ALGEMEEN DEEL
& SPECIFIEK DEEL: Werkplan Zorg subverband 2.01 Werkplan Zorg subverbanden 2.03 en 2.11
Groningen, maart 2007 Ludo Abbink, coördinator subverband 2.01 (BaO) Harold Bal, coördinator subverband 2.01 (SBO) Marga Teelken, coördinator subverbanden 2.03 en 2.11 (BaO) Susanne de Wit, beleidsmedewerker onderwijs gem.Groningen
1 WSNS Zorgplan Samenwerkingsverband Stad & Ommeland Groningen Algemeen deel 2007-2011
INHOUD
A.
ALGEMEEN DEEL
1.
Inleiding
1.1 1.2 1.3 1.4
Het WSNS zorgplan 2007-2011 “Stad en Ommeland Groningen” WSNS in een notendop Wettelijk kader WSNS en de kentering
2.
Samenwerkingsverband “Stad & Ommeland Groningen”
2.1 2.2
De partners in het samenwerkingsverband Inrichting, organisatie en kengetallen van het samenwerkingsverband
3.
Visie op zorg
4
Gezamenlijke koers en zorgstructuur tot nu toe
4.1 4.2
Gezamenlijke koers De zorgstructuur
5.
Koersverandering: op weg naar zorgplicht en Passend Onderwijs
5.1 5.2 5.3 5.4
Vernieuwing van de zorgstructuur in het funderend onderwijs De zorgketen begint in de klas en daarvoor… De regioketen: samenwerken aan een zorgcontinuüm Handelings Gericht Werken (HGW)
6.
De hoofdlijnen van beleid voor planperiode 2007-2011.
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
Passend Onderwijs De interne begeleiding op de basisscholen Deskundige leerkracht centraal, zorg in de klas De positionering van het SBO Pilot Warme overdracht Primair Onderwijs- Voortgezet Onderwijs (PO-VO) Kwaliteitszorg SWV “Stad en Ommeland Groningen”: invoering Zelfevaluatiekader (ZEK)
7
Grote lijnen van activiteiten voor de komende vier jaren die in de jaarlijkse Werkplannen Zorg concreet worden uitgewerkt
7.1 7.2 7.3
Op groepsniveau en schoolniveau Op niveau van het SWV Op bovenschoolsniveau
8
Bekostiging WSNS
8.1 8.2 8.3
Algemeen Overdrachtsverplichting Overzicht van zorgformatie: zie supplementen
9.
Bijlagen
9.1 9.2 9.3 9.4
Namen en adressen van deelnemende scholen voor primair onderwijs Participerende besturen en bestuurlijke eenheden Samenwerkingsverband “Stad & Ommeland Groningen”: Inrichting, organisatie en organogram Verklarende woordenlijst
B.
SPECIFIEK DEEL supplementen bij het algemeen zorgplan
1.
Werkplan Zorg subverband stad Groningen (2.01) Werkplan Zorg subverbanden Haren-Tynaarlo/Eelde (2.03) en Noord-Groningen 2.11)
2.
2 WSNS Zorgplan Samenwerkingsverband Stad & Ommeland Groningen Algemeen deel 2007-2011
1.
Inleiding
1.1 Het WSNS zorgplan 2007-2011 “Stad en Ommeland Groningen” In dit zorgplan van het WSNS samenwerkingsverband “Stad en Ommeland Groningen” wordt richtinggevend beleid voor de periode 2007-2011 op hoofdlijnen weergegeven. Dit zorgplan bouwt voort op het beleid, zoals dit in de afgelopen periode 2003-2007 vorm heeft gekregen. De bouwstenen voor toekomstig beleid zijn door de scholen en via de werkgroep “Samen Leren”, de coördinatiegroep en de beleidsgroep aangeleverd. Er is uiteraard ook gebruik gemaakt van de recente richtinggevende beleidsadviezen die vanuit het ministerie van onderwijs zijn gedaan met betrekking tot Passend Onderwijs. In april en mei 2006 zijn daartoe per subverband informatiebijeenkomsten georganiseerd. Verder is in gesprekken met verschillende schoolbesturen de visie op Passend Onderwijs globaal in kaart gebracht. Op basis van dit meerjarenzorgplan wordt jaarlijks een Werkplan Zorg per subverband opgesteld met daarin zo concreet mogelijk de activiteiten en de te behalen resultaten. 1.2 WSNS in een notendop Al meer dan tien jaar wordt in het kader van Weer Samen Naar School (WSNS) gewerkt aan het vergroten van de zorgbreedte van het basisonderwijs. Het doel hiervan is, dat basisscholen beter in staat zijn om onderwijs te geven dat aansluit bij de speciale behoeften van alle leerlingen. Met andere woorden: basisscholen werken aan adaptief onderwijs. Daarmee wordt tevens beoogd dat basisscholen minder leerlingen verwijzen naar het speciaal basisonderwijs (SBO) en het speciaal onderwijs(SO) oftewel de regionale expertisecentra (REC’s). Basisscholen en SBO-scholen nemen verplicht deel aan WSNS samenwerkingsverbanden, waarbinnen op verschillende niveaus een zorgstructuur is gecreëerd. 1.3. Wettelijk kader. Vanaf 1 augustus 1998 voorziet de Wet op het primair onderwijs (WPO) in regelgeving voor basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs, ofwel het primair onderwijs. Het Weer Samen Naar School beleid is hierin opgenomen. Artikel 18 van deze wet bepaalt dat elk samenwerkingsverband zich ten doel moet stellen een samenhangend geheel van zorgvoorzieningen binnen en tussen basisscholen en in samenwerking met speciale scholen voor basisonderwijs te realiseren en wel zodanig dat zoveel mogelijk leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken. In het werkplan zorg wordt jaarlijks vermeld hoe de subverbanden deze doelstelling wil bereiken. Het realiseren van een samenhangend geheel van zorgvoorzieningen is een continu proces van: - consolideren van datgene wat we willen behouden en waar mogelijk en nodig te verbeteren of uit te bouwen - aanpassing aan of invoering van nieuwe ideeën, (wettelijke) voorschriften en maatschappelijke veranderingen. 1.4 WSNS en de kentering Bij de start van Weer Samen Naar School (WSNS) in 1992 was het nieuw om als scholen en besturen in de praktijk samen te werken om gezamenlijke beleidsdoelen met betrekking tot de zorg voor leerlingen met problemen te bereiken. In het afgelopen decennium is de bestuurlijke aansturing van (basis)scholen verzelfstandigd en geprofessionaliseerd. De huidige praktijk laat zien, dat vooral schoolbesturen de regie over de leerlingenzorg in eigen hand nemen, wat ook door de overheid wordt gestimuleerd (deregulering, autonomievergroting). Een belangrijk motief hiervoor is de behoefte aan samenhang en afstemming door samenwerking. Steeds meer voelen bestuurders van onderwijsinstellingen en lokale beleidsmakers de behoefte om de veelheid aan activiteiten die ondernomen worden in het kader van WSNS, onderwijsachterstandenbeleid, Brede Scholen, voorschoolse educatie, de rugzakproblematiek en de taalstimulering in hun samenhang te bekijken en te relateren aan de onderwijsontwikkeling binnen de eigen scholen van dat schoolbestuur. Daarmee is de traditionele vorm van het samenwerkingsverband opnieuw gedefinieerd. Het samenwerkingsverband staat nu voor de uitdaging om de deelnemende schoolbesturen te binden, te boeien en te motiveren om samen te zorgen voor een effectief en efficiënt functionerend netwerk dat in de praktijk bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van onderwijs en in het bijzonder van de leerlingenzorg. Naar de toekomst toe zal het samenwerkingsverband worden ingebed in een brede regionale en provinciale samenwerking die gericht is op de ontwikkeling van een integrale benadering van het onderwijs, waar leerlingenzorg een belangrijk onderdeel van is.
3 WSNS Zorgplan Samenwerkingsverband Stad & Ommeland Groningen Algemeen deel 2007-2011
Het samenwerkingsverband is een netwerkorganisatie; er is sprake van gelijkwaardige partners en van een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor het functioneren van het netwerk. Hierin speelt het proces een belangrijke rol, niet gebaseerd op macht maar op kracht. Deze procesbenadering wordt gekenmerkt door: - het definiëren van gemeenschappelijke vraagstukken voor de aangesloten besturen en hun scholen; - het zoeken naar oplossingen daarvoor, rekening houdend met het perspectief van de betrokkenen
2.
Samenwerkingsverband “Stad & Ommeland Groningen”.
2.1 De partners in het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School (WSNS) Samenwerkingsverband “Stad & Ommeland Groningen” functioneert vanaf augustus 2003. Het is ontstaan uit een bestuurlijke fusie tussen de drie voormalig zelfstandige WSNS samenwerkingsverbanden (2.01, 2.03 en 2.11) en de speciale school voor basisonderwijs (SBO) Groningen. Besloten is om één federatief WSNS samenwerkingsverband op te richten in de vorm van een stichting, opdat het SWV rechtspersoonlijkheid bezit. De drie subverbanden zijn: Ø Subverband stad-Groningen(2.01), bestaande uit: - de openbare basisscholen in de stad Groningen - twee RK basisscholen in de stad Groningen - de basisschool van de Groningse School Vereniging Ø Subverband Haren-Tynaarlo/kern Eelde (2.03), bestaande uit: - de openbare basisscholen in de gemeente Haren - de openbare basisscholen in de gemeente Tynaarlo/kern Eelde - de Jenaplanschool in Haren/Hoogezand en de Vrijeschool Groningen Ø Subverband Noord-Groningen(2.11), bestaande uit: - de openbare en neutraal bijzondere basisscholen in de gemeenten Eemsmond, De Marne en Winsum (Schoolbestuur “tussen Lauwers en Eems”) - zes openbare basisscholen in de gemeente Zuidhorn (Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Zuidhorn) - twee openbare basisscholen in de gemeente Bedum, (Stichting OO Marenland). Voor een overzicht van de deelnemende scholen en participerende besturen wordt verwezen naar bijlage 9.1 en 9.2. In het vorige algemene deel van zorgplan 2003-2007 is beschreven waarom en hoe deze fusie is ontwikkeld en uitgevoerd. Gezien de ontwikkelingen richting Passend Onderwijs zal het samenwerkingsverband gedurende de komende jaren mogelijk oerganisatorisch en qua samenstelling veranderen. Een bredere en regionale samenwerking tussen samenwerkingsverbanden en andere zorginstellingen ligt in het verschiet. 2.2 Inrichting, organisatie en kengetallen van het samenwerkingsverband Vanaf 1998 zijn de inrichting, organisatie en de kengetallen uitvoerig beschreven in het meerjaren zorgplan. In zorgplan 2007-2011 hebben we deze gegevens opgenomen in bijlage 9.3.
3.
Visie op zorg
De ambitie van het samenwerkingsverband is afstemming en samenhang in de zorg op schoolniveau, op lokaal en regionaal niveau te optimaliseren en te continueren op zodanige wijze, dat de leerlingen zich zoveel mogelijk kunnen ontwikkelen binnen het reguliere basisonderwijs in samenwerking met het speciaal (basis) onderwijs, met voorschoolse voorzieningen, het voortgezet onderwijs en andere externe zorgpartners. Afstemming is een concept waarin het bieden van ondersteuning, begeleiding en hulp centraal staat en gericht is op kinderen en hun opvoeders/begeleiders om te komen tot een optimale ontwikkeling binnen de grenzen van ieders mogelijkheden. Het centraal stellen van omgaan met verschillen in de klas is een belangrijke opdracht voor schoolontwikkeling. Scholen zullen meer en meer vanuit een analyse van de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingenpopulatie moeten aangeven wat de leerlingen nodig hebben en met welke verwachte opbrengsten de leerling de school kan verlaten. Afstemming en samenwerking met het voortgezet onderwijs is uitermate belangrijk voor de verdere ontwikkeling van de leerlingen. Schoolontwikkeling binnen het beleidskader van WSNS richt zich daarmee op de kwaliteit van de leerkracht in de klas en het terugdringen van de handelingsverlegenheid bij specifieke zorgleerlingen.
4 WSNS Zorgplan Samenwerkingsverband Stad & Ommeland Groningen Algemeen deel 2007-2011
4
Gezamenlijke koers en zorgstructuur tot nu toe
4.1
Gezamenlijke koers
De WPO vraagt van de basisscholen om het primair proces te versterken door het creëren van een continuüm van zorg. Het doel daarvan is om leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces te laten doorlopen. Het opvangen van zoveel mogelijk leerlingen binnen het reguliere basisonderwijs vraagt om het uitzetten van een gemeenschappelijke koers van het samenwerkingsverband. Het uitzetten van die koers is al in de voorafgaande jaren op gang gebracht.
Het steeds beter tegemoet komen aan verschillen tussen leerlingen, opdat ze zich zoveel mogelijk in het reguliere basisonderwijs kunnen blijven ontwikkelen blijft ook voor de komende vier jaren het centrale thema. Dit uit zich in het streven naar een kwalitatief sterke basisschool met een blijvende en goed opgezette structuur van interne leerlingenzorg. Elke school zal op basis van zijn eigen schoolconcept het onderwijsleerproces verder ontwikkelen in de richting van adaptief onderwijs: onderwijs dat recht doet aan verschillen tussen kinderen en waarbij de individuele situatie en de ontwikkelingskansen van kinderen het aangrijpingspunt van veranderingen zijn. Dat kan op scholen zelf goed georganiseerd worden wanneer ze voldoende mogelijkheden en middelen krijgen om maatwerk aan kinderen te bieden. Daarbij wordt allereerst aandacht besteed aan behoud en verbetering van het goede wat al is ontwikkeld. Het brengen van de zorg naar de leerling zal zoveel mogelijk via de eigen school moeten gebeuren. Leerkrachten én intern begeleiders zullen individueel maar vooral in teamverband de gewenste ontwikkelingen in gang dienen te zetten en uit te voeren. Daarmee is ook het omgaan met verschillen tussen leerkrachten een belangrijk uitgangspunt geworden van het inhoudelijk beleid. Onderwijs op maat door een team op maat is essentieel en daarmee staat professionalisering van basisscholen om goed en passend onderwijs aan leerlingen te bieden hoog op de prioriteitenlijst. Elke school zal vanuit de eigen visie, het eigen niveau van ontwikkeling én op eigen snelheid deze koers op weg naar adaptief onderwijs verder gaan varen. Het behoud van het eigen gezicht van de school blijft belangrijk en geeft herkenbaarheid voor de ouders. Kortom, schoolontwikkeling is een groeimodel, dat ook in de komende jaren verder gestalte zal krijgen. 4.2 De zorgstructuur In het continuüm van zorg binnen ons samenwerkingsverband zijn vijf niveaus te onderscheiden. Het eerste niveau betreft het realiseren van adaptief onderwijs. Schoolontwikkeling is hiervoor de basis en komt tot stand door een stapsgewijze professionalisering van leraren, intern begeleiders en teams. Het ontwikkelen van een onderwijsaanpak die alle kinderen tot hun recht laat komen is in de praktijk niet eenvoudig en vergt lange adem. Niveau twee is de extra zorg in de klas die leraren zelf kunnen geven. Het derde niveau is de speciale zorg na interne begeleiding. Door een systeem van signalering en diagnostisering stelt de school handelingsplannen op en voert ze uit voor leerlingen die extra zorg nodig hebben. Het vierde niveau komt in beeld wanneer de school in handelingsverlegenheid raakt en extern een antwoord zoekt op vragen rond problemen met leerlingen. Het vijfde niveau van zorg is plaatsing op het SBO; hieraan gaat een aanmelding bij de PCL als onafhankelijke beoordelingscommissie vooraf. In ons samenwerkingsverband is deze structuur in elk van de deelverbanden door de jaren heen op eigen wijze ontwikkeld. Het is een begeleidingsmodel, gebaseerd op doorlopende zorg voor de leerling in de basisschool tot het moment waarop de beslissing wordt genomen, dat de leerling andere zorg behoeft dan de basisschool kan bieden. We noemen dit het voortraject. Het is een periode van zorg waarin hulpverlening, tijdig, dicht bij huis en adequaat in diverse vormen door verschillende personen wordt gegeven, zoveel mogelijk in nauw overleg met de ouders. De kern van de zorgstructuur in ons samenwerkingsverband ligt binnen de basisschool zelf. De zorgmiddelen worden zoveel mogelijk ingezet op schoolniveau, omdat daar de extra zorg verleend moet worden. In de loop der tijd en parallel aan de ontwikkelingen is de bovenschoolse zorg gedecentraliseerd. De gemeenten binnen ons samenwerkingsverband hebben te maken met de Wet op de jeugdzorg en zijn daardoor begonnen met samenwerking en afstemming van onderwijs en jeugdzorg in de vorm van zorgadviesteams
5 WSNS Zorgplan Samenwerkingsverband Stad & Ommeland Groningen Algemeen deel 2007-2011
5.
Koersverandering: op weg naar zorgplicht en Passend Onderwijs
5.1 Vernieuwing van de zorgstructuur in het funderend onderwijs Vanaf september 20051,2 zijn nieuwe hoofdlijnen van het onderwijszorgbeleid door het Ministerie van OCW verder uitgewerkt. Met de notitie “Vernieuwing van de zorgstructuur in het funderend onderwijs” dient zich een ingrijpende koerswijziging aan binnen het primair onderwijs. Het streven is de zorgstructuur aan te passen voor méér leerlingen dan onder WSNS en LGF al het geval is. Alle leerlingen moeten “passend onderwijs” in een reguliere schoolsetting kunnen krijgen, waarbij 2010 als streefdatum wordt genoemd. Passend Onderwijs wil de zorg aan kinderen verbeteren en beperkingen vanuit bestaande wet- en regelgeving oplossen. Schoolbesturen (scholen) krijgen zorgplicht en dienen elk kind een passend zorgarrangement aan te bieden, al dan niet via de eigen school. Daarnaast wordt vanuit de Operatie Jong het project ZioS (Zorg in en om de school) uitgewerkt. Centraal daarin staat dat samenwerking tussen verschillende partners uit onderwijs en zorg wordt vergroot en versterkt om de ondersteuning aan leerlingen te verbeteren en te versnellen. 5.2
De zorgketen begint in de klas en daarvoor…
Een zorgketen is een netwerk tussen zelfstandige en tegelijkertijd ook wederzijds afhankelijke partijen. Alleen als die partijen hun activiteiten op elkaar afstemmen kunnen ze hun doelstellingen bereiken. Kenmerkend voor een keten is, dat partijen in hun eentje nooit het gewenste product kunnen leveren: ze hebben elkaar nodig om resultaten te boeken.
De schoolketen De leerkracht basisonderwijs is het startpunt van de schoolketen en speelt een cruciale rol in de ketenverantwoordelijkheid in het samenwerkingsverband. De voorschoolse periode: signaleringsmoment bij uitstek! Natuurlijk, juist in de voorschoolse periode kunnen en moeten al veel problemen gesignaleerd worden. Er zijn diverse instanties, die begeleiders van kinderen van 0-4 jaar hulp bieden en van adviezen voorzien. Om goed te kunnen signaleren dienen ook voorschoolse begeleiders goed geschoold (gecertificeerd) en continu geprofessionaliseerd te worden. In het primair onderwijs verblijven àlle kinderen vanaf hun 4e tot en met hun 12e jaar. Alle instanties en het basisonderwijs moeten samenwerken en afstemmen om de keten van zorg goed gestalte te geven en in stand te houden. De regioketen: samenwerken aan een zorgcontinuüm De samenwerking met externe partners is van groot belang, gezien de ontwikkelingen zoals Operatie Jong (vijf departementen werken samen om de zorg landelijk en provinciaal te stroomlijnen). Bij de samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg zijn veel partijen betrokken, zoals de scholen, de schoolbesturen, de WSNS samenwerkingsverbanden, onderwijsbegeleidingsdiensten, Bureau Jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg, algemeen maatschappelijk werk en politie. Gemeenten en provincie hebben daarbij een sturende rol. Een concreet resultaat van de toenadering tussen onderwijs en jeugdzorg is het zorgadviesteam (ZAT), een team waarin verschillende deskundigen uit de bovenschoolse zorgstructuur zitting hebben. Ze adviseren voorschoolse voorzieningen en scholen over de gewenste zorg voor kinderen met speciale behoeften of over wenselijke externe begeleiding of behandeling. Een ZAT functioneert als vraagbaak voor voorschoolse voorzieningen en scholen en als “doorgeefluik” naar de jeugdzorg en andere zorginstellingen. Handelings Gericht Werken(HGW). Eén-Zorgroute Handelings Gericht Werken is een systematische manier van werken in de school, waarbij de onderwijsbehoefte van de leerling centraal staat. Afstemming, stapsgewijs, planmatig en doelgericht werken op basis van een groepsplan zijn sleutelwoorden. Het is een praktijkbenadering, waarin de intern begeleider een belangrijke rol speelt bij de begeleiding van leerkrachten bij het begrijpen en benoemen van de verschillende onderwijsbehoeften van de leerlingen in de groep en plannen en realiseren van een onderwijsaanbod voor deze leerlingen. In Nederland is veel ervaring opgedaan met deze manier van werken. Eén-Zorgroute HGW kan een belangrijke bijdrage leveren aan: - een eenduidig begrippenkader rond onderwijs en zorg en transparante stappen en beslismomenten in de zorg aan leerlingen (omgekeerde ketenbenadering en ketenverantwoordelijkheid)
1 2
“Vernieuwing van de zorgstructuur in het funderend onderwijs”december 2005 “Uitwerkingsnotitie vernieuwing zorgstructuren funderend onderwijs”, september 2006
6 WSNS Zorgplan Samenwerkingsverband Stad & Ommeland Groningen Algemeen deel 2007-2011
- het ontwerpen van een passend onderwijsaanbod, afgestemd op de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen en dus per definitie handelingsgericht van aard. - het spreken van één taal op alle niveaus (groep, school samenwerkingsverband en regio) - afstemming van handelen en ontwikkelrichting van schoolteams en ondersteuners - het stimuleren van en vormgeven aan samenwerking in de regio.
6.
De hoofdlijnen van beleid voor planperiode 2007-2011.
6.1 Passend Onderwijs Algemeen gesproken vinden de basisscholen van ons samenwerkingsverband, dat eigenlijk alle kinderen in hun eigen buurt of dorp naar school zouden moeten kunnen. De voorwaarden die daarvoor nodig zijn moeten worden uitgebreid: kleine klassen, voldoende tijd, deskundigheidsbevordering/professionalisering, onderwijsassistentie, ruime gebouwen, deskundigheid op locatie en voldoende specifieke methoden, materialen en middelen. Bewerkstelligen van Passend Onderwijs zal daarom gepaard moeten gaan met uitstekende facilitering in personele, materiële en huisvestingssfeer. Leerkrachten en scholen geven aan vooral moeite hebben met kinderen met gedragsproblemen. 6.2 De interne begeleiding op de basisscholen. De interne begeleider vervult in de zorgstructuur op de scholen een essentiële rol. Op weg naar Passend Onderwijs zijn consolidatie en optimalisering van de interne begeleiding in de komende jaren belangrijke aspecten van het beleid van het samenwerkingsverband. Een stevige kwaliteitsimpuls door: - adequate gecertificeerde opleiding/scholing van (toekomstige) intern begeleiders, zodat de kwaliteit van interne begeleiding op school geborgd is - binnen de individuele school afspraken maken over structureel maken van interne begeleiding qua tijd en functionering 6.3 Deskundige leerkracht centraal, zorg in de klas. Het centraal stellen van het primaire proces, waarbij de driehoek leerling-leerkracht-leerstof, doorslaggevend is voor het welslagen van het omgaan met verschillen in de klas wordt voor de jaren 2007-2011 het belangrijkste onderwerp. Dat betekent, dat de leerkracht naast coach, ook als deskundige vakleerkracht optreedt, die ook leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, zoals leerlingen die voorheen naar S(B)O werden verwezen, in hun eigen reguliere schoolklas kan opvangen. De leerkracht in het basisonderwijs is, blijft en wordt nog meer de centrale spil van het onderwijsleerproces; de leerkracht, die zichzelf steeds verder professionaliseert zodat (op termijn) ook kinderen met specifieke behoeften het reguliere basisonderwijs kunnen volgen. Daartoe dienen we die leerkracht goed te faciliteren en professionalisering aan te bieden. Hiermee is de link naar Integraal personeelsbeleid (IPB) gelegd. De koersverandering heeft dus alles te maken met integraal personeelsbeleid (IPB) en schoolontwikkeling. Ook de schoolorganisatie zal de nodige veranderingen ondergaan. Het is daarom noodzakelijk alle leerkrachten te betrekken bij beleidsontwikkeling en beleidsprocessen, want de basisschool maak je als team. Dus “leerkracht centraal, zorg in de klas” is een individuele én een gezamenlijke uitdaging. 6.4 De positionering van het SBO Het Openbaar SBO de Bekenkamp, met drie vestigingen in de stad Groningen is onderhevig aan veranderingen. Door de ontwikkeling naar passend onderwijs in het samenwerkingsverband moet het SBO ook haar positie herzien. Het SBO heeft altijd een functie gehad in het opvangen en begeleiden van leerlingen voor wie het niet vanzelf gaat. Bij de jongere kinderen is er veelal sprake van een algemene ontwikkelingsachterstand, meestal in combinatie met spraak-taal problematiek. Bij de oudere kinderen is er bijna altijd sprake van brede achterstanden in het schoolse leren. Bij ongeveer 80% van de kinderen is er sprake van inadequaat schoolgedrag; overactiviteit en/of moeilijk hanteerbaar gedrag, of er is sprake van onderactiviteit en/of gesloten gedrag en sociaal isolement. Het doel van een WSNS samenwerkingsverband is het realiseren van een samenhangend geheel van zorgvoorzieningen, dusdanig dat voor elke leerling een passend onderwijsaanbod geboden wordt. De aanvullende rol van het SBO is om concrete voorzieningen in de zorgstructuur van het SWV vorm te geven. Het gaat daarbij om de volgende ambities:
7 WSNS Zorgplan Samenwerkingsverband Stad & Ommeland Groningen Algemeen deel 2007-2011
- het creëren van voorzieningen (gepositioneerd tussen reguliere zorg en opvang) op basisscholen, de zogenaamde Tijdelijke Opvang Groepen (TOG); deze voorzieningen structureel maken en uitbreiden naar basisscholen in de regio. Hier kunnen BaO en SBO nauw samenwerken, - het zoeken naar verfijningen van de TOG’s opdat een breed en gevarieerd aanbod beschikbaar komt, - het voorkomen dat een leerling tussen wal en schip valt. Er dient altijd een plek voor een leerling te zijn als er door een acute situatie geen plaats is in de eigen school, - het nader uitwerken en implementeren van het model “Zorgteam in de school” met als doel het versterken van het zorgsysteem door middel van een vroegtijdige signalering, het bieden van een effectief hulpaanbod en een betere afstemming met externe hulpverleners, - het onderzoeken van de mogelijkheid om een onderwijszorgcentrum te ontwikkelen, gekoppeld aan het SBO. Met deze ambities krijgt het SBO Groningen naar de toekomst toe een drietal functies: 1. De oorspronkelijke lesplekfunctie, voor kinderen die het op de reguliere basisschool niet redden. Er blijft een doorlopende lijn gr. 1 t/m 8. Wellicht kan bekeken worden of er regionaal TOG groepen of varianten daarvan in te richten zijn. Het handelingsgericht werken zal vanuit ontwikkelingsperspectief bekeken worden. 2. De schakelfunctie. Er worden tijdelijke schakelingen (flexibel en op maat) ontwikkeld. Daarbij gaat het om de volgende zorgelementen: a. Gezamenlijke voorziening voor crisisopvang. Wanneer een school in ernstige handelingsverlegenheid zit met een kind, dan moet de leerling direct geplaatst kunnen worden op het SBO voor een “time-out” periode. Dit in overleg met en te regelen via de PCL. Een belangrijk criteria is wel dat er bij een plaatsing op het SBO sprake moet zijn van een ontwikkelingsperspectief. b. Tijdelijke SBO-plaatsing, via de PCL, met terugkeerperspectief en gekoppeld aan ambulante begeleiding. Er is dan sprake van een tijdelijke plaatsing van 3 maanden, 6 maanden of een jaar. De rol van de PCL wordt daarmee uitgebreid. Het samenwerkingsverband zal de discussie over de nieuwe taak nog intern en met de PCL voeren. c. Schakelgroepen voor het jonge risicokind. Voor sommige kleuters is een veilige, kleine setting gewenst om tot ontwikkeling te komen. Binnen het SBO Groningen is een “iobk-achtige” setting ingericht, waarvan basisscholen gebruik kunnen maken als schakeltraject. Dit model kan ook door andere scholen worden overgenomen. 3. De expertisefunctie voor (extra) begeleiding van zorgleerlingen in het basisonderwijs; - ambulante begeleiding voor geschakelde leerlingen - werkvloerondersteuning van leerkrachten basisonderwijs door SBO personeel - preventieve ambulante begeleiding ter ondersteuning van een TOG - screening en ondersteuning bij intake van kleuters; zo vroeg mogelijk in beeld krijgen wat de zorgleerlingen zijn en daar een begeleidingsplan op zetten - algemeen: vraaggestuurd werken voor het basisonderwijs van 2.01, 2.03 en 2.11. Daartoe aansluiten bij bestaande Zorgadviesteams in stad en regio. In aansluiting op de expertisefunctie gaan we het komende schooljaar onderzoeken of de ontwikkeling van een onderwijszorgcentrum zowel in de praktijk als financieel haalbaar is. Het onderwijszorgcentrum moet een netwerk zijn van hulpverleners (psycholoog, logopedist, maatschappelijk werkende, jeugdhulpverlener, enz.). Bij de ontwikkeling van het zorgcentrum is de afstemming met andere zorgverleners (Wet Maatschappelijke Ontwikkeling) van groot belang. Juist dan kan het zorgcentrum uitgroeien tot een centrum waar niet alleen onderwijs (op maat) voor (bijna) alle leerlingen wordt gegeven, maar waar ook ondersteuning kan worden verleend aan ouders, scholen (ambulante begeleiding).Het inrichten van een zorgcentrum in de stad Groningen én in de regio, waarbij het SBO mee participeert in een zorgvoorziening kan ertoe bijdragen dat de zorg wordt verstevigd en dat “thuisnabij” onderwijs meer dan nu het geval is vorm kan worden gegeven. Belangrijk is dat het zorgcentrum niet leidt tot een nieuwe "laag", waarbij meer tijd gaat zitten in overleg dan het daadwerkelijk hulp bieden aan scholen bij leerlingen met extra zorg. In de ontwikkelingsfase van expertise zal de samenwerking met cluster 2,3 en 4 scholen verder worden uitgewerkt. Er zijn in het schooljaar 2006-2007 richtinggevende afspraken gemaakt rond concrete samenwerking tussen de ambulante begeleiders van de verschillende clusters en het SBO. De stuurgroep ‘Stabin’ (= stuurgroep ambulante begeleiding inclusief) komt met een nadere uitwerking.
8 WSNS Zorgplan Samenwerkingsverband Stad & Ommeland Groningen Algemeen deel 2007-2011
6.5 Pilot Warme overdracht Primair Onderwijs- Voortgezet Onderwijs(PO-VO) De afgelopen vier jaar is een protocol “warme overdracht” voor de overgang van PO naar VO ontwikkeld. In de komende zorgplanperiode ligt de nadruk op implementatie én jaarlijkse evaluatie plus eventuele bijstelling. 6.6
Kwaliteitszorg SWV “Stad en Ommeland Groningen”: invoering Zelfevaluatiekader (ZEK) Kwaliteitszorg vormt een belangrijk onderdeel van de strategische beleidsvorming en planning. Kwaliteitszorg betekent aandacht voor alle activiteiten die er op gericht zijn om informatie te verzamelen over de kwaliteit en de factoren die erop van invloed zijn. Het is geen statisch gegeven maar is voortdurend onderwerp van reflectie en dialoog tussen alle geledingen binnen ons samenwerkingsverband. De meerwaarde van het samenwerkingsverband ligt vooral op het verbeteren van de kwaliteit van de zorgstructuur en het onderwijs door de scholen te ondersteunen bij hun professionalisering. Het samenwerkingsverband zal continue moeten werken aan het behouden en onderhouden van de kwaliteit van de zorg binnen het verband. In dit kader is het essentieel beleid te ontwikkelen over de aansturing van de kwaliteitszorg, inclusief monitoring en borging. Voor het formuleren van verbeteractiviteiten die aansluiten bij de beginsituatie dient het samenwerkingsverband beleid te voeren op basis van een sterkte-zwakte analyse en daarmee samenhangende kwaliteitsprofielen. De Rijksinspectie hanteert de volgende indicatoren met betrekking tot de kwaliteitszorg van het samenwerkingsverband: 1. Het systeem voor kwaliteitszorg is in het zorgplan beschreven. 2. De recente zorgkwaliteit van de (speciale) basisscholen is beschreven. 3. De visie op de te bieden zorg en te behalen resultaten is geformuleerd. 4. Er wordt gericht gewerkt aan verbetering van kwaliteit. 5. Er worden instrumenten gebruikt om de verbetering te evalueren en te borgen. Om te kunnen sturen, monitoren en te borgen dient het samenwerkingsverband over daartoe geëigende instrumenten te beschikken. De subverbanden van samenwerkingsverband Stad & Ommeland hanteren daarom met ingang van het schooljaar 2007-2008 het instrument “Zelfevaluatiekader (ZEK) Samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School”. ZEK biedt een kader en instrumenten voor de kwaliteitszorg, zelfevaluatie en visitatie van de leerlingenzorg ten behoeve van het kwaliteitsbeleid in samenwerkingsverbanden WSNS. ZEK sluit inhoudelijk aan bij het toezichtskader van de inspectie. Centraal staan de kwaliteit van de voorzieningen voor bovenschoolse zorg, de kwaliteit van de activiteiten binnen het samenwerkingsverband en de kwaliteit van de opbrengsten van de zorg.
7
Grote lijnen van activiteiten voor de komende vier jaren die in de jaarlijkse Werkplannen Zorg concreet worden uitgewerkt.
7.1 Op groepsniveau en schoolniveau Deskundigheidsbevordering en kennisuitbreiding van: de groepsleerkracht met betrekking tot: - typen probleemleerlingen (signaleren en begeleiden) - gedragsproblemen en hoe daarmee om te gaan in de klas - klassenmanagement - handelingsgericht werken - afstemming leerlijnen en zorglijnen de intern begeleider - alle (toekomstige) intern begeleiders zijn in 2011 gecertificeerd. Handelingsgericht Werken en de één-zorgroute vormen een belangrijk onderdeel. 7.2 Op niveau van het SWV - leerkracht centraal, zorg in de klas” betekent ook facilitering leerkrachten. - facilitering intern begeleders dient behouden te blijven - handhaven overleg coördinatoren op provinciaal niveau
9 WSNS Zorgplan Samenwerkingsverband Stad & Ommeland Groningen Algemeen deel 2007-2011
7.3 Op bovenschools niveau. - Starten met overleg door schoolbesturen tussen PO, VO en REC’s3 over Passend Onderwijs. Een dergelijk overleg wordt t.z.t. wettelijk verplicht gesteld. Samenwerking met het SBO - Het is van belang, dat de aanwezige expertise in het S(B)O niet verloren gaat. Naar de toekomst toe zal die expertise nog beter ten goede gaan komen aan de basisscholen, opdat zij op termijn hun taken in de richting van Passend Onderwijs adequaat kunnen vervullen. Samenwerking op provinciaal niveau Naar de toekomst toe is een goede en gedegen zorgstructuur nodig op provinciaal Groninger niveau, waarbij alle voorschoolse voorzieningen, samenwerkingsverbanden, REC’s, jeugdzorginstellingen, gemeenten en de provincie adequaat, effectief en efficiënt samenwerken. De eerste aanzetten hiervoor zijn er al in de vorm van een provinciaal platform van WSNS coördinatoren. WSNS Voortgezet Onderwijs, REC 3 en RENN4 participeren hierin. Vanuit dit overleg is het concept Digitaal Overdrachts Dossier(DOD) ontstaan, waaraan ons samenwerkingsverband actief zal blijven deelnemen.
8 Bekostiging WSNS 8.1 Algemeen Elk samenwerkingsverband heeft - wettelijk verplicht - een Centrale Dienst als financieel administratief centrum. De overheid kent hieraan de zorgmiddelen toe. De taak van de Centrale Dienst is om de zorgmiddelen van het SWV te beheren en te verdelen op basis van gemaakte afspraken in het zorgplan. Ook de algemene kosten voor de PCL, het grensverkeer, de overdrachtskosten, de kosten voor boventallig personeel en de groeiopslag SBO worden door de Centrale Dienst voor de drie subverbanden verrekend. Per subverband blijven er vrij te besteden middelen over. Die worden in de subverbanden 2.03 en 2.11 beheerd door een eigen penningmeester. In de komende planperiode zal ook subverband 2.01 een penningmeester aanstellen. 8.2 Overdrachtsverplichting Het Rijk bekostigt het SBO voor 2% van het totaal aantal leerlingen van het samenwerkingsverband. Als het aantal leerlingen op het SBO groter is dan 2%, dan moet het SWV het surplus bekostigen (de zogenaamde overdrachtsverplichting). 8.3 Overzicht van zorgformatie Vanaf 1998 geeft de Centrale Dienst jaarlijks een overzicht van het zorgbudget van het totale samenwerkingsverband, waarin ook de beschikbare vrije middelen voor de drie subverbanden worden aangegeven. Dit overzicht vorm zodoende het uitgangspunt voor de begrotingen van de drie subverbanden. Het overzicht wordt in twee schema’s weergegeven: - een algemeen overzicht van inkomsten en uitgaven voor het totale samenwerkingsverband . Hieruit wordt duidelijk wat er in totaal aan zorgbudget binnenkomt, wat er voor het SBO moet worden gereserveerd, welke de gezamenlijke verplichtingen zijn en tenslotte wat er voor de drie subverbanden overblijft. - een specifiek overzicht per subverband waarin boventalligheid wordt aangegeven en de vrij te besteden middelen voor de basisscholen van het betreffende subverband. De toekenning van middelen door de overheid (Cfi) aan een WSNS samenwerkingsverband is gekoppeld aan het aantal leerlingen op de scholen per 1 oktober van een jaar. Het deelnamepercentage en het verwijzingspercentage veranderen jaarlijks, omdat het leerlingenaantal op de basisscholen en het aantal aanmeldingen van leerlingen bij de PCL verandert. Het overzicht Zorgformatie “Stad en Ommeland Groningen” én de begroting van de drie subverbanden worden daarom niet in het meerjaren zorgplan 2007-2011, maar jaarlijks in het werkplan zorg van elk subverband opgenomen.
3
Zie: “Notitie juridische vertaling Passend Onderwijs”, Ministerie OCW van januari 2007.
10 WSNS Zorgplan Samenwerkingsverband Stad & Ommeland Groningen Algemeen deel 2007-2011
9.
Bijlagen
9.1 9.1.1
Namen en adressen van deelnemende scholen voor primair onderwijs Subverband stad Groningen
Openbaar Onderwijs Annie M.G.Schmidt (16ZU)
Jacob van Ruysdaelstraat 2 A, 9718 SC Groningen Radiumstraat 2A, 9743 SP Groningen
050-3121718 050-5774720
Beyumkorf (17EC),
Jaltadaheerd 53, 9737 HC Groningen
050-5418350
Boerhaave (17MF)
Semmelweisstraat 8, 9728 NB Groningen
050-5250113
Borgmanschool (17JG)
Jacobijnerstraat 10, 9712 HZ Groningen
050-3131575
Brederoschool (17NI)
Ina Boudierplantsoen 3, 9721 XA Groningen
050-5252767
De Catamaran (17EW)
Vaargeul 117, 9732 JS Groningen
050-5413297
De Ploeg (17QQ)
Zuiderweg 70/3, 9744 AP Groningen
050-5375238
De Vlint (17AH)
Siersteenlaan 480, 9743 EZ Groningen
050-3024050
De Doefmat (17DS)
Isebrandtsheerd 96, 9737 LK Groningen
050-5496332
De Driebond (17RS)
Engelberterweg 38, 9723 EM Groningen
050-5490522
J. Haydnschool (17NT)
Haydnlaan 102, 9722 CL Groningen
050-5250591
Karrepad (17BW)
Molukkenstraat 1, 9715 NR Groningen
050-5770765
1e Openb. Montessorischool (16NF)
Wibenaheerd 358, 9736 NB Groningen
050-5414332
Oosterhoogebrugschool (17DI)
Madeliefstraat 2, 9731 CB Groningen
050-5410234
Siebe Jan Boumaschool (17CY)
Oliemuldersweg 47, 9713 VA Groningen
050-3129427
Pendinghe (16UG)
Eikenlaan 288/7, 9741 EW Groningen
050-5772057
De Starter (17SR)
Parkweg 128, 9727 HD Groningen
050-5290267
De Swoaistee (17FG)
Kiel 7, 9733 EB Groningen
050-5494118
De Tweemaster (17FX)
Valreep 69, 9732 EJ Groningen
050-5411410
Sweelincklaan 4, 9722 JV Groningen
050-5270818
Michaëlschool (18FV)
Butjesstraat 8, 9712 EW Groningen
050-3125282
Bisschop Bekkersschool (18LM)
Siriusstraat 1, 9742 KT Gtroningen
050-5779506
Neutraal Bijzonder Onderwijs Groningse School Vereniging (07WT) Rooms Katholiek Onderwijs
SBO Groningen Openbaar SBO Groningen / Bekenkampschool(19VC) Hoofdvestiging
Locatie Blekerslaan 1, 9724 EJ Groningen
050-3137473
Nevenlocatie
Wilgenlaan 1, 9741 BX Groningen
050-5714046
Nevenlocatie
Travertijnstraat 2, 9743 SZ Groningen
050-5714614
9.1.2
Subverband Haren-Tynaarlo/kern Eelde
Gemeente Tynaarlo (kern Eelde) Centrumschool (18 NM) Paterswolde-Noord (18 OV) OBS Eelde (18 MB) De Ekkel (18 QA), De Kooi (18 RC)
Schoollaan 18, 9765 AC Paterswolde Groningerweg 8, 9765 TB Paterswolde Esweg 21, 9761 EN Eelde Jan Steenweg 1, 9761 HJ Eelde Kooistukken 86, 9761 JZ Eelde
050 050 050 050 050
309 309 309 309 309
4324 4237 4271 4407 4437
Gemeente Haren Brinkschool (13 AL) De Wissel (12 DC) De Linde (11 HB) De Meent (12 ME) De Rieshoek (12 UF)
Oude Brinkweg 95, 9751 RL Haren Mellenssteeg 16, 9753 HN Haren Hertenlaan 21, 9751 GA Haren Oude Schoolweg 2, 9756 BX Glimmen Zuidlaarderweg 63, 9497 PR Noordlaren
050 050 050 050 050
534 534 534 406 409
7524 7348 5644 1897 2824
Vereniging Jenaplanonderwijs Noord 't Vlot (01 VG) [hoofdvestiging] Postbus 16, 9600 AA Hoogezand Peter Petersenschool [01 VG (08 RV)] Rummerinkhof 6 B, 9751 SL Haren [nevenvestiging] Gemeente Groningen De Vrijeschool (10 KE) Postbus 598, 9700 AN Groningen Bezoekadres Merwedestraat 41, 9725 KA Groningen
0598 32 3082) 050 535 0566
050 525 1663
11 WSNS Zorgplan Samenwerkingsverband Stad & Ommeland Groningen Algemeen deel 2007-2011
9.1.3
Subverband Noord-Groningen
Stichting Openbaar Onderwijs Marenland gemeente Bedum OBS R.A.Venhuisschool (10DS),
Van Berumstraat 2, 9785 BG Zuidwolde
050-3013335
OBS Togtemaarschool (08IB)
Postbus 75,9780 AB Bedum
050-3013784
Schoolbestuur L&E in de gemeente De Marne OBS De Octopus (19KB) Hunse 2, 9967 PS Eenrum
0595-942080
OBS Mandegoud (18HF)
Halsemastraat 6 , 9977 SE Kloosterburen
0595-481747
OBS Lydinge (07GX)
Postbus 10, 9965 ZG Leens
0595-572257
OBS De Getijden (19LH)
Frederiksoordweg 26 D, 9968 AL Pieterburen
0595-528520
OBS Akkerwinde (18MU)
Postbus 19, 9970 AA Ulrum
0595-402020
OBS De Weerborg (04 HV)
De Rochefortstraat 14, 9964 AK Wehe den Hoorn
0595-572228
OBS Solte Campe (18LG)
De Schuit 11, 9974 NA Zoutkamp
0595-401566
Schoolbestuur L&E in de gemeente Winsum OBS De Wierde (18EG) Kleinestraat 8, 9774 PN Adorp
050-3061261
OBS De Holm (03FQ)
De Streekweg 41, 9956 PN Den Andel
0595-425080
Nieuwe basisschool Ezinge (06AL)
Van Giffenstraat 38, 9891 BJ Ezinge
0594-628001
OBS Kromme Akkers (03DF)
Hunzeweg 68, 9893 PD Garnwerd
0594-628000
OBS Mathenesse (06DD)
Meymaweg 9 A, 9955 VC Rasquert
0595-423825
OBS De Tiggeldobbe (09GB)
Zadelmakerij 6, 9951 JM Winsum
0595-441831
OBS De Negen Wieken (08FW)
Postbus 51, 9950 AB Winsum
0595-441269
Schoolbestuur L&E in de gemeente Eemsmond OBS Brunwerd (12ED) M.J.Bultenastraat 6, 9981 JB Uithuizen OBS De Schutsluis (11IV) Oldenzijlsterweg 6, 9986 XM Oldenzijl
0595-432148 0595-464313
OBS Janssenius de Vries (18GA)
Postbus 3, 9989 ZG Warffum
0595-422330
OBS Klinkenborg (03DG)
Pastorieweg 6, 9995 PN Kantens
0595-551788
OBS Onnema (06AO)
Onnemaweg 1, 9997 NG Zandeweer
0595-433344
OBS Roodschoul (11UJ)
Postbus 2, 9983 PX Roodeschool
0595-413394
OBS Usquert (03EI)
Burg.Geerlingstraat 2, 9988 SC Usquert
0595-423690
NBS De Sterren (15CG)
Pr.Beatrixstraat 2, 9982 GD Uithuizermeeden
0595-412802
Peperstraat8, 9908 PE Godlinze
0596-581278
+ dep. Godlinze
Gemeente Zuidhorn OBS Mr.H.Goeman Borgesiusschool (03CQ), Kleiweg 1-3, 9831 PL Aduard
050-4031849
OBS De Toermalijn (05ZQ)
Hogeweg 2, 9832 TA Den Horn
050-5515313
OBS De Triangel (19KD)
Kievitsweg 2 A, 9843 HA Grijpskerk
0594-213342
OBS De Molshoop (06DI)
Oosterweg 9 A, 9804 PP Noordhorn
0594-503263
OBS Jan Bierma (18DV)
Schoolstraat 19, 9883 PG Oldehove
0594-591247
OBS De Borgh (03FT)
Boslaan 20 A, 9801 HG Zuidhorn
0594-500486
12 WSNS Zorgplan Samenwerkingsverband Stad & Ommeland Groningen Algemeen deel 2007-2011
9.2
Participerende besturen en bestuurlijke eenheden
Het stichtingsbestuur bestaat uit personen, die op bindende voordracht zijn benoemd uit en door de besturen van de volgende bevoegde gezagsorganen Katholieke Onderwijs Centrale, secr. Vinkenstraat 1, 9713 TA Groningen Groningse Schoolvereniging, Sweelincklaan 4, 9722 JV Groningen Gemeente Groningen, Postbus 268, 9700 AG Groningen Stichting Jenaplanonderwijs Noord, p/a Rummerinkhof 6B, 9751 SL Haren Gemeente Haren, Postbus 21, 9750 AA Haren Stichting De Vrijeschool, Postbus 598, 9700 AN Groningen Gemeente Tynaarlo, Postbus 5, 9480 AA Vries Bestuurscommissie openbaar onderwijs Zuidhorn, Postbus 43, 9800 AA Zuidhorn Stichting openbaar onderwijs Marenland (OO gem. Bedum), Wijmersweg 43, 9919 BJ Loppersum L&E Schoolbestuur voor primair en voortgezet onderwijs tussen Lauwers en Eems, Postbus 11, 9965 ZG Leens Het dagelijks bestuur bestaat uit de volgende leden Voorzitter : Schoolbestuur Lauwers en Eems: Dhr. P. Stuivenvolt a.i. (2.11) Secretaris: Katholiek Schoolbestuur: Dhr. C. Grol (2.01) Penningmeester: Schoolbestuur Openbaar Onderwijs Haren: Dhr. D.Dijsselhof (2.03) Centrale Dienst Dhr. B. Visser
Werkmaatschappij Openbaar Onderwijs (WMOO) gemeente Groningen
De Permanente Commissie Leerlingenzorg bestaat uit de volgende leden Dhr. E. ter Steege, orthopedagoog: voorzitter Dhr. J. Sikkenga, locatieleider SBO Groningen: secretaris a.i. Mw. H.Lempersz, adj. directeur & intern begeleider openbaar basisonderwijs: lid Secretariaat PCL: SBO Groningen / Komenskyschool t.a.v. Mw. L. Reinink Postadres Postbus 2059 Bezoekadres: Wilgenlaan 1, 9704 CB Groningen 9741 BX Groningen ( 050-5714046 De WSNS Beleidsgroep bestaat uit de volgende personen Deelverband stad Groningen Gemeente Groningen Coördinator subverband 2.01 Basisonderwijs Coördinator subverband 2.01 SBO Katholieke Onderwijs Centrale Groningse Schoolvereniging
Mw. S. de Wit, beleidsambtenaar onderwijs Groningen Dhr. L. Abbink Dhr. H. Bal Dhr. C. Grol Dhr. T. Wiegman
Deelverband Haren-Tynaarlo Gemeente Tynaarlo(kern Eelde) Gemeente Haren Bestuur de Vrijeschool Bestuur Jenaplanschool
Dhr. J.Hakze Dhr. J. Bartelds Mw. L. Schrijvers Mw. H. Bakker
Deelverband Noord-Groningen Schoolbestuur Marenland gem. Bedum Mw. L. Korteweg Schoolbestuur L&E (De Marne, Winsum, Eemsmond) Dhr. P. Stuivenvolt a.i. Bestuurscommissie Openbaar Onderwijs Zuidhorn Dhr. H. Frik Cedin-Groningen
Mw. M.Teelken Coördinator subverbanden Haren-Tynaarlo(2.03) en Noord-Groningen(2.11)
13 WSNS Zorgplan Samenwerkingsverband Stad & Ommeland Groningen Algemeen deel 2007-2011
9.3
Samenwerkingsverband “Stad & Ommeland Groningen”: Inrichting, organisatie en organogram
De bestuursvorm, het bestuur en het dagelijks bestuur Als bestuursvorm voor het samenwerkingsverband is in 2003 gekozen voor een vorm met rechtspersoonlijkheid: een federatief verband in de vorm van een stichting. De bestuurlijke inrichting en organisatie is vastgelegd in de statuten. In de statuten wordt ook de procedure beschreven op welke wijze het zorgplan wordt vastgelegd. De coordinatoren van de deelverbanden stellen in overleg met de betreffende coördinatiegroep het concept zorgplan op, waarna het voor advies wordt voorgelegd aan de directies van de scholen en voor instemming aan de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden. Het bestuur van het samenwerkingsverband stelt het zorgplan uiteindelijk definitief vast, waarna het naar de rijksinspectie wordt verzonden. Het bestuur van het SWV draagt de eindverantwoordelijkheid voor de vaststelling en uitvoering van het zorgplan, stelt de begroting en de jaarrekening vast en onderhoudt de contacten met het Ministerie van OC en W, de inspectie en andere officiële instanties. Het bestuur kiest uit zijn midden een dagelijks bestuur bestaande uit drie personen, een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Daarbij wordt rekening gehouden met een vertegenwoordiging uit de drie subverbanden. Voor namen en adressen van participerende besturen en bestuurlijke eenheden wordt verwezen naar bijlage 9.2. De Centrale Dienst Elk samenwerkingsverband is verplicht een Centrale Dienst in te stellen als administratief centrum en heeft een Brinnummer. De overheid kent hieraan de zorgmiddelen toe. De taak van de centrale dienst is om de zorgmiddelen van het SWV te beheren en te verdelen op basis van gemaakte afspraken in het zorgplan. De Centrale Dienst berekent het deelnamepercentage op basis waarvan de zorgmiddelen aan het SBO en de subverbanden worden overgedragen. Ook de algemene kosten voor de PCL, het grensverkeer, de overdrachtskosten, de kosten voor boventallig personeel en de groeiopslag SBO worden door de Centrale Dienst voor de drie subverbanden verrekend. Een wettelijke geschillenregeling zorgt voor een deugdelijke rechtsbescherming van de individuele schoolbesturen. De administratieve taak van de Centrale Dienst wordt uitbesteed aan de Werkmaatschappij Openbaar Onderwijs (WMOO) van de gemeente Groningen, die daartoe wordt gefaciliteerd. De Permanente Commissie Leerlingenzorg(PCL) en het Onderwijskundig Rapport De kerntaak van de PCL Conform artikel 13e van de WPO is de wettelijke kerntaak van de PCL de beoordeling van de toelaatbaarheid van een kind tot de speciale school voor basisonderwijs (SBO) in het eigen samenwerkingsverband. De PCL is daarmee een uitvoeringsorgaan van het SWV. Een beslissing over toelaatbaarheid is niet dezelfde als een beslissing over toelating. De laatste wordt genomen door het bevoegd gezag van het SBO. Binnen de zorgstructuur van het SWV is in het voortraject al voorzien in de begeleidingsfunctie, de onderzoeksfunctie, de adviesfunctie en de interne afstemmingsfunctie. Daarom is gekozen voor de zogenaamde smalle taakstelling van de PCL, in overeenstemming met de wet- en regelgeving op dit punt. De PCL is een aparte kleine commissie, die een onafhankelijk en objectief oordeel geeft, verder van de scholen afstaat en zich aan het einde van het zorgtraject bevindt. Naast deze kerntaak is de commissie belast met evaluatie en met registratie van het grensverkeer. De samenstelling van de PCL De PCL bestaat uit drie leden: een onafhankelijke voorzitter, een vertegenwoordiger uit het basisonderwijs en een vertegenwoordiger uit het SBO. De PCL krijgt administratieve ondersteuning vanuit het SBO. Voor namen en adressen van de leden van de PCL wordt verwezen naar bijlage 9.2. De aanmelding bij de PCL door middel van het Onderwijskundig Rapport Officieel vragen de ouders om een beslissing van de PCL over de toelaatbaarheid van hun kind tot het SBO. In de praktijk wordt dit verzoek meestal door ouders en basisschool gezamenlijk ingediend. Voordat er besloten wordt een kind aan te melden is het gehele voortraject doorlopen. In die route naar de PCL wordt onderscheid gemaakt tussen zorg gegeven op groeps-, school- en bovenschools niveau. De niveaus van zorg volgen elkaar op in intensiteit. Ouders en school doen alleen een beroep op de PCL met een verzoek om toelating tot het SBO als zij voor het kind echt geen andere mogelijkheden meer zien. De basisschool stelt een Onderwijskundig Rapport op, waaruit blijkt om welke reden een leerling niet op deze school zou kunnen worden gehandhaafd. Het Onderwijskundig Rapport is een document dat de leerweg van een leerling in kaart brengt. Dit is noodzakelijk om een goede beoordeling mogelijk te maken. Door middel van het Onderwijskundig Rapport krijgt de PCL de kerngegevens uit het voorafgaande diagnostisch proces. Zonodig vraagt de PCL om aanvullende gegevens. Op grond hiervan komt de PCL tot een besluit en stelt zij de ouders per brief op de hoogte van de beschikking en de motivering daartoe. De aanmeldende basisschool ontvangt een afschrift van de beschikking. De PCL neemt in haar handelen de regels van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) in acht. De PCL stelt de ouders op de hoogte van procedures zoals het verzoeken om een "second opinion" bij een andere instantie en van de mogelijkheid tot het indienen van een bezwaarschrift bij de Regionale Verwijzings Commissie (RVC).
14 WSNS Zorgplan Samenwerkingsverband Stad & Ommeland Groningen Algemeen deel 2007-2011
Vanaf september 2005 hanteren alle samenwerkingsverbanden in de provincie Groningen hetzelfde Onderwijskundig Rapport. Alle scholen hebben hiervan een papieren en een digitale versie ontvangen. De PCL doet zelf geen onderzoek, maar baseert zich op de gegevens van het onderwijskundig rapport van de basisschool. Het Onderwijskundig Rapport moet voorzien zijn van de handtekening van de ouders of de voogd. In het rapport geven de ouder of de voogd ook hun visie op de problematiek. Om de rol van de ouders te versterken wordt sinds 1 januari 2001 gewerkt met een ouderformulier, dat ingevuld en ondertekend door de ouders zelf opgestuurd dient te worden.Ook dit document is sinds september 2005 provinciebreed ingevoerd. Het aanmeldingsformulier voor psychodiagnostisch onderzoek bij de onderwijsbegeleidingsdiensten (ABCG en CEDIN) is identiek aan het Onderwijskundig Rapport voor de PCL van de basisscholen. Voor het adres van aanmelding bij de PCL wordt verwezen naar bijlage 9.2 Tijdelijke beschikkingen van de PCL In het jaar 2000 ontstond de wettelijke mogelijkheid voor de PCL om een tijdelijke beschikking af te geven voor 1 of 2 jaar. Het motief hiervoor is dat vooral bij erg jonge kinderen de problematiek in sommige gevallen nog niet helemaal duidelijk is. Het bestuur heeft besloten om de PCL dit recht te verlenen. Op grond van onderwijskundige rapportage vanuit het SBO zal (twee) jaarlijks geëvalueerd worden of de beschikking nog terecht is. Het SBO zal de betrokken ouders of de voogd op dit punt tijdig attenderen op een eventuele nieuwe aanvraag voor aanmelding bij de PCL tegen het eind van de gestelde periode. Het jaarverslag van de PCL De PCL presenteert elk jaar een gedetailleerd jaarverslag, waardoor goed inzicht wordt verkregen in de populatie op het SBO. Door middel van een kwantitatieve en kwalitatieve analyse komen zinvolle aanbevelingen tot stand, waarmee het SWV haar voordeel doet. De Beleidsgroep De beleidsgroep bestaat uit bestuurlijke vertegenwoordigers van de drie subverbanden. In deze groep wordt het gezamenlijk beleid voorbereid op onderdelen zoals: inhoudelijk beleid, personeelsbeleid, bekostiging, de Centrale Dienst, de PCL en het verwijzingsbeleid, WSNS voortgezet onderwijs, provincie, gemeenten en de afstemming en samenwerking met de Regionale Expertise Centra (REC's), Jeugdzorg en andere instellingen. De drie subverbanden en hun coördinatie Elk van de drie regionale subverbanden heeft een coördinator, die voorzitter is van de coördinatiegroep. De coördinatiegroep bestaat uit vertegenwoordigers van de verschillende geledingen in het primair onderwijs – directies, intern begeleiders, onderwijsbegeleiders en besturen - en heeft tot taak de inhoudelijke en organisatorische koers van het deelverband verder gestalte te geven. Inrichting en organisatie: organogram Het organogram van het SWV geeft de organisatiestructuur en de communicatielijnen van het SWV weer: Bestuur Stichting WSNS Samenwerkingsverband “Stad & Ommeland Groningen”
Dagelijks Bestuur
Centrale Dienst________________________________
Permanente Commissie Leerlingenzorg
Beleidsgroep
SWV 2.01 Subverband Stad Groningen
SWV 2.03 Subverband Haren-Tynaarlo
SWV 2.11 Subverband Noord-Groningen
15 WSNS Zorgplan Samenwerkingsverband Stad & Ommeland Groningen Algemeen deel 2007-2011
9.4
Verklarende woordenlijst
- adaptief onderwijs : Uitgangspunt bij adaptief onderwijs is dat leerlingen verschillend leren, zowel wat betreft tempo als leerstijl. Door het geven van adaptief onderwijs houdt de leraar rekening met deze verschillen tussen leerlingen. De leraar zorgt voor optimale afstemming van het onderwijs op deze verschillende leer- en ontwikkelingsmogelijkeden van álle leerlingen. Het gaat hierbij dus niet alleen om leerlingen met leerproblemen, maar ook om (hoog)begaafde leerlingen die behoefte hebben aan meer, uitdagender en moeilijker leerstof. Adaptief onderwijs in de groepen vormt de kern van de integrale leerlingenzorg. - ambulante begeleider: Leraar uit het speciaal (basis)onderwijs die concrete expertise verleent aan het reguliere basisonderwijs met betrekking tot de individuele leerlingenzorg. - beleid : Wijze waarop gehandeld wordt. - AWB : Algemene Wet Bestuursrecht. - beschikking : Een besluit, dat iets wettelijk of juridisch regelt. - bezwaarschrift : Brief waarin men tegen een beschikking, een beslissing van het openbaar gezag opkomt door bezwaren uiteen te zetten. - boventalligheid : Wanneer het aantal op een SBO-school werkzame leraren groter is dan het structureel beschikbare formatiebudget spreekt men van boventalligheid. Het boventallig personeel heeft een werkgelegenheids- en salarisgarantie. - brinnummer : BasisRegistratie INstellingen : Code van twee cijfers en twee letters voor elke school of onderwijsinstelling, die bij Cfi is geregistreerd. Naar dit adres maakt het Cfi jaarlijks de financiële middelen over. - centrale dienst : De WPO verplicht het SWV tot de instelling van een administratieve centrale dienst. De zorgmiddelen van de basisscholen worden door de overheid rechtstreeks overgedragen aan de betrokken centrale dienst. Deze dienst zorgt onder meer voor de verplichte overdracht van geld aan de speciale school voor basisonderwijs en voor de bekostiging van specifieke zorgactiviteiten. - Cfi : Centrale financiële instellingen :Agentschap van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen, dat de bekostiging verzorgt van de instellingen voor onderwijs en onderzoek. - cluster : Een groep van samenwerkende basisscholen met een gemeenschappelijk doel om WSNS activiteiten uit te voeren. - CvI : Commissie van Indicatiestelling : Een bovenschoolse commissie, die vanaf 1 augustus 2003 met toepassing van landelijke criteria de toelaatbaarheid van leerlingen tot de speciale scholen van de Regionale Expertise Centra beoordeelt. - consultatie : Raadgevende (adviserende) ondersteuning. - continuüm van zorg : De voormalige tweedeling tussen basisschool en speciale school is onder de WPO opgeheven. Er bestaat nu een doorlopend systeem van zorgvoorzieningen binnen de groep, binnen de basisschool in samenwerking met de speciale school en ín de speciale school. Daarmee kan voor elke leerling díe zorg worden geboden die op een bepaald moment wenselijk is. De geboden zorg kan naar aard, duur en plaats variëren. - deelnamepercentage : Indien meer leerlingen dan 2 % van het totale aantal leerlingen in het samenwerkingsverband op de speciale school voor basisonderwijs worden ingeschreven dient de hiervoor noodzakelijke extra bekostiging door de gezamenlijke basisscholen aan de speciale school te worden overgedragen. - diagnostiseren : Het onderkennen en beschrijven van een (ongewenste) toestand. - dialoog : Samenspraak, discussie tussen (groepen van) personen. - expertisecentrum : Bundeling van kennis en specifieke deskundigheid op het gebied van onderwijs en opvoeding binnen de speciale school voor basisonderwijs en speciale scholen, zoals bedoeld in de Wet op de Expertisecentra. - flankerend beleid : Aanvullend beleid. - grensverkeer : Als een leerling overgaat van een basisschool in het éne samenwerkingsverband naar een speciale school voor basisonderwijs in een ánder verband moeten in het daaropvolgend schooljaar fre's worden overgedragen door het samenwerkingsverband waaruit die leerling afkomstig is. Op deze wijze ontstaat er uitgaand en inkomend grensverkeer. - HGD : handdelingsgerichte diagnostiek, praktijkmodel voor onderzoek en advisering. Het model beschrijft een proces, waarin de diagnosticus systematisch en planmatig te werk gaat. Hij analyseert onderwijsleerproblemen en zoekt naar mogelijke verklaringen met als doel het geven van een adviers, dat gericht is op het aanpakken van die problemen. - HGW : handelingsgericht werken, is een is een systematische manier van werken in de school, gebaseerd op HGD - HGB : handelingsgericht begeleiden, gebeurt op basis van consultatie op begeleidingsvragen van school en/of ouders en wordt veelal gedaan door ambulant begeleider, leerlingbegeleider van een onderwijsbegeleidingsdienst, Bureau Jeugdzorg etc. - HP : handelingsplan : Plan waarin de verrichtingen staan vermeld die een basisschool of speciale school voor basisonderwijs met een zorgleerling zal uitvoeren gedurende een aantal weken. - implementeren : Het invoeren en in gebruik nemen van een nieuw idee of systeem. - integrale leerlingenzorg : Met integraal (volledig, alles omvattend) wordt bedoeld dat de zorg betrekking heeft op álle leerlingen, dus niet alleen op de "zorgleerlingen". Integrale leerlingenzorg omvat alle niveaus waarop activiteiten noodzakelijk zijn: het niveau van de groep, van de school en van het samenwerkingsverband. Activiteiten die op elk van deze niveaus plaats vinden dienen op elkaar te zijn afgestemd. Integrale leerlingenzorg wordt zichtbaar in het realiseren van een continuüm van zorg. - iobk : in hun ontwikkeling bedreigde kleuters : Onder de WPO is het voormalig iobk onderwijs als specifiek deel opgenomen in de speciale school voor basisonderwijs. - inspectie primair onderwijs : Houdt toezicht op de kwaliteit van het primair onderwijs. - integratie : Het groeien tot een harmonisch geheel. - intern begeleider : Leraar, die op de basisschool de individuele leerlingenzorg coördineert. - klachtenregeling : In het kader van de Kwaliteitswet dient elk bevoegd gezag van een school voor ouders / leerlingen en personeel een klachtenregeling vast te stellen en in te voeren. Deze regeling biedt de mogelijkheid om over problemen met de school in gesprek te komen. - kwaliteitswet : De scholen zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. In het kader van deze wet dienen de scholen een schoolplan, een schoolgids en een klachtenregeling op te stellen. Met de invoering van deze wet verdwijnen voor de scholen alle overige planverplichtingen. - LGF : leerlinggebonden financiering : zie WEC.
16 WSNS Zorgplan Samenwerkingsverband Stad & Ommeland Groningen Algemeen deel 2007-2011
- lokaal onderwijsbeleid : De verantwoordelijkheid voor het onderwijsbeleid wordt voor een deel verplaatst naar het plaatselijk niveau. Scholen krijgen een grotere autonomie (zelfstandigheid). Het doel is de samenhang en de samenwerking op lokaal niveau, binnen het onderwijs en tussen het onderwijs en andere beleidsterreinen, te versterken. De gemeente wordt niet alleen als bestuur van het openbaar onderwijs maar nadrukkelijk ook als lokale overheid aangesproken. - lom en mlk : lom: leer- en opvoedingsmoeilijkheden; mlk: moeilijk lerende kinderen : Met ingang van 1 augustus 1998 is het onderscheid tussen deze schoolsoorten opgeheven. Onder de WPO is de speciale school voor basisonderwijs bedoeld voor geïntegreerd onderwijs aan beide groepen kwetsbare kinderen. - LVS : leerlingvolgsysteem : Het leerlingvolgsysteem is een observatie / registratiesysteem voor het bijhouden van prestaties van leerlingen met name op het gebied van lezen, taal en rekenen. - LWOO : leerwegondersteunend onderwijs : Het leerwegondersteunend onderwijs is bedoeld om in de vier leerwegen de leerlingen met een partiële achterstand of tijdelijke problematiek gedurende kortere of langere tijd extra hulp te bieden. Voor het geven van deze hulp werken scholen voor voortgezet onderwijs in een samenwerkingsverband samen met scholen voor speciaal voortgezet onderwijs. Het leerwegondersteunend onderwijs is gericht op het behalen van een diploma in één van de leerwegen. - MI : materiële instandhouding : Geld, dat de overheid aan scholen beschikbaar stelt voor middelen en materialen. - MR : medezeggenschapsraad : Voor het primair onderwijs verplicht adviserend orgaan bestaande uit vertegenwoordigers van oudes en onderwijzend personeel van de betrokken school. - netwerk : Regelmatige bijeenkomsten van leraren met een zelfde specifieke taak om de deskundigheid te bevorderen. - NJi : Nederlands Jeugdinstituut : per 1 januari 2007 is Nederlands Jeugdinstituut de nieuwe naam voor NIZW/jeugd. Het is meer dan een naamsverandering: het is een instituut met een nieuwe taakstelling. Het Nji gaat zich bezig houden met het kennisbeheer: het verzamelen, verrijken en verspreiden van informatie. - OBS : Openbare BasisSchool - OAB : onderwijs achterstanden beleid : De gemeente voert geïntegreerd onderwijsbeleid gericht op de bestrijding van achterstand in onderwijsprestaties van autochtone en allochtone leerlingen. - Operatie Jong : Het kabinet heeft met Operatie jong (inmiddels afgerond) het jeugdbeleid versterkt en ontkokerd. Het ging erom een “sluitende keten” te maken. De verschillende organisaties die met jeugd te maken hebben moeten goed van elkaar weten welke experetise beschikbaar is en wie op welk moment de regie voert als het met een kind of jongere niet goed dreigt te gaan. . Scholen krijgen de regie over de uirtvoering. Gemeenten faciliteren het uitvoerend niveau en krijgen de bestuurlijke regie. In 2007 hebben alle scholen voor primair en voortgezet onderwijs een Zorgadviesteam, kortweg ZAT. Dat moet het resultaat zijn van het project Zorg in en om de School (ZioS). Jongeren krijgen daarmee een vangnet binnen hun eigen vertrouwde schoolomgeving - OR : Onderwijskundig Rapport : Beschrijving van de schoolvorderingen van een leerling die naar het oordeel van de basisschool in aanmerking komt voor verwijzing naar het SBO. Het onderwijskundig rapport is dan het eindrapport van het voortraject. - overdrachtsverplichting : Gedeeltelijke bekostiging van het SBO door de centrale dienst van het samenwerkingsverband waartoe het SBO behoort. Dit is in de WPO nauwkeurig geregeld. - PCL : permanente commissie leerlingenzorg : Dit is een commissie, die de toelaatbaarheid van leerlingen tot de speciale school voor basisonderwijs beoordeelt. De beslissing over het al dan niet toelaatbaar zijn van een leerling tot het SBO wordt vastgelegd in een PCL-beschikking. - p.m. : Pro memorie: om te onthouden - preventief : Gericht op het voorkómen van iets. - prioriteitenlijst : Lijst met punten die voorrang hebben boven andere zaken. - PRO : praktijkonderwijs : Praktijkonderwijs is onderwijs voor leerlingen van wie vaststaat dat zij vanwege een integrale achterstand of structurele problematiek veel extra hulp nodig hebben en dat het volgen van het onderwijs in één van de leerwegen, al dan niet in combinatie met het volgen van leerwegondersteunend onderwijs, niet leidt tot het behalen van een diploma of een getuigschrift vmbo. - professionaliseren : Beroepsbekwaamheid verbeteren. - rechtspersoon : Alles wat buiten de mens rechts- en handelingsbevoegd is. Een vereniging of stichting heeft rechtspersoonlijkheid. - REC : regionaal expertise centrum : In een expertisecentrum is er een bundeling van specifieke deskundigheid op het gebied van onderwijs en opvoeding binnen scholen voor speciaal onderwijs. Een REC is een regionale samenvoeging van meerdere scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs binnen één bepaald cluster. - reflectie : overdenking. - Rugzak : Kinderen met een handicap die een indicatie hebben voor het speciaal onderwijs krijgen met ingang van 1 augustus 2003 een Rugzak, officieel heet het leerlinggebonden financiering, mee als hun ouders kiezen voor een reguliere (basis)school in de buurt. In de Rugzak zitten extra middelen voor het onderwijs op een school voor basis of voortgezet onderwijs. De ouders krijgen die middelen niet zelf in handen. Die zijn bestemd voor de school. Een deel is bestemd voor de speciale school, waaruit ambulante begeleiding wordt bekostigd. Een ander deel is bestemd voor de reguliere school, zodat die leerling daar extra begeleiding kan krijgen. Tenslotte krijgt die school ook extra geld voor het aanschaffen van extra leermiddelen, zoals bijvoorbeeld een aangepast lesmateriaal. - RVC : Regionale Verwijzings Commissie : Onder de WPO is de oorspronkelijke taak van de RVC overgenomen door de PCL. De RVC is nu een bezwarencommissie: ouders die het oneens zijn met een afwijzende beslissing van de PCL kunnen bezwaar aantekenen bij de RVC. Deze kan de PCL dan opdragen de zaak te heroverwegen. Zonodig kunnen ouders tenslotte in beroep gaan bij de administratieve rechter. - SBO : speciale school voor basisonderwijs : Met ingang van 1 augustus 1998 zijn de de lom /mlk scholen overgegaan in de scholen voor speciaal basisonderwijs. Deze scholen vangen leerlingen op die zeer intensieve zorg nodig hebben en leveren expertise aan de basisscholen zoals in de WPO is geregeld. - schoolconcept : Visie en denkbeelden van een school over de manier van onderwijzen. - schoolplan en schoolgids : In het schoolplan verantwoordt de school om de vier jaar het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en de schoolorganisatie. Het schoolplan geeft daarmee inzicht in de door de school gemaakte keuzes, zoals het onderwijsprogramma en de voorzieningen die zijn getroffen voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften.
17 WSNS Zorgplan Samenwerkingsverband Stad & Ommeland Groningen Algemeen deel 2007-2011
De schoolgids is een jaarlijkse concrete uitwerking van het schoolplan ter informatie aan de ouders over het functioneren van de school in de dagelijkse praktijk. - schoolzelfevaluatie : Waarderen, doorlichten en nabespreken van sterke en zwakke punten van de school, richting en plannen voor verbeteringen en implementatie aangeven en uitvoeren. - second opinion : Ouders hebben de mogelijkheid rapporten van externe deskundigen aan de PCL te overleggen. Deze rapporten dienen door de PCL in de besluitvorming te worden betrokken. - signaleren : Het vroegtijdig aanduiden van mogelijke leer- en/of gedragsproblemen door middel van observatie, registratie en toetsing van vorderingen en gedrag van leerlingen. - SO : Speciaal Onderwijs : scholen voor kinderen met een handicap, verdeeld in vier clusters of REC’s. Cluster 1 voor blinde en slechtziende kinderen. Cluster 2 school voor kinderen met ernstige spraak-taalproblemen, Cluster 3 voor kinderen met lichamelijke en/of geestelijke handicap, Cluster 4 voor kinderen met ernstige gedragsproblemen. - stabilisatiedatum : Januari 1992, het moment waarop de omvang van het aantal leerlingen van het SBO formeel is vastgelegd. De vermindering (of vermeerdering) van het aantal leerlingen wordt vervolgens jaarlijks vergeleken met het aantal dat er op de teldatum 1 okotber van dat jaar is geregistreerd. - stichting : Instelling met een bepaald doel, bestuurd door daartoe aangewezen personen. Een stichting wordt opgericht bij notariele akte en heeft rechtspersoonlijkheid. In tegenstelling tot een vereniging heeft een stichting geen leden. - supplement : Aanvulling op boek, tijdschrift, krant of nota. - SWV : samenwerkingsverband : Basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs in een regio moeten volgens de WPO met elkaar een samenwerkingsverband aangaan. Gezamenlijk besluiten die scholen over de wijze waarop de leerlingenzorg het beste kan worden ingericht en hoe de zorgmiddelen zullen worden ingezet. - taalbeleid : Het taalonderwijs blijkt het belangrijkste risico-vak te zijn. Taalproblemen zijn een belangrijke oorzaak voor achterstand en reden voor verwijzing naar het SBO. In het onderwijsbeleid wordt daarom aan het taalonderwijs speciale aandacht gegeven. - toelaatbaarheid : Voldoen aan de voorwaarden om toegelaten te kunnen worden tot het SBO. - toelating : Daadwerkelijk toestaan van deelname van een leerling aan het SBO door het schoolbestuur van het SBO. - transparant besturen : Open, inzichtelijk beleid voeren. - 2 % bekostiging : De toekenning van zorgmiddelen aan de speciale school voor basisonderwijs vindt genormeerd plaats voor 2 % van alle leerlingen binnen het SWV. - verwijzingspercentage : Het aantal leerlingen van de scholen voor basisonderwijs (in procenten van het totale aantal) dat binnen het samenwerkingsverband naar de PCL wordt verwezen ter beoordeling van de toelaatbaarheid tot de speciale school voor basisonderwijs. - voortraject/zorgtraject : Verschillende fasen van zorg die doorlopen dienen te worden voordat een leerling aangemeld kan worden bij de PCL. - VVE : Voor- en Vroegschoolse Educatie : De politiek heeft de afgelopen twee jaar veel geld beschikbaar gesteld voor het realiseren van VVE binnen het onderwijsachterstanden- en kansenbeleid. VVE beoogt de doorgaande lijn te creëren van peuterspeelzalen en kinderopvang naar basisonderwijs. Die doorgaande lijn heeft betrekking op de ontwikkeling van de kinderen en op de wijze waarop leidsters deze ontwikkeling ondersteunen en stimuleren. Nadruk hierbij ligt op taalontwikkeling. - WEC : Wet op de Expertisecentra : Per 1 augustus 2003 is de WEC in werking getreden voor leerlingen met een duidelijk aanwijsbare zintuigelijke, lichamelijke en/of verstandelijke handicap. De ouders krijgen zeggenschap over de aard van de zorg én over de besteding van de beschikbare middelen: zij nemen het extra zorgbudget mee óf naar de reguliere school in hun woonomgeving óf naar de school voor (voortgezet) speciaal onderwijs verbonden aan één van de regionale expertisecentra. Men spreekt daarom over de "leerlinggebonden financiering(LGF)" of "Rugzak", zie ook bij Rugzak. - WPO : Wet op het primair onderwijs : In 1998 is de Wet op het primair onderwijs in werking getreden. Deze wet voorziet in regelgeving voor scholen voor het basisonderwijs (BAO) en scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) Het WSNS-beleid is in deze wet verankerd. - WVO : Wet op het Voortgezet Onderwijs : De WVO regelt onder meer de vernieuwing van MAVO, voortgezet beroepsonderwijs (VBO) en voortgezet speciaal onderwijs. MAVO en VBO zijn opgegaan in het voorbereidend midddelbaaar beroepsonderwijs (VMBO). De bestaande voorzieningen voor zorgleerlingen binnen het voortgezet onderwijs zijn opgegaan in het leerweg-ondersteunend onderwijs (LWOO) en het praktijkonderwijs (PRO). - ZioS : Zorg in en om de school: zie onder Operatie Jong. ZioS ondersteunt scholen, lokale en provinciale instellingen bij het versterken van de samenwerking in een zorgadviesteam. ZioS is een project dat in opdracht van het Ministerie van Onderwijs,Cultuur en Wetenschap wordt uitgevoerd door het Algemeen Pedagoogisch Studiecentrum(APS) , de landelijke Commissie Onderwijs en Jeugdzorg(LCOJ) en WSNS plus. - zorg : Toewijding of extra aandacht. - zorgadviesteam : Bundeling van deskundigheid van instellingen op het gebied van onderwijs en opvoeding(sondersteuning) aanwezig binnen de regio van het samenwerkingsverband. - zorgformatie : Personeelsformatie die samenwerkingsverbanden ontvangen om speciale zorg op alle scholen van het primair onderwijs te kunnen uitvoeren. - zorgplan : Het zorgplan van het samenwerkingsverband beschrijft hoe de scholen - op basis van het overeengekomen inhoudelijk beleid - het continuüm van zorg realiseren. - zorgplicht: verplichting voor een schoolbestuur/school om elk kind dat wordt aangemeld een passend zorgarrangement aan te bieden al dan niet binnen het eigen bestuur. - zorgstructuur : De zorgstructuur is de manier waarop het samenwerkingsverband tegemoet komt aan het adequaat omgaan met verschillen tussen leerlingen op groepsniveau, op schoolniveau en op het niveau van het samenwerkingsverband. - zorgvoorzieningen : Zorgvoorzieningen zijn de concrete activiteiten van het samenwerkingsverband die scholen uitvoeren om het continuüm van zorg te bewerkstelligen.
18 WSNS Zorgplan Samenwerkingsverband Stad & Ommeland Groningen Algemeen deel 2007-2011