Nr. 1 Juni 2006
SURINAME BUSINESS SURINAME BUSINESS COALITION COALITION AGAINST HIV/AIDSagainst HIV/AIDS
Multisectorale aanpak moet tij hiv/aids keren De hiv/aids-epidemie vormt een grote bedreiging voor de Surinaamse samenleving. Daarom mag de strijd tegen deze vreselijke ziekte niet alleen worden overgelaten aan de overheid. Gebleken is bovendien dat alleen een multisectorale aanpak het tij kan keren. Zo kan de private sector een bijdrage leveren, door het formuleren en uitvoeren van een hiv/aids-beleid in de bedrijven. En door daarnaast haar activiteiten zo goed mogelijk te laten aansluiten bij andere sectoren. Een Business Coalition is het ideale instrument om dit in de praktijk te brengen. Het uitvoeren van preventieprogramma’s is in het algemeen geen eenvoudige taak. Hoeveel geld, moeite en tijd is niet besteed aan antirookacties of veilig verkeercampagnes. Iedereen is het eens met de uitgangspunten van de boodschap, het kost echter erg veel moeite om het gedrag daadwerkelijk te veranderen. Zo is het ook met de preventie van hiv/aids. De leden van de Business Coalition hebben zich gecommitteerd aan iets dat veel energie kost en waarvan de effecten pas op langere termijn zichtbaar zullen zijn. Dat vereist moed en wijs-
heid. We willen de ‘bedrijven van het eerste uur’ dan ook feliciteren met de voortvarendheid van hun CEO’s en HR-managers. Zij vervullen een voortrekkersrol voor anderen in de private sector. In deze eerste fase roeien we met zijn allen nog tegen de stroom in. Daarom is externe financiering zo belangrijk. De ondersteuning van de Nederlandse Ambassade kon dan ook op geen beter moment komen. Elk nieuw initiatief ondervindt tegenstand; onbekend maakt tenslotte onbemind. Het is daarom van belang duidelijk te maken wat de Business Coalition is, en hoe het bedrijven kan helpen bij de aanpak van het hiv/aids-probleem. In dit bulletin geven vertegenwoordigers uit verschillende sectoren hun mening over het belang van de Business Coalition. Hopelijk wordt hiermee een bijdrage geleverd aan een grotere bekendheid van dit bijzondere initiatief. De redactie
SBC against HIV/AIDS 1
Nederlandse Ambassadeur Henk Soeters
“Hiv/aids nóg hoger op de agenda” Voor de Nederlandse Ambassade in Paramaribo staat de hiv/aids-problematiek in Suriname hoog op de agenda. Ambassadeur Henk Soeters voelt zich erg betrokken bij de preventieprojecten in het land, en begon een jaar geleden een speurtocht naar de mogelijkheid hier een zinvolle ondersteuning aan te geven. “Wij wilden hiv/aids nóg hoger op de agenda plaatsen, maar wisten niet direct hoe we dat het beste konden aanpakken. Er zijn al zoveel projecten”, zegt Soeters. Vorig jaar stelde president Ronald Venetiaan de aids-problematiek in Suriname aan de orde in zijn jaarrede. En in het strategisch plan van de overheid werd vooral de private sector opgeroepen een aandeel te leveren in de preventie van hiv/aids. Het bleek dat binnen de private sector nog nauwelijks een hiv/aids-beleid voor de werkvloer is ontwikkeld. Daarom nam de Nederlandse Ambassade het initiatief voor de Business Coalition. Het idee kwam uit Afrika. “In veel Afrikaanse landen worden bedrijven betrokken bij de preventie van hiv/aids. Al kan je Suriname natuurlijk niet vergelijken met Afrika.” Suriname heeft in vergelijking met veel Afrikaanse landen een aanzienlijk lager percentage hiv-besmette personen. In sommige Afrikaanse landen loopt dat aantal op tot wel 30 procent, in Suriname ligt het officiële percentage op 1,9 procent. “De desastreuze economische, maar vooral ook sociale gevolgen van hiv/aids, beginnen zich in delen van Afrika af te tekenen. In Suriname is het percentage dan wel laag, maar verdere verspreiding van het virus kan juist vanwege de kleine bevolking ook hier desastreuze gevolgen hebben.” Daarom is het van belang dat het programma van de Business Coalition vooral een preventief karakter heeft. In de Business Coalition werken bedrijven samen om hiv/aids op de werkvloer tegen te gaan, en mensen die al besmet zijn met het virus, te begeleiden zodat ze nog een lang en productief leven kunnen leiden. Want de grootste groep
2 SBC against HIV/AIDS
hiv-positieven bevindt zich in de leeftijd van 15 tot 49 jaar. Met andere woorden: mensen in de meest productieve fase van hun leven. Acht grote bedrijven werden benaderd. “En ze waren positiever dan we verwacht hadden”, aldus de ambassadeur. “Werknemers zijn natuurlijk een investering, en als je investering komt weg te vallen, door ziekte of zelfs overlijden, dan kost dat geld. Met goede preventieprogramma’s kunnen de risico’s beperkt worden.” Het initiatief wordt gesteund door de ministeries van ATM en Volksgezondheid, en de vakbond. De VSB speelt een coördinerende rol. De Nederlandse Ambassade is faciliterend door deskundigheid en financiën beschikbaar te stellen voor de komende drie jaar. Daarna moet het bedrijfsleven het verder zelf doen, zowel inhoudelijk als financieel. De verwachtingen van de Nederlandse Ambassade zijn positief. Er wordt vanuit gegaan dat zich op korte termijn meer bedrijven aansluiten bij de Coalition. “Bij hiv/aids mag concurrentie geen rol spelen. Bedrijven staan samen sterker, ze helpen elkaar en ondersteunen gezamenlijk het nationale preventieprogramma. We moeten de toename van hiv/aids stoppen. Het relatief lage aantal besmettingen en de beschikbaarheid van een behandeling, mogen niet leiden tot passiviteit. Want aids is een tijdbom. En het effect op een kleine maatschappij als Suriname is heel groot. Je kan hierbij nooit achterover leunen. Want aids houdt niet op bij een gesloten deur. Het kruipt er gewoon onderdoor.”
“Hiv-besmette mensen mogen niet brodeloos worden”
John Courtar – ATM
Twee jaar geleden begon een intensieve samenwerking tussen dit ministerie en het Nationaal Aids Programma (NAP). Het ministerie moet in de gaten houden wat er international binnen de ILO op het gebied van hiv/aids wordt afgesproken. “Wij onderzoeken dan of die afspraken passen binnen onze regelgeving. En zo niet, dan moeten we kijken of we die regelgeving kunnen aanpassen. Wat het hiv/aids-beleid betreft, lopen we een beetje achter; we zijn nog steeds bezig het op papier te zetten. Maar we zien de noodzaak er zeker van in. Wij willen ervoor zorgen dat het komende arbeidspotentieel gezond blijft, en dat hiv-besmette mensen die nu werken, niet brodeloos worden.” Courtar ziet dat de Business Coalition zich op
“Het ministerie van Arbeid, Technologische ontwikkeling en Milieu moet zorgen voor een gezond arbeidspotentieel. Want als we nú geen maatregelen treffen, zullen we ons in de toekomst zeker zorgen moeten gaan maken.” Dat zegt John Courtar, medisch adviseur van het ministerie van ATM. dit moment vooral richt op de grote bedrijven. “Zij hebben de middelen om aan een hiv/aidsbeleid te werken. De meeste van hen doen aan ISO certificering en hebben al een standaard voor veiligheid en gezondheid. Vaak betekent dit dat ze ook een hiv/aids-protocol hebben, waaraan ze zich moeten houden”, aldus Courtar. “We moeten ons arbeidspotentieel koste wat het kost gezond houden, want anders kunnen we straks wel inpakken. Dan heeft de overheid geen inkomen meer. En ik zal er zeker voor zorgen dat ook de overheid, de grootste werkgever in Suriname, er aan gaat werken dat ze haar verplichtingen nakomt als het gaat over hiv/aids op de werkvloer.”
SBC against HIV/AIDS 3
“Over een jaar moeten we een duidelijke visie geformuleerd hebben” “Ik zie beslist iets in de Business Coalition”, zegt Jane Milan, human resource manager van CKC Surmac. “Er zijn nog zóveel vragen. Hoe ga je bijvoorbeeld om met iemand die hiv-positief is, en wat moet je doen als iemand ziek wordt? Want als bedrijf heb je gerekend op bepaalde resultaten, en die kunnen omlaag gaan als mensen ziek worden. Kan je die mensen dan laten herkeuren, en ergens anders inzetten? Dat is voor ons niet duidelijk, en ik denk dat we op dat soort vragen antwoord kunnen krijgen in de Business Coalition. Jane Milan -Human Resources Manager
We kunnen heel gericht kijken naar de specifieke problematiek die hiv/aids op de werkvloer met zich meebrengt. En ik geloof niet dat Kersten het enige bedrijf is dat hiermee zit.” Zelf merkt Milan nog niets van hiv/aids binnen het bedrijf. Ook niet als ze de cijfers van het ziekteverzuim erbij haalt. “Maar als ik kijk naar de cijfers nationaal, zeker in de wetenschap dat hiv/aids onder jongeren toeneemt, dan moet je er als werkgever op voorbereid zijn dat het over een aantal jaar nóg moeilijker is om personeel te vinden. Nu hebben we al gebrek aan kader, maar straks zitten we helemáál te kijken hoe we onze arbeidsplaatsen adequaat kunnen invullen.” Milan is er daarom voorstander van om binnen het bedrijf te werken aan preventie. “Het grootste deel van je leven ben je aan het werk, en als werkgever heb je ook een vormende taak. Wij noemen dat het recht op ontwikkeling
4 SBC against HIV/AIDS
en ontplooiing. Wij hebben bijvoorbeeld veel jonge mensen in dienst, en zij moeten continu bewust gemaakt worden van de consequenties van onveilige seks. Je kan het niet vaak genoeg herhalen, want het blijkt dat de mens nogal nonchalant omspringt met dit soort dingen. Voor velen is het nog ver van hun bed, totdat ze er zelf mee in aanraking komen.” Ook Milan heeft zelf twee mensen gekend die zijn overleden aan aids. “En dan pas zie je de gevolgen; de kinderen die achterblijven en wat voor impact het heeft op een gezin.” Milans verwachting is dat er over een jaar een duidelijke visie geformuleerd is, waarin opgenomen is hoe omgegaan moet worden met mensen op de werkvloer die hiv-positief zijn, en wat er gedaan wordt aan preventie. “Maar als het aan mij ligt, staat dat beleid morgen al op papier.”
“Als enkeling is het moeilijk een hiv/aids beleid op te zetten” Rosebel Goldmines is een nieuwkomer bij de Business Coalition; een bedrijf dat nog niets heeft geregeld op het gebied van hiv/aids-problematiek. Toen de gelegenheid zich voordeed om zich aan te sluiten bij de Coalition, hoefde de directie van het mijnbouwbedrijf dan ook niet lang na te denken.
Het samenwerkingsproject biedt de begeleidende hand, komt met adviezen en raadgevingen en is de link naar andere bedrijven, de overheid en organisaties als Maxi Linder en het NAP. “Dit is een kans die we met beide handen aangegrepen hebben”, vertelt André Forster, health and safety supervisor bij Rosebel Goldmines. “De Business Coalition is zeer welkom. Als enkeling is het heel moeilijk om een beleid op te zetten ten aanzien van hiv/aids. Maar dankzij de komst van de Business Coalition kunnen we met andere bedrijven overleggen, informatie uitwisselen en leren van elkaar, zodat we niet steeds het wiel hoeven uit te vinden. En het meest belangrijke is, dat het een blijvend karakter heeft.” Binnen het bedrijf ziet Forster nog weinig van de problematiek rond de ziekte. “Er zijn wel ziekmeldingen en dergelijke, maar we zien nog geen relatie met hiv/aids.”
André Forster Health and safety supervisor.
Als verpleegkundige weet hij als geen ander wat de ziekte met iemand kan doen. “Iemand van wie de dagen zijn geteld, die niet lang meer heeft te leven en dan ook nog gediscrimineerd wordt, dat is vreselijk. Als mensen horen dat iemand hivpositief is, dan nemen ze afstand. Zelfs binnen de familie gebeurt dat. En ik wil dat dát geminimaliseerd wordt. We moeten de mensen blijven accepteren. Daaraan wil ik werken.” Forster kijkt reikhalzend uit naar het moment dat de Business Coalition samen met de bedrijven beleid gaat maken, en tot overeenstemming zal komen met de overheid en de verzekeringsmaatschappijen. “Want aids-remmers moeten worden gedekt, en de overheid moet desnoods de wetgeving zodanig aanpassen, dat mensen met hiv/aids niet meer gediscrimineerd worden.”
SBC against HIV/AIDS 5
“We verliezen vakmensen” Een formele rol heeft de vakbeweging nog niet binnen de Business Coalition. Maar ze verwacht die straks wél te gaan spelen. “Het gaat om werknemers, en daarom moeten wij er ook bij betrokken zijn”, vertelt Yolanda Souprayen, bestuurslid van de vakbeweging C’47.
Yolanda Souprayen - C47
Een van de taken van een vakbeweging, het overtuigen van directie en management van het nut van een bepaald beleid, heeft de Business Coalition al op zich genomen. “De Coalition speelt een belangrijke rol in het gevoelig maken van het onderwerp, en bewustzijn kweken bij de ondernemingen. En dat haalt werk uit onze handen. Wij hoeven dus alleen maar te helpen het beleid te maken. Want de praktijk leert dat als er beleid wordt gemaakt in samenwerking met de vakbeweging, er een breder draagvlak
ontstaat bij de werknemers. Het beleid valt dan beter te verkopen. Werknemers denken nog altijd dat wanneer de vakbond er achter staat, het wel goed zal zijn. En wij staan zeer zeker achter de Business Coalition.” Zag men voorheen hiv/aids vooral als een gezondheidskwestie, nu is bekend dat het ook de werkplek aangaat, omdat de grootste risicogroep de leeftijd van 15 tot 49 jaar heeft. “Die mensen zijn in de bloei van hun productieve leven. Alleen al op grond daarvan moet de vakbeweging ermee bezig zijn. We verliezen vakmensen, en je krijgt discriminatie en stigmatisering op de werkplek.” Souprayen vindt veel aandacht voor preventie het belangrijkst. Ze raakte geïnteresseerd in de hiv/aids-problematiek tijdens een ILO conferentie in Genève in 2000, waar een samenwerkingsovereenkomst werd getekend
tussen ILO en UNAIDS. “Daar was een vrouw uit Afrika die zelf ook hiv-positief was. Zij had het virus gekregen van haar man die in de mijnbouw werkte, en vaak lange tijd van huis was. Haar man stierf en zij werd gediscrimineerd op haar werk. Maar ze is toen opgestaan en is woordvoerster geworden voor hiv-positieven. Toen dacht ik: ‘hé, hier wil ik ook aan gaan werken’. Om mensen met hiv/aids een menswaardig bestaan te geven. Want als we ze opvangen, dan hebben ze nog kans op een goed leven. Maar door het stigma, houdt iedereen zijn mond. Dat moeten we doorbreken.” De vakbeweging verwacht dat er ook daadwerkelijk een beleid komt ten aanzien van hiv/aids op de werkvloer. “En de vakbond zal zich er sterk voor maken dat dat samen wordt gedaan met de vakbond binnen de bedrijven.”
“Als we niets doen, zal over enkele “Met een gezamenlijke aanpak kunnen we betere resultaten bereiken, dan als individuele onderneming”, zegt Ferdinand Welzijn, adviseur Arbeidsaangelegenheden en bestuurslid van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB). De VSB heeft meer dan 200 leden, en de bedrijven die zich hebben aangesloten bij de Business Coalition zijn allemaal lid van de VSB. “Een relatief kleine groep, maar zij kunnen straks als voorbeeld dienen voor andere bedrijven.” De VSB ziet het als haar plicht om te Ferdinand Welzijn - VSB 6 SBC against HIV/AIDS
participeren in de Business Coalition. “Het valt binnen onze doelstelling om, naast het behartigen van de belangen van werkgevers, ook een bijdrage te leveren aan het sociaal maatschappelijk welzijn”, aldus Welzijn. Volgens Welzijn moet eerst gewerkt worden aan de bewustwording van het hiv/aids- probleem. “Vele mensen beschouwen het als iets dat zich ver van hen voltrekt. En over aids geïnformeerd zijn, betekent nog niet dat men zich bewust is van het potentiële gevaar.” Na de bewustwording, moeten de bedrijven zich ook werkelijk verbinden aan het project. “Dat is noodzakelijk voor
“Mensen worden nu zonder toestemming getest, en dat mag niet”
Want er gebeurt nogal wat dat niet door de beugel kan. “Bijvoorbeeld het testen op hiv bij een medische keuring, zonder dat daar toestemming voor is gevraagd aan degene die gekeurd wordt. Een test is altijd vrijwillig, die mag niet opgelegd worden. Dat is een WHO-norm. Maar lang niet alle bedrijven houden zich daaraan.” Dat de hiv/aids-problematiek op de werkvloer nu al groot is, weet het NAP ook. “Als ik zo kijk naar de cijfers nationaal, dan weet ik dat hiv/aids ook op het werk voorkomt. Maar niemand praat er over, uit angst voor de consequenties; mensen zijn bang om ontslagen te worden. Het moet eerst bij iedereen doordringen dat je niet direct dood gaat als je hiv-positief bent. Dat je, net als bij andere chronische ziekten, ook met hiv/aids een toekomst kan hebben. Pas als dat doorgedrongen is tot de mensen, dan
zal er over gepraat worden.” Het NAP is een werkarm van het ministerie van Volksgezondheid, en coördineert de uitvoering van het hiv-beleid. Voor dit project werkt het NAP samen met de ministeries, de vakbond, de VSB en de bedrijven. “Het is heel belangrijk dat er een beleid komt voor bedrijven, want anders kan je werknemers maken en breken. Met een goed hiv-beleid bescherm je de werknemers en hou je tevens de bedrijven in stand”, zegt Sweet. Volgens Sweet wordt er met de Business Coalition eigenlijk achterstevoren gewerkt. “Op ministerieel gebied gaat de arbeidswetgeving veranderen, met behulp van de ILO code of Practice. Zover is het nog niet, maar nu beginnen bedrijven al een beleid op te stellen.” Dat is volgens Sweet aan de ene kant niet handig, want als een bedrijf zich niet aan dat beleid houdt, kan
Mariska Sweet -NAP
Een beleid op gebied van hiv/aids binnen bedrijven is heel hard nodig, volgens Mariska Sweet, prevention-officer bij het Nationaal Aids Programma (NAP).
de werknemer nog nergens naar toe om zijn recht te halen. Aan de andere kant is de Business Coalition juist een goed initiatief, omdat een verandering op overheidsniveau nog wel even kan duren. “Je moet er in ieder geval ervoor zorgen dat straks dezelfde boodschap wordt uitgezonden, en dat ze beiden gaan voor hetzelfde doel.” Het NAP heeft hoge verwachtingen. “We hopen dat er een eenduidig beleid komt en dat de hiv-positieve werknemers beschermd zullen worden door een goede verzekering. Maar ook dat er een mogelijkheid wordt gecreëerd dat ze zo lang mogelijk kunnen en mogen blijven functioneren op hun werk.”
jaren de situatie verergerd zijn” een adequate aanpak. Want alleen dan ben je ook bereid de problematiek te beheren én te beheersen.” Medewerkers met hiv/aids mogen volgens Welzijn niet anders behandeld worden dan mensen met een andere aandoeningen. “Discriminatie en stigmatisering moeten verdwijnen binnen ondernemingen. Iedereen moet gelijke kansen hebben. Hiv/aids is weliswaar ongeneeslijk, maar het is wél te behandelen. Een grote uitdaging is dan ook de verzekeringsmaatschappijen zover te krijgen dat ze in hun pakket ook de dekking voor hiv/aids opnemen.”
Een groot punt van zorg, is dat veel directies denken dat hiv/aids geen probleem van het bedrijf is. Welzijn wijst er daarom op dat de ziekte zowel direct als indirect de productiviteit kan beïnvloeden. “Direct wanneer een medewerker besmet is en fysiek niet in staat is zijn werk te doen. Indirect treft het de productiviteit binnen een bedrijf, als bijvoorbeeld een gezinslid van het personeelslid besmet is. Want dat zal ongetwijfeld invloed hebben op het dagelijks functioneren van de medewerker.” Daarom is het noodzakelijk om vanuit het bedrijf zelf initiatieven te nemen. “Wij moeten preven-
tief te werk gaan, want het kan zijn dat over enkele jaren de situatie verergerd is. Mensen zijn vaak geneigd een probleem aan te pakken op het moment dat het zich manifesteert. Maar dan is het meestal al te laat. En het hiv/ aids-virus is een probleem over de hele wereld, dus Suriname zal vast geen uitzondering zijn.” De VSB verwacht dat na verloop van tijd meer bedrijven zich aansluiten. “Het is een uitdaging voor het bedrijfsleven om voortdurend aandacht te schenken aan dit probleem. Dit mag geen ‘kar’o wir faya’ zijn.”
SBC against HIV/AIDS 7
Uitgave van de Suriname Business Coalition against HIV/AIDS onder auspicien van Pharmaccess Foundation
E:
[email protected] W: www.surinamebusinesscoalition.org Coalition partners: Suralco LLC Staatsolie Maatschappij Suriname N.V. BHP Billiton N.V., Surinaamse Brouwerij N.V. CKC Holding N.V. Fernandes Group N.V. Rosebel Goldmines Suriname Alcoholic Beverages N.V. Overall coördinatie en uitvoering Tekst en coördinatie Eindredaktie Fotografie Vormgeving
8 SBC against HIV/AIDS
Dolores de Miranda Ageda Venema Tanya Wijngaarde Hester Jonkhout Rick Chin Cheu Choi