ALGEMEEN
www.rekenhoek.nl
Splitsboxje GROEP
3 4
Leermiddel bij het splitsboxje Het materiaal is bedoeld voor: Kinderen die moeite hebben met splitsen van getallen, vooral met de overgang van concreet naar abstract. Kinderen uit eind groep 2, die spelenderwijs kennis hebben gemaakt met het splitsboxje en al meer kunnen. Doelen van het leermiddel: Door middel van het splitsboxje en de daarbij gemaakte opdrachtkaarten het splitsen zichtbaar maken. De kinderen leren vaardig en vlot de verschillende splitsingen (structurering) van een getal t/m 20 zien (automatisering). De kinderen leren van concreet naar abstract werken. Het uiteindelijk doel van splitsen: De kinderen leren verkort rekenen in plaats van resultatief tellen. Materialen: - een kist waar alles inzit - 1 grote splitsbox - 2 kleine splitsboxjes - 10 grote ballen - 20 kleine balletjes - fiches - 84 kaartjes met daarop de getallen 0 t/m 20 - 34 opdrachtkaarten:
Categorie 1: - kleur: oranje - werken met stippen en fiches - getallen 3, 4, 5 en 6
Categorie 2: - kleur: blauw - werken met stippen en fiches - getallen 7, 8, 9 en 10
Categorie 3: - kleur: geel - werken met cijfersymbolen - getallen 3, 4, 5 en 6
Categorie 4:
- kleur: lila - werken met cijfersymbolen - getallen 7, 8, 9 en 10
Categorie 5:
- kleur: groen - werken met cijfersymbolen - getallen 11, 12, 13, 14 en 15
Categorie 6:
- kleur: paars - werken met cijfersymbolen - getallen 16, 17, 18, 19 en 20
Categorie 7:
- kleur: roze - werken met cijfersymbolen - 2 keer een lege kaart - 4 keer een kaart met in het hokje de getallen: 5, 10, 12 en 18 waarbij de linkerkolom ook al is ingevuld - 2 keer een kaart waar getallen in de linkerkolom staan
Het werken met het splitsboxje kan in de volgende fasen worden verdeeld: 1. Het spitsboxje helemaal openen en met de fiches naleggen wat je ziet. Er kunnen meerdere splitsingen van het getal worden neergelegd. 2. Het splitsboxje helemaal openen. Nu geen fiches plaatsen maar de kaartjes met getallen. Er kunnen meerdere splitsingen van het getal worden neergelegd. 3. Het splitsboxje voor de helft openen. Wat je ziet leg je na met fiches. Hoeveel balletjes zouden er nu aan de andere kant liggen? Leg het aantal fiches op de juiste plaats. Er kunnen meerdere splitsingen van het getal worden ingevuld. 4. Idem als 3, alleen nu met de kaartjes met de getallen erop in plaats van de fiches. 5. De kaart wordt ingevuld zonder splitsboxje.
De werkwijze: 1. Je kiest een kaart uit de categorie waar het kind aan toe is. Wanneer het kind nog geen cijfersymbolen kent, kies je uit categorie 1 of 2. Kent het kind de cijfersymbolen wel, dan kies je uit categorie 3, 4, 5 of 6. Vervolgens vraag je je af of het moet leren splitsen tot 10 of tot 20. 2. Wanneer de juiste kaart is gekozen, stopt het kind het aantal balletjes, dat in het bovenste hokje op de opdrachtkaart staat, in het splitsboxje. 3. Het doosje wordt gesloten en geschud. 4. Vervolgens wordt het splitsboxje rechtop gezet, zo dat de smile de schudder aankijkt. Schuif het splitsboxje helemaal of tot de helft open (dit ligt aan de fase waarin het kind zit, zie vorige kop). 5. Het aantal balletjes dat ze zien aan één kant, leggen ze neer op de opdrachtenkaart met fiches of cijfersymbolen (dat ligt aan de categorie kaart waaruit gekozen is). 6. Hierna leggen ze het aantal wat ze aan de andere kant zien ook na of ze bedenken hoeveel er aan de andere kant zitten en leggen dit op de opdrachtkaart. 7. In het laatste geval trekken ze het splitsboxje helemaal open en kijken of ze het goed hadden (zelfcontrole). 8. Vervolgens gaan ze weer verder vanaf punt 3. Dit doen ze net zolang tot de opdrachtkaart vol is. Aanvulling op de werkwijze:
Categorie 7 wordt als laatste gebruikt. Deze categorie is bedoeld om het kind te toetsen. Kan het kind splitsen door het zelf visueel te maken zonder splitsboxje te gebruiken?
Werken in tweetallen kan uitstekend. De één opent het splitsboxje voor de ander. Hiermee kan zo voor komen worden dat het doosje helemaal wordt opengetrokken.
Wanneer er te weinig materiaal aanwezig is, kan de opdrachtkaart gekopieerd worden en kan er op de kopie geschreven en getekend worden.
De grote splitsbox kan gebruikt worden om het klassikaal uit te leggen. Iedereen kan het zien. Teken een opdrachtkaart op het bord. De grote splitsbox kan eventueel ook door kinderen gebruikt worden.
De lege opdrachtkaarten, maar ook de andere kaarten, kun je als leerkracht gedeeltelijk invullen zoals je het zelf wilt. Gebruik daarvoor de fiches of de kaarten met de getallen erop.
Alice Oenema