ALAR 64 SP EN ALAR 85
GROEIREGULATOREN IN BLOEMISTERIJ EN BOOMKWEKERIJ
Wat is Alar? In bloemisterijgewassen zoals chrysanten en diverse soorten pot- en perkplanten kan ongewenste lengte groei ontstaan waardoor deze producten in sierwaarde achteruit gaan. Alar is een groeiregulator op basis van de werkzame stof daminozide. Alar remt de celstrekking bij bloemen en planten zodat zij minder lengtegroei vertonen. Hierdoor is de lengtegroei van de plant en bloemstelen naar eigen inzicht te beïnvloeden. Ook ontstaat er een gelijkmatigere bloei. Daarom is Alar een uitstekend middel om veilig en gecontroleerd uw gewas te remmen. Werkingsmechanisme en werkingsduur Alar wordt door de groene delen van de plant opgenomen. De opname gaat langzaam. In de eerste 3 à 4 uur wordt het grootste deel van de actieve stof opgenomen maar het duurt wel tot twaalf uur voordat 100% zich in het blad bevindt. Licht of UV beïnvloedt dit proces niet. In de plant wordt Alar lokaal systemisch vervoerd; dit betekent dat het product zich in het blad verdeelt maar niet tot nauwelijks naar andere plantendelen wordt vervoert. Vandaar dat alle delen die men wil remmen, ook goed geraakt moeten worden. Eenmaal in de cel aangekomen remt de werkzame stof van Alar, daminozide, twee natuurlijke planthormonen. Planthormonen beïnvloeden de groei van de plant; ze kunnen groeiremmend of groeibevorderend werken. Alar werkt als anti-gibberelline (gibbereline is het hormoon dat de celstrekking bevordert) en als anti-ethyleen (ethyleen bevordert de afrijping. Advies Ondanks dat het middel al tientallen jaren geregistreerd is in Nederland bestaat er voor geen enkel gewas of cultivar een standaard advies voor dosering, aantal bespuitingen en intervaltijd.
94 TI 94
Groei en ook groeiremming is afhankelijk van vele factoren zoals temperatuur, licht, water, bemesting, plant ontwikkeling, groeikracht en cultivar. In elke situatie is de mix van groeibepalende invloeden weer verschillend. Voor de toepassing is er wel een duidelijk advies. Zorg ervoor dat het te behandelen gewas van voldoende vocht is voorzien. Alar kan het beste ’s morgens of ’s avonds worden toegepast. Een langzaam drogend gewas bevordert namelijk de opname van het product in de plant. Het gewas mag nooit slap hangen omdat het middel in dat geval niet goed wordt opgenomen. Gebruik voor de bespuiting voldoende water om een gelijkmatige bevochtiging van alle planten te bereiken. Dit zal de gelijkmatigheid van het gewas bevorderen. Toepassing Alar; stappen plan! 1 Spuitvloeistof • Los de Alar nauwkeurig en totaal op. Eerst desbetreffende hoeveelheid oplossen in een emmer, daarna aanvullen tot de gewenste dosering. • Meng geen uitvloeier of andere middelen bij. 2 Het gewas • Geef van tevoren water • Spuit alleen op een gezond en goed gevoed gewas zonder stress • Spuit alleen op een droog gewas. 3 Toepassingsomstandigheden • Temperatuur minimaal 16 en maximaal 25 graden. De optimale temperatuur ligt tussen 18-21 graden. • Relatieve luchtvochtigheid 60% of hoger. • Spuit met donker weer, vermijd scherpe zonneschijn. • Voldoende spuitvloeistof voor gelijkmatige bevochtiging. • Geen regen of beregening over het gewas tot twaalf uur na de bespuiting. 4 Spuitinterval • In kruidachtige gewassen werkt Alar drie tot zes weken. Vandaar dat de spuitinterval minimaal één en maximaal vier weken mag duren. De meest gestelde vragen 1 Waarom werkt Alar de ene keer beter dan een andere keer?Alar werkt altijd even goed maar de groeibepalende omstandigheden zijn voor elke toepassing verschillend en daardoor is ook het remmend effect weer anders. De maanden Januari en Februari 2004 waren bijvoorbeeld 45% minder licht dan in 2003. Hierdoor moet de dosering Alar worden verhoogd en het spuitinterval worden verkort in 2004 om dezelfde resultaten te behalen als in 2003. 2
Wordt Alar afgebroken door licht? Nee, Alar wordt niet afgebroken door licht. Alar wordt wel beter opgenomen als het blad langer nat blijft (zie ook vraag 3).
3
Wat is het beste toepassingstijdstip voor Alar? Alar wordt beter opgenomen als het blad langer nat blijft zodat het beste toepassingsmoment ’s morgens vroeg of later in de middag is. Een donkere dag heeft de voorkeur. Om problemen met roest te voorkomen is het wel verstandig dat het gewas droog de nacht in gaat. TI 94
4
Hoe lang na een Alar bespuiting mag een gietbeurt plaats vinden zonder de werking te beïnvloeden? Twaalf uur na de bespuiting mag het gewas weer beregend worden.
Heldere oplossing Het resultaat na drie minuten schudden of roeren en één uur laten staan van vijf verschillende formuleringen daminozide in een hoge concentratie.
1 = 13,3 g/100 ml Alar 64 2 = 10 g/100 ml Alar 85 3, 4, 5 = 10 g/100 ml daminozide A, B, C Zoals u ziet, zijn alleen de Alar-formuleringen volledig opgelost. Alar is daarmee altijd de beste oplossing. Alar 64. Vertrouwde spuitpoeder Alar 64 SP is geformuleerd als spuitpoeder met 64% daminozide en verpakt in een 1 kg pot. Het is een ‘vettige’ poeder die niet stuift en ook in hogere concentraties goed oplost. Alar 64 is al meer dan twintig jaar een vertrouwd en onmisbaar product. En met de nieuwe granule van Alar 85 is het product ook klaar voor de komende twintig jaar. Gelukkig is er een ruime overgangsperiode dat beide producten beschikbaar zijn. Zo is er ruimschoots de tijd om te ontdekken dat Alar 85 de betrouwbaarheid van Alar 64 koppelt aan het gebruiksgemak van een granule. Alar 64 blijft daarom de komende jaren gewoon beschikbaar.
TI 94
Alar 85. Granule voor meer gebruiksgemak Alar 85 SG is geformuleerd als wateroplosbaar granulaat met 85% daminozide en verpakt in een 2 kg can. Het is een goede homogene korrel die ook in hoge concentraties perfect oplost. Het grootste voordeel van de granule is het gebruiksgemak: makkelijker afwegen door het zo uit de fles te gieten. Bovendien heeft het product een hogere concentratie actieve stof. U heeft van Alar 85 dus minder nodig voor hetzelfde vertrouwde ‘Alar-resultaat’. Voordelen van Alar • Standaard in groeiregulatie in snijbloemen, perkplanten, potplanten en boomkwekerijgewassen dus zeer veel praktijk ervaring • Altijd de beste oplossing, ook bij hogere concentraties • Perfect middel voor veilige en flexibele groeiregulatie • Niet persistent in de grond of op vloeren, werkt niet via de Wortel • Alar 64: voor velen vertrouwd en onmisbaar • Alar 85: granule voor meer gebruiksgemak
Diverse ervaringen De doseringen zijn slechts een indikatie! Per bedrijf, per gewas, per ras of varieteit en afhankelijk van de groeiomstandigheden treden verschillen op. I. Pot- en Perkplanten Gewas Concentratie (in %) Alar 64 Alar 85 Abutilon-hybriden 0,15-0,25 0,11-019
Achillea filipendulina Achimenes
0,65
0,50
0,20
0,15
Ageratum
0,25 0,45
0,19 0,34
Ageratum houstonianum
0,65 0,40
0,50 0,30
Ageratum tetraploiden ‘Caprice en Biscaya’
0,30-0,65
0,23-0,50
Tijdstip en bijzonderheden Bij 10 tot 15cm planthoogte, of na het snoeien als de nieuwe uitloop 2 tot 4 cm is. Herhaal het eventueel na 3 weken In mei. Herhaal het, afhankelijk van de omstandigheden, tot 4x. Bij 8 tot 10 cm scheutlengte. Kan bloeivertraging geven, bevordert de bloemknopaanleg 3 tot 5 weken na het verspenen. Na april geen behandelingen meer Als de planten 4 echte bladeren hebben. Herhaal de behandeling na 14-21 dagen 2 a 3 weken na het oppotten of snoeien. 2 a 3 weken na het oppotten of snoeien, herhaal deze behandeling 2 a 3 weken na het oppotten of snoeien. De overige tetraploïden hebben geen behandeling nodig
TI 94
Gewas Allamanda cathartic
Concentratie Alar 64 Alar 85 0,30 0,23 0,30 0,23 0,20 0,15 0,20-0,40* 0,15-0,30*
Tijdstip en bijzonderheden Doop de jonge plantjes voor het oppotten in de oplossing. Zodra de internödien beginnen te strekken ong. 8 weken voor de bloei. Voor het verspenen. Voorkomt te lange spruiten bij de eerste ontwikkeling. Voor de planten elkaar raken Als de planten 10 cm hoog zijn en 5 knopen hebben, als er een sterke groei verwacht wordt Na het oppotten als de planten 5-7 cm hoog zijn. Herhaal de bespuiting indien nodig 2 tot 4 x, met wekelijkse interval. Tijdstip staat niet vermeld. Als Astilbe-arendsii hogere concentraties geven schade. Tijdstip staat niet vermeld. Pas het middel toe voor het knop zetten, om de bloei te vervroegen. Let op: zeer vroege rassen geven bij een late behandeling bloeivertraging. Spuit tijdens de kasteelt ongeveer 6-7 weken na het oppotten.
Alyssum Antirrhinum
0,45 0,45
0,34 0,34
Antirrhinum Majus-hybriden
0,30-0,40
0,23-0,30
Astilbe-arendsiihybriden’Fanal’ Astilbe-japonicahybriden ‘Brautschleier Azalea indica
0,20
0,15
0,20
0,15
0,35
0,26
Snelgroeiende rassen (‘Helmut Vogel’ en Sports) Begonia (knolbegonia) (perkplant)
0,40
0,30
0,40 0,20-0,30
0,30 0,15-0,23
Begonia cleopatra
0,04
0,03
Begonia-Iorraine hybriden Chrysanthemum parthenium
0,20
0,15
0,30 0,23-0,30
0,23 0,18-0,23
Chrysothemis pulchella Clerodendrum Coleus
0,15-0,40
0,11-0,30
Geen omschrijving bekend Bij ‘Santana’ in de lichtarme maanden In een jong groeistadium
0,35 0,40
0,26 0,30
Zodra de scheuten 3 a 5 cm lang zijn Zodra te sterke groei verwacht wordt
Er is een sterk onderscheid tussen de soorten. Tijdstip staat niet vermeld. Spuit zodra de planten te lang uitgroeien. Spuit 2 maanden na de vermeerderingsperiode 2 a 3 x om de 10 dagen: het geeft een mooiere groei en rode blad. Als de planten 10 tot 15 cm hoog zijn
TI 94
Gewas Coleus ( perkplant)
Concentratie (in %) Alar 64 Alar 85 0,45 0,34 0,40-0,65 0,25-0,40
0,30-0,50 0,19-0,30
Columnea-soorten (de niet-hangende soorten)
0,25-0,40
0,19-0,30
Convolvulus Sabatius
0,30-0,65
0,23-0,50
Coreopsis
0,45
0,34
Coreopsis Ianceolata Cosmos
0,15-0,20
0,11-0,19
0,45
0,34
Cosmos sulphureus Crossandra
0,40 0,40
0,30 0,30
Crossandra infundibuliformis
0,15 0,20
0,11 0,15
Cyclamen persicum
0,20
0,15
Dahlia (perkplant) Dahlia (perkplant) Dahlia-Hybriden (potplant)
0,25 0,45 0,40-0,65
0,19 0,34 0,30-0,50
Dianthus caryophyllus (potplant)
0,40 0,65
0,30 0,50
Dicentra spectabilis
0,40
0,30
Tijdstip en bijzonderheden 14 dagen na het verspenen. Herhaal de behandeling zonodig na 14-21 dagen. Een week na het verspenen of oppotten. 3 tot 5 weken na volle beworteling. Na het snoeien als de uitloop 2-3 cm is. Niet gesnoeide planten 2 a 3 weken na de laatste keer oppotten. De behandeling verhoogt het bloemenaantal Als de planten een uitloop van 12 cm hebben. Herhaal het tweemaal met 714 dagen interval 14 dagen na het verspenen. Herhaal de behandeling zonodig na 14-21 dagen Tot viermaal toe, wekelijks 6 weken na het verspenen. Herhaal de behandeling na 10 dagen. In de zomer bij 5 cm scheutlengte. Herhaal de bespuiting na 3 weken Na doorworteling van de pot bij begin lengtegroei 1 a 2 maal. ‘Mona Wallhed Compti’,’Mona Wallhed Nille’en ‘Mona Wallhed Ane’ driemaal Tegen de verkooptijd, verhoogt de houdbaarheid. Zodra de plant teveel gaat strekken. Behandel grotere variëteiten als de eerste knop verschijnt. 14 dagen na het oppotten bij 8-10 cm planthoogte. Let op: Kan de bloei vertragen Zodra de eindscheuten zichtbaar worden. Dompel de stekken 15 sec. in de oplossing; bevordert het wortelen. Als de nieuwe uitloop 5 cm is. Herhaal de bespuiting na 7 dagen. Let op: hogere concentraties verhinderen het strekken van de bloemstengel.
TI 94
Gewas
Concentratie (in %) Alar 64 Alar 85
Tijdstip en bijzonderheden
Dipladenia
0,40-0,55
0,30-0,41
Euphorbia fulgens
0,08
0,06
Euphorbia pulcherrima
0,40
0,30
Estoma grandiflorum Exacum affine Fuchsia
0,40-0,65
0,30-0,50
In de donkere maanden als de plant dreigt uit te schieten. Begin met lagere concentraties en voer deze geleidelijk op. Een en ander afhankelijk van belichting en daglengte. Zodra de scheuten na de snoei 2 a 3 cm zijn Dompel de stekken 15 sec. in de oplossing. Bevordert de wortelvorming. Na het oppotten en snoeien
0,15-0,25 0,40
0,11-0,19 0,30
Fuchsia-Hybriden Gardenia jasminoides Gerbera jamesonii
0,65-1,20 Dosering onbekend 0,30
0,50-0,90
0,23
Gloxina sylvatica
0,40
0,30
Grevillea robusta HeleniumHybriden’Bishop’ Hibiscus rosasinensis Hydrangea
0,40 0,20-0,65
0,30 0,15-0,50
0,40
0,30
Hydrangea macrophylla Hypocyrta
0,30-0,65
0,23-0,50
0,30-0,40
0,23-0,30
Na doorwortelen 2 weken na het verpotten. De soorten ‘Beacon’ en ‘Schneewichten’ reageren minder op Alar. 2-3 weken na het verpotten Alar beïnvloedt de bloei gunstig. 4-5 Volgroeide bladeren; verkort blad- en bloeistengels. Herhaal bij meristeemcultures de behandeling 3-4 maal om de strekking tegen te gaan. Let op: kan de bloei vertragen en aan knoppen verminderen. Als de planten 10-12 cm hoog zijn. Max. vier maal. Tegen sterke lengtegroei. Reageert niet. De c.v.’Soeur Therese’, ‘ Mme Emile Mouillere’ en ‘King George’. Als er voldoende blad op de plant staat, na 4 weken in de trekruimte. Herhaal de bespuiting indien nodig na 3 weken. Let op: de herhaling kan de bloei vertragen. Tot eind juni Zodra de stek verspeend en goed beworteld is. Let op: kans op bloeivertraging
TI 94
Gewas Impatiens (perkplant) Impatiens New-guineaHybriden Impatiens platypetala
Concentratie (in %) Alar 64 Alar 64 0,45 0,34 0,20-0,30
0,15-0,23
0,50
0,38
Impatiens walleriana Impomoea
0,40-0,65
0,30-0,50
0,25-0,40
0,19-0,30
Jacobina pauciflora
0,50
0,38
Kalanchoe
Dosering onbekend
Kalanchoe blossfeldiana
0,40-0,65
0,30-0,50
Lathyrus odoratus
0,75
0,56
Lobelia Lobelia erinus
0,45 0,25-0,40 0,40-0,80
0,34 0,19-0,30 0,30-0,60
Lobelia erinus Mathiola
0,40-0,75 0,45
0,30-0,56 0,34
Matricaria 0,45 Mesembryanthemun 0,45
0,34 0,34
Mimulus
0,45
0,34
Mimulus-Hybriden
0,40-0,50
0,30-0,38
Tijdstip en bijzonderheden 3 weken na het verspenen, maar voor de knoppen verschijnen. Wanneer de planten zich beginnen te vertakken. Wanneer de planten zich beginnen te vertakken. Herhaal de behandeling na 10 dagen. 2 weken na het oppotten Enkele malen vanaf de bloemknopaanleg Als de nieuwe uitloop 2 cm lang is. Herhaal dat 2 a 3 maal om de 2 a 3 weken. Op ‘Annette’ om de bloemstengel kort te houden. Op ‘Eldorado’ om in de zomer de zijscheuten te remmen. Op ‘Christine’ in de zomer, tijdens warme periodes.’Solferino’ en ‘Paula’ worden niet door Alar geremd. 4 weken na het begin van de kortdagbehandeling, als de bloemstengel 2 a 3 cm lang is. Herhalen is nodig. Let op: alleen bij de sterk groeiende soorten. Als de planten 5 a 10 cm hoog zijn. Voorkomt te sterke vertakking. Voor de planten elkaar raken. 3-4 weken na het verspenen. 3 a 5 weken na het verspenen, voor ze elkaar raken. Zijn ze groter dan 5 cm is de hogere dosering nodig. Herhaal de behandeling na 14 dagen. Bij een dichte stand vroegtijdig. Als de planten 6-8 echte bladeren hebben Zodra de eindbloemknop zichtbaar is. Als de planten 5 echte bladeren hebben. Als de planten 4-6 echte bladeren hebben. 30 dagen na het zaaien, mits er na 15 maart is gezaaid. TI 94
Gewas Nasturtium
Concentratie (in 0%) Alar 64 Alar 85 0,45 0,34
Tijdstip en bijzonderheden
0,45 0,25-0,40 0,30-0,40
0,34 0,19-0,30 0,23-0,30
Nicotiana Nicotiana sanderae Pelargoniu (perkplant) Petunia-Hybriden
0,45 0,30-0,65 0,45
0,34 0,23-0,50 0,34
0,25-0,65
0,19-0,50
Phlox Primula obconica
0,45 0,25-0,30 0,65*
0,34 0,19-0,23 0,50*
Primula sacatilis
0,9* 0,9
0,68* 0,68*
Ranunculus ‘Bloomingdate’ F1-Hybriden
0,4
0,30
RhododendronSimsii-Hybriden
0,40-0,50 (1 liter per 4 ) 0,40 bij 1x 0,25 bij 2x
0,00-0,38 (1 liter per 4 ) 0,30 bij 1x 0,19 bij 2x
Rosa-soorten Rudbeckia fulgida ‘Goldsturm’ Rudbeckia hirta ‘Goldilocks Saintpaulia ionentha Salpiglossis sinuata
0,50 0,40-0,65
0,38 0,30-0,50
0,25-0,40
0,19-0,30
Als de planten 4-6 echte bladeren hebben Voor de planten elkaar raken. Zodra de groei te sterk is. 1 a 2 maal. Tijdstip staat niet vermeld. Als de plant 4-6 echte bladeren heeft. Eventueel herhalen. 6 weken na het zaaien. Herhaal de bespuiting na 14 dagen. Voordat de planten elkaar raken, als de nieuwe uitloop 4-6 cm is. Herhaal de behandeling 2-3 maal met 10 dagen interval. Als de plant 4-6 echte bladeren heeft. 14 dagen na het oppotten. Als de knop zichtbaar is, slechts proefsgewijs uitgeprobeerd. Eenmaal. Tijdstippen staan niet vermeld. Driemaal. Tijdstippen staan niet vermeld. Als in februari de tempratuur boven de 15 graden komt. Herhaal de behandeling na 3 a 4 weken bij het verschijnen van de knoppen. In de vroege zomermaanden eenmaal bij de ‘Vogel-groep’. Tweemaal bij de ‘Ambrosiana-groep’. Gebruik bij ‘Kirin’ en ’Rex’ slechts halve doseringen, anders wordt de bloei zeer nadelig beïnvloed. Eenmaal of tweemaal in juli. Niet later. Spuit tot afdruipens toe. Als de uitloop 10 cm lang is. Viermalige behandeling. Tijdstip staat niet vermeld. Zodra de stengel 2 a 3 cm lang is.
0,30
0,23
Kort voor de bloem verschijnt.
0,30-0,40
0,23-0,30
Als de plant 10 cm hoog is. Herhaal de bespuiting zodra de knoppen goed zichtbaar zijn
Nemesia Nemesia strumosa
TI 94
Gewas Salvia
Concentratie (in %) Alar 64 Alar 85 0,45 0,34
Salvia farinacea
0,40
0,30
Salvia splendens Salvia splendens Sanvitalia procumbens Senecio Senecio bicolor (Cineraria) Senecio CruentusHybriden Sinningia cardinalis
0,25 0,40-0,50 0,20-0,30
0,19 0,30-0,38 0,15-0,23
Grotere variëteiten. Als de plant 4-6 echte bladeren heeft. Verbetert de bladkleur. Als de plant 10-15 cm hoog is, afwisselen met CCC tot ongeveer eind april. Omschrijving ontbreekt. Als de plant 8-12 cm hoog is. Voor de planten elkaar raken.
0,40 0,40-0,80
0,30 0,30-0,60
Als de bloemknop op erwtgrootte is. Omschrijving ontbreekt.
0,25-0,40
0,19-0,30
0,65
0,50
0,40
0,30
Na het doorwortelen van de pot, voor de plant zich strekt. Als de plant 5 cm hoog is. Herhaal het na 10 dagen. Zorg voor een lichte groeiplaats Na het doorwortelen van de pot.
0,15* 0,20-0,25 0,45 0,40
0,11* 0,15-0,19 0,34 0,30
0,50-0,80
0,38-0,60
0,40-0,65
0,30-0,50
0,40
0,30
Solanum pseudocapsicum Stereospermum sinicum Tagetes
Tagetes erectatypen Tagetes erecta Tagetes patula Torenia fournieri
Trachelium caeruleum Verbena Verbena-Hybriden
0,65
0,50
0,75 0,25-0,50
0,56 0,19-0,38
Viola
0,45
0,34
Tijdstip en bijzonderheden
Op grotere zaailingen. Op 3 maanden oude planten. Zodra de eindbloemknop zichtbaar is. Tijdens de opkweek onder glas. Herhaal de bespuiting na 2-3 weken. Let op: niet op verduisterde planten. Tijdstip staat niet vermeld. 4 a 5 weken na het verspenen of 4 a weken na het zaaien. Tweemaal behandelen met Alar en eenmaal met CCC. Met name ‘Blaumeise’ laat zich goed behandelen. Tijdstip staat niet vermeld. Tweemaal. Verdere omschrijving ontbreekt. 40-50 dagen na het zaaien. 4 a 5 weken na het verspenen een of twee keer. Zodra de eerste bloemknoppen zichtbaar zijn
TI 94
Gewas Viola-WittrockianaHybriden(volle grond) (in pot gekweekt)
Whitfieldia elongata Zinnia Zinnia elegans
Concentratie (in %) Alar 64 Alar 85 0,30 0,23 0,25-0,40 0,19-0,30 (20 liter) (20 liter) 0,30-0,65 0,23-0,50
0,40-0,65
0,30-0,50
0,45
0,34
0,40-0,65 0,40-0,65
0,30-0,50 0,30-0,50
Tijdstip en bijzonderheden Voor of direct na het uitplanten. Op het zaaibed, voor het oppotten Vanaf midden oktober. In de regel zijn twee bespuitingen met een interval van 14-21 dagen voldoende. Idem, maar dan voor sterk groeiende soorten. Als er 2 a 3 bladparen aanwezig zijn. 2 weken na het verspenen. Op de grotere variëteiten. 3 weken na het zaaien. Herhaal de bespuiting eventueel na 10 dagen. 2 a 3 weken na het oppotten. Herhaal het na 14-21 dagen.
II. Snijbloemen. Bij snijbloemen moet voornamelijk het bovenste derde gedeelte bespoten worden. Chrysanten ChrysanthemumIndicum-Hybriden
Concentratie (in %) Alar 64 0,35
Alar 85 0,26
0,45-0,65 0,20 0,35
0,34-0,50 0,15 0,26
0,07-0,13 0,13-0,2
0,05-0,10 0,10-0,15
0,0,8 0,12 0,26
0,06 0,09 0,20
Troschrysanten
Rivalry en Shoesmith
Tijdstip en bijzonderheden Grootbloemige soorten na het openbreken van de zijknoppen. 2 dagen voor het openbreken. Late soorten in de 3e, 5e en 7e week. Kleinbloemige soorten 2 weken voor het begin van de verduistering of bij bloemknopstengellengte van 2 cm van augustus tot februari. Spuit voor of in het begin van de eerste onderbreking van de knopvorming. Alar-gevoelige rassen, zoals Indianapolis. Minder gevoelige rassen, zoals Spider. 1e behandeling. 1 week na het stoppen van de belichting. 2e behandeling 2 weken later. Zodra de knoppen goed zichtbaar zijn.
TI 94
Gewas Japanerin
Concentratie (in %) Alar 64 Alar 85 0,07 0,05 0,08-0,10 0,06-0,08
Horium-sports
0,08
0,06
Westland 19 Nu-sports
0,16 0,12
0,12 0,09
Buitenrassen
0,20-0,25
0,15-0,19
0,16
0,12
Tijdstip en bijzonderheden Bij een gewaslengte van 20-25 cm Indien gewenst om de 2 a 3 weken, afhankelijk van groei, tempratuur en licht. Bij begin van de kortdagbehandeling. Gebruik 1 liter spuitvloeistof per 8 meter bed. Let op: niet op ‘Mihros’ en niet op ‘Calirus’ die tegen roest is gespoten. Aan het begin van de kortdagbehandeling . 2 a 3 weken later. Voorkomt lange nekken bij daarvoor gevoelige rassen(bijv; Breitner en Migoli). Spuit zodra de bloemknoppen goed zichtbaar worden. Herhaal bij ongelijke groei de behandeling na 2 weken. Deze lagere dosering geldt voor bruine en rode rassen.
Opmerking: Binnen de Chrysantenteelt is een enorme verscheidenheid van soorten en variëteiten. In de praktijk resulteert dit in uiteenlopende Alar-doseringen, die nogal kunnen afwijken van de hierbovengenoemde. Informeer daarom bij uw stekleverancier. Andere snijbloemen Dianthus caryophyllus Euphorbia Syringa-VulgarisHybriden
Concentratie (in %) Alar 64 Alar 85 0,40 0,30 0,40* 0,65-1,00
0,30 0,05-0,75
Tijdstip en bijzonderheden Dompel de stekken 15 sec. in de oplossing. Bij 20-30 cm hoogte. Tussen 10 en 25 juni (100 liter per 2000 a 2500 struiken).
Onze gebruiksadviezen, zowel mondeling als schriftelijk, berusten op beste kennis van zaken op dit moment. Het is niet mogelijk uitgaande van deze mededeling aansprakelijkheid te accepteren voor toepassing of gebruik, aangezien wij geen controle kunnen uitoefenen op opslag, transport, toepassing en gebruik van door ons geleverde goederen.
Lees voor gebruik de aanwijzingen op de verpakking.
TI 94