Parallelsessie 1: Multiculturaliteit in de opsporing en in de rechtszaal ● Culturele achtergronden zijn van belang in het kader van de opsporing, niet bij de straftoemeting. ● Er moet een verschil van aanpak zijn bij huiselijk geweld en eergerelateerd geweld.
Parallelsessie 2: Etnische minderheden, criminaliteit en het Nederlandse strafrecht ● Voor het begrijpen van de cultuur van allochtonen, moet men de eigen cultuur begrijpen in termen van vrijheid, ongebondenheid, mate van disciplinering en sociale controlemechanismen. ● Nederland is volstrekt uniek in zijn benadering van het sociale probleem. In het buitenland wordt de problematiek niet specifiek als een probleem van allochtonen benoemd (vb banlieue in Parijs).
Parallelsessie 3: Diagnostiek bij jonge justitiabelen met diverse culturele achtergronden ● Allochtonen komen meer in aanraking met justitie, maar zijn minder vaak onderwerp van rapportages en GGZ behandeling. ● De gebruikte testen passen wellicht niet bij deze jongeren? ● Bij allochtonen: andere diagnoses gesteld, minder vaak subtielere vormen van ontoerekeningsvatbaarheid en meer pij maatregelen. Klopt dit wel met werkelijkheid? ● Uit onderzoek onder ‘12-minners’ blijkt: eigenlijk niet zo heel veel verschillen allochtone en autochtone kinderen. ● Instrumentarium: vaak niet gevalideerd voor etnische minderheden
Parallelsessie 4: Forensische rapportage bij verdachten met diverse culturele achtergronden ● Cultuurverschillen kunnen justitiele rapportages vertekenen. ● Rapporteurs zijn zich hier zelf vaak niet van bewust. ● De rechter weet vaak niet in hoeverre wel rekening is gehouden met culturele achtergronden. ● De vraag is of die culturele verschillen moeten meewegen in de strafmaat. ● Op dit gebied is een wereld te winnen door meer inzet van allochtone gedragsdeskundigen, door het verhogen van de aandacht voor deze kwestie door de rechter en de gedragsdeskundige.
Parallelsessie 5: Amsterdam en zijn Top 600 ● Steeds meer sprake van 'verleiden tot zorg'. Het helpt als je hen iets te verliezen geeft. ● Een kleine minderheid in de top 600 is autochtoon, maar bij hen is sprake van zwaardere psychiatrische problematiek en een lager opleidingsniveau dan bij (met name de tweede generatie) allochtonen.
Parallelsessie 6: De allochtone jeugd heeft de transculturele toekomst ● Individueel bejegenen kan alleen als je meertalig werkt, dus weten wat iemand bedoelt als hij iets zegt. ● Als je taal gebruikt, realiseer je het effect, de lading en de betekenisgeving van taal. Je moet er nieuwsgierig en belangstellend naar zijn. ● De relatie moet centraal staan, je moet weten wat de invloed is van de interactie, kan ook opportuun worden ingezet.
Parallelsessie 7: Cultuursensitief werken met jongeren met een LVB in de justitiele hulpverlening ● LVB problematiek wordt zwaar onderschat; het is broodnodig daar in de strafrechtketen meer specifieke aandacht aan te besteden. ● Een bi-culturele achtergrond en / of bijkomende psychopathologie zorgen voor extra risicofactoren. ● Communicatie en benadering dient meer aangepast te worden aan LVB jongeren.
Parallelsessie 8: Etnocentrisme in de forensische psychiatrie ● Etnocentrisme in de bejegening van mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid is een risicofactor voor verergering van het psychiatrische toestandsbeeld. ● Allochtone patienten: “Big, Black and Dangerous” worden vaker gedwongen opgenomen. ● Remedie tegen etnocentrisme is cognitieve empathie (gaan staan in de schoenen van de ander).
Parallelsessie 9: Structurele aandacht voor culturele diversiteit in forensische zorginstellingen • De diverse initiatieven binnen fpc’s op het gebied van interculturalisatie moeten op elkaar worden afgestemd. • Slechts 6% van het personeel is van niet-nederlandse afkomst terwijl 50% van de tbs-gestelden van nietnederlandse afkomst is!
Parallelsessie 10: Wakker liggen van (gevangenis)cultuur ● Als het aanbod van activiteiten op maat is van de gedetineerde, dan moet het cultuursensitief zijn. ● Elke communicatie van het personeel met de gedetineerde moet cultuursensitief zijn.
Parallelsessie 11: Vreemdelingen met psychiatrische problematiek in DJIinrichtingen ● Terugkeer naar land van herkomst vanaf begin onderdeel van behandeling maken. ● Bij terugkeer passende voorziening (minimale eisen) zoeken en extended familie inschakelen. ● Problemen/knelpunten bij overdracht, o.m. gevolg hoogte straf voor verblijfstitel. ● Nieuwe rol Veldzicht psychiatrische behandeling vreemdelingen.
● Reclasseringsbeleid is gericht op diversiteit. ● Motivational interviewing door reclasseringsmedewerker is essentieel: open houding, open vraagstelling en responsiviteit. Daarbij is van belang dat de reclasseringsmedewerker kennis heeft van de cultuur van zijn of haar client. ● Taalbarriere blijft probleem, maar mag nooit in de weg staan aan een effectieve op het individu gerichte reclasseringszorg.
Rondetafel 1: Geradicaliseerde justitiabelen ● Straffen van geradicaliseerden die strafbare feiten hebben begaan heeft zin; sec radicalisering is niet strafbaar ● Een kleine meerderheid vindt niet dat geradicaliseerden in een aparte voorziening geplaatst moeten worden ● Voor het behandelen van veroordeelde geradicaliseerden ontbreekt het aan kennis, maar dat is geen excuus om niet alles uit de kast te trekken (mits proportioneel) om in te zetten op deradicalisering
Rondetafel 2: Transculturele diagnostiek ● Transculturele kenmerken van een cliënt zijn bij forensische diagnostiek net zo belangrijk als bij diagnostiek in het algemeen. ● Een transculturele diagnosticus kan cultuur onderscheiden van stoornis. ● Omdat weinig diagnostische instrumenten gevalideerd zijn voor de diverse culturele achtergronden van mensen die onderzocht worden, kan de diagnosticus beter geen instrumenten toepassen, maar beter varen op eigen kennis van culturen ● Transculturele diagnostiek vergt erkenning.
Rondetafel 3: Gesloten jeugdzorg of JJI ● “De culturele achtergrond van de minderjarige mag geen rol spelen bij zijn behandeling”. Reactie: Deze stelling wordt onderschreven. ● “Bij behandeling in de jeugdhulp is meer ruimte om rekening te houden met de culturele achtergrond. Plaatsing in de gesloten jeugdhulp heeft daarom de voorkeur boven een JJI.” Reactie: INDIVIDUEEL BEKIJKEN, per geval bekijken welke instelling geschikt is, alle instellingen moeten sowieso adequaat werken. ● “Cultuursensitief behandelen door "kaaskoppen" gaat niet werken.” Reactie: Kan zeker werken, mits openstelling voor anderen. In elk contact met de ander moet je niet pretenderen te weten hoe het zit. Nieuwsgierigheid en noodzaak van kennis (maakt het ook nodig om medewerkers van andere culturen te hebben). Denk niet in beelden, zoals 'die Marokkanen' enz.
Rondetafel 4: Transcultureel gevoelig behandelen in forensisch kader ●
●
●
●
“De grote psychiatrische ziekten (schizofrenie, bipolaire stoornis, depressie, PTSS, delirium) zijn universeel. De behandeling voor autochtonen en allochtonen moet dan ook dezelfde zijn.” Reactie: 100% van de aanwezigen onderschrijft de stelling niet. “Patiënten met een niet-westerse achtergrond krijgen meer dwangmedicatie en er worden vaker overige dwangmiddelen gebruikt bij deze groep (Reactie: dit gedeelte van de stelling is feitelijk juist volgens gehele groep). Gezien de culturele/taalkundige verschillen is dat de beste aanpak bij verwardheid en onrust.” Reactie: 100% van de aanwezigen onderschrijft de stelling niet. Als de behandelaar persoonsgericht maatwerk levert, houdt hij automatisch voldoende rekening met de culturele achtergrond van elke patiënt. Reactie: gehele groep is het hier mee eens. Het is niet mogelijk voldoende intercultureel deskundigen in dienst te hebben, aangezien alle in Nederland voorkomende culturen te zeer verschillend zijn. Reactie: gehele groep is het hiermee eens.
Rondetafel 5: Een rol voor ouders bij behandeling in de jeugdzorg ● “Het betrekken van ouders uit culturele minderheidsgroepen bij de behandeling van hun kinderen heeft in de gesloten jeugdhulp meer kans van slagen dan in een JJI”. De stelling is verworpen. ● Het is een onmogelijke opgave om ouders uit culturele minderheidsgroepen bij de behandeling van hun kind in een gesloten setting te betrekken. De stelling is verworpen. ● “Hun betrokkenheid kan worden vergroot als om te beginnen een structurele overlegvorm tussen de ouders van verscheidene jeugdigen en de gesloten inrichting zou kunnen plaatsvinden”. Deze stelling wordt onderschreven. Deskundigen uit de praktijk hebben goede ervaringen opgedaan met een overlegvorm van de ouders onderling.
Rondetafel 6: LVB-ers met een andere culturele achtergrond in de strafrechtketen ● “Een effectieve afhandeling van zaken van lvb-ers met een nietNederlandse culturele achtergrond vereist in alle gevallen overleg op casusniveau. Dat kunnen veel organisaties niet aan.” Reactie: De stelling wordt herkend. Multidisciplinaire aanpak en casusoverleg is ook ivm preventie belangrijk. ● “LVB en diversiteit: altijd double trouble!” Reactie: Deze stelling wordt niet onderschreven. Dubbel verlies wordt wel herkend, en dubbele uitdaging. Veel gaat goed maar er zijn risicofactoren. We overvragen allochtone lvb- ers. ● “De huidige screeningsinstrumenten zijn niet bruikbaar”. Reactie: In praktijk redden we het met de ontwikkeling van aangepaste instrumenten. Verdere ontwikkeling van aangepaste instrumenten is nodig, zeker m.b.t taal.
Rondetafel 7: ‘Dagprogramma, beveiliging en toezicht op maat’(DBT) ● “Bij de beoordeling of een gedetineerde kan promoveren dan wel moet degraderen is zijn culturele achtergrond onbelangrijk; het gaat enkel om zijn gedrag.” Reactie: Eens, bij normering speelt culturele achtergrond geen rol. ● “Van personeel mag verwacht worden dat ze bij de beoordeling van het gedrag van een gedetineerde ook rekening houden met diens culturele achtegrond.” Reactie: Met dien verstande dat er ruimte is om met die culturele achtergrond rekening te houden mbv middelen en education permanente.
Rondetafel 8: Allochtone ingeslotenen en hun detentiebeleving ● 1a) “Allochtone ingeslotenen vinden het Nederlandse detentieklimaat doorgaans veel te soft.” Deze stelling vond geen ondersteuning. ● 1b) Bij de bejegening in de persoonsgerichte aanpak mag geen onderscheid gemaakt tussen allochtonen en autochtonen. Die dient voor een ieder gelijk te zijn. ● 2) Het regime moet voor zowel allochtonen en autochtonen dezelfde mogelijkheden bieden gericht op een verantwoorde re-integratie. ● 3) “Gedetineerden zoeken steun en relaties in hun eigen kring.” Stelling werd ondersteund in die zin dat medewerkers ook deel dienen uit te maken van deze eigen kring.
Rondetafel 9: Multiculturaliteit in de (verschillende fasen van de) strafrechtketen ● Zo lang er in feite sprake is van (al dan niet onbedoeld) ongerechtvaardigd onderscheid, gemaakt door politie en justitie, is het onvermijdelijk dat sommige culturele minderheden daarin een argument zien zich ook niet altijd aan de wet te houden. ● Ketenpartners weten zelden van elkaar of en hoe men rekening heeft gehouden met iemands culturele achtergrond. En dus is de keten onvoldoende effectief. Het is belangrijk dat er bewustwording in de hele keten is. ● Deskundigheid mbt dominante culturen onder de clientele is nodig binnen een organisatie. Een gericht persooneelsbeleid helpt daarbij. Een voorwaarde is dan wel dat teams ook als teams werken.
Rondetafel 10: Vrijheidsbeneming van vreemdelingen vraagt om cultuursensitiviteit ● Criminele vreemdelingen moeten worden behandeld zoals alle andere gedetineerden waarbij maatwerk dient te worden geleverd ten aanzien van het individu. ● Het is wél nodig om te investeren in een cultuursensitieve aanpak van veroordeelde vreemdelingen, met name voor wat betreft het personeelsbeleid, omdat dit leidt tot een betere interactie, beter behandelresultaat en betere terugkeer en het uiteindelijk leidt tot minder kosten. ● Voor een succesvolle terugkeer naar het land van herkomst is het bij elkaar plaatsen van veroordeelde vreemdelingen op één locatie praktisch en efficiënt, hierbij is vooral de expertise van het personeel van belang . Uitzonderingen zijn eventueel mogelijk.
Rondetafel 11: Nazorg/re-integratie na detentie Aan alle randvoorwaarden voor een goede nazorg voor (ex-)gedetineerden met een andere culturele achtergrond is voldaan, althans .......................: ● er zijn veel goede intenties, ● maar niet alle ketenpartners kennen elkaar goed genoeg, ● het systeem in de praktijk goed laten draaien is lastig; hoe verbinden we ' buiten' met 'binnen', ● taal blijft een storende factor, ● en werken zonder justitiele titel is lastig.