Alban Chambon (1847-1928)
VAN HANDWERKSMAN TOT ARCHITECT
Tentoonstelling van de Archives d’Architecture Moderne
CIVA 16 februari – 30 april 2011
1
Alban Chambon (1847-1928) VAN HANDWERKSMAN TOT ARCHITECT De tentoonstelling verkent de belangrijkste facetten van het rijke oeuvre van een kunstenaar met verschillende talenten. Hij begint zijn carrière als ornamentarbeider in Parijs, vestigt zich in Brussel op twintigjarige leeftijd, verwerft Europese bekendheid als ontwerper van theaters in de oosterse stijl, kent faam als architect van Leopold II en enkele grote figuren uit de industrie- en bankwereld, wordt geapprecieerd door de Brusselaars omwille van zijn salons in het Hotel Metropole en verdwijnt dan, in de loop van de jaren, in de vergetelheid… De bezoeker van de tentoonstelling waant zich in de sfeer van het fin de siècle toen een ondernemende bourgeoisie weelderige en efemere tempels bouwde gewijd aan de operette, de musichall, het schaatsenrijden, de genoegens van het eten… en over het algemeen deelneemt aan de verfraaiing van de hoofdsteden. De belangrijke momenten in het leven en werk van deze veelzijdige kunstenaar worden behandeld volgens vijf thema‟s: Chambon als handwerksman in Parijs en Brussel, de feeërie van de theaters, het Hotel Metropole als spiegel van een samenleving, de Koninklijke stad Oostende en Brussel verfraaien van de Kunstberg tot de Spaarkas. De tentoonstelling doet een ontwerper herleven die een van de Europese protagonisten was van een moderne kunst die magisch, vreemd en misleidend wilde zijn. 1. Chambon als handwerksman in Parijs en Brussel Op zestienjarige leeftijd begint Alban Chambon in 1863 een leerstage als ornamentarbeider. Zijn passage door verschillende Parijse ateliers (als stukadoor, ciseleerder, beeldhouwer, meubelmaker, plafondwerker, tapijtwerker…) bevestigt voor de jonge autodidact zijn wens om een industrieel kunstenaar te worden. Gewapend met zijn kennis vertrekt de twintigjarige Chambon naar Brussel waar Franse kunstenaars gewaardeerd en gezocht zijn vanwege hun kwaliteiten. Vanaf 1873 vestigt hij zijn eigen bedrijf in Elsene en krijgt hij opdrachten van bekende Belgische architecten. Chambon ontwikkelt vervolgens een creatiemethode die de schets en het ontwerp combineert met een schaalmodel in gips waardoor hij verhoudingen en schaduwwerking kan uittesten. Het model heeft ook het voordeel dat het daardoor gemakkelijker is om aan onderaannemers duidelijk te maken wat hij van hen verwacht.
2
2. De feeërie van de theaters Het decennium 1880-1890 is de periode van het variété en het theater, de plaats waar de verbeelding tot uitdrukking komt, waar alles gezegd kan worden en waar de maatschappij zich van hoog tot laag laat zien. Als specialist in de decoratie van concertcafés en variététheaters realiseert Chambon in 1880 het Eden Theater in de wijk van Notre-Dameaux-Neiges. Daarmee wordt de Europese mode van de Edens gelanceerd. Chambon realiseert vervolgens theaters in Brussel, Antwerpen, Amsterdam, Wenen, Londen… Elk gebouw is volgens een commentator uit die tijd: “Een verbluffende fantasie van een heterogene en kosmopolitische kunst, een nagebootste en briljante improvisatie die aan de koorts en het hoogtepunt van het moment beantwoordt.” In zijn theaters gebruikt Chambon agressieve verhoudingen van tonaliteit. Zijn Moorse of Hindoestaanse oosten is niet bepaald waarheidsgetrouw, maar eerder dat van de erotiek van tempeldanseressen, van Jules Verne en van de paleizen van duizend en een nacht uit oriëntaalse legendes. Voor de historicus Jean-Paul Midant is “Alban Chambon een Charlies Garnier die als adolescent de faubourgs bezocht en later van de cancan hield”. Hij ziet een equivalent in de dan opkomende cinema met een Georges Méliès of Mack Sennett en kan zich voorstellen hoe hij uitgenodigd zou worden om de Babylonische decors voor de films D.W. Griffith te bouwen.
Beurstheater, A. Ortsstraat in Brussel, 1885. Foto‟s uit die tijd.
Théâtre du Ranelagh in Parijs, 1894. Hedendaagse foto.
3
3. Hotel Metropole Wanneer de theatrale ader opdroogt gaat Chambon op zoek naar nieuwe klanten. Hij vindt deze in de wereld van de commercie, de industrie en de financiën. Vanaf 1892 nodigt de brouwer Wielemans_Ceuppens hem uit om de salons van het Hotel Metropole te decoreren. Chambon keert zich nadrukkelijk tegen de idee van burgerlijke rust, karakteristiek voor de recent gebouwde grote hotels in Engeland. Tegenover hun afgemeten en onpersoonlijke luxe, geeft hij de voorkeur aan een ludieke en vervreemdende ambiance, verkregen door de ongepaste dialoog tussen Romaanse, Italiaans-renaissancistische en Hindoestaanse stijlen die vrij geïnterpreteerd of „gebelgiseerd‟ worden. Chambon wordt hier een illusionist die de reizigers het hotel laat binnenkomen via een hal vol doorkijkspiegels, tot groot vermaak van de klanten in de aangrenzende restaurant- en biljartzalen.
Hal van het Hotel Metropole, 1892-1894. Foto uit die tijd.
Detail van de hal. Hedendaagse foto.
4. De Koninklijke stad Oostende In 1900 is Oostende een van de eerste badsteden van Europa. De frequente verblijven van Europese vorsten en de welwillendheid van Leopold II hebben er een druk vakantieoord van gemaakt. De stad heeft een groot casino, maar het is koud, kaal en onpraktisch. In 1898 geeft de stad de metamorfose in handen van Alban Chambon met de bedoeling klaar te zijn voor de opening van de wereldtentoonstelling in Luik van 1905. Chambon gebruikt steengoed voor de decoratie van de gevel wat het tot een van de grootste, met dit nieuwe materiaal bekleedde gebouwen in Europa maakt. Chambon krijgt verschillende belangrijke opdrachten voor de Stad Oostende, het Koninklijke theater, de brasserie La Terrasse, de grote trap van het stadhuis en het kabinet van de burgemeester, de triomfbruggen van de Smet de Naeyerlaan. Hij tekent een ontwerp voor thermen en geeft verschillende schetsen voor stedelijke verfraaiingen, met name voor de monumentale entree van de stad.
4
Het door Chambon ontworpen Casino van Oostende als briefhoofd.
5. Brussel verfraaien van de Kunstberg tot de Spaarkas Op latere leeftijd heeft Albert Chambon een toegenomen belangstelling voor stedelijke kunst. In 1898 begint hij met de aanleg van de fontein van de waterdraagster op het kruispunt van de Barrière van Sint-Gilles en stelt hij een boulevard voor van 25 meter breed die het Poelaertplein met de Beurs moet verbinden. In een moeite door stelt hij verder een straat voor die het Koninklijke plein met de stad moet verbinden, een plan voor het vrijmaken van de Koninklijke musea, de aanleg van de omgeving van de Congreszuil, de transformatie van het Troonplein en de afbraak van de Koninklijke paardenstallen. Dankzij zijn relatie met Leopold II presenteert hij in 1908 een uitgebreid plan van aanleg voor de Kunstberg, maar de dood van de koning in het jaar daarop doet de hoop op realisatie vervliegen.
De kandelaarfontein van de Barrière van Sint-Gilles, 1899
Plan van aanleg van de Kunstberg, 1908
5
In 1911 legt hij de passage onder de spoorweg aan de Koninginnelaan in Laken aan (tegenwoordig een geklasseerd historisch monument). In 1913 presenteert hij een nieuw ontwerp voor de Kunstberg en de vrijmaking van de musea aan de pers. Hij stelt voor om het hek van het oude Kunstmuseum aan de Regentschapsstraat te vervangen door een hek met standbeelden tussen de zuilen. Van 1910 tot 1914 herontwerpt hij de kantoren van de Spaar- en Pensioenkas aan de Wolvengracht en bouwt hij de rotonde op de hoek van de Zilverstraat.
Detail van de grote trap van de Spaar- en Pensioenkas in Brussel, 1912. Hedendaagse foto.
6
ALGEMENE INFORMATIE Het Fonds Chambon Het Fonds Chambon werd in 1975 opgenomen in de Archives d‟Architecture Moderne en omvat 5.136 tekeningen die het geheel van zijn ontwerpen en uitvoeringen beslaan, 800 fotografische platen, honderden fotoafdrukken voor gebruik in zijn bedrijf en voor publicaties, een tiental maquettes van gebouwen of architectuuronderdelen in pastiline, materiaalstalen van met name steengoed, 105 banden met zo‟n 50.000 brieven verzonden tussen 1874, het jaar na de oprichting van zijn bedrijf in Elsene, en 1926, drie jaar voor de dood van de architect. In totaal 52 jaar activiteit van een familiebedrijf dat op zijn hoogtepunt zo‟n 200 personen in dienst had, verspreid over verschillende ateliers. Andere familiearchieven bewaren daarnaast documenten, meubilair en decoratieonderdelen. De plaats De tentoonstelling vindt plaats in de Fondation pour l‟Architecture, CIVA (Kluisstraat 55 in Elsene), gevestigd in een oude elektriciteitscentrale uit het begin van de 20 e eeuw. De Fondation pour l‟Architecture werd opgericht in 1986 en is een belangrijke speler binnen het Brusselse culturele leven via haar tentoonstellingen rond architectuur, stedenbouw en design van 1850 tot nu, diverse activiteiten, begeleidde bezoeken, kinderateliers, lezingen, colloquia… De tentoonstelling “Alban Chambon. Van handwerksman tot architect.” Het oeuvre van richt zich tot een breed publiek en heeft tot doel om weinig bekende aspecten van de Belgische architectuur onder de aandacht te brengen. Voor deze manifestatie wordt een minimum van 10.000 bezoekers verwacht. De tentoonstelling De tentoonstelling is opgezet rond documenten (plattegronden, foto‟s), maquettes en decoratieve voorwerpen uit de collecties van de Archives d‟Architecture Moderne. Sinds hun oprichting aan het eind van de jaren zestig vormen de Archives d‟Architecture Moderne een van de belangrijkste Europese collecties van architectuurdocumentatie. Vandaag de dag omvatten ze bijna twee miljoen documenten en een unieke collectie architectuurtijdschriften. Documenten en objecten afkomstig van andere instituten of privéverzamelaars completeren de tentoonstelling. Communicatie Verschillende middelen worden zichtbaarheid te verzekeren:
ingezet
om
voor
de
tentoonstelling
een
grote
Pers en radio - Persconferentie in aanwezigheid van verschillende Belgische en buitenlandse journalisten. - Redactionele artikelen in de Belgische en internationale pers. Affiches en folders Druk van affiches en folders, grotendeels verspreid. Internetsite - Aankondiging van de tentoonstelling en beschrijving op de site van de Archives d‟Architecture Moderne en de Fondation pour l‟Architecture. Links met de partners van de tentoonstelling.
7
Dankzij een dynamische ploeg, gespecialiseerd in de organisatie van evenementen zoals lezingen, colloquia, concerten…, worden de media voortdurend bespeeld. Catalogus Jean-Paul Midant, La fantastique architecture d’Alban Chambon, Bruxelles, AAM, 2009. Gebonden, 272 pages, formaat : 24 x 31 cm, 350 illustratie in kleur en z/w. Prijs : 45 €
Educatieve dienst De educatieve dienst van de Fondation pour l‟Architecture heeft een reeks ludieke en pedagogische activiteiten rond de tentoonstelling opgezet. Begeleidde interactieve bezoeken, creatieve ateliers, vakantiecursussen… voor een jong publiek zijn zowel toegankelijk voor families als voor scholen. Begeleidde bezoeken voor leerlingen en volwassenen na reservatie. Info Data & openingstijden
Plaats
16 februari tot 30 april 2011 Dinsdag tot vrijdag : 12:00 → 18:00 Zaterdag en zondag : 12:00 → 18:00 Gesloten op maandag
Fondation pour l‟Architecture (CIVA) Kluisstraat 55– 1050 Brussel Tel : 02/642 24 62 Fax : 02/642 24 63 E-mail :
[email protected]
Projectverantwoordelijken Curatoren Maurice Culot & Jean-Paul Midant
Pers Bertille Amaudric
[email protected] 02.642.24.80
Uitvoerend commissaris Anne-Marie Pirlot
[email protected] 02.642.24.70
Educatieve dienst Anne-Catherine Laroche
[email protected]
Tentoonstellingsontwerp Michel Bries (Mandragore)
Met de steun van :
ARCHIVES D‟ARCHITECTURE MODERNE Rue de l‟Ermitage 55 Kluisstraat 1050 Bruxelles – Brussel 02/642.24.62
[email protected] www.aam.be
FONDATION POUR L‟ARCHITECTURE Rue de l‟Ermitage 55 Kluisstraat 1050 Bruxelles - Brussel 02/642.24.80
[email protected] www.fondationpourlarchitecture.be
8