Afsprakennota. Gezinsopvang. onthaalouders. bij. Goede afspraken, vlotte samenwerking

Afsprakennota Gezinsopvang bij

onthaalouders

“Goede afspraken, vlotte samenwerking”

Vzw Thuishulp Dienst voor onthaalouders Reddie Teddy President Kennedypark 2, 8500 Kortrijk 056/230.230 (optie 2) – [email protected]

Inhoudstafel Inleiding ................................................................................................................................. 1 1.

Algemene gegevens ............................................................................................................. 2

2.

Missie .............................................................................................................................. 2

3.

Pedagogische beleid ............................................................................................................ 2

4.

Algemene werking .............................................................................................................. 3

5.

6.

7.

8.

4.1

Vergunning ................................................................................................................ 3

4.2

Voor wie? .................................................................................................................. 3

4.3

Door wie gebeurt de opvang? .......................................................................................... 4

4.4

Onze begeleiding ......................................................................................................... 4

4.5

Vergunde plaatsen ....................................................................................................... 4

4.6

Samenwerkende onthaalouders ........................................................................................ 4

4.7

Opnameprocedure ....................................................................................................... 5

4.8

Sluiting van de opvang .................................................................................................. 6

4.9

Beëindigen van de opvang .............................................................................................. 6

4.10

Buitenschoolse opvang (schoolgaande kinderen) ................................................................... 6

4.11

Samenwerking met andere organisaties.............................................................................. 7

Wat mag je als ouder verwachten van opvang die een vergunning heeft van Kind en Gezin? .................... 7 5.1

Veiligheid .................................................................................................................. 7

5.2

Omgaan met kinderen ................................................................................................... 8

5.3

Gezondheid ................................................................................................................ 8

5.4

Voeding .................................................................................................................... 9

Richtlijnen voor de ouders .................................................................................................... 9 6.1

Ouderparticipatie ........................................................................................................ 9

6.2

Wennen .................................................................................................................. 10

6.3

Bij het brengen ......................................................................................................... 10

6.4

Bij het afhalen .......................................................................................................... 10

6.5

Opvoeding ............................................................................................................... 10

6.6

Voeding .................................................................................................................. 11

6.7

Ouders met een ziek kind ............................................................................................. 11

6.8

Toedienen van geneesmiddelen en de aanpak van koorts ...................................................... 11

6.9

Medische begeleiding .................................................................................................. 13

6.10

Opvangovereenkomst .................................................................................................. 13

Financieel ...................................................................................................................... 14 7.1

Vaststelling van de prijs .............................................................................................. 14

7.2

Facturatie ............................................................................................................... 15

7.3

Vergoeding van de onthaalouder .................................................................................... 16

Diverse .......................................................................................................................... 16 8.1

Verzekering .............................................................................................................. 16

8.2

Kwaliteitshandboek .................................................................................................... 17

Afsprakennota gezinsopvang Reddie Teddy - januari 2015

8.3 9.

Tot slot ................................................................................................................... 17

Ethiek ........................................................................................................................... 17 9.1

Wet op de privacy ...................................................................................................... 17

9.2

Portretrecht ............................................................................................................. 17

9.3

Beroepsgeheim ......................................................................................................... 17

9.4

Respect................................................................................................................... 17

9.5

Wijzigingen in afsprakennota ........................................................................................ 18

10. Bijlagen ......................................................................................................................... 18


Inleiding De afsprakennota maakt ouders wegwijs in gezinsopvang Reddie Teddy. Wanneer een ouder zijn kind toevertrouwt aan een onthaalouder, dan is dit het begin van de samenwerking tussen ouder, onthaalouder en organisator. Vandaar deze afsprakennota, want bij een goede samenwerking horen goede afspraken.

Verduidelijkingen Kind en Gezin: het agentschap van de Vlaamse overheid op gebied van kinderopvang Onthaalouder: de begeleider van uw kind tijdens zijn opvang. Kind en Gezin spreekt daarom ook wel van de kinderbegeleider gezinsopvang Organisator: vzw Thuishulp, gezinsopvang Reddie Teddy Kinderopvanglocatie: plaats waar uw onthaalouder uw kind(eren) opvangt Coördinator: personeelslid van de organisator en uw contactpersoon. De coördinator begeleidt en ondersteunt uw onthaalouder Opvangovereenkomst: het contract dat u voor de opvang van uw kind afsloot met de organisator Opvangplan: het geheel van opvangdagen dat u in samenspraak met uw onthaalouder reserveerde bij de organisator. Het opvangplan maakt deel uit van uw opvangovereenkomst Respijtdag: een opvangdag die u reserveerde maar waarop uw kind niet naar de opvang kwam, en waar u niet voor hoeft te betalen (ook wel eens verantwoorde afwezigheidsdag genoemd) . Het aantal respijtdagen in een kalenderjaar is afhankelijk van uw opvangplan (voltijds, of deeltijds) Dagprijs: de prijs die u betaalt voor een opvangdag, deze prijs staat op uw attest inkomenstarief vermeld Secretariaat: administratieve cel van de organisator (in Kortrijk)


1

1. Algemene gegevens Thuishulp vzw kreeg van Kind en Gezin de vergunning als organisator gezinsopvang. Als organisator werken we samen met verschillende kinderopvanglocaties gezinsopvang. Dat zijn de onthaalouders. Elke kinderopvanglocatie gezinsopvang (onthaalouder) heeft eveneens een vergunning van Kind en Gezin. Onze gezinsopvang voldoet aan de eisen van de overheid. Voor elk kind in de opvang is er een inlichtingenfiche. De contactgegevens van de organisator en de opvanglocatie vindt u in deze afsprakennota en in uw opvangovereenkomst.

2. Missie Alle ouders, zonder onderscheid van etnische, sociale en religieuze achtergrond kunnen beroep doen op de dienst kinderzorg. De organisator heeft bijzondere aandacht voor kinderen van ouders die door werkomstandigheden zelf niet kunnen instaan voor de opvang, van ouders die omwille van sociale of pedagogische redenen ondersteuning nodig hebben, van ouders die een laag inkomen hebben of van alleenstaande ouders. De kinderzorg biedt een full service: een compleet toegankelijk en kwaliteitsvol service -aanbod. Wij hechten veel belang aan solidariteit en respecteren de rechten van het kind zoals vermeld in het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Kinderen en hun ouders zijn de spilfiguren in onze werking.

3. Pedagogische beleid Goede kinderopvang dient zorg te dragen voor de gezondheid en veiligheid van de kinderen en hun ontwikkeling te bevorderen. Zo bieden we hen de beste kansen om hun talenten en vaardigheden te ontplooien. Goede kinderopvang heeft een langdurig positief effect op de ontwikkeling van kinderen. We onderschrijven het pedagogisch raamwerk van Kind en Gezin. Overeenkomstig de Vlaamse regelgeving realiseren wij een pedagogisch beleid dat oog heeft voor de ontwikkeling van kinderen, hun welbevinden en hun betrokkenheid. In hoofdstuk 5 staat uitgelegd wat een ouder van de opvang mag verwachten. Vanuit onze waarden nabijheid en dienstgerichtheid bieden wij formele, kwaliteitsvolle kinderopvang. We gaan het engagement aan om deze opvang open te stellen voor iedereen. De diversiteit in onze samenleving willen we ook in onze kinderopvang duidelijk aanwezig laten zijn. We vertrekken van de kracht die in elk kind schuilt. Vanuit respect voor het individu werken we met een aanpak op maat die rekening houdt met het unieke karakter van elk kind. Dit unieke karakter, de eigenheid, talenten, mogelijkheden, ervaringen, persoonlijkheid en ‘eigen’-aardigheden, ontdekken we door observatie. Iedere kinderbegeleider observeert de ontwikkeling, het welbevinden en de betrokkenheid van het kind. Vanuit deze informatie vinden we een evenwicht tussen sturen en volgen, tussen aandacht voor het individu en de groep en tussen aandacht voor de vraag van het kind en het kader van de opvoeder / opvang. De kinderopvang biedt een minimale basisstructuur, nodig voor het waarborgen van veiligheid en geborgenheid van de kinderen. Deze structuur wordt maximaal aangepast aan de eigenheid van ieder kind en de eigenheid van de groepsinteracties. We gebruiken onze observaties ook om de groep en het groepsgebeuren te evalueren en bij te sturen. Samen leven - leven in groep vraagt heel wat capaciteiten en vaardigheden. In de dagelijkse organisatie wordt aandacht besteed aan samen spelen en samen functioneren als groep. We vertrekken hierbij steeds van het ontwikkelingsniveau van het kind. Een goede samenwerking tussen de ouder en de kinderopvang vinden we heel belangrijk. Dialoog met de ouder en hem betrekken in het opvanggebeuren staat hierbij centraal. Gezinsopvang is opvang in kleine groep, in een familiale sfeer. Onthaalouders delen onze visie inzake pedagogisch beleid. Door de grote mate van zelfstandigheid van de onthaalouders, drukt de eigenheid van de onthaalouder een unieke stempel op elke gezinsopvang. Onthaalouders zijn zich bewust van hun eigen pedagogisch handelen en verwerven voortdurend kennis vanuit het principe ‘levenslang leren’. Dit verankeren ze in hun werking. In de woning wordt letterlijk en figuurlijk ruimte gemaakt voor het opvanggebeuren en de opvangkinderen.


2

4. Algemene werking 4.1

Vergunning

Al onze opvanglocaties gezinsopvang hebben een geldige vergunning van Kind & Gezin. Onze opvang staat open voor alle ouders die nood hebben aan kinderopvang. We volgen de wettelijke bepalingen en de richtlijnen van de bevoegde overheid en aanvaarden de controle van de inspectied ienst zoals bepaald in de regelgeving.

4.2

Voor wie?

We bieden hoofdzakelijk dagopvang aan kinderen tot drie jaar. Daarnaast is er de mogelijkheid om tot het einde van de basisschool kinderen op te vangen buiten de schooluren, tijdens de verlofdagen en schoolvakanties. In het kader van de laagdrempeligheid van het opvangaanbod, voo rzien we waar mogelijk ook flexibele en occasionele opvang en opvang voor kinderen met een specifieke zorgbehoefte. Om de toegankelijkheid te waarborgen bieden wij kinderopvang die betaalbaar is. De dagprijs staat in verhouding tot het inkomen van de ouders. Om dit te kunnen blijven realiseren ontvangen we aangepaste subsidies. De Vlaamse regelgeving vraagt dat deze subsidies worden gebruikt voor een aantal maatschappelijke groepen. Daarom geven we voorrang aan gezinnen die beantwoorden aan tenminste 2 van de 4 kenmerken van maatschappelijke groepen of aan gezinnen die voldoen aan de kenmerken van een kwetsbaar gezin. Indien je in aanmerking komt of denkt in aanmerking te komen voor voorrang, geef dit dan door aan de coördinator gezinsopvang. Kenmerken maatschappelijke groepen  voor gezinnen waarvoor kinderopvang noodzakelijk is in het kader van de werksituatie  voor alleenstaanden  voor gezinnen die een inkomen hebben dat lager is dan een bedrag dat de overheid bepaalt en jaarlijks kan wijzigen  voor pleegkinderen die kinderopvang nodig hebben Bij keuze tussen aanvragen, wordt de voorrang voor werk altijd prioritair behandeld. Kenmerken kwetsbaar gezin Een kwetsbaar gezin beantwoordt aan minstens 2 van de volgende kenmerken. Een laag inkomen, een problematische gezondheids- en / of zorgsituatie of een laag opleidingsniveau moet daar één van zijn.    



nood hebben aan kinderopvang om werk te zoeken of te houden of om een beroepsgerichte opleiding daarvoor te volgen een inkomen hebben dat lager is dan een bedrag dat de overheid bepaalt en jaarlijks kan wijzigen alleenstaand zijn of geen domicilie hebben met een persoon van wie het inkomen in aanmerking komt voor de bepaling van het inkomenstarief problematische gezondheids- en/of zorgsituatie (minstens 1 van volgende 3 kenmerken) o een gezinslid met een handicap hebben o een gezinslid hebben met een verminderd zelfzorgvermogen o in de context van hulpverlening aan het gezin of van inburgering van het gezin, is het voor de kinderen om sociale of pedagogische redenen wenselijk dat ze overdag opgevangen worden in de kinderopvang geen diploma secundair onderwijs hebben

We streven op jaarbasis naar minstens 20 % opgevangen kinderen die beantwoorden aan de voorrangsregels voor maatschappelijke groep of de kenmerken van kwetsbaar gezin. Daarnaast geven we ook voorrang aan kinderen waarvan er reeds een broertje of zusje in de opvang gaat.


3

4.3

Door wie gebeurt de opvang?

De opvang gebeurt door onthaalouders in een kindvriendelijke, huiselijke omgeving. Elke onthaalouder bepaalt zelf haar opvangaanbod en openingsuren. De coördinator en de ouder hebben tijdens de openingsuren toegang tot alle vertrekken waar de kinderen tijdens de opvang verblijven. De coördinator zorgt voor de doorverwijzing van de ouders naar de onthaalouders. Vooraleer een onthaalouder een samenwerking kan aangaan met de organisator, moet die de wettelijk voorgeschreven aspecten nagaan die belangrijk zijn voor een kwaliteitsvolle opvang. De organisator volgt daarbij de aanbevelingen van Kind en Gezin. Ze betreffen onder andere de draagkracht van de onthaalouder, haar pedagogisch handelen, de kindvriendelijkheid van de opvanglocatie, het beschikken over de nodige en geschikte ruimte, de veiligheid, de hygiëne, het speelgoed, het uittreksel uit het strafregister voor elk meerderjarig gezinslid en het attest van medische geschiktheid. Elke opvanglocatie heeft een vergunning van Kind en Gezin.

4.4

Onze begeleiding

De coördinator gezinsopvang begeleidt de ouder bij de keuze van een onthaalouder en bemiddelt bij vragen en problemen tijdens de opvang. Onze coördinatoren zijn deskundig en beantwoorden aan de diplomavereisten van Kind en Gezin. Ze volgen regelmatig bijscholing. We bieden de onthaalouders jaarlijks een gevarieerd vormingspakket aan dat rekening houdt met de praktijk van de gezinsopvang. Elke onthaalouder krijgt individuele ondersteuning en een klankbord op het vlak van ontwikkelings- en opvoedingskwesties. De coördinator streeft naar een begeleiding op maat van elke onthaalouder. Ze houdt rekening met de ervaring van de onthaalouder en eventuele aandachtspunten of problemen. De onthaalouder kan steeds telefonisch contact opnemen en indien gewenst een huisbezoek van de coördinator aanvragen. Tijdens huisbezoeken bij de onthaalouder bespreekt de coördinator met de onthaalouder onder andere volgende thema’s: de gezondheid, de ontwikkeling en het gedrag van de kinderen, voeding, veiligheid, organisatie van de opvang. De coördinator en onthaalouder bespreken samen alle probleemsituaties. Zorginspectie kan een inspectiebezoek aan een opvanglocatie uitvoeren. De resultaten van de bevindingen van dat bezoek en de adviezen zijn elektronisch voor het publiek toegankelijk.

4.5

Vergunde plaatsen

Gezinsopvang is kleinschalige opvang. Daarom streeft men naar een gemiddelde van 4 voltijdse aanwezige kinderen op een periode van 3 maanden. De overheid geeft een onthaalouder nooit een vergunning voor meer dan 8 plaatsen. Er mogen nooit meer kinderen aanwezig zijn, dan het aantal vergunde plaatsen. Het attest draagkracht (van de onthaalouder) en de beschikbare ruimte bepalen het aantal plaatsen waarvoor de onthaalouder een vergunning krijgt. Dat aantal staat vermeld op de vergunning. Het aantal kinderen dat door de onthaalouder opgevangen wordt, wordt bepaald in samenspraak met de coördinator. Een aanwezig kind van de onthaalouder dat nog naar de kleuterschool gaat, telt mee in het aantal aanwezige kinderen. Van het moment dat het naar de lagere school gaat, telt het niet meer mee.

4.6

Samenwerkende onthaalouders

De Vlaamse regelgeving laat toe dat de opvang in gezinsverband gebeurt door twee of drie onthaalouders die samenwerken. Deze samenwerking kan bestaan uit maximum 3 onthaalouders, waarbij slechts 2 onthaalouders gelijktijdig de kinderen opvangen. De opvang bij samenwerkende onthaalouders gaat door in een kindvriendelijke, huiselijke omgeving. De woning voor de o pvang in gezinsverband moet niet de eigen woning van de onthaalouders zijn.


4

Onthaalouders die samenwerken krijgen een vergunning voor maximaal 18 plaatsen. Er kunnen nooit meer kinderen aanwezig zijn, dan het aantal vergunde plaatsen. Het attest draagkra cht en de beschikbare ruimte bepaalt het aantal vergunde plaatsen, dit wordt vermeld op de vergunning. Het aantal kinderen dat door de onthaalouder opgevangen wordt, wordt bepaald in samenspraak met de coördinator. Een aanwezig kind van de onthaalouder dat nog naar de kleuterschool gaat, telt mee in het aantal aanwezige kinderen. Van het moment dat het naar de lagere school gaat, telt het niet meer mee. Bij deze opvangvorm zijn meer kinderen aanwezig dan in de typische gezinsopvang, toch staat ook hier het huiselijke karakter en de kleinschaligheid voorop. Daarom streeft men ook in het samenwerkingsverband naar een gemiddelde van 4 voltijdse aanwezige ki nderen per onthaalouder per 3 maanden. Als een onthaalouder alleen in de kinderopvanglocatie aanwezig is, vangt zij maximaal 8 kinderen gelijktijdig op. Als er (minstens) twee onthaalouders aanwezig zijn, worden er maximaal 9 kinderen per aanwezige onthaalouder opgevangen. Zoals de Vlaamse regelgeving inzake brandveiligheid voorschrijft, beschikken samenwerkende onthaalouders met een vergunning voor meer dan 8 plaatsen, over een geldig brandveiligheidsattest en volgen zij de regelgeving inzake de voedselveiligheid (www.favv.be).

4.7

Opnameprocedure

Aanvragen en inschrijvingen van kinderen gebeuren uitsluitend via de organisator. Hiervoor maakt de ouder een afspraak met de coördinator van de gezinsopvang. In eerste instantie wordt algemene informatie gegeven over de werking van de gezinsopvang en de procedure voor plaatsing van een kind. De coördinator noteert de gegevens van de ouder, zijn wensen, bijzonderheden van het kind, de gevraagde opvangperiode en datum van aanvraag. De coördinator verstrekt concrete informatie over onze werking. De coördinator onderzoekt de vrije plaatsen bij de onthaalouders en geeft deze door aan de ouder. De ouder bezoekt de vrije onthaalouders binnen de afgesproken termijn om de uurregeling, opvoeding, gewoonten en wederzijdse verwachtingen te bespreken. De onthaalouder is vrij al dan niet een kind in de opvang te aanvaarden. Wanneer de ouder en de onthaalouder afspraken maken over de effectieve opvang van het kind, melden ze dit onmiddellijk aan de coördinator. Er is een gesprek tussen ouder en de coördinator waarin volgende zaken aan bod komen:  opvolging keuze onthaalouder  opmaak en bespreking van de opvangovereenkomst  overlopen aanvragen attest inkomenstarief en afspraken hieromtrent (uiterlijk bij de start van de opvang moet het attest in het bezit zijn van de organisator  bespreking van de afsprakennota Belangrijk in dit gesprek is de inbreng van de ouder over de wensen in de opvang. De coördinator motiveert de ouder om zoveel mogelijk de afspraken, vragen of bedenkingen over de opvang samen met de onthaalouder te bespreken. De opvang is immers een onderdeel van het proces van opvoeden waarin de onthaalouder de ouder nodig heeft om de kinderen in de meest optimale omstandigheden te begeleiden. De opvang kan pas starten na ondertekening van de opvangovereenkomst, de afronding van het administratief dossier en nadat de ouder een geldig attest inkomenstarief (de kindcode) aan de organisator bezorgd heeft. In het belang van het kind en om kwalitatieve redenen vragen wij een kind minimum twee volle of drie halve dagen per week in opvang te brengen. Voor de emotionele veiligheid en het hechtingsproces van een kind is het immers belangrijk dat het op regelmatige tijdstippen en voldoende lange tijd in de kinderopvang verblijft. Tijdens de opvang is de coördinator steeds bereikbaar voor eventuele vragen en opmerkingen.


5

4.8

Sluiting van de opvang

Een onthaalouder bepaalt zelf de sluitingsdagen van haar opvang. Om de continuïteit van de opvang te verzekeren, deelt de onthaalouder de sluitingsperiodes tijdig mee aan de ouder en de coördinator. Tijdens sluitingsperiodes kan, op vraag van de ouder, een collega onthaalouder de opvang tijdelijk overnemen. De onthaalouder probeert een ouder uiterlijk op 1 februari op de hoogte te brengen van de sluitingsperiodes van minstens één week in het lopende kalenderjaar. Voor snipperdagen is dat minstens één week vooraf. Wanneer de onthaalouder de opvang moet sluiten wegens (langdurige) ziekte of bevallingsverlof, brengt zij de coördinator hiervan op de hoogte. De onthaalouder verwijst de ouder naar de coördinator voor een vervangende opvang. Indien dringende, korte vervanging nodig is en/of de coördinator niet te bereiken is, onthaalouder aan de ouder het adres van één of meerdere collega’s.

4.9

dan geeft de

Beëindigen van de opvang

Zowel de ouder als de organisator kan de opvangovereenkomst vroegtijdig beëindigen, mits inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand. Dit moet schriftelijk aan de andere partij worden meegedeeld, hetzij per aangetekend schrijven gericht aan de andere partij, hetzij per gewone brief of per e-mail tegen ontvangstbevestiging van de andere partij. De opzegtermijn gaat in 3 werkdagen na verzending, waarbij de poststempel of datum e-mail als bewijs geldt. Ingeval de opzegtermijn wordt gerespecteerd, kan er geen opzegvergoeding noch enige vergoeding gevraagd worden. Indien de ouder of de organisator één van haar verbintenissen niet nakomt of indien overmacht één van de partijen belet haar verbintenissen uit te voeren, heeft de andere partij het recht haar verbintenissen op te schorten. Ingeval van zware fout van een van de partijen, heeft de andere partij het recht de opvang te beëindigen, zonder naleving van een opzegtermijn of betaling van een opzegvergoeding of enige andere vergoeding. Ingeval de vergunning door Kind en Gezin wordt opgeheven, heeft de ouder het recht de opvang te beëindigen zonder naleving van een opzegtermijn of betaling van een opzegvergoeding of enige andere vergoeding Indien de opvangovereenkomst eindigt en de ouders verlenging van de opvang wensen, kan dit in overleg met de onthaalouder en de coördinator worden besproken. Dit moet worden vastgelegd in een bijlage bij de opvangovereenkomst, ondertekend door de ouder en de organisator .

4.10 Buitenschoolse opvang (schoolgaande kinderen) Het is de keuze van de onthaalouder of ze buitenschoolse opvang aanbiedt. Deze keuze vereist een nieuwe overeenkomst. Bij voor- en naschoolse opvang wordt een opvangplan opgesteld dat opgenomen wordt in de opvangovereenkomst en waarvoor dezelfde regels gelden als bij dagopvang. Bij vakantie-opvang geldt een apart systeem. Voor de kleine vakanties (krokus, Pasen, herfst en Kerst) worden de gewenste opvangdagen minimum 1 maand op voorhand doorgegeven. Voor de zomervakantie worden deze minstens 2 maanden vooraf doorgegeven. Er wordt steeds door de onthaalouder en coördinator bekeken welke dagen hiervan kunnen gegeven worden. De ouder verneemt zo vlug mogelijk, maar minstens 3 weken vooraf of het kan. Bij een drukke bezetting is het mogelijk dat de ouder een andere opvang moet zoeken.


6

4.11 Samenwerking met andere organisaties Onze kinderopvangdienst neemt deel aan het Lokaal Overleg Kinderopvang in de gemeenten binnen onze regio en werkt nauw samen met de diensten verbonden met Bond Moyson.

5. Wat mag je als ouder verwachten van opvang die een vergunning heeft van Kind en Gezin? De opvang voldoet dan aan alle wettelijke voorwaarden voor de opvang van baby’s en peuters. Bijvoorbeeld: omgang met kinderen en ouders, begeleiders, ruimte en inrichting, veiligheid en gezondheid. Uw opvanglocatie voldoet dus aan alle wettelijke voorwaarden . De organisator en de onthaalouder zorgen ervoor dat de fysieke en psychische veiligheid van kinderen niet in het gedrang komt. Conform de risicoanalyse gaan ze correct om met eventuele crisissituaties. Ze beschikken over een specifieke crisisprocedure en crisiscommunicatieplan. Om de wettelijke voorwaarden om te zetten in de praktijk volgt de organisator de aanbevelingen en richtlijnen die Kind en Gezin aan de onthaalouders geeft (www.kindengezin.be). Hieronder zetten we een aantal van deze adviezen op een rij. De coördinator bespreekt met de onthaalouder hoe ze de adviezen opvolgt. Hierbij wordt de eigenheid van elke onthaalouder gerespecteerd.

5.1

Veiligheid

De onthaalouder beschikt over voldoende veilige ruimte en materiaal om kinderen op te voeden rekening houdend met het aantal en de leeftijd van de opgevangen kinderen. De onthaalouder heeft een telefoon. De onthaalouder beschikt over een attest levensreddend handelen bij kinderen zoals voorgeschreven door de Vlaamse Regelgeving. De onthaalouder zorgt voor een permanent toezicht op de kinderen. De onthaalouder neemt de nodige maatregelen om te voorkomen dat iemand de opvang ongemerkt binnenkomt en verlaat. Medicatie, EHBO-materiaal, gevaarlijke producten en toestellen worden op een veilige plaats bewaard, dus ook buiten het bereik van de kinderen. De gezondheidstoestand van het kind wordt alert opgevolgd en bijzonderheden met betrekking tot de aanpak van een kind en/of specifieke medische informatie worden genoteerd op een inlichtingenblad. De onthaalouder houdt huisdieren buiten het bereik van de kinderen. Tijdens de opvang zijn huisdieren niet toegelaten in slaap- en leefruimten van de opvangkinderen. Zelfs in enkele centimeters water en op één of twee minuten tijd kan een kind verdrinken. De onthaalouder laat de kinderen nooit alleen in de buurt van waterpartijen. Er is maar één manier om een tuinvijver echt veilig te maken en dat is (helaas) om deze te dichten. Indien dit om één of andere reden niet mogelijk is, wordt de vijver afgesloten. De onthaalouder heeft hierbij de keuze tussen:  ofwel een stevige omheining met kindveilige poort die voldoende hoog is (1.20m) en waarbij de afstand tussen de spijlen maximaal 6 centimeter breed is. Deze poort moet steeds afgesloten zijn. Het installeren van een alarm dat waarschuwt als iemand over de omheining klimt, biedt extra veiligheid.  ofwel een rooster met voldoende kleine openingen dat de volledige vijver bedekt en voldoende stevig is zodat ze het gewicht van kinderen kan dragen. Een zwembad gewoon afdekken met een zeil geeft onvoldoende bescherming. Erger nog, het kan een dodelijke valstrik vormen. Inbouw- en opbouwzwembaden worden op dezelfde manier afgesloten als vijvers. Bij opbouwzwembaden wordt ook de trap verwijderd of afgeschermd. Het gebruik van (opblaasbare) kinderbadjes tijdens de zomermaanden wordt afgeraden.


7

5.2

Omgaan met kinderen

Eén van de basisbehoeften van een kind is de behoefte aan affectie. De onthaalouder houdt hier rekening mee door voldoende aandacht en tijd te besteden aan knuffelen, lichamelijk contact en nabijheid. Kinderen hebben ook nood aan een stimulerende omgeving. Dit is een omgeving waarin ze geprikkeld worden en op ontdekking kunnen gaan. De onthaalouder is op heel wat momenten stimulerend bezig met de kinderen. Ze geeft hen net dat speelgoed dat hen boeit. Ze moedigt een kind aan en legt verbanden. Ze kan ook hints geven om het spel te verrijken. Zo worden de kinderen gestimuleerd in hun fantasie. Stimuleren is in de eerste plaats inspelen op datgene waarmee een kind bezig is. Het heeft geen zin een kind iets te willen leren waar het nog niet aan toe is. Een onthaalouder speelt een belangrijke rol in de taalontwikkeling van de kinderen. Kinderen leren spelenderwijs praten. Kinderen imiteren graag, dat is met taal ook zo. Ze bootsen ritme, woordenschat en tongval na. Bij een baby verlopen de eerste contacten vooral via lichaamstaal. Toch is het belangrijk zoveel mogelijk te praten tegen een baby. Als kinderen beginnen te praten, laat de onthaalouder ze in het begin gerust eigen babywoordjes gebruiken, maar benoemt ze alles zelf met de juiste woorden. Zo groeit de woordenschat van het kind en wordt correct taalgebruik gestimuleerd.

5.3

Gezondheid

Preventie van wiegendood Het risico op wiegendood is het grootst tot de leeftijd van 6 maanden. De oorzaken zijn niet volledig bekend. Toch bestaan er maatregelen die het risico aanzienlijk doen dalen. Zowel voor ouders als onthaalouder is het belangrijk deze maatregelen strikt toe te passen. Een kind ervaart vooral de beginperiode in de opvang als stresserend. Dit kan een verandering in het slaappatroon teweegbrengen. Laat een kind daarom eerst enkele keren gedurende korte tijd in de opvang verblijven om het op die manier geleidelijk te laten wennen. Wees ook extra waakzaam tijdens de eerste dagen van zijn verblijf. Leg baby’s altijd op de rug te slapen, nooit op de buik of in zijligging. Indien een ouder hierop een uitzondering vraagt, moet hiervoor een attest bezorgd worden aan de organisator. Dit kan zijn:  een attest van een arts vanwege medische tegenindicatie  een attest van de contracthouder volgens het model in bijlage Als de baby wakker is, mag je hem wel in een andere houding leggen om te spelen, bv. in zijligging of op de buik. Vanuit die houdingen kan hij zijn motoriek oefenen en ontwikkelen. Hou de temperatuur van de slaapomgeving op 18 °C. Alleen tijdens de eerste 8 weken is 18°C tot 20 °C aanbevolen. Is de temperatuur wat hoger, zorg dan zeker voor aangepaste kleding en bedekking, bv. een dunnere slaapzak of een dunner deken. Kleed de baby nooit te warm aan. Hou daarbij rekening met de binnentemperatuur en niet met de buitentemperatuur. Om luchtcirculatie mogelijk te maken, kies je een spijlenbed. De afstand tussen de spijlen ligt tussen 4,5 en 6,5 cm. Plaats het bed zo dat een goede luchtcirculatie mogelijk is. Kies een stevige matras die perfect in het bedkader past. De matras is 8 tot 10 cm dik. Het onderlaken sluit goed aan op de matras. Kies een slaapzak met armsgaten die aangepast is aan de leeftijd van het kind. Eventueel kan je in plaats van een slaapzak een laken en een deken gebruiken. Leg het kin d met de voetjes tegen het voeteneinde van het bed, zodat het niet onder de lakens schuift. Het gebruik van bedrandbeschermers, knuffels, dekenklemmen, fixeermateriaal, schapenvacht, kersenpitkussen en elektrische dekens wordt afgeraden. Inbakeren wordt afgeraden. Tot de leeftijd van één jaar kies je een bed met een latten- of rasterbodem, gebruik je geen dekbed en kies je een matrasovertrek van luchtdoorlatend materiaal, bv. katoen (geen plastic). Gebruik geen


8

hoofdkussen vóór de leeftijd van 2 jaar. Gebruik geen reisbed, kampeerbed of vouwbed als vaste slaapplaats voor kinderen onder de 18 maanden. Een divan, een hangmat, een reiswieg, een draagmand, een autostoeltje of een bed voor volwassenen zijn niet bedoeld als slaapplaatsen voor kinderen. Uiteraard is de slaapkamer rookvrij. Hou een zuigeling regelmatig en rechtstreeks onder toezicht, zowel overdag als ’s nachts. Een klein kind slaapt bij voorkeur in de ruimte waar jij ook bent. Lukt dat niet, kies dan een kamer in de onmiddellijke omgeving waar je regelmatig kan gaan kijken en luisteren. Een babyfoon of toezicht via een raam is niet voldoende. Enkel en alleen door bij het kind te komen kan je echt zien en horen of alles oké is. Ga na een hevige huilbui altijd kijken hoe het kind in slaap g evallen is. Indien je als ouder van deze richtlijnen wil afwijken, leg je dit schriftelijk vas t bij de onthaalouder en de organisator. Roken De dienst voor onthaalouders voert een beleid inzake veiligheid en gezondheid dat ertoe leidt dat de fysieke en psychische veiligheid van kinderen niet in het gedrang komt. Er mag niet gerookt worden in aanwezigheid van de opvangkinderen. Er mag geen rookgeur waargenomen worden in slaap - en leefruimten van de kinderen. Hygiëne Een goede hygiëne voorkomt dat ziektekiemen van het ene kind op het andere overgaan. Zowel de algemene als de persoonlijke hygiëne spelen een grote rol. De handen regelmatig wassen en jonge kinderen leren hun handen te wassen, is belangrijk om de verspreiding van ziekten te voorkomen. Als een kind in de opvang ziek is of wanneer er bloed, braaksel of diarree is, neem t de onthaalouder extra hygiënemaatregelen.

5.4

Voeding

De onthaalouder zorgt voor gevarieerde voeding die evenwichtig is samengesteld. Meer informatie over gevarieerde voeding vind je op de website van Kind en Gezin. Behoudens onvoorziene omstandigheden ontbijten de kinderen in familiekring. Afhankelijk van het tijdstip en de duur van de aanwezigheid van het kind in de opvang verstrekt de onthaalouder de gepaste maaltijd. De maaltijden zijn vers bereid. De samenstelling van het menu wordt regelmatig besproken met de ouder en de coördinator. Fles- of dieetvoeding wordt door de ouder meegebracht. De organisator kan bijkomende kosten aanrekenen. Een overzicht van die kosten vindt u in de bijlage bij deze afsprakennota.

6. Richtlijnen voor de ouders 6.1

Ouderparticipatie

Het toevertrouwen van een kind aan de onthaalouder is veel meer dan ‘het tijdelijke gebruik maken van een service’. Het is een samenwerking tussen u als ouder en de onthaalouder met als doel uw kind uitstekend op te vangen, te verzorgen en zich goed te laten voelen. Een goede samenwerking vereist vertrouwen, openheid en wederzijds respect. Praat met de onthaalouder over de (op)voeding, de aanpak, de evolutie van uw kind. Een hulpmiddel hierbij is het heen- en weerschriftje dat de dienst ter beschikking stelt. Afsprakennota gezinsopvang Reddie Teddy - januari 2015

9

U mag tijdens de openingsuren steeds de ruimtes bezoeken waar de kinderen verblijven. U mag steeds contact opnemen met de coördinator voor een gesprek over uw kind. De organisator kan u uitnodigen om deel te nemen aan een (doe)activiteit of een vorming. Gelegenheid tot meer informele contacten en ervaringsuitwisseling versterken de band met de opvang en met de ouders onderling. De organisator peilt jaarlijks naar uw tevredenheid. De resultaten van deze meting kunnen aanleiding geven tot bijsturing van de werking.

6.2

Wennen

Om de overgang naar de opvang optimaal te laten verlopen, kan u enkele dagen voor de eigenlijke start van de opvang uw kind laten wennen aan de nieuwe opvanglocatie. Ook voor u als ouder is dit het ideale moment om al meer vertrouwd te geraken met de werking van de opvanglocatie. Omdat kleine kinderen snel vergeten, adviseren we één of meerdere wenmomenten in de week voor de start van de opvang. Tijdens een wenmoment kan u het algemene verloop van de opvang overlopen met uw onthaalouder. U kan eventueel een kort moment van de opvang meemaken( bv. spelen, eten geven). We raden aan uw kind ook enkele uren alleen te laten bij de onthaalouder, zo kan uw kind wennen aan het idee dat u niet meer in de buurt bent. Voor deze wenmomenten wordt uw dagprijs aangerekend volgens de duur van de aanwezigheid.

6.3

Bij het brengen       

6.4

Bij het afhalen    

6.5

zorgt u ervoor dat het kind verzorgd, gewassen, gevoed en gekleed naar de onthaalouder gebracht wordt zorgt u voor voldoende luiers (ongeveer 8 luiers per volle dag bij zuigelingen) brengt u verzorgingsproducten zelf mee maakt u tijd om de nodige informatie mee te delen brengt u passende ‘speelkledij’ mee en zorgt voor voldoende reservekledij indien uw kind onverwacht niet komt (bv. bij ziekte), dan verwittigt u de onthaalouder rechtstreeks en uiterlijk op het afgesproken beginuur van de afwezigheidsdag bij buitenschoolse opvang zorgt uzelf voor de organisatie van het vervoer tussen school en onthaalouder

informeert u naar de voorbije dag, rekening houdend met het feit dat vele onthaalouders ’s avonds nog boodschappen doen en huishoudelijk werk hebben respecteert u de afgesproken uurregeling. Er kan enkel van afgeweken worden na bespreking met de onthaalouder. wordt uw kind afgehaald door personen die uitdrukkelijk met de onthaalouder en organisator afgesproken zijn. U verwittigt de onthaalouder vooraf wanneer een ander persoon het kind komt afhalen en noteert dit in het heen- en weer schriftje. indien de persoon die het kind afhaalt onder invloed is (alcohol, drugs, …), zal gevraagd worden het kind te laten ophalen door een andere persoon.

Opvoeding

U bespreekt met de onthaalouder uw opvoedingsmethode en wat u belangrijk vindt in de omgang met uw kind. U vertelt ook aan de onthaalouder waar u het niet mee eens bent, om samen een oplossing te zoeken in het belang van uw kind. Een ‘knuffelbeer’ waaraan uw kind gehecht is, kan u best meegeven. Afsprakennota gezinsopvang Reddie Teddy - januari 2015

10

U informeert regelmatig naar de activiteiten en de vorderingen van uw kind.

6.6

Voeding

Het ontbijt wordt thuis gegeven. Indien uw kind erg vroeg bij de onthaalouder aankomt, kan het ontbijt meegeven worden. De flesvoeding (melkpoeder en water), dieetvoeding en/of specifieke voedingsvragen brengt u mee naar de onthaalouder. U bezorgt de onthaalouder informatie over het product en de bereidingswijze.

6.7

Ouders met een ziek kind

Zieke kinderen horen niet thuis bij een onthaalouder omwille van het besmettingsgevaar en de extra zorg die ze nodig hebben. Enkele verwachtingen op een rij:  consulteer tijdig een dokter als uw kind ziek is en laat hem oordelen of uw kind naar de onthaalouder mag  wanneer de diagnose ‘besmettelijk’ is, breng dan de onthaalouder zo snel mogelijk op de hoogte zodat de andere ouders geïnformeerd kunnen worden en hun kinderen eventueel preventief behandeld kunnen worden  bij twijfel over besmettingsgevaar mag de onthaalouder een doktersattest vragen In volgende situaties kunnen zieke kinderen niet toegelaten worden bij de onthaalouder:  zolang er besmettingsgevaar is  wanneer de toestand van het kind extra zorgen en verantwoordelijkheid met zich meebrengt en het kind bijgevolg niet kan deelnemen aan de normale activiteiten van de opvang  bij aanhoudende hoest  bij aanhoudende neusloop  bij koorts boven de 38°C die samengaat met keelpijn of braken, diarree, oorpijn, prikkelbaarheid, verwardheid of rode huiduitslag  bij braken en/of diarree  bij gele huid of geel oogwit Na herstel van een besmettelijke ziekte vragen we om een doktersattest, ter attentie van de onthaalouder/coördinator, mee te brengen. Daarin bevestigt de dokter dat uw kind geen gevaar meer oplevert voor de andere kinderen. Zorg voor een oplossing bij ziekte. Kan u zelf niet vrij nemen van uw werk, dan kan u contact opnemen met de dienst ‘Thuisopvang zieke kinderen’ van Bond Moyson. Wanneer de onthaalouder zich zorgen maakt over de toestand van een kind dat tijdens de opv ang ziek wordt, neemt zij met de ouder contact op. Samen wordt dan naar een passende oplossing gezocht. In de meeste gevallen zal het voor het kind het best zijn dat het zo snel mogelijk wordt opgehaald. Als de onthaalouder het nodig acht, mag zij een arts contacteren. Eventuele medische kosten vallen ten laste van de ouder. Bij een spoedgeval roept de onthaalouder meteen de nodige medische hulp in, hetzij de huisarts, hetzij de hulpdiensten. De ouder brengt de organisator én de onthaalouder meteen op de hoogte bij medische problemen van zijn kind die een gevaar kunnen betekenen voor de opvangkinderen of onthaalouder of een bijzondere bekwaamheid/alertheid van de onthaalouder vragen.

6.8

Toedienen van geneesmiddelen en de aanpak van koorts

Kind en Gezin raadt aan dat alle geneesmiddelen en (verzorgings)producten zo veel mogelijk thuis toegediend worden, voor en na de opvanguren. Als de arts een medicijn voorschrijft dat tijdens de opvanguren gegeven moet worden, kan dit alleen als dit geneesmiddel voorzien is van een attest van die arts of van een attest van de apotheker.


11

Voorgeschreven geneesmiddelen Een attest van een arts kan zijn:  een doktersvoorschrift  een notitie, met stempel en handtekening van de arts in het heen-en-weerschriftje  een notitie, met stempel en handtekening van de arts in het gezondheidsboekje Een attest van de apotheker is een automatisch afgedrukt of een handgeschreven etiket van de apotheker met de nodige informatie gekleefd op de verpakking van het voorgeschreven geneesm iddel. Beide attesten bevatten de volgende informatie:  naam van de voorschrijver en / of apotheker (indien attest van de apotheker)  naam van het kind  naam van het geneesmiddel  afleveringsdatum  dosering van het geneesmiddel  wijze van toediening  einddatum of duur van de behandeling Zonder dit attest kan de onthaalouder geen voorgeschreven geneesmiddelen toedienen . Niet voorgeschreven geneesmiddelen Niet alle (genees)middelen moeten door een arts voorgeschreven worden. Indien een ouder vraagt om niet voorgeschreven geneesmiddelen zonder attest van een arts of apotheker toe te dienen, moet de ouder de onthaalouder hier schriftelijk van op de hoogte brengen. Hiervoor moet het attest “Toedienen van (genees)middelen zonder doktersvoorschrift” gebruikt worden. De ouder neemt met dit attest de volledige verantwoordelijkheid voor het toedienen van niet voorgeschreven (genees)middelen op zich. Voor (genees)middelen die enkel op doktersvoorschrift verkrijgbaar zijn, moet steeds een dokters- of apothekersattest voorzien worden. Wat als een kind koorts krijgt tijdens de opvanguren?  



   

De onthaalouder meet de lichaamstemperatuur: koorts is een lichaamstemperatuur van 38°C of meer. De onthaalouder observeert: bij een temperatuursverhoging horen enkele tekenen die meestal onschuldig zijn, dit worden tekenen van discomfort genoemd: o verminderde eetlust o verminderde activiteit o ongemak o pijn o huilen o gewijzigd slaappatroon Sommige signalen zijn niet onschuldig, dit zijn alarmsignalen: o uitdroging (ingevallen fontanel, minder urineproductie, droge slijmvliezen) o grauwe of bleke huid o minder efficiënte ademhaling (kreunen, snel, oppervlakkig of moeilijk ademen) o abnormaal wenen (hoge of zwakke schrei) o sufheid, verwardheid, moeilijk wakker krijgen o versneld hartritme o verlaagde bloeddruk o stuipen De onthaalouder licht de ouder in over de koorts en de algemene toestand van het kind. De onthaalouder volgt de vochtbalans van het kind op door het regelmatig aanbieden van een klein flesje melk bij baby’s en water bij grotere kinderen. Afhankelijk van de leeftijd en lichaamstemperatuur van het kind reageert de onthaalouder anders. Ze laat het kind onmiddellijk ophalen bij: o een kind jonger dan 3 maanden met 38°C of meer (met of zonder alarmsignalen)


12

een kind tussen 3 – 6 maanden met 39°C of meer (met of zonder alarmsignalen) De onthaalouder vraagt de ouder het kind zo snel mogelijk op te halen en onmiddellijk een arts te consulteren. Als de ouder het kind niet kan ophalen om een arts te raadplegen of niet bereikbaar is, contacteert ze zelf een arts. Merkt ze alarmsignalen en kan de arts niet snel genoeg ter plaatse zijn, dan contacteert ze de hulpdiensten. De kosten van arts en/of hulpdiensten worden betaald door de ouder. Ze observeert en is alert bij: o een kind tussen 3 – 6 maanden met temperatuur tussen 38°C en 39°C o een kind ouder dan 6 maanden met 38°C of meer De onthaalouder observeert de algemene toestand en is alert voor alarmsignalen. Bij alarmsignalen vraagt de onthaalouder de ouder het kind zo snel mogelijk af te halen en onmiddellijk een arts te consulteren. Als de ouder het kind niet kan ophalen om een arts te raadplegen of niet bereikbaar is, contacteert ze zelf een arts. Merkt ze alarmsignalen en kan de arts niet snel genoeg ter plaatse zijn, dan contacteert ze de hulpdiensten. De kosten van arts en/of hulpdiensten worden betaald door de ouder. o



Als een kind bij koorts enkel signalen van discomfort vertoont, kan de onthaalouder na overleg met de ouder 1 dosis koortswerend middel geven. Voor het toedienen van koortswerende middelen maakt Kind en Gezin een uitzondering. Er hoeft hiervoor geen attest van een arts of apotheker te zijn. Koortswerende middelen worden echter niet routinematig toegediend. Ze genezen niet, ze verhogen enkel het comfort van het zieke kind. Volgende raadgevingen geven we mee indien ouder en onthaalouder overeenkomen dat een koortswerend middel mag toegediend worden tijdens de opvanguren:  De ouder voorziet het koortswerend middel. Bij voorkeur een siroop, geen suppo’s. Suppo’s geven sterk schommelende bloedspiegels door wisselende opname. De aanwezigheid van stoelgang beïnvloedt de opname. Suppo’s worden enkel gebruikt wanneer orale toediening niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij braken. Koortswerende middelen zijn verkrijgbaar op basis van Paracetamol of Ibuprofen. Ibuprofen mag niet gebruikt worden voor kinderen onder 6 maanden omwille van het gevaar voor niertoxiciteit.  De naam van het kind wordt op de verpakking geschreven  De ouder bezorgt de onthaalouder het ondertekende attest ‘toedienen van een koortswerend middel’ (bij start van de opvang).

6.9

Medische begeleiding

De dienst verwacht dat uw kind onder medisch toezicht staat, zodanig dat de gezondheid, de ontwikkeling en de groei van uw kind gevolgd wordt. In België is alleen het vaccineren van jonge kinderen tegen poliomyelitis verplicht. Het is echter sterk aanbevolen om kinderen te vaccineren volgens het vaccinatieschema van Kind & Gezin.

6.10 Opvangovereenkomst De startdatum van de opvang en de dagen uurregeling worden vastgelegd in een opvangovereenkomst tussen de ouder en de organisator gezinsopvang. De onthaalouder door wie het kind opgevangen wordt en de ouder van het kind ontvangen een kopij van het opvangcontract dat ze voor kennisname moeten ondertekenen. Het origineel wordt bewaard door de coördinator. Ouders geven wijzigingen in hun persoonsgegevens meteen door aan de onthaalouder en de organisator. Vóór de aanvang van de opvang kan er eventueel een voorschot worden gevraagd. De onthaalouder vult dagelijks een aanwezigheidsregister in waarop de opvanguren/opvangprestaties van uw kind worden vermeld. Op het einde van de dag dient de ouder dit te ondertekenen . Vertrekkend van dit aanwezigheidsregister, maakt de organisator de maandelijkse factuur op.


13

Wijziging van de uurregeling, van het aantal dagen opvang en andere afspraken kunnen enkel in samenspraak met de onthaalouder en de coördinator gebeuren. De wijzigingen worden vastgelegd in een ‘wijziging van de opvangovereenkomst’ of in een nieuw opvangplan (als het enkel gereserveerde opvangdagen en uren betreft). De regelingen met betrekking tot het van/naar school halen/brengen van kinderen en kinderen die zelfstandig de opvang mogen verlaten, worden ook vastgelegd in de opvangovereenkomst. Wanneer in de loop van de opvang een wijziging optreedt in het ouderlijk gezag of het verblijfs - en bezoekrecht, dan meldt de ouder dit onmiddellijk aan de onthaalouder en d e organisator.

7. Financieel 7.1

Vaststelling van de prijs

Dagprijs De dagprijs wordt bepaald door het attest inkomenstarief. De ouder moet dit attest aanvragen bij Kind en Gezin. De ouder bezorgt dit attest vóór de start van de opvang aan de organisator. ZONDER DIT ATTEST KAN DE OPVANG NIET STARTEN! Op www.kindengezin.be staat alle informatie over tarieven, mogelijke verminderingen, berekeningswijze en herberekeningen ingeval de gezinssamenstelling of het inkomen van de ouder wijzigt. De ouder registreert zich op deze website onder “Mijn Kind en Gezin” en berekent de bijdrage1. De ouder ontvangt hiervoor een attest inkomenstarief met de dagprijs en een unieke kindcode. De ouder bezorgt dit attest aan de coördinator. Voor elk kind in opvang moet de ouder een afzonderlijk attest inkomenstarief aanvragen.. Het attest moet vernieuwd worden wanneer een kind 3 jaar, 6 jaar of 9 jaar wordt. Indien het attest inkomenstarief wijzigt, bezorgt de ouder onmiddellijk het gewijzigde attest aan de organisator. Wanneer Kind en Gezin de dagprijs indexeert, dan ontvangt de ouder een nieuw attest inkomenstarief dat hij binnen de maand aan de organisator bezorgt. De ouder bewaakt zelf wanneer hij een nieuw attest inkomenstarief moet berekenen en aan ons moet doorgeven. Indien een ouder vragen heeft over de berekening van de dagprijs kan hij hiervoor terecht bij Kind en Gezin of bij de coördinator. Betalen op basis van de opvangduur De ouder betaalt een financiële bijdrage op basis van de opvangduur per kalenderdag:  100% voor een aanwezigheid van 5u tot 10u59 (=hele dag)  60% voor een aanwezigheid tot 4u59 (= halve dag)  40% voor een aanwezigheid tot 2u59 (= derde dag, enkel bij volledige buitenschoolse opvang)  160% voor een aanwezigheid vanaf 11u of meer  Nachtopvang wordt opgesplitst in een aanwezigheid tot 24u en een aanwezigheid vanaf 0u01 Als de aanwezigheid van een kind in de opvang gespreid is over verschillende tijdstippen van een dag, dan worden voor de berekening van de bijdrage de verblijfstijden van die dag samengevoegd. Als de buitenschoolse opvang bestaat uit zeer kortstondige opvangmomenten van minder dan één uur per dag, dan worden voor de berekening van de bijdrage de verblijfstijden op weekbasis, samengevoegd.

1

Hou bij aanvraag van uw attest inkomenstarief uw elektronische identiteitskaart (e-ID ) en kaartlezer of een Token van de federale overheid bij de hand. Afsprakennota gezinsopvang Reddie Teddy - januari 2015

14

Respijtdagen Volgens het decreet kinderopvang heeft een ouder recht op minimum 18 respijtdagen voor een voltijds opvangplan per volledig kalenderjaar. Respijtdagen zijn door de ouder gereserveerde opvangdagen of dagdelen (zie opvangplan), waarop het kind afwezig is maar waarvoor de ouder niet hoeft te betalen. Binnen onze organisatie krijgt een ouder 18 volle dagen per kalenderjaar voor een voltijds opvangplan. Ingeval van een onvolledig kalenderjaar of een deeltijds opvangplan worden het aantal dagen verhoudingsgewijs verminderd. Een voltijds opvangplan is een opvangplan van 5 dagen per week waarbij het kind per dag vijf uur of meer in de gezinsopvang verblijft. Indien in het opvangplan is opgenomen dat de ouder geen opvang wenst tijdens de schoolvakanties, dan geldt dit als een deeltijds opvangplan. Dit geeft dan recht op maximaal 13 volle respijtdagen per kalenderjaar. Indien een ouder werkt met een wisselend uurrooster, dan geeft de ouder in het opvangplan aan hoeveel dagdelen opvang hij nodig hebt per week of per maand. Op basis daarvan worden de respijtdagen berekend. De werkelijke invulling wordt wekelijks of maandelijks meegedeeld aan de onthaalouder. De respijtdagen kan de ouder gebruiken voor snipperdagen, ziektedagen van het kind waarvoor hij geen doktersattest voorlegt,… Ziektedagen van het kind waarvoor de ouder uiterlijk voor het einde van de maand een doktersattest bezorgt aan de onthaalouder worden niet aangerekend. Het saldo van de respijtdagen kan de ouder steeds opvolgen op de maandelijkse factuur. Het aanwezigheidsregister, dat de ouder dagelijks ondertekent, vermeldt de gereserveerde, aanwezige en afwezige opvangmomenten. De papieren aanwezigheidsregisters worden opgemaakt in minimum drie exemplaren, één voor de organisator, één voor de ouder en één exemplaar voor de onthaalouder. De organisator betaalt de onthaalouder voor haar opvangprestaties. Ouder en onthaalouders treffen onderling geen financiële regelingen. De ouder betaalt niet voor de sluitingsdagen van de opvang. Bijkomende kosten Meer informatie over bijkomende kosten vindt u in de bijlage bij deze afsprakennota.

7.2

Facturatie

Maandelijks ontvangt de ouder rond de 10de van de maand een factuur van de organisator voor de opvang van de vorige maand. Op de factuur staat de dagprijs zoals aangegeven op het attest inkomenstarief (zie hierboven bij ‘dagprijs’), het aantal opvangdagen en het bedrag van de bijkomende kosten duidelijk vermeld. De betaling gebeurt met domiciliëring of met een overschrijving binnen de termijn vermeld op de factuur. Bij laattijdige betaling ontvangt de ouder een herinnering. Bij financiële moe ilijkheden kan samen met de verantwoordelijke gezinsopvang naar een oplossing gezocht worden. Na twee betalingsherinneringen zonder betaling wordt de ouder beschouwd als een wanbetaler en wordt de opvang stopgeze t tot de facturen betaald zijn. Indien na een derde herinnering niet betaald wordt, dan onderneemt de organisator gerechtelijke stappen. De kosten hieraan verbonden, zijn ten laste van de ouder. Fiscale aftrekbaarheid Jaarlijks levert de organisator een fiscaal attest af voor de betaalde opvangkost van het voorbije jaar. De kosten van de opvang voor kinderen tot 12 jaar zijn beperkt fiscaal aftrekbaar. Meer informatie vindt u op www.kindengezin.be.


15

7.3

Vergoeding van de onthaalouder

De onthaalouder ontvangt via de organisator een wettelijk vastgestelde forfaitaire vergoeding die de overheid bepaalt en die jaarlijks geïndexeerd wordt. Om het aantal dagen opvang te registreren, bezorgt de organisator aan de onthaalouder aanwezigheidsregisters waarop dagelijks alle gepresteerde opvangmomenten worden genoteerd. Om discussies tussen onthaalouder en ouder te vermijden, worden de aanwezigheidsregisters dagelijks door de ouder ondertekend. De onthaalouder o ndertekent maandelijks het aanwezigheidsregister. Het papieren aanwezigheidsregister kan een elektronische versie krijgen. Het aanwezigheidsregister moet uiterlijk de derde werkdag van de maand toekomen op het secretariaat. Aanwezigheidsregisters die laattijdig toekomen, hebben gevolgen voor het tijdstip van uitbetaling van de onthaalouder. De kostenvergoeding wordt aan de onthaalouder uitbetaald uiterlijk de vijftiende kalenderdag van de maand volgend op de prestaties

8. Diverse 8.1

Verzekering

De onthaalouder moet van elk ongeval binnen 24 uur aangifte doen bij de organisator of bij haar eigen verzekeringsmaatschappij. De aangifte moet vermelden: plaats, datum en uur van het ongeval, oorzaken en aard, omstandigheden waarin het zich voorgedaan heeft, naam, voornaam en woonplaats van de getuigen. Verzekeringsmaatschappij P&V Verzekeringen Koningstraat 151 1210 Brussel Polisnummer: 36.923.852 Verzekering van de kinderen De onthaalouder is wettelijk aansprakelijk voor schade aangericht bij derden door de kinderen onder haar bewaking volgens artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek. Zij moet hiervoor verzekerd zijn. D e onthaalouder kan bij de organisator gratis intekenen op de groepspolis. Materiële schade veroorzaakt door de opgevangen kinderen in de woning waar de opvang plaatsvindt, wordt niet gedekt door de groepspolis. Hiervoor kan de familiale verzekering van de ouder aangesproken worden. De kinderen moeten verzekerd zijn tegen lichamelijke ongevallen. De onthaalouder kan hiervoor bij de dienst gratis intekenen op een groepspolis. Bij autovervoer van de opvangkinderen worden alle inzittenden beschouwd als derden ten opzichte van de bestuurder en gedekt door de autoverzekering van de bestuurder. Als er brand in huis is, dekt de brandverzekering van het opvanggezin de aangebrachte schade aan het gebouw. De lichamelijke letsels die de opvangkinderen eventueel zouden oplopen zijn gedekt door de polis lichamelijke ongevallen die de organisator gratis aanbiedt aan de onthaalouder. Verzekering van de onthaalouder De onthaalouder brengt haar eigen auto- en brandverzekering op de hoogte dat zij als onthaalouder begint te werken. Schade bij auto-ongevallen en schade door brand worden niet gedekt door de groepspolis waar de onthaalouder gratis kan op intekenen.


16

De organisator biedt de onthaalouder de mogelijkheid gratis in te tekenen op de groepspolis die haar verzekert tegen haar burgerlijke aansprakelijkheid en tegen lichamelijke ongevallen. Eigen lichamelijke schade veroorzaakt door een ongeval wordt gedekt door de ongevallenverzekering opgelegd door het sociaal statuut. Deze ongevallenverzekering wordt door de organisator ten behoeve van de onthaalouder afgesloten.

8.2

Kwaliteitshandboek

Het kwaliteitshandboek ligt ter inzage op het secretariaat. Het kan worden ingekeken na afspraak met de coördinator.

8.3

Tot slot

Voor vragen of problemen die zich voordoen en niet in deze afsprakennota zijn opgenomen, zoekt de organisator een oplossing gebaseerd op de richtlijnen van Kind en Gezin.

9. 9.1

Ethiek Wet op de privacy

De organisator en de onthaalouders respecteren uw privacy. De organisator en de onthaalouders leven de bepalingen uit de wet van 8 december 1992 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer strikt na. Dit betekent onder meer dat zij de veiligheid en de strikte vertrouwelijkheid waarborgen van de persoonsgegevens van het gezin en het kind. Deze persoonsgegevens worden enkel gebruikt binnen de context van de dienstverlening. De door de ouder verstrekte informatie is bestemd voor intern gebruik in de gegevensbank van de organisator. De ouder heeft recht op inzage, correctie of schrapping van deze gegevens. Hiervoor richten zij zich tot de coördinator. De gegevens worden vernietigd wanneer deze niet meer noodzakelijk zijn.

9.2

Portretrecht

De organisator en de onthaalouders leven de bepalingen uit de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten strikt na. De onthaalouder kan op verschillende momenten foto’s en video-opnames maken van de opgevangen kinderen. Dit materiaal zal enkel verspreid worden aan de ouders van de opgevangen kinderen. Dit materiaal zal niet gebruikt worden voor reclamedoeleinden. Indien de ouders hiertegen een bezwaar hebben, kan dit steeds schriftelijk aan de onthaalouders en de organisator gemeld worden. Hiermee wordt onmiddellijk rekening gehouden.

9.3

Beroepsgeheim

De onthaalouders en coördinatoren zijn gebonden door het beroepsgeheim. Dit houdt in dat zij geen informatie mogen bekendmaken die zij in het kader van de uitoefening van hun functie hebben vernomen. Dit beroepsgeheim blijft altijd gelden, ook wanneer de vertrouwensrelatie beëindigd is of de samenwerkingsovereenkomst afgelopen is.

9.4

Respect

Het is belangrijk dat alle partijen zich goed voelen bij de opvang. Regelmatig overleg tussen ouder en onthaalouder vormt de basis voor een goede samenwerking. Loopt de opvang toch niet naar wens, dan kunnen zowel de ouder als de onthaalouder zich tot de coördinator richten met zorgen, problemen, klachten, signalen, suggesties, enzovoort. In onderling overleg wordt een passende oplossing gezocht.


17

Heeft een ouder een klacht over de dienstverlening, dan vragen wij de ouder dit eerst met de betrokken persoon te bespreken. Misschien is er sprake van een misverstand, dat door een gesprek kan worden rechtgezet. Als dit gesprek echter geen oplossing biedt, of indien de ouder dit verkiest, kan de klacht schriftelijk meegedeeld worden. Dit kan door de klacht op de klachtenkaart, die de ouder ontvangt bij de inschrijving, te formuleren en terug te bezorgen aan de organisator (ter attentie van diensthoofd). De organisator verbindt zich ertoe om zo snel mogelijk een gepaste oplossing voor de klacht te zoeken en deze vertrouwelijk te behandelen. Indien een ouder van mening is dat de klacht ontoereikend beantwoord werd, kan hij zich wenden tot de klachtendienst van Kind en Gezin, die in bepaalde omstandigheden een bemiddelende rol kan spelen. Klachtendienst Kind en Gezin, Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel. Tel: 02/ 533 14 14. Fax: 02/ 534 14 48. E-mail: [email protected]. De onthaalouder, ouder en organisator zullen hun ontevredenheid nooit uiten op publieke fora, waaronder sociale netwerksites (bv. Facebook, MySpace, Netlog, enz.). Bij eventuele klachten zullen zij gebruik maken van de procedure zoals hierboven beschreven.

9.5

Wijzigingen in afsprakennota

Wijzigingen in deze afsprakennota worden steeds aan alle betrokken partijen meegedeeld. Elke wijziging van de afsprakennota in het nadeel van de ouder, waaronder een wijziging in het beleid over de prijs voor de kinderopvang, wordt minstens twee maanden voor de wijziging ingaat, schriftelijk meegedeeld en wordt voor ontvangst en kennisneming ondertekend door de (contract)ouder. De ouder heeft het recht om binnen twee maanden na de kennisname van de wijziging, de schriftelijke overeenkomst, op te zeggen zonder enige schade- of opzeggingsvergoeding verschuldigd te zijn. De meest actuele versie van de afsprakennota is steeds raadpleegbaar op de website van de organisator.

We wensen de ouder, hun kind en de onthaalouder een aangename opvang toe!!!

10. Bijlagen Contactgegevens organisator Bijkomende kosten


18

Afsprakennota. Gezinsopvang. onthaalouders. bij. Goede afspraken, vlotte samenwerking

Recommend Documents