AKTEN VAN DE WEESKAMER VAN BEVERWIJK

TRANSCRIPTIE

AKTEN VAN DE WEESKAMER VAN BEVERWIJK VAN DE JAREN

1556 t/m 1617 DEEL II

Index pagina:

index

1

inleiding en toelichting

2

digitale foto van blad 1

3

transcripties van blad 1 t/m blad 124 verso

4

t/m

91

digitale foto’s van blad 123 verso en blad 124

92

en

93

persoonsnamen

94

t/m

111

veldnamen

112

t/m

117

dateringen

118

t/m

121

verklarende woordenlijst

122

t/m

124

weeshuis Beverwijk anno1664

125

werkgroep paleografie, 2009 F. van Velzen E. Toepoel- Kuyl

© Historisch Genootschap Midden-Kennemerland. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, onder meer door middel van druk, fotokopie, internet of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de copyrighthouders.

1

Inleiding - Weeskamer Beverwijk deel I Bij de werkgroep Paleografie van het Historisch Genootschap Midden-Kennemerland werd behalve het transcriberen van de notulen van de vroedschapsvergaderingen ( er wordt aan boek 5 gewerkt), vanaf het jaar 2006 in kleiner verband de transcriptie van de akten van het Weeskamerboek van Beverwijk opgepakt. In deze eerste uitgave treft u een kleine honderd van deze getranscribeerde akten van de Weeskamer; de eerste akte dateert van 1556, de laatste van 1617 en beide zijn geïllustreerd met de bijbehorende digitale foto, om u een idee te geven hoe een akte uit dat tijdperk eruit kon zien! Aangezien de begrippen “Weeskamer” en “Weeshuis” ook in Beverwijk naast elkaar voorkwamen, maar in feite twee totaal verschillende instellingen waren, lijkt een korte beschrijving ervan wellicht nuttig: Een weeshuis was vanzelfsprekend een gebouw, waar wezen of halfwezen konden worden ondergebracht en opgevoed, als één of beide ouders overleden waren. Zie ook de afbeelding op de achterkant van dit boek: in 1664 vermaakte Sarah van Breen, weduwe van Dirck Blevet, dit woonhuis staande aan de Koningstraat, als weeshuis aan de stad Beverwijk. Voordien in 1663 was het weeshuis in het leprooshuis aan de Houtweg, hoek Arendsweg gevestigd. Een weeskamer echter, was een plaatselijke ( juridische) bestuursinstelling die verantwoordelijk was voor het toezicht op de afhandeling en regeling van de nalatenschap van minderjarige kinderen en van geestelijk onvolwaardige erfgenamen. De bezittingen van de wezen en halfwezen werden beheerd totdat zij de mondige leeftijd van 25 jaar bereikt hadden, danwel reeds voor die leeftijd getrouwd waren. Het waren de door de burgemeesters en vroedschappen gekozen weesmeesters, die hier uitvoering aan moesten geven: zodra een ouder overleed moesten de weesmeesters hiervan in kennis gesteld worden; zij benoemden de voogden- vaak familieleden van de erfgenaam- tenzij de voogd bij testament reeds benoemd was. De voogd behoorde de bezittingen te beschrijven, waarop de weesmeesters samen met de voogd en de eventueel achtergebleven ouder afspraken maakten over financiele regelingen, roerende en onroerende goederen; alles ten voordele van de nalatenschap. Weduwen en ongehuwde alleenstaande vrouwen werden in deze als handelingsonbekwaam beschouwd en moesten zich ook door een voogd laten vertegenwoordigen. Daarnaast werd ervoor zorggedragen dat de wees tot zijn mondige jaren verzekerd was van een behoorlijke opvoeding, eten en kleding en in staat werd gesteld een vak te leren, zodat hij of zij later goed voor zich zelf kon zorgen. Al deze afspraken werden schriftelijk vastgelegd in akten in het Weesboek “Rolle van Weescamer” ( zie voorzijde boek) door weesmeester of secretaris. Aangezien blad 1 in dit Weesboek van 24 februari 1556 dateert, moet de oprichting van de Weeskamer in Beverwijk van vóór deze datum zijn. De oudste Weeskamer van Nederland zou evenwel al vóór 1355 genoemd worden. Het voornoemde originele Weesboek is onderdeel van het Oud Rechterlijk Archief van Beverwijk 1556-1712, band 202, toegangsnummer 3607, inventarisnummer 1264 en bevindt zich in het Noord-Hollands Archief te Haarlem. Voor alle transcripties in dit boek Weeskamer Beverwijk deel I werden kopieën van microfiches en in een later stadium printen van ter plekke gemaakte digitale foto’s gebruikt, vastgelegd op CD-rom, hier genoemd A en C.

Toelichting bij de transcripties: Elke transcriptie van het Weeskamerboek begint bovenaan de bladzijde met de vermelding : NHA ( Noord-Hollands Archief), ORAB ( Oud Rechterlijk Archief Beverwijk), inventarisnr. 1264, bladnr. … Cd-rom (dsc) : A of C Digitale foto nummer : … Regel nummer : … wel of niet doorgestreept ( afgedaan) Vervolgens in de transcriptie zelf : De nummering van de regels van de transcriptie komt nauwkeurig overeen met de oorspronkelijke regels van de akte. Rechts naast de tekst staat een enkele keer een transcriptie van de oorspronkelijke tekst in de kantlijn- cursief en in kleine letters- afgedrukt. Teksten die later nog ingevoegd bleken te zijn: eveneens rechts en in kleine letter tussen grote haken. Opgelet: een fonetisch uitgeschreven woord kreeg vanzelfsprekend een fonetisch genoteerde transcriptie! Alle persoonsnamen en alle veldnamen zijn onderstreept en uitgebreid nader verklaard in respectievelijk een persoonsnamenregister ( blz. 94) en een veldnamenregister ( blz. 112) Alle data en tijdsaanduidingen worden cursief weergegeven, waarbij een lijst met dateringen/ heiligendagen en feestdagen/ marktdagen- op blz. 118 kan worden geraadpleegd. De vreemde woorden in de tekst kunt u terugvinden in de verklarende woordenlijst, blz. 122. De afkorting “ w.g.” onder de transcriptie staat voor: was getekend ( handtekening of merkteken). 2

3

NHA-ORAB CD-rom (dsc) Digitale foto Regel

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.

16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 1 A 001, 002, 003 ( onderste helft foto) 1 t/m 27 schuin doorgestreept

Op ten 24 februarii an(n)o 1556 is voor ons weesme(este)r(e)n gecome(n) Reyer Cornelisz als besturve(n) voocht zynde van Anna Henricxs d(ochte)r, een dochter van Maritgen Relis welcke zij gewon(n)e(n) heeft bij Henrick Reyersz haere(n) overled(en) man, en(de) heeft den selfde Reyer Cornelis verclaert sekere bewijsinge gedaen te wes(en) beroere(n)de haers vaders erffnisse nae uutwysen eene(n) scepene(n) brijf gemaect op ten 20en februarii an(n)o 55 als dat Anna Herics out ontrent 11 jaere(n) geassigneert en(de) bewes(en) is, die goeden hier nae verclaert: Eerst dat Anna voors(egt) sal hebben voor haer vaders erve die so(m)me van twee en(de) ‘t negentich guld(en)s van 40 groote Vlaems stuck en(de) noch een bedt met zy(n) toebehoore(n) ’t welck eerlicken is nae haerluyd(e)r staet. Om d’indracht en(de) ’t gebruijck van welcke pen(ningen) de voern(oemde) Maritgen Relis off Vrenck Cornelisz haere(n) man, belooft en(de) aengenome(n) heeft dit voors(egde) weeskindt te ond(e)rhouden binne(n) ofte buijten zy(n) huse in cost, clederen en(de) sal haer levere(n) en(de) besorgen alle heure nootdruft en(de) alle dat haer naer betame(n) haerder conditie van node zy(n) sal, soe lange sij tot haere(n) mondige jare(n) gecome(n) sal zy(n) en(de) alsdan sal Vrenck Cornelisz heur gehoud(en) wees(en) te geve(n) 55 guld(en)s ‘t sjaers te renten voer die penni(ngen) bove(n), verclaert en(de) off Anna Henricxs voors(egt) begeerde in een cloester te gaen eer sij mondich waer, soe sal Vrenck Cornelisz voers(egt) haer te laten volgen dese(n) voors(egde) renten en(de) ick Vrenck voers(egt) stelle d(er)voer desen beweese goede tot versekertheyt en(de) vast ypotheke een huijs staende binne(n) die vryheyt van Beverwyck streckend voer van den halver strate tot achter aen Ckoningswech, belendt aen die suytdzyde Tonis Jacopsz, aen die noertzyde die Molensteech en(de) voort aen alle my(n) ander goeden, geen uutgesondert. Actum in(de) presentii van Claes Cornelisz en(de) Joost Cornelisz, weesm(eeste)r(e)n. Ick Lauris Klaeszo(on) als man ende vocht van Anna beken ontfanghen hebben een schepen[Heijndri(cks) dochter] brief houdende van haer vaders erf(eniss)e uut die handen van Cornelis Janszo(on) ende Dirrick Lauuriszo(on) als weesmesteren der stede van Beverwijck in ‘t jaer ons heren 1571 (xvc lxxi) den 5 dach junius.

4

NHA-ORAB Cd-rom (dsc) Digitale foto

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37.

: : :

inv.nr. 1264- blad 2 A 004

Op ten 19 dach aprilis an(n)o 1556 syne(n) gecompareert voor de weesm(eeste)r(e)n Margriet Pietersd(ochte)r achtergelaten wedue van Jacop Da(m)misz ter eene en(de) die vru(n)den en(de) magen des vaderszyde ter andere(n), en(de) hebben ond(e)rlinge twist gehadt angaende die bewysinge van haer vaders erve. Soe hebben die weesm(eeste)r(e)n haerluyd(en) geaccordeert, soe hier nae verclaert staet: In den eersten sullen die twee outste dochtere(n) van Jacop Da(m)misz, te weeten: Lysbet en(de) Jan Jacopsd(ochte)r hebben elcxs eens die so(m)me van vier en(de) twintich karol(us) guld(en) van veertich groote stuck off renten daer voorn(oemt) die pen(ningen) sestien en(de) dat voor haer vaders erve. Des sullen die twee voorn(oemde) kinderen gehouden wees(en) indien dat het soe geboert, dat sij syck ofte suchten ofte geen dienst en co(n)nen cryge(n), haere(n) moeder alsdan te betalen alle ‘t gundt dat zij aen haer verleggen sal, ’t sy aen cost, clederen ende scoene(n). Voort alle ‘t gundt dat zy doechdelicken bewys(en) sal ende die ander kindere(n), Claes Pieter en(de) Cornelis d Jacopsz sal die moeder met haer neme(n) en(de) cleden se en(de) reden se, soe dat naer betame(n) haerder conditien behoort in cost en(de) clederen tot dat zij mo(n)dich sullen wees(en) en(de) alsdan sullen sy oftaen met eens die so(m)me van twee Karol(us) guld(en)s voor haer vaders erve. En(de) mene(n) die vrunden van ‘t vaders zyde dat die kindere(n) goet zy(n) voor haer cost, soe sullen sij die kindere(n) nae haer moge(n) nome(n) en(de) delinge begeere(n) van alle ‘t gundt datter alsdan tegenwoordich wees(en) sal en(de) indien sij die kindere(n) v(oor)z(egt) nae haer en neme(n) binne(n) die tyt van drie jaere(n), sullen alsdan gehoud(e)n wees(en) die kinderen die moeder te laten volgen. Ende Margriet Pieters met Cornelis Symo(n)sz haere(n) voocht heeft haere(n) kinderen tot een vast ypoteyke geset, een huys staende en(de) leggende binne(n) Beverwijck, streckende voor van (de)r halver strate tot after aen die Lijewech daer lendens ostzy(de), Jacop Jansz aen die noortzyde en(de) Anna Claes die weduwe van Bartelmees Dircxsz aen die suijtzyde en(de) off ’t geboerde, dat dit voorn(oemde) huys renteloos worde, soe sullen die kindere(n) voors(egt) geen rente(n) mogen genieten van haer vaders erve, al eer en(de) tertyt dattet weeder verhuert sal word(e)n. Actu(m) als bove(n) ter presentii van Cornelis Willemsz, burgem(eester) en(de) Claes Cornelisz en(de) Joost Cornelisz, weesm(eeste)r(e)n.

5


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38.

: : :

inv. nr. 1264- blad 3 A 005.

Op ten 19 dach aprilis an(n)o 1556 syne(n) voor ons weesm(eeste)r(e)n gecompareert Cornelis Willemsz, burgem(eester) en(de) Gerrit Pietersz en(de) hebben in ons(en) handen gelevert eene(n) bryve gemaect in date den achten April an(n)o 15 (honderd) vijv en(de) vijftich en(de) is gesegelt bij Cornelis Symonsz en(de) Joris Fransz, scepene(n), verclarende die bewijsinge van Gerrit Pietersz twee kinderen te weeten: Andries Gertsz en(de) Janneken Gertsd(och)ter die welcke hij gewo(n)nen heeft by wylen Cornelia Aaisd(och)ter in heure leve(n) zyne(n) wettige huysvrouwe, welcke twee kinderen Gerrit voors(egt) bewesen en(de) geassigneert heeft voor haer moeders erve die so(m)me van twee hondert en(de) vijff en(de) twintich Karol(us) guld(en)s van veertich groote stuck. Om ’t gebruyck van welcke pen(ningen) die voorn(oemde) Gerrit Pietersz belooft en aengenome(n) heeft die voorn(oemde) kinderen te ond(e)rhouden in cost, clederen en and(e)rs en alle dat heur naer ’t betame(n) haerder conditien van node sal zy(n) durende soe lange en(de) tertyt toe dat zij tot haere(n) mondige jaere(n) gecome(n) sullen wees(en) en(de) indien dat die huysvrouwe van Gerrit Pietersz des(en) voorn(oemde) kindere(n) hart en(de) onstuyrich valt, soe sullen die vru(n)den van ’t mo(e)ders zijde die kindere(n) nae geene mogen neme(n) met haere(n) bewees(en) goeden en(de) Gerrit sal alsdan gehouden wees(en) haer te geve(n) behoorlicke rente die( r) pen(ningen) sestien soe laenge en(de) ter tyt toe, dat zij tot haere(n) mo(n)dige jaere(n) gecome(n) sullen wees(en) en(de) alsdan sal Gerrit Pieters voors(egt) noch gehouden wees(en) dees(en) voorn(oemde) kindere(n) op te leggen tot haere(n) wille ’t hoof(t?)gelt met die verlope(n) renten naer beloop des tyts. Daer voern(oemde) Gerrit Pietersz tot haerluyder versekertheyt v(er)bonden en(de) geypothekeert heeft zy(n) huijs, daer hij nu thans in woont, staende en(de) leggende binne(n) Beverwijck streckende voor vand(en) halver strate tot achter an IJsbrant Pietersz erfve, belendt aen die noortzyde Cornelis Fransz aen die zuytsyde Anthonis Jacopsz en(de) voort aen alle zyne(n) andere goeden, geen uutgesondert. Actu(m) als bove(n) ter presentie van Cornelis Willemsz, burgem(eeste)r en(de) Gerrit Pietersz, Claes Cornelisz, Joost Cornelisz, weesm(eeste)r(e)n. Op huden den 17 augustus [an(n)o 79] hebben wij Jan Thoenisz ende Jan Jansz overgelevert in handen Janneken Gerrijtd(ochter) dije dose met alle haer brijeven dije onder wesmester waeren rustende.

6


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31.

: : :

inv. nr. 1264- blad 4 A 006

Op ten 3en meij an(n)o 1556 soe is geco(m)pareert voor wees(meeste)r(e)n Michiel Jansz met Gerrit Maertsz, oom van die twee kinderen van Michiel voors(egt) te weeten: Fy Michielsd(ochte)r out ontrent 12 jaeren en(de) Trij(n) oudt ontrent 9 jaeren en(de) hebben gelyckelicken geconsenteert aengaende die bewysinge haers ‘t‘s moeders erve als dat Michiel Jansz sal gehoud(en) wees(en) des(en) voorn(oemde) kinderen te besorgen in cost en (de) cledinge tot haerluyder notruft, tot dat zij mo(n)dich zy(n) geworden en(de) alsdan sullen sij gelyck nae ‘t overlyden van Michiel Jansz intasten a(e)n allen die goeden gelyck zij andere kinderen sullen doen. Ac(tu)m als boven ter presentie van Claes Cornelisz en(de) Joost Cornelisz, wesm(eeste)r(e)n en(de) Gerrit Maertsz, oom va(n) die kinderen. Op ten 3en mey an(n)o 56 soe zy(n) geco(m)pareert voor weesm(eeste)r(e)n Harma(n) Gertsz en(de) Anna Henricxsd(ochte)r en(de) hebben bewees(en) haer drie kinderen, welcke zij gewo(n)nen heeft bij Frans Gosenzoon s(aliger) g(edachtenis), die so(m)me van drie karol(us) guld(en)s eens en(de) haer te besorgen in cost en(de) cledinge tot dat zij mo(n)dich zy(n) en(de) stelt tot ene(n) vasten ypoteq(ue) een huys met den erve staende in die Peperstraet, daer lendens aff zy(n) Gerrit Claesz Braeck aen die zuijtoostzijde en(de) Claes Gijsberts Keyser aen die noortwestzijde, en(de) voort alle haeren andere goeden. Ac(tu)m als bove(n), ter presentie Claes Cornelisz, Joost Cornelisz, weesm(eeste)r(e)n. Op ten 17en meij an(n)o 56 is gecompareert voor weesm(eeste)r(e)n Mariken Franszd(ochte)r met Gijsbert Jansz haer voocht en(de) hebben bewees(en) haer kinderen te weeten : Dirck Jansz, Cornelis Jansz, Frans Jansz, Wigger Jansz, Hillegont en(de) Ja(n)neken Jansd(ochte)r, twee karol(us) guld(ens) eens , en(de) voort te ond(e)rhouden in cost, clederen en haeren notruft te besorgen tot dat zij mo(n)dich zy(n). Ac(tu)m, ter presentie Claes Cornelisz, Joost Cornelisz, weesm(eest)r(e)n.

7


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28.

: : :

inv. nr. 1264- blad 5 A 007

Op ten 12en junii an(n)o 56 soe is voor weesm(eeste)r(e)n gecomen Margriet Aeriansd(ochter) met Joost Dirckxsz, haeren voecht en met consent en wille van Dirck Jansz ende Pieters Pietersz voechden en(de) naeste vru(n)den van die kinderen van Dirck Cornelisz Gorstman s(aliger)g(edachtenis), van haer vaders zij en(de) hebben bewees(en), dat Jan Dirckxsz, oudt ontrent 18 jaeren en Aerian oudt ontrent 15 jaeren, elcxs sullen hebben eens vyftich karol(us) guld(en)s en haer dese pen(ningen) uut te recken en(de) te geven als zij mo(n)dich zy(n) en(de) niet eer, en(de) Griet Aerians sal gehoud(en) wees(en) deese kinderen te besorgen tot dat zij mo(n)dich zy(n) in cost en(de) clederen tot haer notruft, en(de) stelt daer voern tot een vasten ypoteque: een huys met den erven [daer] staende en(de) leggende in die Achterbuert, daer lendens van zij(n): Neeltgen Molenaers aen die suytzyde en(de) meester Govaerts huysinge aen die noortzijde en(de) voort aen alle haeren andere goeden. Act(u)m ter presentie, Claes Cornelisz en(de) Joost Cornelisz, weesm(eeste)r(e)n. Op huyden den 14 september [a(nno) 60] is voer ons vesmesters gecomperert Jan Dirrickz als nu tot sin jare(n) gecome(n) vesende ende sal nu sin goede selver regele(n) ende begeert uut den wesbuck gedaen te wesen by ons Lowerijs Claesz, Jan Tonisz, wesmesters, in presensije van Floeris Aeryae(ns)z ende Cornelis Pietersz. Op ten 6en augustii is voor weesm(eeste)r(e)n gecompareert Dirck Gertsz, wielmaker, als bestorven voocht van die naegelaten kinderen van Bartelmees Dirckxsz, Anna Claesd(ochte)r moeder met? Jan Jacopsz en(de) Joris Fransz en(de) hebben eendrachtelicken geconsenteert dat Anna Claesd(ochte)r sal in die possescie blyve(n) en(de) besitten alle die goeden die haeren man Bartelmees voors(egt) metter doet geruimt heeft zonder daervan te doene enige rekeni(n)ge en(de) voort die vyff naegelaeten kinderen, die zij gewon(n)en heeft by Bartelmees Dirckxsz s(aliger) g(edachtenis) eerlicken op te brengen en(de) cost en(de) clederen en(de) notruft naer betame(n) haerluyder conditien. Act(u)m als boven ter presentie Dirck Gertsz, burg(e)rm(eester), Jan Jacops, Joris Fransz, Claes Cornelisz, Joost Cornelis, weesm(eeste)r(e)n.

8


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.

: : :

inv. nr. 1264- blad 6 A 008.

Op ten 12en augusti an(n)o 56 is voor weesm(eeste)r(e)n gecome(n) ende gec(om)pareert Meyns Symo(n), weduwe van wilen Cornelis Gerts, en(de) Aerian Symonsz en(de) Symo(n) Thybaut van des moederszyde en(de) Gerrit Pieters Block van des vaderszijde, en(de) hebben eendrachtelicken geco(n)senteert met Gijsbert Jansz, burg(e)rm(eester), als die naegelaten kinderen van Cornelis Gertsz sull te weeten: Haes Cornelis, out ontre(n)t 20 jaeren, Gerrit, out ontrent 18, Symo(n) out ontrent 16, Diewer, out 12 jaeren, Guert 10 jaere(n), Anna 8 jaere(n) sullen ontfangen als zy tot haer mo(n)dige jaeren gecome(n) sullen wees(en), elckxs die so(m)ma van dertich karol(us) guld(en) van veertich groote voer haer vaders erve; behoudelicken zal Meyns Symons gehouden wees(en) dees voors(egde) kinderen in sieck en(de) gesonde, te besorgen in cost en(de) clederen naer ‘t betamen haerluyder (con)ditien, als dat behoort, [ tot dat sij mo(n)dich zy(n)] en(de) stelt daer vorn tot eene(n) ypoteque haer huys, staende in die Achterbuert, daer lendens van zy(n): Claes Gertsz, decker aen die zuytzyde en Gerrit Lourisz hofstede aen die noortzyde en(de) voort aen alle haer andere goeden geen wuytgesondert om voer faute van quade betalinge haer verhal daer aen te mogen hebben. Act(um) als boven ter presentie van Claes Cornelisz en(de) Joost Cornelisz, weesm(eeste)r(e)n.

9


: : :

inv. nr. 1264- blad 7 A 009.

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Op ten 23en augusti heeft gecompareert voor weesm(eeste)r(e)n in persone Aelbert Jans Vuyster ter eenre ende die vrunden van Katry(n) Augustyne(n) Jacopsz dochter, welcke Katry(n) is een kindt van Engel Da(m)mis, nu huysvrouwe van Aelbert voors(egt) en(de) zy(n) alzoe geaccordeert met malcand(e)r als dat Albert des(en) voorn(oemde) Katryn Augustynen d(ochte)r sal opbrengen, leeren en(de) voeden, sieck en(de) gesondt, en(de) cledense eerlick naer betame(n) haerder conditien, tot dat zij mondich en(de) haer selff voocht es, en(de) voort soe sal Katry(n) voorn(oemt) ter lester doot mede erffgena(m)en wees(en), gelyck alle zy(n) andere kinderen, 8. even dijp en(de) verde in zy(n) goet gaen sullen en(de) stelt tot enen ypoteque alle sijnen 9. goeden, geen wutgesondert om voer enige faute ofte rebellicheyt dy(e) hy aen ’t kindt 10. bewysen mochte, tot discretie van weesm(eeste)r(e)n haer verhal te mogen hebben. 11. Act(u)m als bove(n) ter pr(ese)ntie Claes Cornelisz, Joost Cornelisz, weesm(eeste)r(e)n.

10

NHA-ORAB Cd-rom( dsc) Digitale foto

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26.

: : :

inv. nr. 1264- blad 8 A 010

Op ten 10en mey an(n)o 58 is geco(m)pareert voor burgerm(eeste)r(e)n en(de) weesm(eeste)r(e)n Jan Willemsz als voocht van die nagelaten kindere(n) van Gerrit Louris s(aliger) g(edachtenis) en(de) heeft overgelevert in hand(en) van die weesm(eeste)r(e)n vier gesegelde bryve(n), twee waerbryve(n) met een bode bryijf houdende opt ‘t huys ‘t welck gecoome(n) is van Jan van Essche(n). En noch een waerbryff houdende opt diverss landt, noch twee bryeve(n), één houdende op Marith?en Louris Allertsz weeduwe, inhoudende van honder en(de) vijftich karol(us) guld(en), die ander is een testame(n)t brijff gemaeckt bij Beatris Philps d(ochte)r toecome(n)de dese voors(egde) kinderen. It(em) noch kent Jan Willemsz borch te wees(en) als principael van een hantdteyken, houdende op Jan Lourisz van vijftich karol(us) guld(en)s, die renten verscyne(n)de Sint Jacop. Noch heeft Lenaert Lourisz onder hem die so(m)me van hondert en(de) een karol(us) guld(en)s voor welcke renten van dese voors(egde) pen(ningen) heeft Lenaert belooft dat kindt gehoud(en) en(de) die houdt van ‘t kindt, expereert Alerheyligen. It(em) op ten vijfden dach va(n) maij zoe is geco(m)pareert voer dij [A(nn)o 58] weesm(eeste)rs dij voecht va(n) Dirck Baertz kinderen ende hebben daer ee(n) does met dij olde rekeni(n)ck daeronder ghebrocht en(de) ee(n) brief houde(n)de op Maerte(n) Luijt va(n) Hemskerck va(n) 30 st(uvers) ‘t jaers en(de) noch ee(n) hanttecken houde(n)de op Joest Cornelisz van 30 st(uvers) ‘t jaers en(de) noch een hanttecken houwe(n)de op Jan(n)eken [ à 20 st(uvers) ’t jaers] Louweris dochter, Floris Floris weduu, ende meer and(er) oude rekeni(n)ck. Actu(m) in presencij Ghisbert Claesz, Jan Thonisz, weesm(eeste)rs.

11


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.

: : :

inv. nr. 1264- blad 9 A 011

Op ten seventynsten julij an(n)o 58 zy(n) gecompareert voor dij burgermeester metten weesmeestere(n) Gerrit Lourisz en(de) Joost Lourisz om te o(n)tfa(n)gen alsulcke penni(n)ghen als Cornelis Louris hoer luijder bruder was kome(n)de van Erm Da(m)misd(ochte)r aftergelaten wed(uwe) van Simo(n) Bertolmysz die Cornelis voors(egt) op gestorve(n) waren van Simo(n) Bertolmysz hoer luder oom die sum van drijendertich karolusse guld(en)s en(de) 15 st(uvers) welcke vijfti(e)n stuvers ofgecort worde(n) an den uutcoop vanden abt van Egmo(n)dt, welcke penn(in)g(en) Gerrit Lourisz en(de) Joost Lourisz voors(egt) belove(n) en(de) belooft hebben ‘t ‘sjaers van renten op te brenge(n) tot behouf van hare(n) bruder voers(egt) twe karol(us) guld(en)s ‘t ‘sjaers verscine(n)de den eerste(n) mey an(n)o nege(n)envijftich totter tijt tue dat het buyck voldaen is die rente(n) metten hooftgelt en(de) stellen tot ene(n) vasten ypoteeck dat gelt dat haer luden noch is verscine(n)de van Erm Da(m)misd(ochte)r te mey an(n)o 59 tot meerder vasticheijt soe hebben Jan Willemsz, scuemaker en(de) Gerrit Mertsz hoer selver gestelt als borrichen nae uutwijsen die ord(e)nen van’t weesbuyck in deser selfde forme sal Erm hebbe quita(n)cij voer dese penn(in)ge(n) an penn(in)ge(n) voers(egt) mette(n) borriche(n).

12

NHA-ORAB Cd-rom (dsc) Digitale foto Regel

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.

14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35.

: : : :

inv.nr. 1264- blad 10 A 012, 013 ( onderste helft v. tekst) 1 t/m 10 schuin doorgestreept

Op ten 9en jannuarius duisent vijffhond(e)rt 59 is gecompareert voer dije weessm(eeste)rs Simon Tijbautz met Aeriaen Simonsz als voecht, van dij naeghelaten kinderen van Katrin Simon docht(er), Simon Tijbaut z(oon), huisvrou. Ende hebben over gheleijt met ee(n) besloeten tbrieve alzoe als dij voecht va(n) dij weeskindere(n) dat selfde met dij vrinden overghedraghen hebben ende gheaccordeert sy(n) van dij kinderen bewijsinghe daer off brieven ghemaeckt sij(n) ende malka(n)dere(n) ghelevert hebben ende willen tot believen dije weesm(eeste)rs mijtsgaeders dije burghem(eeste)rs haeren eet doen nae uijtwijsinghe dij ordijna(n)cij. Actu(m) En(de) Machteke Scymonsin presencij Ghisbrecht Claesz, Jan Thonisz als weesm(eeste)rs. d(ochte)r. Op huden den 24 dach may in ’t jaer van ’80 In presyncy van twe scepensoe hebben wy wyesmertsters Jan Jansz, Pieter Dircxz ghelefv(e)rdt ne(n) Clas Cornellysz en(de) een doos met een testeme(n)t gheleverdt in handen van Clas Jansz. Mary Symonsd(ochte)r met Arijan Hansz van Prussen .. (onduidelijk teken) It(en) op te(n) vijffden februarij duijsent vijffhondert 59 zoe is voer dij weesm(eeste)rs ghecompaereert Heinrick Jacopz, poerter der stede van Beverwick met Bartolmijs Iheksz als voecht van zinre susters kinderen toe weeten: Jan Iheks docht(er), Heinrick Jacopz huisvrou wijlle(n) gheweest heeft ende sy(n) mit malcander eendrachtelick overee(n) ghekomen bij tuijschenspreken van Cornelis Willem Backer ende Dirck Ihek dat Heijnrick Jacopz dij kinderen zal houden tot haeren mondijch ende cleeden ende voeden dat eerlicken bij ander goede luijde(n) kinderen zal moeghen koemen ende dij kinderen haeren voecht zal sijnen wille doen met dij moeders clederen tot profijt van dije weeskindere(n) om te v(er)kopen ofte v(er)make(n) hoe dat hem dat belijeft ende zoe wanneer dat sij hijelicken zoe sal Heinrick Jacopz gehouden weesen elcke kint te gheve(n) voer sij(n)s moeders erve vertich kaerlus gulde(n)s vertich groot voer dij gulde(n) zonde(r) eenich offbreck ende hier voer stelt Heinrick Jacopz tot eenen ijpoeteet sij(n) huijs met dij scuuer ende erffe ende voert alle zijne(n) anderen gueden in tijt hebbende ofte naemals zoude moeghen v(er)crijghe(n) ende van dese voerwaert daer leijt ee(n ) hanteijke(n) offt in dij weesm(eeste)rs kijst. Actu(m) in prensencij Ghijsbrecht Claesz ende Jan Thonisz als weesm(eeste)rs. [Dese oblie(gatie) es by Maerten Claessen op ten 13e novemb(er) 1590 gelicht o(m)me in rechte over te leggen.]

13


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36.

: : :

inv. nr. 1264- blad 11 A 014

An(n)o duijse(n)t vijffhondert neghen en(de) vichtich op ten tienden dach van meij, zoe is ghecompaereert voer dij burghem(eeste)r(e)n ende weesm(eeste)rs Gherijt Louwerisz ende Joest Louwerisz als twee ghebrueders ende hebben vervanghen Cornelis Louwerisz haer luijden bruede(r) dij uijtla(n)dich gheweest is een jaer twije ofte drije ende noch nut(er)tijt is va(n) al sulcke gueden erffnis ende besterfenis als haer op ghestorven is van haer luijde(n) oem willen Simon Bartolmeesz zijnen achtergelate(n) gueden ende wij Gerijt en(de) Joest Louweris voern(oemt) beke(n)nen sinen porcij dat hem daer off toe quam ontfanghen te hebben ende off dat ghebuerde dat Cornelis Louwerisz onse brueder te lande wed(er) quae(m) zoe sal hij Cornelis voern(oemt) sij(n) erffenis ofte zijnen penni(n)ghen dij hem op ghestorven zij(n) moeghen eijschen ende verhalen an zijne(n) bruede(r)s toe weeten: Gherrit Louwerisz ende Joest vorn(oemt) haeren gueden ende ick Gherrit Louwerisz ende Joest Louwerisz voern(oemt) stellen onse brued(er)s daer voer tot eene(n) vasten ijpoteeckt ee(n) stuucke lants gheleghen yn dij vrijeheit van dij Beverwick streckende an dat oesteinde dije Koni(n)ckswech, an dat weesteinde dij Lij(e)wech, an dy zuijtsijde dije Naerd(er)wech ende an dije noertsijde Ghisbrecht Claesz ende off daer eenich gheebreck dan viel an dese waernis offte betali(n)ge zoe sal Cornelis Louwerisz dat moeghen v(er)haelen an Gherrit en(de) Joest voern(oemt) haerluijden and(er) gueden ende off daer ghenen v(er)hal en waer an dese ghebrued(er)s ende Cornelis Louwerisz toe huis quaem, soe koempt ick dij moed(er) Gherrijt Gherrijts docht(er) met mijne(n) voecht Cornelis Simonzoen, seilmaek(er), van dije kindere(n) weghen ende beken(n)e borrich toe wesen ende stelle my(n) als princijpael voer dese pen(n)inghe(n) ofte besterfenis dije Cornelis mijne(n) zoen op ghestorve(n) moeghen weesen ende stelle noch mede tot eene(n) vaste(n) ijpoeteeckt ee(n) stuucke lants gheleghen inde ban van Velsen daer dij lende(n)s off zy(n) nu te(r) tijt Cornelis Willemsz burghem(eeste)r an dij zuijtside, an dij noertsijde Wouter Dirckz poert(er) tot Haerle(m), an dij oostsijde dij Lijewech, an westeinde Aelbert Piet(er)sz ende dijt aldus ghescijet weesende in presencij Ghijsbert Claesz ende Jan Thonisz als weesm(eeste)rs. Actu(m) als boven. An(n)o duijsent vijffho(n)dert sestich soe heeft Gerrit Gerritszd(ochte)r oevergheleijt een brief die daer leijt o(n)der weesm(eeste)rs in die kijst, actu(m) in presenci Cornelis Pietersz en(de) Floris Aeriansz als weesm(eeste)rs.

14


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.

: : :

inv. nr.1264- blad 12 A 015

It(em) int jaer duijsent vijff hondert ende acht en(de) vichtich soe dij weesm(eeste)rs ontfanghen hebben va(n) weghen Janne(t)g(e)n Jacopdocht(er) uijt hande(n) van Frederick Baertz dij su(mm)a van vier en(de) twintich karol(us) guld(en)s veertich groot voer dij guld(en) gherekent ende dese vieren(de)twintich guld(en) hebben zij ghedaen Piet(er) Jacopz proevenier tot dij Augustine(n) toe Haerlem ende sal daer jaerlic aff betaelen en(de) gheve(n) and(er)halffte gulde(n) als bove(n) alzoe langhe als hij dat hooftghelt niet op en leijt ende voer dese penn(i)nghen zoe sal men dij kuusting tbrieff tot ene(n) ijpoeteeckt dij is houde(n)de op Piet(er) Jacopz sij(n) huys daer lende(n)s off zy(n) nu t(er) tijt Wout(er) Piet(er)z an dij zuijsijde, an dij noertsijde Machtelt IJsbrants docht(er) ende noch zoe stelt hem Jan Jacop voer dese penn(in)ghen borrich als princijpael of daer eenich ghebreck viel dat me(n) zoude moeghe(n) verhalen an Jan Jacopz sinen reeste gueden binne(n) dije vrijeheit of daer buijten gheen uijtghesondert ende dese rente(n) sulle(n) verscijnen midts meij daer dat eerste jaer of zal weesen duijsent vijffhondert neghen en(de) vichtich ende dese renten sulle(n) men moeghen of lossen met eens vieren(de)twintich dier voerscreve(n) gulde(n)s altoes nae beloep des tijts betaelende dij renten niet langher toe houde(n) dan dij sculde(n) van Piet(er) Jacopz betaelt ende dan toe lossen met dij eerste kuust(e)n dij daer dan verscijnende is ende dese voerwaert is aldus ghescijet ende ghemaekt met dij weesm(eeste)rs doet(er) tij wesende, toe weeten: Ghijsbert Claesz, Jan Anthonisz. Actu(m) ut sup(ra).

15

dese penni(n)ge(n) sijn betalt wesmesters Lowerijs Claesz, Ja(n) Tonis.


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.

: : :

inv. nr. 1264- blad 13 A 016

It(em) ontfanghe(n) an(n)o duijsent vijff hondert acht en(de) vichtich, den vijffden dach van meij, va(n) dije voechden voerleden tijden gheweest zijnde, toe weeten: Cornelis Dirckz, Wijke(r) burghem(eeste)r ende Joest sine(n) zoen een dooes met dij oude rekeni(n)ck ende met drije hantscriffte(n) daer in, daer dije eenen hout op Maerte(n) Luijt tot Heemskerck va(n) and(er)hallijffe rinsgul(den) ‘t jaers, noch ee(n) houdende op Joest Cornelisz van anderhallijffe dijer voerscreve(n) gulde(n)s ‘t jaers, noch ee(n) hanckteijke(n) op Florijs Florisz van ee(n) rinsgulde(n) ‘t jaers is houde(n)de ende dese does heb ick ontf(angen) zo(n)d(er) ghelt en(de) so cij is ende noch is daer in een hantkteijke(n) va(n) vierdallyff gul(den) eens, daer een rinck voer te pande ghestaen heeft ende dij rinck es weder ghehaelt va(n) Gaerbra(n)t Metselaer dij sij(n) huisvrou daer verset hadde ende heeft sy(n) tabbert daer weed(er) voer yn stagije ghebrocht, eer dese does met dij hantscriffte(n) ond(er) dij weessm(eeste)rs ghecome(n) is.

16


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57.

: : :

inv. nr. 1264- blad 15 A 017

Op huyden den 8en dece(m)bris an(n)o 1559 co(m)pareerden voor ons Cornelis Pietersz en(de) Florijs Adriaensz weesm(eeste)rs der stede van Beverwiyk van des(en) jegenwoordigen jaere. Pieter Pietersz Vlasman en(de) Louris Jansz als executoers van (de) testamente van E(dele) Pieter uten Hage ende hebben onder ons weesm(eeste)rs geleyt die som(m)e van twe hondert vyf en(de) 20 carolus guld(en) tot behouff ende proffyte van(de) vyf weeskinderen van Anna Claesd(ochte)r, poortersse tot Beverwyck als Claes, Gerryt, Marycken, Griete en(de) Janneken, welcke penn(ingen) men zal employeren ende op renten stellen soe geri(n)ge men mach tot behouff van (de) voors(egde) vyf kinderen, mit expresse voorwaerden dat die gene die eenich van (de) penn(ingen) voors(egt) op renten nemt en(de) ontfangt, gehouden sal wes(en) die selve hooftgelde mette renten nae advenat op te leggen ende te voldoen, een halff jaer te vore(n) gewaerschout zijn(de), te weten als eenich van (de) voorsz(egde) kinderen hem tot huwelycke ofte andere geestelycke ofte waerlycke staete begeven sullen hebben, ende die voorn(oemde) Anna met Jan Jacopsz, haer voocht in des(e) mitsgaders Claes Dircxsz als oom en(de) bestorve(n) voocht van(de) voors(egde) kinderen mede voor ons weesm(eeste)rs co(m)pare(re)n bekende(n) hem van wegen den voorsz(egde) kinderen van heure(n) legaet of testame(n)t te vollen betaelt te wes(en) uuyt handen van (de) voors(egde) testame(n)toers stellen(de) hoer geheel sy(n) al daer off quyt wel verstaen(de) daer van (de) voorsz(egde) legate ofgetoge(n) es den 10en penn(ing) die de testame(n)toers hebbe(n) moeten betaelen den stadt van Haerle(m) van exu(e) met expresse voorwaerden ende conditien dat alsoe nae vermogen den selven testame(n)te van Pieter uuyten Hagen die testamentoers voors(egt) nyet gehouden en waeren eenich van den voors(egde) kindere(n) te geven eenich legaet eer sy tot haer jaeren gecomen waeren. Soe ees ‘t dat die voorn(oemde) Anna voor haer selven en(de) uuyte(n) nae(m) van haer kinderen met haer voocht voors(egt) en(de) die voors(egde) Jan Jacopss en(de) Claes Dircxss beloofd(en) en voorsz(egde) testamentoers ende heuren erven off den sterffhuyse van(de) voors(egde) Pieter uuyten Haege te inde(m)neren van alle lasten die hem eenichsins hier naemaels zouden moge(n) opcome(n), stellen(de) die voorn(oemde) comparante(n) tot versekeringe, van al ’t gunt, dat voors(egt) es heure p(er)soenen en(de) goeden nyet uuytgesondert. ende die voorn(oemde) Jan Jacopss zy(n) huyse en(de) die voorn(oemde) Claes Dircxss syn portie van (de) huyse he(m) aenbestorven staen(de) binnen des(en) ban van Beverwijck oircon(den), hebben wy Anna, Jan Jacopss en(de) Claes Dircxss elxs onse hantscriften hier onder gestelt ten tyde als boven. w.g. ( 2 merktekens) w.g.: by my(n) Jan Jacopsz, w.g.: Claes Dirrickz An(n)o 1500 nege(n) en fijf(ti)ch (59) soe sy(n) daer uuytgeset twee ho(n)dert kar(o)l(us) gul(dens) op een ghenaemt Jan Symo(n)s Boerma(n) toet Velze(n) daer een brief of leyt in die kijst. An(n)o als boeve(n) soe hebbe(n) die weesm(eeste)rs Cornelis Pietersz en(de) Floris Aeriansz o(n)tfa(n)ge(n) een hantteyken ho(u)de(n)de op een ghenaemt Cornelis Woutersz voer die somme va(n) 25 k(a)r(o)l(us) 17

blad 16/ dsc A, foto’s: 018, 019 en 020 ( onderste dl. foto’s)

58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65.

daer of een hantteykent in die kijst. Desen brief met dat hantecke(n) comt toe die ky(n)dere(n) van Bartelmees Dirickz. It(em) deesesen brijef van twee hondert k(arolus) gul(den) houdend(en) op Jan Symo(n)sz tot Velsen voers(eg)t en(de) dat hantteijken van 25 k(arolus) gul(den) med(en) voern(oe)mt heeft Anna Claesd(ochte)r mit haer voers(egde) vijf kinderen selver begheert te bewaeren also sij doechten dat sij tot haeren mundichen jaeren waere gecomen en den brijef met dat hanteyken voers(egd) is haer luijen voern(oe)mt gelevert , d(en) 11 augustus a(nn)o 1569.

18


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 17 A 021 14 t/m 24 schuin doorgestreept

Ano 60 den 26 marcii is voer mijn Jan Tonis ende Loweris Claesz ende Floris Adryaens als oude wesmester der stede van Beverwyck gecome(n) Cornelis Wyllems, backer ende Tonis Reyers, beyde poerteren der stede van Beverwyck ende hebben overgeleyt in handen van ons wesmesters eene(n) bryef houdende als ene(n) quitsceldige op dat huys daer Tonis Reyersz nu ter tyt in woent op dewelke bryef dat Tonis Reyersz met Isbrant Jans bekende sculdich te wesen Cornelis Wyllems sees gulden, vijf stuvers dije selfde hij hem beloefde te betalen op tve termijne(n) Sinte Maertyn an(n)o 60 den een hellyft ende een jaer daerna den ander hellyft ofte sal altoos sin verhal moge(n) hebben ant voernoemde huys. Hyer op betaelt drije karolus guldens. Op huyden den 24 februarius anno 61 is voer voer ons wesmesters gecomperert Jan Willemsz ende kende sculdych te wesen ende onder hem hebben van dije veskyndere(n) van Gerryt Lowerysz dije somma van vyf ende seventych k(arolus) g(uldens) stuck van vertych groeten Vlaems ende beloefde dye selfde weeskinderen daer van te geve(n) vyer k(arolus) g(uldens) ende een halve dije rent verscynede op Sintte Nycolaesdach ende hijer een is ge(en) meer besceyt daervan dan dat weesbuyck wesmesters in der tijt. Lowerys Claesz, Jan Tonis. Op huijden [an(n)o 62], den 20 januaryus, heeft Jan Wyllemsz, heeft Jan Wijllemsz overgeleyt een hantteyken sprekende op Claes Wyllemsz ende dye som bedraecht 75 gul(dens), in dije plaes van dije 75? gul(den) dije hij ende hem hadde dye rent verscijnende den dartijenden januaryus. wesmesters: Lowerys Claesz, Jan Tonis.

19

dese pennige(n) sijn ofgelost ende betalt van Jan Wyllems


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.

: : : :

inv.nr. 1264- blad19 A 022 1 t/m 21 schuin doorgestreept

Ano een ende sestych, den tveden junius, is voer ons vesmesters gecome(n) ende gecomparert Vrederyck Cornelysz ende heeft bewesen sijn dochterken velertyts gewonne(n) bij Kunyerken Dyrryckdochter in bij wesen van Dyever Gerrytd(ochter) ende Reyer Cornelijsz tot syn smoeders erve dije somma van 20 ka(rolus) gul(dens) ende heft beloeft sijn kijnt te wete(n) Wyberick Vrederick daervan te geve(n) als sij mondych is t’jaers te renten 25 st(uvers) ende voert soe heeft den voernoemde Vrederyck beloeft te geve(n) Dyever Gerrytd(ochter) ’t jaers van koestgeelt drye karolus guldens ende dat alsoe lange alst dye bestemoer leeft. Des is met goede verwaer ondersproken dat soe vanner dij bestemoer sterft sal heet kynt hebben van dije goeden dije Dyever Gerrijt sal geruijem(elik) sal hebben acht karolus g(uldens) ende dat van Dyevergy(n) erfgename(n) ende ist bij alsoe dat Wijberickge(n) sturryf sonde after te laten enyge kyndere(n) soe sal altoes dye selfde acht gulden wederom kere(n) aen dije sijde daer sij of gecome(n) syn. Wesmesters in der tijt, Lowerys Claes, Jan Tanisz. Dit mijn veesem van Jacop Jansz ende Jan Cornelijsz dat Jelis Vredricksz is met Diever Gerretsdochter bij ons weesenmeesters Lauris Florisz ende Wauter Gerretsz. 1581

20

=kostgeld

=?


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41.

: : :

inv. nr. 1264- blad 23 A 023

Wij Floris Adriaensz ende Cornelis Franss, weesmeestere(n) der stede van Beverwijck van de(n) jaere twee ende ‘t sestich doen condt alle(n) luyde(n) dat voer ons ghecome(n) es Ursula Claesd(ochte)r, weduee wyle(n) Jan Iacopsz, saligher ghedachte(nis), met Thomas Jansz haere(n) soen ende bestorffve(n) voecht ende heeft van ons weesmeestere(n) voersch(reven) vanweeghe(n) ende als voechde(n) van Pieter Jacopsz, provenier tot Haerlem, haere(n) voersch(reven) salighe mans broeder ghecoft een zeekere som(m)e van pe(nn)inghe(n) die wij haer co(m)parante(n) toeghetelt hebben, daer voer die voer(segde) Ursula Claesd(ochte)r ofte huere(n) erffve(n) den voer(segde) Pieter Jacopsz soe langhe hy in’t leeffve(n) es, jaerlicxe sullen betaelen seve(n) karolusse guldens van veertich groot Vlaems stuijck ofte pamente van dier waerde, die selffve te levere(n) ende te betaelen in hande(n) van weesmeesteren van Beverwijck; indertyt synde elcke halff jaere vierdalffve karolusse guldens voersch(reven) waer off het eerste halffve jaere verscheenen sal weesen den 26e(n) februarii A.D. 1563 ende het tweede halffve jaere sal verscheene(n) weesen den tweeden dach feb septembii A.D. 1563 voersch(reven) ende soe voert van halff jaere tot halff jaere gheduerend(e) soe langhe die voer(segde) Pieter Jacopsz in’t leeffve es ende niet langher. Ende hier voer soe stelt die voer(segde) Ursula Claesd(ochte)r tot eene(n) ypoteecke daer den weesmeestere(n) ofte huere(n) ghemachtich van Pieter Jacopsz weeghe(n) elcke halffve jaere soe langhe hij in ‘t leeffve(n) es die voersch(reven) lijffrente(n) an sulle(n) moeghe(n) win(n)en g(e)n(er)alicke alle(n) huere(n) ghereeste guede(n) ofte huere(n) erffve(n) guede(n), teghenwoerdich ofte toecomende, gheen uuytghesondert tot bedwang ende executie van allen ‘s heere(n) rechte ende rechtere(n) ‘t zy gheestelick off waerlick tot kuere vand(e) weesmeestere(n) ofte huere(n) ghemachtich met alle die coste(n) daer o(m)me ghedaen soe wel als’t pnl/pul? Tot verificatie des waerheyts soe heeft Thomas Jansz voersch(reven) ten beghere(n) van Ursula Claesd(ochter) sy(n) moeder voersch(reven) in huer ende ons(en) presentye ende wy weesmeestere(n) voersch(reven) onse(n) naeme(n) hieronder gheschreeffve(n) op te(n) twede dach septembrii A.D.1562. w.g. by my(n) Floris Aeriansz, w.g. by my(n) Thomas Janss, ten begheerte(n) als weesm(eeste)rs. van mij(n) moeder voersch(reven). w.g. bij mij, Cornelis Fransz.

21

=principael?


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

: : :

inv. nr. 1264- blad 25 A 024, 25 (stukje foto)

Anno 1562, de(n) 25 dece(m)ber is gecopartert voer weesm(eeste)rs va(n) [Beverwijck] Cornelis Fransz en(de) Floris Aeriansz, geco(m)pareert Wylle(m) Woutersz en(de) Jan Isbra(nt)sz als voechde(n) va(n) die aftergelate(n) kydere(n) va(n) Cornelis Danelsz die hy by Neeltge(n) Simo(n)sd(ochte)r geteelt heeft, sin getroude housvrou te wete(n): Aef Cornelisd(ochte)r Danel Cornelisz, Gerrit Cornelisz, Jacop Corneliszd(ochte)r en(de) Symo(n) Cornelis Baertge(n) Cornelisd(ochte)r en(de) Nelt Symo(n)s dochter bewijst die ky(n)dere(n) elx voer haer faders erve drie gul(dens) ens en(de) dat sal sij haer geve(n) als sij toet haer mo(n)dichge jare(n) gecome(n) sij(n)en die verscreve(n) moeder sal die kydere(n) houde(n) va(n) cost en(de) cledere(n) ter tyt toe, dat sy mo(n)dich sin en(de) dat nae haere(n) vermoge(n).

22


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.

: : :

inv. nr. 1264- blad 27 A 026

Op huyde(n) de(n) 2 ja(nu)wari an(n)o 1563 soe hebbe(n) die voechde(n) Cornelis Wylle(m)z en(de) Joest Andriesz va(n) die twe ky(n)dere(n) va(n) Gerrit Pietersz, die hy by Neeltge(n) A(n)driesd(ochte)r sin getroude(n) huysvrou gewon(n)e(n) heeft, overgeleijt een brief houde(nde) op Gerrit Pietersz , die vader va(n) die twe kydere(n), die som(m)e twe ho(n)dert ka(ro)l(us) gul(dens) nae uytwijse(n)de bryef, die o(n)der die weessm(eeste)rs in die kijst leyt. Noch soe hebbe(n) die selfde voechtde(n) overgeleyt een brief houde(n)de op Batte Martisd(ochte)r, die groetemoeder va(n) die twe ky(n)dere(n), die som(m)e va(n) fijf en tachtis gul(dens) nae uuytwijs(en) die brief die o(n)der die wessm(eeste)rs leyt.

23


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34.

: : :

inv.nr. 1264- blad 29 A 027

Op huyde(n) den 17 februarii A.D. 64 soe es ghecompareert voer weesmeestere(n) Pieter Jacopssen, wedue wijle(n) Jan Wille?z, schipp(er) met Cornelis Willemsz alias Thaem als een rechte oem van(de) kinder(en) van(de) voer(segde) Pieter Jacopsd(ochte)r ende als voecht van(de) voer(segde) Pieter Jacopsd(ochte)r die welcke v(er)claerde ende heeft ons te kenne(n) ghegheve(n) heeft, dat zij in ‘t ‘t leeffve(n) hadde vijff kinder(en) ghewo(n)ne(n) bij de(n) voer(segde) Jan Willemsz s(aliger) g(edachtenis) ende sy(n) die kindere(n) ghenaempt: in den eerst(en) Willem Janss, Cornelis Janss, Jacop Janss, Jan Janss, ende Tonis Janss, die welcke zy bewijst tot huere(n) vaders erffve elcxs twee karolusse gul(dens) van veertich groot Vlaems stuyck ende beloeft by deese(n) met huere(n) voersch(reven) voecht huere(n) vyff voer(segde) kindere(n) op te brenghe(n) ende t’onderhoude(n) met huere(n) behoud(en) guede(n) sulcxs zij huer tot huere(n) vaders erffve beweese(n) hebbe tertyt toe dat zy tot huere(n) mondighe(n) jaere(n) ghecome(n) sy(n) ofte tot dier tijt toe dat zy selffs huere(n) broot ende cost cun(n)e(n) ghewinne(n). Actu(m) ten daeghe ende jaere als bove(n). Insghelicxs als bove(n) opte(n) 17 februarii A.D.1564 soe es noch ghecompareert Anna Willemsdochter #[wedue wijl(en) IJsbrant Willemsz s(aliger) g(edachtenis)] mette voersch(reven) Cornelis Willem huere(n) broeder ende voecht ende verclaerde dat sy(n) vierde kindere(n) in ‘t leeffve(n) hadde die welcke(n) zij seyde dat se die twee ouste voldae(n) hadde [van huere vaders ereft] ghenaempt Willem IJsbrantsz ende Griet IJsbrantsd(ochte)r, maer dat zy die twee joncste ghenaempt Cornels IJsbrantsz ende Thamis IJsbrantsz bewyst zy tot hueren vaders erft elcxs drie karolusse guldens eens van veertich groot Vlaems stuyck ende beloeffde den voer(segde) Anna Willem die voers(chreven) twee jonghe kindere(n) t’onderhoude(n) ende op te brenghen met huere(n) voers(chreven) beweese(n) guet ter tyt toe dat zij tot haere(n) mondighe jaere(n) ghecome(n) sij(n) ofte dat zij selffver huere(n) cost moegh(en) ofte con(n)u(n) winne(n). Actum ten daeghe ende jaere als bove(n).

24

NHA-ORAB CD-rom (dsc) Digitale foto Regel

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 31 A 028 1 t/m 26 kruislings doorgestreept

Op huyde(n) den 17 februarii A.D.1564 soe es ghecome(n) en(de) ghecompareert voer weesmeestere(n) Anna Willemsd(ochte)r met Cornelis Willemsz alias Thaem huere(n) broeder ende voecht ende ghelyde sculdich te weese(n) voer huer ende huere(n) erffve(n) die vijff kindere(n) van Pieter Jacopsd(ochte)r wedue wijle(n) Jan Willemsz, schipp(er) ofte huere(n) erffve(n) ofte anders actie tot dien hebbende die so(m)ma van vijff ende twy(n)tich karolusse gul(dens) stuyck van veertich groot Vlaems ofte pamente van dier waerde ende dat tot huere(n) portie van zeekere coop van een halff huys daer zy Anna Wille(m)sd(ochte)r nu ter tyt in woent, staende binne(n) Beverwijck op die Meer, welcke voers(chreven) pe(n)ni(n)ghe(n) zij comparant voer(segt) beloeft voer haer ende huere(n) erffve(n) te betaele(n) met overlijde(n) van Willem Thamisd(ochte)r huere(n) moeder. Ende waer’t bij aldien dat zy comparant ofte huere(n) erffve(n) die kindere van Pieter Jacopsd(ochte)r, als dan die welcke Pieter Jacopsd(ochte)r bij Jan Willemsz s(aliger) g(edachtenis) huere(n) man ghewo(n)ne(n) heeft ofte andere(n) die actie tot dien hebben(de) # [met die betaelde] sulle(n) ‘t selffve moeghe v(er)haele(n) an ’t voers(chreven) huys ende voert g(e)n(er)alicke(n) an alle huere(n) ofte huere(n) erffve(n) ghereeste guede(n), teghe(n)woerdich ofte toecomende, ghee(ne) uuytghesondert ende dat met alsulcke(n) dwang van recht als die voers(chreven) kindere(n) ofte actie tot dien hebbende ghelieffve(n) sall met alle die coste(n) daerom gedae(n) soe wel als pnl? Actu(m), ten daeghe ende jaere als bove(n).

25

=principael?


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56.

: : : :

inv.nr. 1264- blad 33 A 029 1 t/m 44 schuin doorgestreept

Op huijde(n) de(n) derde(n) dach junii A.D.1565 soe sy(n) v(er)gadert gheweest op te(n) steehuysse van Beverwyck eersaeme weesm(eeste)r(en) van Beverwyck by naeme(n) Cornelis Dircxss(oon), smit ende Cornelis Franss(oon), voert Jan Willemss(oon) ende Tonijs Louris van weeghe(n) die kindere(n) ende erffgename(n) van wile(n) Gerryt Laurisz(oon). In de(n) eerst(en) sy(n) die kinder(en) genaemt: Cornelis Gerrytsz(oon), Fillips Gerrytsz(oon), Tonis Gerrytsz(oon), Gerryt Gerrytsz(oon), ende Try(n) Gerrytsd(ochte)r mitsgaders Aechte Gerrytsd(ochte)r ten overstae(n) van Willem Dircxss(oon) haere(n) wetteghe man en(de) voecht allwaer ten selffve(n) daeghe(n) ghevisonteert sy(n) zeekere brieffve(n) die de(n) voer(segde) kinder(en) van Gerryt Lourisz(oon) s(aliger) g(edachtenis) ghemeenlicke(n) toequaeme(n). In de(n) eerste(n) een rentbrieff daer off gevende twy(n)tich gul(dens) ‘s jaers te moeghe(n) losse(n) met die so(m)ma van vierdalffhondert karolusse guldens eens als hooftgelt spreekende op Floris Adriaensz, poerter in Beverwyck, noch een rentbrieff van nege(n) karolusse guldens ‘s jaers te moeghen losse(n) met die so(m)ma van anderhalff hondert karolusse guldens eens als hooftgelt, spreekende op eene(n) Jan Louris Allertsz(oon), buyrma(n) tot Heemskerck, noch een rentbrieff van drie karolusse guldens ‘s jaers te moghe(n) losse(n) met die so(m)ma van vijftich carolusse gul(dens) eens als hooftgelt spreekende op eene(n) Griet Jacopsd(ochte)r, weduee wijle(n) Koen Gheerlyffsz(oon), molenaer, noch een obligatij van ses karolusse guldens ‘s jaers te moeghe(n) losse(n) met die so(m)ma van hondert karolusse guldens eens als hooftgelt spreekende op eene(n) Dirck Pieter Allertsz(oon) tot Heemskerck, noch vijftich karolusse guldens daer gheen hanteyke(n) off en es die welcke die kindere(n) ende erffgename(n) van Jan Lourisz(oon) van ’t Hofflant onder hebbe(n) ende ghene(n) daer off drie gulden ‘s jaers tot rente(n) ende kindere(n) van Jan Louwe(n) voersch(reven) sullen die selffde moegh(en) losse(n) met vijftich gul(dens) eens als voersch(reven) es voer welcke voersch(reven) vijftich gulden Jan Willemss(oon), poerter in Beverwyck hem selffve(n) ghestelt heeft borch als prnl?? ende oeck voer die jaerlicxse =principael? rente(n) die welcke alle jare(n) v(er)schijnt op Sinte Jacop, van welcke voersch(reven) brieffve(n) hantyk(en) ende vijftich guldens voer v(er)claert die voersz(egde) Aechte Gerrytsd(ochte)r ten well belieffve(n) van Willem Dircxss(oon) haere(n) voersch(reven) ma(n) ghelijde voer huer portij all voldaen ende betaelt te weese(n) den laeste pen(n)ing(en) mette(n) eerste. Ende beloeffde die voersch(reven) Willem Dircxss(oon) voer hem selffve(n) ende als voecht van Aechte Gerrijtsd(ochte)r ende huere naecomeli(n)gh(en) die voersch(reven) andere huere broeders en(de) susters ofte huere voechde(n) ende weesmeestere(n) in der tyt siynde nu noch tot gheene(n) tyde(n) meer lastich noch moeyelick ter cause van dien te weese(n), scheldende haer daer off ganselick quijt, maer es noch bove(n) ’t gunt voersch(reven) ghemee(n) ende ongedeelt ghebleeffve(n) eene(n) rentbrieff van ses karolusse guldens ‘s jaers te moeghe(n) losse(n) met die so(m)ma… so(m)ma van hondert carolusse guldens eens als hooftgelt spreke(n)de blad 34, dsc A 030 op eene(n) Leenart Louwerisz(oon) woe(n)achtich tot Wyck an Duy(n) daer sij meede huer ghelycke portij an hebbe(n), soe well als d’ander huere voersch(reven) susters ende broeders. Voerts soe es espresse voerwaerde ende Willem Dircxss(oon) voersch(reven) beloeft in waerde(n) te houde(n) alle alsulcke testamentbrief als Beatris Fillipsd(ochte)r s(aliger) g(edachtenis) als bestemoeder van d(e) voer(segde) Aechte Gerrytsd(ochte)r met huere voersch(reven) susters ende broeders in huere [leeffve(n)] ghemaeck heeft, elck kint vijftich karolusse guldens ter erffve(n) van’t het eene kint op t’ander, soe verde eenich vandaen sterffve sonder achterlaetende blyckende gheboorte nae uuytwys(en) die selffve brieff [daer] off synde ende rustende onder weesm(eeste)r(en) 26

57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67.

van Beverwijck voersch(reven). In kennisse des waerheyts soe heeft Willem Dircxss(oon) voer hem selffve(n) ende als voecht van Aechte Gerrytsd(ochte)r sy(n) huysvrouw, mitsgaders Jan Willemss(oon), poerter in Beverwyck ende Tonis Lourisz(oon) ter presentij van d(e) voersch(reven) weesmeestere(n) [voersch(reven)] diet ‘t selffve mede onderteykent hebbe(n), alle huere naeme(n) ofte mercke(n) hier onder gheschreeffve(n) ten daege ende jaere als bove(n). ( merkteken) Dircxss(oon) merck, w.g. Jan Willemsz Willem Tonis ( merkteken) Lourisz merck w.g. Cornelis Dirrick sae(m), smit, weesmeester. w.g. bij mij Cornelis Fransz(oon)

27


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.

: : :

inv. nr. 1264- blad 35 A 031

Op’t huyde(n) den sesten augusti an(n)o 1566 soe zy(n) vergadert geweest dij weesmeestere(n) met Cornelis Lourisz als burgerm(eester) en(de) Cornelis Willemz anderen zijde en(de) Claes Jacopz man en(de) voocht van Fokel Jansd(ochte)r en(de) hebben gehoort dij rekeni(n)g(en) van o(n)tf(ang) en(de) incomst, sculde(n) en(de) weer sculden dij huysing(en) en(de) rent brive(n) met alle belastinge doer zy(n)de alle dese voers(egde) articule(n), soe hebben dij weesmeesters met Cornelis Lourisz dese voersz(egde) pertijen veraccordeert dat Claes Jacopz voern(oemt) soude Fokel Jansd(ochte)r kindere(n) geteelt bij Jan Willemsz dij costgeve(n) eerlijcke(n) duechdelijcken daer bij even of’t zy(n) eijge(n) kindere(n) waere(n), sonder enich guet te bewijsen des soude en(de) sel Claes Jacobz voersz(egt) betale(n) alle sculde(n) dij daer zy(n) en(de) o(n)tf(ang) alle incoemst van alle sculden en custinge(n). In kennis der waerheijt soe hebbe(n) wij burg(emeester) met dy weesmeesters dit (con)tract onderteijkent op ten dach, datu(m) als bove(n). w.g. bij my(n) Cornelis Simo(n)z, zeylmaker, weesmeester. w.g. bij Cornelis Franszo(on), w.g. bij mijn Cornelis Barents

28


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

: : :

inv. nr. 1264- blad 36 A 032

Op huyde(n) de(n) 19en januaii an(n)o 1500 en ’t seventich soe heeft Cornelis Gerritz en(de) Ph(illip)s Gerritz ghebruders en(de) hebben bekent voer dij weesmeestere(n) betaelt te wesen van al ’t geen dat hoer luijden toe was kome(n)de van al’t geen dat Jan Willemsz hoere(n) vaders bruer in weesbuuck hadde doen sette(n) hyrmede kenne(n) zij lude(n) al voldaen te wesen van onse Jan oem voorn(oemt) en(de) daermede quytscelde(n)de het weesbuuck. In kennis der waerheyt soe hebbe(n) dit voers(egde) scrift onderteykent in p(re)sencij van Joris Frans en(de) Jan Jansz(oon), weesmeestere(n) en(de) mijn Cornelis Simo(n)s, zeylmaker p(re)sencij. Actu(m) als bove(n). w.g.: Cornelys Gherrytsson Phillips Gerritzo(on)

29


: : :

inv. nr. 1264- blad 37 A 033 ( geheel), 034 (bovenste helft), 035 (onderste helft).

a) Dese brijf va(n) 20 k(arolus) gul(dens) ’s yaers houwend(en) op Floris Aeriansz erfghenaems heeft Jan b) Wille(n)z haer oem en voecht outghelicht op ten 9 novembar A.D. 69, in presencij van c) wijesmesters Jan Janz, Joris Fransz. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.

25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32.

Op huyde(n) de(n) 19en mey [ an(n)o 67] soe zij(n) gesete(n) en(de) vergadert op’t steehuijs binne(n) den stede van Beverwijck in presencij van(de) weesm(eeste)r(en) Cornelis Fransz en(de) Aelbert Cornelisz dij vrijnden en voochd(en) van dij aftergelaten van Gerrijt Lourisz z(aliger) g(edachtenis) sijn kindere(n) nu althans in’t leve(n) zy(n)de Cornelis Gerrytz, Ph(illip)s Gerrytz, Tonis Gerrytz en(de) hebben gevisyteert alle dij bryve(n) dij dese voern(oemde) kindere(n) toekoome(n). In de(n) eerste(n) soe is daer ene(n) brijf houde(n)de op Floris Aeriansz erfgename(n) van twintich gul(dens) ’t sjaers, noch ee(n) obligacij houde(n)de op Dirck Pit(er) Allertsz van ses gul(dens) te sjaers, noch ee(n)s drij k(arolus) gul(dens) ‘t sjaers betaelt Jan Lourisz naesaten dij muder met dy kindere(n) en(de) bij faute ofte gebreke(n) soe is Jan Willemsz dij bruder oom borrich als principael. V(er)scene(n) alle jare(n) Si(n)t Jacob Noch soe is daer ene(n) brijf specificeert houde(n)de op Grijtgi(n) Molenaers houde(n)de van drij k(arolus) gul(dens) ’t sjaers welcke brijf ofverteert is van Ph(illip)s costgelt sessentwintich k(arolus) gul(dens) en(de) 4 st(uvers). Dese brief is casceert. Noch soe heeft Jan Louris Allertsz bekent voor dij weesm(eeste)r(en) als voern(oemd) dij kindere(n) voers(egt) sculdich te wesen vyren(de)vijftich karolus gulde(n)s thij(n) stuuvers, dij voers(egde) somma op te brengen Lucasmerckt of veerty(n) dage daernae …? begrepen in’t jaer van achtentsestich. Dit heeft Jan Lourisz voldaen. Uutgenome(n) Gerrijt Gerrijtsz als bruder van dese voern(oemde) kindere(n) ofstaen sal met dij brijf dy Jan Louris sculdich is houdende van hondert drij en ‘t negentich k(arolus) g(ulden) waervoer Gerrijt Gerrijtsz o(n)derhouden sal worden van Jan Louris nae uutwijsen dij gegelde brijf tot sine(n) twintich jaere(n) en(de) was out in’t jaer van seve(n) en(de) ‘t sestich 12 jaer te Bamis en(de) by versumenisse hout dij brijf van derty(n) jare(n). En(de) noch leijt daer ee(n) testame(n)tbrijf ..erende? dij kindere(n) in dy does is gemaeckt van Beiatris Gerryt Ph(illip)s d(ochte)r hoer bestemuer o(n)der dij weesm(eeste)rs. Tot vereficacij van desen, soe hebben dij weesm(eeste)r(en) met Jan Willemsz, Jan Louris Allertsz, Willem Dirckz, Cornelis Simo(n)z, seijlmaker, scripsit onderteijkent op te(n) datu(m) als boven. w.g. bij mijn Aelbert Cornelisz W.g. bij mij Cornelis Franszo(on) W.g. by mijn Jan Willemz w.g. Jan ( merkteken) Lourisz. [w.g. Wille(m) ( merkteken) Dirckz]

d) Noch is hyer een bryf inhouwende op Wille(m) Dirxz an Emskerker e) Duijn van hondert en(de) drie en ‘t neghentych k(arolus) gul(dens) toekomend(en) Tonis Gerritsz f) z(oon) naer ouytwyst dy brijf.

Dese brieff hiervoor geteykent heeft Tonis Gerritsz gelicht A.D.1584, den laesten meij ut handen van ons weesme(es)t(e)r(e)n Cornelis Lambertsz en(de) Lauris Florisz. w.g. bij mijn Anthonis Gerritz

30

blad 38, dsc A 036


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

: : :

inv. nr. 1264- blad 39 A 037

Anno 1571, den 20 meij, is voer ons wesmeesteren der stede van Beverwijck, bij name(n) Cornelis Jansz ende Dirrick Louwerisz gecome(n) Oetger Gerrijtsz als voecht in deese saecke ende heeft in de handen van voers(chreven) wesmeesters geleijt seeckere twee bezegelde briefven daer dey ee(n) en(e) schepsbriefs van ses hondert guldens en(de) 36 en(de) noch ee(n) brief van 37 gul(dens) en(de) 10 st(uvers) sprecken(de) op eene(n) genaempt Claes Ph(il)l(ip)s dochter met noch twee handtteykens; dat eene(n) handtteijken inhouden hondert gul(dens) op Adam Willemsz ende noch ee(n) handtteijken van vijff en(de) ’t seve(n)tich gul(dens) houde op eenen genaempt Pieter Baertsz tot Velsen in de Santpoert, deese voers(chreven) briefve(n) en(de) handtteijkens sijn toecomen(de) dat weskindt van Claes Ningsz s(aliger)g(edachtenis) en(de) is genaempt Jan Claesz.

31


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.

: : :

inv. nr. 1264- blad 41 A 038

Ick Tomas Jansz, poerter in Beverwyck kenne by des(en) ontf(angen) te hebbe(n) uuyten naeme van Katry(n) Jansd(ochte)r, die docht(er) van Jan Roloeffe een bezeegelde brieff in forma van testamente, dae welcke oock v(er)melde van ee(n) rente van ses gul(den) ’s jaers van ’t hooftgelt oft was hondert carolusse gul(dens) en(de) was gheijpotequeert op’t huys, erffve en(de) schuyr van Jan de Grebber, balyuw inst./just.? van(de) Beverwijck, was lest woene(n)de was. Voorts noch ten selffve(n) daeghe ontfangh(en) een doos mer zekere brieffve(n) spreeckende op Pieter Jacopsz, my(n) oem. Actum onder my(n) hant, den 8(en) februarii A.D. 15 79, stilo con.. w.g. by my(n) Tomas Jansz, poerter in Beverwyck Ick Jacop Gerrytsz Kort woe(n)achtich tot Haerlem uuyte(n) naeme ende als voecht van Vroutge(n) Lourisd(ochter) van Heemskerck mede nu ter tyt woenende tot Haerlem, kenne ende lyd by deese(n) ontfangh(en) te handen hebben uuyt hande(n) van d(e) burgherm(eeste)r(en) der stede van Beverwyck, een schultbrieff ter som(m)a van drie ende ’t sestic.scalff carolusse, ... v(er)leede(n) bij Louris Hendricxsz(en) van Heemskerck, die vader voers(egde) Vroutge(n) Lourisd(ochter) van(de) welcke brieff was toecomende die naeghelaete(n) weeskindere(n) van Aeff Reyersd(ochter) gheprocruert by Hendrick Florisz(en). In date de(n) 28e(n) novembrii 67 ende was begherende Jan Symo(n)sz(en), schouyt tot Heemskerck ende in ke(n)nisse des waerheijts soe heb ick Jacop Gerrytsz Kort, voerss(egt) my(n) naem hieronder ghescreeffve(n) de(n) 13 martii A.D. 1579 stilo con.. w.g. by myn Jacop Gerrit Cort

32


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28.

: : :

inv. nr. 1264- blad 43 A 039, 040 en 041 bovenste helft, 42 onderste helft.

Op huiden deser eersten martii anno 15 vier en tachtich stilo novo, soe heeft Aelbert Claesz wonende in den Beverwyck bewesen sin drije kinderen haer moederlijck erff te weten Adriaen Aelbertsz, Pyetergen Aelbertsdo(chter) en(de) Duiff Aelbertsdoch(ter) in hand(en) van ons Wijllem Cornelijsz ende Laurijs Florijsz, weesmesteren binen den Beverwijck en ten overstaen van Gerrijt Cornelijsz, oem van de(n) selffve kinderen, elcx dije some van vyff en(de) viertich guld(en) ’t stuck van d(e) gulde(n) gherekent tot 40 groote(n) Vl(aem)s ende sal Aelbert Calesz(!) die so(m)me gehoude(n) wesen te betaelen als dije kinderen oft een van heu( r)e mondich sullen sijn ofte begeren te trouwen, mits oeck dat Aelbert Claesz die voors(egde) kinderen ghehauden sall wesen te alimentere(n) in cost en cleren ende off ten selffven tijde(n) eenighe gebreck van betaelinge mochte vallen soe heeft Aelbert Claesz daeronder ghestelt en(de) verbonde(n) alle sijn goeden, roer en(de) onroer, ghen van dijen uuytghesondert onder verbant van alle rechten en(de) rechteren oircon(de) van desen soe heeft Aelbert Claesz voors(eg)t dijt onderteijkent ten dage(n) en(de) jaere aes boeven. Berekent bij wevesemeesten Lauris Florisz, Vauter Gerretsz, Claes Cornelisz, hereerom en(de) Geerret Dirckz, herom van die kenderen Jelis Cornelisz, dat sij veertert heebben die sommen van tve hondert golden en tve dartech scallef gollen en van daelf jaer heyer op betaelt met rekenen seven en sesteijt gulden ende vijftijn, dat bij ons vestemertern anno 1582, den seven dach jauaris. w.g. bij mijn Lauris Florisz, bij mijn Vauter Gerretsz.

33


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33.

: : :

inv. nr. 1264- blad 44 A 043 (regel 4 t/m 16), 044 (regel 17 t/m 33), 045 (regel 1 t/m 3)

In den jare 1584 in den maent marcii 1e heeft Neel Niengend(ochter) in handen van weesmeesteren gebracht een besloten miscijve inhouden(de) haren soons vaders erve die name Gerrit Outgers. Op huiden den derden meijus a(nn)o 1587 is ons weesm(eester)s als Lauris Florisz en(de) Jelis Aelbertz(oon) opghedraghe(n) va(n) voernoemde Claes Cornelisz(oon) heeft noch va(n) ’t woescreven weeskints weghen wesende Cornelis Cornelisz Maerij Koene(n)dochter noch ghedaen 37 gulden op die selve condysij als die voergaende hierachter volghen. Op huyden den 17 marcii a(nn)o 1585 so is ons weesm(eeste)ren als Corn(elis) Cornelisz en(de) Lauris Floris overgelevert van(de) Claes Cornelisz, burgermeester nu ter tijt, die so(m)ma van vieren(de) twintich guld(en)s toebehoren(de) sy(n) broeders soentien Cornelis Cornelisz, dese voorsz(egde) so(m)ma gecomen van ‘t sterfhuijs van Hillegunt Baerts. Dese voors(chreven) vier en(de) twintich g(u)l(dens) hebben wij weesmeesteren weder overgedaen op renten Maritien Coenen het voors(chreven) weeskint sij(n) moeder te rekenen die hon(de)rt guld(en) acht, voorder verbint Maritien Coenen tot enen onderpande haer huijs en(de) erve, daer sij tegenwoordich in woont, streckende voor an die halve Brestraet, achter an Claes Corn(elis) voors(egde) erve, an die noortzijde die weduwe van Gerrit Dircxsz, s(aliger) g(edachtenis), an die suijtsijde die voorn(oemde) Claes Corn(elis) met sij(n) suster. Bij faute noch van quade betalinge so stelle ick, Claes Cornelisz voors(egd) noch als borch verbinde hieronder alle my(n) goedere(n), roeren(de) en(de) onroeren(de), geen uutgeso(n)d(e)rt. In kennisse der waerheijt, so hebbe ick Claes Cornelisz dit selffs o(n)derteijckent. w.g.: by myn Claes Cornelisz Noch hebben wij weesm(eeste)ren voors(egd) Marij Cone(n) twaelff carolus gul(den)s, thien st(uvers) gedaen, heer comen(de) van (de) selffden boel als boven verhaelt is en op die selffde co(n)dijcij als boven verclaert is. Datu(m), den vierden julii a(nn)o 1585.

34


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28.

: : :

inv. nr. 1264- blad 45 A 045, 046 ( bovenste helft), 047 ( onderste helft)

Op den 4 apilis a(nn)o 1584 so heeft Claes Cornelisz wonen(de) in die Beverwijck, die oem van die naegelaeten ki(n)deren van Joris Cornelisz gerekent met ons als weesmeesteren Cornelis Lambertsz en(de) Lauris Florisz, dat die kinderen Claes Cornelisz noch schuldich blijven twe hon(de)rt drie en(de) dertich karolus guld(en)s alles affgerekent wat men tot desen dach toe ko(n)den bewijsen, kostgelt en(de) al, voort dat die ki(n)deren die erven laest bewoont bij s(aliger) Joris Cornelis en(de) het schultboeck van haren vader noch toecompt. Aldus gedaen ten huijse van Claes Cornelisz in presentije van van Guijrte Cornelisd(ochte)r, die ki(n)deren meut en(de) Pieter Jorisz, naegelaeten soen van s(aliger) Joris Cornelisz. Op huyden den 13 april A.D. 1584 comparede voor weesm(eeste)r(e)n Claes Cornelisz als voocht van ’t weeskint van s(aliger) Cornelis Cornelisz als dat Maritien Coenen als [stieff]moeder van ’t voors(egde) kint sal blijven sitten in alsulcke schijn als sij het kint nu hout tot believen van Claes Cornelisz, wonen(de) in die Beverwijck en(de) Maritien voors(egd) haerder beijden- ofte tot wederseggen. Noch hebben wij weesmeesteren voors(egt) Marij Coene(n) gedaen elff carolus guld(en)s vanwege(n) Cornelis Cornelisz off Cley(n) Cees op die selffde co(n)dicien als hiertegen verhaelt is. Actu(m) den 7 februarii a(nn)o 1586. Noch hebben wij weesmeesteren voors(egt) Marij Coene(n) ghedaen 9 carolis gulden va(n)weghen Cornelis Cornelisz ofte Cleyn Cees op die selve kondisij als boven. Actum, den 18 november A.D. 1586. w.g. bij my(n) Jelis Aelbertz, w.g. bij mijn Lauris Florisz.

35


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

inv. nr. 1264- blad 46 A 048

Op huijden den 15en aprilis A(nn)o D. 84 co(m)pareerde voor weesmeesteren Guijrte Cornelisd(ochte)r naegelaeten weduwe van s(aliger) Gerrit Dirckz, alias Jo(n)ge Gerrit met Ouwe Gerrit Dirckz van Assedelft en(de) Claes Cornelisz, poorter der stede van Beverwijck, beijde oom en(de) voocht van die twe naegelaeten ki(n)deren van Gerrit Dirckz s(aliger) g(edachtenis) die naeme van den ki(n)deren, die ouste Cornelis Gerritsz, die jongste Dirck Gerritsz en(de) hebben bewesen elck kint 12 g(u)l(den), 10 st(uvers) tot haren vaders erve en(de) dat van die gereeste goeden.


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.

: : :

: : :

inv. nr. 1264- blad 47 A 049

Op huijden den 16 aprilis A(nn)o D. 1584, so is geco(m)pareert voor weesmeesteren Dirck Allertz, vader van ’t naegelaten weeskint van sy(n) overleden huijsvro Hillegunt Jansd(ochte)r met die oom en(de) voocht Wouter Jansz en(de) heeft onder ons geleijt een doesgen met een besloten brieff ende hebben verclaert dat het naegelaeten voors(egde) kint sy(n) moederlijcke erff in verhaelt staet, waer van Wouter Jans voors(egd) oick een sedul in sy(n) bewaringe heeft. Weesmeesteren in der tijt Cornelis Lambertsz en(de) Lauris Florisz. Op huijden den 25 aprilis [A(nn)oD. 84] is Engeltjen Baerts, naegelaeten weduwe van Maerten Simenz, met haren gecoren gecoren voocht, Lauris Claes, ti(m)merman, [^ van ’t weeskint] woonen(de) in die Beverwijck geco(m)pareert voor weesmeesteren en(de) heeft Sijmen Maertsz, weeskint van Maerten Simensz s(aliger) g(edachtenis) bewesen vijftich st(uvers) van sijn vaders erff en(de) hebben verclaert voor ons weesmeesteren dat daer gheen meer goet es is.

36


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.

inv. nr. 1264- blad 48 A 050

Op huyden den 28 mey A(nn)o D. 1584 so is voor Cornelis Lambertsz en(de) Lauris Florisz voor geco(m)pareert Claes Jansz, eertijts schout in die Wyck en(de) heeft onder geleijt een besloten doosjen verclaren(de) het vaders erff daer in verhaelt te wesen van die naeghelaten weeskinderen van Claes Maertsz, die naemen van die kinderen: die ouste Guijerte Claesd(ochter), de anderen Cornelis Maerten Claesz en(de) Claes Jansz voors(egt) verclaert hier ut dese doos copie uut the hebben, alleens an?...derden?. Op huyden den 7 junii A(nn)o D.1584, so is ons weesmeesteren overgelevert van Hillegunt Joosten en(de) Maerten Claesz als voocht van Jan Barentsz haren soon inventaris maer toe besegelt van die goederen Hillegu(n)t Joosten en(de) haren soon an ter tijt toecomen(de); dese inventaris in die weeskist geleijt om het vaders erff daer an te bewijsen van Jan Barentsz vors(egt) haren naegelaten soon van Barent Barentsz s(aliger) g(edachtenis).


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

: : :

: : :

inv. nr. 1264- blad 49 A 051

Op den 9 julij A(nn)o D.1584 so heeft Neel Ewoutsd(ochte)r haer dochter Haesjen Claes geprocreeert bij Claes Corffmaensz en(de) heeft haer bewesen voor ons wesmeesteren eens twintich guld(en)s tot haren vaders erve. Op den 16 julij a(nn)o 1584 so is ons weesmeesteren gelevert een toegestoken brieffjen van Lauris Cornelisz en(de) Dirck Laurisz als oom en(de) voocht van Anna Cornelisd(ochte)r, naegelaten weeskint van Cornelis Laurisz s(aliger)g(edachtenis) en(de) hebben beijde verclaert bij haren waerheijt als dat het goet en(de) het vaders en(de) moeders erve daerin verhaelt staet.

37


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 50 A 052 1 t/m 11 schuin doorgestreept.

Op den 19 augustus [A(nn)o D. 1584] so heeft Jan Jansz, waert in Die Roede Lew, met Griete Pietersd(ochte)r sijnen overled(en) huijsvrouwen suster, als voocht van die naegelaten kinderen van Machtelt Jacobsd(ochte)r s(aliger) g(edachtenis) ons Cornelis Lambertsz en(de) Laurens Florisz als weesmeesteren gelevert een doosjen met een besloten miscyve daerinne en(de) Jan Jansz als vader van die ki(n)deren, te weten: Jan Jansz, die soon en(de) Trijntjen Jansd(ochte)r, met Griete Pieters, die muet en(de) hebben verclaert bij haeren waerh(eijt), dat die naegelaten kinderen haren moederlijcken erff in verhaelt is. Op huijden den 21 augusti A.D. 1584 so hebben wij weesmeesteren voorn(oemt) ter presencije van Thomas Jansz ten versoucke van Griete Pietersd(ochte)r als moeije en(de) voochdess van(de) voors(egde) kinderen overgelevert die voors(egde) beslote(n) dose en(de) gelevert in handen van(de) voors(egde) Griete Pietersd(ochte)r en(de) wederom o(n)tfa(n)gen een ander beslote(n) dose met stedesingnet toegesegelt, dienen(de) tot meerder profijt van(de) vorn(oemde) weeskindere(n) genae(m)t: Jan Jansz, die soon en Trijntjen Jansd(ochte)r, die dochter, so die vorn(oemde) Thomas Jansz met Griete Pieters ons verclaerde. Actu(m) als boven.

38


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

inv. nr. 1264- blad 51 A 053 1 t/m 12 kruislings doorgestreept.

Op den 2en september A(nn)o D. 1584 soe heeft Guijrte Nanningsdochter haer dochtetjen Cornelis Jansd(ochte)r bewesen haren vaders erve an een crofte lants groot omtrent een morgen, gelegen in den banne van Wyck an Duy(n), waer nu ter tijt lendens van sy(n): an ’t noort Claes Jansz, ouwe schout, an ’t west die Lampackers, an ‘t suyt Ootger Cornelisz, an die oostzijde die Galchstreng en(de) voorts so heeft Guijrte Nanningsd(ochte)r voors(egt) belooft voor ons weesmeesteren Cornelis Lambertsz en(de) Lauris Florisz en(de) in presentij van Adriaen Jansz als oom en(de) voocht van ‘t voors(egde) kint, het kint op te brengen en(de) te kleden en(de) reden tot kints mo(n)digen jaren nae haren vermogen.


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

: : : :

: : :

inv. nr. 1264- blad 52 A 054

Op huijden den 28 december A(nn)o D. 1584 so zy(n) voor ons weesmeesteren Cornelis Lambertsz en(de) Lauris Florisz gecompareert Griete Pietersd(ochte)r met haren ouste zoon Jacob Ootgersz out omtrent vieren(de)twintich jaren en(de) heeft voor ons bekent dat sy(n) vaders erff niet meer weerdichen is als ses karolus guld(en)s elcke kint, die namen: Jacob Ootgersz vors(egt), Dirck Ootgersz en(de) Lauris Ootgersz hett welcke hier bij dit brieefjen wel blijcken(de) is als dat die oem [Corn(elis) Lourisz] van die voors(egde) kinderen daer wel mede thevreden is.

39


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.

: : :

inv. nr. 1264- blad 53 A 055, 056

Op huijden den 17 jannuarij A(nn)o D. 1586 co(m)pareerde voor ons weesmeesteren d’eerbare Annatjen Ghijsbertsd(ochte)r met Thomas Jansz, poorter in Beverwijck, haren voocht in dese saecke en(de) hebben ons overghelevert een besloten dose met stedesingnet toegesegelt; in den welcke waren sekere testame(n)tbrieven en(de) meer, so sij ons seijde, die welcke sullen mogen dienen nae ’t overlide(n) van den voorn(oemde) Anna Ghijsbertsd(ochte)r tot dienste en(de) voordeel van Neeltjen Maertensdochter, [^ nu ter tijt bij haer co(m)perant wonen(de)], haer co(m)perante susters dochter, geprocuereert bij Maerten Simensz, die welcke brieven in die doos Neeltjen Maertens nae ’t overlide(n) van Annatjen Ghijsbertsd(ochte)r met haren voocht en(de) bij raede van weesmeesteren in der tijt sijnde ter noot eijschende sullen mogen openen en(de) vijseteren soo ’t hare(n) voocht en(de) weesmeesteren in der tijt goet duncken sal. Actu(m) als boven, w.g. bij mijn Cornelis La(m)bertsz, als weesmeester, w.g. bij mijn Lauris Florisz, als weesmestren.

40


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28.

29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39.

40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 55 A 057, 058, 059( onderste helft) 13 t/m 37 schuin-, hele blad verticaal doorgestreept.

Op huijden den 7 aprilis A(nn)o D. 1586 co(m)pareerde voor weesmeesteren en(de) burgerm(eeste)r(e)n o(n)dergeschreven d’ersame Simen Cornelisz, seijlemaker, poorter der stede van Beverwijck, beneffens he(m) hebben(de) Dirck Jacobsz van Amsterda(m) o(m)me te bewijsen sijne twe o(n)mondige ki(n)dere(n) haeren moeders erve, geprocreert bij Stijntjen Joriaens s(aliger) g(edachtenis) sy(n) overleden huijsvrouwe, genaempt die sijne co(m)parante ki(n)deren: Cornelis Sijmensz, de ouste en(de) Joriaen Simensz, die jonste, die voorn(oemde) Simen Cornelisz overleggen(de) staet ofte inventariu(m) van sijne goederen, is onderlinge goed gevonden bij ons weesm(eeste)r(e)n en(de) burgerm(eeste)r(en), dat die vorn(oemde) Simen Corn(elis)z sijne vors(egde) ki(n)deren sal opbre(n)gen tot haren mo(n)dige jaren en(de) eerlijcke onderhout doen hebben van cost, cleren en(de) dranck nae behoren tot zijne lasten behoudelijcke dat so wa(n)neer die voors(egde) ki(n)deren gecomen sy(n) tot hare mo(n)dige jaeren, die voorn(oemde) Simen Cornelisz noch mede belooft heeft en(de) belove mits desen, uut te keeren als dan uut te keren elcx bijsondere tweehond(e)rt carolus gul(den)s den gu(lden) gerekent tot 40 groten Vlaems en(de) dit alles vrij suijver gelt, ofte uut the keren als die kinderen van die vader begeren te scheijden, so verre als weesm(eeste)r(e)n in ter tijt zij(n)de en(de) naeste vriende goedduncken zal, welverstaen(de), so is expresse co(n)ditije ofte [voorwaerde] of’t ware dat die huijsvrouwe van Simen Cornelis nu tege(n)woordich of andere indere in der tijt sijnde, niet rechtelijck en handelde met die ki(n)deren voors(egt), sullen weesm(eeste)r(e)n in der tijt sijnde die voors(egde) kinderen elders mogen besteden tot lasten van Sijmen Cornelisz tot haren mo(n)dige jaren toe, stellen(de) hier voorn(oemt), [die voorn(oemde) Simen Corn(elis)z] tot eenen speciale onderpa(n)d: in den eersten een crofte lants genaemt die Molecorft! gelegen in de vrijheijt van(de) Beverwijck bij die noorder coornmolen, belent an ’t oost die molewerff, an ’t suijden Claes Cornelisz, an ‘t west ende in den ban van Wijck an Duijn Pieter Gerritsz, alias Pieteroom [an de noortzijde.] Of ’t ware, dat enige van(de) voors(egde) ki(n)deren off alle beijden quamen te sterven sonder achter te laten blijven(de) blijcken(de) wettige geboorte en(de) dat in alsulcke gevalle die vrie(n)de(n) van(de) overleden huijvrouwe die bewesen goederen zoude willen trecken, dat alsdan die zelfde sullen gehouden wesen Simen Cornelisz the betaelen sy(n) jaerlicxe costgelt van die jaeren, die v(er)lopen zy(n) tot taxatie ofte discretie de(n) weesme(este)r(e)n na behoren. An de noortzijde Wouter Jansz ende noch daer toe blad 56/ dsc A 60: een crofte lants genae(m)t: Michielen Croftjen, mede gelegen regel 38 t/m 60 schuin doorgestreept in den vrijheijt van Beverwijck bij die Doelen, belent dsc A 61: onderste helft an ’t noortoost die Molewech an ’t zijtoost die Lijwech an ’t zuijtwestende die Schoubeeck an die noortwestzijde, die memorij van(de) Beverwijck en(de) daertoe generalijcke sijne andere gereeste goederen, present en(de) toecomen(de), ’t sij waer off waerom tot wat plaetse die gelegen, gestaen off bevonden sullen werden an roer en(de) onroer, gheen van dien uutgeso(n)dert tot bedwanck van heerlijcke reale executije ’s hooffs van Hollant, off anders met alsulcke recht, als men wesen-goederen behoren te inne, renu(n)gere(n)de den voorn(oemde) Sijmen Cornelisz voor hem en(de) zijne eerve al wes(?) contrarije van desen soude mogen wesen alle dinck zo(n)der fraude. Des t’oirco(n)de so heeft Simen Cornelisz als vader en(de) bloetvoocht van sijne voorn(oemde) ki(n)deren, mitssgaeders Dirck [Jacobsz vors(egt)] van Amsterdam als mede-bloetferwant van(de) overleden Stijntjen Joriaensd(ochte)r dese met ons als weesmeesteren Cornelis Lambertsz, Laurens Florisz, Jelis Aelbertsz onderteijckent ter presentije van 41

58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73.

burgerm(eeste)r( e)n Claes Cornelisz, Thomas Jansz. Actu(m) ut supra. w.g. Ick Sijmon Cornelisz, w.g. Cornelis La(m)bertsz belij als bove(n) w.g. Lauris Florisz w.g. Jelis Albertz w.g. by mijn [ merkteken] Dirck Jacobsz w.g. by mijn Claes Cornelisz w.g. my(n) present Tomas Jansz Op huijden den 18en feb(ruar)y an(no) 1597 soo sijn bij ons weesmeesteren en(de) burghermee(stere)n ondergheschrevene(n) overeenghecoomen en(de) geaccordeert Symon Cornelisz, seylemaecker, dat Willem Dircxsz sy(n) swaeger die dees p(er)selen van landen ghecoft heeft het landt geruijt en(de) die vier hondert gulden souden opbrengen tot meerder renten en(de) prooffyt van Symon Cornelisz soontgen ghenaempt Joerijaen Symonsz, hetwelcke hij ghedaen heeft op daetum als boven in p(re)sentie van Gerryt Cornelisz en(de) Lambert IJsbrandtsz, beyde weesmeesters, die het weeder vastgestelt hebben gelijck men breeder in het boeck sal vinden: slaet vyff blaeden om.

42


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33.

: : :

inv. nr. 1264- blad 57 A 062 ( geheel), 063 en 064 ( onderste helft)

Op huiden desen vierden jannuarij ano n viftien hondert seven en(de) tachtich- stilo novo, comparerde woer ons weesmestere(n) onder ghescreve(n), Achte Dircxdochter eertijts wedewe ghewest va(n) wilen Frans Cornelisz, ten overstaen va(n) Crijn Dirrickz, haren man en(de) voect, gheassisteeert met Cornelis Dirrickz haren broeder ter eendersijde, mitsgaeders Jan Janz als vooct va(n) ’t naegalaeten weeskint va(n) Frans Cornelisz genaemt het weskint Cornelis Fransz, de welcke die voorn(oemde) a? Achte Dirrix sijn moeder naer voergaende acoert en(de) bewijs va(n) sijn vaderlicke erffenisse hierbij overghelevert breder blijkende in den selven ackoerde bij meerder parsone(n) gheteijkent va(n) dato de(n) tweden jannuarij anno voers(creven), mitsgaders noch overleverende ee(n) rentebrief va(n) drie gulden t sjaers te mogen lossen met vijftich gulde(n) hoofts ’t som sprekende op eene(n) Jan Remme(n) tot Wijck op See beginnende ick Loedwick va(n) Treslon, scoudt in den ambachte va(n) Wijck op See en(de) was ghedateert van den jare viftien hondert acht en(de) veertich den negentwintichsten januwarij met noch twe waerbrieven va(n) landen ’t woers(egde) weeskint bij rechter loetinghe va(n) sijn vaederlicke erfnusse anghecome(n) volghende die vors(egde) acorde. Des t’orkonde soo hebben wij weesmestere(n) der voers(egde) stede onsen name(n) hier onder ghescreve(n) mitsgaders Crijn Dirrickz als man en(de) voect va(n) Achte Dirrix met Cornelis Dirrickz hare(n) broeder met noch Jan Janz als vocht va(n) ’t woers(egde) weeskint met Tomas Janz den name(n) hieronder ghescreven ten daghe en(de) jare(n) als bove(n). w.g. bij my(n) Cornelis Diricsz. w.g. Crijn Dirrickz, sijn merck. w.g. by my(n) Tomas Jansz. w.g. by mijn Jan Janz w.g. bij mij Jelis Aelbertz, w.g. by mijn Lauris Florisz, als weesmesteren.

Dwars in de kantlijn de volgende tekst: Ick, Cornels Franssoon bekenne ende ontfanghen te hebben [als weesmeester] dese boeck doees met brieven van Louris Claesz ende van Jacop Pieterz.

NHA-ORA : Cd-rom (dsc) : Digitale foto :

1. 2. 3. 4. 5. 6.

inv. nr. 1264- blad 58 A 065

Op huide(n) den seventiende(n) maij anno 1590 hebben die erfgename(n) van Jan Remme(n) ghelost 50 carolus guldens het welck is over ghelevert? op Crijn Dirrickz. w.g. by mijn Lauris Florisz, w.g. bij mijn Jan Baerrentz.

43


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 59 A 066. 1 t/m 24 schuin doorgestreept

Op huiden 28 jannuarij A(nn)o D. 1588 compareerde voer wesm(eester)s ondergescreve(n) der stede va(n) Beverwijck, Gerrit Cornelisz en(de) Guirte Willemsdochter als voecht va(n) ’t weeskindt Cornelis Willemz en(de) sijn bij vriende(n) verackerdeert dat die voernomde Gerrit Cornelisz dat voers(egde) weeskiidt Cornelis Willemz voers(creven) sal moeten houden ofte opbrenghe(n) tot sijn mondijghe jaren, dan tot sijn mondighe jaren synde, dan sal hij dat voers(egde) weeskindt tien karolise gulden gheve(n) tot sijn waders erf; dit alles uut sijn ghereetste goeden die hij dan tertijt sal moghe hebben ofte naemaels soude moghe(n) crijghen. T’orkonde des waerheijt soo hebben wij weesm(eester)s ondergheteijkent ofte onse hant daer onderghestelt ten daghe en(de) jare als bove(n). w.g. bij mij Jelis Aelbertz, w.g. by mijn Lauris Florisz, als weesm(eester)s. Op huijden den 18en febrijary A.D. 1597 soe sy(n) gheaccordert en(de) overeengecomen Gerryt Cornelisz, Lourijs Claesz als voocht van Cornelis Willemsz, Pieter Gerrijtsz, sy(n) oom Gerrijt Wouter, sy(n) oudtoom, dat Gerryt Cornelisz v(er)s(egt) Cornelis Willemsz tot sijn sy(n) moeder erff sal hebben gheven hondert carolus g(u)l(den) stuck van veertich grooten Vlaems , dien hij sal oprenten houden voir 6 g(u)l(dens), 5 st(uivers) en(de) van sy(n) vaeder erve thien carolis g(u)l(dens) en(de) sal se op renten houden voir thien st(uvers)’t sjaers ^ soeckt een blaet om vrij suyver gelt sonder yes te moghen korten. Op huden den achste(n) april 1589 soo is ons weesmesters Lauris Florisz en(de) Jeelis Aelbertz ghelevert ee(n) toeghesteken brief vanweeghen die kindere(n) van Cornelis Dirrikz va(n) die voechden Gerrit Cornelisz en(de) Pieter Gerritz en(de) hebben beijde verclaert bij haren waerheijt als dat het goedt en(de) het moeders en(de) haer oems erwe, daerin verhaelt staet. blad 60/ dsc A 067 En(de) ick Gerrijt Cornelisz belove die selve somme ‘t saemen op te brengen op welcker tyt als Cornelis Willemsz co(m)pt te regel 32 t/m 47 schuin doorgestreept hyclicken ofte anders sins met raet van van sy(n) voochden goet dun sal bevonden werden, voorts belooffvende sy(n) oem Gerryt Cornelisz een halff jaer te vooren te waerschouwen en(de) het eerste jaer van betaelen sal weesen an(no) 1598 den 18en febry(arij) soe voorts van jaere tot jaere soe langhe die voorn(oemde) Gerryt Cor(neli)sz die penningen sal opghebrocht en(de) afgheloest hebben; hier onder v(er)binde ick Gerrijt Cornelisz my(n) p(er)s(oon) en(de) alle mynen goeden roeren(de) en(de) onroeren(de), dien ick heb ofte naemaels v(er)cryghen mach, gheen ter weerelt uutghesondert, alle dinck sonder bedroch. Des t’oirco(nde), soe hebben wij weesmeesteren onse eyghe(n) hantschrifft hieronder ghestelt met Lourijs Claesz, Pieter Gerrytsz en(de) Gerryt Woutersz. In ’t jaer ons heeren 1597. w.g. bij mijn Gerrit Cornelisz, w.g. by my(n) Lambert IJsbrandtsz, weesmeester. weesmeester w.g. by my(n) Lauris Claesz w.g. Dit is [ teken] Georijt Woutersz merck.

44


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.

inv. nr. 1264- blad 61 A 068

In’t jaer 1590. Trijn Florisdochter, weedu(we) va(n) Heindrick Dirrickz heeft gheleyt een custingbrief in die doos va(n) Gerrit Lourisz kindere(n) en die weeskist. Op huide(n) den 14 julijus int jaer 1591 conpereerde(n) voor ons weesmeesters een doos met een testement van het achterghelaeten(n) [wees]kint va(n) Jacop Janz, die soon van Pieter Jacops (z?) w.g. by mijn Lauris Florisz, w.g. Jan Barentz.


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.

: : :

: : : :

inv. nr. 1264- blad 63 A 069 1 t/m 9, 13 t/m 15 en 17 t/m 21 schuin doorgestreept

It(em) op huiden den 30 maeij anno 1594 comparerde voer ons weesmeesters een doos met een brijff van dat achtergelaeten weeskint van Knier Haermis d(ochte)r, die huisvrou van Claes Aelbertssoen, inhoudende ter somma van twe hondert sestien carolus gulden. It(em) soe isser noch in die doos hondert carolus gulden corent, die welcke gecoemen es van die moeder van ’t weeskint haer clederen. Dit aldus gescreven in present.ie van weesmeesters ende die vader van ’t kint, Claes Aelbertssoen ende die ‘n oem van ‘t kint Jan Harmissoen, woenende tot Haerlem. w.g. Jan Haermans w.g. bij mijn Lauris Florisz, w.g. Claes Aelbertz w.g. bij mijn Gerrit Cornelisz Op heuden den 21 dejcember is voer ons weesmeester. een brief [ghebroch] Claes Janz, auue scout als vooch van die kinderen van Jan Janz, rol in de weeskist ghekoemen, anno 1595. w.g. bij mijn Lauris Florisz w.g. bij mijn Gerrit Cornelisz Lourijs Florijsz en(de) Gerrijt Cornelisz weesmeesters hebben die hondert gul(den) die in die doos [was] van ’t weeskint van Kuijnier Harmens d(ochte)r overleeden huijsvrou van Claes Albertsz en(de) rust noch onder Claes Aelbertsz voors(egt) gelijck breeder bescheyt in die doos sal ghevonden werden, gedaen d(en) 21en febru(ary) 1596, stylo nova.

45


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38.

: : :

inv. nr. 1264- blad 65 A 070-071

Op huijden den 18en febry(arij) A. D. 1597 soe hebben bijeenv(er)ghaedert gheeweest ten huijse van Gerryt Cornelisz, Pieter Gerrytsz, die oom van sij(n) suster kinderen en(de) Gerryt Woutersz oudtoom van die selve kinderen, naeghelaeten van Cornelis Gerrytszd(ochte)r, die saelyghe huijsvrou van Gerryt Cornelisz v(er)s(egt) om te bewijs(en) haer moeder erff en(de) sij(n) in p(re)sentie en(de) tusschenspreecken van Lourys Claes, timmerman en(de) Lambert IJsbrandtsz als weesmeester gheaccordeert en(de) overeenghecoomen dat Gerryt Cornelisz, vaeder en(de) naeste bloetvoocht van sy(n) kinderen bewijst tot haer moeder erff elck kint hondert gul(den) stuck van veertich grooten Vlaems te weeten: die drie ouste: Aecht en(de) Guerte en(de) Hilgonde Gerrytsd(ochte)r, maer die jonste d(ochte)r Alyt sal noch vijftich gulden meer hebben tot behulp van haer onmachtighe p(er)soon, maer off het dat ghebuerde dat Alyt v(er)s(egt) quaem te sterven sonder achter te laeten kindt off kinderen, soe sal die vaeder die selve vijftich g(u)l(den) weeder voor uut hebben en(de) die ander goederen sal die vaeder noch halff hebben en(de) het ander sal erven van kint tot kint desghelycx, soe een van die ander drie quaeme te sterven, soe sal die vaeder Gerryt Cor(neli)sz oock die helfft hebben en(de) die ander [helft] sullen die kinderen tesaemen deelen. Voorts belooft Gerrijt Cornelisz sy(n) vier kinderen op te brenghen die v(er)s(egde) penninghen als die kinderen tot haeren jaeren gecomen sy(n) en(de) haer behoorlyck onderhoudt doen hebben van haeren kost en(de) kleederen nae haer staet en(de) nae sy(n) v(er)mooghen. Hier onder v(er)binde ick Gerryt Cornelisz mijn p(er)s(oon) en(de) alle mynen goeden, dien ick heb ofte naemaels v(er)cryghen mach, binnen den banne van Beverwijck ofte daer buijten waer sij staen ofte gheleeghen souden moeghen sij, roeren(de) ofte onroeren(de), gheen ter weerelt uutghesondert, alle dinck sonder bedroch. Des t’orcon(de) soe hebben wij weesmeesteren Lambert IJsbrandtsz en(de) Gerryt Cornelisz en(de) Pieter Gerrijtsz , die oom van die v(er)s(egde) kinderen en(de) Gerryt Woutersz als oudt van die selve kinderen en(de) Lourys Claesz v(er)s(egt) [^onse eygen hantschryft hieronder ghestelt] in ’t jaer ons heeren als boven. w.g. Dit is (teken) Pieter Gerrytsz merck w.g. bij my(n) Lambert IJsbrandtsz, weesmeester. w.g. Gerrit Cornelisz, weesmeester. w.g. Dit (teken) is Gerryt Woutersz merck

46


: : : :

inv. nr. 1264- blad 67 A 072-073 1 t/m 25 schuin doorgestreept

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46.

Op huijden den 10en febry(arij) 1597 soe comparee(rde) voir Gerryt Cornelisz en(de) Lambert IJsbrandtsz, weesmeesteren van die steede van Beverwijck, eenen Heyndrick Claesz, woonen(de) op ’t Hoflandt met Lourys Jansz, sij(n) swaegher woonende op ’t Hoochla(ndt), bekende tesaemen en(de) elcx voor hem selven ontfanghen te hebben uut handen van Willem Dircxsz en(de) in p(re)sentie van weesmeesters v(er)s(egt) die somme van vier hondert carolus g(ulden) stuck van 40 grooten Vlaems die welcken ghecoomen sijn van Symon Cornelisz, seylemaeckers soontges ’s moeders erve ghenaempt: Joerijaen Sijmonsz gheprocureert bij Styntgen Joerijaensdochter, daer off ick Heyndrick Claesz en(de) Lourijs Jansz v(er)s(egt) beloven te betaelen in handen van weesmeeseren in den tijt sijnde die somme van acht en(de) twintich caro(lus) g(ulden) stuck als vooren van jaerlicxse losrenten sonder enijghe cortinge ter weerelt, v(er)schijnen(de) alle jaeren op ten 2en febrya(rij) waervan het erste jaer van betaelen sal wees(en) an(no) 1598 den 2en febrya(rij) gheduren(de) soe langhe als sij l(ieden) die v(er)s(egde) somme weeder opgebrocht en(de) afghelost sullen hebben, hoe wel het bij v(er)suymen van(de) schryvers instrucxtie niet v(er)haelt en is in den beseeghelde brieve daer [^van] sijnde in(de) staets weeskiste, soe is nochtans wel expresselijcken bevorwaert soe Heyndrick Claesz het gelt ofte Lourijs Jansz begheerde op .? te brenghen en(de) er Joerijaen v(er)s(egt) hylickt ofte tot synen mondijghe jaeren compt, soe sullen sijl(ieden) ghehouden wees(en) die weesmeesters te vooren vijff ofte ses maenten te waerschuwen opdat den wees(en)penningen niet renteloos souden blijven leggen en(de) als Joerijaen v(er)s(egt) co(m)pt te hyclicken ofte tot sijn mondijghe jaeren, soe sal Heyndrijck Claesz met Lourys Jansz v(er)s(egt) ghehouden sij(n) op te brenghen die v(er)s(egde) vier hondert g(u)l(den) met oock die v(er)sche(n)en onbetaelde renten nae ‘t beloop des tijts behouden dat Joerijaen Symonsz v(er)s(egt) weederom sal ghehouden wees(en) haerl(ieden) te vooren vijff offte ses maenten [ ^te waerschouwen] en(de) tot v(er)seeckertheyt van het weeskints penning(en). Op ten 17yjanuwaeris 1607 hebbe(n) wij Cornelis Dirricks en(de) Louris Floerisz als weessmesters deese rentebrieff ghelevert in handen va(n) Yueriae(n) Seijmonsz. Soe stelt Heyndrick Claesz tot eenen specya(el) onderpant blad 68/ dsc A 074 sijn huijs en(de) erff leggen(de) en(de) staende op het Hoflandt belend an ’t noort die Schoubeeck, an ’t west die ghemeene wech, an ’t suijden Adry(aen) Pietersz en(de) an ’t oost die Com(m)aduer en(de) syn cosijne en(de) voorts general(ick) alle sijnen en(de) sijnen erven andere goeden, die sijl(ieden) nu ter tijt hebben ofte naemaels v(er)cryghen mooghen, gheen ter werelt uutghesondert. Voort soe stelt hem Claes Heyndricxz, vaeder van Heyndrick Claesz sijn p(er)soon en(de) sijn(en) goeden om daer an te v(er)haelen alle ghebreck van quader betaelinghe, ghelijck den beseeghel(de) bryeve daervan syn(en)de in den staetsweeskyst meede brengt, alsoe 47. dat die weesmeesters in der tyt synde haer grandt sullen 48. moeghen soecken en(de) v(er)haelen om alle die drie v(er)s(egde) p(er)soonen 49. en(de) om haeren goeden die sij nu ter tijt hebben ofte naemaels 50. v(er)cryghen moghen met alsulcken recht als men wees(en)goeden 51. behooren te beschermen en(de) te behouden; dit alles ter 52. goeder trouwen tot kennijsse van dees(en). Soe hebben wij 53. Heyndrick Claesz en(de) Lourijs Jansz onse eyghen hantschryft 54. oft merck hier beneden onderghestelt; daetum als boven. w.g. bij mijn Louris Jansz. 55. w.g. by myn Heyndrick Claesz. NHA-ORAB : inv. nr. 1264- blad 71 Cd-rom (dsc) : A 47

Digitale foto

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.

:

075

Op huijden den 21en jany(arij) 1598 compereer(de) voir weesmeesteren Barber Adryaens(dochter) en(de) v(er)claerde dat sij heeft ontfanghen die somme van vyf en(de) ‘t seventich g(u)l(den), die haer dochter Haesjen Lourijs naeghelaeten weeskint van Lourijs Ffransz an ghestorven sy(n) van een Aechte Frans(dochter), daer op v(er)claerde Barber v(er)s(egt) dat daer dertich st(uvers) opv(er)teert waeren en(de) noch 22 ½ st(uvers) van eenen Job Freederycxsz voir sij(n) moeyten om het te ontfanghen. Alsoe dat onder weesmeesters rust twee en(de) ’t seventich g(u)l(den), seven st(uvers) en(de) acht p(enningen) suijver gelt. w.g. bij mij(n) Lambert IJsbrandtsz w.g. bij mijn Jelis Aelbertsz. Op huyden den 16en augustus hebben weesm(eeste)r(en) Lambert IJsbrandtsz en(de) Jan Claesz in p(re)sentie van mr. Jaecob Pietersz anghetelt Barber Adry(aens) d(ochte)r die reste van die v(er)s(egde) somme behouden dat noch onder ons rust een oblygatie van 50 carolus g(u)l(dens) op renten ghedaen en(de) v(er)schijndt op ten 16en apryl An(no) 1599 nae ’t ghemeen schryven en(de) nae ’t uutvys(sen) van die oblygatie daervan sijnde an die weeskyste houden(de) op Heyndrick Claesz wonen(de) op ’t Hoflandt.

48


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.

inv. nr. 1264- blad 72 A 076 1 t/m 9 schuin doorgestreept

Wij ondergheschreven hebben ontfanghen een oblygatie houden(de) op Heyndrick Claesz op ’t Hoflandt van die somme van twee hondert g(u)l(dens) daer van hij Heijndrick Claesz belooft betaelinghe te doen den eersten juijny an(no) 1600 in handen van weesm(eeste)r(en) van Beverwijck die die penningen uutghetelt [hebben] voor die weeskinderen van Aechte Pietersd(ochte)r s(aliger) g(edachtenis). w.g. Lambert IJsbrandtsz w.g. by my(n) Jan Claesz Coelken, weesmeester. weesm(eeste)r. Wij ondergheschreven hebben ontfanghen ein seggelle brijff thokomendee hett weskent van Hinderick Wijllemsz, slottomacker behorende van sijn moders erffee met addvijs van Puwelis Jansz en(de) Cornelis Cornelijsz, metsellar als vochden in desse sackee, lighendee in de weskistee. w.g. bij my(n) Lauris Claeszo(on), w.g. beij mijn Mr. Jacop, weessmester als wesmijster


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.

: : : :

: : :

inv. nr. 1264- blad 73 A 077

Wij ondergeschreven weesm(eeste)r(en) hebben een beseghel(de) rentebrieff ontfanghen houden(de) op Jaecob Adry(aen), out-burghem(eeste)r houden(de) van hondert en(de) vijftich carolus guldens, die ghecomen sijn van het naeghelaeten weeskint van Griete Gerytsd(ochte)r, die soon ghenaempt Cornelis Dircxsz v(er)schynt den 7?en desem(ber), alle jaeren thien g(u)l(den), thien st(uvers) losrenten het eerste jaer van betaelen sal wees(en) an(no) 1600. w.g. by my(n) Jan Claesz Coelken, weesmeester w.g. by my(n) Lambert IJsbrantsz, weesm(eeste)r Wij ondergheschreeven hebben ontfanghen die kustingbrieff van die Swaen, daer Symon Jansz bekent op schuldich te wees(en), die somme van ses en(de) ’t neghentich carolus g(u)l(den), die hij belooft te betaelen op meij an(no) 1600 nae ’t ghemeen schryven sonder yet te corten. w.g. by my(n) Jan Claesz Coelken, w.g. by my(n) Lambert IJsbrantsz, weesmeyster weesm(eeste)r Deese brieff hebben die weesmeesters meester Jacop en(de) Cornelis Dirrixz gheelevert in hande(n) va(n) Dirrck Garbrantsz in ’t jaer 1604 in meij.

49


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 75 C 065-066 1 t/m 20 schuin doorgestreept

Op huijden den 6en september anno 1598 soe comparyrde voer weesmeesteren Lambert Iisebrantsz(oon) ende Jan Claesz Coelken Merritgin Blandeels met Claes Cornelysz(oon) haeren voocht in dese saecke met noch Cleijn Fibrensz ende Jan van Necke, beyde omen ende voechden van Saere Jelys van Necke, ende verclaerde dat sy luyden t’samen eendrachtelick geaccordyrt ende overeen gecomen syn van Saera vaeders erve soe veel als hijr in Beverwijck soude moegen sijn dat Merritgin Blandeels Saera hoer dochter, geprocurijrt bij Jeelijs van Necke haer voerleden man sal ghehouden syn als Saera tot haer jaeren gecomen is, te geven thijn stuijvers, soe veel het ‘t gondt hijr in Beverwijck is, voorts sal Merritgin hoer dochter opvoeden met cost, dranck ende clederen ende leeren en laeten leeren, alles nae hoer vermoegen. Ende soe het gebuerde dat daer enich profijt quaeme van ’t gundt in Vlaenderen, off op ander plaetsen Saera enich goet anstorve off angestorven waere, soe sal Marritgin voers(egt) die renten van dieen moegen gebruicken tot haer ende haeren kints voordel, doch dat Saera haer dochter geen goet sal vercoopen ten waer met wille ende toelaeten van het weeskints voochten. Achtum als boven etc. w.g. bij mij(n) Jan Claesz(oon) Coelken, weesmeester. w.g. by. my(n) Lambert IJsbrandtsz, weesmeester.

50


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.

inv. nr. 1264- blad 77 C 067 1 t/m 19 schuin doorgestreept

Op huyden den 26e feberuarij 1600 comperyrde bij weesmeesteren hyr onder geschreven Aedrian Mertsz(oon) medepoorter bijnnen Beverwyck ende heefft met ons afgerekent van de laeste custinge van die Caemer van Griete Gerritsen s(aliger) g(edachtenis), soe dat Aedrian voers(egt) het naegelaeten weeskint genaempt Cornelys Dircksz van alles schuldich gebleven is, die som(m)e van hondert en elff gulden , thyn stuijvers, welcke som(m)e hij beloofft te betaelen in handen van weesmeesteren indertyt synde ‘t fry suyver gelt, sonder enige cortinge ter weerelt, op ten eersten dach van meij eerstcomende, a(nn)o 1600. w.g. bij my(n) Jan Claesz Coelken, w.g. bij mij(n) Lambert IJsbrantsz, weesmeester. weestm(eeste)r. Hierop ontfangen die som va(n) elf gulden en(de) 10 st(uvers), te weten va(n) Aeria(n) Maertenz w.g. by my(n) Lauris Claes Gael w.g. by my(n) Jelis Aelbez(oon) Item noch ontfangen in overlevering va(n) die voorgande weesmes(ters) te weten: Jan Claesz(oon) en(de) Lambert IJsbrantz(oon), die som va(n) elf gul(den) seventien stuivers en(de) tve penninge(n), an(n)o 1600.


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

: : : :

: : : :


Op huiden an(n)o 1600 op den 17 junij soo hebben Jan Claesz(oon) en(de) Lambert IJsbrantsz(oon) voergaende weesmest(eren) overgelevert die soma va(n) drieendartich gulden en(de) vijftien stuivers toebehorende Cornelis Jansdochter, naegelaeten weeskint va(n) Jan Cornelisz(oon) en(de) Gurt Nanne(n), welck soma gekoeme(n) is va(n) Anne Cornelisdochter haer moeij, die sij onder haer hadde va(n) haer moeders goedt. w.g. bij my(n) Lauris Claesz w.g. bij mijn Jelis Aelbertz(oon) Gael

51


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29.

inv. nr. 1264- blad 81 C 069 1 t/m 5, 10 t/m 13, 16 t/m 27 schuin doorgestreept

Op huiden an(n)o 1600 op den 17 junij soo hebben Jan Claesz(oon) en(de) Lambert IJsbrantsz(oon) voorgaende weesmesters overgelevert die som va(n) seven en(de) twintich gul(den) en(de) tien stuivers; hie moet ofgaen twe gulden va(n) onkosten gegeve(n) Jan Symonz(oon) Scorel voor die kindere(n) va(n) Claes Janz(oon) en(de) Willem Janz(oon), broeders va(n) Aerian Janz(oon), linnenwever, welke som gekome(n) is va(n) Cornelis Aelbertz(oon) Knaep. w.g. Jelis Aelbertz(oon) w.g. by my(n) Lauris Claesz Gael Op huijden a(nn)o 1604 op de(n) 25 juinius soe hebbe(n) wij weessmeesters meester Jaecop Pieterssz(oon) en(de) Cornelis Dirrix ontffanghe(n) ee(n) kusstinbrief en(de) hoert tot die ee kindere(n) va(n) Claes Ssijmonssz(oon), zurchy(n) en(de) Brecht Cornelisdo(chter) en(de) houde(n)de op eene(n) Tijs Janssz(oon) tot Velssoe(n). Tijs Janssz(oon) heeft betaelet en(de) noch ee(n) acgen va(n) ee(n) stucke lants groet ontrent vijff hondert gelege(n) tot Velsoe(n) omtrent bij Aeff Jansdochter, het selliffde die kindeere(n) toecomt, noch ontffange(n) ee(n) quitschellin va(n) ee(n) huijs daer Claels Sijmonsz in woent. Noch ontffanghe(n) ee(n) invijtaeris va(n) Jan Cos en(de) zij(n) kindere(n). Noch ontffanghe(n) ee(n) kusstijnbrieff van mester Jacop(s) huus met het testement daerva(n) synde noch ee(n) kustienbrrieff leggende in ee(n) does in de kist. Wij weesmeesters hebbe(n) uutgheetelt in hande(n) va(n) Wille(n) Ffloerisz die so(m)ma va(n) drieentachtich guld(en), elliff st(uiver)s, acht pe(nningen) en(de) comt toe die kinderen va(n) Tewis Willeboerts ende sal va(n) intrest gheve(n) die penni(n)ck sestien waerva(n) ee(n) oblygasse(n) in staegen? leyt in die kist houdende op Krijn Dirrixz(oon) en(de) Pieter Da(m)misss en(de) komt toe Cornelis Aerianssz(oon) , Uijtgis =Uitgeest?


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

: : : :

: : : :


Op ten 19 ffebruwaeris hebbe(n) wij weessmeesters ghetelt Gherrit Pietersz die so(m)ma van sesstich guld(en) op ee(n) hanteijke(n) leggende in die kist. Noch ontffang(en) uut hand(en) va(n) Jeelis Ffrericxz(oon) die so(m)ma sessenvijftich guld(en) vijf stuvers, waerva(n) Maerten Gherritsz(oon) die hellift of ontffanghe(n) heeft en(de) die ander helliff Tewis Willeboertsz kindere(n) en(de) hebben ‘t die kist gheleyt achentwintic guld(en) -ee(n) st(uver)s daer ‘t is [twe] groet gaen- ellix drie groet.

52


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 83 C 071 1 t/m 7 en 10 t/m 26 kruislings doorgestreept

an(n)o 1607, soe heeft Jueria(n) Wij ondergeschreven weesmeesteren der stede Beverwijck hebben uutgetelt en(de) op renten gedaen hondert en(de) vijfftich gul(den) aen die stede Beverwijck vanwegen het naegelaten weeskint van Griet Nannings genaempt Cornelisgen Jans d(ochte)r, als blijckt bij oblijgatie daervan zijnde. Actum den 11en junij a(nn)o 1608. w.g. Joris Cornelisz, w.g. Allert Jansz. Op huijden den 15en maij a(nn)o 1600 en acht soe hebben wij weesmeesteren Allert Jansz en(de) Joris Cornelisz op renten uutgedaen die somme van vijfftich gul(den) aen Gerrit Jaspersz aen Wijck aen Duijn en(de) beloofft daervoor te betalen van renten 3 g(u)l(den) 10st(uvers) ’t ‘sjaers en(de) weder op te brengen tot v(er)maninge van den weesmeesteren toebehorenden het naegelaten weeskint van Cornelis Dammisz, met naeme Maritgen Cornelis als blijckt bij oblijgatie daervan zijnde in de weeskist. Op huijden den 8en junij 1608 soe hebben wij weesmeesteren Allert Jansz en(de) Joris Cornelisz op renten gedaen vijffentwintich g(u)l(den) aen Cornelis Cornelisz, die soon van Cornelis Dircksz en(de) sal van renten geven e(n)en g(u)l(den), vijffthijen st(uivers) ’t ‘sjaers toebehorende het naegelaten weeskint van Cornelis Dammisz met naeme Maritgen Cornelis en(de) weder op te brengen tot v(er)maninge van weesmeesteren als blijckt bij oblijgatie daervan sijnde in de weeskist.

53


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 84 C 072-C 073 1 t/m 21 kruislings doorgestreept

Op huijden den 15en maij A(nn)o 1608, soe hebben wij weesmeesteren der stede Allert Jansz en(de) Joris Corn(eli)sz op renten uutgedaen, die somme van vijfftich gul(den) aen Sijmon Claesz aen Wijckerduijn en(de) sal van renten geven ’t ‘s jaers 3 g(u)l(den) 10 st(uvers) en(de) beloofft die weder op te brengen tot v(er)maningen van weesmeesteren als blijckt bij oblygatie daervan zijnde in de weeskist, toebehorenden die naegelaten weeskinderen van Claer Gerrits s(aliger) met naeme Willeboort en(de) Marritgen. Op huijden den elffden maij A(nn)o 1608, soe hebben wij weesmeesteren Allert Jansz en(de) Joris Cornelisz op renten gedaen hondert gul(den) aen die stede van Beverwijck tegen 7 g(u)l(den) ten hondert ’t ‘sjaers ende weder op te brengen tot v(er)maninge van(de) weesmeesteren, toebehorende die naegelaten weeskinderen van Claer Gerrits s(aliger) Maritgen en(de) Willeboort compt tsamen hiervan dese hondert g(u)l(den) voor haer deel 75 gul(den) en(de) Gerrit en(de) Cornelis Theuwisz compt van haer paert 25 g(u)l(den) als blijckt bij obligatie daervan zijnde in de weeskist.

54


: : : :

inv. nr. 1264- blad 85 C 074 1 t/m 11 kruislings en 16 t/m 31 schuin doorgestreept

A(nn)o 1608 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31.

Op huijden den 24en april A(nn)o 1608, soe hebben wij weesmeesteren Allert Jansz en(de) Joris Cornelisz op renten uutgetelt aen Frans Thomasz en(de) Dirck Jansz, woonende in de Beverwijck, die somme van twehondert gul(den) en(de) beloven daervooren ten betalen tot 7 g(u)l(den) ten hondert ’t ‘sjaers en(de) weder op te brengen tot v(er)maninge van de weesmeesters, als blijckt bij een oblijgatie daervan sijnde in de weeskist, toebehorende die naegelaten weeskinderen van Cornelis Jansz, alijas Neelegaij. Ende Ffrans Toemisz(oon) heeft hondert vijftich gul(den) va(n) dit ghelt. Ffrans Toemisz(oon) heeft betaelt in die jare 1611 eene(n)twintich gul(den): die wedu(we) van Frans Thomasz(oon) heeft betaelt a(nn)o 1614 eenentwintich g(u)l(den). Dirck Jansz heeft dese hooftsomme van vijftich gulden en(de) alle de verloopen renthen betaelt en(de) alzo daer een obligatije daervan is gepassert en(de) verleyt of verlooren, soo is dese hier mede nul ende # # [van geen der waerden, acten Op huijden den elffden maij A(nn)o 1608 soe hebben 17 augusti 1617; dat is betaelt] wij weesmeesteren Allert Jansz en(de) Joris Cornelisz op renten gedaen de somme van hondert gul(den) aen Jan Dircksz op ’t Hofflant en(de) belooft daervooren te betalen 7 gul(den) ten hondert van renten in ’t jaer en(de) weder op te brengen tot v(er)maninge van(de) weesmeesteren, als blijckt bij een oblijgatie daervan sijnde in de weeskist, toebehoorende die naegelaten weeskinderen van Cornelis Jansz, alijas Neele Gaij. Op huijden den elffden junij A(nn)o 1608 soe hebben wij weesmeesteren Allert Jansz en(de) Joris Cornelisz op renten uutgedaen hondert gul(den) tegen seven g(u)l(den) ten hondert ’t ‘sjaers vanwegen die naegelaten weeskinderen van Neelegaij en(de) dit gedaen aen(de) stede van Beverwijck en(de) weder op te brengen tot v(er)maninge van den weesmeesteren als blijckt bij oblijgatie daervan zijnde.

55


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26.

: : :

inv. nr. 1264- blad 86 C 076, 077 ( middelste deel foto)

Wij weesmeesters, Allert Jansz en(de) Cornelis Dirrixz hebbe uut die kist gheedae(n) Maerit Cornelisdochter, die dochter va(n) Neltg(en) Gaeij, die so(m)ma va(n) drieendartich gulde(n), vijfftien stuvers, acht pe(nningen) op ten 24 april. Noch heeft sij ontffang(en) uut handen va(n) Lammert IJsbransz(oon) sses guld(en), vijff stuvers. Noch die sellifde ontffang in presenzij van Pieter Dammisz ende Cornelis Dirrixz, ons oe(m) ende va(n) Maerit Cornelisdochter die somma va(n) hondert vijftich guld(en) op t(en) achtentwintichten april 1611. Noch ae(n) die sellifde Maeritg(en) betaelt dertiendalfe guld(en), betaelt Jan die Wael tot Haerlem va(n) bier vier guld(en), dat Ouwe Ja(n) Cos daer gehaelt hadt, blijck bij quitansij legge in die kist. Noch ghege(e)ve(n) uut die nae(m) va(n) Pieter Da(m)misz en(de) Cornelis Dirrix, Maerit(en) Cor(ne)lisdochter die so(m)ma vijftien guld(en), vijf acht pe(nningen), dat sij Jan Cos tot Amsterdam brenghen souden. Betaelt aen Louris Pietersz(oon) dat Louris Neltgaijen daer schuldich was va(n) kasen, drie guld(en) twaellif stuvers in in presenssy va(n) Pieter Da(m)misz en(de) Cornelis Dirrixz. Noch heeft Maritgen ontfangen uut handen van haer suster Aecht twaelff gul(den), thijen stu(vers), den 27en maij 1612. Noch Maritge(n) gegeven 3 g(u)l(den), 5 st(uvers), 8 pe(nning)en uut het gelt, dat in de kist is. Betaelt Maeritg(en) Cornelisdochter, die dochter va(n) Kees Da(m)missz, die so(m)ma van tweenvijfftich guld(en), tien stuvers tot volle betaeling(e) van haer vaeders erf, dat sij in die weeskist ghehadt heeft, in presensij va(n) Pieter Dammissz in de jaer 1611, op t(en) eerst(en) meij. w.g. Cornelis Dirrixz(oon) w.g. Allert Jansoen

56


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 87 C 078 1 t/m 15 kruislings doorgestreept

Op huyden den 15en junij 1608 compareerde voor ons weesmeesteren hieronder geschreven Poulis Janssz onse medepoorter en(de) Willem Heijndricksz en(de) Jacop Jacopsz, sijn kinder voochden en(de) heeft Poulis voors(egt) sijne kinderen bewesen het halve huijs ende erve, daer hij tegenwoordich in woont, sonder eenijge belastinge ter werelt, staende en(de) leggende in de Peperstraet, belent aen’t noortwest die laege Hofflanderwech, aen’t noortoost Claes Seijs, aen’t zuytoost Louris Cornelisz en(de) voorder soe belooft Poulis voors(egt) sijn jongste kint op te brengen tot sijn mondige jaren in kost en(de) klederen nae behoren. Actum ten dage en(de) jaere als boven. w.g. Joris Cornelisz, weesmeester. w.g. Allert Jansoen. Op huiden desen laesten november an(n)o 1623 compareerde voor weesm(eester)s deser stede Jacop Jacopz(oon) als man ende voocht va(n) Trijn Poulisdochter en(de) bekende ontfangen te hebben uut handen van de selve weesmeesteren de somma va(n) negen en(de) vijftich karolisse guldens en(de) achthien stuivers en(de) daer beneffens alle de verloopen intrest in voldoeninge van ’t geene haer was compoterende van haer ‘s moeders erffenisse ende bedancken de heeren weesmeesteren van haeren getrouwen dienst in desen an haer gedaen en(de) belooven hemluyden noch ijemant ter werelt dies aengaende niet te molesteere(n) in rechte noch daer buiten. Actum ten daege en(de) jaere als booven bij ons onderteykent. w.g. Jelis Aelbertz(oon) w.g. Jakop Jakops.

57


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

8. 9. 10. 11. 12. 13.

: : :

inv. nr. 1264- blad 88 C 079, 80, alle tekst op dit blad is doorgekruist en doorgestreept

Op huijden den 13en october 1608 compareerde voor weesmeesteren hijer ondergeschreven Lijsbet Cornelis, weduwe wijlen Arent Cornelisz Wittebol s(aliger) ende bewijst haere kinderen met naeme Cornelis Arentsz en(de) Pijeter Arentsz een oblijgatije inhoudende hondert en(de) vijfftich carolus gul(dens) in presentie van Pijeter Cornelisz Wittebol en(de) Heijndrick Cornelisz Denijs als oomen en(de) voochden van(de) naegelaten weeskinderen. Actum ten dage en(de) jare als boven. [ dese resteren(de) 75 g(u)l(den) is bij Pieter Arentsz selffs gelicht, den 31 decem(bris)1627]

w.g. Joris Cornelisz, weesmeester. w.g. Allert Jansoen

14. 15. 16.

[Compareerde voor weesm(eeste)ren voorn(oem)t

26. 27. 28. 29. 30. 31.

Op huyden den eersten meij 1611 hebben weesmeesters Allert Jansz en(de) Cornelis Dirrixs op rent(en) uutgheset uut die weeskist toebehoerrende die kinderre(n) va(n) Sijtg(en) Lucas kindere(n) Jaecop Pietersz en(de) Hester Pieters, hondert guld(en) voer ee(n) jaer ae(n) ee(n) Poulis Jasspersz woenende aen Heemskerkerduy(n) en(de) sal daer va(n) betale(n) sess guld(en) vijff stuvers voer ee(n) jaer va(n) die hondert, waerva(n) ee(n) ‘n oebelegaesstie leyt in die kist. Op huijden den 26 april a(nn)o 1612 hebben weesmeesteren Cornelis Dircksz en(de) Joris Cornelisz uutgetelt vijffenttwintich g(u)l(den) aen Jaecop Pijeterssz, soon van Sijtgen Lucas vanwegen het gelt dat van Corn(elis) Maertsz bij weesmeesteren ontf(angen) was en(de) dit met consent van sijn swager als voocht in desen, genaempt Frans Cavelier

Pieter Cornelssz, oom van(de) voorn(oemde) kinder(en) en(de) bekende onder hen te hebben vyfthien 17. carolus g(u) l(den) competeren(de) Pieter Arentsz, 18. voorn(oem)t va(n)wegen zeeckere testamentaire 19. dispositye van zyn bestemoeder belovende 20. alle jaere tot interesse daer op te betalen 21. een gulden totte afflossinghe toe, verbindende daeronder zynen persoon en(de) 22. goeden onder submissye van ’t recht der weescamere deser stede ende heft 23. tot borgen gestelt Cornelis Arentsz en Jan Barentsz mede onder v(er)bant als voren. 24. Desen 15 gu(l)d(en) seyt Cornelis Aerentsz dat bij Pieter Aerentsz ontfa(ngen) 25. is wi?j handen van Pieter Cornelisz sijn vooht.]

32.

33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40.

58

Corn(e)l(i)s Arentsz(oon) heeft zijn pertye hiervan tot uut hand(en) van Lambert Ysbra(n)t z(oon), Jelis Aelbertz(oon) weesm(eeste)ren deser stede opt 21 december 1617

S. Coddaeus


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 89 C 081, 082 13 t/m 22 kruislings doorgestreept

Op huijden den 28en december a(nn)o 1608 compareerde voor weesmeesteren, hijer onder geschreven Heijndrick Lourisz, als vader van de naegelaten weeskinderen van Neeltgen Michijels s(aliger) met haeren oom en(de) voocht in desen, met naeme Cornelis Jansz en(de) heeft Heijndrick Lourisz voor(segt) sijn kinderen bewesen tot haer moeders erve uut sijn gereetste goederen, ses carolus gul(dens) voor haer drye kinderen, ‘tsamen. Actum ten dage en(de) jare als boven. w.g. Joris Cornelisz, weesmeester. w.g. Allert Jansoen. Op huyden den 20 meij hebbe(n) wij weessmeesters Allert Jansz en(de) Cornelis Dirrixz uut die kist op ee(n) hantteijke(n) uutgheset hondert guld(en) aen Cornelis Cornelisz aelis Cornelis Maertsz woenende in die Beverwijck voor ee(n) jaer en(de) zal daer of gheeve(n) sses gul(den) vijf stuvers, toebehoere(n)de die kindere(n) va(n) Poullis Janssz in jaer 1611. Dit gelt is opgebracht en(de) betaelt aen handen van Sijmen Cornelisz als man en(de) voocht van Annitgen Pouwelsd(ochte)r. Op huijden desen laesten november an(n)o 1623 compareerde voor weesme(ster)s deser stede Sijmon Cornelisz, als man en(de) voocht van Annetien Paulisd(ochter) en(de) bekende ontfangen te hebben uut handen selven weesmestere(n) de somma van hondert karolisse guldens va(n) veertig groten Vla(e )m(s) stuck met alle de v(er)loepen intrest in voldoeninge va(n) ‘t geene dat haer was competere(nde) va(n) haer ‘s moeders erffenisse. Ende bedancken de heeren weesmeesteren van haer getrouwen dienst in deesen om haer gedaen en(de) beloeven hemluijden noch ijemant ten weerelt diesangaende niet te molestere(n) in rechte noch daer buiten, maer sullen ons hiermede gecontenteert en(de) tevreden houden. Actum bij ons onderteykent ten daege en(de) jare als booven. w.g. Jelis Aelbertz, w.g. Sijmon Corneliszoon weesm(eester).

59


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29.

: : :

inv. nr. 1264- blad 90 C 083, 084

Compaeren(de) voir ons weesm(eeste)rs Pieter Cornelissz voocht en(de) Lambert Ysbrantsz, Hester Pietersd(ochte)r met Mijchiel Heynrijcxz, haere(n) man en(de) voocht, dien wij weesm(eeste)rs angetelt hebben vijftich carol(en) guldens hooftgelt met de renten nae beloop des tyts tot kenniss(en) van deese(n), zoe hebben wij Mychiel Heynrycxsz en(de) Hester Pieters onse eygen hantschrift hieronder gestelt, op ten 20en desem(ber) 1615. Dit merck heeft Dit merck heeft Heynricxsz Hester Pietersd(ochte)r Mychiel geset geset Item noch hebben wij weesm(eeste)rs boven geschreeven angetelt die som(m)e vijf en(de) twintich carol(en) guldens met de renten nae beloop des tyts tot kennysse van deesen, zoe hebben wij Mychiel Heynrijcxsz deesen met onsen eygen merck ondergeschreeven op ten 20en desem(ber) 1615. Dit merck heeft Mychiel Heynrycxsz geset Op den 22 meij 1618 compareerden voir weesm(eeste)ren deeser ( e) stede Michiel Heyndricksz met Hester Pietersd(ochte)r ende bekenden van alles dat zij ter weescamere alhier hebben te eyschen voldaen en(de) betaelt te wesen niet uitgesondert, beloven(de) de weesm(eeste)ren van alle naemaeninghe te bevrijden, soo dat behoort onder v(er)bant soo na rechte. In (………onleesbaar) ut supra, Simon Coddaeus, s(e)c(re)t(a)r(i)s 1618

60


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

: : :

inv. nr. 1264- blad 91 C 085

Op huide(n) de(n) 17 junius 1611 comperede voer ons weessmesters hier onderschreve(n) Dirrick Cornelissz als bestevaer en(de) bloetvocht va(n) achterghelaete(n) weesskint van Joche(n) Dirrixz en(de) Cornelis Reijgers naeghelaete(n) weedu met haere(n) voecht Jan Aerentss bewijst haer dochter Leysbet Jochems dochter tot haer vaers erff hondert carolisse ghuldens op het huijs, staende aen die Breestraet, waer lendens off zij(n) aen zuijde(n) Lijsbet Sloetemakers, ant noerde(n) Barber Jaecopsdochter, streckende voer va(n) die Brestraet tot Achterwech. ( ……………………… golvende tekens) w.g. Cornelis Dirrixz(oon) w.g. Allert Jansoen

61

NHA-ORAB Cd-rom (dsc) Digitale foto 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39.

: : :

inv. nr. 1264- blad 93 C 086

Op huijden den 20en meij Anno1612 compareerde voor weesmeesteren van Beverwijck op ten stedehuijse Jannitgen IJsbrantsd(ochte)r, weduwe wijlen Jan Lucasz s(aliger) met Lambert IJsbrantssz haeren broeder en(de) voocht, ter eenre sijde, met Jelis Aelbertssz als wettlijcke geordonneerde voocht van Claesgen Jansd(ochte)r ter andere sijde met Gerrit Janssz vervangende sijn broeder Pijeter Janssz als bloetvoochden van ’t kints vaderssijde, in presentie van Pijeter Pieterssz, burgermeester en(de) Jan Barentsz, schepen deser stede en(de) heeft Jannitgen IJsbrants voors(chreve)n, haer kint Claesgen Jansd(ochte)r bewesen tot syn vaders erve die gerechte derdepaert van een stucke lants, genaempt die Hoge Ven, gelegen in Wijcker Broeck, groot ontrent in ‘t geheel 1020 roeden vrij alodijael lant geen restetutije subject met noch drijehondert dertich vrij gelt sonder enijge cortinge. Noch sijn in ’t minnelijcke v(er)accordeert dese Jannitgen IJsbrants d(ochte)r met haeren broeder en(de) voocht in desen ter eenre sijde, ende Jelis Aelbertsz als voocht van Claesgen Jansd(ochte)r met Gerrit Janssz als bloetvoocht van ’t kints vaderszijde ter andere, in absentie van Pieter Janssz, hoewel hij nochtans van den bode daertoe verdaecht was ende sijn veraccordeert in presentie van Pijeter Pieterssz, burgermeester en(de) Jan Barentsz, schepen deser stede en(de) die weesmeesteren dat Jannitgen voors(chreve)n haer dochter Claesgen Jans sal opbrengen met behouden goet tot sijn twintich jaeren toe, mits conditie dat Jannitg(en) IJsbrants sal ontfangen d’interest van ’t kints goederen bovengemelt en(de) daervooren cleeden en(de) reeden eerlijck nae haeren staet en(de) tot kennisse der waerheijt, soe hebben wij weesmeesteren dit met onse gewoontlijcke hantschrifft onderteycken(t) ten dage en(de) jaere als boven, w.g. Joris Cornelissz, w.g. Cornelis Dirrixz(oon) weesmeester. weestmester

62


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26.

inv. nr. 1264- blad 94 C 087

Op huijden den 6en septemb(er) 1612 soe hebben wij weesmeestereren Cornelis Dircksz en Joris Cornelisz op renten gedaen aen(de) steede van Beverwijck de somme van hondert en(de) vijffentsestich gul(den) tegen den penning sesthijen en(de) weder op te brengen tot vermaninge als blijckt bij de oblijgatie daervan sijnde, toebehoorende het naegelaten weeskint van Jan Lucassz z(aliger) met naeme: Claessgen Jansd(ochte)r. Op huyden den 18en junij 1613 soe hebben wij Aeriaen Pietersz en(de) Joris Cornelissz ontf(angen) van Pieter Jansz van Dijck op .ek die somme van hondert en(de) sevenendertich gul(den)s 1 s(tuver) op rekening hondert vijffen(de) ‘t sestich gul(den)s die Pieter voorn(oem)t aen Claesgen Jans naegelaten weeskint van Jan Lucassz s(aliger) schuldich was. Op huijden den 6en septemb julij 1613 soe hebben wij Aeriaen Pietersz en(de) Joris Cornelissz op renten gedaen aen Gerit Jaspertsz, buijerman aen Wijckerduijn, die somme van vijffentseventich gul(den)s tegens den penning sesthijen, weder op te brengen tot v(er)maninge als blijckt bij die obligatie daervan sijnde toebehorende het naegelaten weeskint van Jan Lucassz z(aliger) met naeme Claesgen Jansd(ochte)r.


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.

: : :

: : : :


Op huyden den 1en april 1612 soe hebben weesmeesteren Corn(elis) Dircksz en(de) Joris Cornelisse op renten gedaen aen Jan Pietersz en(de) IJsbrant Pijeterssz de somme van hondert g(u)l(den) tegen den penning sesthijen en(de) weder op te brengen tot vermaninge als blijckt bij een oblijgatie daervan sijnde toebehorende die naegelaten kinderen van Nelegaij met naeme: Louris Cornelisz en(de) Jan Cornelissz Cos. Deese hooftsomme metten intrest is afgedaen op ten 11en mey 1617.

63


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30.

: : :

inv. nr. 1264- blad 96 C 089

Op huyden den 17en junij 1612 compareerde voor ons weesmeesteren hijer onder ges(chreven) Neeltgen Heyndrickxd(ochte)r, weduwe wijlen Heijndrick Corneliss Goch s(aliger) met Lambert IJsbrantssz haeren voocht in desen ter eenre ende Sijmen Lourissz ende Gelijs Jacopssz als voochden van de kinderen ter andere zijde van de naegelaten weeskinderen van Heijndrick Cornelissz Goch ende heeft Neel Heijndrickx haere twee kinderen met naeme: Cornelis Heijndrickssz en(de) Baertgen Heijndricx bewesen tot haer vaders erve elx vijfftich gul(den) uut haer gereetste goet en(de) Neel voors(chreven) die kinderen op te brengen tot haer mondijghe met behouden goet, stellende hijer vooren tot een hijpoteque een huijs ende erve daer sij tegenwoordich inne woont, staende en leggen(de) in ’t Bagijnenclooster, waer lendens van sijn aen ‘t zuijden Pieter d( e) Vries, aen ´t noorden Cornelis Cornelissz, metselaer en(de) off het gebuerde dat Neeltgen uut dit tegenwoordich leven worde gehaelt, sullen die kinderen evenwel uut den boel moeten werden opgebrac(ht), maer off het gebuerde, dat huijs voors(chreven) bij ongeluck verbrande, sullen die kinderen haer portie soewel verliessen als den boelhouwer ofte boelhouster. t’Oirconde deser bij ons weesmeesteren onderteyckent. w.g. Joris Cornelissz w.g. Cornelis Dirrixz(oon) tussen onderstreping: 1612

64


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

inv. nr. 1264- blad 97 C 090

Op huijden den 13en julij 1613 compareerde voor ons weesmeesteren Grietgen Jacopsd(ochte)r, weduwe wijlen Claes Gerritssz Block en(de) heeft ons aengetelt vijffenttwintich gul(den) toebehorende het weeskint van Jan Pieterssz met naeme: Pieter Janssz Sruijt ende tot offlossinge van een rentebrijeff, die in de weeskist berustende was.


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.

: : :

: : :

inv. nr. 1264- blad 98 C 091

Op huyden den 12en junij Anno 1614 compareerde voor ons weesmeesteren hijeronder geschreven Cornelis Willemssz, poorter binnen Beverwijck woonende op te Meer met Jan Claessz, burgerm(eeste)r als gecoren voocht van(de) naegelaten weeskinderen van Haesgen Claesd(ochte)r s(aliger) met naeme: Grietgen Corn(eli)s en(de) Neeltgen Cornelisd(ochte)r en(de) heeft Cornelis Willemssz dese twee kinderen bewesen tot haer moeders erve, elck kint hondert en(de) vijfftich carolus gul(den)s en(de) dit te betalen al soe laest als sij comen totten huwelijcken state ofte mondighe jaren en(de) elx een bedt met zijn toebehoren en(de) tot dijen tijt toe onderhouden in cost en(de) cledinge, eerlijck nae sijnen staet en(de) stelt hijervooren tot een hijpoteque sijn huijs en(de) erve daer hij tegenwoordich inne woont, staende op te Meer, belent aen ‘t noorden Meijntgen Cornelis, aen ’t suijden die weduwe van(de) Rijeuwert Adriaenssz. Actum ten dage en(de) jare als boven, w.g. Joris Cornelissz, weesmeester. w.g. Evert Maertsz(oon), weesm(eest)er.

65

NHA-OAB Cd-rom (dsc) Digitale foto

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29.

: : :

inv. nr. 1264- blad 99 C 092

Op huyden desen 15en julij A(nn)o 1614, sijn v(er)gadert geweest Egbert Janssz, poorter deser stede Beverwijck met sijn dochters man, genaempt Jan Jansz, woonachtich tot Alckmaer en(de) Heijndrick Willemsz, slotemaker als gecoren voocht van(de) drie onmondijge kinderen van(de) voorn(oemde) Egbert Janssz en(de) heeft sijne kinderen bewesen haer moeders erffenisse als blijckt bij een accoordtbrieff berustende alhier in(de) weeskist met een obligatie van hondert gul(den)s houdende op Claes Adriaenssz Los tot Limmen. Op huyden den 2en january A(nn)o sesthijen hondert vijfthijen is ons weesmeesteren overgelevert een wettelijcke accoort gemaeckt tusschen Hillegont Govertsd(ochte)r, weduwe wijlen Philps Claessz en(de) haer dochter Neeltgen Philps, geprocureert bij die voorn(oemde) Philps Claessz ten overstaen van Willem Govertssz, haeren broeder ter eenre en(de) Claes Cornelissz Calff als voocht van ’t voors(chreven) kint ter andere sijde en(de) heefft haer kint bewesen de somme van twe hondert gul(den)s stellende hiervoren tot een speciael hijpoteque ’t huijs en(de) erve daer sij tegenwoordich inne woont als blijckt bij die acte daervan gemaeckt en(de) berustende alhier in(de) weeskint.(!) Actum als boven. w.g. Joris Cornelissz

66


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.

inv. nr. 1264- blad 100 C 093-094 11 t/m 20 verticaal en regel 21 t/m 25 kruislings doorgestreept

Den 5en augusty 1615 hebben wij Pieter Cornelissz voocht en(de) Lambert Ysbrantssz op de ooste-ende van(de) cist geleyt boven in de laede een beseegelde custingbrieff toebehooren(de) Wilm Corssz. Op ten denzelven dito/ in de selve laey geleyt een oblygatie toebehoor(ende) Meynert Ph(i)l(p)sz. [1616] Den 18e juyly is dese oblygatie gelicht bij Jan Baerentssz en(de) Lambert IJsbrantssz. Den 2en aprylijs 1616 comcompaeerd voor ons weesmeesteren ondergescheeven den E(dele) Joncheer Mychiel en(de) gaff ons over een beseegelde custing bryeff spreecken(de) op Gerryt Janssz Helderman dien wij hem ofte een ande( r)e procuratie van Mijchiel ons sal thonen en(de) voldoen dengeenen die an den boel geraeckt zullen zyn. Actum ut supra. w.g. Lambert IJsbrantssz(oon) w.g. Jan Baerents(oon) Den 2 apryl(ys) 1616 ontf(angen) een oblygatie voir het achtergelaeten weeskint van Cornelis Janssz Gaey spreeken(de) op meester Willem(en), cirurgijn inhouden(de) de so(m)me van hondert en(de) ’t sestich carol(us), thien stuyv(er)s.


1. 2. 3. 4. 5. 6.

: : : :

: : :

inv. nr. 1264- blad 101 C 095, 096

Den 1en juyny 1616 ontf(angen) in de weeskiste de uuytcoop van de gedeelte die Meynert Ph(i)l(p)sz ..? zyn susters en(de) zyn broeder. Noch den zelven tijt in de cist ontfangen de bewijsinge van de achtergelaeten goederen van z(aliger) g(edachtenis) Jan Jansz V(er)mey, de jonge.

67

Desen custingbrief is gelicht bij den v(er)s(chreven) Mychiel, joncker


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 105 C 097, 098 en 099 onderste helft. 22 t/m 25 schuin doorgestreept

Ordinaris comparitye gehouden ter weescamere der stede Beverwijck bij weesmeesteren met namen Jan Barentz ende Lambert IJsbrantz presenten beyde de heeren burgerm(eeste)ren der stede voorn(oem)t Willemtgen Aelbertsd(ochte)r. Op huyden is ten versoucke van Steffen Janss als bestevader ende voocht van Willemtgen Aelbertsd(ochte)r, syns soons nagelaten weeskint voor weesm(eeste)ren voorn(oem)t ontboden Wessel Phillipz, waerdt in ’t Moriaenshooft dese obligatye is op ten 19 mey an(n)o 1626 bij Jan alhier, omme bij hem affgelost te werden Heijndricksz(oon) uut de weeskist gelicht. alsulcken obligatije van hondert carolus guldens als zyn vader van(de) weesm(eeste)ren van wegen ’t voors(egde) weeskindt opgenomen heeft met alle den verlopen interest vandien en(de) zijn parthyen v(er)accordeert dat hij Wessel voorn(oem)t ’t selffe gelt sal afflossen en(de) den interest betalen meijdach eerstcoomen(de) ’t welck hy belooft mitsdesen te doen onder v(er)bant van(de) ordonnatye der weescamere deser stede. Noch heeft Steffen voorn(oem)t uut de weeskist gelicht een obligatye spreken(de) op Griete Dircks tot Eemskerck van date den 23 april 1607 van vyftich g(u)l(den) hooftsomme tegen den pen(ning) 16. Aldus gedaen desen 8 decembris 1616 presenten weesm(eeste)ren en(de) beyde de E(dele)heeren burgerm(eeste)ren. w.g. Simon Coddaeus, s( e)c(re)t(a(r)i)s.

68


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 106 C 100 ( bovenste helft), 101 (onderste helft) 1 t/m 10 en 19 t/m 32 schuin doorgestreept

Noch heeft Steffen Janssz voorn(oem)t ten voors(chreven) daege uut de weeskist gelicht veerthien sillvere cnoopen met noch een poock met silver beslaegen. Evert Evertsz heeft van ‘t voors(chreven) weeskindt op interest vyffen(de) twintich guldens hooftsomme verschijnen(de) Sint Jan 1617, belovende de selffde alsdan aff te lossen ofte obligatye daervan te passeren conform d’ ordonnantye van(de) weescamer alhier. Eduwaert Tonissz is mede schuldich aen ’t voors(chreven) weeskindt twintich gul(dens) hooftsomme met noch seven gulden aen intereste, ’t welck verschenen zal zijn mey anno 1617 ende belooft de voors(chreven) penningen alsdan te lossen mette voors(chreven) intereste te betalen ofte daervan obligatye te passeren als vooren. Noch heeft Steffen Janssz in de weeskin(!)t gelevert een obligatije van twee hondert gulden hooftsomme tegens den pen(ning) 16, sprekende tot laste van Loys Clentryn tot Amsterdam date, 8 novemb(us) 1607. Noch heeft denselffden Steffen een obligatije overgelevert van hondert gul(den) hooftsomme interest tegens seven ten hondert sprekende tot laste van Claes Arissz, waeronder begrepen zijn de vijftich gulden van(de) obligatije bij Griete Dircksd(ochte)r affgelost en(de) by Steffen d’obligatye daer van uut de weeskist gelicht als vooren, date 25 janu(ar)y 1617.

dese obligatye is aen Steffen Jansz affgelost en(de) compt wederom alhier op een ander te bouck

dese hondert gul(den)s van Claes Arissz hebben wij affgelost aen Jan Heijndrcikssz als man en(de) voocht van Willemtgen Aelbertsd(ochte)r. Actum,den 3en octob(ris)1624. w.g. Joris Cornelissz

69


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 107 C 102, 103 ( onderste helft) 14 t/m 26 kruislings doorgestreept

Noch bij den zelffden overgelevert in de weeskist een obligatye van hondert guldens tegens den pen(ning) 16 tot laste van(de) stede Beverwijck van date den 1 juny 1609. Noch een obligatye van twee hondert gul(den) hooftsomme tegens den pen(ning) 16 houden(de) tot laste van Adriaen Pietersz van date den 13 decembris 1609. Noch een obligatye van hondert gulden dese obligatye is bij Steffen gelicht ut de weeskist tegens den pen(ning) 16 van date den 23 juny 1609 spreken(de) tot laste van Jaspar Anthonissz tot Haerlem. Compareerde voor de E(dele) weesm(eeste)ren deser stede dese hooftsom met alle de v(er)lopen renten sijn in Gerrit Claessoon Blom ende heeft op intereste ’t jaer an(n)o 1625 afgelost genomen twee hondert carolus guldens tot 40 . groten Vl(aem)s ’t stuck van(de) pen(ningen) competeren(de) Willemtgen Aelbertsd(ochte)r voorn(oem)t, geschiet op den 15 february 1620 en(de) sal ’t eerste jaer renten v(er)schenen zijn op den 15e dito 1621. Dit alles conform de ordonnantye van(de) weescamer alhier, borgen Claes Adriaens Blom zijn vader en(de) Willem Jacops, zijn swager. Alles onder v(er)bant en(de) renunciatye als na rechte van(de) weescamere voors(chreven), waer van zij bekenden ten vollen onderre(c)ht te zijn. Actum w(ee)sm(eeste)r(e)n w.g. Simon Coddaeus, s(ecre)t(a)r(i)s- 1621? Noch een oblygatie uut de weskist gelicht die niet te buick [en stond] en op ten 19 meij an(n)o 1626, houdende op Aelbert Keest tot Wijck op Zee monterende de som va(n) vijfentwintich carolisse guldens capijtael; dese is bij Jan Heydrickz(oon) als man en(de) vocht uut de weeskist gelicht met al het geene dat ter weescamer was berustende.

70


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.

inv. nr. 1264- blad 109 C 104 ( bovenste helft), 105 ( onderste helft) 11 t/m 27 kruislings doorgestreept

Adriaentgen Joostend(ochte)r compareerde voor weesmeesteren en(de) burgem(eeste)ren Pieter Pietersz en(de) Bartolomees Janssz, den eersaemen Dirck Joostenz, poorter alhier ende heeft in de weeskist gebracht alsulcke brieven en(de) goederen als hierna gespecificeert staen, toebehooren(de) Adriaentgen Joostend(ochte)r zijns comparants zijns comparants soons eenijge naegelaten dochter. Eerst twee bezegelde brieven spreeckende op Gerrit Jaspartsz aen Duijn inhoudende t’samen de somme van vier hondert gulden hooftgelt d’eene verschynen(de) op den 12 decembris, d’ander op den eersten januarij--Noch een obligatye spreecken(de) op de stede Beverwijck van vier hondert gul(den) hooftgelt verschynt op den 12 juny--Noch een obligatye spreecken(de) op de voors(chreven) stede van vijftich gulden hooftgelt, gemeen met Jacop Heyndricksz haer susterling verschynen(de) den 15 july---


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

: : : :

: : : :

deese twee besegelde brieven met een oblijgatie van vier hondert gulden sijn bij Dirrck Joosten en(de) Cornelis Gerritz(oon) op ten 28 aprill an(n)o 1622 uuet den weeskist gelicht..

4C= 4 hondert g(u)l(den)

4C= 4 hondert g(u)l(den)

L= 50 g(u)l(den)


Noch een obligatye sprekende op Davidt Lambertsz van hondert gulden hooftgelt gemeen met den voorn(oemde) Jacop Heyndrickszverschynt op den 27 juny--Over desen heeft Dirck Joosten betaelt voor ’t recht van ’t salaris negen groot.

1C= 1 hondert g(u)l(den) dit gelt is weder uutgesedt bij Claes Corneliss van Petten.

71


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 111 verso C 107 ( bovenste helft), 108 ( onderste helft), 110 ( rechter zijde foto) 2 t/ m 33 verticaal doorgestreept

Jacop Heijndricksz Christoffel Engelsz, buerman tot Wyck Zee heeft op interest genomen van(de) penningen competerende Jacop Heyndricksz voorn(oem)t de somma van vijftich carolus g(u)l(dens) tot 40 groten Vlaems ’t stuck ende belooffde de voors(chreven) somme te betalen op meydach eerstcoom(ende) metten intereste vandien tegens den pennink sesthien belopen(de) drie guldens, thien stuvers met hem geliquideert alles sonder eenyge cortinghe oft langer dilaij verbinden(de) daeronder zijn persoon en(de) goeden onder submisse van allen re(c)ht en(de) re(c)hten insonder(hey)t ’t recht van (de) weescamere alhier. Noch compareerden Claes Adriaens van Noordt Schoter Ackendam met Cornelis Adriaens zijn broeder, buerman tot Wijck op ‘t Zee en(de) constitueerden hun persoonen en(de) goeden van de voldoeninghe van ’t gunt voors(egd) als borgen en(de) principale schuldenaers onder renunciatye van ’t ben(e)f(icium) divi Adr(iani) ordinis divis(ionis) et exc(ussionis) als van(de) cracht van den welsijn(de) onderre(c)ht. Alles onder v(er)bant en(de) constructye als boven. Actum, den 3 juny 1619. by my, w.g. Simon Coddaeus, s(ecre)t(a)r(i)s, 1624 Noch heeft Willem Janssz Jacop Pietersz van Santvoort op interest genomen van de selffen Jacop Heyndricksz hondert g(u)l(den) tot 40 gul(den) Vl(aem)s stuck tegens den penninck sesthien verschenen ‘t eerste jaer 26 mey 1620 onder v(er)bant als vooren en(de) submissye van re(c)ht als boven. Actum den 26 mey 1619, mijn p(re)senten, w.g. Simon Coddaeus, s(ecre)t(ari)s Noch heeft den selffden Jacop Pieters van voors(chreven) Jacop Heyndricks op interest hondert guldens tegens den pen(ning) sesthien. Actum den 12 february 1619, by my, w.g. Simon Coddaeus, s(ecre)t(a)r(i)s. Dese bovengemelte obligatien en(de) die naevolgende sijn bij Jacop Heijndrickssz en(de) Dirck Joosten uut die weeskint (!) gelicht. Actum den 6en junij 1624. w.g. Joris Cornelissz

72


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 112 C 109, 110 ( linkerzijde foto) 2 t/m 27 verticaal doorgestreept

Jacop Heijndrickzoon Compareerde voor Lambert Jisbrantsz weesm(eeste)r in absentye van Jan Barentssz, weesm(eeste)r presenten, Pieter Pietersz en(de) Bartolomees Janssz, burgem(eeste)ren deser stede. Ende heeft ter weescamere alhier gebracht alle alsulcke brieven ende goederen als hierna gespecificeert staen, toebehooren(de) ’t voors(chreven) weeskindt. Eerst op de steede Beverwyck een obligatye van twee hondert gul(den) hooftgelt, verschynt op den 15 septembris Noch een bezegelde rentebrieff spreken(de) op Adriaen Aelbertsz van hondert gulden hooftgelt, verschynt den 15 junij. Noch een obligatye spreken(de) op Leuntgen Leendertsd(ochte)r tot Wijck op Zee van twee hondert gulden hooftgelt, v(er)schynt den 24 decembris. Noch een obligatye sprekende op Louris Corneliss op ’t Hofflandt van hondert gulden hooftgelt, verschynt den 5 decembris.

Dese is by Dirck Joosten uut de weeskist gelicht

2 C= 2 hondert g(u)l(dens)

1 C= 1 hondert g(u)l(dens) Dese obblygatie is bij Jacop Heijndrickz(oon) op ten 26 mey 1622 uut de weeskist gelicht.



73


: : :

inv. nr. 1264- blad 112 verso C 111

1. 2. 3. 4. 5. 6.

Noch een obligatye spreken(de) op Jan Willem Taemissz buerman tot Aelsmeer van hondert gulden hooftgelt verschynt op den naest laetsten february.

Dese penningen zyn op intereste overgenomen by Baert Janssz woonen(de) tot Aelsmeer blijcken(de) by de obligatye daervan zijnde.

7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.

Noch een obligatye op de steede Beverwyck van twee hondert g(u)l(den) hooftgelt verschynt op den 12 junij. Noch een obligatye op Jacop Cornelissz, korffmaker van hondert gulden hooftgelt verschynt den 3en junij. Noch een obligatye op Louris Cornelissz voorn(oem)t van hondert gulden hooftgelt, verschynt op den 17en decembris. Noch een obligatye op Claes Franssz aen Velserduyn van hondert g(u)l(den) hooftgelt, verschynt den 1en july.

Dese obligatye is mede by Dirck Joost(en) uut de kiste gelicht.



1 C= 1 hondert g(u)l(dens) Dese obligatye is affgelost en(de) uutgesedt aen Pieter Lourensz sijn soon, waerby d’obligatye berust in(de) weeskiste.



74


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31.

: : :

inv. nr. 1264- blad 113 C 112 ( bovenste helft foto), 113 ( onderste helft foto)

Noch een obligatye op Adriaen Pietersz van vyftich guldens hooftgelt, verschynt den 2en april. L = vijftich g(u)l(dens) Noch een obligatye van Dese obligatye is bij Jacop Heyndricks voldaen hondertvyftich guldens ende uut de weeskiste gelicht op den 4 junij 1620. houdende op Cornelis Jacopsz Knechtgen, verschynt den 13en januarij. 1 CL= 1 hondert en vijftich g(u)l(dens) Noch een obligatye op Jacop Pietersz tot Santvoort van hondert gulden hooftgelt, verschynt den 29 decembris. 1 C= 1 hondert g(u)l(dens) Noch een obligatye op # noch van Dirck Baertsz een bedde met zijn toeCornelis Willemsz van behooren en(de) zijn vaders kist is ’t selffde veertich guldens hooftaccoordt begrepen. somme verschynen(de) op den 2en februarij. XL= veertich g(u)l(dens) Onder ’t recht van ’t salaris Noch verlooren aen seeckere in desen heeft Dirck Joosten somme gelts bij affsettinge 5-13-0.. betaelt negen stuvers. Actum ut supra Op huyden heeft Dirck Joosten verkenninghe gedaen van zynen ontfang van renten van Jan Heyndricksz ende bevonden den uutgeeff boven zijn ontfang , te bedragen: # 40 g(u)l(dens), daerinne gereekent de restanten # Nota boven de 40 g(u)l(den), voor date deses verschenen. Actum den 11 july 1619, by myn uutgegeven de volgende 35 st(uvers) Noch betaelt voor ’t recht van(de) weescamer w.g. Simon Coddaeus, s(ecre)t(a)r(i)s. en(de) verkenninghe 35 st(uvers). Noch utgekeert aen Dirck ( uitloop handtekening) Baertsz in voldoeninghe van het accoordt tusschen hem en(de) de ( uitloop handtekening) voochden van Jacop Heyndricks de somme van vijftich gul(den) en de rest.

75

NHA-ORAB Cd-rom (dsc) Digitale foto Regel 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 113 verso, blad 114 C 114, 115 1 t/m 26 kruislings doorgestreept

Op huyden desen 12 januarij 1618 heeft Dirck Janssz, poorter deser stede op interest genomen hondert carol(us) guldens tot 40 groten Vl(aem)s ‘t stuck van(de) penningen competeren(de) Jacop Heyndricksz voorn(oem)t door handen van Lambert Ysbrantsz en(de) Gillis Aelbertsz, weesm(eeste)ren deser stede en(de) belooffde daervooren alle jaere te betalen tot intereste ses gelycke guldens, vyff stuvers totte effectuele afflossinge der voors(egde) somme ’t welck hij gehouden wert te doen in conformte van(de) ordonnantye van(de) weescamere deser stede hem voorgehouden voor de voldoeninghe van ’t gunt voors(chreven), v(er)bint hij by desen zijn persoon en(de) goeden onder submissye van allen rechten en(de) rechteren en(de) specialicken ’t recht van(de) weescamere alhier en(de) tot meerder v(er)seeckerth(ey)t van ’t gunt voors(egt) constitueerden hun bij desen Jan Dircksz, zyn vader en(de) Adriaen Tomassz, zijn swager als borge en(de) principaele onder renunciatye van ’t benificium divi Adriani ordinis divisionis et excussionis als van(de) effect vandien tevoorens onderrecht zijnde verbinden(de) daeronder den voorn(oemde) Jan Dircksz zijn huys en(de) erff daer den voorn(oemde) Dirck Janssz inne woont, staen(de) en(de) gelegen op den Achterwech en(de) Adriaen Tomassz mede zijn huys en(de) erff daer hy mede inne woont, staen(de) en(de) gelegen binnen deser stede op de Breestraet en(de) voors(egde) gebuer(lieden) hunne persoon en(de) haere goeden onder submissye van rechten als vooren. Actum ut supra, by my, w.g. Simon Coddaeus, s(ecre)t(a)r(i)s. 1618? Compareerde voor weesm(eeste)ren deser stede Dirck Joostensz en(de) bekende noch boven de voors(egde) obligatyen competeren(de) Jacop Heyndricksz onder hem te hebben aen distructe obligatijende somme van negenhondert carolus guldens hooftsomme mede vanwegen den voorn(oemde) Jacop Heyndricksz en(de) belooffde alle jare daervooren den interest te betalen tegen den penninck sesthiene innegaende als de date van(de) selve obligatyen is medebrengende, verbinden(de) daeronder special(ick) zyn huys en(de) erff staen(de) en(de) gelegen binnen deser stede op de Meer, daer hij tegenwoordicht in woont. En(de) voorts general(ick) zynen persoon en(de) goederen onder submissye van ’t re(c)ht van(de) weescamere deser stede en(de) allen anderen re(c)hten en(de) re(c)hteren. Alles op r(ec)ht? Actum den 1en february 1618, by my w.g. Simon Coddaeus, s(ecre)t(a)r(i)s. [vide folio] 1618 Op den 24 january 1619 heeft Dirck Joosten onder weesmeesteren gelevert drie hondert carolus guldens in minderinghe van(de) voors(chreven) negenhondert gulden. by my, w.g. Simon Coddaeus, s(e)c(re)t(ari)s. Noch bij hem ter weescamere gelevert de somme van vijff hondert vijftich g(u)l(den).

76

blad 114/ dsc C 115


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31.

: : : :

inv. nr. 1264- 114 verso C 116 3 t/m 29 schuin doorgestreept

22 decembris 1616 Simon Cornelissoon en(de) Jannetgen Cornelisd(ochte)r. Compareerden voor weesm(eeste)ren Lambert Jisbrantsz en(de) Jan Barentsz, Heyndrick Janssz de Vries als bestevader van zijns dochters, genaemt: Jannetgen Heyndricksd(ochte)r voorn(oemt), nagelaten weeskinderen ter eenre ende Cornelis Simonz, schuytvaerder als vader van(de) voorn(oemde) kinderen geprocreert bij zyne voors(chreven) overleden dochter/huysvrouw (doorelkaar heen geschreven) ter anderen zyden ende gaeven ons te kennen dat zij comparanten met den anderen in’t minnelick waeren veraccordeert dat den voors(chreven) Cornelis Simonsz zyn voorn(oemde) twee kinderen sal onderhouden in cost en(de) cleederen na zynen staet, leeren en(de) stueren dat zy alle beijde haer dese bijstaen(de) hondert gul(den)s heeft haer broodt met Godt en(de) Eeren connen gewinnen heeft Sijmon Corn(eli)sz ontfangen vijfftich gul(den)s ende daerenboven noch ijder der voorn(oemde) kinderen voor sijn gedeelte op meij A(nn)o 1623. geven als zij tot haere mondijge jaeren gecoomen sullen zijn oft als zyluyden ten houwelicke zullen zyn gecoomen, de somme van vyftich carolus guldens waervooren hij bij desen specialicken verbonden heeft een camer en erff daer achter aen staen(de) en(de) gelegen op den Achterwech belendt ter zuydwesten Hans van Nes, noortoost Phillips Willemsz en(de) voorts general(ick) zyn persoon en(de) goederen, geene uutgesondert. Maken(de) deselffde subject ’t recht van(de) ordonnantije van(de) weescamer deser stede. Actum ut supra. Mij p(re)sent, w.g. Simon Coddaeus, s(e)c(re)t(ari)s. 1616

77


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29.

: : : :


22 decembris

1616 Evert Evertz Noch compareerden ten voors(egde) daege voor den voorn(oemde) weesm(eeste)ren den zelffden Heyndrick Janssz de Vries als bestevader van zyn dochters voorn(oemde) kindt, oudt ontrent elff jaeren ter eenreende Evert Evertsz vader van ’t voorn(oemde) kindt, geprocreert bij zal(iger) Anna Heyndricksd(ochte)r ter anderen zyden ende verclaerden dat zyluyden in ’t minnelick veraccordeert waeren, dat den voorn(oemde) Evert Evertsz zyn voorn(oemde) soon sal onderhouden in cost en(de) cleederen nae zynen staet, in sieckte en(de) gesontheyt ende een ambacht laten leeren daer hy zyn cost met Godt en(de) eeren can winnen. Ende daerenboven noch geven, zoo wanneer als ’t voors(chreven) kindt tot zyn mondyge jaeren ofte ten houwelicke gecoomen zal zyn de somme van vyftich carolus g(u)l(dens) tot 40 groten Vl(aem)s ’t stuck, waervooren hy comparant special(ick) tot onderpande gestelt heeft zyn huys en(de) erff staende in ’t Clooster binnen deser stede en(de) voorts generalicken zynen persoon en(de) goederen hebben(de) vercrijgen(de) geene uutgesondert, makende alle deselffde subject ’t recht van ordonnantye van(de) weescamere deser stede. Actum ut supra. My p(re)sent, w.g. Simon Coddaeus, s(e)c(re)t(a)r(i)s, 1616

78


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 116 C 118, 119 1 t/m 13 schuin doorgestreept

13 january 1617 Neeltgen Phillipsd(ochte)r Het weeskint van Phillips Claessz z(aliger) by Alsoo ov(er)midts des weskints mondige jaeren Hillegondt Govertsd(ochte)r geprocreert heeft in de is haer heure capitael behandicht , desen weeskist berust een obligatye van twee geroyeert den 14 october 1636. hondert carolus guldens houdende tot B. de M(onte)Valdono laste van Adriaen Heyndricksz des voorn(oemde) Hillegondts tweede man. Noch heeft ’t zelffde kindt mede een obligatye van drie en(de) twintich carolus g(u)l(dens) hooftsomme van date den 20 january voorleden aff te lossen tot vermaninge van Claes Calff, als voocht van ’t voors(chreven) kindt en(de) van weesm(eeste)ren tot laste van Claessoon Adriaen Heyndricks voorn(oem)t. Compareerde voor ons Jelis Aelbertsz Dese hondert g(u)l(dens) zijn affgelost bij Gerrit ende Lambert Jisbrantsz, tegenwoordich weesClaessz Blom en(de) weder opgenomen. m(eeste)ren der stede Beverwyck ter presentije van den Eersaemen Jan Claessz Kotgien, burgem(eeste)r der stede voorn(oem)t Gerrit Claessz Blom, woonende op den Nieuwendam ende heeft op huyden date deses van ‘t voorn(oem)de weeskint op interest genomen hondert carolus guldens tot 40 groten Vl(aem)s ’t stuck voor den tydt van een halff jaer op huyden innegaen(de) ende heeft daervooren belooft tot intereste te betalen [’s jaers] tegens ‘t seven gelycke guldens munte voors(chreven) vrij gelt van al(le)s, niet uutgesondert onder v(er)bant van zynen persoon en(de) goeden onder submissye van allen rechten en(de) rechteren en(de) special(ick) t(ot) rechte van(de) ordonnantye van(de) weescamere deser stede voorn(oem)t. Ende heeft tot borgen gestelt Claes Adriaensz zijnen vader en(de) Adriaen Tomassz die mede compareren(de) hun voor de voldoenninghe van ’t gunt voors(chreven) hebben geconstytueert als borgen en(de) principale schuldenaers onder expresse renunciatye van ‘t beneficium dat men heet divi Adriani ord(inis), divis(ionis) et excuss(ion)(us) als van(de) cracht van dien onderrecht zijn(de) onder gelijck v(er)bant en(de) submissyen van alsulck recht en(de) rechten als vooren. Actum prima marty, 1618 by myn, w.g. Simon Coddaeus, s(e)c(re)t(a)r (i)s, 1618.

79


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35.

: : : :

inv. nr. 1264- 116 verso C 120 6 t/m 20 schuin en 21 t/m 25 kruislings doorgestreept

Ordinaris comparitije gehouden ter weescamere bij Bartolomees Janssz burgerm(eeste)r door absentye van Jan Barentsz ende Lambert Ysbrantsz op den 12 january 1617. Jan Cornelissoon Cors Pieter Corneliss voocht heeft betaelt twee jaeren interest van vyftich gulden hooftsomme 7 g(u)l(den) verschenen den 7en junij 1615 en(de) 1616. Hans van Nes heeft betaelt van negen jaeren interest 15 g(u)l(den) 15 st(uver)s waervan het laetste jaer verschenen was 1616 op den 5 octobris en(de) heeft belooft de hooftsomme wesende 25 g(u)l(den) nu Jacobi eerstcoomende aff te doen metten v(er)loopen interest. Meester Willem heeft 10 g(u)l(den) 10 st(uver)s betaelt van een jaer renten verschenen den 16en junyvoorleden waervan de hooftsomme is 150 g(u)l(den). Cornelis Corneliss alias Maertsz heeft gerekent met de weesm(eeste)ren presenten d’erffgenamen van acht jaeren interest waervan ’t laetste verschenen was op den 8en junij 1616 en(de) is bij slot van reeckeninge bevonden schuldich, te zijn in ’t geheel 10[vlek] ? g(u)l(den) 5 st(uver)s en(de) belooffde ’t selffde op te brengen nu [vlek] ? meydach eerstcoomende.

80

dese pen(ningen) zyn affgelost.

op den 27 julij van Hans van Nes ontfa(ngen) 12-19-0; dese obligatye is voldaen en(de) betaelt

dese hooftsomme van 150 g(u)l(den) zijn affgelost en(de) de renthen daervan betaelt aen weesm(eeste)ren Lambert Jisbransz en Gillis Aelbertsz. Burgerm(eeste)ren en(de) weesm(eeste)ren condemneren den ghe door zijn …….tye =??? in defaute en(de) uut crachte vandien de geeyschte pen(ningen) aff te lossen metten v(er)loopen intereste mette resten. Act(um) 13 july1617, Simon Coddaeus, s(ecre)t(a)r(i)s 1617


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26.

: : : :

inv. nr. 1264- blad 117 C 122, 123, 124 1 t/m 14 schuin doorgestreept

Jisbrant Pietersz alsmede vervangen(de) zynen broeder Jan Pieterz heeft gerekent van drie jaeren interest ’t laetste verschenen den 1en aprilis 1616 en(de) bevonden schuldich te wesen 18 g(u)l(den) 15 st(uver)s Dirck Janssz is bij slot van reeckeninge schuldich gebleven van vier jaeren interest 14 g(u)l(den) waervan ’t laetste jaer verschynen zal op den 24 aprilis toecoomende. Alle welcke obligatijen in de weesciste zijn besloten, uutbesondert desen obligatye ^ Actum anno, die et presentib(us) ut supra, mij p(re)sent, w.g. Simon Coddaeus, s(ecre)t(a)r(i)s 1616 Alzo Cornelis Heijndricks van Jan Cornelissz Cors wegen onder hem hadde seven gul(den) is ’t selffde by uutspraecke gevonden dat den voorn(oemde) Cornelis Heijndricks aen desselfs erffgenamen boven een kwaetgen ( kwartgen?) harings by hen daerop betaelt, sal betalen met hooftsomme en(de) interest seven g(u)l(den), tien stuvers.

81

Dese hooftsomme van hondert guldens met alle de verloopen intereste vandien tot 25 gulden is affgelost en(de) betaelt bij Lambert Jisbrantsz en(de) Gillis Aelbertsz, weesm(eeste)ren op den 11 mey1617.

Dirck Janssz tegens huyden verdaecht zyn(de) dese pen(ningen) op te brengen, laat…?. condemneren voor weesm(eeste)ren. Act(um) 13 july 1613. S.Coddaeus

[ ^van Dirck Janssz die verlooren is oft verleyt].


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44.

: : :

inv. nr. 1264- blad 117 verso C 125

Op huyden hebben Evert Evertsz als man en(de) voocht van Maritgen Cornelisd(ochte)r ende Adriaen Simonsz als man en(de) voocht van Aechte Cornelisd(ochte)r, susters van Jan Cornelis Cors ontfangen uut handen van(de) weesm(eeste)ren, met namen Lambert Jisbrantsz en(de) Gillis Aelbertsz, elcks de somme van hondert acht en(de) ’t seventich guldens, derthien stuvers, vallende uut de goederen van Jan Corneliss Cors, voorn(oem)t. Belovende daervan te betalen den interest tegen den pen(ning) sesthien bij aldien den voorn(oemde) Jan Corneliss Cors weder te lande compt, waervoorens zyluyden voorn(oem)t by desen verbinden special(ick) haere huysen en(de) erven staen(de) en(de) gelegen binnen deser stede, als het huys van Evert voorn(oem)t aen(de) Breestraet, belendt ten zuydwesten de weduwe van Jan de Mechelaere, noordtoost de weduwe van Dirck Cornelissz en ’t huys van Adriaen Simonz, staen(de) op de Meer, belendt suydwest de weduwe van Dirck Outgertsz, noortoost de weduwe van Simon Corneliss van Schorel en(de) voorts general(ick) heure haere goederen en(de) persoon, makende de selffe subject d’ordonnantye van(de) weescamere deser stede. Noch compareerden Gerrit Jacopsz en(de) Pieter Dammass en(de) constitueerden voor de voldoeninge van alle ‘t gunt voors(egt) hunne persoonen en(de) goederen onder submissye als vooren. Actum desen 7 septembris 1617, by my, w.g. Simon Coddaeus, s(ecre)t(a)r(i)s 1617 Noch heeft Adriaen Cornelissz, broeder van(de) voorn(oemde) Jan Corn(e)l(i)sz Cors uut handen van(de) selffde weesmeesteren gelicht voor zijn gedeelte gelycke somme van hondert acht en(de) ’t seventich g(u)l(den) 13 st(uvers). Dit alles onder conditye als vooren verhaelt, waeronder hij v(er)bint zynen persoon en(de) goederen onder submissye van(de) ’t recht van(de) weescamere alhier. Noch constitueerden Pieter Dammmass en(de) Evert Evertsz, poorteren deser stede voor de voldoeninge van alle ‘t gunt voors(egt) als borgen en(de) principaele schuldenaeren verbindende daeronder haere huysen en(de) erven tot special(icke) hypotecke wesen(de) ’t huys van P(ie)t(e)r Dammass belent voor van(de) straet tot op ’t Achterwechjen belent z(uid)west Gillis Aelbertsz, n(oort)oost Jan Jacops en(de) ‘t huys van Evert Everts als vooren. Act(um) 28 sept(ember) 1617, by my, w.g. Simon Coddaeus, s(ecre)t(a)r(i)s, 1617

82


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52.

53. 54. 55. 56. 57.

: : :

inv. nr. 1264- blad 118 C 126, 127, 128

Ordinaris comparitye gehouden ter weescamere bij beyde de voorn(oemde) weesm(eeste)ren, presenten P(ie)t(e)r P(ie)t(e)rsz en(de) Bartolomees Janssz, beyde tegenwoordyge burgem(eeste)ren op den 26 january 1617. Compareerde op huyden voor(de) weesm(eeste)ren deser stede Harman Bruynssz, poorter deser stede voorn(oem)t als vader van Aggen Harmansd(ochte)r, eenyge naegelaten kindt van z(alige)r Niesgen Antonisd(ochte)r, zijne overledene huysvrouwe ter eenre met den E(dele) Rombout van der Parre als oom en voocht van ‘t voors(chreven) kint ende Mr. Johan Vijselaer als cousijn en(de) medevoocht van ’t voorn(oemde) kindt ter anderen zyden, ende verclaerden eensamentlicken in minne en(de) vruntschap veraccordeert te wesen, nopende des voorn(oemde) kints moeders erffenisse in der vougen als volcht te weten dat den voorn(oemde) Harman Bruynssz zijn voorn(oemde) kindt zal onderhouden in cost en(de) cleederen, leeren en(de) stieren, alles in sieckte en(de) gesontheyt, dat het zyn cost met eeren can verdienen. Alles na zynen staet tot haere mondygen jaere toe, oft als het tot zynen houwelicken staet gecoomen sal zijn. Item noch daerenboven heeft de voorn(oemde) Harman Bruynssz ’t zelffde kindt bewesen sulcks hy by desen doet de somme van seshondert carolus guldens tot 40 groten ’t stuck met noch desselfs kints moeders silveren onderriem. Noch een redelicken gouden ring met des kindts moeders beste swarte keurs. Midts dat hy Harman Bruynssz voorn(oem)t [mede]-erffgenaem sal zijn van de naegelaten goederen van wylen Anthonis Cornelissz des voors(chreven) kindts bestevader verbindende hieronder tot specialen hypotecke ende onderpandt zynen comparants huys en(de) erff staen(de) ende gelegen in de Nieuwe Steech, belendt zuydtoost P(ie)t(e)r Dircksz, noordtwest Dirck Willemsz van Tooren en(de) voorts generalicken zyn persoon en(de) goederen hebben(de) vercrijgen(de) geene uutgesondert, makende alle deselffde by desen subject ’t verbant en(de) d’executye van allen recht en(de) rechteren en(de) specialicken ’t re(c)ht en(de) d’ordonnantye van (de) weescamere deser stede. Alles opre(c)ht. Actum anno et die ut supra. Noch is Evert Maertsz, poorter alhier, op huyden tot wettelicken voocht geëlingeert, welcke voochdije geërft voors(egt) weeskindt hee(f)t geaccepteert en(de) is daerinne geapprobeert beloven(de) alles te doen als een goet wettel(ick) voocht toestaet te doen. Actum ut supra my p(re)senten, 83

blad 118 verso/ dsc C 127

58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73. 74. 75. 76. 77. 78. 79.

w.g. Simon Coddaeus, s(ecre)t(a)r(i)s, 1617 Ende also? de heeren weesm(eeste)ren ende Evert Maertsz in der qualiteyt voors(egt) beducht zyn dat het voorn(oem)de weeskindt met het voors(egde) hypothecke niet volcomelicken mochte zyn blad 119/ dsc C 128 verseeckert en(de) bewaert, soo is den voorn(oemde) Herman Bruynss voor hunluyden ontboden en(de) gecompareert versoucken(de) ’t zelffde zyne kindt verder te verseeckeren, soo heeft hij tot meerder verseeckerth(eyt) daeronder special(ick) verbonden alle alsulcke actije als noch is verwachtende en(de) competeren(de) van ’t de erffenisse van Anthonis Corneliss desselfs kints bestevader. Dit totte somme van twee hondert guldens toe, maer ’t gunt meerder van(de) voors(egde) erffenisse soude moogen coomen, sal den zelffen Harman Bruynss aen hem behouden. Actum ter presentye van(de) E(dele) heeren burgem(eeste)ren weesm(eeste)ren, voocht en(de) Harman Bruynss voorn(oem)t desen 7en decembris 1617, by my w.g. Simon Coddaeus, s(ecre)t(a)r(i)s 1617

84


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57.

: : :

inv. nr. 1264- blad 120 C 129, 130 (bovenste helft), 131 (onderste helft v. foto)

Noch compareerden voor weesm(eeste)ren en(de) de heeren burgerm(eeste)ren deser stede den Eersaemen Jan Claessz woonende in den banne van Lis(se) als bestevader van Nanning Nanningsz het eenyge naegelaten weeskindt van wylen Nanning Garrebrantsz, geprocreert by Anna Jansd(ochte)r zyns comparants dochter, ter eenre ende Claes Cornelissz van ’t Calff als oom ende voocht van ’t voors(egde) weeskindt ende verc ter anderen zyden ende verclaerden eensamentlick dat zyluyden in aller minne en(de) vruntschap met malcanderen overgecoomen en(de) veraccordeert zyn, nopende aen ‘t voors(egde) kints voorn(oemt) vaders erffenisse in der vougen als volcht: in den eersten sal ’t voors(chreven) weeskindt tot zyn vaders erffenisse hebben enen # crocht groot ontrent derthien hondert roeden gelegen aende ontrent de Zeewech, belendt ten noorden d’erffgenamen van Simon Claessz, oost de Cleyne Houtwech, zuydt de Haechackers, west Adriaen Pietersz. Noch d’helft in een stucke landts genaemt de Hoogeven, groot ontrent twaelff hondert roeden, belendt ten oosten Jan Lucass’kinderen, zuydt ’s Gravencamp west ten noordt de kinderen van Gerrit Dircksz tot Haerlem # Noch de helft in een stucke landts gelegen buytendyck in den banne Eemskerck, groot ontrent twee morgen, belendt oost de Meer, zuydt den heer van Assendelft, west den Dijck, noordt erffgenamen van Joncer Jan van Egmondt. Noch een achtepaert in een stucke landts genaemt het Sluyscamptgen, belendt oost en(de) zuydt de heere van Assendelft, west de Meer, noordt de Sluyssloot. Noch een vierdepaert in een stucke landts genaemt het Langelandt in(den) banne van Uutgeest, belendt zuydt de Vroomsloot, west en(de) oost het Langelandt, noordt Polsbrouck. Noch een achtepaert in een stucke landts, genaemt Sinckenhorn in den banne voors(chreven), belendt zuydt de Hooge Dyck, west de sloot genaemt Costverloren, noordt Zinckenhorn, oost de Havercamp # Noch zal ’t voors(chreven) kindt hebbendrie hondert gulden aen gelt ter 40 groten Vlaems ’t stuck welcke pen(ningen) berusten sullen onder Beatrix Jansd(ochte)r des voors(chreven) kints bestemoeder en de

blad 120 verso, dsc C 132, 136 en 137 geheel, 133 (bovenste helft), 134 en 135 (onderste helft),

# van dese drie hondert gulden zijn op interest geslooten aen Pieter Jeroensz hondertvijfftich carolus g(u)l(dens) tegen den pen(ning) 16 op den 29 junij 1619. Borgen Jan Barentz en(de) Ick Claes Corneliss Calf becenne dese boven-

85

58. selffde van huyden onder haer op interest 59. houdt tegens een penninck sesthien.


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.

: : :

staende hondert ende vijftich gulden van Pieter Jeroensz ontfangen te hebben op den 28 meij 1632.

inv. nr. 1264- blad 121 C 138, 139 ( onderste helft)

2 februarij 1617. Compareerde voor weesm(eeste)ren voorn(oem)t Jacop Lenartsz, poorter deser stede als vader van Agniet Jacopsd(ochte)r, Maritgen Jacopsd(ochte)r en(de) Abraham Jacopsz, drie nagelaten kinderen van Alydt Jacopsd(ochte)r zyn overleden huysvrow omme bewys te doen van haer voorn(oemde) moeders erffenisse ende heeft met volle approbatye van(de) heeren weesm(eeste)ren de voorn(oemde) kinderen tot haers moeders erffenisse bewesen elcks de somme van twintich gulden ende den voorn(oemde) Abraham omme redenen vijff en(de) twintich guldens, midts dat hij gehouden wert de voors(egde) kinderen op te brengen, alles als hier vooren van Simon Corneliss en(de) Jannetgen Cornelisd(ochte)r en(de) andere voorgaen(de) waervooren hij special(ick) verbint zijn huys en(de) erffstaende in de Kerkstraet, belendt zuydtoost Lambert Heyndricksz, noortwest Lybrant Janss en(de) voorts general(ick) zynen persoon en(de) goeden onder submissye van allen re(c)hten en(de) rechteren insond(er)h(ey)t ’t recht van(de) weescamere deser stede. Bij mij Jan Welen als man en(de) vocht w.g. Simon Coddaeus, s(ecre)t(a)r(i)s van Angniet Jacopsdochter, mitsgaeders Maritien 1617 Jacopsdochter van haers ’t s’moeders erffenisse al ten vollen van haeren vaeder Jacop Lenertz betaelt te wesen, an(n)o 1626.

86


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32.

33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46.

: : :

inv. nr. 1264- blad 121 verso C 140, 141, 142, 143

2 februarij 1617. Noch compareerde voor ons weesm(eeste)ren voorn(oem)t Heyndrick Heyndricksz Coppenburch ter eenre met Lambert Janssz als voocht van Lambert Ja Mathys Heyndricksz, Melchior Heyndricksz ende Tryntgen Heyndricksd(ochte)r, alle onmondyge kinderen geprocreert by Susanna Kiels, zijne overledene huysvrouwe omme bewys te doe, nopende des voorn(oemde) weeskinderen moeders erffenisse ende belooffde de voorn(oemde) [kinderen] op te brengen in sieckte, gesontheyt, leeren stieren oock een handtwerck te laten leeren; alles als een goet vader zyne natuerlicke kinderen van Godeswegen en(de) na rechte schuldich is te doen ende daerenboven noch hunluyden elcks dertich carolus guldens, verbindende daeronder specialicken zeeckere custinge, die hem is competeren(de) van de huysinge, daer Lambert Heyndricksz tegenwoordich in woont, staen(de) in(de) Bagynestraet te verschijnen op meij anno 1618 ende noch veertich guldens te verschijnen van(de) selffde huysinge Alderheylygen daer ’t eerst aen volgen(de), makende de selffde pen(ningen) subject d’ordonnantye van(de) weescamer deser stede. Aldus gedaen ut supra. mij p(re)sent, w.g. Simon Coddaeus, s(ecre)t(a)r(i)s, 1617 Compareerde Heyndrick Heyndricksz voorn(oem)t en(de) heeft de ’t negentich guldens competerende zijne voorn(oemde) drie kinderen onder hem berustende, houdende dezelffde op intereste tegen den pen(ning) sesthien, innegaen(de) Sint Jacop voorleden, alles op te brengen en(de) te achtervolgen d’ordonnantye van(de) weescamere alhier ende heeft tot borgen gestelt den E(dele) Jan Claessz Kotgen, laeckennyer met Pieter Cornelissz, synen swager, beyde poorteren alhier, onder alle alsulcke renunciatye en(de) submissye als voors(egt), actum den 8 augusti, 1619. by my, w.g. Simon Coddaeus, s(e)c(re)t(a)r(i)s, 1619 Melsen Heyndricksz voorn(oem)t heeft zijne dertich guldens hier boven gelevert, uut de weescamer gelicht metten interesste vandien metten consente van zijne vaders voocht actum? desen 2 july 1620. my p(re)sent, w.g. Simon Coddaeus, s(ecre)t(ari)s Tys Heyndricks heeft mede zyne dertich guldens hierboven gelevert, uut de weescamere gelicht metten intereste vandien met consent van zyn vader en(de) Lambert Janss Kotgen zyn voocht, op den 20 novembris, bij mij, 1620. w.g. Simon Coddaeus, s(ecre)t(a)r(i)s

87


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.

: : :

inv. nr. 1264- blad 122 C 144

2 martij 1617. Noch compareerde voor weesmeesteren voorn(oem)t Maritgen Claesd(ochte)r, weduwe wijlen Tonis Janss de Wael geassisteert ende ten overstaen van Jan Pietersz de Wael ende heeft met volle approbatije van de h(eeren) weesmeesteren en(de) den voorn(oemde) Jan Pietersz bewijs gedaen nopende haere kinderen z(aliger) vaders erffenisse, met naemen: Jan Tonissz, Trijntjen Tonisd(ochte)r, Machtelt en(de) Dieuwertgen Tonisd(ochte)ren; alle geprocreert by den voorn(oemde) Tonis Janssz, haeren voorn(oemde) overleden man ende belooffde de voorn(oemde) kinderen op te brengen alles als bij Heyndrick Coppenburch hiervooren belooft, is te doen. Ende daerboven yder der zelver kinderen noch te geven als die ’t haeren mondyge jaeren gecoomen sullen sijn de somme van seven gulden, tien stuvers, verbindende daeronder haer comparanten huys en(de) erff daer zy tegenwoordich in woont, staende ende gelegen in ’t clooster, strecken(de) voor van(de) Nieuwestraet tot achter aen(de) Paterssteech. Maken(de) ’t zelffde subject ’t recht van(de) ordonnantye der weescamere alhier. Actum ut supra. by my, w.g. Simon Coddaeus, s(ecre)t(a)r(i)s 1617

88


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57.

: : :

inv. nr. 1264- blad 122 verso C 145, 146, 147

23 martij 1617 Noch compareerde voor ons weesm(eeste)ren voorn(oem)t, Frans de Haes ter eenre ende den E(dele) Jan Claessz, tegenwoordich burgerm(eeste)r deser stede met Lambert Janssz zijnen zoon ter anderen zijden omme bewijs te doen nopende zyne voorkinderen geprocreert bij Adriaentgen Jansd(ochte)r zijne overledene huysvrouwe met namen: Elias Franssz, Guertgen Fransendochter en(de) Tryntgen Franssdo(chter) ende zyn de voorn(oemde) comparanten in alle minne en(de) vruntschap met approbatye der E(dele) heeren weesmeesteren veraccordeert, dat Frans de Haes den voorn(oemde) Elias ende Trijntgen sal opbrengen in cost en(de) cleederen in sieckte, gesontheyt als een goet vader zijne kinderen schuldich is te doen. Midtsgaders een handtwerck ofte a?ndere eerlicke exercity te laten leeren daer se met Godt en(de) eeren haeren cost moogen verdienen; dit alles tot haeren mondyge jaeren toe ende daerenboven bewyst de voors(egde) kinderen tot haers voorn(oemde) moeders erffenisse elck kindt sevenhondert carolus guldens. Midtsgaders noch dese hiernae gespecificeerde meublen: In den eersten een fyne swarte heuck, een swarte lakensch vlieger met een lijst, een Turckse groffgreyne bouwen met een lystecoordt sonder bovenlijff, een paer swarte fluweele borst met blomfluweele mouwen, een zijde groffgreyne schortecleet met lange frangie, een blaeuwe vesetten rock met roodt voeder met een fluweele lyst. Een kwarte lakensche rock met een trype boordt. Een vierdraet rockxken met twee coordekens. Een carmosynen roodt bayen rocksken met een trype boort ongevoijert Een Turcks groffgreynen jack met twee coorden. Een bombazijnen jack met een coordt. Een swarte lakensche jack, slecht gemaeckt. Een swart laekens lyffken met een coordt sonder mouwen. Een groffgreynen lyffken met een coordt sonder mouwen. Een effen boratten borst met mouwen en(de) gitte coordt. Een paer heere sayen mouwen. Een paer groffgreyne mouwen. Een swart lakensche borst met mouwen. Een heere saye borst sonder mouwen. Een Leyts groffgreynen keurslyff. Een carmoysijnen graeuwen rock met 3 boorden. Een witte kersayen borstrock. 89

blad 123/ dsc C 148.

58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70.

71. 72. 73. 74. 75. 76. 77. 78. 79. 80. 81. 82. 83. 84. 85. 86. 87. 88. 89. 90. 91. 92. 93. 94. 95. 96. 97. 98. 99. 100. 101. 102. 103. 104. 105. 106. 107. 108. 109. 110. 111. 112. 113. 114. 115. 116. 117. 118. 119. 120.

Twee witte ganse oogen borstrocken. Een gekepert boratten schortecleet met frangye. Een peerds groffgreynen en(de) een staelblaeuwen honschoten schortecleeden. Een effen oudt boratten kints bouwentgen met graeuwe fluweele mouwen. Een licht staelblaew kints rockgen en(de) een roodt kindts rockgen met beyde met bonte coordekens. Vijff blaeuwe linne schortecleeden. Acht witte linne schortecleeren. Negen hemden. [Drie ellen] vier drie vierendeel gebleyckt fyn lijwaet. Acht doeck huyffen, drie moye neusdoecken. Twee Camericks craegen. Derthien linne craegen. Vier beffgens, twintich huyffden. Seven hullen, twee gebreyde huyffen. Vijff oorlappen, drie hooftdoecken. Ses paer voormouwen. Twee luyermanden met zyn toebehooren. Een trype tas met een silveren cnoop met een silveren keten. Een silveren onderriem geteykent Adriaentjen Jansd(ochte)r. Een silvere mondt van een schede met twee paerle d’amour hechtgens met silvere huyfgens. Een silveren haeckgen met een silveren keten. Een swart fluweele schee met een silvere mondt, oordtyser en(de) middelbandt met een sescante keten en(de) een paer messen met silvere hechten. Een paer silvere schorthaecken. Een vetertgen met silvere naelden. Een dubbele silvere vingerhoedt. Een keten met een penninck met bellen. Een roo fluweele knudel met elff v(er)gulde peeren. Vier silveren lepelen. Drie bekers ontrent elck wegende een en(de) twintich loodt silver. Noch drie bekers wegen(de) ontrent elcks twaelff loodt. Een wapensteen gouden ring met het wapen van Frans de Haes. Een gouden pensie ring. Een gouden ring met een turquois. Een gouden Aernhem diamant ring. Een gouden vermeille ring. Een gouden perl ring. Een ouden roosenobel. Een gouden leew. Een Wilhelmus schilt. Een stuckgen silver van Campen, Deventer, Swol. Alle welcke meuble goederen zijn berustende onder den E(dele) Jan Claessz voorn(oem)t ende verbonde hij Jan Claessz voor de opleveringe der voors(chreven) goeden zijn persoon en(de) goederen maken(de) deselffde subject ’t recht van(de) ordonnantye van(de) weescamere deser stede. Sulcks den voorn(oemde) Frans de Haes voor de voors(chreven) 21 hondert gulden bij desen 90

blad 123 verso/ dsc C 149 [ ZIE BLZ. 92]

( zie: blad 118, r. 131)

blad 124 / dsc C 150 [ ZIE BLZ. 93]

121. 122. 123. 124. 125. 126. 127. 128. 129. 130. 131. 132. 133. 134. 135. 136. 137. 138. 139. 140. 141. 142.

specialicken verbint zyn huys en(de) erff staen(de) en(de) gelegen aen de Breestraet, streckende voor van(de) straet tot achter aen ’t erff van Margriete Backers belendt ten zuydwesten Adriaen Pietersz, noordtoost Heyndrick Janss en(de) voorts general(ick) zynen persoon en(de) goederen makende deselffde subject ‘t recht als voors(chreven). Actum ut supra, w.g. Simon Coddaeus, s(ecre)t(a)r(i))s, 1617. Ontfangen bij Jan Claessz Kotgen als bestevaeder en(de) voocht van(de) kinderen van Frans d’Haes uut handen van Anna Franssz, weduwe wijlen Frans d’ Haes de somme van sevenhondert gu(l)d(en)s in minderinge van(de) eenentwintichhondert gul(den)s hier voor gemelt, metten v(er)lopen interest vandyen. Actum, den 12en may a(nn)o 1623. w.g. Jelis Aelbertz(oon) w.g. Joris Cornelissz. Noch ontfangen bij Jan Claessz voors(chreven) op d’andere blad 124 verso/ dsc 151 sijde geroert de somme van sevenhondert gul(den)s in minderinge van(de) resteren(de) veerthijen hondert gul(den)s metten v(er)lopen interest van dijen. Actum desen 7en junij a(nn)o 1624. w.g. Jelis Aelbertz(oon) w.g. Joris Cornelissz

91

92

93

Persoonsnamen achternaam alias cleyn cees alias cleyn cees alias jonge gerrit alias maertsz alias maertsz alias neelegaij alias ouwe gerrit alias pieteroom alias thaem alias thaem assendelft, van augustynen

patroniem cornelisz

voornaam cornelis

cornelisz

cornelis

dirckz

gerrit

cornelisz corneliss jansz dirckz

cornelis cornelis cornelis gerrit

gerritsz

pieter

willemsz

cornelis

willemsz

cornelis

relatie z.v. wijlen cornelis cornelisz, stiefz. v. maritien coenen z.v. cornelis cornelisz overl. man v. guijrte cornelisdr. vader v. cornelis en dirck gerritz

wijlen oom en voogd v. cornelis en dirck gerritsz

oom v.d.kdr.v. jan willemsz, voogd v. pieter jacopsdr. broer en voogd v. anna willemsdr

leeft/jaar

beroep/titel

1586

45/A/045,046,047

1584

46/A/048

1611 1616 1608 1584

89/C/081,082 116v/C/120 85/C/074 46/A/048

assendelft

1586

55/A/057,058,059

1564

29/A/027

1564 heer

jacopsdr.

backer backers blandeels

katryn cornelis willem margriete merritgin

block block blom blom blom braeck calff calff calff

pieters gerritssz claessoon adriaens claessz claesz cornelissz

calff, van 't cavelier clentryn coddaeus coddaeus coddaeus coddaeus coddaeus coddaeus coddaeus coddaeus coddaeus coddaeus coddaeus coddaeus coddaeus coddaeus coddaeus coddaeus coddaeus coddaeus coddaeus coddaeus

cornelissz

corneliss

gerrit claes gerrit claes gerrit gerrit claes claes claes claes frans loys simon simon simon simon simon simon simon simon simon simon simon simon simon simon simon simon simon simon simon simon

dr. v. engel dammis, stiefdr. v. aelb. jansz buurvr. v. frans de haes wed. v. jeelijs v. necke, moeder v. saere v. necke getuige vaderszijde overl. man v. grietgen jacopsdr z.v. claes adriaens blom vader en borg v. gerrit claess blom buurm. v. anna henricxs voogd v. neeltgen philps voogd v. neeltgen phillipsdr

oom en voogd v. nanning nanningsz zwager, voogd v. jaecop pijeterssz

10/A/012,013 124/C/150 75/C/065,066

1556 1613 1620 1621 1617 1556 1615 1617 1632

6/A/008 97/C/090 107/C/102,103 107/C/102,103 116/C/118,119 4/A/006 99/C/092 116/C/118,119 120v/C/132,133, 134,135,136,137 120/C/129,130,131 88/C/079,080 106/C/100,101 90/C/083,084 105/C/097,098,099 107/C/102,103 111v/C/107,108,110 111v/C/107,108,110 113/C/112,113 114/C/115 114/C/115 114/C/115 114v/C/116 115/C/117 116/C/118,119 116v/C/120 117/C/122,123,124 117/C/122,123,124 117v/C/125 118v/C127 119/C/128 121/C/138,139 121v/C/140,141, 142,143 121v/C/140,141, 142,143 121v/C/140,141, 142,143 122/C/144 124/C/150 72/A/076 73/A/077 75/C/065,066 77/C/067 121v/C/140,141,

1612 1607 1618 1616 1621 1624 1619 1618 1618 1619 1616 1616 1618 1617 1613 1616 1617 1617 1617 1617 1617

op nieuwendam

v. amsterdam secretaris secretaris secretaris secretaris secretaris secretaris secretaris secretaris secretaris secretaris secretaris secretaris secretaris secretaris secretaris secretaris secretaris secretaris secretaris

simon

1619

secretaris

coddaeus

simon

1620

secretaris

coddaeus coddaeus coelken coelken coelken coelken coppenburch

simon simon jan jan jan jan heyndrick

1617 1600 1600 1598 1600 1617

secretaris

wednr. v. susanna kiels, vader v.

94

31/A/028 120v/C/132,133, 134,135,136,137 7/A/009

1559 1617 1598

coddaeus

claesz claesz claesz claesz heyndricksz

blad/cd/foto 45/A/045,046,047

weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester

mathys en melchior heyndricksz en tryntgen heyndricksdr coppenburch cors cors cors cort cos cos cos cos denijs dijck, van egmondt, van esschen, van gaeij gael gael gael gaey goch

gorstman grebber, de haes, d' haes, de

haes, de helderman keest keyser kiels

cornelissoon cornelissz corneliss gerrit

cornelisz cornelissz cornelisz jansz

claes claesz claesz janssz corneliss

cornelisz

janssz gijsberts

heyndrick jan jan jan jacop jan jan, ouwe louris jan heijndrick pieter jan jan neltgen lauris lauris lauris cornelis heijndrick

dirck jan frans frans

frans gerryt aelbert claes susanna

voogd v. pieter corneliss broer v. maritgen en aechte cornelisdr voogd v. vroutgen lourisdr.

z.v. wijlen nelegaij z.v. wijlen nelegaij oom, voogd v. kdr.wittebol

142,143 1617 1615/16 1617 1579 1604 1612 1612 1612 1608 1613

erfgenamen v.

jonker

overl. man v. neeltgen heyndrickxdr en vader v. cornelis heijndrickssz en baertgen heijndricx overl. man v. margriet aeriansdr. overl. man v. anna franssz wednr. v. adriaentgen jansdr, vader v. elias franssz, guertgen fransendr en tryntgen franssdr wednr. v. adriaentjen jansdr

buurm. v. anna henricxs overl. vr. v. heundrick heyndricksz coppenburch

1558 1611 1600 1600 1600 1616 1612

1556 1578 1623 1617

1617 1616 1626 1556 1617

knaep knechtgen kort kotgen

aelbertz jacopsz gerrytsz claessz

cornelis cornelis jacop jan

voogd v. vroutgen lourisdr. zwager v. pieter cornelissz, borg

1579 1619

kotgen

janss

lambert

voogd v. tys heyndricks

1620

kotgen

claessz

jan

grootv. en voogd v.d. kdr. v. frans d' haes

1623

kotgien los luijt luijt mechelaere de metselaer molenaers molenaers montevaldono, de necke, van necke, van

claessz adriaenssz

jan claes maarten maerten jan gaerbrant neeltgen grietgin baptiste

jelys

necke, van

jeelijs

jan saere, saera

nelegaij neltgaijen nes, van nes, van parre, van der petten, van prussen, van remmen schorel, van scorel

corneliss hansz corneliss symonz

louris hans hans rombout claes arijan jan simon jan

in buitenland

baljuw

v.wijk a. zee

1600

wed.v. , buurvr.v. evert evertsz buurvr. v. margriet aeriansdr.

oom, voogd v. saera v. necke dr. v. jeelijs v. necke en merritgin blandeels overl. man v. merritgen blandeels en vader v. saera v. necke overl. vader v. louris cornelisz cos en jan cornelissz cos

oom en voogd v. aggen harmansdr

wed.v. , buurvr. v. adriaen simonsz

95

1617 1614 1558 1558 1617 1558 1556 1567 1636

h'lem lakenier/poorter

burgemeester v. limmen heemskerk heemskerk

secretaris

122/C/144 116v/C/120 117/C/122,123,124 117v/C/125 41/A/038 81/C/069 86/C/076,077 95/C/088 95/C/088 88/C/079,080 94/C/087 120v/C/132,133, 134,135,136,137 8/A/010 86/C/076,077 77/C/067 79/C/068 81/C/069 100/C/093,094 96/C/089

5/A007 41/A/038 124/C/150 122v/C/145,146,147

124/C/150 100/C/093,094 107/C/102,103 4/A/006 121v/C/140,141, 142,143 81/C/069 113/C/112,113 41/A/038 121v/C/140,141, 142,143 121v/C/140,141, 142,143 124/C/150 116/C/118,119 99/C/092 8/A/010 13/A/016 117v/C/125 13/A/016 5/A/007 37/A/033,034,035 116/C/118,119

1598 1598

75/C/065,066 75/C/065,066

1598

75/C/065,066

1612

95/C/088

1612 1616 1616 1617

86/C/076,077 116v/C/120 114v/C/116 118/C/126,127,128 110/C/106 10/A/012,013 58/A/065 117v/C/125 81/C/069

1580 1590 1617 1600

seijs sloetemakers sruijt tooren, van treslon, van uten hage uuyten ha(e)ge(n) vermey vijselaer vlasman vries, de vries, de vries, de

pieter willemsz

jansz

claes lijsbet janssz dirck loedwick--1548 pieter pieter

buurm.v. poulis janssz z.v. jan pieterssz buurman

janssz janssz

jan johan pieter pieter heyndrick heyndrick

vuyster wael, de

jansz janss

aelbert tonis

wael, de wael, die welen wittebol

pietersz

cornelisz

jan jan jan arent

wittebol wittebol wittebol

arentsz arentsz cornelisz

cornelis pijeter pijeter

aaisdr.

cornelia

adriaens

claes

adriaens adriaenssz adriaensz adriaensz adriaensz adriaensz adryaen adryaens adryaensdr

cornelis rijeuwert florijs floris floris claes jaecob floris barber

aelbertsdr.

pyetergen

moeder v. haesjen lourijs, grootm. v. aechte ffransdr dr.v. aelbert claesz

aelbertsdr.

duiff

dr.v. aelbert claesz

aelbertsdr. aelbertsdr. aelbertsdr. aelbertssoen

willemtgen willemtgen willemtgen claes

aelbertsz

adriaen

aelbertsz aelbertsz aelbertsz aelbertsz aelbertsz aelbertsz aelbertsz aelbertsz aelbertsz aelbertsz aelbertsz aelbertsz aelbertsz aelbertz aelbertz aelbertz aelbertz

jelis jelis jelis jelis jelis jelis jelis adriaen gillis jelis gillis gillis gillis jelis jeelis claes jelis

pietersz

oom en voogd v. aggen harmansdr buurm.v. neeltgen heyndrickxdr grootv. v. kdr. Jannetgen heyndrickdr grootv. v. kind v. evert evertz en anna heyndrickdr. stiefv. katryn augustynen jacopsdr. overl. man v. maritgen claesdr, vader v. jan tonissz, trijntjen, machtelt en dieuwertgen tonisdr

man en voogd v. angniet jacopsdr overl. man v.lijsbet cornelis, vader v. cornelis arentsz en pijeter arentsz wittebol z.v.arent cornelisz en lijsbet cornelis z.v.arent cornelisz en lijsbet cornelis oom, voogd v. kdr.wittebol

1608 1611 1613 1617 1587 1559 1559 1616 1617 1559 1612 1616 1616

schout in wijk a.zee

de jonge meester execut. testement

101/C/095,096 118/C/126,127,128 15/A/017 96/C/089 114v/C/116 115/C/117 7/A/009 122/C/144

1617

1617 1612 1626 1608

87/C/078 91/C/085 97/C/090 118v/C127 57/A/062,063,064 15/A/017 15/A/017

v.haarlem

122/C/144 86/C/076,077 121/C/138,139 88/C/079,080

1608 1608 1608

88/C/079,080 88/C/079,080 88/C/079,080

vr. v. gerrit pietersz, moeder v. andries gertsz en janneken gertsdr. broer v. cornelis adriaens

1556

3/A/005

broer c. claes adriaens weduwe, buurvr.v. cornelis willemssz

1619 1614 1559 1562 1565 1618 1600 1560 1598

borg

1619

v. noordtschoter ackendam v. wijk a. zee weesmeester weesmeester poorter oud-burgemr. oud-weesmr.

1584

man v. knier haermisdr., vader v.h. weeskind z.v. aelbert claesz

voogd v. claesgen jansdr

buurm. v. pieter dammass

96

1616 1624 1620 1594 1584 1586 1586 1587 1598 1600 1623 1612


1618 1617

weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester

1617 1617 1588 1589 1594 1600

111v/C/107,108,110 98/C/091 15/A/017 23/A/023 33/A/029 116/C/118,119 73/A/077 17/A/021 71/A/075 43/A/039,040,041, 042 43/A/039,040,041, 042 105/C/097,098,099 106/C/100,101 107/C/102,103 63/A/069

1584

vr. v. jan heijndrickssz

111v/C/107,108,110

weesmeester

43/A/039,040,041, 042 45/A/045,046,047 56/A/060,061 57/A/062,063,064 71/A/075 79/C/068 89/C/081,082 93/C/086 112/C/109,110 113v/C/114 116/C/118,119 116v/C/120 117/C/122,123,124 117v/C/125 59/A/066 59/A/066 63/A/069 81/C/069

aelbertz aelbertz aelbertz aelbertz aelberz aelbezoon aerentss aeriaensz aeriaensz aeriaensz aeriaensz aeriansdr.

jelis jelis jelis jelis jelis jelis jan floris floris floris floris (mar)griet

aerianssz aeriansz aeryaensz albertsz allertsz allertsz allertsz allertsz allertz andriesdr.

cornelis floris floeris claes jan louris dirck pieter dirck piter jan louris dirck neeltgen

andriesz anthonissz anthonisz antonisdr

joest jaspar jan niesgen

arentsz arissz arissz baerentssz baerrentz baerts

pieter claes claes jan jan engeltjen

baertsz baertsz

frederick pieter

1558 1571

baertsz baertsz baertz barents barentssz barentsz

hillegunt dirck dirck cornelis jan jan

1585

barentsz

barent

barentsz barentsz barentsz barentsz barentsz

jan jan jan jan jan

barentz barentz bartelmees bertolmysz bruynssz

jan jan simon simon harman

bruynssz bruynssz claes

harman herman anna

claes claes claes claes

lowerys lauris lourys haesjen

claesdr

haesgen

voogd v. wed. corn. Reijgers

vr. v. dirck cornelis gorstman, moeder v. jan dirckxsz en aerian dirckxsz

wednr. v. kuijnier harmensdr.

man v. hillegunt jansdr. vr. v. gerrit pietersz., moeder v. d. 2 kdr. voogd

overl. vr. v. harman bruynssz, moeder v. aggen harmansdr z.v.arent cornelisz en lijsbet cornelis

wed. v. maerten simenz, moeder v. sijmen maertsz

1623 1617 1623 1624 1587 1600 1611 1560 1562 1562 1569 1556 1604 1559 1560 1596 1565 1565 1567 1567 1584 1563 1563 1609 1558 1617 1627 1617 1624 1616 1590 1584

overl. oom v. 3 gebr. louweris overl. man v. erm dammisdr. wednr. v. niesgen antonisdr, vader v. aggen harmansdr vader v. aggen harmansdr vader v. aggen harmansdr wed. bartelmees dircxsz, buurvr. margriet pieters gekozen voogd v. engeltjen baerts dr. v. claes corffmaensz en neel ewoutsdr. overl. moeder v. grietgen en neeltgen cornelisdr.

97

v. uitgeest getuige buurman h'kerk v. heemskerk

weesmeester

weesmeester

velsen in de santpoort

81/C/069 16/A/018 5/A/007 63/A/069 33/A/029 33/A/029 37/A/033,034,035 37/A/033,034,035 47/A/049 27/A/026 27/A/026 107/C/102,103 12/A/015 118/C/126,127,128 88/C/079,080 106/C/100,101 106/C/100,101 100/C/093,094 58/A/065 47/A/049 12/A/015 39/A/037

1584 1584

48/A/050

1612 1616 1617 1619

borg

weesmeester weesmeester

87/C/078 88/C/079,080 124/C/150 124v/C/151 44/A/043,044,045 77/C/067 91/C/085 11/A/014 23/A/023 25/A/024,025 37/A/033,034,035 5/A007

44/A/043,044,045 113/C/112,113 8/A/010 35/A/031 112/C/109,110 48/A/050

1558 1566 z.v.hillegunt joosten en barent barentsz overl. man v. hillegunt joosten, vader v. jan barentsz borg v. pieter arentsz

weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester

1591 1616 1559 1558 1617


schepen weesmeester weesmeester

weesmeester

poorter

1617 1617 1556 1561 1584 1597 1584 1614

88/C/079,080 93/C/086 114v/C/116 116v/C/120 120v/C/132,133, 134,135,136,137 61/A/068 105/C/097,098,099 11/A/014 9/A/011 118/C/126,127,128 118v/C127 119/C/128 2/A/004

weesmeester timmerman timmerman

19/A/022 47/A/049 65/A/070,071 49/A051 98/C/091

claesdr

maritgen

claesdr. claesdr.

anna anna

claesdr. claesdr.

anna ursula

claesdr. claessen claessgen claessz

guijerte maerten jansdr jan

claessz

philps

claessz

phillips

claessz claessz claessz claessz claessz claesz claesz claesz claesz claesz claesz claesz claesz claesz claesz claesz

jan simon jan jan jan lowerijs ghisbert ghisbrecht ghisbrecht ghijsbert lowerijs loweris lowerys lowerys jan aelbert

claesz

maerten

claesz claesz claesz claesz claesz claesz claesz claesz claesz claesz claesz claesz coenen coenen coenen

louris lourijs heyndrick heyndrick jan heyndrick heyndrick lauris jan jan jan sijmon maritien maritien marij

conen corffmaensz

marij claes

cornelijsz cornelijsz cornelijsz

reyer jan wijllem

cornelijsz

gerrijt

cornelijsz cornelis cornelis cornelis cornelis

cornelis joost symon maritgen lijsbet

cornelis cornelisdr

meijntgen jannetgen

wed.v. tonis janss de wael, moeder v. jan tonissz, trijntjen, machtelt en dieuwertgen tonisdr wed. bartelmees dircxsz, mdr. 5 weesk. moeder v. claes, gerryt, marycken, griete en janneken wed. v. jan jacopsz, moeder van thomas jansz dr. v. wijlen claes maertsz dr.v. jan lucasz gekozen voogd v. kdr. v. haesgen claesdr overl. man v. hillegont govertsdr, vader v. neeltgen philps overl. man v. hillegondt govertsdr, vader v. neeltgen phillipsdr grootv.v. nanning nanningsz vader v. lambert janssz

z.v.wijlen claes ningsz vader v. adriaen aelbertsz, pyetergen aelbertsdr. en duiff aelbertsdr. z. v. wijlen claes maertsz, voogd v. jan barentsz voogd v. cornelis willemsz zwager v. lourys jansz z.v. claes heyndricxz

(stief)moeder v. cornelis cornelisz stiefm. v. cornelis cornelisz (cleyn cees) stiefmoeder v. cornelis cornelisz ( cleyn cees) overl. man v. neel ewoutsdr., vader v. haesjen claes

1617

1560 1559

122/C/144

poorterse beverw.

1569 1562

16/A/018 23/A/023

1584 1590 1612 1614

48/A/050 10/A/012,013 94/C/087 98/C/091

burgemeester

1615

99/C/092

1617

116/C/118,119 v. lisse

1617 1617 1624 1560 1558 1559 1559 1558 1558 1560 1561 1562 1571 1584

burgemeester burgemeester burgemeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester

1584 1587 1597 1597 1607 1598 1599 1600 1600 1600 1600 1600 1608 1585

z.v. cornelis danelsz dr. v. cornelis dammisz wed. arent cornelis wittebol, moeder v. cornelis arentsz en pijeter arentsz wittebol buurvr.v. cornelis willemssz

98

120/C/129,130,131 120/C/129,130,131 122v/C/145,146,147 124/C/150 124v/C/151 5/A/007 8/A/010 10/A/012,013 11/A/014 12/A015 12/A015 17/A/021 17/A/021 17/A/021 39/A/037 43/A/039,040,041, 042 48/A/050

1586

57/A/062,063,064 59/A/066 67/A/072,073 67/A/072,073 71/A/075 71/A/075 72/A/076 72/A/076 77/C/067 79/C/068 81/C/069 84/C/072,073 44/A/043,044,045 45/A/045,046,047 45/A/045,046,047

1585 1584

44/A/043,044,045 49/A051

1561 1581

19/A/022 19/A/022 43/A/039,040,041, 042 43/A/039,040,041, 042 72/A/076 5/A/007 25/A/024,025 83/C/071 88/C/079,080

v. 't hofland weesmeester v. 't hofland v. 't hofland weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester v. wijkerduin

weesmeester oom v. adriaen aelbertsz,pyetergen en duiff aelbertsdr. voogd

5/A/007 15/A/017

1582 1600 1560 1562 1608 1608

1614 1617

metselaar weesmeester

98/C/091 121/C/138,139

cornelisdr. cornelisdr. cornelisdr. cornelisdr. cornelisdr. cornelisdr. cornelisdr. cornelisdr.

haes dieuwer anna aef jacop baertgen guijrte guijrte

cornelisdr. cornelisdr. cornelisdr. cornelisdr. cornelisdr. cornelisdr. cornelisdr. cornelisdr. cornelisdr. cornelisdr.

anna anne brecht maerit(en) maritgen aecht grietgen neeltgen jannetgen maritgen

cornelisdr.

aechte

corneliss corneliss

louris pieter

corneliss corneliss cornelisse cornelissoon cornelissz cornelissz

anthonis simon joris simon pieter dirrick

cornelissz cornelissz cornelissz cornelissz cornelissz cornelissz cornelissz cornelissz cornelissz cornelissz cornelissz

joris cornelis joris joris joris pieter joris joris jacop dirck adriaen

cornelissz cornelissz

anthonis pieter

cornelissz cornelissz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz

joris joris reyer vrenck claes joost claes joost claes joost claes joost claes joost claes joost joest joest danel gerrit aelbert claes

cornelisz

jelis

dr. v. cornelis gerts dr. v. cornelis gerts dr. v. cornelis gerts dr.v. cornelis danelsz dr.v. cornelis danelsz dr.v. cornelis danelsz tante v. pieter jorisz wed.v. gerrit dirckz, moeder v. cornelis en dirck gerritz dr. v. cornelis laurisz grootm.v. cornelis jansdr vr.v. claes ssijmonssz dr.v.corn.(kees) dammissz zr.v. aecht cornelisdr zr.v. maritgen cornelisdr dr v. haesgen claesdr dr v. haesgen claesdr vr. v. evert evertsz, zr. v. jan corn. cors en aechte cornelisdr vr. v. adriaen simonsz en zr. v. jan corn. cors en maritgen cornelisdr

20/1556 12/1556 8/1556 1562 1562 1562 1584 1584

6/A/008 6/A/008 6/A/008 25/A/024,025 25/A/024,025 25/A/024,025 45/A/045,046,047 46/A/048

1584 1600 1604 1611 1612 1612 1614 1614 1616 1617

49/A051 79/C/068 81/C/069 86/C/076,077 86/C/076,077 86/C/076,077 98/C/091 98/C/091 114v/C/116 117v/C/125

1617

117v/C/125 op 't hofland

overl. grootv. v. aggen harmansdr

voogd grootv. en bloedvoogd v. leysbet jochemsdr. buurm.v. neeltgen heyndrickxdr

voogd

wed.v. , buurvr.v. evert evertsz broer v. jan corn. cors en maritgen en aechte cornelisdr overl. grootv. v. aggen harmansdr zwager v. jan kotgen, borg

bestorven voogd v. anna heyndr.dr 2e man maritgen relis

zoon v. cornelis dirckz z.v. cornelis danelsz z.v. cornelis danelsz heeroom

1615/ 1615 1617 1617 1612 1616 1615 1611 1612 1612 1612 1614 1615 1615 1624 1624

weesmeester

weesmeester metselaar weesmeester weesmeester

1617 1617 1617 1619 1623 1624 1556 1556 1556 1556 1556 1556 1556 1556 1556 1556 1556 1556

1558 1558 1562 1562 1567 1582 1582

99

weesmeester

poorter weesmeester weesmeester

weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester

112/C/109,110 116v/C/120 119/C/128 121/C/138,139 95/C/088 114v/C/116 90/C/083,084 91/C/085 93/C/086 96/C/089 96/C/089 98/C/091 99/C/092 100/C/093,094 106/C/100,101 111v/C/107,108,110 112v/C/111 117v/C/125 117v/C/125 118v/C127 121v/C/140,141, 142,143 124/C/150 124v/C/151 1/A/001,002,003 1/A/001,002,003 2/A/004 2/A/004 3/A/005 3/A/005 4/A/006 4/A/006 5/A/007 5/A/007 6/A/008 6/A/008 7/A/009 7/A/009 8/A/010 13/A/016 25/A/024,025 25/A/024,025 37/A/033,034,035 43/A/039,040,041, 042 43/A/039,040,041,

cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz

claes cornelis cornelis claes cornelis

cornelisz cornelisz

claes joris

cornelisz

cornelis

cornelisz

claes

cornelisz cornelisz cornelisz

lauris ootger simen

cornelisz cornelisz cornelisz

claes claes symon

cornelisz cornelisz

gerryt frans

cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz

gerrit gerryt gerrit gerrit gerrit gerrijt gerryt

cornelisz cornelisz

gerryt symon

cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz cornelisz. cornelisz. cornelisz. corneliszz cornellysz cornelysz

jan joris cornelis joris joris louris joris joris joris joris sijmon joris claes sijmen sijmen gerrit symon guert joris clas vrederick

cornelysz corssz dammass dammisdr. dammisss dammissz dammisz

claes wilm pieter erm pieter kees/cornelis jacop

dammisz dammisz

engel cornelis

weeskind, neef v. claes cornelisz buurman v. maritien coenen z.v. cornelis cornelisz, neef v. claes cornelisz oom en voogd v. pieter jorisz overl. vader v. pieter jorisz, broer v. claes cornelisz overl.vader v. cornelis cornelisz, broer v. claes cornelisz oom en voogd v. cornelis en dirck gerritsz oom en voogd v. anna cornelisdr. man v. stijntjen joriaens, vader en bloedvoogd v. cornelis en joriaen simensz

vader v. joerijaen symonsz, zwager v. willem dircxsz overl. man v. achte dircxdr, vader v. cornelis fransz voogd v. cornelis willemz voogd v. cornelis willemsz voogd v. kdr. v. cornelis dirrikz

wednr. v. corn. gerrytsdr., vader v. aecht, guerte, hilgonde en alyt gerrytsdr. man v. styntgen joerijaensdr., vader. v. joerijaen sijmonsz overl. vader v. cornelis jansdr z.v.cornelis dammisz

buurm.v. poulis janssz

man, voogd v.annetien paulisdr

man,voogd v. annitgen pouwelsdr zoon v. cornelis gerts zoon v. cornelis gerts zoon v. cornelis gerts

vader v. wyberick vrederick, man v. wijlen kunyerken dyrryckdr. voogd v. merritgin blandeels

wed. v. simon bertolmysz vader v.maritgen en aecht cornelisdr. man v. margriet pietersdr, vader v. lysbet, jan jacopsdr., claes pieter, corn. jacopsz moeder v. katryn augustynen jacopsdr. overl. vader v.maritgen cornelis

100

1587 1587 1585 1585 1585

weesmeester burgemeester

1584 1584

042 44/A/043,044,045 44/A/043,044,045 44/A/043,044,045 44/A/043,044,045 44/A/043,044,045 45/A/045,046,047 45/A/045,046,047 45/A/045,046,047

1584 1584 1584 1586

1586 1586 1597 1597 1587 1588 1597 1589 1594 1595 1596 1597

1597 1597 1600 1608 1608 1608 1608 1608 1608 1608 1612 1608 1623 1612 1560 1586 1611 18/1556 16/1556 10/1556 1613 1580 1561

poorter

zeilmaker, poorter

burgemeester zeilmaker weesmeester

weesmeesters weesmeesters

weesmeester zeilmaker

weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester

schepen

46/A/048 49/A051 51/A/053 55/A/057,058,059

55/A/057,058,059 56/A/060,061 56/A/060,061 56/A/060,061 57/A/062,063,064 59/A/066 59/A/066 59/A/066 63/A/069 63/A/069 63/A/069 65/A/070,071

67/A/072,073 67/A/072,073 79/C/068 83/C/071 83/C/071 84/C/072,073 85/C/074 87/C/078 87/C/078 88/C/079,080 88/C/079,080 89/C/081,082 89/C/081,082 94/C/087 5/A/007 56/A/060,061 89/C/081,082 6/A/008 6/A/008 6/A/008 94/C/087 10/A/012,013 19/A/022

1598 1615 1617 1558 1604 1611 1556

75/C/065,066 100/C/093,094 117v/C/125 9/A/011 81/C/069 86/C/076,077 2/A/004

1608

7/A/009 83/C/071

dammisz dammisz danelsz

pieter pieter cornelis

dircksdr dircksz dircksz dircksz dircksz dircksz dircksz dircksz dircksz dircksz dircksz dircksz dircksz dirckxsz dirckxsz dirckxsz dirckxsz dirckz dirckz

griete wouter willem cornelys cornelis jan cornelis cornelis cornelis griete jan pieter gerrit jan aerian joost bartelmees cornelis geerret

dircxdr

achte

dircxss dircxss dircxsz dircxsz dircxsz

cornelis willem bartelmees pieter claes

dircxsz dircxsz dircxsz dircxsz diricsz dirricksz dirricksz dirricksz dirrickz dirrickz dirrickz dirrickz dirrickz dirricxz dirricxz dirrikz dirrix dirrix dirrixs dirrixsz dirrixz dirrixz dirrixz dirrixz dirrixz dirrixz dirxz dyrryckdr.

gerrit, wed. v. willem willem cornelis cornelis jan crijn cornelis claes bartelmees crijn cornelis heindrick cornelis cornelis cornelis achte cornelis cornelis jochem cornelis krijn cornelis cornelis cornelis cornelis willem kunyerken

engelsz evertsz evertsz

christoffel evert evert

evertz evertz

evert evert

ewoutsdr.

neel

overl. man v. neeltgen simonsdr., vader v. aef corn.dr, danel corn.z, gerrit corn.z., jacop corn.dr., symon corn., baertgen corn.dr., en nelt symonsdr.

z.v. griete gerritsen vader.v.cornelis cornelisz

vader en borg v. dirck janssz buurman

1611 1612 1562

1617 1559 1567 1600 1608 1608 1612 1612 1612 1607 1618 1617

86/C/076,077 86/C/076,077 25/A/024,025

poorter v. haarlem

v.'t hofland weesmeester weesmeester weesmeester v. heemskerk

v. haarlem zoon v. dirck cornelisz gorstman zoon v. dirck cornelisz gorstman voogd v. margriet aeriansdr. overl. man v. anna claesdr. vader v. joest cornelisz heeroom wed. v. frans cornelisz, nu vr. v. crijn dirrixkz, moeder v. cornelis fransz man en voogd v. aechte gerrytsdr. overl. man v. anna claes oom en bestorven voogd v.d. weeskdr. v. anna claesdr. buurvr. maritien coenen zwager v. symon cornelisz z.v. griete gerytsdr zoon v. dirck cornelisz gorstman

voogd kdr. anna claesdr. man en voogd v. achte dircxdr broeder v. achte dirrix overl. man v. trijn florisdr.

zuster v. cornelis dirrickz

vader. v. leysbet jochemsdr.

oom v. maerit dirrickz

overl. vr. v. vrederick cornelysz, moeder v. wyberick vrederickdr.

man en voogd v. maritgen cornelisdr, buurm. v. pieter dammass z.v.evert evertz en anna heyndricksdr wednr. v. anna heyndricksdr, vader v. evert evertz vr. v. claes corffmaensz,

101

18/1556 15/1556 1556 1560 1558 1582

burgemeester

1587 1565 1565 1556 1580 1559 1585 1597 1597 1600 1587 1560 1590 1607 1559 1559 1587 1587 1590 1612 1612 1589 1587 1604 1611 1611 1604 1604 1611 1611 1611 1612 1567 1561 1619 1617 1617 11/ 1616 1616 1584

weesmeester, smid

weesmeester

weesmeester

weesmeester

weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester h'kerker duin

106/C/100,101 11/A/014 37/A/033,034,035 77/C/067 83/C/071 85/C/074 88/C/079,080 94/C/087 95/C/088 105/C/097,098,099 113v/C/114 118v/C127 120/C/129,130,131 5/A/007 5/A/007 5/A/007 5/A/007 13/A/016 43/A/039,040,041, 042 57/A/062,063,064 33/A/029 33/A/029 2/A/004 10/A/012,013 15/A/017 44/A/043,044,045 56/A/060,061 67/A/072,073 73/A/077 57/A/062,063,064 5/A/007 58/A/065 67/A/072,073 16/A/018 16/A/018 57/A/062,063,064 57/A/062,063,064 61/A/068 86/C/076,077 96/C/089 59/A/066 57/A/062,063,064 81/C/069 88/C/079,080 91/C/085 73/A/077 81/C/069 86/C/076,077 89/C/081,082 91/C/085 93/C/086 37/A/033,034,035 19/A/022 111v/C/107,108,110 106/C/100,101 117v/C/125 115/C/117 115/C/117 49/A051

moeder v. haesjen claes ffloerisz ffransz ffrericxz fibrensz filipsdr.

willen lourijs jeelis cleijn beatrijs

floerisz florijsz

louris laurijs

1607 1584


florijsz

lauris

1582

weesmeester

florijsz floris florisdr. florisz florisz florisz florisz florisz florisz florisz florisz florisz florisz florisz florisz florisz florisz florisz florisz florisz florisz florisz florisz(en) frans fransdr.

lourijs lauris trijntjen floris lauris lauris lauris lauris lauris lauris laurens lauris lauris lauris laurens lauris lauris lauris lauris lauris lauris lauris hendrick joris mariken

1596 1585 1590 1558 1581 1584 1587 1586 1584 1584 1584 1584 1584 1586 1586 1587 1590 1588 1589 1591 1594 1595 1579 1570 1556

weesmeesters weesmeester

fransdr. fransendr

aechte guertgen

franss franss franssdr franssoon franssz franssz

cornelis cornelis tryntgen, trijntgen cornels claes elias

franssz fransz fransz fransz fransz fransz fransz franszoon freederycxxsz garbrantsz garrebrantsz

anna joris cornelis joris cornelis joris cornelis cornelis job dirrck nanning

gerretsdr. gerretsdr. gerretsz gerretsz

diever diever wauter vauter

gerrijtdr gerrijtsz gerrijtsz

janneken gerrijt oetger

vader v. aechte fransdr. oom, voogd v. saera v. necke overl. grootm. v. aechte en tryn gerrytsdr., v. cornelis, filips, tonis en gerryt gerrytsz

wed. v. heindrick dirrickz

man v. aeff reyersdr. moeder v. dirck jansz, cornelis jansz, frans jansz, wigger jansz, hillegont jansdr. en janneken jansdr. dr.v. lourijs ffransz en haesjen lourijs dr. v. frans de haes en adriaentgen jansdr

dr. v. frans de haes en adriaentgen jansdr

1604 1598

81/C/069 71/A/075 82/C/070 75/C/065,066 33/A/029

1598 1565

weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester

weesmeesters weesmeester

1598 1617 1562 1565 1617


1587 a. velserduin z.v. frans de haes en adriaentgen jansdr wed. v. frans d'haes buurm. v.gerrit pietersz

overl. man v. anna jansdr en vader v. nanning nanningsz grootm. v. wyberick vrederickdr. grootm. v. wyberick vrederickdr.

dr. cornelia aaisdr broer v. cornelis, philips en tonis voogd

102

1617 1623 1556 1556 1560 1562 1569 1567 1566 1598 1604

1561 1581 1581 1582 1579 1567 1571

schepen getuige weesmeester weesmeester weesmeester


67/A/072,073 43/A/039,040,041, 042 43/A/039,040,041, 042 63/A/069 44/A/043,044,045 61/A/068 13/A/016 19/A/022 38/A/036 44/A/043,044,045 45/A/045,046,047 47/A/049 48/A/050 50/A/052 51/A/053 52/A/054 53/A/055,056 56/A/060,061 57/A/062,063,064 58/A/065 59/A/066 59/A/066 61/A/068 63/A/069 63/A/069 41/A/038 36/A/032 4/A/006

71/A/075 122v/C/145,146, 147 23/A/023 33/A/029 122v/C/145,146, 147 57/A/062,063,064 112v/C/111 122v/C/145,146,147 124/C/150 3/A/005 3/A/005 5/A/007 25/A/024,025 37/A/033,034,035 37/A/033,034,035 35/A/031 71/A/075 73/A/077 120/C/129,130,131 19/A/022 19/A/022 19/A/022 43/A/039,040,041, 042 3/A/005 37/A/033,034,035 39/A/037

gerrijtsz gerrits

pieter claer

oom v. cornelis willemsz overl. moeder v. willeboort en marritgen

gerritsdr. gerrit gerritsen gerritsz gerritsz gerritszo(on) gerritz gerritz gerritz gerrytdr. gerrytsdr.

griete cornelis tonis philips anthonis pieter cornelis dyever(gyn) tryn

overl. moeder v. cornelys dircksz broer v.philips gerritsz broer v.cornelis, philips en gerrijt broer v. cornelis gerritsz broer v. cornelis, philips en gerrijt voogd v. kdr. v. cornelis dirrikz

gerrytsdr.

aechte

gerrytsdr.

aechte

gerrytsdr.

guerte

gerrytsdr.

hilgonde

gerrytsdr.

alyt

gerrytsz

cornelis

gerrytsz

filips

gerrytsz

tonis

gerrytsz

gerryt

gerrytsz

pieter

gerrytszdr.

cornelis

gerrytz gerrytz gerrytz gerts gerts gertsdr. gertsz gertsz gertsz gerytsdr gheerlyffsz gherrijtsdr. gherrijt gherritsz gherrytson ghijsbertsdr gosenzoon govaerts govertsdr

cornelis philips tonis cornelis claes janneken andries harman dirck griete koen

govertsdr

hillegondt

govertssz haermans haermisdr. harmansdr

willem jan knier aggen

harmensdr. harmissoen heijndricks heijndrickssz heijndrickssz heijndrickssz heijndricksz

kuijnier jan cornelis cornelis jan jacop willem

maerten cornelys annatjen frans hillegont

grootm. v. wyberick vrederickdr. d.v.gerryt laurisz, kleindr. v. beatrijs filipsdr. d.v.gerryt laurisz, vr.v. willem dircxss, kleindr.v. beatrijs filipsdr. dr. v. gerryt cornelisz en cornelis gerrytdr dr. v. gerryt cornelisz en cornelis gerrytdr dr. v. gerryt cornelisdr en cornelis gerrytsdr. dr. v. gerryt cornelisz en cornelis gerrytdr z.v.gerryt laurisz, kleinz.v.beatrijs filipsdr. z.v.gerryt laurisz, kleinz.v. beatrijs filipsdr. z.v.gerryt laurisz, kleinz.v. beatrijs filipsdr. z.v.gerryt laurisz, kleinz.v.beatrijs filipsdr. br. v. corn. gerrytsdr, oom v. aecht, guerte, hilgonde en alyt gerrytsdr. overl. vr. v. gerryt cornelisz, moeder v. aecht, guerte, hilgonde en alyt gerrytsdr. z.v.gerrijt lourisz z.v.gerrijt lourisz z.v.gerrijt lourisz overl. man v. meyns symon buurm. v. meyns symon dr.v. gerrit pietersz z.v. gerrit pietersz bestorven voogd v. kdr. bart. dircxsz overl. moeder v. cornelis dircxsz overl. man v. griet jacopsdr. moeder v. gherrijt, joest, cornelis louweris broer v. philips gerritzoon tante v. neeltjen maertensdr. overl. man v. anna henricxsdr. buurm. v. margriet aeriansdr. wed. v. philps claessz, moeder v. neeltgen philps wed.v.phillips claessz, moeder v. neeltgen phillipsdr broer v. hillegont govertsdr overl. vr. v. claes aelbertssoen dr. v. harman bruynssz en niesgen antonisdr overl. vr. v. claes albertsz oom v.h. weeskind z.v. heijndrick corn. goch man en voogd v. willemtgen aelbertsdr voogd v.kdr. poulis janssz

103

1597 1608

59/A/066 84/C/072,073

1560 1600 1570 1584 1570 1584 1589 1622 1561 1565

11/A/014 77/C/067 36/A/032 38/A/036 36/A/032 38/A/036 59/A/066 109/C/104,105 19/A/022 33/A/029

1565

33/A/029

1597

65/A/070,071

1597

65/A/070,071

1597

65/A/070,071

1597

65/A/070,071

1565

33/A/029

1565

33/A/029

1565

33/A/029

1565

33/A/029

1597

65/A/070,071

1597

65/A/070,071

1567 1567 1567 1556 1556 1556 1556 1556 1560 1600 1565 1559

37/A/033,034,035 37/A/033,034,035 37/A/033,034,035 6/A/008 6/A/008 3/A/005 3/A/005 4/A/006 5/A/007 73/A/077 33/A/029 11/A/014

1570 1586 1556 1556 1615

dekker

wielmaker molenaar

meester

82/C/070 36/A/032 53/A/055,056 4/A/006 5/A/007 99/C/092

1617

116/C/118,119

1615 1594 1594 1617

99/C/092 63/A/069 63/A/069 118/C/126,127,128

1596 1594 1612 1624 1624 1608

v. haarlem

63/A/069 63/A/069 117/C/122,123,124 96/C/089 106/C/100,101 111v/C/107,108,110 87/C/078

heijndricksz heijndricksz heijndrickzoon heijndrickzoon heijndricx hendricxsz henricxs dr.

jan jacop jacop jacop baertgen louris anna

henricxsdr. heydrickz heyndrickdr heyndricks heyndricks

anna jan jannetgen melsen/ melchior? tys

heyndricksdr

anna

heyndricksdr

tryntgen

heyndricksz heyndricksz heyndricksz heyndricksz heyndricksz heyndricksz heyndricksz heyndricksz heyndricksz heyndricksz heyndricksz

michiel jacop jacop jacop jan jacop jacop jacop adriaen lambert mathys

heyndricksz

melchior

heyndricksz

lambert

heyndricksz

heyndrick

heyndrickxdr

neeltgen

heyndricxz heynrijcxsz heynrycxsz ihek iheksz

claes mijchiel mychiel dirck bartolmijs

ijbrantssz ijbrantsz ijsbrandtsz ijsbrandtsz ijsbrandtsz ijsbrandtsz ijsbrandtsz ijsbrantsdr ijsbrantsdr ijsbrantssz ijsbrantssz ijsbrantsz ijsbrantsz ijsbrantsz ijsbrantsz ijsbrantz isbrantsz jacobsdr.

lambert lammert lambert lambert lambert lambert lambert machtelt jannitgen lambert lambert lambert lambert lambert lambert lambert jan machtelt

jacobsz jacobsz jacop jacop jacop(s)

dirck dirck

1626 1619

dr. v. heijndrick corn. goch vader v. vroutgen lourisdr. dr.v. maritgen relis, later vrouw v. lauris klaesz wed. frans gosenzoon man en voogd moeder v.d. 2 weeskdr. z.v. heyndrick heyndricksz

1622 1612 1579 11/1556 1556 1626 1616 1620

z.v. heyndrick heyndricksz

1620

overl. vr. v. evert evertz, moeder v. evert evertz dr.v. heyndrick coppenburch en susanna kiels man en voogd v. hester pietersdr.

1616

2e man v. hillegondt govertsdr buurman z.v. heyndrick coppenburch en susanna kiels z.v. heyndrick coppenburch en susanna kiels

h'kerk

107/C/102,103 114v/C/116 121v/C/140,141, 142,143 121v/C/140,141, 142,143 115/C/117

1617

121v/C/140,141, 142,143 90/C/083,084 109/C/104,105 110/C/106 111v/C/107,108,110 113/C/112,113 113/C/112,113 113v/C/114 114/C/115 116/C/118,119 121/C/138,139 121v/C/140,141, 142,143 121v/C/140,141, 142,143 121v/C/140,141, 142,143 121v/C/140,141, 142,143 96/C/089

1618

1619 1619 1620 1618 1618 1617 1617 1617 1617 1617

vader v. mathys, melchior heyndricksz en tryntgen heyndricksdr wed. heijndrick corn. goch, moeder van cornelis heijndrickssz en baertgen heijndricx vader. heyndrick claesz man en voogd v. hester pietersdr. man en voogd v. hester pietersdr. voogd v. kdr. v. heinrick jacopsz, broer v. wijlen jan iheksdr. voogd v. neeltgen heyndrickxdr

buurvr.v. pieter jacopz wed. v. jan lucasz broer en voogd v. jannitgen ijsbrantsdr

voogd v. kdr. v. corn.danelsz overl.vr. v. jan jansz, moeder v. jan jansz en trijntjen jansdr., zr. v. griete pieters bloedverwant v. stijntjen joriaensdr.

104

1619 1612

1607 1615 1615 1559 1559 1612 1611 1597 1597 1597 1598 1600 1558 1612 1612 1616 1600 1600 1600 1600 1616 1562 1584

1586 1586 1600 1604 1604

105/C/097,098,099 111v/C/107,108,110 112/C/109,110 112/C/109,110 96/C/089 41/A/038 1/A/001002,003

v. 't hofland



amsterdam amsterdam meester/weesmr meester/weesmr meester

67/A/072,073 90/C/083,084 90/C/083,084 10/A/012,013 10/A/012,013 96/C/089 86/C/076,077 56/A/060,061 65/A/070,071 67/A/072,073 71/A/075 72/A/076 12/A015 93/C/086 93/C/086 100/C/093,094 73/A/077 77/C/067 79/C/068 81/C/069 105/C/097,098,099 25/A/024,025 50/A/052

55/A/057,058,059 56/A/060,061 72/A/076 73/A/077 81/C/069

jacopdr jacops jacops jacops jacopsdr jacopsdr jacopsdr

jannetgen pieter willem jan lysbet grietgen alydt

jacopsdr jacopsdr jacopsdr jacopsdr jacopsdr jan jacopsdr.

agniet maritgen angniet maritien

jacopsdr. jacopsdr. jacopssz jacopsz jacopsz jacopsz jacopsz jacopsz jacopsz jacopsz jacopsz

pieter griet gelijs tonis claes pieter cornelis anthonis jan jan jan jan

jacopsz jacopsz jacopsz jacopsz jacopsz jacopsz jacopsz jacopz jacopz

pieter claes pieter jacop jacop gerrit abraham heinrick pieter

jacopz jaecopsdr. jakops jan iheksdr. jans jansdr jansdr jansdr jansdr jansdr jansdr

jan barber jakop

jansdr

adriaentgen

jansdr jansdr. jansdr. jansdr.

adriaentjen hillegont janneken fokel

jansdr. jansdr. jansdr. jansdr. jansoen jansoen jansoen jansoen jansoen janss janss janss

katryn hillegunt cornelis trijntjen allert allert allert allert allert willem cornelis jacop

pieter

zwager en borg v. gerrit claess blom buurm. v. pieter dammass dr. v. jacop dammisz wed.v.claes gerritssz block overl. vr. jacop lenartsz en moeder v. agniet, maritgen jacopsdr en abraham jacopsz dr.v. jacop lenartsz en alydt jacopsdr dr.v. jacop lenartsz en alydt jacopsdr dr.v. jacop lenertsz dr.v. jacop lenertsz dr. v. jacop dammisz wed. v. jan willemss, moeder v. willem, cornelis, jacop en jan janss wed. v. jan willemsz wed.v. koen gheerlyffsz voogd v. kdr. heijndrick corn. goch buurman v. vrenck cornelisz z. v. jacop dammis z. v. jacop dammis buurm. v.gerrit pietersz voogd v. anna claesdr. voogd v. anna claesdr. overl. man v. ursula claesdr., vader v. thomas jansz broer v. jan jacopsz man v. fokel jansdr. oom v. tomas jansz voogd v. kdr. poulis janssz man, voogd v. trijn poulisdr z.v. jacop lenartsz en alydt jacopsdr weduwn. v. jan iheksdr.

overl. vr. v. heinrick jacopsz isbrants cornelis aeff cornelisgen claesgen claesgen beatrix

dr. v. jan cornelisz en gurt nannen

dr.v. jan lucasz en jannitgen ijsbrantsdr dr.v. jan lucassz grootm.v. nanning nanningsz overl. vr. v. frans de haes, moeder v. elias franssz, guertgen fransendr en tryntgen franssdr overl. vr. v. frans de haes dr. v. mariken fransdr. dr. v. mariken fransdr. 1e vr.v. jan willemsz, 2e vr.v. claes jacopsz dr. v. jan roloeffe overl. vr. v. dirck allertz dr.v. guijrte nanningsdr. dr. v. jan jansz en machtelt jacobsdr.

z.v.jan willemsz z.v.jan willemsz z.v.jan willemsz

105

1558 1591 1621 1617 1556 1613 1617

12/A015 61/A/068 107/C/102,103 117v/C/125 2/A/004 97/C/090 121/C/138,139

1617 1617 1626 1626 1556 1564

121/C/138,139 121/C/138,139 121/C/138,139 121/C/138,139 2/A/004 29/A/027

1564 1565 1612 1556 1556 1556 1556 1560 1559 1559 1562

31/A/028 33/A/029 96/C/089 1/A/001,002,003 2/A/004 2/A/004 3/A/005 5/A/007 15/A/017 16/A/018 23/A/023

1562 1566 1579 1608 1623 1617 1617 1559 1558

getuige

provenier h'lem

poorter v.beverw. provenier v.d. augustijnen v. haarlem

1558 1611 1623 1559 1560 1600 1604 1608 1612 1613 1619

23/A/023 35/A/031 41/A/038 87/C/078 87/C/078 117v/C/125 121/C/138,139 10/A/012,013 12/A/015

1617

12/A015 91/C/085 87/C/078 10/A/012,013 17/A/021 79/C/068 81/C/069 83/C/071 93/C/086 94/C/087 120v/C/132,133, 134,135,136,137 122v/C/145,146,147

1617 1556 1556 1566

123v/C/149 4/A/006 4/A/006 35/A/031

1579 1584 1584 1584 1611 1608 1608 1608 1611 1564 1564 1564

41/A/038 47/A/049 51/A/053 50/A/052 86/C/076,077 87/C/078 88/C/079,080 89/C/081,082 91/C/085 29/A/027 29/A/027 29/A/027

weesmeester weesmeester weesmeester

janss janss jansss janssz janssz janssz janssz janssz janssz janssz janssz janssz janssz janssz janssz janssz janssz janssz janssz

jan heyndrick lybrant tijs poulis poulis gerrit pijeter egbert steffen steffen bartolomees bartolomees dirck bartolomees dirck dirck bartolomees lambert

janssz jansz jansz jansz

lambert jacop jan michiel

jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz

dirck cornelis frans wigger gijsbert dirck gijsbert jan clas louris jacop thomas

jansz jansz jansz jansz

jan cornelis tomas wouter

jansz jansz

claes jan

jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz jansz janszo(on) janz janz janz janz

jan adriaen claes thomas wouter thomas lourys lourijs puwelis allert allert allert dirck dirck allert allert cornelis allert jan thomas cornelis jan jan tomas jacop

z.v.jan willemsz buurm. v. frans de haes buurman

bloedvoogd v. claesgen jansdr bloedvoogd v. claesgen jansdr schoonv. v. jan jansz grootv. v. willemtgen aelbertsdr

voogd v. mathys en melchior heyndricksz en tryntgen heyndricksdr z.v. jan claessz buurm. v. margriet pieters vader v. fy michielsdr en trijn zoon v. mariken fransdr. zoon v. mariken fransdr. zoon v. mariken fransdr. zoon v. mariken fransdr. voogd v. mariken fransdr. voogd, vrund v. jan dirckxsz en aerian

zoon v. jan jacopsz en ursula claesdr., bestorven voogd

neef v. pieter jacopsz oom en voogd v. zoon v. dirck allertz en hillegunt jansdr. man v. machtelt jacobsdr., moeder v. jan jansz en trijntjen jansdr. z.v. jan jansz en machtelt jacobsdr. oom en voogd v. cornelis jansdr. voogd v. annatjen ghijsbertsdr.

zwager v. heyndrick claesz voogd

oom,voogd v. neeltgen michijels schoonz. v. egbert janssz

voogd v. cornelis fransz

106

1564 1617 1617 1604 1608 1611 1612 1612 1614 1616 1617

1618 1617 1616 1613 1617 1617 1617 1556 1579 11 en 9 jr./1556 1556 1556 1556 1556 1556 1556 1556 1580 1580 1559 1581 1562

v. velsen poorter

poorter

burgemeester burgemeester poorter burgemeester

burgemeester

weesmeester

burgemeester weesmeester schepen execut. testement

29/A/027 124/C/150 121/C/138,139 81/C/069 87/C/078 89/C/081,082 93/C/086 93/C/086 99/C/092 105/C/097,098,099 106/C/100,101 109/C/104,105 112/C/109,110 113v/C/114 116v/C/120 117/C/122,123,124 117/C/122,123,124 118/C/126,127,128 121v/C/140,141, 142,143 122v/C/145,146,147 2/A/004 3/A/005 4/A/006 4/A/006 4/A/006 4/A/006 4/A/006 4/A/006 5/A/007 6/A/008 10/A/012,013 10/A/012,013 15/A/017 19/A/022 23/A/023

1570 1571 1579 1584

weesmeester weesmeeste poorter

36/A/032 39/A/037 41/A/038 47/A/049

1584 1584

schout in de wijk waard in "die roede lew"

48/A/050 50/A/052

1584 1584 1584 1586 1586 1586 1597 1607 1600 1608 1608 1608 1608 1617 1611 1611 1608 1611 1614 1584 1571 1569 1587 1587 1591

oud-schout poorter burgemeester v. 't hoogland


weesmeester weesmeester weesmeester v. alkmaar weesmeester weesmeester

50/A/052 51/A/053 51/A/053 53/A/055,056 56/A/060,061 56/A/060,061 67/A/072,073 67/A/072,073 72/A/076 83/C/071 84/C/072,073 85/C/074 85/C/074 85/C/074 86/C/076,077 88/C/079,080 89/C/081,082 89/C/081,082 99/C/092 50/A/052 1/A/001,002,003 37/A/033,034,035 57/A/062,063,064 57/A/062,063,064 61/A/068

janz janz janz janz janz jaspartz jaspersz jaspertsz jasspersz jeroensz

claes jan claes willem aerian gerrit gerrit gerit poulis pieter

jeroensz

pieter

jisbransz jisbrantsz jisbrantsz jisbrantsz jisbrantsz jisbrantsz jisebrantsz jochemsdr.

lambert lambert lambert lambert lambert lambert lambert leysbet

joerijaensdr.

styntgen

joosten

hillegunt

joosten joosten joosten joosten joosten joosten joostendr joostensz joostenz joriaens

dirrck dirck dirck dirck dirck dirck adriaentgen dirck dirck stijntjen

joriaensdr jorisz

stijntjen pieter

klaeszo(on) koenendr. lambertsz lambertsz lambertsz lambertsz lambertsz lambertsz lambertsz lambertsz lambertz laurisz laurisz laurisz/lourisz

lauris maerij cornelis cornelis cornelis cornelis cornelis cornelis cornelis cornelis davidt dirck cornelis gerryt

lauuriszo(on) leendertsdr lenartsz

dirrick leuntgen jacop

lenertsz lourensz lourijs louris louris louris allertsz lourisdr. lourissz lourisz lourisz

jacop pieter haesjen cornelis tonijs marith?en vroutgen sijmen gerrit gerrit

voogd v. kdr. v. jan janz br.v.willem en aerian janz br.v.claes en aerian janz br.v.claes en willem janz

1595 1595 1600 1600 1600 1608 1613 1611 1619

oud-schout

linnenwever v. aan duin v.wijk a. duin buurm.a.wijkerduin v.h'kerkerduin

1632

dr. v. jochem dirrixsz en wed.corn. reijgers overl. vr. v. symon cornelisz, moeder v. joerijaen sijmonsz vr. v. barent barentsz, moeder v. jan barentsz

1616 1617 1617 1617 1598 1611

weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester

1597

67/A/072,073

1584

48/A/050

1622 1619

1586

109/C/104,105 114/C/115 110/C/106 111v/C/107,108,110 112/C/109,110 113/C/112,113 109/C/104,105 114/C/115 109/C/104,105 55/A/057,058,059

1586 1584

56/A/060,061 45/A/045,046,047

1571 1587 1584 1584 1584 1584 1584 1584 1586 1586

1/A/001,002,003 44/A/043,044,045 38/A/036 47/A/049 48/A/050 50/A/052 51/A/053 52/A/054 53/A/055,056 56/A/060,061 110/C/106 49/A051 49/A051 33/A/029

1624 1619 kleind. v. dirck joostenz 1618 grootv. v. adriaentgen joostendr overl. vr. v. simen cornelisz, moeder v. cornelis en joriaen simensz overl. vr. v. sijmen cornelisz z.v. joris cornelisz, neef v.claes cornelisz man v. anna heyndricksdr

oom en voogd v. anna cornelisdr. overl. vader v. anna cornelisdr overl. vader van cornelis, filips, tonis en gerryt gerrytsz, tryn en aechte gerrytsdr.

poorter

weduwe dr. v. louris hendricxsz voogd v. kdr. heijndrick corn. goch buurm. v. meyns symon vader v. weeskdr.

107

weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester weesmeester

1584 1584 1565

1571 wednr v. alydt jacopsdr en vader v. agniet en maritgen jacopsdr en abraham jacopsz vader v. angniet en maritien jacopsdr de zoon van moeder v. aechte fransdr overl. br. v. cornelis en gerrit

63/A/069 63/A/069 81/C/069 81/C/069 81/C/069 109/C/104,105 83/C/071 94/C/087 88/C/079,080 120v/C/132,133, 134,135,136,137 120v/C/132,133, 134,135,136,137 116v/C/120 112/C/109,110 114v/C/116 116/C/118,119 117/C/122,123,124 117v/C/125 75/C/065,066 91/C/085

1617

weesmeester v. wijk a. zee poorter

1626 1598 1558 1565 1558 1579 1612 1556 1558

h'kerk/h'lem

1/A/001,002,003 112/C/109,110 121/C/138,139

121/C/138,139 112v/C/111 71/A/075 9/A/011 33/A/029 8/A/010 41/A/038 96/C/089 6/A/008 8/A/010

lourisz lourisz lourisz lourisz lourisz lourisz lourisz

jan leanert gerrit joost jan cornelis gerrijt

lourisz lourisz lourisz lourisz louwen louwerisdr. louwerisz

jan cornelis gerrit heijndrick jan janneken gherijt, gherrit

louwerisz

joest

louwerisz

cornelis

louwerisz louwerisz lucas

leenart dirrick sijtgen

lucas lucass lucassz lucassz lucasz

sijtgen jan jan jan jan

maertensdr

neeltjen

maertensz maertsz maertsz

aerian gerrit claes

maertsz maertsz maertsz martisdr. mertsz mertsz michielsdr

cornelis evert evert batte gerrit aedrian fy

michielsdr

trijntjen

michijels nannen nannings nanningsdr. nanningsz

neeltgen gurt griet guijrte nanning

niengendr. ningsz ootgersz ootgersz ootgersz outgers outgertsz paulisdr philipsdr. phillipsdr

neeltgen claes jacob dirck lauris gerrit dirck annetien beiatris neeltgen

phillipz

wessel

philps

neeltgen

philpsdr. philpsdr. philpsz philpsz

beatris claes meynert meynert

br. v. joost en cornelis br. v. joost en gerrit

overl. vader v.cornelis, philips en tonis gerrytz oom v.d. kdr. v. griete pietersdr. wednr.v.neeltgen michijels floris floris weduwe br. v. joest en cornelis, neef v. simon bartelmees br. v. gherijt en cornelis, neef v. simon bartelmees br. v. joest en gherijt, neef v. simon bartelmees, is in buitenland

moeder v.jaecop pietersz en hester pieters moeder v. jaecop pijeterssz de kinderen van overl. vader v. claessgen jansdr overl. vader claesgen jans overl. man v. jannitgen ijsbrantsdr en vader v. claesgen jansdr dr.v. maerten simensz, nicht v. annatjen ghijsbertsdr. oom v. fy en trijn michielsdr. overl. vader v. guijerte claesdr. en maerten claesz

voogd v. aggen harmansdr grootm. v.d. 2 kdr. borg dr. v. michiel jansz, nicht v. gerrit maertsz dr. v. michiel jansz, nicht v. gerrit maertsz overl. vr. heijndrick lourisz overl. moeder v. cornelis jansdr moeder v. cornelis jansdr. z.v. nanning garrebrantsz en anna jansdr overl. vader v. jan claesz z.v. griete pietersdr. z.v. griete pietersdr. z.v. griete pietersdr. wed.v. , buurvr. v. adriaen simonsz vr. v. sijmon cornelisz grootm.v. kdr.v. gerrijt lourisz dr.v. phillips claessz en hillegondt govertsdr

1558 1558 1558 1558 1565 1566 1567 1567 1584 1590 1608 1565 1558 1559

37/A/033,034,035 52/A/054 61/A/068 89/C/081,082 33/A/029 8/A/010 11/A/014

1559

11/A/014

1559

11/A/014

1565 1571 1611

108

wijk aan duin weesmeester

1612

33/A/029 39/A/037 88/C/079,080

1612 1613 1612

88/C/079,080 120/C/129,130,131 94/C/087 94/C/087 93/C/086

1586

53/A/055,056

1600 1556 1584

77/C/067 4/A/006 48/A/050

1612 1614 1617 1563 1558 1600 1556

weesmeester poorter

poorter

88/C/079,080 98/C/091 118v/C127 27/A/026 9/A/011 77/C/067 4/A/006

1556

4/A/006

1608 1600 1608 1584

89/C/081,082 79/C/068 83/C/071 51/A/053 120/C/129,130,131

1584 1571 24/1584 1584 1584 1584 1617 1623 1567 1617 1616

dr v. philps claessz en hillegont govertsdr

van het hofland burgemeester

8/A/010 8/A/010 9/A/011 9/A/011 33/A/029 35/A/031 37/A/033,034,035

44/A/043,044,045 39/A/037 52/A/054 52/A/054 52/A/054 44/A/043,044,045 117v/C/125 89/C/081,082 37/A/033,034,035 116/C/118,119 waard in het "moriaenshooft"

105/C/097,098,099

1615

99/C/092

1558 1571 1615 1616

8/A/010 39/A/037 100/C/093,094 101/C/095,096

pieters pieters(dr.)

hester griete

pietersdr pietersdr pietersdr pietersdr.

griete aechte hester margriet

pietersdr. pieterssz pieterssz pieterssz pietersz

hester jaecop pijeter jan gerrit

pietersz pietersz pietersz pietersz pietersz pietersz pietersz pietersz pietersz

ijsbrant pieter cornelis aelbert cornelis wouter cornelis cornelis gerrit

pietersz pietersz pietersz pietersz pietersz pietersz pietersz pietersz pietersz pietersz pietersz pietersz pietersz pietersz pietersz pietersz pietersz pieterz pieterz pijeterssz pijeterssz poulisdr pouwelsdr reijgers cornelis relis reyer reyersdr. reyersz roloeffe scymonsdr. seijmonsz

adryaen jaecob gherrit louris jaecop aeriaen jan adriaen jacop pieter adriaen jacop jisbrant jan pieter adriaen adriaen jacop pieter jaecop ijsbrant trijn annitgen

sijmonsz

joerijaen

sijmonsz simensz

claels maerten

simensz simensz

maerten cornelis

simensz

joriaen

simondr. simons

katrin cornelis

maritgen henrick aeff tonis jan machteke yueriaen

dr.v.sijtgen lucas zr. v. machtelt jacobsdr., tante en voogd v. kdr. jan jansz moeder v.jacob, dirck, lauris ootgersz wijlen vr. v. mijchiel heynrijcxz weduwe jacop dammisz, moeder v. lysbet, jan jacopsdr., claes pieter, corn. jacopsz vr. v. michiel heyndricksz

vader v. pieter janssz sruijt wednr. v. cornelia aaisdr, vader v. andries gertsz en janneken gertsdr buurm. v. gerrit pietersz voogd, vrund v. jan dirckxsz en aerian

buurm.v.pieter jacopz

man v. neeltgen andriesdr., vader v.d. 2 kdr.

1611 1584

88/C/079,080 50/A/052

1584 1600 1615 1556

52/A/054 72/A/076 90/C/083,084 2/A/004

1618 1604 1612 1613 1556 1556 1556 1560 1559 1560 1558 1559 1559 1563 1607 1598 1612 1611 1613 1612 1609 1619

z.v.sijtgen lucas

meester/weesmr burgemeester

getuige

weesmeester

meester

v. zandvoort weesmeester v. zandvoort

broer v. jan pietersz broer v. jisbrant pietersz

1616 1616 1617

buurm. v. frans de haes

1617 1587

z.v.sijtgen lucas, zw.v.frans cavelier

1612 1612 1623 1611 1611 1556 1556 1579 1560 1579 1580 1607

burgemeester

burgemeester

vr. v. jacop jacopsz vr. v. sijmen cornelisz wed. en moeder v. leysbet jochemsdr moeder v. anna henrick vader v. anna henrick vr.v. hendrick florisz(en) vader v. katryn jansdr. z.v. symon cornelisz en styntgen joerijaensdr. z.v. symon cornelisz en styntgen joerijaensdr. overl. man v. engeltjen baerts, vader v. sijmen maertsz vader v. neeltjen maertensdr. z.v. simen cornelisz en stijntjen joriaens z.v. simen cornelisz en stijntjen joriaens overl. vr. v. simon thybaut

109

poorter

90/C/083,084 81/C/069 93/C/086 97/C/090 3/A/005 3/A/005 5/A/007 5/A/007 11/A/014 11/A/014 12/A015 15/A/017 16/A/018 27/A/026 67/A/072,073 71/A/075 82/C/070 86/C/076,077 88/C/079,080 94/C/087 95/C/088 107/C/102,103 111v/C/107,108,110 112/C/109,110 113/C/112,113 113/C/112,113 117/C/122,123,124 117/C/122,123,124 118/C/126,127,128 120/C/129,130,131 124/C/150 57/A/062,063,064 109/C/104,105 88/C/079,080 95/C/088 87/C/078 89/C/081,082 91/C/085 1/A/001,002,003 1/A/001,002,003 41/A/038 17/A/021 41/A/038 10/A/012,013 67/A/072,073

1597

67/A/072,073

1604 1584

81/C/069 47/A/049

1586 1586

53/A/055,056 55/A/057,058,059

1586

55/A/057,058,059

1559 1570

weesmeester/ zeilmaker

10/A/012,013 36/A/032

simonsdr.

neeltgen

simonsz simonsz

aeriaen cornelis

simonsz simonsz simonsz simonzoen ssijmonssz symons symons symonsdr. symonsdr. symonsz symonsz symonsz symonsz symonsz symonsz symonsz

cornelis cornelis adriaen cornelis claes jan meyns mary nelt cornelis cornelis aerian jan jan joerijaen joerijaen

taemissz tanisz thamisdr. theuwisz theuwisz thoemisz thoenisz thomasz thomasz thonisz thonisz thonisz thonisz thybaut toemisz tomassz tomassz tonis tonisdr

jan willem jan willem gerrit cornelis ffrans jan frans frans jan jan jan jan symon ffrans adriaen adriaen jan trijntjen

tonisdr

machtelt

tonisdr

dieuwertgen

tonissz tonissz

eduwaert jan

tonisz tonisz tonisz tybautz vrederickdr.

jan jan jan simon wyberick(gyn)

vredericksz wijllemsz willeboerts willeboertsz willemsdr.

jelis hinderick tewis tewis anna

willemsdr. willemsdr. willemss willemsz willemsz willemsz willemsz

anna guirte jan cornelis cornelis jan jan

moeder v. aef corn.dr., danel corn.z., gerrit corn.z., jacop corn.dr., symoncorn., baertgen corn.dr.en nelt symonsdr. voogd v.d. weeskdr.

vader v. d. 2 weeskdr. man v. aechte cornelisdr voogd v. gherrijt gherrijtsdr. man v. brecht cornelisdr boerman wed. v. cornelis gerts

voogd v. margriet pieters getuige moederszijde

z.v. symon cornelisz z.v. symon cornelisz en styntgen joerijaensdr.

moeder v. anna willemsdr.

wijlen

getuige moederszijde zwager en borg borg dr.v. tonis janss de wael en maritgen claesdr dr.v. tonis janss de wael en maritgen claesdr dr.v. tonis janss de wael en maritgen claesdr z.v. tonis janss de wael en maritgen claesdr

voogd v. d. weeskdr. dr. v. vrederick cornelysz en kunyerken dyrryckdr., kleindr. v. dyever gerrytdr.

1562

1559 1566 1567 1616 1617 1559 1604 1559 1556 1580 1562 1556 1556 1556 1569 1579 1597 1597

1561 1564 1608 1608 1608 1579 1608 1614 1558 1559 1559 1558 1556 1611 1618 1618 1561 1617

wed.v. ijsbrant willemsz, zr. v. cornelis willem, moeder v. willem, cornels en thamis ijsbrantsz en griet ijsbrantsdr. dr. v. willem thamisdr. voogd v. cornelis willemz

voogd v. kdr. v. gerrit louris, borg borg

110

weesmeester/ zeilmaker zeilmaker schuitvaarder zeilmaker chirurgijn tot velsen

schepen velsen schout v. h'kerk

buurm.v. aalsmeer weesmeester

weesmeester


weesmeester

10/A/012,013 35/A/031 37/A/033,034,035 114v/C/116 117v/C/125 11/A/014 81/C/069 16/A/018 6/A/008 10/A/012,013 25/A/024,025 2/A/004 3/A/005 6/A/008 16/A/018 41/A/038 56/A/060,061 67/A/072,073 112v/C/111 19/A/022 31/A/028 84/C/072,073 84/C/072,073 85/C/074 3/A/005 85/C/074 85/C/074 8/A/010 10/A/012,013 11/A/014 12/A015 6/A/008 85/C/074 113v/C/114 116/C/118,119 17/A021 122/C/144

1617

122/C/144

1617

122/C/144

1617 1617

106/C/100,101 122/C/144

1560 1560 1562 1559 1561 1581 1600 1604

vader

25/A/024,025


5/A/007 17/A/021 17/A/021 10/A/012,013 19/A/022

1564

19/A/022 72/A/076 81/C/069 82/C/070 29/A/027

1564 1588 1565 1556 1556 1558 1558

31/A/028 59/A/066 33/A/029 2/A/004 3/A/005 8/A/010 9/A/011

slotenmaker

burgemeester burgemeester schoenmaker

willemsz willemsz willemsz

cornelis jan jan

willemsz willemsz

cornelis ijsbrant

willemsz willemsz willemsz willemsz willemsz willemsz

jan jan cornelis jan jan jan

willemsz willemsz willemsz willemsz willemsz willemsz willemsz willemz wouter woutersz woutersz woutersz

jan adam cornelis cornelis heijndrick cornelis phillips cornelis gerrijt cornelis wyllem gerryt

wyllems wyllemsz wyllemsz wyllemsz ysbrantssz ysbrantsz ysbrantsz ysbrantsz ysbrantz

cornelis jan claes cornelis lambert lambert lambert lambert lambert willeboort marritgen mychiel willem(en) willem

overl. man v. pieter jacopsdr., vader v. willem, cornelis, jacop en jan janss voogd v. anna willemsdr. overl. man v. anna willemsdr., vader v. willem, cornels en thamis ijsbrantsz en griet ijsbrantsdr. overl. man v. pieter jacopsdr.

overl.man v. fokel jansdr. oom v.cornelis en philips gerritsz oom en voogd v.erven v.floris aeriaensz oom en borg v. kdr.gerrijt lourisz weeskind gekozen voogd v. 3 weeskdr. janssz

weeskind oud-oom v. cornelis willemsz voogd v. kdr. v. corn.danelsz oudoom v. aecht, guerte, hilgonde en alyt gerrytsdr.

1559 1561 1564

111

schipper

1564 1564

1564 1565 1566 1566 1570 1569 1567 1571 1597 1614 1614

11/A/014 17/A/021 29/A/027 29/A/027 29/A/027

schipper poorter

poorter slotenmaker

1616 1588 1597 1559 1562 1597 1560 1562 1562 1563 1615 1615 1618 1617 1617 1608 1608 1616 1616

voogd

burgemeester

bakker, poorter


jonkheer mr., chirurgijn meester

31/A/028 33/A/029 35/A/031 35/A/031 36/A/032 37/A/033,034,035 37/A/033,034,035 39/A/037 59/A/066 98/C/091 99/C/092 113/C/112,113 114v/C/116 59/A/066 59/A/066 16/A/018 25/A/024,025 65/A/070,071 17/A/021 17/A/021 17/A/021 27/A/026 100/C/093,094 90/C/083,084 113v/C/114 116v/C/120 88/C/079,080 84/C/072,073 84/C/072,073 100/C/093,094 100/C/093,094 116v/C/120

Land/ stad/ dorp/ buurtschap/ 1 22-26

2 28-33

Beverwijck

Beverwijck

erfgena(a)m(en)

voogd / hypotheeknemer/ -gever bewoner

locatie

buren / belendende percelen

ouder(s)

huijs

Anna Henricxs

Maritgen Relis Vrenck Cornelis

halver strate Ckoningswech

zuid: Tonis Jacopsz noort: Molensteech

Maritgen Relis Henrick Reyerz +

huys

Lysbet Jacopsd Jan Jacopssd. Claes Pieter Jacopsz Cornelis Jacopsz

Margriet Pieterszoon Cornelis Symons

voor:halver strate achter: Lijewech

noort: Jan Jacopz zuid: Anna Claas

Margriet Pietersdochter Jacop Dammisz +

Gerrit Pietersz

voor: halver Strate achter:erf van IJsbrant Pietersz

noord: Cornelis Fransz zuid:Anthonis Jacopsz

Cornelia Aaisdochter + Gerrit Pietersz

Anna Henricxsd

in Peperstraat

zuidoost:Gerrit Claesz Braeck noordwest: Gijsberts Keyser

Anna Henricxsd Frans Gosenz +

Margriet Ariaensd

in Achterbuurt

zuid: Neeltgen Molenaers noord: Meester Govaerts

Dirck Cornelisz Gorstman

Meyns Symon

in Achterbuurt

zuid: Claes Gertsz noord: Gerrit Louris (hofstede)

Cornelis Gerts + Meyns Symon

Gerijt Louwerisz Joest Louwerisz

oosteinde: westeinde: zuidzijde: noordzijde :

Simon Bartolmeesz

Gerijt Louwerisz Joest Louwerisz

zuid:Cornelis Willemsz (burgemeester) noort:Wouter Dirkz (poorter te Haarlem) oost: Lijewech west: Aelbert Pietersz Simon Bartolmeesz

Pieter Jacopsz ( op eigen huis)

zuid: Wouter Pietersz noort: Machtelt IJsbrantsd

object

3 27-31

Beverwijck

huijs

Andries Gertsz Janneken Gertsdochter

4 19-23

Beverwijck

huys

3 kinderen

5

Beverwijck

huys

Jan Dirxcsz

huys

Haes Cornelis Symon Guert

6 8 9 10

8-11

15-19 22 7 17

11 15-19

Beverwijck Hemskerck Egmondt Beverwick

Beverwick

11 28-32

Velsen

11 5

Haerlem

12 13 15

(Beverwijk) Heemskerck Beverwiyk

9-12 5 3

stuucke lants

Aerian Gerrit Diewer Anna

Cornelis Louwerisz

Cornelis Louwerisz

huis

112

Koninckswech Lijewech Naerderweg Ghisbrecht Claesz

erflater

15 15

8 27

Beverwijck Haerlem

15 44-48 15 53 16 61 17 3 17 4 23 2 23 8 23 15

Beverwijck Velzen Velsen Beverwijck Beverwijck Beverwijck Haerlem Beverwijck

huys

Claes Marycken Janneken

31 10-13 33 2 33 14 33 17 33 24 33 26 33 30 33 46 34 57 34 60 37 2 39 2

Beverwijck Beverwijck (2x) Beverwijck Heemskerck Heemskerck t Hofflant Beverwijck Wijck an Duyn Beverwijck Beverwijck Beverwijck Beverwijck

huys

vijf kinderen

39 41

10 1

Velsen in die Santpoert Beverwijck

41 41 41 41 41 41 43 43

7 14 15 17 18 22 3 6

Beverwijck Heemskerck Haerlem Beverwijck Heemskerck Heemskerck Beverwijck Beverwijck

44

19-24

huys, erffve en(de) schuyr

huijs

Gerryt Griete

Jan Jacops Claes Dircxss

Pieter Uutenhage + Anna Claesd (moeder)

Anna Willemsd

Pieter Jacopsd + Jan Willemsz +

Op de Meer

Jan Grebber

Cornelis Cornelisz

Maritien Coenen

113

aan die halve Brestraet achter: erf van Claes Cornelisz (burgemeester)

zuid: Claes Cornelis (met zijn zuster) noord: weduwe van Gerrit Dircxsz

Maritien Coenen

45 2 45 20 46 4 46 5 47 13 48 3

51 53 55 55

2-8 3 3 4

55 28-33 55 32

55 55 57 65 67 67 67

67 72 75 75 75 77 81 81

39-44 54 17 25 3 4 5

37-40 6 7 11 15 2 15 29

Beverwijck Beverwijck Assedelft Beverwijck Beverwijck die Wijck

Wijck an Duyn Beverwijck Beverwijck Amsterdam

Beverwijck Wijck an Duyn

Beverwijck Amsterdam Wijck op See Beverwijck Beverwijck t Hoflandt t Hoochlandt

Beverwijck Beverwijck Beverwijck Beverwijck Vlaenderen Beverwijck Velsen Uijtgis(Uitgeest)

crofte lants

crofte lants (Molencroft)

crofte lants Michielencroftje

huijs ende erff

Cornelis Jansd

Cornelis Sijmensz Joriaen Sijmensz

Cornelis Sijmensz Joriaen Sijmensz

Joeriaen Sijmensz

Guijrte Nanningsd

noord: Claes Jansz (ouwe schout) west: Lampackers zuid: Ootger Cornelisz oost: die Galchstreng

Guijrte Nanningsd

Simen Cornelisz

bij noorder Coornmolen

oost: die molenwerf zuid: Claes Cornelisz west: Peter Gerritsz ? noort: Wouter Jansz

Sijmen Cornelisz Stijntje Joriaens +

bij de Doelen

noordoost: Molenwech zuidoost: Lijwech zuidwest: Schoubeeck noordwest: memorij van Beverwijck

Simen Cornelisz Stijntje Joriaens +

't Hoflandt

noord: Schoubeeck west: ghemeene wech zuid: Adryaen Pietersz oost: Commaduer en sijn cosijne

Stijntje Joriaens + Symon Cornelisz

Simen Cornelisz

Symon Cornelisz

114

83 83 83 84 84 85 85 85 86 86

2 4 13 4 14 4 19 29 10 14

87 5-11 88 30 89 17

Beverwijck Beverwijck Wijck aen Duijn Wijckerduijn Beverwijck Beverwijck t Hofflant Beverwijck Haerlem Amsterdam

(Beverwijk) Heemskerkerduyn Beverwijck

91 7-11 93 2

(Beverwijk) Beverwijck

93 14-16 94 4 94 21

Beverwijck Beverwijck Wijckerduijn

96 16-21 98 3

98 99 99 99 105 105 106 107 107 107 109 109

16-20 3 4 11 2 24 23 4 13 29 13 19


(Beverwijk) Beverwijck Alcmaer Limmen Beverwijck Eemskerck Amsterdam Beverwijck Haerlem Wijck op Zee aen Duijn Beverwijck

huijs ende erve

kinderen o.a Trijn Poulisd

Poulis Janssz

Peperstraet

noordwest: laege Hofflanderwech noordoost: Claes Seijs zuidoost: Louris Cornelisz

zuid: Lijsbet Sloetemakers noord: Barber Jaecopsd

huijs

Leysbet Jochemsd

Cornelis Reijgers(weduwe)

Breestraet (Van voor aan Breestraat tot Achterwech)

stucke lants (Hoge Ven)

Claesgen Jansd

Jannitgen Ijsbrants

Wijcker Broek

huijs ende erve

Cornelis Heijndrickssz Baertgen Heijndricx

huijs ende erve

Grietgen Cornelis Neeltgen Cornelisd

Neeltgen Heyndricksd

Cornelis Willemssz

115

Poulis Janssz

Jochen Dirrixz + Cornelis Reijgers Jan Lucasz + Jannitgen Ijsbrants

in 't BagijnenClooster

zuid: Pieter de Vries noord: Cornelis Cornelissz, metselaer

Heijndrick Cornelissz Goch+ Neeltgen Heyndrickxd

op te Meer

noord: Meijntgen Cornelis zuid: wed. v. Rijeuwert Adriaenssz

Cornelis Willemssz Haesgen Claesd +

111v 2-4

Wyck Zee

111v 111v 111v 112 112 112 112v 112v 112v 113 113v 114 114

Noordt Schoter Ackendam Wijck op 't Zee Santvoort Beverwijck Wijck op Zee t Hofflandt Aelsmeer Beverwijck Velserduijn Santvoort (Beverwijk) (Beverwijk) (Beverwijk)

huys ende erff huys ende erff huys ende erff

114v 22-26

(Beverwijk)

camer ende erff

115 21-23 116 17 116 20


huys en erff

14 15-17 19 10 21 25 3 8 22 13 26 27-30 43-45

117v 16-20

117v 19-22 117v 39-42

118 120

120

39-43 4

20-25

(Beverwijk)

huysen ende erven

Dirck Janssz Adriaen Tomassz Jacop Heyndricksz

Achterwech Breestraet op de Meer

2 kinderen

Cornelis Symonsz

Achterwech

kind (11j.)

Evert Evertsz

in 't Clooster

Gerrit Claessz Blom

op den Nieuwendam

Jan Cornelissz Cors

Evert Evertsz

zuidwest: Hans van Nes noordoost: Philips Willemsz

Cornelis Symonsz Jannetgen Heyndricksd + Evert Evertsz Anna Heyndricksd +

Breestraet

zuidwest: wed. Jan de Mechelaere noordoost: wed.Dirck Cornelissz

(Beverwijk)

huys

Jan Cornelissz Cors

Adriaen Simonz

op de Meer

zuidwest: wed.Dirck Outgertsz noordoost: wed. Simon Corneliss van Schorel

(Beverwijk)

huysen ende erven

Jan Cornelissz Cors

Pieter Dammass

voor van de straet tot op 't Achterwechjen

zuidwest: Gillis Aelbertsz noordoost: Jan Jacops

Nieuwe Steech

zuidoost: Pieter Dircksz noorwest: Pieter Dircksz van Tooren

Niesgen Antonisd + Harman Bruynsz

ontrent de Zeewech

noord: erfgen. Simon Claessz oost: Cleyne Houtwech zuid: Haechackers west: Adriaen Pietersz

Nanning Garrebrantsz + Anna Jansd

(Beverwijk) Lisse

(Beverwijk)

huys en erff

crocht (1300 roeden)

Aggen Harmansd

Nanning Nannigsz

Harman Bruynssz

Claes Cornelissz van 't Calff

116

120

120v

120v

120v

120v

121

121v

122 124 124 124

124

25-31

31-38

38-43

43-48

49-53

18-22

18-20

19-24 111 111 112

(Beverwijk)

1/2 stucke landts (1200 roeden)

(Heemskerk)

1/2 stucke landts (2 morgen)

(Beverwijk)

1/8 stucke landts

Uutgeest

1/4 stucke landts

Uutgeest

(Beverwijk)

(Beverwijk)

(Beverwijk) Campen Deventer Swol

121-127 (Beverwijk)

Nanning Nannigsz

Nanning Nannigsz

Nanning Nannigsz

Nanning Nannigsz


Hooge Ven

oost: kinderen v.Jan Lucass zuid:'s Gravencamp west ten noord: kinderen v. Gerrit Dircksz tot Haerlem



oost: de Meer zuid: den Heer van Assendelft west: den dijck buitendijks in de banne noord: erfgen. Jonker Jan van van Eemskerck Egmondt



Sluyscamptgen

oost en zuid: de Heer van west: de Meer Assendelft noord: de sluyssloot


Langelandt

zuid: de Vroomsloot west en oost: het Langelandt noord: Polsbrouck


Nanning Garrebrantsz + Anna Jansd Alydt Jacopsd + Jacop Lenartsz


1/8 stucke landts

Nanning Nannigsz


Sinckenhorn

zuid: de Hooge Dyck west: Costverloren sloot noord: Sinckenhorn oost: de Havercamp

huys ende erff

Agniet Jacopsd Maritgen Jacopsd Abraham Jacopsz

Jacop Lenartsz

Kerkstraet

zuidoost: Lambert Heyndricksz noordwest: Lybrant Janss

huysinge

Mathys Heyndricksz Melchior Heyndricksz Tryntgen Heyndricksd

Lambert Heyndricksz

Bagynestraet

huys ende erff

Jan Tonissz Tryntjen Tonisd Machtelt Tonisd Dieuwertgen Tonisd

Maritgen Claesd

in 'clooster

voor van de Nieuwstraat tot achter aan de Paterssteech

Tonis Janss de Wael + Maritgen Claesd

huss ende erff

Elias Fransz Guertgen Fransd Tryntgen Fransd

Breestraet

voor van de straet tot achter aen erf van Margriete Backers zuidwest: Adriaen Pietersz noordoost: Heyndrick Janss

Frans de Haes Adriaentgen Jansd +

Frans de Haes

117

Heyndrick Heyndricksz Coppenburg Susanna Kiels +

dateringen Een manier van datering, die u bij de transcriptie van weeskamerakten tegen kunt komen, is het noemen van heiligendagen en kerkelijke feestdagen. Daarom hieronder een lijst met de meest voorkomende:

Adorate dominum Adoratio crucis Adoratio magorum, regum Adrianus Advent, adventus Domini Agatha Agnes Allerapostelendag Allerheiligen Allerkinderendag Allerzielen Anna Andreas Annunciattio Domini, Marie Antonius van Padua Antonius abt Apostelendag Apostolorum dies Ascensio domini Ascensio Mariae Assumptio Marie As(woens)dag Avond Bamis (Bavo) Baptismus Christi Barbara Bartholomeus Beloken Pasen/ Pinksteren Benedictus Bernardus Besnijdenis onzes Heren Blasius Blauwe dinsdag/ maandag Bonifacius Brictiusdag Cantate Domino Catharina Cathedra Petri Cecilia Christi festum Christophorus Cinxen Claesdag Conceptio Marie Coppermaandag Cosmas en Damianus Crucifixio Domini Dertienavond Dertiendedag Dies - altera - dominica - jovis - lune - magnus - palmarum Dominica - in palmis

e

3 zondag na Driekoningen Goede Vrijdag 6 januari 4 maart vier weken voor Kerstmis 5 februari 21 januari 15 juli 1 november 28 december 2 november 26 juli 30 november 25 maart 2 september 17 januari 29 juni 29 juni Hemelvaartsdag 15 augustus 15 augustus eerste woensdag v.d. vastentijd de dag voor feestdag 1 oktober 6 januari 4 december 24 augustus zondag na Pasen/ Pinksteren 21 maart 20 augustus 1 januari 3 februari dinsdag/ maandag in de Goede Week 5 juni 13 november vierde zondag na Pasen 25 november 22 februari 22 november 25 december 25 juli Pinksteren 6 december 8 december maandag na Driekoningen 27 september Goede Vrijdag 5 januari 6 januari dag (in vele samenstellingen), zoals: volgende dag zondag donderdag maandag dag in de Goede Week Palmzondag zondag ( met vele toevoegingen) Palmzondag

118

- paschalis Paaszondag e 9 zondag voor Pasen - septuagesima Driekoningen 6 januari Elfduizend maagdendag 21 oktober Elisabeth 19 november Epifanie 6 januari e Estomihi ( in deum protectorem) 7 zondag voor Pasen 27 december Evangelista e Exaudi ( domine vocem meam) 6 zondag na Pasen e Exsurge ( quare obdormis domine) 8 zondag voor Pasen weekdag, zoals: Feria - dominica zondag - quarta woensdag Festum Feestdag ( in vele samenstellingen) - Christi Kerstmis Franciscus 4 oktober Gangendag 10 oktober Georgius 23 april e Gezworen maandag 2 maandag na Pasen/ Pinksteren vrijdag voor Pasen Goede Vrijdag Goede Week week voor Pasen Gregorius 12 maart ( Utrecht 25 augustus), later 2 september Groene donderdag/ vrijdag donderdag/ vrijdag voor Pasen Halfvasten midden der Vasten, Laetare Hebdomada week ( in vele samenstellingen) - sancta Goede Week Heiligenavond 24 december e Hemelvaartsdag donderdag na de 5 zondag na Pasen Henricus 13 juli Hubertus 3 maart Immaculata conceptio 8 december Innocentum ( infantum) 28 december e Invocavit 1 zondag van de Vasten Jacobus 25 juli Johannes baptista 24 juni Josef 19 maart e Judica ( me deus et discerne causum) 2 zondag voor Pasen Kinderdag 28 december Kopermaandag maandag na Epifanie Kruisdag na Pasen 3 mei Kruisverheffing 14 september Kruisvinding 3 mei e Laetare ( Jerusalem) 4 zondag van de Vasten 17 september Lambertus Laurentius 10 augustus Lebuinus 12 november Lichtmis 2 februari Lucas 18 oktober Lucia 13 december Magdalena 22 november Magnus 19 augustus Marcus 25 april Margareta, Margriet 13 juli Maria - boodschap 25 maart - geboorte 8 september - hemelvaart 15 augustus - lichtmis 2 februari - ontvangenis 8 december - Magdalena 22 juli Martha 29 juli Martinus 11 november Mattheus 21 september e Matthias 24 februari, in schrikkeljaren tot eind 15 eeuw meestal 25 februari 30 april Meiavond Meidag 1 mei Mensis maandag Michael 29 september

119

Midvasten Midwinter Midzomer Nativitas Christi, Domini Marie Nicolaes Nicolaasavond Nieuwjaaravond Odulphus Onnozele kinderendag Ontvangenis van Maria Openbaring van onze Heer Paasavond - maandag - week Palmarum Pancratius Papenvastenavond Pascha Passio (dominica) Paulus - bekering Paulus en Petrus Pentecoste Petrus - ad cathedram - in de oogst - et Paulus - stoel - ad vincula Philippus Pinksteravond Pontianus Purificatio, purgatio Marie Quadragesima Quiquagesima Quasimodo Remigius Salvator Santgangendag Septuagesima Sexagesima Silvester Simon (en Judas) Stephanus Stille Vrijdag Theodorus Thomas Tienduizend martelaren Timotheus Trinitatis Twaalfapostelendag Twaalfdedag Valentijn Vastenavond Veertigdagentijd Victor Vierdagen Vigilia Vincentius Visitatio Marie Vitus Vrouwendag - in advent - in de oogst - in de vasten Willebrordus Zworenmaandag

Laetare 25 december 24 juni 25 december 8 september 6 december 5 december 31 december 12 juli 28 december 8 december 6 januari zaterdag voor Pasen tweede Paasdag week na Pasen zondag voor Pasen 12 mei e 7 zondag voor Pasen Pasen e 2 zondag voor Pasen 25 januari en 30 juni 25 januari 29 juni Pinksteren 29 juni 22 februari 1 augustus 29 juni 22 februari 1 augustus 1 mei zaterdag voor Pinksteren 14 januari 2 februari e 6 zondag voor Pasen e 7 zondag voor Pasen e 1 zondag na Pasen 1 oktober e 1 zondag na Pinksteren 10 oktober e 9 zondag voor Pasen e 8 zondag voor Pasen 31 december 28 oktober 26 december vrijdag voor Pasen 9 november 21 december 22 juni 24 januari zondag na Pinksteren 15 juli 6 januari 14 februari e dinsdag na de 7 zondag voor Pasen Vasten 10 oktober dagen van aswoensdag tot Invocavit dag voor feestdag 22 januari 2 juli 15 juni 2 februari 8 december 15 augustus 25 maart 7 november e 2 maandag na Pasen/ Pinksteren

120

Ook de volgende namen van de weekdagen werden soms gebruikt: Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag

feria secunda, tertia, quarta, quinta, sexta, sabbathi, dominica

dies lune - martis - meridies - jovis - veneris - saturni - solis

Heel lang paste men ook nog de oude Nederlandse namen voor de maanden toe: Louwmaand Sprokkelmaand Lentemaand Grasmaand Bloeimaand Zomermaand Hooimaand Oogstmaand Herfstmaand Wijnmaand Slachtmaand Wintermand Vooral in het oosten van het land: Wiedmaand Gerstmaand Havermaand Pikmaand Speltmaand Duistermaand

januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december april september “ “ “ december

Bij de bepaling van een datum zal men bovendien steeds rekening moeten houden met welke kalender in het betreffende gebied gerekend werd: de Juliaanse of de Gregoriaanse. Van 1793 tot en met 1805, dus in de Franse tijd, is er bovendien sprake geweest van de Republikeinse kalender, waarbij het jaar verdeeld werd in twaalf maanden van ieder 30 dagen. Aan het einde van het jaar werden dan 5 dagen toegevoegd en in de schrikkeljaren 6 dagen, de zogenaamde “ jours complémentaires ( 17-21 september)”. Een nuttig boekje om in dit verband te raadplegen is: “ Dagen, maanden, jaren”, uitgegeven door het Centraal Bureau voor de Genealogie.

121

verklarende woordenlijst accorderen achtepaert aenbesterven, aansterven allodiaal anno et die ( Lat) approberen assigneren bayen begheren beneficium abstinendi beneficium discussionis beneficium divisionis beneficium excussionis beneficium inventari beneficium ordinis beneficium ordinis excussionis bescheid bestemoer besterfenis bestevaer bestorven bevoorwaarden bloedvoogd (bloetvocht) blomfluweele boelhouder bombazijnen boratten bouwen breck ( off) buick carmosyn carolus gulden casceren cedul(le), sedul Commandeur compareren consenteren consenteren constitueren corent cousijn crocht, krocht, croft cu(u)sting-, (kusting)brief, derdepaert des t’oirconde die dijp en verde dilaij dispositye distructe divi Adriani elingeren employeren exercitye exu(e) frangie ganse oogen borstrock gecontenteert gecoren geree(t)ste goeden gouden leeuw grandt grein

goedvinden achtste deel door erfenis ( dood) in eigendom krijgen vrij van erfrecht, niet leenroerig jaar en dag goedkeuren schriftelijke aanwijzing op betaling geven dik, zuiver wollen flanel verlangen, graag hebben het recht van de kinderen om de erfenis van hun vader te weigeren voorrecht de vordering te mogen betwisten het recht om de schuldsplitsing onder de borgen te verzoeken goedverkoping, uitschulding voorrecht van boedelbeschrijving voordeel van aanspreekorde het recht van een borg om een schuleiser af te keren ( houden), zolang totdat hij de “saeckweldige”= zaakbeslaglegging heeft uitgewonnen geschreven stuk, verklaring grootmoeder door vererving ten deel gevallen grootvader door een sterfgeval geëerfd hebbend overeenkomen voogd en bloedverwant gebloemd fluweel o.a. weduwnaar of weduwe, die met jonge kinderen in een gemene boedel achter bleef. geweven stof, inslag v. wol, schering v. zijde soort sajetgaren zijden bovenrok (bij) verstek boek rode kleur rekeneenheid van 20 stuivers, later kortweg “gulden” genoemd casseren: nietig verklaren, uit ambt ontzetten akte bepaalde rang in ridderorde verschijnen toestaan, overeenkomen toestemmen, goedkeuren vaststellen courant? neef/ nicht hoge zandgrond rente op een onroerend goed gevestigd, betaling van een koopsom, boedeleed derde deel schriftelijk getuigenis gedaan dag diep en ver uitstel beschikking, testament destructe?: vernietigend, verwoestend edele, nobele Adrianus kiezen aanwenden, gebruiken uitoefening erfenis naar iemand van buiten de stad franje ganzenoogjes= oogvormig weefselpatroon tevreden gesteld gekozen geschiktste, het gemakkelijkst in geld om te zetten goederen oude Nederlandse munt waarborg halfzijde

122

groffgreyn gueden gun(d)t, ‘t heuck= huik

hijelicken honschot huyffen hy(c)licken in stagije gebrocht indemneren inventarium keurs(lijf) knudel kustti(j)brief lijwaet, lijwaad lyst magen metter doet meubele goederen meut miscijve, miscyve, missive mitsgaders moei molesteren momboir momboirkamer mondig monteren naemaeninghe nootdruft oblygassen, oebelegaass(t)ie oem oirconden ongevoijert onstuyrich ordonnantie ordonnantye pamente peerds pensie pertye possescie presentibus principael procreëren proevenier (provenier) quade betalinge renunciatye renuncieren rinsgulden roosenobel sayen scripsit stedesingnet subject submissye susterling tabbert, tabbaard ter cause vandien tot vermaninge trypen uijtlandich ut supra veertig (40) groten Vlaems stuck

grof weefsel goederen ’t gene, hetgeen wijde cape-vormige mantel: burgervrouwen hulden zich in de huik als ze door weer en wind moesten. Deze wijde cape-vormige mantel werd over het hoofd aangetrokken. Op het hoofd werd de huik soms bekroond door een parapluvormig hoedje met pluim. ( Schandhuik, 1688, Den Bosch. Uit: Verre verwanten.nl) huwelijken, trouwen soort wollen stof doeken, kappen huwelijken tijdvak waarin beoordeeld wordt of bep. rechtstoestanden na verloop van dat tijdvak zullen voortbestaan schadeloos stellen lijst van voorhanden zijnde bezittingen of goederen, boedelbeschrijving om het bovenlichaam sluitend vrouwenkledingstuk, korset haarwrong? betaling van een koopsom linnen rand verwanten metterdaad roerende goederen tante dienstbrief alsook, benevens tante, nicht, stiefmoeder door moedwil beschadigen voogd weeskamer niet meer onder voogd, zelfstandig kunnende beslissen in elkaar zetten, van het nodige voorzien aanmaning? dringende behoefte obligatie oom schriftelijk getuigenis doen ongevoerd niet te sturen, niet te leiden regeling, verordening regeling, verordening betaling paars uitkering portie, deel possessie= bezit aanwezige heer, meester, opdrachtgever, hoofdpersoon, origineel (document) verwekken wie een prove geniet; levenslang onderhoud door een liefdadige inrichting wanbetaling opzeggen van een zaak afstand doen Rijnsgulden oude Engelse gouden munt gekeperde wol heeft geschreven cachet, zegelring, titelvignet van een stad onderwerp, partij onderwerping, onderdanigheid neef of nicht bovenkleed waarvan de oorzaak is, wegens, vanwege aanmaning/ terechtwijzing velours in het buitenland als boven boekhoudkundige rekenwijze:

123

vermeille vesetten vierdepaert vierdraet visonteren, visyteren vlieger

voeder voerwaert waerbryve waernis weerdich weesbuyck wesbuck Wilhelmus schilt willen winnen, telen zuiver gelt zurchyn

1 pond Vlaams= 6 gulden= 20 schelling= 120 stuiver= 240 groot= 960 duit= 1920 penning; 1 groot vertegenwoordigde een waarde van een ½ stuiver. verguld zilver facetten? vierde deel vierdraads wol/weefsel onderzoeken, bezoeken, bezichtigen soort overjurk: “Hun kleding was voor 1618- en dus zeker voor 1627- beslist ouderwets te noemen: de moeder heeft een vlieger aan: een over het lijfje gedragen soort overjurk, die van voren open is met een opstaande kraag en poffende mouwen. Werd gewoonlijk gemaakt van zwarte of donkere stof en gegarneerd met zwart passement” Uit: Jacob Cats, Sinne- en minnebeelden- 1627. voering voorwaarde brief, waarin vermeld de vrijwaring van eigendomsoverdracht vrijwaren, het zekeren van iemands eigendomsrechten waard (wees)boek weesboek oude Nederlandse munt wijlen verwekken gangbaar geld chirurgijn

124

125

AKTEN VAN DE WEESKAMER VAN BEVERWIJK

Recommend Documents