advocatenblad Voor rechtenstudenten en young professionals
aten Advoc et in h ht ec sportr
Topsport in de rechtszaal
nr. 1 - 2012
De board van vandaag vraagt om businesswise advocaten
De board met raad en daad bijstaan kan niet meer zonder te weten wat er speelt en verder te kijken dan de wetten en jurisprudentie. Studeer je Nederlands, notarieel of fiscaal recht en denk je businesswise genoeg te zijn, maak dan kennis met ons op businesswiseadvocaten.nl
inhoud
advocatenblad
‘In sport kun je niet polderen’
16 de werkkamer van...
Binnenkijken bij Oscar Hammerstein
04
reportage
Onderweg met strafadvocaat Robert Malewicz
10
studenten aan het woord
Dienen advocaten terughoudend te zijn in de media?
26
en verder editorial. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 02 colofon. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 02 dekencolumn. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 03 facts & figures . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 03 advo-coach project . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 03 wat verandert er straks in de advocatenopleiding?. 06 Extra vaardigheden op eigen kantooropleiding. . . . 08
leestips van advocaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . netwerken doe je zo, volgens de zoza’s. . . . . . . . . . Oud-stagiaire schrijft boek over kantoorperikelen. . werken in Shanghai. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . advocaat in het vreemdelingenrecht. . . . . . . . . . . . talentenjacht: ‘Geluk dwing je af’ . . . . . . . . . . . . .
14 15 22 24 28 32
advocatenblad
Colofon advocatenblad Advocatenblad Start is het officiële orgaan van de Nederlandse Orde van Advocaten en wordt uitgegeven door Sdu Uitgevers.
Uitgever Gert Jan Schinkel
Eindredactie Hedy Jak
Aan dit nummer werkten mee Sander Foederer, Sabine Droogleever Fortuyn, Emilie Hudig, Sander Hehanussa, Mark Maathuis, Juriaan Mensch, Kim van der Meulen, Simone Philipsen, Jolenta Weijers en de Zoza’s
Correcties Sandra Braakmann Carlijn Urlings
Vormgeving Dimitry de Bruin Dimdim, Den Haag
Drukwerk Senefelder Misset in Doetinchem
Advertenties Saskia van der Tol
[email protected] Tel: 070 – 378 07 32 www.bereikdejurist.nl
02
editorial
Informatie overload?
D
e Engelse filosoof Francis Bacon zei het al rond 1600: ‘Kennis is macht’. Een waarheid als een koe, maar hoe vertaalt deze uitspraak zich in de praktijk? Als een advocaat bijvoorbeeld de vaardigheden mist om de belangen van cliënten op een goede manier te kunnen vertegenwoordigen? Dan is er toch een probleem, zou je zeggen. De opleiding die advocaat-stagiaires na hun rechtenstudie volgen om volwaardig advocaat te worden, is te vrijblijvend. Dat was de harde conclusie van Bas Kortmann, de voorzitter van de Commissie Opleiding van de Orde. Hij deed in 2010 uitgebreid onderzoek naar de Beroepsopleiding en constateerde dat deze aan alle kanten rammelde. Zo was aanwezigheid bij sommige cursussen al voldoende om aan je plichten als stagiaire te voldoen. Op dit moment wordt een Nieuwe Stagiaire Opleiding vormgegeven. Met meer contacturen, huiswerkopdrachten en toetsing wordt het programma een stuk zwaarder. En daar mag je eigenlijk alleen maar blij om zijn. Als advocaat ga je zelfstandig werken. Je staat mensen bij die in een moeilijke situatie zitten en een beroep doen op jouw juridische expertise. Een verantwoordelijkheid waar je je best bewust van mag zijn. Dus zuig de informatie, die jou in staat stelt je vak beter uit te oefenen, op. Bedenk wat je wilt en maak het waar! De advocatuur is een mooi en divers vak, kijk naar de advocaten in dit nummer die zich hebben gespecialiseerd in een sportniche. Zoals Stephan Wensing, in toga op zijn paard. De paardensport kent voor hem geen geheimen meer – die heeft hij met een enorme inzet en enthousiasme ontrafeld. En dit specialisme mag hij nu tot zijn deskundigheid rekenen. Redactie Advocatenblad Start
Foto cover Sander Foederer
VERNIEUWD Nieuws » Achtergrond » Interviews
Gratis Advocatenblad Start? Kijk op de website voor meer info.
03
advocatenblad
Een snelle blik achter de schermen bij de landelijke beroepsorganisatie voor advocaten.
‘De diversiteit mag groter zijn’
L
aatst zag ik de film Twelve Angry Men weer eens. In twee opzichten een zwart-witfilm. Een jury van twaalf werkende blanke mannen moet zich in het smoorhete Zuiden van de Verenigde Staten uitspreken over schuld of onschuld van een van moord verdachte gekleurde kansarme jongen. Hoewel de twaalf gezworenen ten slotte op not guilty uitkomen, was de film vooral een aanklacht tegen een maatschappij die is opgedeeld in haves and have nots, werkenden en werklozen, gekleurde en blanke mensen. Een maatschappij die het af laat hangen van het hokje waar je in zit hoe je kansen en je rechten zijn.
Nederland is een open maatschappij: het rechtsstatelijk beginsel is dat het alleen aan je persoonlijke kwaliteiten en ambities ligt wat je wordt. Formeel zijn er geen belemmeringen. Maar er bestaan nog wel informele barrières: conventies, sociale (non-)acceptatie, onbekendheid met andere milieus. Als ik een nieuwe lichting stagiaires toespreek, zie ik dat de diversiteit wel groter zou mogen zijn. De Nederlandse advocatuur heeft er baat bij dat ze divers en met een redelijk evenredige representativiteit is samengesteld. Diversiteit is voor de advocatuur van belang omdat we daarin de beste mensen willen hebben, ongeacht hun herkomst. Maar diversiteit is ook van
belang voor de rechtzoekende. De balie moet zo divers zijn dat iedere Nederlander die zijn recht zoekt gemakkelijk een advocaat kan vinden bij wie hij zich vertrouwd voelt. Diversiteit in de advocatuur is dus maatschappelijk zeer gewenst. Laat dit alle rechtenstudenten uitdagen voor wie een keuze voor de advocatuur misschien niet onmiddellijk voor de hand ligt! Jan Loorbach, Algemeen deken van de Nederlandse Orde van Advocaten
facts & figures Ellen Hiemstra is medewerker bij de Orde en houdt zich bezig met diversiteit. Zij coördineert het advo-coach project. Wat is het advo-coach project? ‘Bij dit project kunnen derdejaarsstudenten van de Vrije Universiteit Amsterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam zich opgeven om te worden begeleid door een advocaat. Deze geeft studenten in kleine groepjes praktische adviezen over hun studie of loopbaan. De advo-coach is een echte vraagbaak en studenten kunnen hem of haar van alles vragen over de advocatuur. Door dit onderlinge contact krijgen studenten een reëel beeld van het vak en worden ze zich bewuster van wat ze wel of juist niet willen.’
Waarom is het project opgezet? ‘Het project is in eerste instantie opgezet om de instroom van multicultureel talent in de advocatuur te vergroten, die is namelijk laag als je het vergelijkt met de instroom op universiteiten. Maar het project is uiteindelijk
opengesteld voor alle studenten. De Orde vindt het belangrijk dat de advocatuur toegankelijk is voor alle rechtenstudenten en we hebben deze diversiteit hard nodig.’
Wat zijn de reacties van studenten? ‘Heel erg enthousiast. De meeste studenten weten toch niet goed wat het werk van een advocaat nu precies behelst. Die vraag wordt vaak aan coaches gesteld: “Wat doet u nu precies de hele dag?” Veel studenten zijn ook geholpen met het opstellen van een goed cv en het schrijven van sollicitatiebrieven. En ze worden ook gestimuleerd om na te denken over welk rechtsgebied, of soort kantoor, hen past. Door de verhalen van een advocaat horen ze meer over de praktijk en ze kunnen daardoor betere, passendere keuzes maken voor zichzelf.’
- Elke advocaat staat als lid ingeschreven bij de landelijke Orde in Den Haag én bij de plaatselijke Orde waar hij/zij werkt. - Het afgelopen jaar groeide de advocatuur met 3,3 procent. - In 2011 waren er 16.808 advocaten, van wie 42,3 procent vrouw en 56,7 procent man. - Bij advocaat-stagiaires is de manvrouwverdeling juist omgekeerd, met meer vrouwen (56,7 procent) dan mannen (43,3 procent). - De top 3 universiteiten waar de meeste stagiaires in 2011 vandaan kwamen: Universiteit van Amsterdam, Universiteit Utrecht en de Rijksuniversiteit Groningen. - In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag werkten in 2011 de meeste stagiaires.
advocatenblad
04 de werkkamer van...
In de ‘Gouden Bocht’ van de Amsterdamse Herengracht ligt het zeventiende-eeuwse monumentale pand waar Oscar Hammerstein werkt. ‘Mijn werkkamer was vroeger een stijlkamer om mensen te
De schilderijen op het plafond zijn gemaakt door de beroemde Amsterdamse kunstschilder Gerard de Lairesse. Het grote werk in het midden stelt ‘De val van Phaëton’ voor. Daaromheen zijn de vier jaargetijden afgebeeld. ‘Zijn werken zijn verder alleen te zien in de grote musea als het Metropolitan in New York.’ Volgens Hammerstein verhoudt de kantoorsfeer zich ‘tussen een museum en een lyceum. Het pand heeft een groot historisch karakter, maar door de jonge mensen die hier werken is het ook een plek waar kennis wordt opgedaan’.
imponeren. Eigenlijk kan dit kantoor niet, maar daarom is het zo leuk.’ Tekst: Hedy Jak
Na tien jaar een kantoor te hebben gerund met strafpleiter Gerard Spong, verbrak Hammerstein vorig jaar de samenwerking en moest hij kantoorruimte vinden. ‘Een medewerker is in drie dagen tijd met een motor langs grachtenpanden gereden die te huur waren. Binnen vijf minuten wist ik dat dit het was. Het is werkelijk een mooi, oud pand en geen vergane glorie. De stijlkamers zijn intact gelaten, wat je bijna nergens meer ziet.’ De inrichting deed Hammerstein zelf. Het grootste deel van het meubilair schafte hij aan ‘om de hoek op de Spiegelstraat’. Of op veilingen, zoals de gouden gordijnkappen die van Paleis Soestdijk komen.
Foto: Huib Nederhof
‘Het is een rijksmonument, dus we kunnen hier geen gekkig heid uithalen. Maar elk jaar stellen we het pand open voor bezoekers tijdens de Open Monumentendag. Na het Koninklijk Paleis op de Dam is dit het meest bezochte monument in de stad. Rijen mensen staan hier dan voor de deur.’ Hammerstein kan zich die nieuwsgierigheid goed voorstellen. ‘Bij de grachtenpanden waar ik op uit kijk, ben ik ook langsgegaan met de vraag of ik even binnen mocht kijken.’
05
advocatenblad
‘Aanvankelijk was ik bang dat dit interieur cliënten zou afschrikken. Het hoort niet om indruk te maken, cliënten moeten zich op hun gemak voelen. Maar ja, het hele leven is een compromis. Ik heb er niet minder werk om, maar ik besef wel dat de drempel om hier te komen misschien wat hoger is. Toch wordt vaak gevraagd of de bespreking hier kan plaatsvinden. Soms weleens jammer, want lange besprekingen aan de telefoon vind ik niet erg. Dan leg ik mijn benen op de vensterbank en kijk ik uit het raam.’
‘Heel bijzonder is dit bureau. Hier zat ik vroeger al aan met Frits Salomonson, de advocaat door wie ik ben opgeleid. Het bureau is van de grootvader van Salomonson, ook een advocaat. Hij werkte samen met meneer Telders die een mank been had. Daarom zit er aan de rechteronderkant een koperen roede waarop hij zijn voet kon leggen. Doordat Salomonson fuseerde met een ander kantoor werd dit bureau weggedaan. Maar ik ben het vorig jaar op een veilinghuis tegengekomen. Een mooi moment, ik heb het meteen gekocht.’ Oscar Hammerstein samen met zijn chihuahua ‘Tank’
advocatenblad
06
nieuwe stagiaire opleiding
‘Het is te veel lang leve de lol’ De advocatenopleiding gaat op de schop. Stagiaires krijgen straks meer ethiek, vaardigheden en keuzemogelijkheden. Maar ook: verplichte participatie, huiswerk en toetsing — en een externe instantie die het onderwijs verzorgt. De toekomstige advocatenopleiding in vogelvlucht.
Foto: Mariette Carstens / Hollandse Hoogte
Tekst: Sabine Droogleever Fortuyn
Luieren zit er tijdens het volgen van de Nieuwe Stagiaire Opleiding niet meer in. Stagiaires hebben verplichte participatie.
W
ie in 2013 met de advocatenopleiding begint, heeft geluk of pech. Het is maar net hoe je het bekijkt. Aan het vrijblijvende karakter dat de opleiding deels heeft, komt een einde. De beroepsopleiding wordt zwaarder. Maar dat is lang niet het enige. In het rapport Met Recht Advocaat, dat in november 2010 verscheen, concludeert de Commissie-Kortmann dat de huidige opleiding tekortschiet. Een projectgroep van de Orde van Advocaten gebruikt de aanbevelingen in dit rapport bij het tot stand brengen van de Nieuwe Stagiaire Opleiding. Deze vernieuwde opleiding krijgt steeds meer vorm.
Een van de grote veranderingen is dat de Orde het verzorgen van de opleiding gaat uitbesteden aan een externe instantie. Dit najaar wordt besloten welke organisatie het stokje van de Orde overneemt. Een stichting, bestaande uit de Orde en vertegenwoordigers van alle rechtenfaculteiten in Nederland, gaat de uitvoerende instantie aansturen.
Een driejarige opleiding Daarnaast wordt de opleiding inhoudelijk grondig gereorganiseerd. Op dit moment bestaat de advocatenopleiding uit de Beroepsopleiding (BO) van een jaar en de tweejarige Voortgezette Stagiaire Opleiding (VSO). Deze twee opleidingen worden geïntegreerd in
07
de driejarige Nieuwe Stagiaire Opleiding. Deze samenvoeging is volgens projectleider Tim van der Rijken bedoeld om ‘de opleiding te stroomlijnen. We willen de losse onderdelen beter op elkaar laten aansluiten.’ De aankomende stagiaire krijgt, verdeeld over drie jaar, vaardigheids- en ethiekvakken en algemeen procesrecht. ‘Nu krijgen stagiaires alleen ethiekvakken gedurende het eerste jaar van hun opleiding,’ zegt projectcoördinator Michelle van Driel. ‘We willen die vakken verspreid over drie jaar laten doorlopen. Dat is belangrijk voor de vorming van de beroepsattitude’.
Specialist of generalist De nieuwe opleiding zal uit drie inhoudelijke leerlijnen bestaan: bestuurs-, civiel- en strafrecht. Uit deze drie moeten stagiaires een keuze maken voor een major- en een minor-richting. Bovendien kunnen stagiaires, als ze dat willen, ook nog keuzevakken volgen in de richting van de derde leerlijn. Het is dus niet meer zo dat iedereen dezelfde, algemene, opleiding krijgt. Stagiaires kunnen zich specialiseren of juist kiezen voor een meer generalistische opleiding. Behalve de externe opleidingsinstantie krijgen andere organisaties de mogelijkheid een leerlijn te verzorgen. Ze moeten daarvoor wel aan de door de stichting gestelde eisen voldoen en worden geaccrediteerd. Een deel van de opleiding wordt dus geliberaliseerd.
Felle discussie
Het College van Afgevaardigden, het ‘advocatenparlement’, heeft op 30 maart ingestemd met het plan om het verzorgen van een deel van de opleiding open te stellen voor andere partijen. Zoals gezegd kunnen andere partijen worden geaccrediteerd door de stichting om een leerlijn te verzorgen. Het is mogelijk dat bijvoorbeeld de bestaande interne opleidingen van Zuidaskantoren zo’n accreditatie krijgen. Hiermee is de jarenlange felle discussie binnen het College over het vrijstellingenbeleid achterhaald. Advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek aan de Amsterdamse Zuidas verzorgt sinds 2005 een eigen, interne opleiding, De Brauwerij, voor advocaat-stagiaires. Deze is toegespitst op de beroepspraktijk van het kantoor. In navolging hierop werd de Law Firm School opgericht, een opleiding waarbij inmiddels veertien grote Amsterdamse kantoren, zoals Stibbe en Houthoff Buruma, zijn aangesloten. De opleidingen bestaan uit juridisch inhoudelijke vakken en ook uit vakken waarbij de stagiaires hun beroepsvaardigheden trainen. Ze krijgen les van specialisten uit de praktijk.
Van de beroepsopleiding van de Orde worden ze grotendeels vrijgesteld. Binnen het College bestond discussie over de vraag of het wenselijk is dat niet alle advocaten dezelfde beroepsopleiding volgen. Tegenstanders vreesden dat het toestaan van meerdere advocatenopleidingen ten koste zou gaan van de ‘sociale cohesie’, de gemeenschappelijkheid, van de beroepsgroep.
advocatenblad
De klok en de klepel Renee Huijsmans (28), stagiaire op het gebied van Arbeidsrecht bij Goorts & Coppens Advocaten in Helmond
Geen monopolie Omdat alle stagiaires van de Nieuwe Stagiaire Opleiding gedurende drie jaar verplicht deel zullen nemen aan een algemeen deel bestaande uit vaardigheids- en ethiekvakken en algemeen procesrecht, is dat probleem volgens de projectgroep van de Orde ondervangen. Elke partij die aan de voorwaarden van de stichting voldoet, krijgt een accreditatie om een leerlijn op poten te zetten. Volgens projectleider Van der Rijken is het vanuit de Mededingingswet niet toegestaan om het verzorgen van de opleiding te monopoliseren. ‘Het is dan ook goed denkbaar dat behalve de kantoren aan de Zuidas, faculteiten of een gespecialiseerde beroepsvereniging als de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA) een leerlijn gaan aanbieden,’ vult projectcoördinator Van Driel aan. De nieuwe opleiding zal ook gebruik gaan maken van moderne onderwijsvormen. Voor de stagiaires niets nieuws. Collegemateriaal online en vragen stellen via chat, dat zijn ze al gewend van de universiteit.
Weg zoeken De opbouw van de Nieuwe Stagiaire Opleiding staat inmiddels zo goed als vast. Momenteel wordt gewerkt aan de exacte invulling ervan. Welke kennis en vaardigheden moeten stagiaires na drie jaar beheersen? Hoe moet de stof worden verdeeld over de drie jaar? En hoe wordt er getoetst? Daar wordt nog een weg in gezocht. Dat de verbetering van de opleiding — inclusief een intensievere begeleiding — gepaard gaat met extra kosten, is ook duidelijk. ‘Maar de opleiding moet wel betaalbaar blijven. Er moet dus een afweging worden gemaakt tussen de hoogte van de extra kosten en hetgeen het oplevert,’ zegt Van der Rijken. Of de nieuwe opleiding in het voorjaar of najaar van 2013 van start gaat, is nog niet zeker. Maar projectleider Van der Rijken verwacht niet dat aankomende advocaten het begin van hun stage van de verbeterde advocatenopleiding zullen laten afhangen. ‘Of je een baan kan krijgen bij een goed kantoor, dat is doorslaggevend.’
‘Als je drie dagen voor de toets je boek inkijkt en je haalt de toets gewoon, wat stelt het dan voor?’ In juni van dit jaar rondt Renee Huijsmans haar Voortgezette Stagiaire Opleiding (VSO) af. ‘De opleiding mag best wat zwaarder worden. Het is te veel lang leve de lol.’ Sinds oktober 2011 maakt deze jonge advocaat onderdeel uit van de klankbordgroep, bestaande uit een bonte pluimage van onder anderen rechters, advocaten en onderwijskundigen. Eens in de twee tot drie maanden brainstormt de groep over de invulling van de Nieuwe Stagiaire Opleiding (NSO) en voedt op deze manier de projectgroep van de Orde. ‘Aanvankelijk is op papier gezet in hoeverre de huidige BO en VSO tekortschieten. Nu wordt nagedacht over de manier waarop de nieuwe opleiding moet worden ingevuld.’ Zelf vond Huijsmans de BO te algemeen. ‘Het is te veel een herhaling van de universiteit.’ Gedurende de NSO zal er meer aandacht worden besteed aan de praktische uitvoering van het gedragsrecht. Dat is volgens Huijsmans een belangrijk aspect in de vorming tot advocaat. ‘Nu heb je in het eerste jaar alleen een blok gedragsrecht. Je hebt de klok horen luiden, maar weet niet waar de klepel hangt.’ Dat de lat hoger mag liggen, wordt volgens Huijsmans algemeen gedeeld in de klankbordgroep. ‘We hebben een ondergrens te bewaken. De opleiding leert stagiaires wat ze moeten kunnen en weten om hun vak goed uit te oefenen. Als iemand betaalt voor een advocaat, mag hij daar ook iets voor terugkrijgen.’ Maak de onderwijsgroepen wat kleiner. Dan moet je wel goed voorbereid naar de cursus komen, anders val je door de mand, is een advies van Huijsmans. ‘Stagiaires geven aan behoefte te hebben aan druk, cijfers en verplichte participatie. Er is duidelijk een roep om meer gedegen onderwijs.’
advocatenblad
08 kantooropleiding
Extra vaardigheden opdoen aan de Academy Naast de stagiaire-opleiding van de Orde hebben grote kantoren hun eigen Law Firm School. Maar ook middelgrote kantoren staan te trappelen met een eigen programma. Tekst: Juriaan Mensch
A
ls de rechtenstudie erop zit en je advocatenstage begint, wordt er opeens een beroep gedaan op andere vaardigheden dan alleen theoretische kennis van het recht. De beroepspraktijk vereist dat je dan ook je weg weet te vinden in de omgang met andere advocaten, cliënten en de rechterlijke macht. Hier wordt kennis in een – vaak complexe – praktijk gebracht. Sommige advocatenkantoren laten je niet aan je lot over, maar helpen je daarbij.
‘Het is belangrijk dat je een persoonlijk ontwikkelplan hebt als je als stagiaire aan de slag gaat bij een kantoor,’ zegt Pieter Smits, kantoordirecteur van het Haags/ Rotterdamse DVDW Advocaten. Zijn kantoor begeleidt zowel stagiaires als partners actief naar wat zij in de toekomst willen en natuurlijk naar wat het kantoor nodig heeft. Daarom heeft het kantoor recent de DVDW Academy opgezet, waarbij het samenwerkt met trainers en docenten van organisaties als de Erasmus Universiteit Rotterdam en het Institute for Corporate Law, Governance and Innovation Policies in Maastricht. De trainingen komen voor de stagiaires boven op de Beroepsopleiding van de Orde van Advocaten. Dat is nodig, omdat die opleiding voor bepaalde kantoren niet goed aansluit bij de praktijk. Ook DVDW zag de noodzaak voor een eigen, aanvullend programma. ‘Wij zijn een gespecialiseerd kantoor,’ benadrukt Theo Hanssen, partner bij DVDW Advocaten. Dat vereist naast extra cognitieve vakken, waar kennis van het recht
Foto: Mark Janssen
Bijspijkeren
omgaan met cliënten en andere advocaten. We kregen daarvoor dilemma’s voorgelegd die we vervolgens bespraken. Zo leer je extra vaardigheden in de Academy.’ Hoe er op kantoor wordt gewerkt en hoe om te gaan met de werkdruk is ook onderdeel van de Academy. ‘Timemanagement is iets wat niet in de Beroepsopleiding wordt aangepakt,’ legt Kruisifikx uit. Terwijl dat wel heel belangrijk is in de praktijk van een kantoor. Daar wordt je echt een spiegel voorgehouden. ‘Je leert kritisch nadenken over de zaken die in je agenda staan. Soms word je bedolven met werk en dan moet je de juiste keuzes maken voor dossiers die prioriteit hebben.’
Keuzevrijheid Eveline Kruisifikx is stagiaire bij DVDW Advocaten
verder wordt bijgespijkerd, ook vaardigheden. ‘We trainen daarom ook bijvoorbeeld op timemanagement, schriftelijke vaardigheden en debattechnieken en ook direct commerciële vaardigheden als acquisitie, personal branding en presentatievaardigheden.’
Spiegel voorhouden Een eigen aanvullend programma is ‘zeer nuttig en waardevol’, benadrukt stagiaire Eveline Kruisifikx, sinds 2010 werkzaam bij DVDW Advocaten. ‘Met name het onderdeel Gedragsrecht, waarbij door andere beginnende advocaten eigen praktijkgevallen worden besproken waar je zelf op enig moment ook mee te maken krijgt. Daarnaast leer je
Een aanvullend curriculum op de opleiding van de Orde is niet nieuw. De Law Firm School, aanwezig op de grotere kantoren met een internationale commerciële en financiële praktijk, is daar misschien wel het bekendste voorbeeld van. ‘Hoewel de opleiding van de Law Firm School breder is, doordat bijvoorbeeld ook aandacht wordt besteed aan straf- en bestuursrecht, is de opzet van de DVDW Academy vergelijkbaar, maar uniek voor middelgrote advocatenkantoren,’ zegt Hanssen. ‘Vroeger was de keuze voor een groot kantoor vaak een vanzelfsprekendheid vanwege de kwaliteit. Tegenwoordig is dat niet meer zo.’ En dat is een opsteker voor jonge, ambitieuze studenten. Immers, nu ook een middelgroot kantoor de overstap van universiteit naar beroepspraktijk intensief begeleidt, is er voor de ambitieuze jonge advocaat ook steeds meer te kiezen.
Advertorial
starters aan het woord Pauline Slavenburg (27) en David Kuyper (27) zijn in de afgelopen anderhalf jaar begonnen als starter bij Hogan Lovells, op de sectie Employment en Corporate M&A. Hogan Lovells is een van de grootste internationale advocatenkantoren ter wereld en heeft een kantoor op de Keizersgracht in Amsterdam met ongeveer 45 advocaten, (kandidaat-)notarissen en fiscalisten. bijvoorbeeld schuift iedereen gewoon bij elkaar aan en je hebt geen kliekjesvorming. Natuurlijk is er wel een hiërarchie, maar dat wil niet zeggen dat je niet naast elkaar gaat zitten.’
Pauline: ‘Ik heb Hogan Lovells leren kennen in 2009, tijdens een STEP In-housedag. Het leek me een gezellig kantoor, dus ik wilde er tijdens mijn studie stage lopen, wat gelukkig lukte. De stage hier is kantoorbreed – je zit niet op een speci fieke sectie – waardoor je snel door hebt welk rechtsgebied je het meest aanspreekt. Elke zes weken is er één student-stagiair, zodat diegene overal bij betrokken wordt en veel te doen heeft. Na mijn studie kon ik bij Hogan Lovells op de sectie Employment solliciteren. Omdat ik al een voorkeur had voor arbeidsrecht, vond ik het ook heel fijn dat er hier geen verplichte sectiewissel is. Bovendien is de sectie Employment niet heel groot – er zijn vier advocaten – waardoor je veel verantwoordelijkheid krijgt. Dat vind ik ook echt leuk: door de omvang hier ben je niet alleen een radertje in het geheel. Naast de beroepsopleiding krijgen we ook een paar dagen per maand col leges in Scheveningen van de Law Firm School. Dat is een aanvullende, meer op de internationale rechtspraktijk gerichte opleiding. Wat ik ook heel leuk vind, is de informele sfeer. Tijdens de lunch
David: ‘Ik heb gesolliciteerd bij Hogan Lovells doordat een vriendin me vertelde dat het kantoor echt bij me zou passen. Ik vind het namelijk leuk om met mensen uit verschillende culturen om te gaan en zeker op de Corporate M&A praktijk heb ben we veel contact met buitenlandse collega’s en cliënten. We doen daar aan breed ondernemings recht, dus niet alleen maar fusies en overnames, maar bijvoorbeeld ook corporate advieswerk. Wij zijn de huisadvocaat van veel internationale bedrijven. Dan heb je direct contact met je cliën ten en je wordt ook redelijk vrij gelaten. Het leuke is dat je af en toe in het diepe wordt gegooid, maar als je vragen hebt kan je altijd bij de part ners of andere medewerkers terecht. Daar leer je heel veel van. Een van de leuke dingen aan Hogan Lovells is dat hoewel je heel grote zaken behan delt, je hier werkt met maar ongeveer honderd mensen, waardoor je iedereen kent. Het is zo iets persoonlijker dan sommige hele grote kantoren. We hebben een best grote groep jonge advocaatstagiairs en we doen ook veel met elkaar: we lopen de dam-tot-damloop, er is een intern tennistoernooi en er zijn stagiair-medewerker weekenden en dergelijke. Elk jaar gaan we met het hele kantoor, dus inclusief ondersteunend personeel skiën, dat is ook ontzettend leuk. En aan de gracht zitten is natuurlijk fantastisch!’
advocatenblad
10
reportage
Onderweg met strafadvocaat Robert Malewicz Van een drugszaak op Schiphol tot de uitspraak van het Arnhemse hof in de ‘Tsjechische ski-zaak’: een week uit het leven van strafadvocaat en partner Robert Malewicz.
Foto’s: Emilie Hudig
Tekst: Sabine Droogleever Fortuyn
11
advocatenblad
Cv Robert Malewicz Geboren: 28 april 1974 in Oudeschip, Groningen Burgelijke staat: samenwonend met zijn vriendin, twee zoons (7 en 1,5) en een dochter
H
et werkende leven van Robert Malewicz (38) kent uitersten. Het beeld van de strafadvocaat die grote zaken doet, in een mooie auto rondrijdt en luxe dineert, klopt. Tegelijkertijd staat Malewicz pro-Deocliënten bij in kleinere drugszaken, staat hij soms uren te wachten bij de rechtbank en luncht hij met een Balisto. Geweldsmisdrijven, georganiseerde criminaliteit en overtreding van de Opiumwet. Malewicz, partner bij Cleerdin & Hamer Advocaten in Amsterdam, heeft veel verdachten van deze delicten verdedigd. Hij was advocaat in diverse grote bouwfraudezaken en is ook actief op het gebied van het internationale strafrecht. In een week tijd reist hij van zijn woonplaats in Leiden naar Antwerpen, Alkmaar, Schiphol, Den Bosch en Amsterdam. Een verslag van dag tot dag.
MA
Uitje organiseren
’s Ochtends wordt Malewicz thuis met de auto opgehaald door een collega. ‘Ik zit samen met de office manager en een collega-advocaat in de uitjescommissie. Jaarlijks organiseren we een kantooruitje. Andere jaren zijn we bijvoorbeeld naar Winterberg, Drenthe en Texel gegaan. Dit jaar gaan we een weekend naar Antwerpen, met dertig man, advocaten en ondersteunende medewerkers.’ Om een geschikt programma te kunnen samenstellen, gaat de uitjescommissie een dag voorproeven. In Antwerpen gaan de collega’s het terras op. Later kijken ze rond in de stad en gaan ze op zoek naar een goed restaurant. ‘Een niet-declarabele dag. Maar de boog kan niet altijd gespannen staan.’
DI
Thuiswerken
In verband met de opvang van zijn drie kinderen werkt Malewicz deze dag thuis. Hij handelt mails en telefoontjes af en hij adviseert een kantoorgenoot in een net overgenomen moordzaak. ‘De rechtbank wil in deze zaak al beginnen met de inhoudelijke behandeling, maar mijn collega vindt het daarvoor te vroeg. Het verzoek tot horen van getuigen heeft de rechtbank afgewezen. We hebben overlegd hoe je datzelfde verzoek opnieuw kunt brengen, op zo’n manier dat je de rechtbank van de noodzaak van de getuigenverklaringen overtuigt.’ Naast deze bezigheden werkt Malewicz aan een pleitnota voor een zitting van donderdag op Schiphol. Ook treft de strafpleiter vanuit thuis voorbereidingen voor een reis naar Suriname. Hij gaat daar binnenkort
(4) Studie: Rechten aan de Universiteit Leiden Specialisatie: strafrecht Carrière: • 2000-2002 docent en onderzoeker Universiteit Leiden • 2002 strafadvocaat bij Cleerdin & Hamer Advocaten, Amsterdam. Sinds 2011 als partner aan het kantoor verbonden Nevenactiviteiten: • 2002-heden medeauteur van de serie Boom Basics Strafrecht • 2002-heden lid van de European Criminal Bar Association (ECBA) • 2007-heden als redacteur strafrecht verbonden aan het Advocatenblad • 2011-heden lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA) Hobby’s: ‘Elektrische gitaar spelen en hardlopen. Maar dat zijn eigenlijk geen hobby’s. Ik stop geen schepen in een fles, of zo.’
advocatenblad
12
reportage
voor een week naartoe om samen met raadsheren, een advocaat-generaal en een andere advocaat een getuige te horen in een dubbele moordzaak. De getuige wil niet naar Nederland komen omdat hij hier nog straffen heeft openstaan.
WO
Planning omgooien
Eerst brengt Malewicz zijn jongste zoon naar de crèche. Daarna rijdt hij in zijn Audi A6 naar Alkmaar, waar zijn kantoor — naast Amsterdam, Almere en Haarlem — een vestiging heeft. Hier voert hij functioneringsgesprekken met collega’s. Dat hoort bij zijn partnerschap. Vervolgens gaat hij verder met de voorbereiding van de zitting die hij de volgende dag heeft. Ook wordt hij gebeld door de Rechtbank Haarlem. De behandeling van de drugszaak op Schiphol kan de hele dag duren, in plaats van alleen de ochtend, zoals aanvankelijk was gepland. En ook van de Rechtbank Den Bosch krijgt hij bericht. Een van de twee zittingen van vrijdag wordt geschorst. De andere zaak, een drugszaak, wordt inhoudelijk behandeld. ‘Je planning wordt vaak van het ene op het andere moment helemaal omgegooid. Dat heeft ermee te maken dat er soms dingen veranderen in de planning van de rechtbank en dat de rechtbank ernaar streeft de capaciteit zo effectief mogelijk te benutten. In het begin kon ik me hier heel erg druk om maken. Nu ben ik eraan gewend.’
DO
Pleiten
Malewicz parkeert zijn auto op een parkeerterrein vlak achter een landingsbaan van Schiphol. Met twee tassen in zijn hand en zijn toga over een arm gaat hij de rechtbank binnen. De Meervoudige Kamer van de rechtbank behandelt zijn zaak samen met drie andere zaken. Malewicz’ cliënt wordt ervan verdacht dat hij een bolletjesslikker van Suriname naar Nederland heeft laten vliegen; dat hij hem van de
luchthaven wilde ophalen en de drugs wilde verkopen. Met camera’s van de marechaussee is gefilmd hoe een bolletjesslikker door twee groepjes wordt opgewacht. Tussen de mannen ontstaat irritatie en ze komen in een vechtpartijtje terecht. De hele groep wordt gearresteerd. De marechaussee heeft de videobeelden vervolgens aan de NOS verstrekt— en zodoende zijn ongecensureerde beelden van Malewicz’ cliënt, en van andere verdachten, uitgezonden door het NOS Journaal in een item over criminaliteit op Schiphol. ‘De marechaussee valt onder verantwoordelijkheid van het OM en met het uitzenden van de beelden is inbreuk gemaakt op de onschuldpresumptie en op de privacy van verdachte,’ zegt Malewicz later tijdens zijn pleidooi. ‘Een vormfout die moet leiden tot niet-ontvankelijkheidverklaring van het OM.’ Vlak voor zijn pleidooi wordt de zitting voor een halfuur geschorst, van één uur tot halftwee. Er is geen lunchgelegenheid in de buurt. De koffie- en de snoepautomaat in de hal vormen het enige alternatief. Malewicz luncht met een Balisto. Last van zenuwen voor zijn pleidooi lijkt hij niet te hebben. ‘Voor het pleiten op zich ben ik nooit zenuwachtig. Voorafgaand aan een zitting kan ik soms wel een spanning voelen. Dan wil je dat er het beste uitkomt voor je cliënt.’ Zodra de zitting verder gaat, begint hij met zijn pleidooi. Indien de rechtbank het OM, ondanks de vormfout, toch ontvankelijk verklaart, pleit Malewicz voor strafvermindering. Verder stelt hij dat er geen bewijs is waaruit blijkt dat zijn cliënt schuldig is. Daarom pleit hij voor vrijspraak.
VR
Uitsprakendag
Op kantoor in Amsterdam bereidt Malewicz de zitting van die middag voor, voor de rechtbank in Den Bosch. In deze zaak verdedigt hij een man met een Poolse en Nederlandse nationaliteit die is
13
veroordeeld omdat hij onderdeel zou uitmaken van een criminele organisatie. Zijn cliënt zou een poging hebben gedaan tien kilo hasj in te voeren in Polen. Hiervoor heeft hij zestien maanden in een Poolse gevangenis gezeten. Malewicz heeft hem eerder bijgestaan in een overleveringszaak naar Polen. In het kader van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (Wots) is de man teruggekomen naar Nederland. Vandaag wordt de omzetting van zijn straf behandeld. Op station Amsterdam Zuid koopt Malewicz een broodje voor onderweg. In de trein naar de zitting schiet hem het doorslaggevende argument in deze zaak te binnen. Dat schrijft hij er met pen op de pleitnota bij. ‘Gelet op de feiten is er helemaal geen sprake van een poging tot invoering van hasj, zoals dat is verwoord in de Nederlandse strafwetgeving. Er was alleen sprake van voorbereiding van invoering van softdrugs. Dat is in Nederland niet strafbaar.’
In de tussentijd houdt Malewicz contact met een collega die speciaal voor hem naar de uitspraak van het Arnhemse hof in de ‘Tsjechische ski-zaak’ is gegaan. Het hof veroordeelt zijn cliënt tot medeplegen van doodslag en een gevangenisstraf van zeven jaar. Malewicz belt de ouders van zijn cliënt om ze hiervan op de hoogte te brengen. Of de veroordeelde tegen de uitspraak in cassatie gaat, is nog niet besloten. Aangekomen bij het Gerechtshof Den Bosch gooit Malewicz zijn in de trein bedachte troef in de strijd. Hij vraagt om invrijheidstelling van zijn NederlandsPoolse cliënt en hij verzoekt de rechters hier vandaag nog over te beslissen. Het voorstel van Malewicz wordt gevolgd. De verdachte hoeft voor deze zaak niet langer in de gevangenis te zitten. Malewicz stapt weer in de trein. Dit keer niet op weg naar een zitting, maar naar de wekelijkse kantoorborrel in het Amsterdamse café Ruis onder de bomen. Weekend.
advocatenblad
advocatenblad
14
leestips
‘Dit boek bewijst dat het recht er altijd is’ Studeren, werken, sporten en vrienden: er is soms weinig tijd om te lezen. Welke parel is echt de moeite waard? Twee advocaten over hun favoriete boek.
Foto: Mariette Carstens / Hollandse Hoogte
Tekst: Kim van der Meulen
J
op Spijkerman (28), advocaat bij Wladimiroff Advocaten in Den Haag, houdt zich vooral bezig met ondernemingsstrafrecht. Zijn leestip: het opstel Onder de linde van Abel J. Herzberg uit 1946. Het verhaal maakt onderdeel uit van de bundel Amor Fati, waarin de auteur gebeurtenissen in concentratiekamp Bergen-Belsen beschrijft. ‘In het kamp is sprake van diefstal: er verdwijnen kruimels en soms zelfs halve broden. De bewoners stellen daarom, in het geheim, een rechtbank in. Dat is een opmerkelijke beslissing, want dieven hadden ook gewoon aangegeven kunnen worden bij de kampbewakers. In plaats daarvan eist men berechting in plaats van directe bestraffing. Het laat zien dat mensen altijd behoefte hebben aan een eerlijke rechtspraak, een mogelijkheid om iedereen zijn zegje te laten doen en voor zichzelf op te komen. Het opstel is interessant voor rechtenstudenten, omdat het bewijst dat het recht er altijd is. Zelfs in de barre omstandigheden van een concentratiekamp, waarin mensen wel andere zaken aan hun hoofd hebben. Wat het verhaal ook bijzonder maakt, is dat er geen onderscheid is tussen rechter en verdachte. In een concentratiekamp dragen rechters, verdachten, advocaten en de procureur-generaal
dezelfde vodden. Ze hebben evenveel dorst en honger. Het enige verschil is dat de rechter er niet voor heeft gekozen dat brood te stelen. Uiteindelijk worden er in het concentratiekamp overigens weinig vonnissen uitgevoerd: iedereen sterft. De laatste zin vind ik schitterend: “Toen werd het stil. Zo stil, dat je als je je adem inhield, je de onverstoorbare stem kon horen van de grote onzichtbare rechter, die sprak: ik heb ze vergeven. Volgende zaak.”’
‘De laatste zin vind ik schitterend’
L
uce Adriaansen (29) is als advocate bij Hellingman Bunders Advocaten in Amsterdam werkzaam in een media-, entertainment- en sportrechtpraktijk. Ze tipt Kijken in de ziel – Strafpleiters van Coen Verbraak. ‘Het boek bestaat uit een serie interviews
met bekende strafrechtadvocaten, onder wie Spong, Moszkowicz en Plasman. De auteur stelt vragen die iedere advocaat regelmatig te horen krijgt – ongeacht of je werkzaam bent in een strafrechtpraktijk, want dat onderscheid maken veel niet-juristen niet. Het zijn wellicht voor de hand liggende vragen, zoals: kun je met pek omgaan zonder ermee besmeurd te raken? De interviews worden desondanks nooit saai of afgezaagd. Het is grappig om te lezen dat de geïnterviewden soms heel verschillend tegen vrij fundamentele kwesties aankijken. De één wil bijvoorbeeld absoluut niet weten of zijn cliënt “het gedaan heeft” of niet, terwijl de ander dat juist bepalend vindt voor de keuze van zijn strategie. Zelf doe ik geen strafrechtzaken, maar sommige vragen zijn relevant voor de advocatuur in het algemeen – je kunt je afvragen hoe je een dergelijke vraag zelf zou beantwoorden. Andere vragen zijn juist heel specifiek op strafrecht gericht, maar ook die zijn interessant. Ze geven inzicht in de reden waarom mensen ervoor kiezen om strafrechtadvocaat te worden en bevestigden mij dat ik de juiste keuze gemaakt heb door dat niet te doen. Ik denk dat dit boek voor elke advocaat leuk is om te lezen.’
ZoZuidas
15
advocatenblad
Het is ‘net werk’ Je denkt misschien: netwerken? Maar ook als advocaat-stagiaire ontkom je, volgens de anonieme bloggers van ZoZuidas, niet aan beroepsborrels en plichtmatige praatjes. Tekst: De Zoza’s
Netwerken met cliënten De cliënt is je nieuwe homie, je spreekt hem of haar vanaf het moment dat je gaat werken vaker dan je BFF of huisgenoot. De cliënt is ook een uitstekende network opportunity. Niet alleen is het voor je kantoor credits erg belangrijk om een goede band met de cliënten op te bouwen (zij betalen tenslotte de rekening), ook voor je toekomstplannen is het essentieel. Bedenk maar, misschien kom je er na drie jaar achter dat de advocatuur het niet voor je is en dat je liever aan de slag gaat in een bedrijf. Een goed beeld van het bedrijf en hoe het is om daar aan de slag te gaan, kun je al krijgen door een goede werkrelatie met een cliënt te onderhouden. Andersom zal de cliënt, als je met hem of haar op goede voet staat, jou graag willen aanbevelen bij de juiste persoon binnen het bedrijf.
Netwerken met concullega’s Om diezelfde reden is het ook meer dan gezellig om wekelijks die warme kaasstengel te delen met vakbroeders uit je opleidingsgroep — en daarbij ook nuttig. In de eerste plaats omdat het kantoor van een concullega een veilige uitstaphalte kan zijn als je de trein naar het medewerkerschap bij je eigen baas hebt gemist. Afgevallen stagiaire? Horizontale invlieger zul je bedoelen, met groeipotentie en een goede positie om te onderhandelen over salaris. Wat van ver komt is namelijk sexy, ook op de Zuidas. Mits je concullega je van harte kan aanbevelen. Ook in het hier en nu kan netwerken met concullega’s al nuttig zijn. Wat te denken van het delen van oude tentamens of anger management tips voor doorgedraaide partners? Gewoon gezellig meesnacken op die Jonge Balie Borrel dus. Formeel netwerken, als in kaartjes uitdelen, is een
no go. Een mailtje met kant-en-klaar huiswerkopdrachten achteraf does it all.
Netwerken op kantoor Niet alleen is netwerken met concullega’s en cliënten nuttig, ook binnen de glazen vissenkom van je kantoor is het belangrijk. Jouw carrièreverloop is afhankelijk van de relatie met je partner en secretaresse. Om dit efficiënt te kunnen doen, zijn acteertalent en een flinke dosis fantasie onmisbaar. Je hoeft niet gelijk Carice van Houten te zijn, maar om het goed te doen zul je toch op zijn minst over de vaardigheden van de gemiddelde soapie moeten beschikken.
‘Wat van ver komt is sexy, ook op de Zuidas. Mits je concullega je van harte kan aanbevelen’ ‘Ja. Ik ben ook weg van katten: zelf heb ik een Japanse stompstaartkat. Een rode.’ Zeg je tegen de secretaresse die zo van haar zeven katten houdt. En: ‘Ik was een van de eersten in Nederland met een iPad 3’ tegen de partner die Apple-fanaat is. Leuke meid, denkt de secretaresse en ze houdt je op de hoogte van alle roddels en interessante kantoornieuwtjes die je nog goed kunt gebruiken. Leuke vent, denkt de partner en bij het eerstvolgende rechtbankuitje zit jij op de lederen autostoel op weg naar het pleidooi. Kun je het in zijn Porsche gelijk hebben over jouw uitgebreide netwerk. En hop, weer een treetje hoger op die ladder richting de maatschap.
Tips voor netwerken: • D rink een glaasje mee voor de gezelligheid, maar niet te veel. Een enkeltje Jellinek is snel geboekt. • Eet genoeg kaasstengels om dat bodempje te leggen, maar niet met je mond vol praten! • Blijf niet te lang hangen bij dezelfde gesprekspartner (voor chique uitvluchten raden wij je aan ons boek te lezen). • Zorg ervoor dat je wordt voorgesteld aan mensen die je nog niet kent, maar die wel belangrijk voor je verdere carrière kunnen zijn. • Praat mee: niemand houdt van een muurbloempje. • Gebruik de juiste tone of voice voor je gesprekspartner. • Geef complimenten: niemand zo ijdel als een Zuidasser. • Last but not least: hoewel netwerken van belang is, blijft borrelen met je vrienden belangrijker (en leuker!). Dus blijven doen.
De Zoza’s zijn drie jonge vrouwen die hun carrière begonnen op de Zuidas als advocates en bankier. Het is geen Londen, het is geen New York, maar de Zuidas staat voor een beetje zakelijke glamour in de polder. Ze beschrijven wat er leeft op die vierkante kilometer kantoorspeeltuin bij het WTC, want ze kennen het wel en wee van de Zuidas van binnenuit. Hun artikelen zijn te vinden op www.zozuidas.nl en hun boek Zozuidas, Overwerk en achterklap in de Amsterdamse kantoorjungle is verkrijgbaar in de boekwinkel.
advocatenblad
16
coverartikel
‘In sport kun je niet polderen’ Een olympische medaille is voor een advocaat geen voorwaarde om een topsporter bij te staan. Maar wat is wel vereist? Sportadvocaten Marjan Olfers, Paul Scholten en Stephan Wensing over expertise, sponsorcontracten en het paard van Steven Spielberg. Tekst: Mark Maathuis
Foto’s: Sander Foederer
W
ie Stephan Wensing vijftien jaar geleden verteld zou hebben dat hij ooit als advocaat een rechtszaak tegen Steven Spielberg zou winnen, had hij waarschijnlijk voor gek verklaard. Maar in 2009 stond de paardenadvocaat, die zijn bijnaam dankt aan zijn specialisme, tegenover de beroemde Hollywood-regisseur. ‘Spielberg was van mening dat een Nederlandse paardenhandelaar hem een kreupel paard verkocht had. De affaire was aanleiding voor zeven rechtszaken.’ Dat Wensing die allemaal won, leverde veel media-aandacht op en hielp bij het vestigen van zijn naam.
Laatbloeier Zijn bijzondere specialisme – hippisch recht – is het gevolg van een levenslange liefde voor paarden
en de dressuursport. In die discipline werd hij in 1999 zelfs Nederlands kampioen. Lange tijd had Wensing veel verschillende baantjes. ‘Ik was al 29 toen ik rechten ging studeren. Via mijn werk op een financiële afdeling raakte ik in contact met het recht en advocaten. Mijn baas zag dat ik er feeling mee had en zo begon ik aan les 1 van de opleiding Nederlands Recht aan de Open Universiteit. Dat was een behoorlijke kluif, ik had een gezin en een fulltime baan. Het was een achtbaan, overdag werken en ’s nachts studeren, maar ik heb me er doorheen geworsteld.’ Direct na zijn afstuderen in 2002 rolde hij de advocatuur in. ‘Ik heb brutaal een advocatenkantoor gebeld en gevraagd of ik bij hen kon werken.’ En terwijl Wensing daar werkte, kwam er een paardenzaak binnen. ‘We hebben die zaak toen wel verloren,
17
maar ik dacht: dat is interessant.’ Door met zijn specialisatie te adverteren kreeg Wensing steeds meer paardenzaken.
Begin met ervaring Specialiseren heeft alles te maken met oprechte interesse en hard werk, zegt Wensing. Doordat hij bekend is met veterinaire terminologie, veel publiceert, postacademisch onderwijs verzorgt en regelmatig diergeneeskundefaculteiten en hightech klinieken bezoekt, is zijn interesse meer dan een hobby. En die kennis is hard nodig: het merendeel van zijn zaken heeft betrekking op geschillen rond de koop en verkoop van paarden waarbij zich na het sluiten van de koopovereenkomst gebreken openbaren. Maar uiteindelijk blijft hij een echte
advocatenblad
liefhebber. ‘Paardensport is prachtig en zo moet het ook blijven.’ Zijn advies voor jonge advocaten: ‘Breed beginnen. Doe eerst alles wat je moet doen om een volwaardig advocaat te worden. Zelf heb ik vreemdelingenzaken, overeenkomsten en van alles en nog wat gedaan. Je moet je niet direct al gaan specialiseren, je mist de ervaring. Ook binnen de advocatuur wordt marktwerking steeds belangijker. De concurrentie groeit, de griffierechten gaan wellicht omhoog en cliënten betalen minder goed. Het is een slechtere markt, dus prijs jezelf er niet uit. En je moet je onderscheiden, investeren en profileren. Zelf heb ik in veel televisieprogramma’s gezeten, maar ik heb ook 4000 vrienden op Facebook. Dat is nog niet direct te vertalen in omzet, maar het hoort erbij.’
advocatenblad
D
at Paul Scholten sport minded is, wordt al duidelijk tijdens het telefoongesprek om een afspraak voor het interview te maken. Als zijn andere telefoon afgaat, klinkt de tune van Studio Sport. De liefde voor de sport werd de Haagse advocaat, die nog in het Nederlands jeugdelftal hockeyde, met de paplepel ingegoten. ‘Bij ons thuis heerste een echte sportcultuur. Op mijn tiende ging ik met mijn vader mee naar de kampioenswedstrijd tussen Ajax en Feyenoord. Ajax won en ik was verkocht.’ Op uitnodiging van Scholten vindt het gesprek plaats op de Koninklijke Haagsche Golf & Country Club; niet alleen vanwege de prachtige omgeving, maar ook omdat hij al sinds de oprichting in 1986 voorzitter is van het Nederlandse Advocaten Golf Gezelschap (NAGG). Of, zoals de Ierse advocaten tegen wie NAGG elk jaar een tweedaagse wedstrijd speelt, het gezelschap noemen: Not Awfully Good at Golf. Desalniettemin is het elke keer ‘reuzegezellig,’ zegt Scholten lachend.
Commercie In 1977 begon Scholten bij advocatenkantoor Boekel, Van Empel en Drilling, tegenwoordig Boekel De Nerée. ‘Ik deed toen alles voor Inter Football, de huidige Topsport Groep, een bedrijf dat onder andere de marketing voor Ajax deed. In die tijd was er op dat vlak weinig wetgeving. Zaken die nu als volkomen normaal gelden, waren toen nog niet zo uitgekristalliseerd. Maar ja, de echte opmars van de combinatie sport en commercialiteit moest toen nog op gang komen.’ Zo boog Scholten zich over de vraag of de
18
coverartikel
elftalfoto van Ajax die voetbalplaatjesgigant Panini had uitgebracht, ook onder het beschermde portretrecht viel en hij was verantwoordelijk voor het eerste legale shirt-sponsorcontract in Nederland, ‘en dan is natuurlijk de huiskamervraag wie dat was.’ [Cassettebandjesfabrikant TDK, red.] Noodgedwongen heeft Scholten veel zelf moeten ontdekken. Wat zou hij jonge advocaten adviseren die vandaag de dag een sportcarrière ambiëren? ‘Zorg dat je weet waar je over praat, verdiep je erin. Toen ik mee ging schrijven aan het Armstrongrapport [over het vermeende dopinggebruik van zevenvoudig Tour de France-winnaar Lance Armstrong, red.] wist ik daar op dat moment wel wat vanaf, maar daar ben ik echt dag en nacht mee bezig geweest.’
Turnprof En wat gaat er met Jeffrey Wammes gebeuren, de turner die hij onlangs bijstond in een procedure om deelname aan de Olympische Spelen van 2012 in Londen af te dwingen? Scholten kan het op dit moment echt niet zeggen. ‘Wie de meeste kansen heeft om op de Spelen een medaille te halen, geen idee. We hebben drie toppers. Maar de bond moet zich in de selectieprocedure aan zijn eigen regels en het protocol houden. Wat dat betreft is het goed dat sport en recht zo worden vermengd. Dat gaat zeker niet ten koste van de sport. De maatschappij in zijn geheel juridiseert en ook sporters hebben nu goede juridische ondersteuning. Kijk maar naar de echt grote contracten die in de topsport worden afgesloten. Dat kan niet zonder advocaten.’
19
Z
eggen dat Marjan Olfers een drukbezet mens is, is een understatement. De partner van VMW Taxand en universitair docent Sport en Recht aan de Vrije Universiteit Amsterdam is onder andere ook nog bestuurslid van de Vereniging voor Sport en Recht, lid van de Arbitragecommissie Sportsponsoring en lid van de Beroepscommissie in Dopingzaken van het Instituut Sportrechtspraak. En dan was er natuurlijk nog dat lidmaatschap van de Raad van Commissarissen van die voetbalclub Ajax. Olfers interesse voor de sportbranche ontstond in haar laatste studiejaar. ‘Ik werkte elke zaterdag in het sportcentrum van mijn man [Thom Harinck, de trainer/ coach van top-kickboksers, red.] en besloot een keuzevak te volgen bij professor Heiko van Staveren, de voormalig hockey-international. Door hem werd ik aangestoken met het sport- en rechtvirus. Uiteindelijk ben ik gepromoveerd op sport- en mededingingsrecht.’
advocatenblad
Rare voorwaarden
Winnaarsmentaliteit
Haar focus ligt nu op het adviseren op het gebied van sport-, media- en evenementenrecht en het voeren van juridische procedures op deze gebieden. ‘Het recht reageert anders op sport dan op andere zaken. Neem boksen. Daarbij is het de bedoeling dat je elkaar slaat, terwijl dat buiten de ring niet mag.’ Op de vraag of recht een te grote invloed krijgt op sport, reageert Olfers met het typische juristenantwoord: ‘Dat hangt ervan af. Het gaat om sportieve belangen versus commerciële belangen, alhoewel dat niet in alle sporten in even grote mate speelt. We staren ons blind op voetbal, maar dat is maar een heel klein deel.’ Wat wel meer in ontwikkeling is, is dat sporters zelf hun recht gaan halen. Een goede zaak, volgens Olfers. ‘Ze krijgen soms rare voorwaarden opgelegd, zoals de verplichting inzage te geven in al hun medische gegevens. Of om maanden van tevoren te laten weten waar ze dan en dan zullen zijn. Als sporter kun je nauwelijks onderhandelen.’
Sporters bijstaan en begeleiden is vooral een zaak van verwachtingen managen, zegt Olfers. ‘Sport is emotie en dat gevoel van willen winnen neemt de sporter mee de rechtszaal in. Als advocaat moet jij duidelijk grenzen aangeven. Als de sporter bekend is, dan besteden de media aandacht aan de zaak, maar dat is weer niet altijd handig. Daar goed mee omgaan, dat zijn gevoelige beslissingen. In sport kun je niet polderen. Er is alleen winnen of verliezen. En dat sporters die ambitie hebben om te winnen, afzien en alles opzijzetten om de beste te willen zijn, dat fascineert me.’ Die fascinatie gaat ver, zegt ze lachend. ‘Zo zat ik laatst opeens gebiologeerd te kijken naar curling.’ Interesse om een sportspecialisme te ontwikkelen? Olfers raadt aan een onderwerp te claimen. ‘Als je je ergens in verdiept, ben je al snel een expert en dan heb je een profiel in de markt. Zelf heb ik zo veel gelezen, inclusief sportencyclopedieën, om er echt mijn ding van te maken. Je moet begeistert zijn en dat overbrengen.’
NEW YORK - SÃO PAULO - WASHINGTON D.C. - AMSTERDAM - BARCELONA- BRUSSEL - BRUSSEL- -BOEKAREST BOEKAREST- -DÜSSELDORF DÜSSELDORF- -FRANKFURT FRANKFURT-- KIEV KIEV -- LONDEN LONDEN -- LUXEMBURG LUXEMBURG -- MADRID MADRID NEW YORK - SÃO PAULO - WASHINGTON D.C. - AMSTERDAM - BARCELONA MILAAN - MOSKOU - MÜNCHEN - PARIJS - PRAAG - ROME - WARSCHAU - ABU DHABI - DUBAI- RIYAD - RIYAD- BANGKOK - BANGKOK- -PEKING PEKING- -DELHI DELHI- -HONG HONGKONG KONG--SJANGHAI SJANGHAI -- SINGAPORE SINGAPORE -- TOKIO TOKIO MILAAN - MOSKOU - MÜNCHEN - PARIJS - PRAAG - ROME - WARSCHAU - ABU DHABI - DUBAI NEW YORK - SÃO PAULO - WASHINGTON D.C. - AMSTERDAM - BARCELONA - BRUSSEL - BOEKAREST - DÜSSELDORF - FRANKFURT - KIEV - LONDEN - LUXEMBURG - MADRID MILAAN - MOSKOU - MÜNCHEN - PARIJS - PRAAG - ROME - WARSCHAU - ABU DHABI - DUBAI - RIYAD - BANGKOK - PEKING - DELHI - HONG KONG - SJANGHAI - SINGAPORE - TOKIO
Fiets van de zaak? Fiets van de zaak? Fiets van de zaak?
Opleiding van de zaak? Opleiding Opleidingvan vande dezaak? zaak?
Rondje van de zaak? Rondje Rondje van van de de zaak? Word advocaat-stagiair bij Clifford Chance Vind jij een goede sfeer op je werk ook belangrijk? Word dan advocaat-stagiair bij Clifford Chance, één van de meest toonWord advocaat-stagiair bij Clifford Chance Word advocaat-stagiair bij Chance aangevende advocatenkantoren terClifford wereld. Bij Clifford Chance werk je vaak aan grensoverschrijdende deals. Dat is hard
Vind jij jij een goede sfeer opopjejewerk ook Word dan advocaat-stagiair bij Chance, één toonVind een goede werk ookbelangrijk? belangrijk? Word danhet advocaat-stagiair bij Clifford Clifford één van van de de meest meest toonwerken, maar er issfeer ook tijd voor ontspanning. En dat maakt werken bij Clifford ChanceChance, wel zo leuk. aangevende advocatenkantoren ter wereld. Bij Clifford Chance werk je vaak aan grensoverschrijdende deals. Dat is hard aangevende advocatenkantoren ter wereld. Bij Clifford Chance werk je vaak aan grensoverschrijdende deals. Dat is hard werken, maar erer is isook En het werken, ooktijd tijdvoor voorontspanning. ontspanning. Endat datmaakt maaktvrijdagmiddagborrel? hetwerken werkenbij bijClifford Clifford Chance Chance wel wel zo zo leuk. leuk. Ook die maar internationale topdeal afsluiten met een gezellige Solliciteer nu op wordadvocaatstagiair.nl en begin je weekend met een rondje van de zaak! Ook diedie internationale Ook internationaletopdeal topdealafsluiten afsluitenmet meteen eengezellige gezelligevrijdagmiddagborrel? vrijdagmiddagborrel? Solliciteer nunu opop wordadvocaatstagiair.nl Solliciteer wordadvocaatstagiair.nlen enbegin beginjejeweekend weekendmet meteen eenrondje rondjevan van de de zaak! zaak!
wordadvocaatstagiair.nl wordadvocaatstagiair.nl wordadvocaatstagiair.nl
Advertorial
werken bij clifford chance Op een steenworp afstand van het Centraal Station van Amsterdam is het kantoor van Clifford Chance LLP gevestigd in een schitterend monumentaal pand. Hier werken ongeveer 150 advocaten, notarissen en belastingadviseurs die de top van het internationale bedrijfsleven en financiële instellingen bijstaan. Advocaat-stagiair Victor ten Have (27), sinds juni 2010 werkzaam bij Clifford Chance vertelt over zijn ervaringen.
‘Sinds twee maanden ben ik gewisseld naar de sectie Corporate M&A, daarvoor werkte ik op de afdeling Finance. Wat Clifford Chance in mijn ogen bijzonder maakt is vooral de informele, relaxte sfeer. Je wordt gewaardeerd, er is weinig hiërarchie en bij iedereen staat de deur open. Je zit als advocaat-stagiair altijd bij een senior associate of partner op de kamer, wat korte lijntjes oplevert voor kennisoverdracht en bijdraagt aan een ongedwongen werksfeer. Clifford Chance bedient de top van de markt waardoor je je met de grootste, vaak grensoverschrij dende, transacties bezighoudt. Daardoor moet je soms hard werken, maar dat hoort er bij: je hebt te maken met strakke deadlines en verschillende timezones. Maar wanneer je een periode heel hard werkt, wordt erop gelet dat je het daarna wat rustiger krijgt. Het kantoor hecht veel waarde aan work-life balance.’ ‘Naast de beroepsopleiding van de Orde van Advocaten, verzorgt Clifford Chance een interne opleiding: de Academy. Deze berust op drie pijlers: juridisch nationaal, juridisch transnationaal en commerci ële vaardigheden. De trainingen vinden plaats op verschillende vestigingen binnen Europa en volg je gedurende vier dagen tezamen met collega’s uit heel Europa die op hetzelfde niveau werken. Zo bouw je
heel snel een internationaal netwerk op en kom je altijd weer mensen tegen waar je ooit een course mee hebt gedaan. Een ander onderdeel is de Hoogtestage. In je tweede jaar krijg je gedurende drie weken op een externe locatie colleges van speci alisten uit de praktijk. Je kunt je volledig focussen op de colleges die gaan over onderwerpen binnen de voor ons belang rijke praktijkgroepen zoals Corporate, Ban king & Finance, Litigation, Employment en Competition. Naast de Academy trainingen vinden er wekelijks sectie-specifieke cur sussen of presentaties plaats. Naast advo caat-stagiairs, zitten daar ook associates en partners bij, waardoor er een discussie op gang komt en daar leer je natuurlijk veel van. Clifford Chance besteedt dus heel veel aandacht en energie aan je ontwik keling en als beginnend advocaat is dat enorm stimulerend. ‘Clifford Chance is een jong kantoor en er worden buiten het werk om veel so ciale activiteiten ondernomen; zo heb ben we jaarlijks verschillende feesten, maar bijvoorbeeld ook een voetbal- en hockeyteam. Sommige van mijn collega’s zijn echte vrienden geworden die ik ook buiten werk regelmatig zie. Afgelopen jaar hebben we een gezamenlijke vriend opgezocht, die toentertijd werkte op onze Dutch Desk in Londen, waar elk half jaar een advocaat-stagiair naartoe gaat.
Ik denk dat het uniek is binnen de Neder landse advocatuur om tijdens je stage al naar het buitenland te gaan. In mijn ogen tekent dat het internationale karakter van Clifford Chance. Dit is een leuk kantoor waar je veel mogelijkheden krijgt. Ik ben heel blij met mijn keuze, voel me hier thuis. Clifford Chance is voor mij het beste kantoor waar ik kan zitten.’
advocatenblad
22
carrièreswitch
‘De vrijheid die ik nu heb, is onbetaalbaar’ Fleur Brockhus (31) werkte als advocaat-stagiaire bij Stibbe, maar wist al snel dat ze daar niet op haar plek zat. Na twee jaar nam ze ontslag en begon haar eigen tekstbureau. In haar debuutroman De urenfabriek beschrijft ze de kantoorperikelen op de Amsterdamse Zuidas. ‘Als je bereid bent concessies te doen, heb je een topbaan.’ Tekst: Kim van der Meulen
I
n De urenfabriek krijgt de advocatuur op de Zuidas er op geestige wijze flink van langs. Hoofdpersoon Felice, stagiaire bij het fictieve kantoor Blick & Bleecker, krijgt geen begeleiding, feedback of waardering, moet dagelijks koffie en Spa halen voor haar verzuurde patroon en heeft geen sociaal leven meer dankzij de extreme werkdruk en lange kantoordagen.
‘Door de hoge werkdruk vinden partners het moeilijk om geduldig te zijn tegenover stagiaires’
Is het verhaal van Felice gebaseerd op je eigen ervaringen als stagiaire? ‘Je stopt altijd iets van jezelf in een boek, maar autobiografisch is De urenfabriek niet. Het is een mix van eigen ervaringen, verhalen van oud-collega’s en dingen die ik heb verzonnen. Ik benadruk steeds dat het fictie is, want het zou oneerlijk tegenover mijn oude werkgever zijn om te zeggen dat ik de situatie daar beschrijf. Er werken leuke mensen bij Stibbe en het is een goed kantoor.’
Met welk doel schreef je het boek? ‘De Zuidas is een intrigerende wereld voor zowel in- als outsiders; het leek me een interessant onderwerp voor een roman. Ik ben niet in de veronderstelling dat ik met mijn boek de hele bedrijfscultuur op de Zuidas kan veranderen, maar wil daar wel een kleine bijdrage aan leveren. Als managers wat vaker stilstaan bij de manier waarop ze met hun personeel omgaan en eens aan stagiaires vragen of ze happy zijn, ben ik tevreden. Ook hoop ik dat young professionals zich gesteund voelen door dit boek.’
Koos je na je rechtenstudie bewust voor een stage op de Zuidas? ‘Het kwam op mijn pad. Ik had een maand stage gelopen bij een kleine dependance van een groot Nederlands advocatenkantoor in New York. Daar hing een informele sfeer, waardoor ik een positief beeld kreeg van werken op een groot kantoor. In New York volgde ik ook een Masterclass van Stibbe, waar begeleiders, recruiters en studenten ontzettend leuk met elkaar omgingen. Ik dacht: met de work-life balance zit het hier wel goed. Toen ik gebeld werd met de vraag of ik in Amsterdam wilde solliciteren, deed ik dat.’
Toch viel het tegen. ‘Ja, op de Zuidas hangt een gestreste sfeer. Door de hoge werkdruk vinden partners het moeilijk om geduldig te zijn tegenover stagiaires. Ze hebben geen tijd om vragen te beantwoorden en er moet altijd hard worden gewerkt. Ik begon vol enthousiasme aan mijn stage, maar had al snel het idee dat ik
er niet op mijn plek zat. Voortdurend vroeg een stemmetje in mijn hoofd: voel ik me hier wel gelukkig? Maar als ik ergens aan begin, wil ik het afmaken. Daarom stopte ik pas na twee jaar. Ik ben halverwege nog wel van rechtsgebied veranderd, maar in gedachten had ik toen al afscheid genomen van de advocatuur.’
Had je achteraf liever gekozen voor een stage bij een kleiner kantoor? ‘Wellicht, maar na mijn studie dacht ik dat een groot kantoor bij me paste. Na twee jaar wilde ik vooral graag eigen baas zijn en een scheppend, creatief beroep uitoefenen. Naast de werkdruk vond ik het werk inhoudelijk namelijk ook vrij negatief: je bent voortdurend met conflictsituaties bezig. Die nam ik mee naar huis. Het zit in mijn aard niet los te kunnen laten.’
Welke eigenschappen moet je hebben om op de Zuidas te overleven? ‘Je moet tegen kritiek kunnen, een lange adem hebben, stressbestendig zijn en je hobby’s en privéleven een paar jaar niet op de eerste plek willen zetten. Als er een zaak binnenkomt, gaat die voor, ook al heb je eigenlijk een verjaardag. Advocaten hebben een dienstbaar beroep.’
Zaten er ook leuke kanten aan de stage? ‘Zeker. Als je bereid bent concessies te doen, heb je een topbaan. Het salaris is niet gering,
Foto: Simone Philipsen
23
je bent met grote zaken bezig en je werkt met intelligente, ambitieuze mensen op een mooi kantoor. Met je collega’s word je heel hecht: je volgt samen cursussen en gaat weekenden weg. Daarnaast leer je veel. Om informatie te scannen en snel tot de kern te komen van een dik dossier, bijvoorbeeld. In mijn huidige werk als tekstschrijver heb ik daar nog profijt van.’
Hoe heb je de omslag naar het schrijverschap gemaakt? ‘Ik liep lang rond met het gevoel dat ik niet gelukkig was op dat kantoor, maar wist geen alternatief. Tijdens mijn vakantie met vriendinnen in Brazilië – de eerste vakantie in twee jaar tijd! – heb ik mezelf voortdurend afgevraagd wat ik wilde. Mijn vriendinnen dachten altijd dat ik bij een tijdschrift zou gaan werken en vonden mijn baan verschrikkelijk. En ik maar denken dat ze mijn werk en mooie kantoor juist heel stoer vonden. Die gesprekken, ver van huis, met mensen die niet in de advocatuur werken, gaven me
het inzicht dat ik mijn baan kon opzeggen. Ik had van jongs af aan al met veel plezier geschreven. Ik heb mijn hart gevolgd en ben het als tekstschrijver gaan proberen. Het hoefde geen succes te worden: als ik er na een jaar niet van kon leven, zou ik iets anders gaan doen. Maar sindsdien heb ik nog nooit zonder opdracht gezeten.’
Mis je nog weleens iets uit je stagetijd? ‘Het contact met collega’s van mijn eigen leeftijd vond ik altijd erg leuk. Het samenwerken, maar ook het borrelen op vrijdagmiddag. Freelance werken is vrij solistisch. En het salaris was natuurlijk niet verkeerd. Maar de vrijheid die ik nu heb, is onbetaalbaar.’
Wat vinden je oud-collega’s van De urenfabriek? ‘Ze kunnen er wel om lachen en vinden de beschreven werkdruk heel herkenbaar. Dat is typisch voor de Zuidas, denk ik.’
advocatenblad
BLOG Lees de blog van Felice Jansen, de hoofd persoon uit De Urenfabriek, op https://legalloyd.com/nl/ blogger/show/24.
Wat is het mooiste compliment dat je hebt gekregen over je boek? ‘Een bedrijfsjurist mailde me dat ze zich altijd had afgevraagd of ze niet beter op haar plek zou zitten bij een groot kantoor, maar na het lezen van De urenfabriek wist ze dat ze de juiste keuze had gemaakt. Een andere vrouw werkte al jaren op een Zuidaskantoor. Toen ze wéér met kerst moest werken terwijl ze vrij had genomen, was de maat vol: ze nam ontslag. Heel leuk om te lezen hoe mijn boek mensen raakt en ontroert.’
Heb je tips voor studenten die binnenkort beginnen aan hun stage? ‘Kijk niet alleen rond op banenmarkten en snoepreisjes, maar loop stage en vraag naar de ervaringen van een stagiaire op dat kantoor. En: luister naar je gevoel.’
advocatenblad
24
internationaal
‘China is de nummer 1 groeimarkt voor bedrijven’ Advocaat Danielle Buné woonde en werkte een halfjaar in booming Shanghai. ‘Een inspirerende stad. Iedereen weet: hier gebeurt het.’
Foto: Yan Minglei / Hollandse Hoogte
Tekst: Jolenta Weijers
25
advocatenblad
Danielle Buné in Shanghai
Z
e spreekt een aardig mondje Mandarijn – genoeg althans om per taxi te komen waar ze wil en in een restaurant te bestellen wat ze lekker vindt. Maar het blijft een wereld apart, dat China. ‘Het is de nummer 1 groeimarkt voor bedrijven en we moeten er nadrukkelijk rekening mee gaan houden. Erin investeren om het te begrijpen. Maar er zullen altijd verschillen zijn.’ Danielle Buné (29) is advocaat in het ondernemingsrecht en net terug uit China, waar ze zes maanden werkte op de vestiging van Allen & Overy in Shanghai. Voordat ze vertrok had ze zich goed ingelezen. ‘In het land en de cultuur, maar ook in het werk op het kantoor in Shanghai – het gaat vaak om joint ventures tussen Nederlandse en Chinese bedrijven. China is natuurlijk compleet anders dan Nederland. Maar dat begrijp je pas werkelijk als je er bent.’
Ja of nee Neem nou alleen al de manier waarop advocaten in China met hun cliënten omgaan. Buné heeft er met verbazing naar gekeken. ‘In Nederland zijn we gewend om onze cliënten heel gericht een praktisch advies te geven en al snel met een duidelijk “ja” of “nee” te komen. We gaan iemands tijd toch niet zitten verdoen? Chinese advocaten
‘Chinese advocaten vertellen uitvoerig over hun onderzoek en leggen pas daarna hun conclusie op tafel’
hebben de neiging om eerst uitvoerig te vertellen over hun onderzoek en pas daarna hun conclusie op tafel te leggen. Waarom? Misschien willen ze laten zien hoe veel kennis ze in huis hebben. Een cliënt betaalt daar tenslotte voor.’ Toch voelde advocaat Buné zich geen Alice in Wonderland, daar in het verre Shanghai. ‘Ik ken de cultuur van Allen & Overy natuurlijk, want ik werk bij het Amsterdamse kantoor. Toen er sprake van was dat ik naar China zou
gaan, heb ik bewust gekozen voor Shanghai. Dat kantoor werkt vooral voor internationale cliënten die zich in China willen vestigen.’
Levendig Buné keek echter weleens met verbazing om zich heen in de metropool Shanghai, die 23 miljoen inwoners telt. ‘Als je denkt dat Nederland druk is, nou, dan ga daar maar eens kijken. Van kantoor naar mijn appartement moest ik met de metro. Dan sta je letterlijk met duizenden mensen opeengepakt in overvolle treinstellen. Maar je raakt eraan gewend. Shanghai is druk, maar daardoor ook levendig. Er is beweging en die stad geeft energie. Er wordt veel gebouwd, overal om je heen verrijzen wolkenkrabbers. Ik vond het zeer inspirerend. Iedereen voelt: hier gebeurt het. Hier moet je zijn.’ Dat een opkomende economie als die van China zo z’n erfenissen heeft, neemt Buné op de koop toe. Neem bijvoorbeeld de eindeloze bureaucratie. ‘Ja, als je iets wilt, moet je gaan bellen met de autoriteiten. Eerst met de laagste ambtenaar, dan met diens baas, enzovoort. In elke provincie gelden andere regels en je hebt werkelijk overal stempels voor nodig. Maar ik begrijp het wel. China is up and coming en wil zichzelf vooralsnog beschermen tegen westerse invloeden. Het heeft tijd nodig.’
advocatenblad
26
studenten aan het woord Vonne Laan (26)
Advocaten staan vaak in de publiciteit. Ze schuiven aan bij praatprogramma’s op de televisie, staan in de krant en zijn actief op internet en Twitter. Voor Advocatenblad Start geven
‘Ik denk wel dat advocaten terughoudend moeten zijn ten aanzien van hun mening over de rechter die over hun zaak beslist. Zoals wanneer een advocaat doet alsof er maar één mogelijke uitkomst is, terwijl de rechter anders oordeelt. Meestal ligt het gecompliceerder en daarbij wordt een rechter aangevallen die inhoudelijk niet kan of wil reageren. Maar als een advocaat zich tot zijn wederpartij wendt, kan deze wel reageren. In een bredere context ben ik het daarom oneens met de stelling. Een advocaat moet zich natuurlijk altijd afvragen of wat hij doet in het belang is van zijn cliënt. Dus ook hoe hij zich in de media opstelt.’
rechtenstudenten hun visie op de stelling: ‘Advocaten dienen terughoudend te zijn in de media.’ Tekst en foto’s: Sander Hehanussa
rechtenstudenten
Dienen advocaten terughou
Malgosia Krakowska (27)
Niels Pietersen (26)
‘Ik ben het oneens met de stelling. Terughoudendheid druist in tegen de hele filosofie van het beroep. Een advocaat vertegenwoordigt zijn cliënt en komt op voor diens belangen. Bij een rechter is terughoudendheid wel op zijn plaats: hij moet onpartijdig zijn en ook zo overkomen, een advocaat juist niet. Marketingstrategie kan een van de redenen zijn waarom een advocaat de media opzoekt. Hij moet namelijk ook denken aan de concurrentie binnen zijn vakgebied. Middels de media kan hij een groter deel van zijn potentiële cliënten bereiken en zich opstellen als iemand met een grote vakinhoudelijke kennis.’
‘Je moet kijken naar de zaak en de advocaat. Sommige zaken – en daarmee advocaten – staan meer in de belangstelling van het publiek. Ik vind dat een advocaat dan vooral in algemene termen moet spreken en niet te diep op de zaak ingaan. Een advocaat treedt op voor zijn cliënt en moet daarom rekening houden met wat hij in de media zegt. En hij zou geen misbruik moeten maken van de aandacht om het proces een kant op te sturen. Maar je kunt niet zeggen dat het niet is toegestaan, hoewel er gedragscodes en de Advocatenwet zijn.’
27
advocatenblad
Charlotte Waterman (22)
Philip Rakhou (26)
‘Ik ben het niet eens met de stelling. Het komt de transparantie van het rechtssysteem ten goede wanneer advocaten in de media optreden, zolang ze zich houden aan hun beroepsgeheim en de Gedragsregels. De bevolking krijgt extra inzicht in het rechtssysteem, waardoor het vertrouwen in de rechtsstaat kan groeien. Er is nu volgens mij niet veel vertrouwen in de rechter; wanneer er een op het oog lage straf gegeven wordt, heerst er onbegrip. Als iemand die er verstand van heeft toelichting kan geven, dan kunnen mensen zich er misschien beter in vinden. Een “lage” straf is meestal niet voor niks gegeven.’
‘Het hangt ervan af: de advocaat handelt vanuit het oogpunt van zijn cliënt. Zolang dat het geval is, ben ik het oneens met de stelling. Richard Korver [advocaat van ouders van de slachtoffers van het misbruik van Robert M., red.] is de laatste tijd veel in de media. Het is een goede ontwikkeling dat ouders van slachtoffers spreekrecht krijgen, als dat komt door een actief mediabeleid van Korver. Dat vind ik alleen maar goed en eigenlijk ook belangrijk. Het past in de maatschappelijke rol van een advocaat om zich te mengen in de politieke discussie. De media zijn handig om extra druk te creëren en de publieke opinie te beïnvloeden.’
dend te zijn in de media?
Michael Hallatu (23)
Orçun Ersungur (20)
‘Wanneer een advocaat iets wordt gevraagd over een zaak waarbij hij niet betrokken is, mag hij zijn mening geven, maar ik zou het persoonlijk niet doen. Een advocaat kan bijvoorbeeld wel in de media treden ter verdediging van fundamentele rechtsbeginselen of meedoen aan debatten wanneer dat in het belang van een zaak is. Dat zou alleen mogen gebeuren als het de zaak dient en derden hier niet door worden geschaad. En de cliënt moet daarvoor absoluut toestemming geven. Toch gebeurt het nog dat advocaten processtukken in de media brengen, ondanks de Gedragsregels.’
‘Het verschilt wanneer Moszkowicz in RTL Boulevard een zaak algemeen bespreekt of dat een advocaat zijn cliënt verdedigt in de media. In het eerste geval is terughoudendheid vereist, zodat je de rechter niet voor de voeten loopt met te veel beeldvorming. Er moet over een zaak gesproken kunnen worden omdat het recht toegankelijk moet zijn, maar je moet niet in de individuele beoordeling van de zaak gaan zitten. In het tweede geval moet je minder terughoudend zijn. Iemand mag niet in de media al veroordeeld zijn voordat hij voor de rechter komt. Juist dan heeft een advocaat de taak om zich in de media goed uit te spreken.’
advocatenblad
28 interview
‘Van onrecht word ik heel strijdlustig’ Een zaak moet echt ergens over gaan, vindt advocaat Corrien Ullersma, die gespecialiseerd is in het vreemdelingenrecht. Haar allereerste zaak staat in haar geheugen gegrift. ‘Het is zo’n gevecht geweest. Het leek onwaarschijnlijk dat we ooit zouden winnen.’
D
e spreekkamer bij Böhler Advocaten aan de Amsterdamse Keizersgracht kijkt uit op een binnentuin en is eenvoudig ingericht. Hier worden de cliënten van het kantoor ontvangen. Aan de tafel in het midden van de ruimte zit advocaat Corrien Ullersma achter een kop koffie. Met haar tengere postuur en grote, stralende ogen heeft ze niet het voorkomen van een advocaat die de vloer met iemand kan aanvegen. Maar schijn bedriegt. Ze is buitengewoon gedreven en bijt zich vast in moeilijke zaken die anderen wellicht liever aan zich voorbij laten gaan.
Grote bek Aanvankelijk dacht Ullersma dat de advocatuur niets voor haar was. Ze studeerde Economie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, maar miste de maatschappelijke component. ‘Het ging alleen maar om geld. Ik kan me nog goed herinneren dat ik op 12 september 2001 college had. Iedereen was nog in shock van de gebeurtenissen in de Verenigde Staten de dag daarvoor. Mijn aandelenprofessor kwam binnenzetten en
Foto’s: Sander Foederer
Tekst: Hedy Jak
zei zonder blikken of blozen: “Het is heel erg wat er gisteren is gebeurd, alle aandelenkoersen op de beurzen zijn gezakt.” Echt absurd. Dat was voor mij het breekpunt.’ Ze maakte haar studie Economie af, maar begon intussen ook met Rechten aan dezelfde universiteit — nog zonder te denken aan een specialisatie in het vreemdelingenrecht. ‘Ik ging heel blanco het vak migratierecht volgen. Dat werd gegeven door professor Thomas Spijkerboer. De VU is een beetje degelijk en ik was de eerste keer dat ik hem zag nogal verrast. Er kwam een boomlange vent de collegezaal binnen, in een valig zwart jasje en een oorbelletje. Ik dacht dat het een student was, maar het bleek de professor te zijn. Hij geeft onconventioneel les. Gaat op tafel zitten, brandt de Raad van State af en heeft een grote bek. Maar met hem is het onmogelijk niet enthousiast te worden voor het rechtsgebied. Wat er allemaal misgaat in het vreemdelingenrecht en hoe veel ervan afhangt voor mensen, dat wakkerde mijn vechtlust aan. En zijn colleges motiveerden mij hierin verder te gaan.’
29
advocatenblad
Cv Corrien Ullersma Geboren: 20 juli 1979 in Heemstede Burgerlijke staat: getrouwd Opleidingen: • 1998-2004 Economie aan de Vrije Universiteit Amsterdam • 2002-2006 (cum laude) Rechten aan de Vrije Universiteit Amsterdam en gedeeltelijk aan de Université ParisSorbonne in Parijs Bijbanen: 2006-2008 gerechtssecretaris bij de Vreemdelingenkamer van de Rechtbank Amsterdam Studentstage: 2006 Böhler Advocaten in Amsterdam Nu: 2008-2012 advocaat bij Böhler Advocaten Specialisatie: vreemdelingenrecht
Volkerenmoord Haar drive zorgde voor een doorbraak in de zaak van de Birmese vluchteling Hanif, die achttien jaar van zijn vrouw en twee kinderen was gescheiden. ‘Die zaak zal mij altijd bijblijven,’ vertelt Ullersma. ‘Hanif behoort tot de Rohingya, een moslimminderheid in Birma die al decennia wordt vervolgd, opgejaagd en uitgeroeid door de junta. In 1992 vluchtte hij met zijn zwangere vrouw en kind naar buurland Bangladesh waar zij in een vluchtelingenkamp belandden. In een lekkende hut, zonder eten. Echt verschrikkelijk om te horen wat zij daar hebben doorstaan.’ Ullersma kan zich er zoveel jaar na dato nog steeds over opwinden. ‘Rohingya-mannen probeerden werk te zoeken om voor hun gezin te kunnen zorgen. Via mensensmokkelaars kwamen zij vaak in Saoedi-Arabië terecht. Hanif wilde dat ook, maar kreeg een ticket naar Nederland. Hij stapte uit een vliegtuig en wist van niets.’
‘Wat er allemaal misgaat in het vreemdelingen recht en hoe veel ervan afhangt voor mensen, dat wakkerde mijn vechtlust aan’
Eenmaal in Nederland verkeerde hij dertien jaar in het ongewisse over het lot van zijn vrouw en kinderen, vertelt Ullersma. ‘Via onder andere de hulp van Vluchtelingenwerk vonden ze elkaar weer. Maar Hanif kon niet terug en hij moest procederen om zijn gezin hierheen te krijgen. Daar was Vluchtelingenwerk drie jaar mee bezig toen ze mij belden of ik naar de zaak kon kijken.’
Onmogelijke opgave Ullersma was net als advocaat beëdigd toen ze vier jaar geleden met de zaak van Hanif begon. Het zag er in eerste instantie uitzichtloos uit. Asielaanvragen worden getoetst door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) om te kijken of ze voldoen aan drie voorwaarden: aantoonbare gezinsband, inkomen en inburgering. Hanifs gezin voldeed aan geen enkele. ‘Het leek een onmogelijke opgave op deze drie criteria vrijstelling te krijgen. De IND wilde niet
advocatenblad
30 interview
aannemen dat zij Rohingyas waren, dus dat moest worden aangetoond. Dat was lastig, want zij krijgen geen persoonsdocumenten omdat Birma een wet hanteert die de Rohingya uitsluit van de Birmese nationaliteit. Maar met achtergrondinformatie over hun afkomst kon ik onderbouwen dat de IND de papieren die een gezinsband moesten aantonen niet van ze kón vragen.’ Het niet hebben van een inkomen was volgens Ullersma eenvoudiger te bewijzen. ‘Een arts keurde Hanif en stelde vast dat hij niet meer kon werken. De inkomenskwestie verdween daarmee. Maar de gezondheid van Hanif was heel slecht, ik dacht vaak: ga niet dood voordat je familieleden hier zijn. Het derde obstakel, het inburgeringsexamen, was de hardste noot, daarop heb ik juridisch alles uit de kast gehaald. Het idee van dat examen is dat je makkelijker in de Nederlandse samenleving kunt integreren als je woorden als “tulp” en “molen” kent. Idioot om dit van vluchtelingen te verlangen die in een heel benarde situatie zitten, maar daar komt het
op neer,’ zegt Ullersma fel. ‘De familie Hanif is analfabeet. Dan vraag ik mij oprecht af of in een geval als dit het vereiste van het inburgeringsexamen, dat overigens ook nog 350 euro kost, nog wel het doel dient van de wet en geen uitsluitingsmiddel is. Gelukkig dacht Alex Brenninkmeijer, de Nationale ombudsman, daar ook zo over. Vorig jaar verscheen zijn rapport over de toepassing van de Wet inburgering in het buitenland, met daarin ook de zaak van Hanif. Brenninkmeijer schreef daarin dat de IND de mogelijkheid heeft mensen vrij te stellen van een inburgeringsexamen wanneer dit niet proportioneel is, maar dat nooit doet. Ik weet niet of het zonder dit optreden van de ombudsman ook was gelukt, maar Hanif was een van de eersten die werd vrijgesteld.’
Geen rem ‘Soms is dit werk wel een beetje extreem,’ zegt Ullersma. ‘Dat komt ook omdat ik per-
‘Soms is dit werk wel een beetje extreem, ook omdat ik persoonlijk heel betrokken ben bij mijn zaken’
31
soonlijk heel betrokken ben bij mijn zaken. Ik doe er nu zo veel, dat ik er eigenlijk niet een bij kan hebben. Maar dan komt iemand aankloppen en lees ik de beschikking en dan denk ik: jee, maar dit kan écht niet. En dan neem ik die zaak toch weer op me. Er zit geen rem op bij mij, maar ik vind het leuk en verveel me nooit.’ Ullersma vertelt dat ze soms lange werkdagen maakt, soms wel tot elf uur ’s avonds, om de volgende dag om acht uur weer achter haar bureau te zitten. ‘Maar dat zijn pieken, en als het daarbij blijft is het vol te houden. Het is ook niet gezond om aan één stuk door alleen maar te knallen. Je wordt daar moe en niet productief van.’ Eén keer in de week loopt ze hard om de batterij een beetje op te laten, maar echt loslaten kan ze haar werk niet. ‘Buiten kantoortijden ben ik vaak nog wel met werk bezig en in het weekend check ik mijn mail. Maar het is een keuze die ik bewust maak. De balans tussen werk en privé moet ik wel in de gaten houden. Ik ben iemand die heel hard op de afgrond af kan rennen, ’m ook ziet, maar niet afremt. Zolang het goed gaat, gaat het goed. Voor mij zijn de zaken en de mensen belangrijk. En het werk moet nu gebeuren.’
Blote pootjes In de langlopende procedure van Hanif kan Ullersma zich het moment dat ze de zaak had gewonnen nog helder voor de geest
halen. ‘Ik was telefonisch in gesprek en zag opeens een mailtje van de receptie op-poppen met de onderwerpregel “IND heeft gebeld inzake Hanif. Familie wordt vrijgesteld van inburgeringsexamen”. En toen wist ik, het was rond. Het was zo’n waanzinnig moment. Alsof er een filmpje in mijn hoofd werd afgespeeld met wat we allemaal hadden meegemaakt in die complexe zaak drie jaar lang.’ Ullersma noemt het haar grootste succes tot nu toe. ‘Het is zo’n gevecht geweest. Het leek zo onwaarschijnlijk dat we ooit zouden winnen. De samenwerking met Vluchtelingenwerk en de samenloop met het rapport van de Nationale ombudsman was heel bijzonder en heeft tot deze overwinning geleid.’ Het gezin van Hanif is in december vorig jaar herenigd. ‘Op de eerste foto die ik van ze kreeg, waren ze net aangekomen. De kinderen stonden in heel dikke jassen, met nog een extra jas van hun vader erover aan. Maar wel op blote pootjes. Dat zag er zo grappig uit.’ Ullersma wilt het gezin, dat nu in een klein huisje in Dordrecht woont, binnenkort opzoeken. ‘Ze volgen taallessen van vrijwilligers en durven een beetje na te denken over de toekomst. De oudste dochter van Hanif wil graag manager worden.’
Politieke motivatie ‘De gezinsherenigingszaken die ik doe zijn doordrenkt van een politieke agenda. Dat
advocatenblad
maakt het leuk en tegelijkertijd enorm frustrerend. Het onrecht.., natuurlijk begrijp ik een afwijzing. De grenzen kunnen niet helemaal open en niet iedere cliënt voldoet aan de voorwaarden. Maar op het moment dat er een lijn van politieke motivatie achterligt en mensen worden afgewezen omdat de IND onzorgvuldig te werk gaat en niet gelooft dat er een gezinsband is, dan stinkt er iets. En daar word ik heel strijdlustig van, dat onrecht moet ik aanvechten. Niet iedereen kan dat zelf en dan is het mooi als ik ze daarmee kan helpen.’ Een bijzondere bevlogenheid en interesse in maatschappelijke ontwikkelingen geldt volgens Ullersma voor al haar kantoorgenoten. ‘Sommigen zitten al twintig jaar in het vak en gaan voor elke zaak nog steeds even hard. Ze kunnen de zoveelste Irakese asielzoeker bijstaan, maar ze blijven onvermoeibaar in het zoeken van punten in wet of beleid die ze kunnen aanvechten om iemand te helpen. Dat vind ik knap en ik hoop dat zelf over tien jaar ook nog zo te kunnen. Het is wel iets wat met dit kantoor meekomt, wat ik als voorbeeld heb om telkens geprikkeld te worden het onderste uit de kan te halen. Een beschikking kun je op 28 punten aanvechten. Er zijn zat kantoren die drie punten kiezen en de rest laten zitten, in de hoop het daarmee wel te redden bij de rechter. Wij gaan vaak toch vol in op die 28 punten, omdat je nooit weet op welk punt je uiteindelijk misschien zult winnen of wél iets bereikt.’
advocatenblad
32
talentenjacht
‘Geluk dwing je af’ Advocaat Erik Koster won een talentenprijs en stond even in de schijnwerpers. Wat leverde het hem op? ‘Ik ben met mijn neus in de boter gevallen. De prijs komt precies op het juiste moment, nu ik moet nadenken over hoe ik me zowel intern als extern ga profileren.’ Tekst: Juriaan Mensch
‘I
k vind het absoluut leuk om te winnen; dat is ook wel handig in mijn beroep.’ Erik Koster (30) is iemand die je gemakkelijk als ambitieus zou bestempelen. Hij werkt in Rotterdam voor advocatenkantoor Loyens & Loeff als corporate litigator en won onlangs de prijs voor Best Young Professional Law. Wat voor een buitenstaander een netjes geplande loopbaan lijkt, is voor hem een serie logisch opeenvolgende fasen.
‘Alles klikt mooi in elkaar. Het is allemaal niet zo bedacht, het vloeit natuurlijk voort uit alles wat ervoor kwam. Ik zie mezelf niet direct als ambitieus, terwijl je dat aan de buitenkant wel zou zeggen. Ambitie is, naast bijvoorbeeld samenwerken en deskundigheid, een van de vele graadmeters bij functioneringsgesprekken.’ Koster werd in 2006 al eens derde bij de verkiezing van Best Graduates Law, een competitie voor getalenteerde rechtenstudenten. De prijs die hij onlangs won, die van Best Young Professional Law, is nieuwer, bedoeld voor oud-rechtenstudenten die na 2006 zijn afgestudeerd en aan rechten gerelateerde functies uitoefenen bij de overheid, de rechterlijke macht of het bedrijfsleven.
Arbitrage De prijs die Koster onlangs won, een Summer Course Finance for Non-financials aan Nyenrode Business Universiteit, komt op een goed moment. Eerst hield hij zich bezig met fusies en overnames, nu is hij corporate litigator. Hij vertegenwoordigt in die rol bedrijven met een geschil. Overigens was een internationale arbitrage voor een Scheidsgerecht in de Zweedse hoofdstad Stockholm mede doorslaggevend voor zijn winst als Best Young Professional. Het moment komt nu dat het kantoor van hem wil weten wat zijn toekomstplannen zijn. Weer ambitie dus.
Foto: Gerth van Roden
Prijswinnaar
‘Ik houd de optie voor aandeelhouder schap open’ Optie openhouden
Praktijkgericht
‘Het hoogst haalbare binnen een advocatenkantoor is aandeelhouder worden,’ zegt Koster. ‘Die kans is niet zo groot, want er zijn veel gegadigden voor een klein aantal plekken. Nu werk ik zo’n acht jaar bij Loyens & Loeff, twee jaar als student en zes als advocaat. Meestal wordt tussen de acht en tien jaar bekeken of je voor aandeelhouderschap in aanmerking komt. Ik ben er wel mee bezig, in elk geval om die optie open te houden. Tot nu toe is het mooi soepeltjes gegaan. Met de Best Graduates, en nu de Young Professional Prijs ben ik met mijn neus in de boter gevallen. Het komt precies op het juiste moment, nu ik moet nadenken over hoe ik me zowel intern als extern ga profileren.’
Soepeltjes dus, maar niet vanzelf. Koster noemt zichzelf een geluksvogel, maar hij maakte verstandige keuzes. De advocaat benadrukt de waarde van het tijdens de studie al ontplooien van op de praktijk gerichte activiteiten. ‘Het is belangrijk dat je tijdens de studie al nadenkt over wat je ermee gaat doen. Bij veel kantoren, groot en klein, ben je van harte welkom een paar maanden stage te lopen. Daar heb je echt wat aan.’ Dus je kunt je afvragen: dwingt hij geluk af, of is het geluk met de dommen? ‘Laten we het maar op het eerste houden,’ zegt Koster. ‘Maar let wel,’ benadrukt hij, ‘ik werk gewoon hard, dus het komt niet aanwaaien.’
Advocaten en Notarissen
Wij helpen je de juiste stap te zetten Contact: Eversheds Faasen Liza van Dijk 010 24 88 007
[email protected]
www.eversheds.nl ©Eversheds Faasen 2012. Eversheds Faasen is lid van Eversheds International Limited.