RELATIEMAGAZINE VAN HET OPENBAAR MINISTERIE | nr 11 | JAARGANG 18 | november 2012
Advocaat Van der Meij 'ZSM faciliteert afraffel-PV' Officier Robert-Altimari over Haags familiedrama DNA-verwantschap in zaak-Vaatstra
Misdaad lonkt Manoeuvreer je tussen laserstralen door om de kluis te kraken. Dat kan op het “boevenpad” in de tentoonstelling “Snel Geld” van het GeldMuseum in Utrecht. Ontmoet slimme vervalsers, gewiekste oplichters en sneaky hackers. Bekijk vervalste munten en bankbiljetten en ontdek hoe witwassen, skimmen en phishing worden tegengegaan. Ervaar waarom je goed moet opletten met je pincode én huiver bij de straffen die werden - en worden - uitgedeeld.
2|
‘Veel criminaliteit draait om geld en ik ben blij dat het GeldMuseum de veelzijdigheid van die misdaad laat zien. Het onderstreept nog maar eens het belang van het werk van het Openbaar Ministerie’, aldus Marianne Bloos, hoofdofficier Functioneel Parket. Op de JeugdUniversiteit van het museum leren kinderen van 8 tot 12 jaar alles over geld en misdaad. Officier van justitie Willem Nijkerk geeft op 6 januari 2013 een college over welke straf criminelen krijgen. Foto: GeldMuseum
Opportuun 11 - november 2012 - In Beeld | 3
Een bedrijfsmatige en efficiënte
6
strafrechtspraktijk. Advocaat Van der Meij ziet dat het OM een centrale rol naar zich toegetrokken heeft. En voortvarend aan de slag is met allerlei afdoeningsfaciliteiten voor de officier van justitie. ‘Ik vind ZSM een aardig project voor zover er winst voor de verdachte is te halen.’ I nterview met advocaat die oog houdt voor alle belangen die spelen
Het ene moment knuffelt hij
16
zijn kind. Het volgende wurgt hij het. Deze man, die enkele minuten eerder al zijn vrouw vermoordde, speelt de hoofdrol in een van de zwaarste zaken van officier Linda Robert-Altimari. De man betoont geen spijt. Ze eist 30 jaar, ‘mijn hoogste strafeis ooit’. Opzienbarende case over Haags familiedrama
Heibel op het voetbalveldje?
Bewoners sms’en elkaar kort om te overleggen wie er gaat kijken. Verdachte man schrikt van een rondcirkelende politiehelikopter? Een bewoner die het opmerkt, tipt snel de politie die nog een voortvluchtige schutter zoekt.
26
A msterdamse Molenwijk veiliger door project SMS Alert
Inhoud
Waarheid en gerechtigheid vinden met DNA
In de lange meeslepende moordzaak op mijn dochter Marianne, zullen de “DNA-dragers van waarheid” zich nu moeten laten gelden. Het was noch aan u, noch aan ons om voor 1 april 2012 het DNA-verwantschapsonderzoek toe te passen. Nu kan het. Dat dit voor mijn familie en mij een lichtpunt betekent in de roerige afgelopen dertieneneenhalf jaar, zult u zich ongetwijfeld kunnen voorstellen. En dan vooral mocht er iets uit komen, want dat is de ultieme gedachte hierachter. Dat de straal van vijf kilometer voor ons en velen met ons aanvankelijk te kort was, is door het kennen van het verwantschapsonderzoek achterhaald. Immers, de familietakken lopen vaak kilometers verder, zodat die vijf kilometer eigenlijk niet meer ter zake doende is. Wat er wel toe doet is de spanning bij ons als familie, maar zeer zeker ook bij de mensen die DNA hebben afgestaan, getuige de vele vragen die er nu al zijn: “Heb je al iets gehoord?”, of “Houden ze je wel op de hoogte?” Het medeleven is overstelpend. Dit unieke DNA-onderzoek heeft al vele monden laten spreken zowel in kranten als op tv. Zo zag ik een strafrechtadvocaat die het er in het geheel niet mee eens was, zijn stelling was: een grote schending van de mensenrechten. Is dit gemeend, vraag ik me dan af. Of ziet hij zijn werk afnemen, omdat DNA-onderzoek geen leugentjes om bestwil kan bevatten? Ik ben van mening dat de wetten in ons land mogen worden aangepast naar Engels model. Daar wordt bij ieder vergrijp DNA afgenomen en opgeslagen. Het ontlast veel recherche onderzoeken en zal zeker de burger voorzichtiger maken in het plegen van delicten, omdat sneller en doelmatiger kan worden opgespoord. Als laatste wil ik namens mijn familie hartelijk dank zeggen aan de hoofofficier, de zaakofficier, het 3D-team en zeker ook de vele rechercheurs die aan deze mega-operatie hebben meegewerkt en nog meewerken. Voor de zeer grote inzet en betrokkenheid die u allen nog steeds aan de dag legt. Opdat u gerechtigheid vindt in deze vreselijke moordzaak. Bauke Vaatstra
De moord op Marianne Vaatstra
34
is nog altijd niet opgelost. De zoektocht naar de dader geldt als een van de intensiefste onderzoeken van de laatste decennia. Nieuwe methoden als DNA-verwantschapsonderzoek kunnen de opsporing een impuls geven. De Friezen zijn honkvast, dus grote kans dat een familielid nog in de regio woont. N ederlands eerste vrijwillige DNA-verwantschaps onderzoek
En verder...
De Zaak: Ambtenaren beledigen > 11 Actueel: Meilloprijs voor Fatale Fouten > 12 Column: Noem me een nerd > 15 Kortom > 20 Organisatie: De Nieuwe Magistraat > 22 Het parket > 30 Jurisprudentie: Ne bis in idem > 39 Gespot: Klarinet oefenen op kantoor > 40
OPPORTUUN | RELATIEMAGAZINE VAN HET OPENBAAR MINISTERIE | JAARGANG 18 | NUMMER 11 | november 2012 Opportuun wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het magazine verschijnt twaalf keer per jaar. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. Abonnementenadministratie Wijzigingen? Stuur de adresdrager met de aangebrachte wijzigingen naar het retouradres, of e-mail de wijzigingen naar
[email protected]. Redactieadres Openbaar Ministerie, Parket-Generaal, afdeling Communicatie, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Eindredacteur Pieter Vermaas, 070 - 3399840 of
[email protected]. Plaatsvervangend eindredacteur Thea van der Geest, 070 - 3399825 of
[email protected]. Foto omslag Robin Utrecht Bladformule en vormgeving Kris Kras Design Druk Tuijtel Oplage 8800
Opportuun 11 - november 2012 - Inhoudsopgave | 5
ZSM vindt hij “een prima middel” om cliënten snel uit de procedure te laten rollen. Maar de strafpleiter ziet ook het gevaar van de snel en fel handelende rechtshandhaver. Interview met “professionele lastpak” Patrick van der Meij.
‘ZSM MAG NIET LEIDEN tot Patrick van der Meij wil OM scherp houden
AFGERAFFELD PV’
Patrick van der Meij :
‘Rekken? Ik geef vaak liever gas’
6 | Naam artikel - Opportuun 11 - november 2012
‘Ik zie absoluut de meerwaarde die een snel proces kan hebben voor een cliënt. Zoals ik ook genoeg zaken zie waarin die meerwaarde er gewoonweg niet is. Maar het is in elk geval logisch dat ZSM er gekomen is.’ In de spreekkamer van het advocatenkantoor Cleerdin & Hamer praat strafrechtadvocaat Patrick van der Meij over het project ZSM, de jonge werkwijze van politie en OM, die zaken Zo Snel (samen, selectief) Mogelijk willen afdoen. Bij ZSM worden zaken die zich er voor lenen, door de officier direct aan de ZSM-tafel in het politiebureau afgedaan, waarbij ketenpartners als de reclassering en slachtofferhulp direct informatie inbrengen. Van der Meij dacht in Amsterdam mee over de invoering van supersnelrecht daar, één van de afdoeningsmodaliteiten binnen ZSM. Met rechtbank en OM bereidde hij dit voor, waardoor de pilot supersnelrecht –een zitting drie dagen na aanhouding binnen de termijn van de inverzekeringstelling- nu reeds een jaar draait.
Je noemt de komst van ZSM allereerst “logisch”. Waarom? Het OM heeft de laatste jaren een centrale rol naar zich toegetrokken. De wetgever heeft dat gefaciliteerd door allerlei afdoeningsmodaliteiten aan de officier van justitie toe te vertrouwen. Het OM is daar, als motor in het strafproces, voortvarend mee aan de slag gegaan. Dan is het logisch dat je in de 21e eeuw de strafrechtsprocedure ook bedrijfsmatig en efficiënt inkleedt. Essentieel is wel dat je oog houdt voor alle belangen die spelen. Ik vind ZSM een aardig project voor zover winst voor de verdachte is te halen. Is de advocatuur dan de “rem” op de OM-motor? De advocaat als “zand in de motor”, hè? Nee, de advocaat die zich per se als rem op de ZSMmotor ziet, heeft een ongezonde blik op de strafrechtspraktijk. ZSM biedt juist ook mogelijkheden om je cliënt snel en goed uit de procedure te laten rollen. Als al die lichte afdoeningsmodaliteiten – strafbeschikkingen, taakstrafzit-
tingen bij het OM, voorwaardelijke sepots – er niet zijn, en je rolt automatisch een strafproces in, is dat voor je cliënt nadelig. Als die afdoeningsmodaliteiten er wel zijn, en je kan als advocaat snel bij een officier aankloppen met de vraag “gaat u deze zaak nu echt naar de zitting brengen?”, dan krijg je een aanjagende rol. Dan moet je zeker niet op de rem trappen. Trap je dan op het gas, dan kan je bereiken dat je cliënt zonder al te veel schade uit de strafrechtelijke procedure rolt. Een snelle afdoening kan betekenen dat een cliënt geen stress heeft bij een zaak en snel weet waar hij aan toe is. Daar staat tegenover dat het zeker ook in het voordeel van je cliënt kan zijn als een zaak lang op de plank blijft liggen. Dan beperkt een politierechter de straf anderhalf jaar later op zitting vanwege het tijdsverloop en gewijzigde omstandigheden misschien wel tot een voorwaardelijke. Financieel gezien, kunnen zaken de advocatuur eigenlijk niet lang genoeg duren? Jaah, dat wordt altijd direct gekop-
Opportuun 11 - november 2012 - Interview | 7
optreden van een machtig apparaat van politie en OM versus een individuele burger. Die burger krijgt van alles en nog wat op zich Je moest wel glimlachen, zag ik. afgevuurd. Hij krijgt een transactie Omdat het karikaturaal is de aangeboden, of hij wordt vastgezet, advocaat zo weg te zetten. Ik vind maar hij is daar niet mee bekend. dat je als advocaat nooit zo in een zaak mag zitten, en ik durf te stellen Dat moet hem worden uitgelegd. dat het merendeel van de advocaten Een goede advocaat is dan de onmisbare schakel. Aan de ene kant zo niet in elkaar steekt. Er komen kan ik mijn cliënt voorlichten over gerust zaken voorbij waarin je een wat staat te gebeuren, over de goed vroegtijdig resultaat voor je belangenafweging die moet worden cliënt boekt met als consequentie gemaakt. Ík kan niet zeggen welke dat je baalt dat je daar niet veel omzet mee behaalt. Maar goed, dan afweging hij moet maken, maar wel heb je wel in het belang van je cliënt welke keuzes er zijn en wat een bepaalde keuze inhoudt. Aan de gehandeld. Bij eenvoudige zaken andere kant kan ik als advocaat in klópt de karikatuur ook gewoon het belang van de verdachte een niet. Want dat zijn juist zaken die terugkoppeling maken naar politie gefinancierd worden door de Raad en justitie. Ik kan zeggen: “Wat zijn voor de Rechtsbijstand en die niet per definitie lucratief zijn. Dan gaat jullie plannen met deze meneer of mevrouw? Het is iemand die werk het om enkele honderden euro’s voor soms wel achttien uur werken. heeft, een gezin, geen strafblad; pas nou op met al te hard ingrijpen”. Nee, ik vind: “rekken” doe je alleen Juist bij die ZSM-beslissingen is er in het belang van je cliënt. voor de advocaat veel voor zijn cliënt te halen. Daar liggen veel keuzes. Ben je al betrokken bij afdoening Een “ZSM-klant” moet echt een aan de ZSM-tafel? advocaat hebben die de waaier aan Niet zo zeer aan die tafel zelf, want mogelijkheden kent en die weet op die is in Amsterdam nog niet echt welke knoppen hij moet drukken toegankelijk voor advocaten, dat is nog maar in weinig regio’s zo. Ik ben voor het beste resultaat. Dat betekent ook dat de advocaat actief vanuit de advocatuur betrokken bij contact onderhoudt met de politie een overleg waarin wordt geadvien het OM. seerd over hoe ZSM in Amsterdam, Een normale burger die een keer bij met een rol voor de advocaat, kan een vernieling is betrokken, kan bij worden ingekleed. een transactieaanbod te snel denken dat de politie weet wat ze Wil je er dicht op staan? doet, dat het echt zo ernstig is en Ja, want wij hebben als kantoor de strenge traditie dat als een zaak het dat het beter is die 40 uur werkstraf maar te accepteren. Staat een waard is, je er voor gáát, je investeert, ongeacht de ernst en omvang advocaat hem bij, dan kan die adviseren: “Een werkstraf van 40 of wat het opbrengt. En ik ben als uur is aan de hoge kant voor iemand advocaat grootgebracht met de gedachte dat je daarbij contact moet die nooit eerder wat heeft gedaan. Laat de zaak liever voorkomen, houden met de spelers in het veld. Aanschuiven aan een selectietafel is rekenend op meer begrip van de politierechter. Want een vernieling de manier om dat contact te kan ook bestaan uit het in brand hebben. steken van een container door een groepje mensen, waarbij het niet Waarom wil je er bij zijn? eens duidelijk is of de cliënt actief Omdat op die tafel al die verschiliets heeft bijgedragen.” lende afdoeningsmodaliteiten liggen. Een waaier aan keuzes. Je pleit dus voor een moment van Bedenk: elke strafrechtelijke bezinning? procedure, elke aanhouding voor welk feit dan ook, komt neer op het Ja. Mijn ervaringen op het politiebupeld aan de rol van de advocaat in het strafproces, hè?
8 | Interview - Opportuun 11 - november 2012
reau zijn wat de onderlinge communicatie betreft overigens niet negatief, maar dat heeft voor een deel te maken met mijn eigen opstelling. Een advocaat die normaal binnenkomt, zich actief toont en gaat bellen en overleggen –zo werken wij bij kantoor Cleerdin & Hamer– bereikt meer, geeft gas en stuurt mee. Zo van: “Ik kom voor die en die meneer, waarvoor zit hij? Wilt u me in ieder geval op de hoogte houden hoe het verder loopt en zorgt u er voor dat cliënt mij in elk geval kan bellen als hij langer wordt vastgehouden? Laat u me het weten wat de afdoeningsmodaliteit is, of kunt u mij doorgeven wie de beslissingen neemt in deze zaak?” Een harde opstelling vind je niet de meest succesvolle? Inderdaad. Natuurlijk kan je het conflict opzoeken. Binnenstappen met de houding: ik ben één met mijn cliënt en ik wil niks met de politie te maken hebben. Ja, dan krijg je ook weinig van ze gedaan. Als echt niet klopt wat er is gebeurd, kan ik er trouwens wel met gestrekt been in gaan. Maar eerlijk gezegd, áls ik dan harde noten te kraken heb, communiceer ik niet met de politie, maar met de officier van justitie. Ik ben niet al te negatief over hoe de politie werkt, maar ik heb als advocaat wel vaak meegemaakt dat het handelen van de politie jegens mijn cliënt te rigide was. Tuurlijk, zij zijn degenen die als eerste worden geconfronteerd met raddraaiers en onruststokers, zij vangen de spreekwoordelijke klappen op. Maar aan de andere kant zie ik ook weinig ruimte voor nuance bij de betrokken politie functionarissen. Als een cliënt een agent heeft uitgescholden, een grote smoel heeft, geen enkel respect toont, dan kan een agent het hem lastig maken - ik snap zo’n wisselwerking nog wel. Maar dát is dan niet de agent waarmee ik mijn werk moet gaan doen. Dan moet ik al mijn bezwaren tot de officier richten, en zeggen. “Wilt u cliënt echt die volle drie dagen gaan vasthouden? Hij is al verhoord en we weten dat het een zaak is die
niet voorgeleid gaat worden. Dus, is het cliëntje pesten of laat u hem nu gewoon naar huis?” Of gaat de officier dan vierkant achter de politieagent staan? Als het goed is niet. En dat is ook niet mijn ervaring. Maar op het gebied van disrespect aan het adres van politiefunctionarissen zijn allerlei ontwikkelingen over elkaar heen gebuiteld. De agent is een hele periode kop van jut geweest. Geweld tegen de politie. Verbaal ook. Geen respect in moeilijke wijken. Toen agenten zich niet genoeg gesteund voelden door OM of rechtspraak, kwam bij hen een soort van verzet: waar doen we het allemaal voor? Dat snap ik. Maar tegenwoordig zijn we daarin wel doorgeslagen. Een agent die nu klaagt, wordt steevast serieus genomen en een officier zet daar bij de vervolging zwaar op in. En ik zie maar weinig rechters die zichzelf de vrijheid toemeten om te zeggen: nou, misschien moet deze politieagent niet zo’n tere huid
hebben. Tegelijkertijd wordt steeds zichtbaarder dat politiefunctionarissen zelf ook niet altijd zachtzinnig te werk gaan. Wat vind je van de zwaarte van ZSM-afdoeningen? Ik zie als advocaat moord en doodslag, zware zaken, veel leed. Het is logisch dat daar zwaar op wordt ingezet. Maar ik zie ook die kleine vechtpartij op straat, die weliswaar nooit had moeten plaatsvinden, maar die strafrechtelijk gezien nou ook weer niet al te relevant is. Of een scheldpartij tegen een parkeerwachter die iets te lange tenen heeft. Moet dat nou allemaal in de context van het strafproces worden getrokken? Dat is wel het risico van ZSMafdoeningen. Daar ligt ook een verantwoordelijkheid voor de mensen die de beslissingen nemen aan de selectietafel. Ligt dat aan ZSM? Nou ja, wat je ziet bij het OM:
doordat zaken sneller kunnen worden afgedaan, wórden straks ook meer zaken afgedaan. Flutzaken kunnen ineens worden opgepakt. Ik vind dat een officier of hopper best kan besluiten met die zaken niks te doen. Daarnaast heeft het OM ook een verantwoordelijkheid in het maken van een zaak, in het samenstellen van een dossier. Wat bedoel je? Ik doel op een reality check om te achterhalen wat nu echt is gebeurd. Dat is wat ik nu ook zie bij supersnelrecht in Amsterdam, maar soms ook mis. Voor de verdachte is met supersnelrecht best winst te behalen. Hij kan er belang bij hebben dat zijn zaak snel op zitting komt, anders zit hij misschien nodeloos lang in voorarrest. Maar nu zie je dat de politie dondersgoed weet dat winkeldiefstalletjes goed via dat supersnelrecht kunnen worden afgehandeld. Dan verhoren ze een verdachte – zeg: een verslaafde Pool – eenmaal, met een
|9
telefonische tolkdienst. Dan heb je slechts een proces-verbaal van vier kantjes, een aangifte van een AH-filiaalmanager, plus een procesverbaal-van-bevindingen van een politieagent: we hebben die man inderdaad overgedragen gekregen of aangehouden. Punt, klaar, dat is het dossier. Maar dan krijg ik het dossier voor me en dan lees ik de verklaring van mijn cliënt, en dan is eigenlijk het énige wat hem wordt voorgelegd: hoe oud ben je, woon je in Nederland, heb je werk, ben je verslaafd, heb je schulden, wat doe je hier, heb je het gedaan? Einde verhoor. En dan kom ik met zo’n cliënt te praten en dan blijkt er uiteraard een hele wereld achter zijn persoon te zitten. Ja, iemand met een heroïneverslaving, maar hij probeert vanuit een methadonprogramma daar van af te komen en boekt zelfs vorderingen. Hij heeft sollicitatiegesprekken lopen – allemaal verifieerbaar – om in een timmerbedrijf aan de slag te gaan. Dát komt dan niet in zo’n verhoor naar voren. Voor die politieman is het belangrijkst dat de verdachte zegt: ja, ik heb het gedaan. Is het zijn taak om te achterhalen dat die verdachte net aan het solliciteren is en zo? Jawel. Een verhoor kent een “sociaal” deel: wie ben je, wat doe je, en wat gaat er allemaal fout met jou los van dit strafbare feit. En een “zaaksgebonden” deel: heb je het gedaan, wat heb je gedaan en hoe, en met wie. Dat sociale verhoor is deels plichtmatig, maar sommige dingen eruit komen wel op zitting aan de orde. En dan mag het niet alleen worden gebruikt in een betoog van: “je bent verslaafd, en aan verslaafde klaplopers uit een ander land hebben we geen behoefte”. Nee, als je opschrijft dat iemand verslaafd is, is het ook zaak op te schrijven wat daar de achtergrond van is en hoe hij daarmee omgaat, of hij hulp krijgt en aanpakt. Je hoeft niet zijn doopceel te lichten, maar je kan wel een context schetsen, anders zet je iemand al te gemakkelijk weg als een verslaafde ongewenste veelple-
ger. Je ziet dat de politie nu, aan de hand van een supersnelrechtprocedure, de gelegenheid heeft om een dossier heel snel in elkaar te zetten en afgedaan te krijgen, PV’s af te raffelen zonder daar die moeite in te steken. We kunnen niet in het hoofd van zo’n politieman kijken, maar komt dat door werkdruk, door ZSMwerken? Ik denk dat de gedachtegang op de werkvloer is: als jij een bekennende verdachte voor je hebt zitten, waarom zou je dan een PV van tien pagina’s maken als het in drie kan. Ik snap dat ergens een grens moet liggen, want je hebt werkdruk, er zijn meer zaken, maar nu faciliteren supersnelrecht en ZSM wel dat die politieman zich er heel makkelijk van af kan maken. Dat vind ik zorgelijk. De politie moet scherp gehouden worden in de bewijsgaring. Als er, bijvoorbeeld, videobeelden zijn waarover zij spreken in het verhoor, waarom zitten die dan in sommige zaken niet in het dossier? Of zijn ze er eigenlijk toch niet? Zie je ook officieren die dan zeggen: hoho jongens, even ademen? Ja. In concrete zaken heb ik het daar telefonisch met officieren over: “Hoe kijkt u daar nou tegen aan?” Dat is winst voor de cliënt maar ook voor de officier , want die wil op zitting niet ineens met de oren staan te klapperen omdat de advocaat met voor hem geheel onbekende persoonlijke feiten en omstandigheden komt aanzetten. De officieren waarbij die wisselwerking mogelijk is, zijn er wel degelijk. Ook als ze dan niet op mijn suggesties ingaan, hebben ze er wel over nagedacht, prima. Maar ik zie ook dat officieren hoge stapels dossiers op hun bureau hebben liggen. Die weten van een concrete zaak niet alle ins en outs, kijken pas laat het dossier in, en gaan dan beoordelen op basis van wat de politie aandraagt, dat is dan het referentiekader. Juist dan helpt het als je als advocaat in een eerder stadium contact zoekt en je kaarten op tafel legt. Dan heb je een zaak meer inhoud gegeven.
10 | Interview - Opportuun 11 - november 2012
Deel je je ervaringen met het OM? Zeker. Bijvoorbeeld in de Amsterdamse supersnelrecht-projectgroep. In die projectgroep leeft heel goed het belang van de rol van de advocaat: dat die te bewaken heeft dat met een aanhouding en afdoening niet meer dan nodig kapot wordt gemaakt. Ze vinden mij als advocaat geen “lastpak” meer, maar een “professionele lastpak”. Dat vind ik een grote geruststelling. Kijk, een officier heeft zijn eigen agenda. Een heel eerlijke agenda: hij heeft zaken af te ronden; de maatschappij is verontrust; hij heeft het belang van slachtoffers te dekken. En tegelijkertijd moet hij van al die belangen ook afstand kunnen nemen. Daarin moet hij scherp worden gehouden. Dat is de rol van de advocaat en het contact is wel degelijk mogelijk, met elke officier. De opstelling verschilt niet zozeer per officier, maar eerder per zaak. De officier die in de ene zaak volstrekt onuitstaanbaar ongenuanceerd te werk gaat, blijkt in de andere zaak wel degelijk open te staan voor nuancering. Het zijn net mensen, die officieren? Net als advocaten, zou je bijna denken. Tekst: Pieter Vermaas Foto's: Robin Utrecht
Richtlijnenspel Ambtenaren beledigen? Het OM is er klaar mee
"Klootzak, ga je moeder neuken, ik neuk haar voor een euro!" Het blijft gek als je een officier van justitie in toga zoiets hoort uitspreken, maar gelukkig is het meestal afkomstig uit een dossier. Een dossier zoals dat van meneer Van D., die begin dit jaar in Geldermalsen een parkeercontroleur van alles naar het hoofd slingerde en hem ook nog eens in het gezicht zou hebben gespuugd. Een transactie van 800 euro heeft hij geweigerd te betalen, maar vandaag is hij niet verschenen bij de politierechter in Arnhem. Hij heeft wel een briefje geschreven. Dat hij er spijt van heeft, dat hij zo'n bedrag niet kan ophoesten omdat hij geen werk heeft, en of er misschien een werkstraf kan volgen. "Het is niet het dikste dossier ", zegt de officier van justitie, een understatement. "Maar hij heeft in ieder geval iets gezegd als klootzak en hij heeft gespuugd. Een werkstraf zou buitenproportioneel zijn." Ze eist 400 euro boete, waarvan de helft voorwaardelijk. De rechter maakt er 250 euro van. "En zo", zegt hij droogjes, "zijn we weer keurig terug op ons tijdschema". Vanochtend staan er alleen maar zaken van belediging of bedreiging
tegen beambten op de rol. In de zaal zit een groepje studenten van de politieacademie. Tussen de zaken door geven de magistraten uitleg. "De richtlijnen van OM en rechtbank voor dit soort delicten liggen ver uit elkaar", vertelt de rechter. "Zoiets als dit, daar staat bij ons 150 euro voor. Maar dat spugen, dat werkt dan weer een beetje verzwarend." "Dit soort zaken, daar zijn we in Nederland een beetje klaar mee", verklaart de officier van justitie. "Het OM is er in elk geval klaar mee." "Wij ook", mompelt de publieke tribune. "Dit soort zaken wordt steeds meer en eerder vervolgd", beaamt de rechter. "Soms schiet het een beetje door, dat je denkt: kom op zeg." "We proberen de rechtbank mee te krijgen in de hogere eisen", zegt de officier, "maar dat heeft tijd nodig. Ik op mijn beurt kijk ook naar de vonnissen. Zat ik niet te hoog?" Het verschil tussen OM en ZM openbaart zich vooral in de hoogte van de boetes. Zo gauw een zaak niet standaard is, zie je weer de verwantschap tussen de zittende en de staande magistratuur. Bijvoorbeeld bij meneer H., die eind 2011 verzeild raakte in een vechtpartij en daarna de politie behan-
delde op een manier waar de honden geen brood van lusten. "Ga je nou je pistool pakken? Daar ben ik echt niet bang van. Ik zal je door je kop schieten! Je weet niet waartoe ik in staat ben!" En zo meer. Meneer H. spreekt zacht, deemoedig, het hoofd op de grond gericht. Hij weet niet veel meer van die avond. "Ik heb psychische problemen, ik had die week stemmen in mijn hoofd. Maar als er zoveel agenten bij zijn geweest, wie ben ik dan om te zeggen dat ik dat niet heb gezegd? Ik heb nog nooit met iemand ruzie gehad. Ik ben hier niet trots op. Ik moet een voorbeeld zijn voor mijn kinderen." Er ligt een doorwrocht rapport van de reclassering. H. heeft een lange ziektegeschiedenis, is grotendeels afgekeurd, werkt in deeltijd bij de sociale werkvoorziening. Nu is hij bang om zijn baan te verliezen. "Het klinkt allemaal heel fors, maar dan zie je ineens dat reclasseringsrapport", zegt de officier. "Om u de gevangenis in te sturen, dat is echt niet goed. En ik denk dat u ook niet kunt werken." Ze eist een voorwaardelijke werkstraf van 80 uur. En de rechter? Die maakt er 40 van. Tekst: Lars Kuipers Illustratie: Guusje Kaayk
Opportuun Opportuun 11 - november 11 - november 2012 2012 - Naam - De artikel Zaak | 11
Fatale Fouten wi nt Eva Meilloprijs
Tros-programma maakt werk van OM inzichtelijk
Het opsporen van de pyromaan van ’t Zandt blijkt een
strafzaken wint ‘Fatale Fouten’ de Eva Meilloprijs. ‘Nu
met haar moeder Joke Meillo een week op vakantie, toen in Bangkok een kleine burgeroorlog ontstond en het vliegveld lange tijd werd gesloten. Via Kuala Lumpur werd een vluchtroute gevonden. Op 30 november 2008 overleed ze, na een ongeluk met de taxi op weg naar Maleisië. Passie en gedrevenheid waren voor Eva Meillo drijfveren bij het uitoefenen van haar vak.
maar hopen dat we volgend jaar opnieuw zo’n serie
Eva Meillo-lezing
hels karwei. De zaak van de kogelbrieven loopt bijna vast en onbekenden met messen en honkbalknuppels maken Alkmaar onveilig. Met deze geruchtmakende
mogen maken.’ De driedelige serie 'Fatale Fouten', gepresenteerd door Jaap Jongbloed, werd in het voorjaar van 2012 uitgezonden. Het programma besteedde aandacht aan waargebeurde verhalen uit de praktijk van de officier van justitie. Aan de hand van interviews met de direct betrokkenen en realistische reconstructies kon de televisiekijker elke stap van de opsporingsfase meemaken. De serie, gemaakt door het team van Niehe Media, werd tijdens de jaarlijkse Mr. Eva Meillo-lezing op 11 oktober uitgeroepen tot winnaar.
Ter nagedachtenis Zeker honderd genodigden hadden de zes trappen omhoog getrotseerd om plaats te nemen in de Shaffy-zaal van Felix Meritis in
12 | Actueel - Opportuun 11 - november 2012
Amsterdam, een monumentaal pand aan de Keizersgracht dat ooit het het Shaffytheater en het hoofdkwartier van de Communistische Partij huisvestte. In de zaal een podium, stoelen in rijen opgesteld met achterin een bar waar ze voor de gelegenheid koffie en thee schonken met ouderwetse kletskoppen. De uitreiking van de prijs vond plaats tijdens de tweede Meillo-lezing die werd georganiseerd door SSR, het opleidingscentrum voor de rechterlijke organisatie. De Meillo-lezing en -prijs zijn ontleend aan de naam van de voormalig raio en officier van justitie Eva Meillo, opgeleid bij SSR, die in 2008 bij een verkeersongeluk in Thailand is omgekomen, terwijl zij probeerde naar Nederland te reizen in verband met de Palm Investzaak. Ze was
Voorafgaand aan de prijsuitreiking spraken eerst drie sprekers vrijelijk over ‘de passie voor het recht’ als centraal thema van de jaarlijkse lezing. ‘Wetboeken zeggen niets over de werkelijkheid, maar zijn een interpretatie daarvan.’ Micha Hamel, componist, dirigent en dichter illustreerde die frictie met een verhaal van de schrijver Jorge Luis Borges: Een landkaarttekenaar kreeg de opdracht om het Rijk in kaart te brengen. Steeds vond de opdrachtgever de kaart niet gedetailleerder genoeg, totdat uiteindelijk de kaart zo groot was als het land zelf. De twee andere sprekers, Arthur Hartkamp, hoogleraar aan de Radboud Universiteit en Edgar du Perron, decaan en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam vonden beiden hun passie bij het Romeins recht. ‘De essentie van het recht is afspraken maken: dat we het zó gaan doen’, vertelde Du Perron.
Eva Meilloprijs De zenuwen werden op de proef gesteld van de genomineerden voor de Mr. Eva Meilloprijs: Paul Vugts, journalist bij Het Parool voor het boek ‘De strijd tegen de Amsterdamse onderwereld'; Vasco van der Boon en Gerben van der Marel, journalisten bij het Financieel Dagblad voor het boek ‘De ontknoping’; en het productieteam van ‘Fatale Fouten’. Eerst de lezingen. Daarna een muzikaal intermezzo. Vervolgens beklom juryvoorzitter dr. Paul Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau het theaterpodium. Even later las hij, na eerst een slokje water te hebben gedronken, het juryrapport voor. Terwijl de genomineerden op hun stoelen schuifelden noemde Schnabel de juryleden die zich gebogen hadden over de voordracht voor de prijs: Magda Berndsen, Tweede Kamerlid fractie D66; Paul Frielink, advocaatgeneraal ressortsparket Arnhem en bijzonder hoogleraar Universiteit Maastricht/ OM-leerstoel; Laetitia Griffith, lid Raad van State; Dirk van der Landen, partner De Roos en Pen advocaten; en Leo de Wit, oud-hoofdofficier van Amsterdam. De voorzitter bedankte hen voor hun inzet. Unaniem hadden ze een winnaar gekozen, vertelde Schnabel, maar hij hield de spanning er nog even in voordat hij het oordeel van de jury voorlas. ‘De prijs,’ zo ging hij voort, ‘bestaat uit een
| 13
‘Fatale Fouten laat de praktijk van de officier van justitie zien’ geldbedrag van 10.000 euro en een penning die ontworpen is door Da van Daalen, en is voor iemand die op uitzonderlijke wijze het werk van het Openbaar Ministerie inzichtelijk maakt voor een breed publiek.’
Winnaar Luid gejuich. Winnaars sprongen op. De zaal klapte. Nadat de juryvoorzitter bekend had gemaakt dat ‘Fatale Fouten’ voorgedragen werd voor de Eva Meilloprijs, moest hij even wachten voordat hij het juryoordeel verder kon voorlezen. Fatale Fouten, ging hij verder, liet de praktijk van de officier van justitie zien. ‘De jury vindt het vernieuwend dat de makers gekozen hebben voor de focus op de opsporingsfase van het strafbare feit.’ In de eerste aflevering van de Tros-serie ‘Fatale Fouten’ die op 17 februari 2012 werd uitgezonden vertelde officier van justitie Oebele Brouwer over de reeks branden die het Noord-Groningse dorpje ‘t Zandt troffen in 2007. Meerdere leegstaande woningen en schuurtjes gingen in vlammen op, waardoor er grote angst ontstond onder de inwoners. Het onderzoek naar de pyromaan bleek een hels karwei dat in totaal vier maanden in beslag nam. In de tweede uitzending legde officier van justitie Dedy Woei-A-Tsoi uit hoe de afzender van de kogelbrieven kon worden opgepakt. Het was in de tijd dat Nederland nog in schok was over de moord op Pim Fortuyn. In die sfeer ontvingen tientallen personen, veelal bekend uit de politiek, politie-, televisie- en voetbalwereld, kogelbrieven. Door een groot aantal poststukken op een postsorteercentrum door een röntgenscanner te halen, kon de afzender uiteindelijk worden achterhaald. Officier van justitie Katja van Bijsterveldt vertelde de kijkers in de laatste ‘Fatale Fouten’ over het grootschalige onderzoek naar een groep jongens met messen en honkbalknuppels die Alkmaar begin 2005 onveilig maakten. Op vier plaatsen in de stad waren zomaar mensen aangevallen, ernstig verwond en hulpeloos achtergelaten. Ook
14 | Actueel - Opportuun 11 - november 2012
oud-burgemeester Marie van Rossen, de politie en het NFI keken terug en zij lieten zien welke acties zij hadden ondernomen om tot een goed resultaat te komen. Volgens de jury is in elke aflevering van ‘Fatale Fouten’ (de titel verwijst naar fouten die de daders maakten) het element van toenemende druk dat de dader weer zal toeslaan knap weergegeven. ‘De spanning en angst van de bevolking nam toe en daarmee de noodzaak resultaten te boeken. Maar juist dan is het noodzakelijk het hoofd koel te houden,’ aldus de voorzitter. Tekst: Thea van der Geest Foto's: Fatale Fouten, Ron Stam
Joost de gevondene
Gevonden worden in het digitale tijdperk Technologische ontwikkelingen hebben doorgaans een zeer prettig effect op het leven dat wij leven. De lopende band, VHS-video en de trolleybus zijn zo maar wat voorbeelden die me daarbij te binnen schieten. Deze technologische hoogstandjes vallen echter in het niet bij de uitvinding die het onder meer mogelijk maakt dat ik deze column kan schrijven, wissen, herschrijven en desnoods kan voorzien van een kek kleurtje: de computer. En in het kielzog van de computer is internet trouwens ook bezig heel groot te worden. Technologie, ik hou ervan. Noem me een nerd, maar ik kan zeer gelukkig worden als ik met mijn iPhone 5 van waar dan ook ter wereld mijn digitale video-recorder een tv-programma kan laten opnemen.
Niehe Media, de productiemaatschappij van het TROSprogramma ‘Fatale Fouten’ neemt de Eva Meilloprijs in ontvangst. Voorzitter van de Eva Meillo-stichting Pauline Meurs en Joke Meillo overhandigen de cheque van 10.000 euro, de Eva Meillo-penning en bloemen. Op de foto v.l.n.r: Joke Meillo, uitvoerend producent Frans Millenaar, manager nieuwe projecten Margriet Zeegers, eindredacteur Iris van Reeuwijk en samensteller en regisseur Feije Riemersma. Fatale Fouten werd door Jaap Jongbloed gepresenteerd en liet de kijker zien waarom een officier van justitie belangrijke beslissingen moest nemen in de jacht op de dader. Beslissingen waarvan op dat moment onmogelijk kon worden ingeschat of ze op de juiste manier zouden uitpakken of catastrofale gevolgen zouden hebben. En wat voor de officieren geldt, is zeker op de daders van toepassing: ze konden niet in de toekomst kijken en maakten fatale fouten. ‘Ik hoop dat we met deze prijs voor Fatale Fouten volgend jaar opnieuw zo’n serie mogen maken. Dat we weer boeiende strafzaken kunnen laten zien,’ zegt regisseur Feije Riemersma terwijl hij buiten op de stoep van Felix Meritis een sigaret opsteekt. De driedelige serie is nog te bekijken via www.tros.nl/ tros-tips/fatalefouten.
‘Doorgaans’. Dat zet ik natuurlijk niet zomaar in de eerste zin van mijn column. Niet iedere technologische ontwikkeling is namelijk een verbetering. Neem nu ons intranet. Het aloude OMtranet – een ludieke combinatie van het OM en intranet, snap je? – was niet goed genoeg meer. Er moest een nieuw intranet komen. We gingen dit keer voor een andere geinige combinatie met ‘OM’ erin en zie daar, ZoOM was geboren. Een intranet waarin de beste aspecten van internet en de sociale media op een simpele manier samenkomen. Althans dat is de bedoeling. Aangezien ik weinig inhoudelijk juridisch werk verricht en daarvoor geen ingewikkelde sub-sites zoals Porta Iuris hoef te raadplegen, gebruik ik intranet eigenlijk vooral als digitale telefoongids. Nu, dat is met het huidige instabiele ZoOM nog best lastig om het eens eufemistisch uit te drukken. De telefoongidsfunctie werkt alleen als de gevondene ook zijn profiel heeft ingevuld. Ik bijvoorbeeld heb mijn profiel al een keer of vijf ingevuld, inclusief vermelding van bijzondere gebeurtenissen in mijn leven zoals mijn zwemdiploma’s, maar even zo vaak zijn mijn profielen weer verdwenen. Nu, de zesde keer, blijft mijn profiel dan eindelijk staan! Gelukkig zijn OM’ers vindingrijke mensen en gaan andere wegen bewandelen om toch bij de juiste persoon terecht te komen. Ikzelf heb inmiddels de ervaring dat ik gemiddeld eerst vier anderen aan de lijn krijg voordat ik de door mij gezochte persoon te spreken krijg. Gezellig dat dat is. En daarmee is ZoOM dan toch een soort van sociale media. Joost Vliegenthart Illustratie: Sanne Paul
Opportuun 11 - november 2012 - Column | 15
Aanklager Linda RobertAltimari:
In zijn complexe leef
‘Verdachte denkt alleen maar aan zichzelf…’
jarenlang zijn kinderlijke
wereldje hanteerde Leon B. motto Wat je niet ziet, ís er niet. Dus wurgde hij op een ochtend in oktober 2010 zijn levensgezellin Laeia (27) en zoontje Aiden (4) maar. Omdat hij zich schaamde voor een dreigende huisuitzetting… Officier Linda Robert kijkt terug op een onvoorstelbare case in haar OM-loopbaan.
Dubbele moord in Rijswijk
Plotseling zag de man zijn partner als hét probleem
16 | Naam artikel - Opportuun 11 - november 2012
Die dag, 7 oktober 2010, zullen hovenier Leon B. (28), zijn Irakese partner Laeia Mohsehin en hun zoontje Aiden uit hun woning aan de Mandolinestraat in Rijswijk worden gezet. De reden: huurschuld. Het is in huize-B. geen geheim dat het financieel niet bepaald soepeltjes loopt – op tal van vreemde plaatsen in de woning slingeren ongeopende enveloppen met rekeningen en aanmaningen rond – maar dat haar gezin binnen enkele uren op straat zal komen te staan, weet Laeia niet. Leon worstelt met een dilemma. Moet hij zijn geliefde vertellen over de huisuitzetting of juist niet? Hij is bang gezichtsverlies bij haar te lijden, haar vertrouwen in hem compleet te vernielen en besluit te zwijgen. En plotseling ziet de man, die in de maanden daarop door deskundigen zal worden gekwalificeerd als “iemand met een matig ontwikkeld geweten”, de huisuitzetting niet meer als probleem-nummer-één maar zijn partner. Rond zessen in de ochtend pakt B. in de keuken een mes om de slapende Laeia de keel door te snijden. Maar hij beseft meteen dat hij daartoe niet in staat is. Dus loopt hij naar het echtelijk bed om zijn partner door verwurging om het leven te brengen. Er volgt een hevige worsteling die op de slaapkamervloer eindigt.
Opportuun 11 - november 2012 - Alles afwegende | 17
Nagenoeg levenloos ligt de vrouw daar, nog wat rochelende geluiden makend. Om die te smoren propt Leon een sok in haar mond om vervolgens met een zwarte stropdas zijn afschuwwekkende karwei af te maken. De kleine Aiden heeft tijdens de moordpartij vanuit zijn hoogslaper gevraagd of hij uit bed mag, maar zijn vader roept dat mama ziek is en dat hij de jongen zo komt halen. B. neemt het blije kind even later uit bed mee naar de woonkamer en zet de kleuter op de bank op z’n schoot. Hij knuffelt en kust Aiden uitgebreid en terwijl hij zijn kind in de ogen kijkt wurgt hij het in koelen bloede. Voor de zekerheid snoert hij ook nog een snoer van een laptop om diens halsje. Citaat uit B.’s latere bekentenissen: ‘Ik heb op de bank met Aiden zitten knuffelen, wetende dat ik hem hetzelfde zou aandoen als zijn moeder (…) Ik heb tijdens het wurgen niet gedacht dat ik moest stoppen, wel wat ik aan het doen was…’ Enkele uren na de dubbele moord ontdekken de deurwaarder, een assisterende hulpofficier van justitie, een slotenmaker en mensen van de woningstichting de beide lichamen, zorgvuldig onder het dekbed in de ouderlijke slaapkamer gelegd. In hun zichtbare, grauwe hoofden zien de getuigen bij beiden een prop in de mond. Openbare aanklager Linda Robert-Altimari wordt die ochtend bij het parket in Den Haag telefonisch van de schokkende gezinstragedie op de hoogte gebracht en gaat direct naar de politie. Zij pakt de jacht op de verdachte van de dubbele moord, die bij de plaats delict een afscheidsbrief heeft achtergelaten, gedreven en strategisch aan. Onder haar supervisie wordt een team van het Bureau Regionale Recherche Haaglanden geformeerd, waarbij onmiddellijk een internationale signalering van Leon B. uitgaat. De methodiek van de opsporingsmensen resulteert al na een week in de aanhouding van de verdachte in Milaan. Op 25 oktober 2010, elf dagen na zijn arrestatie, levert Italië B. over aan Nederland. Exact twee jaar later prijst officier Linda Robert, als aanloopje naar een empathische terugblik op de onvoorstelbare delicten in Rijswijk, het Haagse rechercheteam dat onder haar ressorteerde. ‘Ere wie ere toekomt… een fantastisch team,’ stelt de charmante, opmerkelijk bescheiden senior-officier. ‘Ook voor hen ben ik er zeer verheugd over dat de rechtbank mijn eis van dertig jaar cel voor B. heeft gehonoreerd. En uiteraard voor de nabestaanden, met wie ik veel contacten heb gehad. Zij complimenteerden mij – nog voordat er een vonnis was – met mijn requisitoir en strafeis. Ze waren erg blij met mijn betrokkenheid…’ ‘Die inleving, die gedrevenheid van een aanklager
18 | Alles afwegende - Opportuun 11 - november 2012
vind ik logisch. Ik heb meerdere loodzware, emotioneel veeleisende zaken behandeld, maar in dit geval werd ik wellicht extra hard getroffen omdat ik zelf een zoontje van vijf heb, maar een jaartje ouder dan Aiden. Dan is er thuis af en toe die ontlading… zijn er wat extra knuffels voor hem en zijn zus. Maar in de rechtszaal laat je die emoties niet of nauwelijks zien. Naast mijn requisitoir had ik de rechtbank ruimte gevraagd voor een speciale presentatie. Met daarin een prominente rol voor de slachtoffers en nabestaanden. Met foto’s en achtergrondinformatie over hun leven heb ik geprobeerd ook recht te doen aan hen. Ik vond dit belangrijk, omdat op zitting vooral de persoon van de verdachte centraal staat en toch vooral niet mag worden vergeten om wie het in dit drama werkelijk ging. Ook om de verdachte hard te confronteren met zijn niet te bevatten daad.’ Haar karakteristiek van de Rijswijkse hovenier: ‘Iemand die al vroeg op zichzelf was aangewezen, wegliep voor problemen, trots in zijn schijnwereld rondliep en tot in het extreme voor zichzelf koos. Een met een alcoholprobleem
‘Vijf jaar minder straf niet uit te leggen…’ In september 2012 veroordeelde het Hof in Den Haag Leon B. in hoger beroep tot vijfentwintig jaar celstraf. Vijf jaar minder dan advocaatgeneraal Marcel van der Horst – conform de eis van Linda Robert bij de rechtbank – had geëist. ‘Ik heb die vijf jaar verschil in straf niet aan de nabestaanden kunnen uitleggen,’ verzuchtte de AG kort daarop en precies hetzelfde geldt voor zijn OM-collega Robert. ‘Ik heb gezocht naar een goede motivering van het Hof maar die niet gevonden,’ verklaart zij. ‘Het hoofdargument luidde dat het gerechtshof het delict vooral als een familiedrama ziet en dat men vindt dat het primaire doel van een strafoplegging niet de beveiliging van de maatschappij is.’ AG Van der Horst had in zijn requisitoir gesteld dertig jaar cel niet buitensporig of disproportioneel te vinden maar een adequate vergelding van twee huiveringwekkende moorden, die op hem én op tal van diehards binnen het OM diepe indruk maakten. Hij plaatste, op basis van B.’s dagboekaantekeningen, ook vraagtekens bij de spijtbetuigingen van de verdachte, die hij beter op hun plaats achtte in “het theater van het zelfbeklag”. Linda Robert: ‘Spijtbetuigingen van B. heb ík niet gezien of gehoord…’
vechtende man, ongrijpbaar in zijn denken en handelen, die het vermogen had alles om hem heen te kunnen “uitzetten”. Want: Wat je niet ziet, ís er niet, aldus zijn vaste motto. Zoals ik ook in mijn requisitoir letterlijk stelde: Leon B. heeft dus op die bewuste oktoberochtend op een wel héél wrange wijze invulling aan dat motto gegeven.’ Hoewel Linda Robert verwachtte bij het aanvragen van de deskundigenrapportages dat er een tbs-maatregel zou worden geadviseerd, omdat B. niet volledig toerekeningsvatbaar zou zijn geweest, bleef dit advies uit. ‘Er werden wel veel merkwaardige eigenschappen bij hem ontdekt, zodat er wel sprake leek van “stoornissen”, maar feitelijk lagen die alle tegen, zeg maar, bekende ziektebeelden aan en konden de deskundigen hieraan niet de conclusie verbinden dat er bij B echt sprake was van een stoornis,’ vertelt zij. ‘B. leek alles maar eenvoudigweg weg te duwen. Hij toonde zich gewoon heel gelaten onder de tragische gebeurtenissen… dacht alleen maar aan zichzelf. Ook nu in de gevangenis nog. Geen woord over hoe hij zijn geliefden mist, geen woord over wat hij de achterblijvers heeft aangedaan. Ik heb dan ook het meest geworsteld met de vraag of deze ongrijpbare verdachte ooit nog terug kon naar de maatschappij. Hij, als first offender, werkte weliswaar altijd mee, maar liet daarbij nimmer het achterste van z’n tong zien. Toch heb ik niet gekozen voor de allerzwaarste sanctie van levenslang. Om hem het zicht op terugkeer in de maatschappij niet helemaal te ontnemen.’ Enkele navrante details van de opzienbarende case hebben de Haagse aanklager diep getroffen. Enkele daarvan lijken moeilijk te verwerken. Zoals het moment waarop B. in een gefilmd verhoor op een rechercheur exact voordeed hoe hij zijn geliefden had vermoord. En het triviale gegeven dat Leon B. zich na zijn schanddaad overgaf aan zijn grote hobby voetbal. Direct na de moordpartij bezocht hij een training van Feyenoord, pikte daarna in Venlo even een oefenpartij van VVV mee en bezocht in de dagen daarop in Duitsland (oefen)partijen van fameuze voetbalclubs in Mönchen-Gladbach, Gelsenkirchen, Dortmund en München. In Milaan, waar hij werd aangehouden, had hij de vedetten van AC en Inter Milan op zijn programma staan. Dat alles bij elkaar ontlokte een van zijn verhoorders de woorden: ‘Als we je niet hadden gepakt, zat je dus nu nóg ergens in een voetbalstadion of op een terras.’ Tekst: Gerard Trentelman Foto’s: Robin Utrecht
‘Het was mijn hoogste strafeis ooit’ OVER LINDA ROBERT-ALTIMARI (43): Na haar rechtenstudie aan de VU in Amsterdam ging Linda Robert – getrouwd, twee kinderen – als juriste werken bij de gemeente Den Haag, haar geboortestad. Eind 1998 koos zij voor een loopbaan bij het OM. Als buitenstaander werd zij plaatsvervangend officier in Rotterdam om krap een jaar later te worden benoemd tot arrondissementsofficier, opererend op regionaal en districtsniveau. ‘Ik voel me op m’n plaats in het OM-werk, omdat ik nogal gedreven word door mijn rechtvaardigheidsgevoel,’ stelt de aanklager. ‘Belangrijk vind ik dat de zwakkeren in de samenleving worden gehoord en dat er wordt gekozen voor effectieve straffen van de daders. Dus níet alleen maar roepen dat er harder en zwaarder moet worden gestraft.’ In 2004 verhuisde zij naar het OM in Den Haag, waar zij tal van grote zaken deed, zoals de afschuwwekkende moord op een “behekste” baby. Linda Robert nam dit jaar als officier afscheid van het operationele circuit met de case van de dubbele moord in Rijswijk. ‘Mijn laatste omvangrijke, bijzondere zaak,’ aldus de aanklager, ‘waarin ik bovendien mijn hoogste strafeis ooit heb geformuleerd.’ Vanaf 1 april 2012 bekleedt zij bij het Haagse parket de functie van senior-informatieofficier.
Opportuun 11 - november 2012 - Naam artikel | 19
kortom
Kijk voor meer actueel nieuws op www.om.nl
Dag Herdenken Geweldslachtoffers ‘We kunnen echt iets betekenen door daadwerkelijk in contact te staan met slachtoffers.’ Dat merkte landelijk portefeuillehouder slacht offerzorg OM Jeroen Steenbrink tijdens de op 22 september gehouden “Dag Herdenken Geweldslachtoffers”. Deze jaarlijks gehouden dag is een initiatief van drie lotgenotenorganisaties: Stichting Aandacht Doet Spreken, Vereniging Ouders van een Vermoord Kind en Vereniging Veiligheid Respect en Solidariteit. 400 Lotgenoten en vertegenwoordigers van ketenpartners stonden in de Haagse Nieuwe Kerk stil bij slachtoffers van ernstig geweld. Ook demissionair staatssecretaris Teeven en premier Rutte waren aanwezig. ‘Bij daadwerkelijk contact met slachtoffers (oog in oog) is het voor
alle OM’ers belangrijk om de vraag te stellen: “wat kan ik voor u betekenen?” en om uit te leggen wat we wel en wat we niet voor hen kunnen doen’, zegt Jeroen Steenbrink. Namens het OM was verder Roland
Knobbout (officier AP Den Haag) aanwezig. ‘Je kunt het verdriet nooit wegnemen,’ sprak Knobbout, ‘maar door onze inspanning kan secundaire victimisatie wel zoveel mogelijk worden voorkomen.’
Straf ondergaan in eigen land Op 1 november is de wet Wederzijdse Erkenning en Tenuitvoerlegging Strafvonnissen (WETS) in werking getreden. De wet WETS regelt niet alleen de overdracht van gevangenisstraffen, maar ook van voorwaardelijke en alternatieve straffen binnen de Europese Unie. Gedetineerden die in een ander EU-land dan het land van herkomst straf krijgen opgelegd, kunnen die in eigen land ondergaan. Een belangrijk kenmerk van WETS is dat het buitenlandse vonnis
integraal wordt erkend, er vindt in de regel géén wijziging van de strafmaat plaats (de straf wordt beperkt tot de in het ontvangende land geldende maximumstraf) en eventuele vervolgbeslissingen (VI, TUL, omzetting) vinden in het ontvangende land plaats. Doel van de strafrechtelijke samenwerking is de bevordering van de re-integratie van veroordeelden. Detentie in eigen land biedt meer ruimte voor re-integratie dan detentie in een ander land.
strafvonnissen van DJI als bevoegde autoriteit. De wetgeving voor de voorwaardelijke en alternatieve sancties wordt door het OM uitgevoerd, hierbij is het IRC Noordwest Midden Nederland in Haarlem de bevoegde autoriteit. Alle parketten kunnen zaken naar het IRC in Haarlem sturen en buitenlandse instanties kunnen contact met Haarlem opnemen.
Storting geld in fonds Het OM zal in de nabije toekomst vaker een beroep doen op artikel 14c lid2 van het Wetboek van Strafrecht: als bijzondere voorwaarde een boete eisen die aan het Schadefonds Geweldsmisdrijven of een vergelijkbare instelling die belangen van slachtoffers behartigt, moet worden betaald.
haar ongeboren baby in hulpeloze toestand heeft achtergelaten. De uitspraak van rechtbank in Alkmaar luidde conform de eis: één maand voorwaardelijke gevangenisstraf, één jaar voorwaardelijke ontzegging uit zijn beroep, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd de gynaecoloog veroordeeld tot het betalen van duizend euro aan de Stichting Make a Memory.
Vorige maand eiste officier Frances Schlingemann (Haarlem-Alkmaar) een boete van vijfduizend euro die gestort moest worden in de kas van Stichting Make a Memory die foto's vervaardigt voor familie van ernstig zieke, stervende of overleden baby's. De officier van justitie verdacht een gynaecoloog van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan een moeder en van dood door schuld van haar baby, die twee dagen na de bevalling overleed. Daarnaast werd de gynaecoloog verweten dat hij de vrouw en
Nina Huygen, directeur Schadefonds Geweldsmisdrijven vraagt vaker gebruik te maken van deze bijzondere voorwaarde. 'Het is ontzettend jammer dat dit nog weinig wordt toegepast terwijl het zo'n mooi gebaar is naar de samenleving', zei Nina in het julinummer van Opportuun dit jaar. Ook in de zaak Project X in Haren eiste het OM dat meerderjarige veroordeelden 500 euro moesten storten in een speciaal schadefonds (binnen het Schadefonds
Geweldsmisdrijven) om daaruit gedupeerden te compenseren. De rechtbank ging echter niet mee met de eis van het OM. Volgens de rechter was er te veel onduidelijkheid over dat fonds. Bovendien vond de rechter dat niet alle relschoppers verantwoordelijk konden worden gehouden voor álle schade die in Haren was aangericht; een causaal verband ontbrak volgens de rechter. Het OM en het Schadefonds Geweldsmisdrijven zijn in gesprek met het departement om de onduidelijkheden zo snel mogelijk weg te nemen. Het OM in Groningen gaat in hoger beroep in de zaken waarbij de rechtbank niet tot toewijzing van storting in het schadefonds heeft gevonnist. Vijf minderjarige verdachten die een week later op zitting stonden, zijn veroordeeld tot het storten van 250 euro in het speciale schadefonds.
Omgeslagen Artnapping
Hacken
‘Elke euro die je aan kunstrovers betaalt, is een vrijbrief voor een volgende roof. Ik kan mij geen enkele omstandigheid voorstellen waarin je kunstrovers losgeld betaalt voor dure schilderijen of andere kunstvoorwerpen.’
'Politie en OM geven aan dat er allerlei vormen van criminaliteit zijn die zich aan het zicht van politie en OM onttrekken omdat zij niet de bevoegdheid hebben om een computer te mogen binnendringen.'
Museumbeveiligingsdeskundige Ton Cremers, Trouw 17 oktober 2012
Minister Opstelten, Elsevier 17 oktober 2012
Voor meer informatie: www.om.nl
De wetgeving voor vrijheidsstraffen wordt uitgevoerd door de afdeling Internationale overdracht
20 | KortOM - Opportuun 11 - november 2012
Opportuun 11 - november 2012 - OMgeslagen | 21
Met ZSM naar De Nieuwe Magistraat
Rondetafel-discussie over moderne afdoening
Hoe gaat het met ZSM, die ambitieuze omslag-operatie waarin de officier van justitie “aan de voorkant” zelf veel zaken kan afdoen? Heeft advocaat Van der Meij gelijk dat ZSM afgeraffelde PV’s in de hand werkt? Wat zijn kansen en valkuilen? Vier plaatsvervangend hoofdofficieren – trekkers van ZSM – discussiëren. ‘Sinterklaas moet geen zwarte piet worden.’
‘Natuurlijk heeft advocaat Patrick van der Meij een punt. Als je niet oppast, faciliteert ZSM inderdaad het afraffelen van proces-verbalen door de politie. Dat is nou precies één van de zorgpunten die ik er over heb. We moeten met de politie nu heel goed kijken wat er wel en niet in een PV thuishoort.’ In een vergaderzaal op het Parket-Generaal reageert Kitty Nooy op een interview met de strafpleiter elders in deze Opportuun. Dat doet de plaatsvervangend hoofdofficier van Den Haag in een rondetafeldiscussie samen met collega-plaatsvervangend hoofdofficieren Jet Hoogendijk (Amsterdam), Janet ten Hoope (Rotterdam) en René de Beukelaer (Den Bosch). De discussie wordt geleid door landelijk ZSM-officier Machiel Vink. Zijn centrale vraag: hoe ging, gaat en zal het gaan met ZSM? Met het project “Zo Samen, Snel, Slim, Selectief, Simpel, Slachtoffer- en Samenlevingsgericht Mogelijk”. Dat betekent veel en verschillende afdoeningen buiten de rechter om. Eerst terug naar het afraffelen. Kitty Nooy reageerde op een vraag van gespreksleider Machiel Vink:
Volgens advocaat Van der Meij kan ZSM leiden tot afraffelen van PV’s. Omdat bijvoorbeeld alle feiten en omstandigheden van de persoon van de verdachten niet meer wordt meegenomen. Agenten zouden gaan denken: waarom 10 A4’tjes als het ook in drie kantjes kan? Janet ten Hoope: ‘Als je ZSM goed doet, zul je in een aantal zaken zelfs helemaal geen PV meer nodig hebben. Maar we proberen in Rotterdam de advocatuur er wel bij te betrekken. Ze zitten al een jaar lang bij ons op het politiebureau, maar we willen nog meer betrokkenheid. Daarom gaan we vanaf november een paar maanden met hen een kleine toets doen: iedere keer dat een officier een afdoening zoals bijvoorbeeld een
‘ZSM startte op basis van anderhalf A4'tje’ Machiel Vink
22 | Naam artikel - Opportuun 11 - november 2012
taakstraf of boete wil gaan aanbieden, loopt hij naar de advocaat en zegt: “We gaan zo naar uw cliënt toe en dan willen we dit en dat aanbieden; daar kunt u nog een vooroverleg over hebben met uw cliënt en u mag bij het transactiegesprek zijn.” Daarmee willen we waarborgen scheppen voor de verdediging en van het beeld afkomen –en ik herken dat advocaten ook in Rotterdam dat beeld hebben – dat verdachten onder druk gezet worden om iets te aanvaarden waar ze later spijt van krijgen en dat er niet genoeg naar rechtmatigheid is gekeken. Wij hebben gezegd: we willen niet in die discussie blijven steken, jullie zijn wat ons betreft welkom om er vanaf het begin bij te komen en ons handelen te toetsen. Ik denk dat de beste advocaten wel degenen zijn die meedenken. Met de cliënt en met ons. Advocaten die – misschien is dat vloeken in de kerk – ook een beetje het onderhandelingsspel beheersen, vind ik wel leuk.
Machiel Vink: De goede advocaat is vaak “niet het zand in de motor”, maar “geeft gas”, zegt Patrick. Ten Hoope: Zeer welkom, zéér welkom. Jet Hoogendijk: Ik vind het ook enorm belangrijk dat de advocaat er dicht bij is en aan het bureau is. Patrick denkt bij ons al langer met alle partijen mee over supersnelrecht. Ja, hij waarschuwt dat de PV’s niet te karig moeten worden. Ik ben het daarmee eens: het niveau van het PV moet goed zijn. Ik vraag me alleen af of de polítie degene moet zijn die over de persoonlijke omstandigheden van een verdachte een verhaal moet maken als je een advocaat aan het bureau of op zitting hebt. Kitty Nooy: En een reclassering. Hoogendijk. Ja, dus goed kijken: wat is ook de rol van alle andere procesdeelnemers? Dan kan de politie zich vooral richten op aangiften, getuigen en waarheidsvinding. René de Beukelaer: Voor de hoeveelheid PV-kantjes gaat het om focus aanbrengen. Dat wij meekijken: wat willen we erin hebben en wat moet de politie nog doen? Ik hoor ook wel eens van ZSM-officieren dat een politieman zegt: “Ik ga nog vijf getuigen horen.” “Hoezo? Volgens mij is de zaak rond, hoor”, zegt de officier dan. Kijk, járen lang hebben wij nooit naar het PV gekeken. Wel als het binnenkwam hartgrondig gevloekt dat het te uitgebreid was en niet de juiste focus had. Nú gaan we wel “aan de voorkant” naar die focus kijken. En dan moet je zorgen dat het geen afgeraffeld PV wordt – de magistratelijkheid moet overeind blijven. Maar ook een to the point PV.
Opportuun 11 - november 2012 - Organisatie | 23
‘glas is halfvól’ René de Beukelaer (Den Bosch)
Laatst heb ik, in een beoordeelweek, een zaak beoordeeld. Die had 480 pagina’s en het ging gewoon om een hennepkwekerij – ‘k wist niet wat ik meemaakte. Dan denk ik, daar heeft die politieman héél veel tijd in gestoken, en ik doe er geen moer mee. Maar ik moet wel door die hele berg heen, terwijl niemand daar om gevraagd heeft.’
Machiel Vink: Terug in de tijd. ZSM startte in pilots, en heel ongebruikelijk: op basis van “anderhalf A4’tje”. Hoe beviel dat? De Beukelaer: Ik houd wel van die vrijheid, dat is me goed bevallen. Het gaf winst, maar ook vertraging. Want iedereen gaat een bepaalde kant op, en als dat daarna niet aansluit bij wat we uiteindelijk landelijk willen, moet je weer bijsturen. Daar hadden we naar elkaar misschien duidelijker over moeten zijn. Ten Hoope: Ik denk dat het niet anders kon, want elk parket had zijn eigen startpositie. Ze maakten wel of niet gebruik van politieparketsecretarissen, kenden al wel of nog niet verruimde openingstijden, hadden wel of niet een officier aan het politiebureau. Ik heb de spanning ook ervaren. Dat je als leiding en medewerkers blij bent met de ruimte en vrijheid om iets nieuws te ontwikkelen, én dat je al vrij snel de roep krijgt: zeg nou maar hoe het moet en hoe we het gaan doen. Die worsteling is er nog wel. Hoogendijk: Wij hadden al verruimde openingstijden en hoppers op het bureau, maar zijn niet meteen groot begonnen. Ook omdat we anders in één keer zesduizend politiemensen moeten confronteren met iets wat nog niet duidelijk is. District voor district is men aangehaakt, dat heeft bij ons goed gewerkt. Nooy: Het onderwerp leende zich voor vrijheid. En, hoe hadden we het dan anders moeten doen? Ik had een heel enthousiaste politie Hollands midden, die zeiden: “Ja dûh, hoezo Haaglanden dat doen? Wij ook, en wel nu!” Die eagerness had als voordeel dat wij snel konden werken met de macht van de grote getallen. Vandaag hoorde ik dat we de tienduizendste zaak in 2012 hebben gehad. Inderdaad heeft de werkwijze inderdaad ook fikse nadelen gehad. Je moet op enig moment trechteren, ook om duidelijkheid te kunnen geven aan medewerkers over de richting die we met ZSM opgaan. Wat ik wel ontzettend leuk vind, is dat de gedachte achter ZSM bij het overgrote deel van de mensen enorm leeft: zaken snel afdoen is goed voor slachtoffer en verdachte. Het is bijna ontroerend hoe goed dat ze dat oppakken, dwars tegen de stroom in van dat we van alles, zoals werktijden, nog niet duidelijk hebben geregeld.
24 | Organisatie - Opportuun 11 - november 2012
Machiel Vink: Hoe gaat ZSM nu? Hoogendijk: Ik vind het verrassend hoeveel mensen, naast goed-kritisch-zijn, hier enthousiast van zijn geworden. Jarenlang is er ook door ons gezegd: die standaardzaken, die kunnen best door een administratief-juridisch medewerker worden gedaan. Die kan, met de richtlijnen van BOS/Polaris in de hand, prima al die zaken wel afdoen. Stapel voor stapel, wel zo snel mogelijk en efficiënt, maar niet “aan de voorkant”. En nu, nú zeggen we, en ik verbaas me over de snelheid van de omslag: “Waarom hebben we dat óóit zo gedaan?”, en we hebben de officier aan de voorkant neergezet. Die cultuuromslag dringt nu pas goed door. En of het dan uiteindelijk lukt om het 24/7 of 14/7 regelen, is nog de vraag, maar we hebben de stap wél gemaakt. We zijn er nog niet. We moeten iets neerzetten dat voor de lange duur houdbaar is, en daarom vind ik het zo belangrijk de advocatuur erbij te betrekken, die kunnen ons helpen. Als wij het gewoon goed doen, en de normen en waarden die we altijd gehad hebben over slachtoffers, maar ook over de verdachten en hun rechten, als we dat hoog kunnen houden, ondanks de weerstand tegen de OM-strafbeschikking, dán zijn we ergens. Daar word ik wel heel enthousiast van. Dat is niet iets van vandaag op morgen. Maar met de ontwikkeling en de stappen ben ik tevreden. De Beukelaer: Ik ben buitengewoon tevreden over wat we bereikt hebben, maar er is ook nog een aardig lijstje - daar spreken mijn mensen me ook op aan - waarover ik ontevreden ben. Gelukkig ben ik van het halfvólle glas. Zitten we al overal, zeven dagen per week en 12 tot 16 uur, met een officier op het politiebureau? Nee. Maar we zítten er wel zeven dagen per week met en officier en beoordelaars, en ze doen het ook nog allemaal vrijwillig – nou, dan is die betrokkenheid van OM’ers weer groot, hoor! Ten Hoope: Ik zit er net zo in als René. Tevreden, al krijgen wij het ook nog niet voor elkaar om zeven keer veertien uur daar een officier te hebben. We zitten ook nog in een omwenteling waarin het piept en kraakt. Oud werk loslaten, nieuw werk oppakken, dat doorrekenen naar roosters, medewerker “richten” met goede normen. Frontoffice en backoffice organiseren. Ontvlechten, nieuwe verbanden maken, dat kost tijd. Maar in hoofdlijnen ben ik wel tevreden. Nooy: Ik ben ook supertevreden, vooral omdat onze hele organisatie meewerkt. Maar als je kijkt waar we nog aan moeten werken is dat echt onvoorstelbaar. Dat is alleen maar een grote uitdaging hè, da’s helemaal niet erg. Zo
‘de advocatuur erbij’ Jet Hoogendijk (Amsterdam)
‘afgeraffeld PV een zorg’ Kitty Nooy (Den Haag)
kunnen we nog creatiever worden in de afdoeningsbeslissingen. De politie is ook nog niet geheel klaar voor de nieuwe werkwijze. Vroeger vingen ze een boef, gingen hem horen, sloten hem op, en dan gingen ze naar huis, en dan kwamen ze een dag later terug – dat kan niet meer. Ze moeten nu binnen zes uur een PV af hebben, en door die andere werkwijze moeten roosters soms gewijzigd worden. Wij hebben een uitstekende relatie met de rechtbank in Den Haag. Zeer kritische, maar ook zeer meedenkende rechters die zich realiseren dat een vlotte afdoening in het belang van iedereen is. Daar willen ze zeker aan meewerken, binnen de kaders van een goed PV. De samenwerking met de Balie gaat steeds beter. De advocaten zitten nog niet aan de selectietafel, maar er is wel goed contact. Ten Hoope: In Rotterdam sponsort de Raad voor de Rechtsbijstand, tijdelijk, die bijstand. De pilot kan alleen lopen omdat advocaten een dagvergoeding krijgen: een basisvergoeding voor de dienst die ze draaien.
Machiel Vink: Nu naar de toekomst. Wat zijn daar kansen en uitdagingen? Nooy: Dan wil ik ook iets gezegd hebben over de werkvoorraden, die in Den Haag hoog waren. Als wij naar buiten gaan roepen hoe geweldig we het met ZSM doen, moet ik er rekening mee houden dat ik nog dezelfde dag door een journalist wordt getackeld over al die bestaande zaken die er nog liggen. Die ouwe meuk maakt dat het óók piept en kraakt. We hebben de afgelopen maanden met veel secretarissen en officieren een opschoonactie gehouden, waardoor een groot deel van de voorraad is weggewerkt. Voor die weggewerkte zaken hebben we weer extra zittingen in 2013 aangevraagd – nou, die officieren kunnen mij inmiddels wel víllen. Maar ‘t moet wel gebeuren. Ten Hoope: In de creativiteit van de afdoeningsbeslissingen is inderdaad nog veel te halen. Nu zie je –en dat snap ik in een financieel krappe tijd- dat ZSM wordt ingetraind op “snel”. Maar als we het niet “samenlevingsgericht” doen, loop je het risico dat je over drie jaar terugblikt en constateert dat het alleen een soort “opgepluste AU-kamer” is die we al in de jaren negentig hadden. Ik hoop en ik dénk ook echt dat we iets anders aan het doen zijn, maar over vijf jaar kun je pas zeggen of het geslaagd is. Dan weet je bijvoorbeeld of je ook bent aangehaakt bij wat niet-strafrechtelijke partners doen, zoals de gemeente met het concepten van “de buurt bestuurt”. De Beukelaer: Ik zie je punt, Janet, als je nu een taakstraf oplegt, is ie nog steeds niet vaak echt “wijkgerelateerd”, daar zal je echt als keten moeten gaan
ZSM’en. Maar toch: we zijn geschiedenis aan het schrijven. Met een bruuske beweging. Die hard nodig was om onze positie in de maatschappij wáár te maken. De officier van justitie aan de voorkant, dat is wat betreft maatschappelijk-relevant-interveniëren-in-strafzaken een buitengewoon sterk concept. Wat betreft magistratelijkheid past er ook een waarschuwing bij. Ik vergelijk de officier altijd met Sinterklaas: je ziet hem maar een paar keer per jaar; als tie komt krijg je een beloning of je gaat in de zak; én hij heeft een heleboel knechten. Als je Sinterklaas aan de voorkant gaat zetten en hem íedere keer ziet, dan wordt het risico groot dat Sinterklaas Zwarte Piet wordt. Ik vind dat je Sinterklaas ook pas gaat spreken als je goed bent voorbereid, dan krijg je een weloverwogen beslissing. Nooy: We hebben nog zorgen, het is ingewikkeld, en het zou nog best lang kunnen duren voordat ZSM ook samenlevingsgericht, selectief en samen is. Tegelijk zeg ik: álles is bijna beter in het verhaal-ZSM. Ik gelóóf er in. We waren de laatste jaren wel verbureaucratiseerd hè, met al die richtlijnen. Zo triest vind ik dat, dat die
‘in creativiteit nog veel te halen’ Janet ten Hoope (Rotterdam)
fantástische professionele mensen die overal op die parketten zitten, veel te veel zijn gaan denken volgens richtlijnen en afspraken – ik net zo goed, ik ben niks beter dan een ander. Maar de creativiteit en de poten-inde-kleimentaliteit is er helemaal uitgegaan. En met dit concept kunnen we dat gewoon terúgkrijgen! Hoogendijk: Ik zie de slagen die we nog moeten maken. Bij taakstraffen maken de reclassering en werkmeesters binnen onze stadsdelen veelal gebruik van een groepstraject dat er toch al was. We kunnen meer acquisitie doen op maatwerk voor taakstraffen – soms heb je een prima begraafplaats waar je wat mee kunt… Maar jazéker, volgens mij zien we nu de omslag naar een nieuw soort magistraat. Niet de magistraat op afstand, in een toga, Niet een magistraat met daarvoor allemaal hobbels voordat de politie er een keer bijkan. Maar een modérne magistraat. Die vooraan staat, ZSM-afdoeningen twittert, en een column in de Metro heeft. Ik ben het niet eens met René dat die Sinterklaas niet te vaak in beeld moet. Hij moet veel váker in beeld. Tekst: Pieter Vermaas Foto’s: Wim van der Spiegel
| 25
Zie jij wat ik zie?
Bewoners houden hun wijk veilig
Bewoners uit de Amsterdamse Molenwijk treden gezamenlijk op tegen verloedering, overlast en criminaliteit door met elkaar te sms’en. Politie, woningcorporaties en de buurtbewoners zien een duidelijke verbetering in de wijk. ‘We kunnen samen overal tegen optreden. Nu alleen nog een mobiele wijkrechter.’ ‘Het was stikdonker in de Molenwijk. Je kon echt niks meer zien,’ vertelt Freeda Verburg, brein en coördinator van het project SMS Alert Onze Molenwijk in Amsterdam-Noord. ‘Door kortsluiting was de stroom in de hele wijk uitgevallen. Ik stuurde direct een sms-bericht naar de deelnemende wijkbewoners en vroeg of ze wilden controleren of niemand vast zat in de liften of in de garages van de flats. Daarna belde ik 112 en de energieleverancier. Even later zag ik politieauto’s de toegangswegen van de wijk inrijden. Toen hoorde ik plotseling: ‘Beng, beng, beng…. Er werd geschoten.’
Politiehelikopter Freeda en haar partner kunstenaar Henk Veen zitten op de hoekbank met twee honden naast zich. Ze steken een sigaret op. De balkondeur
26 | Actueel - Opportuun 11 - november 2012
gaat op een haakje voor frisse lucht. Freeda: ‘Achteraf bleek het een overval door twee gewapende mannen op een taxichauffeur. Ze dachten gebruik te kunnen maken van de donkere situatie. Gelukkig wemelde het van de politie in de wijk en kon een van de overvallers worden opgepakt. De ander zag kans om te vluchten. Buurtbewoners die aangesloten zijn bij SMS Alert sms’ten elkaar voortdurend over waar de verdachte zich zou kunnen ophouden. De volgende dag vloog een politiehelikopter over de wijk. Toen een van de bewoners een onbekende, zich vreemd gedragende man op een parkbankje zag, snelde de politie erop af. Het bleek een “stille”. Daar moesten we later wel om lachen. Maar uiteindelijk kon de voortvluchtige overvaller worden opgepakt. We weten wat er speelt in de wijk en kennen de
flatwoningen waar rare dingen gebeuren’, aldus Freeda.
Geschilderde verkeersborden Drieënhalf jaar geleden meldde de Amsterdamse buurtregisseur Gerard Zwarts dat de wijk ernstig achteruit ging. Steeds vaker kregen wijkbewoners te maken met brandstichtingen, overvallen, inbraken en autodiefstallen. Bewoners durfden ’s avonds niet meer naar buiten. Freeda en Henk vroegen zich af hoe ze de wijk weer veiliger konden krijgen. Zij kwamen met het idee van project SMS Alert Onze Molenwijk. De Molenwijk staat bekend als een soort voorloper van de Bijlmermeer. Vijftien flats van tien verdiepingen herbergen 1500 woningen. De gebouwen staan in een autovrije parkachtige omgeving. Freeda is geboren in de Molenwijk en kent veel bewoners. Henk is kunstenaar en heeft veel contacten met jongeren uit de wijk. ‘Niet dat het alleen om jongeren gaat’, aldus de oprichters, ‘want we hebben meer zeiksnorren in de wijk dan vervelende jongeren.’ Freeda en Henk genereerden aandacht voor hun project met door Henk kunstzinnig beschilderde verkeersborden. Er kwamen kunstborden met de teksten als “Zwart(s) rider” (verwijzend naar de wijkagent) bij de bushaltes in de wijk, “Geen gezeik in de
Molenwijk” op strategische plaatsen tegen wildplassen of “Heb me lief” tegen dierenmishandeling. De PR-campagne werkte. Iedereen in de wijk had het over de beschilderde borden. Buurtbewoners werden opgetrommeld en de politie kreeg de “verkeersborden” op het bureau aangeboden. Er kwamen flyers over wat te doen tegen de brandstichtingen en hoe ouderen zich konden weren tegen overvallers. SMS Alert was snel een begrip in de wijk.
Zonder subsidie SMS Alert is een simpel systeem en gemakkelijk op te zetten. Henk: ‘De deelnemers zijn bewoners die de handen uit de mouw willen steken. Als iemand een verdachte ziet, belt of mailt hij ons. Wij versturen dan een groepssms. Die krijgt de politie ook binnen. Door die sms’jes staan bewoners direct in contact met elkaar. Alle muren zijn weg. Als er op het voetbalveldje hier beneden iets gebeurt dan sms’en we even wie er gaat kijken.’ Veertig gescreende deelnemers behoren tot de eerste ring van het alert. Een tweede ring van twintig bewoners doet mee als er extra oren of ogen nodig zijn. Daarnaast hebben negenendertig instanties zich aangesloten: verschillende afdelingen van de politie, streetcorner workers, winkeliers en woningcorporaties. ‘Met één alert hebben we
| 27
‘Vroeger deden we wel vier tot vijf keer per week een alert uit. Dan vroegen we: zie jij wat ik zie? Gaan we de politie bellen of niet? In het eerste jaar behandelden we per vergadering wel acht A4-tjes vol ellende,’ herinnert Freeda zich. ‘Dat is binnen drie jaar teruggebracht tot één pagina. Je hoort zo vaak dat mensen zeggen dat ze niks kunnen doen aan criminaliteit in de wijk. Dat ze er geen vinger achter kunnen krijgen. Maar dat is niet zo,’ vindt coördinator Freeda. ‘Door ons SMS Alert kunnen we overal tegen optreden.’
Intimideren
‘Met één SMS Alert hebben we ongeveer honderd mensen die meekijken’ ongeveer honderd mensen die meekijken,’ weet Freeda. SMS Alert is helemaal zelf door de bewoners georganiseerd zonder enige subsidie. Ze betalen de geringe kosten van de sms’jes zelf.
Preventief Nederland kent vanuit de overheid een aantal initiatieven die met SMS Alert werken. Maar het project SMS Alert in de Molenwijk werkt andersom. Burgers organiseren en beheren SMS Alert zelf en waarschuwen de politie als ze die nodig hebben. SMS Alert is géén Burgernet. Burgernet wordt door de politie ingeschakeld als de dief al heeft ingebroken. SMS Alert is een preventief project. ‘Zodra we iemand zien die zich vreemd gedraagt zenden we een groeps-alert uit. Zie jij ook wat ik zie? Soms maken we foto’s van vermeende
28 | Actueel - Opportuun 11 - november 2012
inbrekers en sturen die door naar de politie. We voeren geen politietaken uit en gebruiken absoluut geen geweld. We zijn er alleen maar voor elkaar.’
Snoeien Op een website van Henk (henkveen.nl) staat alle informatie over SMS Alert met protocollen en presentaties: bijvoorbeeld wanneer je wat aan wie sms’t en hoe je een duidelijk signalement doorgeeft. Regelmatig vergadert de harde bewonerskern met politie, middenstand en woningcorporatie over gebeurtenissen van de afgelopen tijd. Een incidentenlijst met alle sms-berichten en reacties wordt dan behandeld. “…ik hoorde zojuist dat er weer 7 auto’s opengebroken zijn onder parkeergebouw 1. Ik ga er nu heen!!!” “…zou jij morgen kunnen navragen wat de status is van de reparatie van de dranger van de deur van de garage. Vandaag stond hij weer wagenwijd open… ☹” Vanuit dit overleg worden activiteiten ontwikkeld om de wijk leefbaar en veilig te maken. Zo meldt iemand tijdens de laatste vergadering op 1 oktober dat een specifieke hoek in de wijk door teveel begroeiing duister (lees: onveilig) is geworden. Afgesproken wordt dat aan het einde van dit jaar flink gesnoeid zal worden. Andere bewoners vertellen dat op een kruising aan de randweg relatief veel ongelukken gebeuren. De politie zal een speciaal onderzoek uitvoeren.
Het ergst vonden ze dat oudjes uit de wijk thuis overvallen werden. 'Meestal gebeurde dat vanuit het winkelcentrum door een groepje criminelen. Ze luisterden bijvoorbeeld gesprekken af die buurtbewoners met elkaar deelden. Met die informatie werd dan later bij het slachtoffer aangebeld. Ze zeiden dan: “Uw man is ziek en ik zou hem graag even gedag zeggen.” Zo kwamen ze binnen en haalden ze alles leeg. Met de deelnemers van SMS Alert hebben we toen afgesproken om met z’n allen naar het winkelcentrum te gaan om letterlijk te laten zien dat we hun in het vizier hadden. We hebben zelfs foto’s van ze staan maken. Heel intimiderend. Een van de overvallen vrouwtjes is nu ook deelneemster van SMS Alert. We hebben haar geleerd hoe ze met een mobieltje om kan gaan en haar computerlessen gegeven. Dat doen wij ook. We zijn niet alleen SMS Alert, maar verzorgen ook evenementen en leggen huisbezoeken af om elkaar te leren kennen.'
Beste vriendin In het eerste weekend van oktober heeft Freeda twee maal een groeps-alert verstuurt. Eentje over een overval op een geldtransport in een aangrenzende wijk waarbij de overvallers waarschijnlijk de Molenwijk waren ingevlucht. ‘We zagen een politiehelikopter boven de wijk cirkelen, politie in burger rondlopen en politieauto’s rondrijden. Om te weten wat er aan de hand was belde ik met 112. Ik ken iedereen bij de meldkamer. Zij vroegen mij of ik een alert wilde versturen naar de bewoners om op de uitkijk te gaan staan.’ De andere groeps-alert ging over een paar jongens die de boel met graffiti hadden ondergespoten. Freeda: ‘Een van die jongens bleek de zoon van mijn allerbeste vriendin. Ik heb met haar en haar zoon gesproken en stelde voor om de
Hein Roethof Het project SMS Alert is genomineerd voor de Hein Roethofprijs. De Hein Roethofprijs is op 29 oktober uitgereikt aan een van vijf genomineerden voor het beste initiatief in Nederland om criminaliteit te voorkomen of sociale veiligheid te bevorderen. De prijs bestaat uit 20.000 euro en een beeldhouwwerkje. Wie de prijs heeft ontvangen is bij het ter perse gaan van dit blad nog niet bekend.
troep schoon te maken. In eerste instantie wilde de zoon dat wel doen, maar haar ex-man stak er een stokje voor. Hij zei: “We gaan helemaal niks schoonmaken.” Het is lastig, maar de melding ligt nu toch bij de politie.’
Roethofprijs Het project is succesvol, kost nauwelijks iets en kent alleen maar winnaars. Met name op het gebied van overlast is sprake van een aanzienlijke verbetering. De woningcorporaties meldden dat het aantal reparaties als gevolg van vandalisme en vernieling overduidelijk is afgenomen. De politie kon meerdere verdachten aanhouden en vaker met succes preventief opereren door participatie van buurtbewoners. En bewoners voelen duidelijk dat zij het verschil in hun eigen wijk maken. Geen wonder dat er veel belangstelling is bij bewoners en politie van andere wijken. Ook vanuit het OM wordt het project met interesse gevolgd. Hoofdofficier Theo Hofstee directeur bedrijfsvoering Henk Boland van parket Amsterdam en (voormalig hoofdofficier van Amsterdam) PG Herman Bolhaar hebben gezamenlijk het project SMS Alert aangemeld voor de Hein Roethofprijs. Zij komen af en toe ook naar de SMS Alert vergaderingen. ‘We hebben de afgelopen keren gesproken over alternatieve straffen, slachtoffers en lik op stuk-beleid. We hebben gezegd dat we wel een mobiele rechter willen die bewoners in de wijk berecht,’ vertelt Henk Veen. ‘Of een schandpaal. Dat zou leuk zijn.’ Intussen zit Freeda op het puntje van de bank. ‘Eigenlijk weten we ons geen raad als we die Roethofprijs winnen. Wat moeten we met al dat geld? We willen het niet op onze privébankrekening. Het geeft me echt kopzorgen.’ Tekst: Thea van der Geest | Foto's: Sanne Paul
| 29
Overvalzitting voor juweliers ‘Ik ben aan mijn stropdas door mijn eigen zaak getrokken’
Tijdens een “overvalzitting” horen Haagse juweliers en ondernemers hoe het OM opspoort en vervolgt. Ook de samenwerking met de politie en de gemeente komt aan de orde. Daarna zien ze een overvalofficier tien jaar eisen tegen een verdachte van drie gewapende overvallen ‘Want de juweliers zijn doodsbang geweest.’ ‘Hallo, goedemiddag, ik ben Henk Korvinus, hoofdofficier.’ Kordaat stapt de hoofdofficier af op een lange man die schoorvoetend binnenkomt. De man kijkt zoekend om zich heen en schudt de hoofdofficier de hand. ‘Dag. Ik ben Farah Aldehessy. Slachtoffer.’ Het is een beetje onwennig op de speciale overvalzitting die het OM op dinsdag 2 oktober in Den Haag organiseerde, in navolging van de parketten in Amsterdam en Breda. Zo’n vijftien geïnteresseerden, waaronder een handvol juweliers en ondernemers, zijn naar de rechtbank gekomen om te horen wat politie, gemeente en OM doen in de aanpak van overvallen. Aansluitend kunnen de aanwezigen een strafzitting bijwonen tegen een verdachte van onder andere drie gewapende overvallen op juweliers. De slachtof-
fers van deze zaken zijn vandaag ook aanwezig. Puck Eigenmann, juwelier en zilversmid op de Plaats in Den Haag, is naar de zitting gekomen uit nieuwsgierigheid. Acht jaar geleden werd ze overvallen door een man die de gestolen zaken linea recta naar de bank van lening bracht. Ze moest de sieraden uiteindelijk zelf terugkopen. De van oorsprong Zwitserse vrouw noemt de Nederlandse rechtspraak ‘onbegrijpelijk’. Vorige week was ze bij een bijeenkomst van de burgemeester, nu hoort ze graag politie en OM. Hoofdofficier Korvinus neemt als eerste het woord. ‘Het aantal overvallen bleek in 2010 enorm te zijn gestegen’. ‘Door onder andere verhoging van de strafeisen wil het OM dat ontmoedigen. Twee jaar gevangenisstraf is de minimumeis. Gebruikt iemand een vuurwapen, dan komt daar
al gauw wat bij. We willen duidelijk kenbaar maken dat we dit delict niet tolereren. We zijn ons bewust van het effect van een overval op de juwelier en dat de gevolgen voor hem veel langer voelbaar zijn dan de tijd dat iemand vastzit.’ Vervolgens legt Korvinus uit wat er gebeurt in een rechtszaal bij een zitting en wat de taak van de advocaat is in een rechtsproces. ‘Advocaten doen vooral aan sanctie-afwering.’ Daarna vertelt hij op welke manier de reclassering probeert daders, na hun gevangenisstraf, op een goed spoor te zetten. ‘Naast een gevangenisstraf eisen we, als de wet dit toelaat, meestal een voorwaardelijk deel van de straf. Op die manier proberen we, de dader inzicht te geven in zijn gedrag en de mogelijkheden om ander gedrag te leren.’
Camerabeelden Edith Prudon neemt het woord. Prudon is tactisch coördinator van het overvallenteam Twister van Politie Haaglanden en stuurt een vast team van bijna dertig medewerkers aan. Twister is in 2010 opgezet om het stijgend aantal overvallen een halt toe te roepen. De politievrouw legt uit hoe belangrijk het is dat juweliers zelf zorgen voor preventieve maatregelen als goede camera’s. ‘Pakken is één, maar iemand veroordeeld krijgen is twee’, geeft Prudon aan. ‘Gewelddadige overvallen door ervaren criminelen kunnen we
alleen aanpakken als we beschikken over bruikbare beelden, goede getuigen en bijvoorbeeld DNA-sporen. Zonder dat redden we het vaak niet. Een advocaat kan dan namelijk proberen vage camerabeelden onder uit te halen door te zeggen dat iemand een andere trui droeg of een andere huidskleur had. We zijn afhankelijk van goed beeldmateriaal.’ Juwelier Farah Aldehessy staat op. ‘Het gaat niet om de camera’s,’ zegt hij in gebroken Nederlands. ‘Het gaat om de straf. Ik ben eerder overvallen. In 2006. Toen ben ik beschoten. De dader heeft twee jaar gehad. Twee jaar! Als de straf streng is, dát helpt.’ Korvinus knikt begrijpend. ‘Ik kan mij voorstellen dat u twee jaar een te lage straf vindt. We weten nu dat we aanmerkelijk strenger moeten straffen en eisen daarom hoger. ‘Ik was bijna dood’, zegt Aldehessy met geknepen stem. ‘Hoe gaan camerabeelden mij daarbij helpen?’ Mariëtte Bode, officier van justitie en hoofd beleid en strategie van het Haagse parket, neemt het woord over van Korvinus. Bode richt zich direct tot de slachtoffers. ‘Ik weet dat in de zittingszaal niet altijd gebeurt wat u wilt. Maar we proberen duidelijker tegemoet te komen aan wat de samenleving eist.’ ‘Voordat het onderzoek van een overvalzaak voor ons definitief klaar is en naar zitting kan, is er echt bewijs nodig’, benadrukt Prudon van de politie nog een keer. ‘Er zijn nou
Ondanks de daling
Zo'n vijftien
van het aantal
geïnteresseerden
overvallen blijven
zijn naar de recht-
de littekens trekken.
bank gekomen, om te horen wat politie, justitie en gemeente doen.
30 | Het parket - Opportuun 11 - november 2012
| 31
eenmaal regels en wetgeving.’ ‘Twee keer ben ik overvallen mevrouw’, vertelt Aldehessy nog eens. ‘Ik ben geslagen met de kolf van een wapen. Eén jaar was mijn winkel dicht. Van de stress. Nu heb ik in een andere stad een nieuwe zaak. Ik heb een veiligheidssysteem van 7.500 euro aangelegd. Zonder subsidie.’
Afroomkluis De subsidiepot van de regeling Veiligheid Kleine Bedrijven (VKB) is inderdaad leeg, meldt Paul van Min van de gemeente Den Haag die ook aanwezig is. Deze succesvolle regeling, vandaar dat de pot leeg is, is bedoeld voor kleine ondernemers voor het uitvoeren van een veiligheidsscan en het treffen van preventieve maatregelen die dan gedeeltelijk vergoed werden. Hij staat op en zegt dat hij het een “fantastisch initiatief” vindt om ondernemers zo eens mee te laten kijken met de rechtsgang. ‘Ik wil graag de rol van de gemeente plaatsen in een breder perspectief.’ De gemeenteambtenaar vertelt over de “task force overvallen” die door de minister is ingesteld en over de“multidisciplinaire aanpak die in Den Haag is gekozen en waarin alle ketenpartners participeren”. ‘We doen aan kruisbestuiving en proberen samen meer te zijn dan de som der delen.’ De gemeente doet vooral veel aan de preventie van overvallen, zegt Van Min. ‘Zo worden er trainingen georganiseerd voor ondernemers waarin aan de orde komt hoe overvallen kunnen worden voorkomen, er wordt stil gestaan bij geldstromen in de zaak en er wordt verteld wat te doen als men onverhoopt met een overval te maken krijgt. Ook worden ze geadviseerd over het gebruik van afroomkluizen. Bij 1750 ondernemers is inmiddels een gratis afroomkluis geplaatst.' Ten slotte meldt Van Min dat hij met een collega namens de burgemeester slachtoffers van zowel woning- als bedrijfsovervallen bezoekt om zo betrokkenheid te tonen bij wat hen is overkomen.
Aldehessy schudt zijn hoofd. In de koffiepauze na de bijeenkomst legt de uit Irak afkomstige juwelier uit waarom. ‘16 januari 2006 ben ik overvallen. Op 28 januari 2011 weer. Die data staan voor altijd in mijn hoofd. Mijn vrouw was zwanger, ze heeft een miskraam gekregen. De dader heeft mij aan mijn stropdas door mijn eigen zaak getrokken, als een hond.’ De reacties van de aanwezigen laten zien hoe moeilijk het soms is slachtoffers van overvallen te verzoenen met de werkelijkheid van het juridische systeem. Want ondanks de daling van het aantal overvallen en ondanks dat de hoogte van de straffen inderdaad sterk stijgt, blijven de littekens trekken. Dat blijkt eens te meer op de zitting die ‘s middags plaatsvindt. De verdachte, een 24-jarige man met een Duits en een Marokkaans paspoort, weigert antwoord te geven op de vragen die de rechter stelt. ‘Ik kan me niets herinneren’, is het enige wat hij zegt. Ook na het zien van de camerabeelden die van de overvallen zijn gemaakt, ontkent hij iets met de zaken te maken te hebben. De rechter wringt zich in vele bochten om de man aan het praten te krijgen. ‘Als u zegt dat u het niet meer weet, bedoelt u dan dat het best gebeurd kan zijn?’ ‘Ja’, zegt de verdachte. ‘Ik kan het me alleen niet herinneren.’ Op de publieke tribune is het onrustig. De slachtoffers worden bijgestaan door een tolk, net als de verdachte die alleen Duits en Arabisch spreekt. Hun opwinding is voortdurend merkbaar. De voorzitter van de rechtbank probeert de gemoederen te kalmeren. ‘Ik begrijp dat het niet meevalt met een zaal vol publiek, maar u hebt de keus om te reageren’, zegt ze tegen de verdachte. ‘Maar dat bent u niet verplicht.’ Voordat officier van justitie Diana van Gosen het woord neemt, legt Aldehessy een slachtofferverklaring af. Hij heeft niets op papier gezet, maar spreekt uit zijn hoofd. ‘Achttien jaar ben ik in
Nederland’, zegt hij. ‘Ik heb zes jaar dienstplicht vervuld in Irak. In 32 jaar heb ik in Irak nooit zoiets meegemaakt. Ik ben als asielzoeker naar Nederland gekomen. Uit noodzaak. Ik was twee keer bijna dood geweest.’ Hij slikt en heft zijn handen op. ‘Ik ben naar Nederland gekomen om in vrede te leven. Die vrede heb ik niet gevonden. Deze persoon heeft mij kapot gemaakt. Bijna dagelijks heb ik nachtmerries. Soms vergeet ik mijn naam zelfs. Ik voelde mij een held. Nu moet ik altijd achterom kijken.’
Leven mislukt In haar requisitoir benadrukt officier van justitie Van Gosen nog eens extra hoe groot de gevolgen van de overvallen voor de slachtoffers zijn. ‘De betrokken juweliers zijn doodsbang geweest’, zegt ze tegen de rechtbank. ‘Zij zullen die angst altijd met zich mee dragen.’ Het OM rekent de verdachte zijn gewelddadige optreden en het feit dat hij niet heeft meegewerkt aan een onderzoek in het Pieter Baan Centrum extra aan. Daarom is het niet mogelijk inzicht te krijgen in de manier waarop de samenleving beschermd moet worden tegen deze verdachte en zijn daden, aldus de officier van justitie. Rekening houdend met de richtlijnen vordert de officier tien jaar gevangenisstraf. De verdachte zet zijn bril af en wrijft met zijn beide handen over zijn hoofd. Pas als zijn advocaat het woord neemt en puntsgewijs de zaken behandelt, zet hij zijn bril weer op. Volgens de advocaat is er geen afdoende bewijs in twee van de drie overvalzaken. Ze verzet zich tegen de manier waarop de zaken op één hoop zijn gegooid en benadrukt de verschillen van de overvallen. Alleen op de camerabeelden van de overval op Aldehessy lijkt haar cliënt zichtbaar. ‘Mocht u tot een bewezenverklaring komen in deze zaak, dan schik ik mij in het oordeel van uw rechtbank’, aldus de advocate. ‘In de andere twee zaken kan niet worden verondersteld dat dader en
verdachte één en dezelfde zijn.’ De advocaat wijst ook nog op de persoonlijke omstandigheden van haar cliënt. ‘Hij heeft een vreselijke jeugd gehad’, zegt ze. ‘Iedereen zou schrikken als hij de verminkingen op zijn lichaam zag. Het enige wat hij wil is terug naar zijn moeder.’ Als laatste krijgt de verdachte het woord. ‘Ik was jong’, zegt hij. ‘Ik kan mij niets herinneren van wat ik in mijn jonge jaren heb gedaan. Ik ben mishandeld en misbruikt. Mijn vader heeft mijn leven kapotgemaakt. Alleen mijn moeder heeft mij liefde gegeven. Ik kan mij niets herinneren. Ik wil niet dat mijn leven mislukt.’ Iemand op de tribune kijkt meewarig naar de verdachte. ‘Dat leven is al mislukt’, zegt hij zacht. Na afloop interviewt een journalist van radio West een paar juweliers. Puck Eigenmann is halverwege de zitting naar huis gegaan, maar Hans Paul van Vliet is de hele middag gebleven. ‘Ik wilde kijken of ik iets kon leren voor mijn bedrijfsvoering’, legt hij uit. ‘En ik wilde wel eens zien hoe de rechtsgang verloopt. Interessant hoor. Alleen moeten ze iets doen aan de akoestiek in die zaal. Ik heb de helft niet kunnen verstaan.’ Van Vliet is onder de indruk van de strafeis. ‘Tien jaar, dat vind ik veel. Zeker als je je realiseert dat iemand die een moord pleegt soms zeven jaar krijgt. Het is een traumatische ervaring voor mijn collega’s geweest, ik heb echt met hen te doen.’ Over het initiatief van het OM om deze dag te organiseren, is Van Vliet zeer te spreken. Zelf is hij in een ver verleden ook wel eens bestolen, maar toen hij daar aangifte van wilde doen, moest hij lang wachten op het politiebureau. ‘Dat motiveert niet echt.’ Dat het OM nu zwaar inzet op gewelddadige overvallen is een opsteker. ‘Er wordt serieus naar dit soort zaken gekeken en dat vind ik goed. Maar tien jaar? Ik ben blij dat ik de rechter niet ben.’ Tekst: Miek Smilde | Foto's: Wim van der Spiegel
Edith Prudon (politie Haaglanden):
'Tien jaar, dat vind ik
'We zijn afhankelijk van bruikbare
een flinke strafeis.'
camerabeelden, goede getuigen en bijvoorbeeld DNA-sporen.'
32 | Het parket - Opportuun 11 - november 2012
| 33
Van 29 september tot 12 oktober heeft de Friese bevolking massaal meegewerkt aan een grootschalig DNAverwantschapsonderzoek. Dankzij de hulp van ruim 89 procent van de uitgenodigde mannen bestaat er een kans dat de moord op Marianne Vaatstra alsnog wordt opgelost.
MEEHELPEN VOOR MARIANNE
Hoge opkomst DNA-verwantschapsonderzoek in de zaak-Vaatstra
Het is voor de eerste keer in Nederland dat de bevolking wordt gevraagd om mee te werken aan het oplossen van een moord door het toepassen van DNAverwantschapsonderzoek, dat sinds 1 april 2012 wettelijk is toegestaan. ‘Dat is nog nergens ter wereld op zo’n grote schaal gebeurd’, stelt DNA-deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) Lex Meulenbroek. ‘We kennen één ander voorbeeld waarbij tien jaar geleden in Polen zevenhonderd mannen werden uitgenodigd voor een DNA-verwantschaps onderzoek in het kader van een moordzaak. Daar kwam iemand uit naar voren die hetzelfde y-chromosomale DNA-profiel had als de dader en zijn broer bleek te zijn.’ Ook nu bestaat er een kans dat de moord op Marianne Vaatstra op deze manier wordt opgelost. ‘Het is het ultieme opsporingsmiddel’, stelt hoofdofficier Annette Bronsvoort van het OM Leeuwarden. ‘Het is hartverwarmend om te zien hoe groot de bereidheid onder de bevolking is om daaraan bij te dragen.’
Intensief Het onderzoek naar de moord op Vaatstra geldt in Nederland als een van de intensiefste van de afgelopen decennia. De 16-jarige Marianne Vaatstra werd tijdens koninginnennacht in 1999 dood aangetroffen in een weiland in het Friese Veenklooster. Ze was verkracht en op gruwelijke wijze vermoord. In de vier daarop volgende jaren hebben twee volledige recherche
34 | Expertise - Opportuun 11 - november 2012
bijstand teams (RBT’s) en een second-opion-team de zaak onderzocht. De RBT’s hebben tenminste 12 mensen aangehouden als verdachte en hebben zo’n 2.500 tips nagetrokken. Bovendien werd meer dan in enig ander onderzoek – 191 keer – gebruik gemaakt van gerichte DNA-vergelijking. Na juli 2003 werd het onderzoek voortgezet in een cold caseteam, dat nog eens 500 tips onderzocht. In 2000 heeft het OM Leeuwarden de afweging gemaakt om geen grootschalig DNA-onderzoek te houden. Namens de familie Vaatstra startte Peter R. de Vries vervolgens een procedure tegen de Staat om het OM te dwingen dit uit te voeren. Het zou moeten gaan om 20.000 mannen die in een straal van 15 kilometer rondom de plaats delict woonden. Het OM zag hier indertijd geen heil in. De eis in kort geding werd afgewezen. Bronsvoort: ‘Er was slechts een kleine kans dat de dader daaraan zou meewerken. Het onderzoek zou zich vervolgens daardoor vooral richten op de niet verdachte weigeraars. Het OM vond dat dat te veel zou afwijken van een normaal strafrechtelijke aanpak, waarbij opsporingsmethodieken gericht zijn tegen verdachten. Dat ligt bij het huidige DNAverwantschapsonderzoek anders, omdat daarbij de mogelijkheid bestaat om de dader via familieleden op te sporen. Ik denk ook dat de tijd inmiddels rijper is om een grootschalig bevolkingsonderzoek in te zetten.’
3D-team In een laatste poging om de zaak op te lossen besloot het OM in oktober 2007 tot de oprichting van het 3D-team. ‘De moord op Vaatstra heeft afgelopen jaren voor aanhoudende maatschappelijke onrust en een gevoel van onveiligheid in de gemeenschap gezorgd’, licht de hoofdofficier dit besluit toe. ‘We hoopten daarom een doorbraak in deze zaak te forceren door het dossier nogmaals te analyseren met behulp van de nieuwste recherchekundige inzichten en technische methodieken.‘ Het 3D-team heeft de moord daarbij volgens onderzoeksleider Cor Reijenga beschouwd alsof het gisteren is gebeurd. ‘We hebben de foto’s uit het dossier bijvoorbeeld opgewaardeerd en de plaats delict helemaal opnieuw gereconstrueerd en vervolgens driedimensionaal laten vastleggen. Ook is er een animatie gemaakt van de tijdslijn die de vorige teams hadden beschreven van de fatale avond. Tijdens dit proces hebben we onszelf bij elke bevinding voortdurend vragen gesteld en op basis daarvan de meest aannemelijke scenario’s geformuleerd. Deze hebben we voorgehouden aan tegensprekers van de politie Twente. Ook hebben we daarbij internationaal deskundigen geraadpleegd. Op basis van onze bevindingen zijn we uitgekomen op een nieuw scenario, waarin er rekening wordt gehouden dat Marianne in de nacht van 1 mei 1999 een bekende is tegengekomen.’
Wet Verwantschaps onderzoek Op 1 april 2012 is de Wet Verwantschaps onderzoek in werkinggetreden. Voor die datum was het op basis van artikel 21 van de wet Bescherming Persoonsgegevens (Wbp) niet toegestaan om erfelijkheidsgegevens te gebruiken ten aanzien van anderen dan degene van wie de gegevens oorspronkelijk zijn verkregen. Van deze regel kon alleen worden afgeweken in geval van bijvoorbeeld een zwaarwegend geneeskundig belang. Bronsvoort: ‘Om het opsporingsbelang te laten prevaleren boven dat van privacy is het Wetboek van Strafvordering aangepast. Dat voorziet nu in een basis om in afwijking van de wet Wbp de opsporing van strafbare feiten mogelijk te maken met behulp van DNA-verwantschapsonderzoek. Dat is nu toegestaan voor het oplossen van ernstige misdrijven, waarvoor het College van Procureurs-Generaal toestemming moet geven en de rechter-commissaris vervolgens de wettelijke machtiging verleent. Ook moet bij vrijwillige deelname het DNA worden vernietigd na afloop van het onderzoek.’
| 35
‘DNA-verwant schapsonderzoek is het ultieme opsporingsmiddel’
gesprek gegaan met een aantal burgers in de regio. Daarvoor waren verschillende sleutelpersonen uitgenodigd, waaronder een kapster, caféhouder en een politieagent. Bij de opzet van deze zogenoemde burgerfora hebben OM en politie zich laten adviseren door wetenschapper Annette Klarenbeek. Zij heeft onder meer onderzoek gedaan naar de reden van de lage opkomst van de landelijke inenting door het RIVM tegen baarmoederhalskanker voor jonge meisjes in 2009. ‘We waren benieuwd of ethische dilemma’s een rol speelden in de afweging om deel te nemen aan het onderzoek’, vertelt Bronsvoort. ‘Tijdens de burgerfora bleek dat de deelnemers zich er bewust van waren dat dader heeft gekend en uit de regio komt.’ Dat laatste is ook voortgekomen uit het DNA-onderzoek daardoor een eigen familielid opgespoord zou kunnen dat het Forensisch Laboratorium van de Universiteit van worden. Dat vonden ze echter van ondergeschikt belang, Leiden heeft uitgevoerd naar de geografische herkomst omdat ze dit als een nieuwe kans zagen om de moord op Marianne op te lossen. Ze waren bereid om daaraan van de dader. Daaruit blijkt dat in het profiel van de mee te werken vanuit een grote gemeenschapszin, maar dader zowel de vaderlijke lijn als die van de moeder niet om de overheid van dienst te zijn.’ hoofdzakelijk worden gezien in West-Europa.’ Dat was een belangrijke aanbeveling voor de campagne, stelt Reijenga. ‘Daarbij hebben we vanuit het perspectief Draagvlak De nieuwe bevindingen van het 3D-team zijn beoordeeld van de burger gecommuniceerd. En constant benadrukt dat de bevolking helpt om de moord op Marianne op te door een profiler die wetenschappelijk onderbouwd tot de conclusie is gekomen dat het meest aannemelijke scenario is te zoeken naar een verdachte die in 1999 de leeftijd van 16 tot 60 jaar had en toen waarschijnlijk binnen een kring van vijf kilometer rondom de plaats delict woonde. ‘De kans dat de dader in dit gebied - heel verre - familie heeft wonen is echter groot, want de bevolking in het gebied is redelijk honkvast. Onze hoop is nu op het DNA-verwantschapsonderzoek onder de bevolking gevestigd, want het onderzoek door het NFI in de DNA-databank voor veroordeelden heeft recentelijk geen resultaten opgeleverd.’ Op 1 mei 1999 stonden 8080 mannen in de Hoe creëer je draagvlak voor een grootschalig bevolleeftijd tussen 16 en 60 jaar ingeschreven in kingsonderzoek? ‘Allereerst was het van belang dat de het GBA van het gebied waar het DNAplaatselijke bevolking op de hoogte werd gebracht van verwantschapsonderzoek heeft plaatsgevonhet nieuwe scenario, zegt Reijenga. ‘Er deden namelijk den. OM en politie Friesland hebben 7300 van diverse complottheorieën de ronde. Een ervan was het hen uitgenodigd om tussen 29 september tot 12 idee dat de dader een Iraakse asielzoeker zou zijn, oktober DNA af te staan in de afnamelocaties alhoewel jaren geleden uit DNA-onderzoek was die waren ingericht in Friesland en de stad Groningen. Ruim 89 procent gaf daaraan tot nu gebleken dat dat niet het geval was. Waarom zouden toe gehoor. In Zwaagwesteinde, de woonplaats mensen die daarin geloofden meedoen aan een van Marianne Vaatstra, was de opkomst zelfs DNA-verwantschapsonderzoek? We hebben daarom ruim 96 procent. Peter R. de Vries benaderd, die al jarenlang betrokken is Van de 8080 mannen zijn 358 mannen overlebij de moord op Marianne Vaatstra en ook contact heeft den en ruim 300 personen verhuisd naar een met haar familie. Hij heeft afgelopen mei in een plaats buiten de drie noordelijke provincies. uitzending de nieuwe inzichten van het 3D-team Van hen zijn 69 mannen tijdens de afname inzichtelijk in beeld gebracht. Naar aanleiding daarvan weken op eigen initiatief naar Friesland afgeheeft er iemand gereageerd die op korte afstand van de reisd om DNA af te staan.
De rest wordt de komende weken benaderd met de vraag of, en plaats delict een soorgelijke aansteker heeft gekocht als zo ja, waar en wanneer zij DNA willen afstaan. in Marianne’s tas is aangetroffen. Dat wijst er opnieuw Daarnaast wordt gewerkt aan het verder achop dat de dader uit hetzelfde gebied komt.’ terhalen van adresgegevens van ongeveer 100 mannen die naar het buitenland zijn verhuisd. Burgerfora Tot slot gaat de politie contact opnemen met de Om te achterhalen welke vragen er leven en welke mannen die wel zijn uitgenodigd om te komen problemen dan wel mogelijkheden de bevolking zag in naar een van de afnamelocaties in het noorden, een grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek zijn OM maar niet zijn geweest. en politie vervolgens in juli tijdens drie sessies in
Maatwerk in DNAverwantschaps onderzoek
Nieuwe inzichten De vorige onderzoeksteams gingen uit van een georganiseerde zedenmoordenaar die Marianne vanuit de bosjes langs het fietspad zou hebben opgewacht. Reijenga: ‘We hebben echter geconcludeerd dat dat zeer onwaarschijnlijk is, onder meer vanwege een rustig sporenbeeld op het fietspad. Bij reconstructie bleek bovendien dat het moeilijk waarneembaar is of er een man of vrouw komt aanrijden. Ook wijzen de inloopsporen die op enige afstand naast elkaar het weiland in gaan op een mogelijke vrijwillige aanvang. We vermoeden dat de ontmoeting later is omgeslagen in geweld.’ Op basis van het sectierapport kwam het 3D-team tot nog meer nieuwe inzichten. Reijenga: ‘De bindsporen op Marianne’s polsen hebben de voorgaande onder-
36 | Expertise - Opportuun 11 - november 2012
zoeksteams altijd verklaard als handboeien of mogelijk ander bindmateriaal. Wij kunnen echter hard maken dat de dader daarbij alleen gebruik heeft gemaakt van materiaal dat voorhanden was. Hij heeft daarvoor haar bh gebruikt, waarmee hij haar later heeft gewurgd. Onderzoek heeft bovendien uitgewezen dat de diepe snijwond in de hals van Marianne is toegebracht toen zij buiten bewustzijn was.’ In de tas van Marianne is ook een opvallende aansteker met een playboy-logo aangetroffen, aldus Reijenga. ‘Familie noch vrienden kunnen deze thuis brengen. Het NFI heeft daarom het binnenwerk van de aansteker nogmaals onderzocht en daarin een haartje aangetroffen. Het DNA-spoor dat daaruit is gedestilleerd blijkt overeen te komen met het DNA-profiel van de dader. Dit bevestigt opnieuw het vermoeden dat Marianne de
| 37
HET ENE FEIT IS
‘De bevolking is bereid om aan het onderzoek mee te werken vanuit een grote gemeenschapszin’
Recente jurisprudentie over het ne bis in idem-beginsel
HET ANDERE NIET
Iemand mag niet twee keer voor hetzelfde feit worden vervolgd. Dit ‘ne bis in idem-beginsel’ geldt als onwrikbaar fundament van onze rechtsstaat. Maar daarmee is nog niet gezegd dat het steeds duidelijk is wanneer het beginsel geldt. Mag het OM bijvoorbeeld een gedetineerde vervolgen voor het neersteken van een medegevangene wanneer de directeur van de penitentiaire inrichting daarvoor al een disciplinaire straf heeft opgelegd? Volgens de Hoge Raad wel: LJN BW5166. En wanneer is sprake van hetzelfde feit? Moet men dan vooral kijken naar de feitelijke gedraging of naar de juridische kwalificatie die men aan die gedraging kan geven? Dit jaar heeft de Hoge Raad in twee arresten laten zien vooral oog te hebben voor het juridisch etiket dat op de feiten wordt geplakt. De samenhang in het feitelijke handelen lijkt van ondergeschikt belang. Het eerste arrest had betrekking op een aanvulling van de tenlastelegging. Een wijziging van de tenlastelegging is alleen toelaatbaar als hierdoor geen ander feit in de zin van art. 68 Sr ontstaat. In de betreffende zaak was een bromfietser op een politieagent ingereden. Hij werd vervolgd voor zware mishandeling. Het OM had in hoger beroep gevorderd dat aan de tenlastelegging onder meer gevaarzetting in het verkeer (art. 5 Wegenverkeerswet) werd toegevoegd. Het hof stond dat toe. Verdachte werd vrijgesproken van de mishandeling, maar veroordeeld voor de gevaarzetting. Hij ging in cassatie met als belangrijkste middel dat de tenlastelegging niet had mogen worden aangevuld.
lossen. In de voorlichting hebben we het gesprek met de burgers gecontinueerd in de vorm van uitspraken van inwoners in een flyer die huis-aan-huis is verspreid, een documentaire over het DNA afnameproces, inloop- en twitterspreekuren en facebook. Dankzij deze interactieve manier van communiceren waren er vlak voor en tijdens de afnamedagen nauwelijks meer vragen. De DNA-afname hebben we op advies van de burgerfora ook niet in een gemeentehuis gehouden, maar in neutrale gebouwen zoals een school en sporthal.’ Een ander centraal thema in de communicatie was dat het DNA na afloop van het onderzoek wordt vernietigd. Daarover bestond vooral zorg bleek uit de burgerfora. Bronsvoort: ‘Tijdens de afname heeft iedereen ook een zogenaamd ‘informed consent’ formulier getekend, waarin precies staat waarvoor het DNA gebruikt wordt.’
Logistiek De afname van het DNA heeft twee weken in beslag genomen. ‘Om alles goed te laten verlopen hebben we niets aan het toeval overgelaten’, vertelt Bronsvoort. ‘Van te voren is meerdere keren geoefend zodat ook alle waarborgen rondom DNA-afname waren gegarandeerd en de mannen niet lang hoefden te wachten.’ Met behulp van een wattenstaafje is bij hen wangslijm afgenomen. Dat is daarna anoniem, voorzien van een code, door de vervoersdienst van de KLPD bij het NFI in Den Haag afgeleverd. Het afgenomen DNA wordt daar in
38 | Expertise - Opportuun 11 - november 2012
een moderne robotstraat bijna volledig geautomatiseerd verwerkt. ‘Dat neemt naar verwachting zes maanden in beslag’, legt Lex Meulenbroek uit. ‘We kunnen namelijk zo’n 400 setjes per week verwerken. Eerst wordt van het afgenomen DNA-materiaal een zogenaamd Y-chromosomaal profiel vervaardigd. Dat wordt in de mannelijke lijn van een familie in principe onveranderd doorgegeven. We kijken daarvoor naar 17 plaatsen op het y-chromosomale DNA. Als dat overeenkomt met dat van de dader is er een zeer reële kans op verwantschap. In dat geval maakt het NFI een standaard DNA-profiel van het hele DNA. Met behulp van rekenprogramma’s kunnen we heel goed inschatten of het bijvoorbeeld om een vader-zoon relatie gaat of dat het mogelijk een broer of (verre) neef betreft. De codes van betreffende profielen geven we dan door aan het 3D-team.’ Het NFI is in dit onderzoek weliswaar een heel kleine schakel, maar kan wel doorslaggevend zijn. Meulenbroek: ‘Dat zou natuurlijk een heel mooie verdienste van het vakgebied zijn, waar samenleving en wetgeving op hebben geanticipeerd.’ Alle hoop is daar nu op gevestigd, beaamt Cor Reijenga. ‘We kunnen dan vervolgens heel gericht rechercheren en als het om een ver familielid gaat de familiestamboom uitpluizen om op die manier de dader op te sporen.’
AG Silvis legde in zijn conclusie de nadruk op de feitelijke toedracht. De mishandeling en het verkeersfeit konden als hetzelfde feit gelden vanwege de gelijktijdigheid van de gedragingen en de wezenlijke samenhang in het handelen en de schuld van de verdachte. De Hoge Raad had daarentegen geen boodschap aan het feitelijke perspectief. De Raad vond dat de door de betreffende bepalingen beschermde rechtsgoederen en de strafmaxima zo ver uiteenliepen, dat geen sprake kon zijn van ‘hetzelfde feit’. Het verkeersdelict had niet aan de tenlastelegging mogen worden toegevoegd. Voor de praktijk betekent dit arrest dat het OM wellicht minder makkelijk de tenlastelegging kan wijzigen. Tegelijkertijd beperkt de Hoge Raad hiermee de reikwijdte van het ‘ne bis in idem’beginsel, waardoor verdachte alsnog vervolgd kan worden voor een ander feit. Dat kan men althans afleiden uit een recent arrest (LJN BX5102) waarin het ging om een verdachte die eerst was vervolgd voor bedreiging. Hij zou met zijn auto een vrachtwagenchauffeur hebben klemgereden, zijn uitgestapt en de chauffeur hebben toegeroepen: ‘ik ga je afmaken’. De politierechter sprak vrij. Daarna vervolgde het OM voor het klemrijden en de auto stilzetten op de weg, maar dan als overtreding van art. 5 van de Wegenverkeerswet. Het Hof Amsterdam vond dat het doel van de strafbaarstelling van bedreiging (bescherming van de persoonlijke vrijheid) en van art. 5 van de Wegenverkeerswet (de verkeersveiligheid) sterk verschilden. Er was dus geen sprake van ‘ne bis in idem’; het OM was ontvankelijk in de tweede vervolging. De Hoge Raad was het met het oordeel van het Hof eens. Niet alleen was er een groot verschil in de beschermde rechtsgoederen, ook de strafmaxima verschilden aanmerkelijk. Voor de Hoge Raad is blijkbaar de juridische kwalificatie van de feiten belangrijker dan de vraag of de fysieke gedragingen onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Dat betekende dat het aan het OM vrijstond om – ondanks de eerdere vrijspraak – opnieuw te vervolgen. Tekst: Juriaan Simonis (WBOM) en Miranda van Turennout (regioparket Haarlem-Alkmaar
Tekst: Marijke Vromans Foto’s: ANP Catrinus van der Veen, ANP Koen van Weel
Opportuun 11 - november 2012 - Jurisprudentie | 39
Rechtbank als repetitieruimte
GESPOT: In het Utrechtse gerechtsgebouw Naam : Jeroen Salm Functie: Beleidsadviseur bedrijfsvoering, arrondissementsparket MiddenNederland Jeroen Salm horen? Op 17 november speelt het Philips Symfonie Orkest met Jeroen als klarinettist de Tweede symfonie van Mahler in Het Concertgebouw van Amsterdam en op 25 november in het Muziekgebouw Eindhoven.
‘In mijn diepste ziel blijf ik een musicus’
‘Ik had een ander huis moeten kopen als ik niet op kantoor kon spelen’, vertelt Jeroen Salm. Na werktijd studeert hij bijna dagelijks klarinet in het dan uitgestorven Utrechtse Gerechtsgebouw. Jeroen is – naast zijn baan bij het OM – professioneel opgeleid musicus en speelt bij twee symfonieorkesten: het Nederlands Theater Orkest en het Philips Symfonie Orkest. ‘Ik ben opgegroeid in een gezin waar klassieke muziek gewoon was. Mijn moeder danste bij het Nationaal Ballet. Toen ik een jaar of zeven was hoorde ik het muzikale sprookje Peter en de wolf van Sergej Prokofjev. De kat, mijn lievelingsdier, werd in het verhaal uitgebeeld door een klarinet.’ Na de middelbare school studeerde Jeroen rechten en muziekwetenschap, maar stapte over naar het veel uitdagendere conservatorium. Daarna trad hij veelvuldig op en gaf jarenlang muziekles: ‘Er waren periodes dat ik honderd leerlingen per week had.’ In 2000 maakte hij – zoals hij het zelf noemt – een merkwaardige omslag. Na enkele studiemodules Recht aan de Open Universiteit ontdekte hij een voorliefde voor het strafrecht. Via een uitzendbureau kwam hij het OM binnen Jeroen: ‘Na twaalf jaar voel ik me een echte OM’er, maar in mijn diepste ziel blijf ik een musicus. Dagelijks een portie muziek maken houdt mij in balans’. Tekst: Thea van der Geest | Foto: Ivar Pel