í In dromen keren we terug î surrealistisch drama in drie bedrijven
EERSTE BEDRIJF Prelude Licht: het lichtblauwe, zachtjes pulserende licht wordt uiterst langzaam, nauwelijks merkbaar gedimd. Geluid: eerst is een flauw geruis hoorbaar, net alsof je op een zwoele zomeravond in de schemering naar het kraken van de wereld luistert. De klank wordt luider naarmate het licht wordt weggezogen en wanneer de laatste glimp verdwijnt, transformeert het geruis in een lage aanhoudende en dreigende basklank. Na enkele seconden verschijnt een gelige schijf op het bloedrode doek. Iets achter het doek zorgt voor die gloed. Het publiek wacht gespannen af. Vervolgens glijdt het doek opzij en onthult een lantaarnpaal, die in het midden van het podium geel natriumlicht braakt. De basklank klinkt steeds minder luid en transformeert tenslotte in het geluid van zomerse winden. Dat blijft zo tijdens heel het eerste bedrijf. Actie: Een jong meisje van een jaar of twintig met lange, zachtbruine haren komt blootsvoets achter de paal vandaan en plaatst zich eronder. Ze draagt enkel een zwarte beha en een zwart slipje. Met grote ogen kijkt ze doorheen het publiek en reciteert het volgende gedicht: I keep myself in your eyes hand mouth Don’t let me get out ‘cause the people’s icy hands touch me they trample on the streets and I’m afraid of pain There will be no sun tomorrow I know and no rain There will be no home I’ll only survive in you hidden deep like a sponger still deeper
Zodra het laatste woord gesproken is, begint ze luidkeels te schreeuwen net alsof ze in het nauw gedreven is door zoiets onomkeerbaars als de dood. Het publiek schrikt omwille van deze plotse explosie. Even plots als ze begon te schreeuwen stopt ze en stort neer onder het licht van de lantaarn. Het gele natriumlicht dooft en het doek roffelt terug dicht. Geluid: de wind wordt bijgestaan door de zware basklank zolang het doek gesloten blijft.
Hoofdhandeling Geluid: de basklank neemt opnieuw af. De winden blijven razen. Het doek glijdt opzij. In plaats van het podium te onthullen, wordt een tweede bloedrood doek zichtbaar. Dat glijdt vervolgens ook open. Licht: een blauw, zacht pulserend blauw licht klaart het podium homogeen op. Actie: Een oude, naakte man zit op een glanzende metalen stoel, links op het podium. Hij is een beetje van het publiek weggekeerd zodat niemand echt zijn gezicht ziet en men slechts een glimp kan opvangen van zijn profiel. Hij staart stil voor zich uit, vastgebonden met een dik touw. Naast hem staat een rudimentair tafeltje met een formica blad. Daarop staat een dampende kop koffie. Voor hem, aan de andere zijde van het podium, zitten een man en een vrouw (dertigers) in nette pakken rijkelijk maar gulzig te eten. Kosten worden blijkbaar niet gespaard (Champagne, kreeft en vooral hopen kaviaar, die er echter uitziet als een wansmakelijke, papperige brij). Rond de stoel van de etende man kronkelt een sissende slang. Nadat ze beiden verzadigd zijn, beginnen ze zich uit te kleden. Eenmaal ze volledig naakt zijn, besmeuren ze elkaar met het voedsel en de kaviaar. Ze beginnen wild te vrijen op de tafel. De oude man aanschouwt alles. Licht: het pulseren verloopt steeds sneller, haast stroboscopisch. Geluid: de zware bas weerklinkt opnieuw, maar is tevens in zeer korte intervallen opgebroken. Het doek glijdt opnieuw dicht. Licht: alle licht dooft zodra het doek volledig gesloten is. Geluid: alle geluid sterft weg zodra het doek gesloten is. Einde EERSTE BEDRIJF [2]
TWEEDE BEDRIJF Hoofdhandeling - Dialoog Licht: achter het doek wordt alles opgelicht met geel natriumlicht. Geluid: absolute stilte. Het doek roffelt open in een keer. Actie: Op het podium staan twee rode sofa’s, elk in een uithoek. Tussenin pronkt een Venusbeeld onder een blauwe spot. In de zetel links zit iemand (man of vrouw, d.i. niet duidelijk voor het publiek) in een zwart lederen SM-pak. Enkel de ritssluiting voor de mond is geopend. Aan de andere zijde zit een grijze veertiger, ongeschoren. Hij heeft een vrij net pak aan dat echter slordig zit. Verschillende knopen van zijn hemd zijn geopend. De das hangt los. De man ligt haast als een versleten voddenpop in de zetel. Plots spreekt de figuur in het SM-pak. Het blijkt een vrouw te zijn. Vrouw: Mephisto, spreek. (fluisterend) Mephisto: Voor zover mijn herinneringen teruggaan in de vernietigende tijd, is de verstandhouding tussen de ouders van mijn moeder, Hilde, en die van mijn vader, Hendrik, steeds gebaseerd geweest op ongegronde vijandelijkheid. Die houding vormde een eerste groot struikelblok in het huwelijk van mijn ouders. Hilde koos de zijde van haar ouders, uiteraard en beschimpte Hendriks oudjes altijd en overal. Altijd en overal. (de toon van de man is steeds zeer zakelijk en sereen) Vrouw: Olias, spreek. (normale toon) Olias: Hilde had op z’n minst gezegd een vrij opportunistische relatie met hen. Zo gingen we driemaal naar het buitenland op vakantie met Hendriks ouders. Vooraleer we vertrokken pleegde Hilde vrij regelmatig… Vrouw: Hoor, bijna elke dag. (normale toon) Olias: …telefoontjes naar mijn grootouders om in een goed daglicht te vertoeven. Eens we samen in het buitenland waren, was het echter uit met hun onderlinge communicatie en konden mijn grootouders als brave hondjes achter haar aan huppelen. Zodra we terugkwamen uit vakantie, was het eveneens gedaan met telefoontjes plegen. Vrouw: Phantasmo, spreek. (luider maar niet overdreven) Phantasmo: Mijn grootouders langs vaders zijde zijn steeds de zondebok geweest om geen enkele aanwijsbare reden. Ik herinner me dat we enkele jaren geleden samen met Hilde’s moeder naar een nieuwjaarsdiner gingen. Mijn grootvader was reeds dood. Hendriks ouders werden niet uitgenodigd. Het ging zelfs zover dat mijn moeder het belachelijk vond dat Hendrik even langs zijn ouders zou gaan om hen een gelukkig nieuwjaar te wensen. Hij is dan ook niet geweest om ruzie te vermijden. Vrouw: Ender, spreek. (haast schreeuwend) Ender: De absolute ruziestoker was zonder twijfel de moeder van mijn moeder. Zij gaf blijk van een haast ziekelijke afkeer van mijn vader en diens ouders. Alle vijandigheid [3]
ging uit van Hilde en haar moeder. Het waarom is mij tot op heden nog niet duidelijk, maar lijkt gestoeld op onzinnige jaloezie en verachtelijke haatgevoelens. Vrouw: Ondeeds, spreek. (luidkeels schreeuwend) Ondeeds: Het is zonder meer duidelijk dat deze ‘voorbeeldige’ relatie-eigenschappen geen gunstige invloed hadden op mijn vader. Wat je normaal zou verwachten… Vrouw: Dit is hoogoplaaiende ruzies tussen mijn ouders omwille van die penibele situatie. Ondeeds: …gebeurde niet. Integendeel, Hendrik leerde leven met deze situatie, gebukt gaande onder de ijzeren greep, die zijn schoonmoeder uitoefende op haar dochter. Het zou echter niet blijven bij de haat jegens zijn ouders. Het manipulerende spel van de ijzige duivelin zou Hilde zonder reden tegen hem keren. Vrouw: Magnus, spreek. (fluisterend) Magnus: Lang geleden stierf mijn grootvader. Het huis waar zijn vrouw, het woeste beest, woonde, werd verkocht en Hilde gaf haar daar gevestigde kapperszaak op. De beslissing die daarna viel, heeft ons in de onwezenlijke situatie gebracht waarin mijn moeder van mijn vader wilde scheiden. Nochtans is die beslissing er een die in vele gevallen zou worden genomen, een op het eerste gezicht logische ingreep. Mijn ouders beslisten… Vrouw: En vader heeft dat op geen moment tegengesproken. Magnus: …om de manipulerende tiran bij ons in huis te nemen. Werk noch kosten werden gespaard om het haar bij ons comfortabel te maken. Er werd een volledige studio ingericht, waar ze tenvolle van haar privacy kon genieten. Wat verwacht je vervolgens? Een hoop dankbaarheid misschien? Als mijn grootmoeder een normaal mens was, zou een greintje appreciatie misschien gekund hebben, maar nee, de bijkomende prijs die elk lid van ons gezin onvermijdelijk zou moeten betalen was ongeluk, verdriet en ruzie. Vrouw: Wolver, spreek. (normale toon) Wolver: Hendrik wist maar al te goed wat kon gebeuren zodra ze bij ons introk, maar toch stemde hij in om haar in huis te nemen. Dat alles om niet in conflict te komen met Hilde. Iedereen wist dat er brokken zouden van komen: de ouders van mijn vader, mijn zus en ik om maar te zwijgen over de vele mensen die mijn grootmoeder wat beter kenden. Nog geen maand nadat ze bij ons was ingetrokken, ontstonden de eerste vuurhaarden. Meer en meer begon ze een sterke haat te ontwikkelen jegens mijn vader en liet dat ook volop merken. (pauzeert) Telkens mijn zus en ik bij haar in de studio zaten, begon ze te chargeren over arme Hendrik. De redenen voor haar haat waren ronduit belachelijk. Zo kon ze het onmogelijk uitstaan dat hij cd’s verzamelde of naar films keek, dat hij niet in de tuin werkte en bijgevolg lui was. Constant moesten mijn zus en ik die maalstroom van beschuldigingen verwerken. Overdag waren enkel mijn moeder en grootmoeder thuis. Hendrik vertrok om zeven uur ‘s morgens en kwam pas om halfzeven ‘s avonds terug. Mijn zus en ik zaten op school. Vrouw: Venom, spreek. (luider) Venom: Nu had mijn grootmoeder de meest fantastische kans van haar leven om Hilde eens deftig te bewerken. Die liet ze dan ook niet liggen, wat duidelijk te merken was aan de manier waarop mijn moeder van dag tot dag veranderde. Een eerste onooglijke zaak was de afwas. In plaats van dat mijn moeder die overdag deed, moest mijn vader hoognodig, nadat hij ‘s avonds thuiskwam, nog samen met haar beginnen af te wassen. [4]
Let wel, om halfzeven thuiskomen wil zeggen om zeven uur klaar zijn met eten en pas om halfacht klaar zijn met de afwas. Als je ‘s morgens om halfzeven opnieuw moet opstaan, ga je niet slapen om twaalf uur, maar eerder om half elf of elf uur. Wat blijft er in godsnaam van je vrije tijd over als die door zulke dingen wordt ingeperkt? Mijn moeder had de godganse dag de tijd om even af te wassen, maar nee plots moest dat ‘s avonds gebeuren. Misschien een detail, maar mijn vader ging hier gewillig mee akkoord zonder morren. Wat vulde de dag van mijn moeder dan zoal? Regelmatig… Vrouw: Hoor, twee, soms tot drie dagen in de week. (normale toon) Venom: …kwam er wel iemand langs om mijn grootmoeder te bezoeken. Bijgevolg is je namiddag vrij goed gevuld. Als er dan niemand kwam, gingen ze naar de stad om iets te drinken. Onze overbuurvrouw ging regelmatig mee op die uitstapjes. Ondertussen zat mijn vader in Brussel van ‘s morgens tot ‘s avonds zijn zak af te draaien en kon hij als hij thuiskwam nog eens beginnen met het huishouden. Aldus begon de duivelin, die spijtig genoeg mijn grootmoeder bleek te zijn, haar greep op Hilde te verstevigen. Ze begon haar te paaien met geld, kocht haar allerlei dure zaken en liet haar de lokkende vrijheid proeven. In haar achterhoofd rijpte een plan haar van mijn vader weg te lokken. Vrouw: Damien, spreek. (haast schreeuwend) Damien: Thuis ontstonden ongegronde ruzies over geld. Mijn moeder had een eigen bankkaart en had elke week vijfduizend frank om in ons levensonderhoud te voorzien! Als je dat aan allerlei zaken begint te verbrassen, is het logisch dat je er niet mee rond raakt. Zo kan onze overbuurvrouw getuigen dat ze ooit een slipje kocht, waarvan ik de… Vrouw: Hoge. (normale toon) Damien: … prijs niet ken. Ondertussen breidde haar garderobe uit met de hulp van haar moeder en slonk de onze. Hilde ontwikkelde tevens een hobby, waar mijn grootmoeder überhaupt niets tegen had. Ze begon aerobics te beoefenen. Mijn vader kocht haar enkele video’s van Jane Fonda en een stel gewichten. Naast de bezoekjes en de uitstapjes werd de rest van haar tijd gevuld met dansen in de living of toertjes lopen op een weg bij ons in de buurt. Niet lang daarna nam ze opnieuw contact op met een schoolvriendin. In die context kan ik omwille van de bijhorende ironie niet anders dan vermelden dat Hilde ooit zei dat vriendinnen enkel goed waren om je huwelijk kapot te maken! Ook die vriendin kwam regelmatig bij haar langs en vice versa. Vrouw: Godan, spreek. (luidkeels schreeuwend) Godan: Op een dag kwam ik thuis van school. Hilde was er nog niet. Ik wist dat ze naar haar vriendin was. Normaal gezien zou ze thuis zijn om vijf uur. Ik wachtte tot mijn vader thuiskwam om halfzeven. Nog steeds geen nieuws van mijn moeder. Hendrik belde naar haar vriendin en vernam dat ze daar al van iets voor vijf weg was. Niemand had enig idee waar ze was. Rond halfacht kwam ze uiteindelijk thuis en vertelde dat ze bij de postbode had gezeten! Toen mijn vader liet blijken dat hij daar logischerwijze niet blij mee was, antwoordde ze kwaad dat ze mocht staan en gaan waar ze wilde zonder dat ze daarover verantwoording aan ons moest afleggen. Blijkbaar kon het haar geen barst schelen dat we allemaal ongerust waren en dat er geen eten op tafel stond. Wat de postbode betrof, die kwam regelmatig in huis om mijn grootmoeders pensioen te brengen. Telkens boden ze hem een borreltje aan en praatten ze over de meest vunzige dingen die je je maar kunt indenken. Dat weet ik daar mijn moeder het me zelf heeft gezegd. [5]
Vrouw: Gresk, spreek. (fluisterend) Gresk: Ook de band tussen haar en de ouders van mijn vader was al een tijdje verbroken. Elke zaterdag ging ze mee tot bij hen om er te eten. Op een dag begon ze er ruzie te maken over een onooglijke zaak in verband met de kapper. Ze zou normaal gezien de dag ervoor mijn grootvaders haar geknipt hebben. Door omstandigheden kon dat niet, maar ze had hem niets laten weten. Omdat hij dus zelf naar de kapper was geweest, vloog ze uit tegen mijn grootouders. Probeer daar de logica maar van in te zien! Logisch of niet, het was reden genoeg om deftig uit te vliegen tegen mijn grootouders. In die discussie zei ze dan weer dan ze van Hendrik hield en ook letterlijk dat ze graag neukten. Dat in het bijzijn van mijn zus en ik. Hendrik zweeg in de discussie en liet zijn ouders uitmaken voor alles wat lelijk is. Wat later op de dag werd de ruzie echter bijgelegd. Mijn grootmoeder kwam mee tot bij ons en liet haar haar doen door Hilde. De volgende week echter wilde mijn moeder niet meer mee gaan eten. Waarom? De ruzie was toch bijgelegd! Er is echter een detail dat we over het hoofd gezien hebben. In de tussentijd had haar moeder eens deftig met haar gepraat en gezegd dat ze er nooit meer zou naartoe gaan als ze van haar was. Als een brave dochter luisterde ze naar haar moeder en kwam ook nooit meer bij mijn grootouders, die voor de zoveelste keer niets hadden misdaan. Vrouw: Txax, spreek. (normaal) Txax: Hendrik moest leren leven met de alsmaar ongunstiger wordende situatie. Gebruikte hij geweld tegen mijn moeder, zei hij haar haar waarheid? Nee, als een schoothondje volgde hij haar in en liet zijn ouders op die manier in de steek. Hilde begon zich steeds vrijpostiger te gedragen. ‘s Morgens wilde ze onze boterhammen niet meer smeren omdat ze niet wilde gedwongen worden ons slaafje te spelen! Ik moest mijn haar laten knippen bij de kapper want ze had er eenvoudigweg de buik van vol. Ik mocht me geen croque-monsieurs meer maken omdat het toestel aan mijn grootmoeder toebehoorde en omdat ik desbetreffende haatspuier geen liefde meer gaf. Waar moest ik die liefde in godsnaam nog uit putten! Hilde begon steeds minder met me te praten. De vrijheid begon haar stilaan in haar ban te krijgen en de interesse voor haar gezin loste op. Op een avond gingen mijn ouders naar HDC-rock, een jaarlijks rockfestivalletje georganiseerd door het Heilig-Drievuldigheidscollege. Na het concert ging ik samen met enkele kameraden iets drinken. Mijn ouders deden hetzelfde in een andere café. ‘s Anderendaags merkte ik dat er iets mis was met mijn vader. Hij was de hele dag somber en depressief. Ik praatte met hem en wat hij te vertellen had, klonk ronduit beschamend. Terwijl ze in de café iets dronken, kwamen enkele vrienden binnen. Al gauw was mijn moeder over sport aan het praten en liet daarbij een vriend over haar been wrijven. Hij nam het er gretig van om tenslotte haar spierontwikkeling te bevestigen. Hoe het precies verliep, weet ik niet, maar niemand kan het uit mijn hoofd praten dat mijn moeder openlijk in het bijzijn van Hendrik met die kerel aan het flirten was. Vanaf dan liep de communicatie in ons gezin helemaal spaak. Mijn ouders begonnen te ruziën over de zaken die hadden plaatsgevonden. Vrouw: Regdor, spreek. (luider) Regdor: Toen mijn zus aan Hilde vroeg of ze nog steeds van papa hield, antwoordde ze niets. Toen ze vroeg of ze verliefd was op die ene vriend, antwoordde ze dat iedereen verliefd mocht zijn. De zaak was klaar en duidelijk. De vernietigende invloed van haar moeder had haar zover gebracht bereid te zijn haar gezin op te geven en van de o zo [6]
verleidelijke vrijheid te proeven. Stilaan begon ze eraan te werken een scheiding te bekomen. Ze maakte mijn vader radeloos jaloers en praatte niet meer met hem. Hij mocht niet meer weten waar ze geweest was of wat ze overdag deed. Alles begon in duigen te vallen. Wanneer vader haar vroeg of ze nog van hem hield, antwoordde ze niet, maar zweeg als een graf, koel. Op een dag vertelde ze me dat ze het geld van de verkoop van mijn grootmoeders huis, omgezet in kasbons, die in mijn vaders kluis lagen, had teruggegeven aan de duivelin. De conclusie was opnieuw vrij duidelijk. Mijn grootmoeder wilde er uittrekken en, maar daar dacht ik op dat ogenblik niet aan, mijn moeder zou haar op de uittocht vergezellen. In die tijd, kort tegen nieuwjaar ‘94, zat mijn moeder niet meer met ons in de living, maar vertoefde met haar moeder in de studio. Toen de verhuizer langskwam, ik vermoed althans dat het de verhuizer was, om plannen te maken met mijn grootmoeder, wilde ze mijn vader niet vertellen wie hij was. Hij huilde en smeekte, maar Hilde was onkreukbaar. Ze was hem beu, op hem uitgekeken en wilde de wijde wereld in met mammie. Op oudejaarsavond zat ze opnieuw bij mijn grootmoeder. Rond een uur of elf kwam ze naar boven en trok naar de kamer zonder iets tegen iemand te zeggen, niet tegen mijn vader, niet tegen mijn zus, niet tegen mij. Ik herinner me dat mijn zus naar haar toe ging en haar vertelde dat wat ze deed helemaal verkeerd was. Veertien dagen later, op een kille vrijdagochtend, stond de verhuiswagen voor de deur. Ze was van plan geweest er stil onderuit te muizen, maar dankzij mijn grootvader, die de verhuizer kende waarmee ze de boel had geregeld, wisten we ervan. Mijn zus was naar school, maar mijn vader en ik bleven thuis. Alles werd stil ingeladen. Mijn moeder en mijn grootmoeder, zeiden niets tegen iemand, ook niet tegen mij en vertrokken, statig en vastbesloten. Alles was stuk. Ondertussen had mijn moeder reeds een tijdje een advocaat onder de arm genomen met het oog op een scheiding. Met een brief van deze advocaat hadden ze mijn zus meegelokt naar hun vluchtplaats. Gelukkig zag de vrederechter in dat ze aan haar vader moest toegewezen worden. De opvoeding die haar moeder haar in eerste instantie wilde verschaffen was een verblijf in een of andere opvoedingsinstelling. Good riddance! Let wel, al wat mijn vader gedurende de week bereikte met haar op gebied van opvoeding, werd in het weekend vrijwel teniet gedaan bij haar moeder. Ze mocht er roken, uitgaan tot in de vroege uurtjes en werd gestimuleerd aan te pappen met iemand die nota bene zijn eigen moeder had afgetuigd,… kortom ze werd er helemaal niet opgevoed. Mijn moeder zorgde ervoor dat we allemaal in een stroom van verdriet verzuipen. Hendrik is eindelijk een beetje over de eerste grote depressie heen, maar zal altijd een wankel leven blijven leiden. Mijn zus bewandelt het verkeerde pad en ik weet gewoonweg niet meer wat ik nog moet doen om de pijn te verlichten. Alles is zo verdomd zinloos. De enige reden waarom mijn moeder vertrokken is, is om van de vrijheid te proeven. De oorzaak daarvan is een samenspel van de midlifecrisis en een ongezien staaltje manipulatie vanwege het ding dat zich mijn grootmoeder pleegt te noemen. Problemen zijn er in eerste instantie om opgelost te worden en niet om van weg te vluchten. Welke redenen kunnen er zijn? Iets op het seksueel vlak? Bij ons thuis is altijd openlijk over seks gepraat, trouwens een van de pluspunten in onze opvoeding. Als mijn moeder seksueel zou misbruikt zijn dan zou ze er geen achttien jaar hebben laten overgaan. Ik moet zeggen dat ze alleszins nooit geen ongenoegen liet blijken wat betreft hun seksuele praktijken. Zei ze ooit niet dat ze graag neukte! Wie een hond wil slaan, vindt licht een stok. Ik ben er van overtuigd dat ze nog steeds van mijn vader houdt en ik [7]
weet dat hij van haar houdt. De vraag is of die liefde ooit nog zal terug te vinden zijn na de grondige hersenspoeling door haar moeder. Voorlopig hebben we geen gezin meer, geen warmte zoals het hoort, geen leven. Vrouw: Ik, spreek. (luidkeels schreeuwend) Ik: Ik mis mijn moeder. (fluisterend) Vrouw: Wat? (normaal) Ik: Ik zei, in dromen keren we terug. (normaal) Het doek roffelt dicht. Licht: alle licht dooft zodra het doek volledig dicht is. Einde TWEEDE BEDRIJF
[8]
DERDE BEDRIJF Hoofdhandeling Licht: heel de zaal baadt in het zachte, pulserende blauwe licht, dat slechts een vage schemering laat ontstaan. Geluid: het geraas van de wind wordt opnieuw hoorbaar. Terwijl het rode doek openglijdt, keert de bastoon weer. Achter het doek doek zit nog een doek, dat vervolgens ook wordt geopend. Actie: De naakte man en het tafeltje met de koffie bevinden zich opnieuw links op het podium. Rechts op de tafel ligt nu een klein kindje in een wieg. Het huilt. De oude man kijkt ernaar en begint te schreeuwen uit volle borst. Tegelijkertijd stoot hij de kop om, die gevuld blijkt met bloed. Het warme bloed druipt op de houten vloer. Licht: het blauwe licht wordt stroboscopisch. Geluid: De zware bas wordt haast oorverdovend. Algehele chaos. Het doek roffelt snel dicht en alle tumult stopt bruusk. De lichten in de zaal knipperen aan. Uit de luidsprekers klinkt onverwacht een zachte, fluisterende vrouwenstem: in dromen keren we terug!
EINDE
[9]