé; er is al 57 miljoen verspild in een invoeringstraject, dat niet lukt. Interruptie mw. Ferrier: moet het geld dan naar de scholen i/p.v. naar de netwerken ? Desentjé: liever naar kwaliteit en hulp voor kinderen. Er moet, kortom, meer regie komen van de staatssecretaris. Vóór 1.1.2010 wil ze een concept wettelijk kader, dat met veld en politiek goed is doorgesproken. Nu verliezen we ons in ‘kip-ei-discussies’ en zitten op elkaar te wachten. Interruptie dhr. Dibi: voer je de druk dan niet te veel op, terwijl je ruimte wilt ? Desentjé: we stellen nu alles uit en doen niks, dat kan gewoon niet ! Er is sprake van een ‘totale onduidelijkheid’ Iedereen in het veld vraagt om duidelijkheid. De stas is aan zet ! Reactie in eerste termijn van staatssecretaris Dijksma: Ze geeft aan, dat er sprake is van een ‘bijzonder overleg’, niet in de laatste plaats door haar eigen brief in reactie op de ECPO-adviezen. Ze vindt de ‘wat nu’ vraag dan ook terecht. Nogmaals legt ze de aanleidingen van het traject van passend onderwijs uit: Al vanaf 2007 in gesprek, nadat haar voorganger er ook al aan gewerkt had. Via begindoelstelling: ‘onderwijs op maat’, ‘regulier wat kan en speciaal, wat moet’, bureaucratie verminderen en kwaliteit verbeteren met meer onderwijsopbrengsten en een omslag in denken van ‘zorg’ naar ‘onderwijs’ in het SO en het strijden tegen wachtlijsten en thuiszitters, is er gewerkt. De ECPO is gevraagd onderzoek te doen naar de wijze van veranderen van het stelsel en de inzet om ‘van onderop’ aan de gang te gaan. Deze opzet wringt gaandeweg met de vraag naar duidelijkheid en regie. Het concept: regionale aanpak: 1 loket, positie leraar helder, ouders in stelling en zelf zorgen voor kinderen bracht de vraag naar de balans naar voren: er is nu wel veel bestuurlijke drukte, maar dat is niet altijd slecht. Er is veel energie gaan zitten in die gezamenlijke aanpak en ze heeft daar waardering voor. Toch blijft de onderliggende discussie naar de invloed bij de verdeling van de gelden, wat het proces heeft doen remmen. Toch was de verschuiving van een financiering via budgetteren een poging om de boel te versnellen. De zorgplicht was aanvankelijk (vd. Hoeven) gericht op scholen. Toen is een actie vanuit het SO (denk om het weglekeffect van expertise) ervoor gezorgd, dat er meer nadruk op samenwerking regulier/speciaal kwam. De zorgplicht onder Dijksma is daarom niet gericht op de scholen, maar op samenwerking tussen scholen/besturen. Toen kwam de nadruk op de regio’s en de regionale netwerken aan de orde. Ook dat leverde ingewikkelde processen opm, want er was vooral flexibilisering nodig in wet- en regelgeving om werkelijk tot maatwerk te komen; daarbij is soms wat ‘temperen’ noodzakelijk. Iets doen aan indicaties (aan de knoppen zitten) werkt niet – tegelijk vindt men in het land mogelijkheden om er ‘omheen’ te gaan. Dan moeten we naar het weghalen van regels (in de regio), waarbij de indicatie dan zal verdwijnen. Ook dat leverde aarzelingen in de regio op – daar is ons systeem kennelijk niet echt op gericht en daarbinnen verdwalen ouders. Als je alle doelen zo tegelijk wilt bereiken, is er toch regie nodig en werkt de ‘bottom up’ strategie onvoldoende. Daarom moet er nu, halverwege de rit, toch iets gebeuren. Er kwam een inspectierapport over kwaliteit, er kwam een ECPO-advies over het proces van invoering en de wettelijke kaders. Dat leverde uiteindelijk de beslissing op, die in de brief is verwoord. Ze wil over 10 jaar niet voor een enquêtecommissie moeten uitleggen, waarom ze niet geluisterd heeft naar dit soort adviezen. Dan de vraag: ‘wat nu’? Er zal een concreet plan van aanpak worden gemaakt, dat in september rond de begrotingstijd beschikbaar zal zijn. Er is daartoe overleg nodig met de sectorraden, de ouders, de vakbonden etc. Nu zullen we moeten doorgaan met de kwaliteitswetgeving (er hangt nu het e.e.a. voor
4
b.v. kerndoelen) en we zullen moeten doorgaan met experimenten en veldinitiatieven. Ook zullen de ouders meer betrokken moeten worden en zullen ook leraren in stelling gebracht moeten worden. Het proces van: ‘elk kind een verantwoorde plek’ moet vooral doorgaan, het inzichtelijk maken van de besteding van zorggelden zal door moeten gaan. Er zijn voor de zorgvragende kinderen nu 2 miljard euro’s beschikbaar. Ter vergelijking: voor de ‘reguliere kinderen’ is 9 miljard beschikbaar. De rugzak is bedoeld voor daadwerkelijke ondersteuning in de klas – ze vraagt zich af, of ‘oormerking’ voldoende is om dit te bereiken. Beter zou zijn, om de budgetten beter te volgen in de praktijk op basis van b.v. leesvaardigheid, rekenvaardigheid, uitstroomgegevens, arbeidsmarktperspectief bieden etc. en verantwoorden via een systeem van volgen/melden. (dit type verantwoording staat haar voor de geest). Ze wil daartoe afspraken (bindende) maken met de sectoren. Tussentijdse vragen van kamerleden: Bosma: mooi, dat er een plan komt; ondertussen geen onomkeerbare stappen zetten ? Stas: het gaat om kwaliteit ? dan ga ik gewoon door en reken op uw steun. Smits: meer regie ? invoeringsplan dus loslaten ? Stas: wél andere koers, meer op resultaat gericht: minder structuurwetgeving, meer investeren op kwaliteit. Niet naar indicaties kijken, wél naar versterken van docentengedrag, niet achtgerover leunen, wel ‘hands on’ Kraneveldt: zorgplicht ? Stas: definitieprobleem geen expertise weg laten lekken, niet abstract regelen, maar we nemen dit mee in het septemberplan. Kraneveldt: niet te vaag doen, bescherm ouders – zet stevig aan op niveau van school én samenwerkingsverband (beide) Stas: graag bespreken met de ouders zelf; naar kanteling van geld/begeleiding: naar ‘vraag om zorg’ i.p.v. vaste budgetten. Kraneveldt: maak ouders niet afhankelijk van een regionaal netwerk Stas: terecht – ga ik meenemen in het plan Ferrier: duidelijkheid en regie akkoord, maar wat is het tijdpad ? 2011 nu van de baan ? Zorggeld inzichtelijk maken, maar hoe doen ? Stas: aantal dingen doen we snel: kwaliteit verbeteren – wetgevingsstructuren v.w.b. netwerken kunnen wel later dan 2011 óf anders geregeld worden. Geld graag met de mensen zelf overleggen op basis van zicht en verantwoording. Dibi: ik wil in september geen verrassing; dan ga ik zélf initiatieven nemen: zorplicht moet wettelijk verankerd worden, indicaties/geld: ik wil een onderzoek, waar het terecht komt. Stas: er is al een rapport van de Alg. Rekenkamer, er is al een rapport van Infinite. Ik wil geen extra onderzoek doen, ik wil kijken naar de doelmatigheid (daar is nog niet naar gekeken), alsmede naar nog wat case-studies op scholen (half juni) Daarna maak ik afspraken omtrent inzet en doelmatigheid en dat leg ik u dan weer voor. Dibi: in september goed aangeven, wat er verder gebeurt. Stas: ‘zorgplicht’ ging over structuur, ik wil het nu zichtbaar maken en in de plannen opnemen, inclusief de inzet van deze plicht en de rol van de ouders daarbij. Dezentjé: kunnen ouders nog kiezen, is er een acceptatieplicht voor scholen, m.b.t. de rugzak: weten docenten wel altijd, als er een rugzakkind in hun klas zit ? Stas: dat laatste kan echt niet ! – de keuzevrijheid respecteren we en de acceptatieplicht is er niet en ze is ook niet bereid, om die te regelen. Vervolg antwoord van de staatssecretaris:
5
M.b.t de kwaliteitsaanpak wil ze doorgaan met de VSO-wetgeving, ze hoopt dat de voorhang niet gestuit zal worden door de kamerleden. De meetbare doelen wil ze graag afspraken met het veld: ambities, organisaties, er komt een 0-meting taal/rekenen in begin 2010. In het najaar volgen een aantal pilots, die men ook gaat monitoren. Het onderwijsnummer wordt ingevoerd, waardoor leerlingen goed gevolgd kunnen worden. De WEC-Raad is bezig met een uitstroommonitor inclusief benchmarking. M.b.t. examinering wil ze alle kinderen in staat stellen, om een kwalificatie te halen: staatsexamens zijn al mogelijk, evenals extraneusregelingen. Daar komt bij, dat VSO-scholen, mits voldoende toegerust, zelf kunnen diplomeren. De betrokkenheid van VO en MBO: in de 3e voortgangsrapportage staan daar gegevens over. Het gaat om verbetering van de symbiose-mogelijkheden. De mbo’s zijn nog niet betrokken (verplicht) bij de netwerken (zou te veel drukte geven), wél bij de 1-loketontwikkeling. Samenwerking VO/VSO wil de stimuleren, waarbij ze blij is dat de VO-Raad nu ook volledig meedoet in het overleg over passend onderwijs. Kraneveldt: vrijwilligheid is mooi, maar hoe doe je dat met prestatieindicatoren voor afspraken ? Er zijn zelfs besturen, die zeggen, dat ‘ze ’t allemaal wel zelf zullen doen’! Stas: we gaan zoveel mogelijk stimuleren, maar niet afdwingen. M.b.t. bekostiging en groei: er komen méér indicaties, met name bij gedragsproblemen. Er zijn overigens goede ervaringen met budgetfinanciering in cluster 1. Er is geen eenduidige oorzaak aan te wijzen voor die toename: maatschappelijk probleem, verwachtingen aan kinderen, medicalisering, perverse prikken uit het systeem. M.a.w. maatwerk blijft gewenst en er is vertrouwen nodig van partners. Het werken aan budgetfinanciering zal via de experimenten lopen. Ferrier: we moeten een maatschappelijk probleem niet oplossen met een financiële constructie – budgetfinanciering nu opleggen is niet logisch en ongewenst. Stas: het aanbodsysteem werkt niet: één indicatie, één geldstroom komt onvoldoende tegemoet aan de zorgvragen van kinderen. Budgetfinanciering kan daar iets aan doen. Ze geeft aan, dat er geen sprake is van bezuinigingen, zoals vaak verondersteld wordt: er wordt meer uitgegeven aan zorgleerlingen, dan ooit, ondanks dat zijn er kwaliteitsproblemen, zijn er wachtlijsten en zijn er thuiszitters. Het zou niet goed zijn, om nu extra gelden beschikbaar te stellen. Smits: budgetfinanciering levert niks op, maar er komen meer kinderen met hetzelfde geld; hoe moet dat dan ? Een zak geld in de regio levert dat niet op ! Stas: dat doen we ook niet zomaar – eerst moeten we zicht krijgen op de gelden en de besteding, daarna verantwoordingsinstrumenten en afspraken. Ferrier: CDA zegt niet, dat er nooit budgetfinanciering moet komen, maar pas na goede gegevens vanuit de experimenten. Eerst zicht krijgen is goede zaak – zo lang dat er niet is, moet je geen budgetfinanciering invoeren. Stas: invoering hebben we überhaupt al naar achteren geschoven in tijd. Nu eerst: zicht krijgen en instrumenten ontwikkelen met afspraken. Vervolg antwoorden staatssecretaris: M.b.t. de AWBZ is er volgende week een overleg met mw. Smits. Tóch wil mw. Smits nu al garanties en wil niet dat er kinderen niet meer naar school kunnen. Stas heeft de verwachting, dat dit ook niet gaat gebeuren. Weliswaar zijn er pakketmaatregelen genomen inzake de AWBZ mét onbedoelde effecten voor speciale kinderen. In samenspraak met staatssecretaris Bussemakers zijn er per 1.1.09 aanpassingen gemaakt op de zorgzwaarte van klasse 2 naar klasse 3. Deze aanpassingen zullen per 1.7.09 effectief worden. Bij lichtere beperkingen is er door VWS extra geld beschikbaar gesteld, om
6
e.e.a. op te lossen. Het gaat hierbij om 10 miljoen. Ze is nu met de ouderorganisaties in overleg, hoe e.e.a. in te zetten. M.b.t. de motie Biskop: eigen bijdragen in de schoolboeken is erafgehaald, schoolboeken worden meer toegankelijk gemaakt en er worden nog maatregelen genomen n.a.v. voorbeelden uit het buitenland. Ferrier: didactisch expertisecentrum ? Stas: weet nog niet, wanneer dit kan starten. Kranveldt: hulpmiddelen, die uit de eigen schoolbudgetten betaald moeten worden, komen soms niet beschikbaar voor kinderen in de klas. Stas: dan zijn er wettelijke regelingen, om hieraan iets te doen via de M.R. van de school. M.b.t. de indicatiestelling geeft de staatssecretaris aan, dat een intensief toezicht al is ingesteld en ook zal worden voortgezet. Er zijn ook sterke verbeteringen zichtbaar. Er zitten nog wel veel negatieve prikkels in het systeem. Ze wil liever een ‘hefboom’, dan een ‘slagboom’ – in experimenten wordt gewerkt aan betere vormen. N.a.v. de vraag over de allochtone ouders (van Ferrier) deelt ze mee, dat er in december 09 een rapportage zal zijn van Forum. Dibi: als je kijkt naar andere landen, werkt men met een ander indicatiesysteem – is het zinnig om daar b.v. een ‘task force op te zetten’ ? Stas: oorspronkelijk idee was ook een regionale aanpak met afschaffing van de centrale indicatie. We kijken er naar als systeem en we komen er in september op terug. Ferrier: motie Ferrier over 1 loket: nu zie ik één loket met een hoop oude structuren erachter. Stas: proberen we te regelen via integrale indicatie. Nu al alle schotten weghalen, lukt niet. Er is wel winst te boeken. Smits: draagvlak voldoende bij de heroverwegingen ? Is er nu een echte koerswijziging ? Stas: wel ‘over een andere boeg’: eerst prioriteren: kwaliteit, wachtlijsten, thuiszitters en afspraken maken met het veld hierover. Daarnaast actie en voorgang samen met ouders/leraren. Dibi: zelfs bij koplopers was de betrokkenheid van leraren niet geregeld. Wat is nu de nieuwe koers ? Stas: een belangrijk onderdeel van het investeringsplan is een ‘impuls voor leraren’: in regulier onderwijs, leraren vertrouwd maken met werken met kinderen met gedragsproblemen. (is zo’n concreet onderdeel) Tweede termijn: Kraneveldt (PvdA) Koers, ‘andere boeg’ e.d. prima, maar hoe het doel helder ! Het gaat om kinderen een goede plek te geven. Vragen nog: inspectietoezichtskader dusdanig maken, dat scholen geen last krijgen van hun inzet voor zorgleerlingen – waardeer juist deze inzet. Heeft het VSO voldoende bekostiging voor de nieuwe inzet ? – Kunnen we die nieuwe referentieniveaus goed verantwoorden ? Nu stoppen met de ambities van passend onderwijs is geen goede zaak. Een passend tempo kiezen is akkoord, wat ons betreft. Geen stukken eruithalen s.v.p. Neem desnoods meer tijd, om het aangepaste traject goed vorm te geven. In een proeve van wetgeving moet zorgplicht worden meegenomen, anders levert het ouders niks op. Smits (SP) Enthousiasme is behoorlijk getemperd – het draagvlak is te smal – de stas garandeert e.e.a. niet en we gaan door met ‘andere accenten’. Het indammen van het speciaal onderwijs gaat
7
dus gewoon door en zo leidt de heroverweging tot weinig goeds. We komen zo, aldus mevrouw Smits, tot een deprimerende conclusie. Bosma (PVV) Vraag is nu: ‘wat wordt er nu heroverwogen ?’ Het is nog onduidelijk, hoe het gaat met zorggelden, er is twijfel over de regionale netwerken. Wel geeft hij een compliment aan de stas, dat ze luistert naar de ECPO, maar wat is het nieuwe nu ? Ferrier (CDA) Blij, dat ‘de stekker er niet uit gaat’. Het proces krijgt een andere dynamiek, hoe anders, dat horen we in september. Er is dan meer duidelijkheid, hoopt ze. Ze wacht september in die zin af. Vragen heeft ze nog: wat wordt nu heroverwogen – waar wil de stas zijn in 2011 – zorggelden: half juli meer informatie, maar is er iets over te zeggen – ruimte voor examinering door het jaar heen bij het VSO ? – aanpak VSO is een goede zaak. – proeve van wet is toch niet hetzelfde, als de plannen van september ? Dibi (Groen Links) Er is geen reden voor champagne – er is twijfel over de noodzaak om moties in te gaan dienen. Hij heeft concrete informatie nodig: hoeveel docenten zijn omgeschoold, hoeveel expertise zit er in het regulier onderwijs, zijn er ‘extra handen in de klas’ gekomen, hoeveel leerlingen maken vorderingen bij taal/rekenen, hoeveel leerlingen krijgen een arbeidsmarktperspectief etc. Verder wil hij garanties, dat het geld gaat naar de kinderen op de scholen. Daarnaast corrigeert hij een eerdere opmerking: er zijn ook onderwijsadviseurs, die goed werk doen…. Dezentjé – Hamming (VVD) Ik heb gevraagd om regie en er komt regie – ik heb gevraagd om een proeve van wet en er komt een proeve van wet. Ik ben tevreden op deze punten. Ik had een gesprek met het NJI, waaruit bleek dat er een verdubbeling van het aantal zorgleerlingen aan de orde is: aandacht daarvoor s.v.p. in het plan van aanpak. Geen onduidelijkheden kunnen we ons nu meer veroorloven bij dit maatschappelijke probleem. Ze geeft de ruimte tot eind september aan het vervolgtraject en verwacht een goed plan. Staatssecretaris Dijksma in tweede termijn De heroverweging betreft dát, wat de ECPO aangaf. Ze zegt toe, dat ze alle aanbevelingen overneemt. De structuren van passend onderwijs, via de netwerken zijn duidelijk heroverwogen; de aanpak van de kwaliteit gaat onverminderd door evenals de aanpak van wachtlijsten en thuiszitters. Daarnaast wil ze het proces op orde houden via wat meer regie. Voor de ‘proeve van wet’ vraagt ze wat meer tijd (niet meer dit jaar). Ze wil nu eerst werken aan de impuls voor leerkrachten en de kwaliteit. Ze gaat werken aan afrekenbare doelen: niveau van leerlingen, arbeid voor leerlingen, thuiszitters naar school/ diplomeren en tegengaan van Wajongers. Ze wil verder voorkomen, dat er te snel wordt doorverwezen van regulier onderwijs naar speciaal onderwijs. Ze geeft aan, dat het hier principieel anders ligt, dan bij WSNS; hier is het niet de bedoeling, dat alle kinderen naar het regulier onderwijs gaan. Het SO blijft bestaan. Wel kan er gekeken worden naar tussenvormen/mengvormen waarbij b.v. speciale klassen aan reguliere scholen worden verbonden. Dibi: ook geld naar scholen ?
8
Stas: in de zomer hebben we daarover overleg: het gaat dan om zorggeld en de effectieve inzet ervan (hoe gelden goed te organiseren b.v. de AB-gelden). In september komt ze daarop terug. Dibi: dan dien ik geen motie in en wacht ik september af. Smits: het doet geen recht aan de situatie, dat er in veel klassen gewerkt wordt met kinderen, die onvoldoende aandacht krijgen en dit wel verdienen. Dezentjé Hamming: proeve van wet s.v.p. opstellen en vooral aangeven, waar het geld heen gaat en hoe het gebruikt gaat worden en graag helderheid in september over de samenhang tussen 1 loket, cjg, ZAT’s etc. Stas: In het late voorjaar zal ik dat helder maken. Er is nu al een brief van minister Rouvoet over deze problematiek. We proberen dubbelingen te voorkomen. Er zal overigens weinig ‘licht’ zitten tussen de populatie cluster 4 en de populatie kinderen bij Jeugdzorg. We proberen in z’n algemeenheid systeemoverlap te voorkomen. Dezentjé-Hamming: vroegtijdig signaleren en diagnosticeren is ook heel belangrijk; kijk daar ook vooral naar ! Stas: eens, ga ik doen, maar denk ook aan ‘niet te vroeg labelen’ van kinderen. Kwaliteitszorg op scholen zal beter op orde moeten zijn/komen. We zullen de scholen, die extra werk maken van zorgkinderen, daar niet op afrekenen (via inspectie). We zullen meer naar de inhoud kijken. In het basisonderwijs is nog veel winst te behalen op het terrein van ‘beleid maken op inhoud’ Kraneveldt: inspectie heeft nu geen indicatoren om daar goed naar te kijken – kijk ook es naar de WOT in die zin. Stas: we zijn met de inspectie in gesprek hierover. Niet meteen in de WOT zoeken. Dit geldt ook voor het kijken naar de referentieniveaus. M.b.t. de vso-bekostiging wijst ze erop, dat de financiering van het VSO driemaal hoger ligt, dan die van het reguliere VO. Ze wil wel samen met de WEC-Raad kijken naar de beste wijze van inzet van middelen en wil vooral aandacht geven aan arbeidstoeleiding, samen met SZW. De verantwoording van de referentieniveaus: daar wordt aan gewerkt – er zal getracht worden een zekere balans te vinden in de ‘bureaucratie’. Ze wijst erop, dat nu zelfs scholen het maken van een handelingsplan al bureaucratisch vinden. Kraneveldt: de verantwoording is van groot belang. Stas: het zit ‘m met name in een goed leerlingvolgsysteem op de scholen – in kwaliteitsagenda nemen we dat mee. Ook opbrengstgericht werken krijgt daarin de nodige aandacht. Reconstructies zorggelden: er zullen nog een aantal ‘reconstructies’ plaatsvinden als vervolg op het Infinite-onderzoek: 4 basisscholen, 2 sbo-scholen en 2 vso-scholen. Deze zitten in 4 regio’s. Ze kan niet aangeven, over welke clusters dit gaat. M.b.t. examinering merkt ze op, dat de VSO-scholen zich moeten houden aan het formele examencircuit, inclusief de perioden van centraal examen. M.b.t. didactisch expertisecentrum geeft ze aan, dat dit waarschijnlijk per 2010 van start kan gaan. (Viziris komt met plan) Toezeggingen van de staatssecretaris: . een plan van aanpak in september op basis van overleg met veldpartners . beleidsreactie op besteding zorgmiddelen inclusief extra informatie: ook in september . proeve van wet in late voorjaar volgend jaar Voorzitter Biskop sluit daarna de vergadering.
9
10