het Kriebelbeestjespad Hierbij vindt u als voorbereiding voor uw bezoek de inhoud van de opdrachtkaarten van het Kriebelbeestjespad. U hoeft deze kopij niet mee te nemen, deze inhoud vindt u straks in de tasjes terug! Het Kriebelbeestjespad bestaat uit 2 startborden en 10 vervolgborden. Behalve de startborden is er geen volgorde. Ieder bord heeft een eigen opdrachttasje met deze bloemenkaart. Begin altijd met de bloemenkaart, daarop staat de opdracht. De materialen zitten ook in de tasjes of liggen ergens in het veld.
Alleen de tekst in zwarte (grote) letters aan de kinderen voorlezen. De tekst in rode (kleine) letters dient als hulp voor de begeleider. (In dit document zijn dat de teksten i in cursief/zwart). Na het voorlezen van de opdracht kan iedereen aan de slag. Begeleiders hebben een actieve rol. Speel het spel mee: voorlezen, voordoen, meezoeken. Hiermee staat of valt de ontdekkingstocht naar de wondere wereld van “kriebelbeestjes”.
Laat alle begeleiders deze kopij lezen (dit hoeft niet mee)!
Veel plezier op het Kriebelbeestjespad!
groep 3&4
startbord 1
startbord 2
Hallo allemaal, welkom bij het Kriebelbeestjespad.!
Masker terug in het tasje 2 doen.
Ik ben meneer Veelpoot, meneer Kriebel Veelpoot. Weetiemandvanjulliewateenveelpootis?
even rondvragen
Juistja,eenkriebelbeestjemethéééélveelpootjesen mijnpootjeskunnenheelgoed samenlopen,zóndertestruikelen. Zoudenjulliemijnakunnendoen?
(vervolg op de achterkant) verder met voorlezen:
1. Ga met zijn allen in een rij te staan.
Begeleiders zetten de kinderen achter elkaar.
2. Leg je handen op de schouder van degene die vóór je staat. 3. De vooroploper (een begeleider) zet een veelpootmasker op.
Voorganger pakt het masker en zet hem op. Masker pas bij opdracht 2 terugdoen. Opdrachtkaart wél terug in het tasje.
4. Zet allemaal je linkerbeen naar voren. 5. Begin met je rechterbeen allemaal tegelijk lopen naar de volgende opdracht. 6. Rechts - links, rechts - links……
Eén begeleider loopt voor de veiligheid achteraan.
Hallo, zijn jullie daar weer! Is het gelukt? Dat was lachen hè? Zo, nou weten jullie óók eens hoe moeilijk ik het heb met zoveel pootjes. Ik zal jullie laten kennismaken met mijn kriebelbeestvriendjes. Je gaat zo met je eigen groepje verder op avontuur op het Kriebelbeestjespad. Ieder groepje gaat op zoek naar een eigen kriebelbeestvriendje. Bij ieder vriendje vind je steeds een nieuwe opdracht. Als je een opdracht af hebt, ga je op zoek naar de volgende. Veel plezier!
Iedere begeleider neemt zijn eigen kinderen bij zich (max. 10 groepjes van max. 5 kinderen) Vanaf nu gaat ieder groepje zijn eigen gang. Alle opdrachtkaarten steeds terug in de tasjes doen.
Dag, ik ben meneer Slak Dat hadden jullie natuurlijk wel gezien. Zie je ook hoe ik over het stengeltje wiebel?
Bekijk het kriebelbeestjesbordje nog eens.
Ik ben heel slijmerig, beetje plakkerig eigenlijk. Daarom val ik nooit zomaar ergens vanaf. Doe dat maar eens na! Durf jij over de boomstammen te lopen?
Balanceeroefeningen over de stammen. Lopen, kruipen op handen en voeten, schuiven op je buik, etc. Pas op voor gladde stammen!
groep 3&4
Hoi allemaal, ik heet Mier, Mier de Werkmier. Ik zal je uitleggen waarom ik zo heet. Kijk, ik woon met een heleboel mieren in een groot mierennest. Ik heb een hele belangrijke taak: bouwmaterialen verzamelen voor het nest. Daar moet je natuurlijk heel sterk voor zijn, anders gaat het niet goed. Met mijn kaken kan ik dingen slepen en dragen die veel groter en zwaarder zijn dan mijzelf. Makkelijker gezegd dan gedaan hoor! Probeer het zelf maar eens.
Er liggen diverse grote stammen en takken. Laat de kinderen zelf uitzoeken hoe ze die het handigste kunnen slepen, trekken, duwen of tillen naar de palen aan de overkant.
Hé hallo daar, zijn jullie er eindelijk! Ik ben Spin Vanggraag. Ik maak hele mooie spinnenwebben en daarin vang ik mijn prooi.
Weet iedereen wat een prooi is?
Lekkere vliegjes bijvoorbeeld. Die verlam ik met mijn gif. Met mijn acht poten wikkel ik ze in mijn webdraden en bewaar ze een tijdje. Voor als ik honger heb. Ik heb geen vleugels dus ik moet wel snel op mijn web rennen, anders heb ik niks te eten. Zijn jullie ook snel genoeg om vliegen te vangen?
vervolg spin: Leg het spel uit: het spel speelt binnen het web af. Eén kind is de spin. De anderen staan bij een paal, zij zijn de vliegen. Een vlieg is veilig als hij een paal vasthoudt. De vliegen moeten in het web rondlopen. Pas op: laat je een paal los, dan mag de spin aftikken! De vlieg is 'verlamd' en blijft met de handen aan het web stilstaan. Spel stopt als alle vliegen afgetikt zijn. Wissel de kinderen zodat ze allemaal een keer spin kunnen zijn. (blijven de kinderen te lang bij een paal staan, klap dan bv in de handen; dan moeten ze bewegen)
Hé hallo, ik ben Snelle Jelle de Duizendpoot. Ze noemen mij zo omdat ik ontiegelijk snel kan lopen. Heb je mij wel eens zien wegrennen als je een tegel optilt? Ik heb namelijk een hekel aan licht. Dan trek ik een sprintje om mij zo snel mogelijk weer te verstoppen in het donker. Jaja, zónder te struikelen! Willen jullie het ook eens proberen? Kijk dan eens in de tas.
Hierin zit een touw met lussen. De kinderen gaan achter elkaar staan. De voeten moeten, tegenover elkaar, ieder in een lus. De voorste houdt 'de kop' in de handen. Allemaal tegelijk beginnen te lopen, rechtervoet eerst. Begin langzaam dan sneller, oefen bochten etc. Ga ook om een paar bomen zigzaggen.
groep 3&4
Hoi, ik heet Kever. Ik ben een lieveheersbeestje.
Kinderen niet in de tas met materialen laten kijken!!!
Ik kan lopen én vliegen. Goed hè. Nou ja, alle kriebelbeestjes kunnen iets heel erg goed. Mijn buurman die glijdt over zijn eigen spoor. Weet je wat voor kriebelbeestje hij is?
Laat eerst raden…..
Ik weet een leuk raadspelletje. Ga eens naast elkaar staan.
Pak éérst het gekleurde buideltje uit de tas. Eén kind naar je toe laten komen. Eén kaartje uit buideltje laten pakken.
Hallo jongens en meisjes, ik ben Blije Bij. Ik zoek samen met mijn honingbijenvriendjes voor het voedsel. Wij vertellen elkaar in een bijendansje waar lekkere bloemen staan. Soms gaat het niet helemaal goed en dan vind ik iets geks in plaats van iets lekkers. 1. Wat ben ik allemaal tegengekomen?
In de tas zit een doos met objecten. Van dieren, planten, bomen e.d. Raad eens wat er in zit!
Niet verklappen wat erop staat!! Pas op: niet aan de anderen laten zien!!!!
Naamkaartjes pas erna!!! Doe de naamkaartjes terug in de tas.
Probeer het kriebelbeestje eens na te doen. Laat de anderen raden wie je bent. Word je geraden dan mag de volgende een kaartje pakken.
2. Wij bijen vertellen elkaar in het dansje ook heel precies over de geur en kleur van de bloemen. Dan gaat het zoeken veel beter.
Kind bij je laten staan. Lees hardop verder:
Help het kind als het niet kan lezen. Eerst alléén bewegingen en geluid laten maken. De anderen moeten raden. Pas als ze het niet weten, mag het kind één ding vertellen of een object uit de tas pakken. Zoek zelf de passende objecten uit !!!!! Zie hulpkaarten.
Ben jij ook goed in het vinden van kleuren? Je krijgt een gekleurd steentje en gaat iets kleins zoeken dat dezelfde kleur heeft. Zou dat lukken?
Geef ieder kind 1 steentje uit het buideltje. Laat even zoeken en roep ze daarna bij elkaar. Bekijk samen wat ze gevonden hebben. Steentjes terug in het buideltje.
groep 3&4
Hoi, wij zijn Sprinkhaan en Mier. Wij hebben iets leuks verzonnen: jullie gaan op Kriebelbeestjes-safari….! Wat moet je daarvoor doen? Kriebelbeestjes vangen.
doe-opdracht; potjes, schepjes.
Ga kriebelbeestjes (± 3) zoeken tussen de struiken, op of ín de grond.
Geef ieder een potje met schepje. Beestjes in potje met zo min mogelijk blaadjes, modder, takjes ed. Laat ze een paar minuten zoeken. Wijs aan hoever ze mogen gaan. Ieder klein beestje is goed. Roep de kinderen weer bij elkaar. Laat ze in een cirkel staan. Potje dicht, eigen kriebelbeestjes bekijken. Bespreek wat ze zien: hebben ze allemaal poten, vleugels etc. Hoeveel poten, hoeveel vleugels, voelsprieten, ogen etc? Welke bijzonderheden kunnen de kinderen zelf noemen. Laat dan de potjes even rondgaan. Dicht laten! Wegwezen!!
Hallo allemaal, mijn naam is Houtworm. Ken je mij eigenlijk wel? Je vindt mij niet zo gemakkelijk hoor! Ik verstop mij graag in oud hout. Daar zit ik dan lekker te smullen, mmmmm En zo komt het dat ik gisteren een spannend verhaal hoorde. Ik heb het maar even opgeschreven, want dan laat ik het jullie voorlezen…… Of wacht even, het is veel leuker als jullie samen het verhaal naspelen. Kijk maar eens in de tas.
Pak zelf de kaart met het verhaal en laat ieder kind een handpop uit de tas nemen. Ga (met sit-upon) op de boomstam zitten. Maak de kinderen duidelijk dat er een rollenspel wordt gespeeld. Ieder kind heeft zijn eigen kriebelbeestje en speelt de rol die daarbij hoort. Lees het verhaal voor en geef de kinderen de tijd om bij het horen van hun eigen kriebelbeestje te reageren.
sprintende kriebelbeestjes: de kleurenbloem
Ga met je eigen potje startklaar om de kleurenbloem zitten. Zit in de tas. Eens kijken hoe snel ze zich uit de voeten maken! Waar let je op: wie is het snelste? Loopt ie, vliegt ie, kronkelt ie of zijn erbij die net doen of ze dood zijn?
Kiep tegelijk het potje in het midden van de bloem om. Reageer op wat er gaat gebeuren.
groep 3&4
Aangenaam kennis met je te maken, mijn naam is Pier. Zoals je weet zit ik veel onder de grond. Ik ben blind maar kan heel goed horen en voelen. Als het regent kom ik snel naar boven, anders verdrink ik. Dan luister ik naar het vallen van de regendruppels. Na zo’n buitje voelt de modder lekker zacht. Kunnen jullie ook goed horen en voelen als je blind bent? Het is echt niet eng hoor!!!! Ga maar even zitten en zet een masker op.
Kinderen gaan zitten op de stammetjes. Laat ze de maskers opdoen en stil zijn. Streel, prik, kriebel met één voelobject over alle handen, Geef ze de tijd om het te ervaren. Laat ze weer stil zijn voor ieder nieuw object! Laat geurtjes ruiken en geluiden horen. Extra opdracht: Maskers af, allemaal een insekt zoeken en over de hand laten kruipen.
Goedendag, ik ben Tonnetje Bladluis. Ik word zo genoemd omdat ik zo rond en dik ben als een tonnetje. Ik ben namelijk heel erg lui, ik eet alleen maar de hele dag. Het heeft wel als nadeel dat je erg dik wordt. Als ik mezelf vol prop met eten ga ik daar van zweten. En gisteren gleed ik uit over mijn eigen luizenzweet. Dat ken je wel, dat is die lekkere plak op de auto of op je tuinstoel. Maar goed, ik viel dus en toen werd ik bijna opgegeten door het lieveheersbeestje. Die lust mij wel rauw! Toen ben ik maar snel naar huis gegaan. Ik zou wel eens willen weten wat al die kriebelbeestjes eten, dan voel ik mij een stuk veiliger. Weten jullie het?
Maak duo-combinaties met de kaartjes: het kriebelbeestje met zijn voedsel. Soms is een kriebelbeestje zelf voedsel (prooidier)! (Er kunnen kaartjes overblijven) Verzin daarna zelf kleine voedselketens. Wat zou op de kaart ervóór (voedsel) of erná (roofdier) kunnen staan? Dit document is NIET nodig tijdens uw bezoek.
Biesbosch Bezoekerscentrum Staatsbosbeheer Biesboschweg 4 | 4924 BB | Drimmelen Tel: 0162-690484 (afdeling educatie) 0162-682233 (algemeen nummer) E-mail:
[email protected]
groep 3&4