RELATIEMAGAZINE VAN HET OPENBAAR MINISTERIE | nr 02 | JAARGANG 19 | februari 2013
Bart Nieuwenhuizen over "High Impact Crime" De zaak van de supermarktovervallen Vijf misverstanden over ZSM
Helikopterview bij de aanpak van high impact crime Sinds 2011 wordt bij de bestrijding van overvallen steeds meer gebruik gemaakt van de inzet van de politiehelikop ters die op meerdere plaatsen in Nederland zijn gestationeerd. De heli’s worden zo efficiënt mogelijk ingezet. Er is immers een directe lijn met de meldkamer die de helikopter piloot aanstuurt. De heterdaadkracht is daarmee versterkt. Dat de inzet ook effectief is blijkt uit de cijfers. In de
2|
laatste drie maanden van vorige jaar zijn er met behulp van de heli 29 aanhoudingen verricht die niet alleen betrekking hadden op overvallen, maar ook op andere high impact crime delicten, zoals woninginbraken en ram- en plofkraken. Er zit een stijgende lijn in de vraag naar luchtondersteuning: in 2011 was dat 209 keer. In 2012 is dat aantal al meer dan verdubbeld. Tekst: Frans Pommer | Foto: Politie, Landelijke Eenheid, afdeling luchtvaart
Opportuun 2 - februari 2013 - In Beeld | 3
High Impact Crime? Dat doen we al
6
200 jaar, vindt Bart Nieuwenhuizen. Maar de hoofdofficier en programmamanager HIC wil een versnelling boeken in resultaten. Dat vraagt om radarsystemen die gevoelige zaken in de maatschappij zien aankomen. ‘Dit is de criminaliteit waar ik warm van word.’ B art Nieuwenhuizen wil een hogere veiligheidsbeleving
Scholieren vastgebonden
14
met ducttape in de supermarkt. ‘Sommigen zijn voor jaren getekend, zegt Debby Homans, officier van justitie. Ze leidde in het Noorden het eerste bovenregionale overvallenteam in de serie overvallen op supermarkten op het Drentse en Groningse platteland. 7 Verdachten werden voorgeleid. Supermarkten overvallen voor de kick
Buiten en Burgers, daar is het venster van de Directie Veiligheid en Veiligheidshuis in Rotterdam op gericht. Ook letterlijk. ‘Binnen een week burgers terugbellen, dáár ligt de basis voor succes. Dat geeft de overheid een gezicht.’ De veiligheid in de Maasstad stijgt gestaag.
24
D e veiligheid in de Maasstad stijgt gestaag met dank aan burgers
Een ander leven, maar ik kom er wel
High Impact Crime. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik niet precies weet wat men hieronder dient te verstaan. Een misdrijf dat "high impact" heeft op het slachtoffer (wat het, meen ik, per definitie heeft) of een misdrijf dat ook high impact heeft op de directe omgeving van een slachtoffer? Of wellicht op de samenleving als geheel? Zeker is dat het misdrijf waarvan ik slachtoffer ben geworden een grote impact op mij en mijn omgeving heeft gehad en nog steeds heeft. In april 2008 ben ik thuis overvallen door een, wat later bleek, oud-werknemer van mijn toenmalige schoonvader. Ik ben in elkaar geslagen, 18 keer met een mes gestoken en gewurgd. Eén van de messteken heeft mijn ruggenmerg geraakt met als resultaat een complete dwarslaesie. Dat ik het heb overleefd heb ik aan mijn vader te danken die mij zou komen ophalen en ongerust werd toen ik de deur niet opendeed. Hij heeft mijn toenmalige vriend gebeld dat hij naar huis moest komen om de deur open te doen. Boven troffen ze een ravage, een meer dood dan levende Aimée en de dader nog ter plaatse. Over het contact met het OM destijds ben ik over het algemeen tevreden, zij het dat een meer frequent contact prettig zou zijn geweest. Administratief gezien is er, met name in appel, het een en ander misgegaan. Daar ligt zeker nog ruimte voor verbetering; het is dat soort "kleine" dingen dat tot frustratie leidt. Inmiddels ben ik bijna vijf jaar verder en word ik nog dagelijks geconfronteerd met het leven in een rolstoel. Zoveel dingen die ik niet meer kan of anders moet doen. Voor altijd, en dat maakt het soms onverteerbaar. Wel heb ik mijn leven weer op de rit. Een ander leven dan dat ik vijf jaar geleden dacht, dat is zeker, maar ik kom er wel! Aimée Metselaar
We moeten leren
28
Inhoud
hun taal te verstaan, zegt Roelof Muis, teamleider bij de Nationale Politie, Landelijke Eenheid, afdeling Open Source INTelligence. OSINT speurt digitaal naar dreigingen. Niet voor niets is Roelof Muis ook toegepast taalwetenschapper. ‘Taal is de sleutel van alle gedachten, wensen, behoeften en ideologieën.’ H oe houd je vierentwintig uur per dag publiek beschikbare bronnen in de gaten?
Aimée Metselaar deed haar verhaal ook in het KRO-programma "Recht uit het Hart" van 20 november 2012 (terug te zien op "Uitzending gemist")
En verder...
Actueel: Misverstanden over ZSM > 10 De zaak > 13 Kortom > 20 ZSM-column: IJspret > 23 Organisatie > 24 Jurisprudentie > 31 Gespot > 32
OPPORTUUN | RELATIEMAGAZINE VAN HET OPENBAAR MINISTERIE | JAARGANG 19 | NUMMER 02 | februari 2013 Opportuun wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het magazine verschijnt twaalf keer per jaar. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. Abonnementenadministratie Wijzigingen? Stuur de adresdrager met de aangebrachte wijzigingen naar het retouradres, of e-mail de wijzigingen naar
[email protected]. Redactieadres Openbaar Ministerie, Parket-Generaal, afdeling Communicatie, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Eindredacteur Pieter Vermaas, 070 - 3399840 of
[email protected]. Plaatsvervangend eindredacteur Thea van der Geest, 070 - 3399825 of
[email protected]. Foto omslag Robin Utrecht Bladformule en vormgeving Kris Kras Design Druk Tuijtel Oplage 8800
Opportuun 2 - februari 2013 - Inhoudsopgave | 5
Bart Nieuwenhuizen:
‘Bescherming van lijf, eer en goederen; dat is universeel’
Hij wil coldcasezaken en de aanpak van kinderporno, gewelddadige vermogenscriminaliteit en criminele jeugdgroepen op een hoger plan. Interview met hoofdofficier Bart Nieuwenhuizen, programmamanager High Impact Crime. ‘Als het fikt, moeten we over de fast lane.’
MISDAAD
Bart Nieuwenhuizen, programmamanager High impact crime
WAAR IEDEREEN VAN WAKKER LIGT ‘Mensen denken, “jaja, High Impact Crime, da’s allemaal prachtig, maar dat doen we al tweehonderd jaar.” Nou, dat klopt. Bij ZSM en bij de aanpak van ondermijning trekken we op met anderen. Maar bij HICzaken – moord, doodslag, verkrach ting, overvallen – pakken we zelf onze klassieke positie en taak: de afschrikwekkende werking van het strafrecht. Doen we inderdaad al tweehonderd jaar. Alleen het is wel goed dat we dit programma hebben. We willen een versnelling aanbren gen in de resultaten die we willen boeken, dat is natuurlijk het hele eiereneten.’
zo’n Engelse term jammer. HIC betreft alle vormen van criminali teit die een hoge invloed hebben op de veiligheidsbeleving van burgers. Het vraagt om alertheid en aan dacht bij het OM. Want: iedere nacht één auto in brand in Amsterdam, zal niet veel Amsterdammers een zorg zijn. Maar iedere nacht een auto in brand in Berlicum, daar ligt heel Berlicum wakker van.’
Je zei: we doen het al 200 jaar. Dát, in combinatie met die term, doet bijna vermoeden: oude wijn in nieuwe zakken? We willen die oude wijn niet zozeer in nieuwe zakken stoppen, maar op Bart Nieuwenhuizen wil het niet een kwalitatief hoger plan brengen. ingewikkelder maken dan het is. Aan de vergadertafel in het Bossche Voor moord, doodslag en verkrach ting hébben we al instrumenten Paleis van Justitie (‘van buiten een ontwikkeld om dat op een hoger mooi gebouw, van binnen erg onpraktisch’) geen weidse beschou plan te brengen. Denk aan de TGOwingen of juridisch gekneuter op de gecertificeerden (Team grootscha lige opsporing - red). Je moet certi vierkante centimeter. Geen poeha ficaten hebben behaald om voor de hoofdofficier met halflang haar. Vaak lacht de HIC-programma bepaalde strafzaken te mogen manager. Dan echo’t de longontste doen. Denk aan de komst van king die hem onlangs velde, nog na. FO-officieren (forensische opspo ring) en kwaliteitsofficieren. Alles, kortom, waarmee na de “High Impact Crime” – wie verzint Schiedammer parkmoord de kwali zo’n term? Geen flauw idee. Ík in elk geval niet. teit is verbeterd. Denk ook aan de We wonen in Nederland, dus ik vind Centrale Toetsingscommissie en
6 | Naam artikel - Opportuun 4 - mei 2010
toestemming via het College bij de inzet van zware opsporingsbevoegd heden - dat is ook een kwaliteitsslag die we hebben gemaakt. Tegenspraak, noem maar op. Maar op een aantal thema’s – kin derporno, criminele jeugdgroepen, gewelddadige vermogenscriminali teit en cold cases wil het HICprogramma sneller dingen voor elkaar krijgen. Kijk naar overvallen, daar hebben we - ook de taskforce natuurlijk – weten te bereiken dat de bestrijding van dat soort criminali teit is verbeterd: de pakkans, de oplossingspercentages, de afdoe ning. Het gaat om onze snelheid en alertheid: kunnen we een “radarsy steempje” ontwikkelen, waardoor wij gemakkelijker ontdekken dat bepaalde criminaliteit extra aan dacht behoeft? Kunnen we dat? Dat is moeilijk. We hebben daarvoor een aantal hoogleraren en anderen benaderd, en die hebben uit de doe ken gedaan wat je daarvoor zou moeten doen. Dat is: veel informa tiesystemen aan elkaar koppelen en dat dan analyseren – en dan zullen er nog steeds zaken onder de radar door vliegen. Het is ook bewustwor ding. Neem bijvoorbeeld dat Utrechtse jongetje dat zogenaamd
Opportuun 2 - februari 2013 - Interview | 7
door een leraar in elkaar zou zijn geslagen. Twee agenten sprongen direct in de auto en hielden de man op heterdaad (dus daar was geen officier voor nodig) op school aan. Ze namen hem mee naar het bureau en wilden dat ZSM laten afdoen. Nou, d’r had maar net iemand van ZSM gezeten die denkt: “Nou, 250 euro afdoening vind ik wel mooi” en zo’n leraar had maar net gedacht: “Wat een gezeur. Ik betaal maar, dan ben ik d’r direct van af.” Dan had niet alleen de politie maar ook het OM het boetekleed kunnen aantrekken. Maar hier zat gelukkig een parket secretaris die dacht: “Wacht even, dit is toch niet helemaal goed. Hier komt gedonder van. Dat gaan we dus niet ZSM afdoen.” Dus, alertheid is ook nodig, dat we dat met elkaar hebben. Maar het is mogelijk om een technisch systeem te bouwen, om ook pieken in bijvoorbeeld social media te meten en te zeggen: verdo rie, dat zou wel eens van belang kunnen zijn, daar moeten we extra aandacht aan geven. Hebben we die mensen nu al binnen het OM? We hebben er wel een paar, en we hebben bij de politie wel analisten die kunnen zoeken in databases, als die dadelijk ook beter aan elkaar geknoopt kunnen worden. Het is allemaal ingewikkeld om dat te kun nen ontdekken. En we hebben natuurlijk – heel simpel en plat – de wijkagent. De politie heeft daar altijd de mond van vol: dat zijn de ogen en de oren van de politie op straat. En dat ís ook zo, maar die zal alert moeten zijn en dan het OM moeten vertellen: “Vrienden, luister: er is hier slechts een ruit ingegooid, maar dat is wél om een homostel weg te pesten.” Dat soort informatie moet wel aan elkaar geknoopt wor den. Over Engelse termen gespro ken: dat noemen we dan het “early warning system”. Hm, ik noem het het radarsysteem. Een systeem dat gevoelige zaken aan ziet komen vlie gen en luistert wat daarover in de samenleving speelt. Dan komt die social media om de hoek kijken. Dat helpt ook voor een assertief com
municatiebeleid. Als je af en toe toch hoort hoeveel nonsens er op de radio verkondigd wordt over het optreden van het OM! En wat doen wij dan? In het maximale geval gaan we dan de volgende dag vergaderen of we daar ja of nee een persberichtje over zul len uitsturen. Zo’n Bram Moskowicz! Die hoort Pauw & Witteman over een bepaalde strafzaak onzin leuteren, en die belt op. Dan komt hij, als een deus ex machina, live de uitzending in. Dat zouden wij ook kunnen doen. Zo zouden wij ook veel sneller kun nen reageren op Twitter of Facebook of wat dan ook. Dat kán.
‘Dit is de criminaliteit van de recht vaardigheid en de onrechtvaardigheid. Ja, daar ga ik harder voor lopen’ We focussen wel erg op beleving, hè? Het prachtigste voorbeeld daarvan vind ik altijd: als je in een villawijk je surveillance verdubbelt, zegt de ene helft van de bewoners: “Fijn dat er zoveel politie tegenwoordig in onze wijk te zien is. Dat geeft mij een veilig gevoel.” En de andere helft zegt: “Waarom rijdt er ineens zoveel politie door de straat, ik word er onrustig van.” Haha. Ja, zoek het maar uit! Die beleving is echter slechts een onderdeel. Ik vind dat wel interes sant en daarom zit ik dat zo te onderstrepen. Maar bij die priori taire thema’s – kinderporno (waar we een achterstand hebben in te lopen), vermogenscriminaliteit, cold
cases, criminele jeugdgroeperingen - moeten we ook kernprestatie-indi catoren halen. Harde doelen halen. Waarbij het best ingewikkeld is een relatie te kunnen leggen tussen onze inspanning en het resultaat. Zorgt beleving niet voor een verschuiving? Als het Telegraafkoppen kan opleveren, moeten we tegenwoordig opletten. Ooit was het wetboek het kompas, en vonden we het mooi om beleving en emotie er buiten te houden. Mag het een gezonde mix van allebei zijn! Dat doen we binnen HIC ook door “slachtofferzorg” als rode draad door die prioritaire thema’s heen te vlechten. Dat vereist ook maatwerk, want het ene slachtoffer is het andere niet. En ja, dat is óók vaak gebaseerd op emotie. De een zal het worst zijn dat er bij hem is ingebro ken. Schudt het van zich af, loopt weer door, en vindt de brieven van justitie allemaal “gedoe eromheen”. En ander zegt: “Ik heb al drie weken niks gehoord van het OM, hoe kán dat nou?” Die gezonde mix geldt ook voor hoe je requisitoir er uit moet zien. Is dat alleen een verhaal voor de rechter, of heb je het ook tegen de verdachte, of ook voor het publiek? Nou, verrassend antwoord: voor alle drie. Dat is ook logisch, want zo kun nen ook beter uitleggen waarom we dingen wel en niet doen. Mijn erva ring is dat ons uitleggen juist heel veel krediet oplevert. Bij de wat kleinere delicten moet het met ZSM allemaal snel. Nu, met HIC-zaken, moet het ook weer snel. Tja… Dat moet niet snel. Dat moet vooral zorgvuldig en klassiek. Maar, kunnen wij in specifíéke zaken, er snelheid in aanbrengen? Zonder dat we elke keer voor die ene strafzaak met de politie, met de rechtbank, specifieke afspraken moeten maken om te zor gen dat het snel kan. Mag er – helaas weer een Engelse HIC-term – een fast lane liggen? Waarover je echt alleen maar rijdt als het fikt. Dat kan ook de veiligheidsgevoelens van de burgers gunstig beïnvloeden. Dat heeft ook te maken met de geloof
waardigheid van ons OM. Niet om ons imago te verbeteren, daar gaat het niet om. Maar om de samenle ving beter te bedienen; dat wij – nou ja, de bekende termen – “zichtbaar, merkbaar en herkenbaar” zijn. Met andere woorden: als wij die twee jonge brandstichters die elke avond in Berlicum die auto’s in de brand steken, oppakken, mogen die jon gens dan alsjeblieft ook zo snel mogelijk op zitting staan? Zodat de Berlicummers de interven tie van het OM “snel” ervaren en weer beter slapen? Fast lane, is dat vervolging of ook opsporing? Wat mij betreft de hele keten. Het lijkt een beetje op de aanpak van de top-600 in Amsterdam. Die is verant woordelijk voor tachtig procent van high impact crime: overvallen, straatroven of woninginbraken. Die hebben ze daar op de korrel en die krijgen de full treatment, tot en met de rechtbank Amsterdam. Jeugdzorg, de GGD, de Reclassering, de politie - íedereen weet: hé, dit is er een van de top 600, die krijgt een bijzondere aanpak. Fast lane lijkt daar op. Dít nu even met voorrang, want dít heeft impact op wat burgers voelen, en die zijn ook nieuwsgierig hoe dat afloopt. We hébben snelheid al “ingebakken” in de wet: zit iemand voor een zwaar delict in voorarrest, dan dwingen de termijnen al dat het redelijk snel op zitting moet staan. Een moordenaar staat toch gemid deld binnen zes maanden op zitting, dat is vergeleken met het buitenland enorm snel. Maar mogen zaken met high impact met extra voorrang? Als over de verdachte van de moord op Marianne Vaatstra een reclasse ringsrapport of een Pieter Baan Centrumrapport moet worden geschreven, dan vinden we dat toch met zijn allen een andere verdachte dan een verdachte die wat woningin braken heeft gepleegd in weet ik veel waar? Dát gevoel moeten we er ook bij hebben. Heb je binnen je parket mensen gelabeld tot “fast laners”… Nee, zo werkt het niet.
… die net als bij de politie zo in een TGO geschoven kunnen worden, een fast lane team? Nee, het is “het rode vlaggetje”. Dat wordt binnen bepaalde parketten ook nu al gehanteerd. Maar nu dus in de hele keten en in de hele afdoening: bij politie, bij ons, bij de rechtbank. Ook het uitwerken van het vonnis door de rechtbank, als er appèl wordt aan getekend. Ook het ontvangen van dat appelvonnis door het gerechtshof en de actie die dan onmiddellijk wordt ondernomen door het ressortsparket. Dat alles bij elkaar maakt dat we het vrij snel kunnen afwerken. Hoe valt het op de werkvloer als mensen te horen krijgen: je moet nu over de fast lane en HIC-achtig gaan werken? We zitten natuurlijk in zwaar weer. We moeten bezuinigingen, het is knijpen, de werkdruk is hoog. Ik merk het ook hier op dit parket: officieren, secretarissen en admini stratie zijn ongelofelijk aan het buf felen om de zaken voor elkaar te krijgen. En alle nieuwe laailichterij en nieuwerwetserij – zeg ik maar even plat – die er dan nog eens bij komt, daar hangen ze niet de vlag voor uit. Er moet dus een gevoel bij komen van: dit is nuttig, want dit helpt mij bij mijn werk, dit is goed voor mijn organisatie.
dan doe ik het maar? Of vind je het prettig daarvoor het vuur uit je sloffen te rennen? Nee, dat laatste natuurlijk. Ik heb zelf gevraagd of ik dit programma mocht gaan doen. Dít is de crimina liteit waar ik warm van word. Dít is de criminaliteit van de rechtvaar digheid en de onrechtvaardigheid. Ja, daar ga ik wel harder voor lopen, en heel veel officieren en secretarissen ook. Het werkt gewoon zo: als een mevrouw van 80 jaar in haar woning wordt overval len, dan vinden we dat met zijn allen toch nog erger dan een ener gieke man van rond de 40. Omdat het een kwetsbare groep is. Daarom vinden we kinderporno ook zo vreselijk. Dat kán niet. Terwijl, als je diep kijkt naar de kerels, meestal kerels, die dat soort crimi naliteit plegen, ja dat zijn gewoon zieke, zielige mensen. Vooral ziek.
Moet die stap voor een deel nog gezet worden? Ja. Maar nogmaals: HIC-zaken, dat is het klassieke OM-werk. Dat zijn de zaken waarvoor de meeste officieren en secretarissen officíér en secre táris voor zijn geworden. Waarvoor ze sinds jaar en dag het vuur voor uit de sloffen lopen. Maar het kan geen kwaad dat werk een extra impuls te geven. Die onderwerpen zijn ook gewoon politiek belangrijk. Door Veiligheid & Justitie aangewezen als criminaliteitsveld waarin ze verbe terslagen willen. Als daar het poli tieke primaat ligt, dan heeft het OM dat te volgen, zo zit de rechtstaat in elkaar.
Weer die focus op wat iedereen erg vindt. Komt daardoor de bestrijding van de meer onzichtbare “haal”-criminaliteit die de samenleving ondermijnt, niet in het gedrang? Daar zit altijd iets onevenwichtigs in. Maar we proberen die oneven wichtigheid er uit te halen door ons ook voor een groot gedeelte te laten leiden door criminaliteitsbeelden. We hebben nu sinds kort weer een nieuw Nationaal Dreigingsbeeld laten schrijven. Daarin heeft I-pol een aantal grote criminaliteitsvel den bekeken: ís er nu een dreiging, wórdt dat binnenkort een dreiging, of is het een blinde vlek? En op basis van de conclusies bepalen we óók onze strategie, dus die oneven wichtigheid proberen we er zo veel mogelijk uit te halen. Het wordt deels door de tijdgeest bepaald: wat we nu erg vinden vonden we 20 jaar geleden niet erg, en andersom. Maar universeel is toch wel integri teit van het lichaam. “Gij zult niet doden” is al heel oud, hè? Bescherming van lijf, eer en goede ren, dat geldt overal.’
Ben jij een hoofdofficier die zegt: ik moet dat programma leiden, dus
Tekst: Pieter Vermaas Foto: Robin Utrecht
Opportuun 2 - februari 2013 - Interview | 9
‘Ik denk dat snelheid juist een onderdeel van kwaliteit is’
‘ZSM is veel te duur ….’
Vijf misverstanden over de nieuwe werkwijze
De “eerste hulp bij onveiligheid” is duur, slokt capaciteit voor grote strafzaken op en is een aantasting van de arbeidsomstandigheden. Chris van Dam weerspreekt vijf misverstanden over ZSM. ‘Kijk eens naar wat de samenleving anno 2013 van ons vraagt!’ het LP of een andere landelijke club. We zullen De komende twee jaar is plaatsvervangend hoofdofficier van justitie Chris van Dam vrijge als OM geen geld meer over houden om op ie der parket ook nog een derde stroom – nu steld om de ZSM-werkwijze landelijk te im veelal de loopzaken – te verwerken. plementeren. Hij richt zich met name op de uniformiteit van de werkwijze. Want de plan ning is dat vanaf 1 juli alle ZSM-vestingen ze ZSM is naar mijn stellige overtuiging uiteinde lijk goedkoper, omdat we de zaken die niet af ven dagen, veertien uur per dag open zijn en gerond zijn weigeren, maar ook bijvoorbeeld er altijd een officier van justitie aanwezig is. omdat nagenoeg alle zaken betekend binnen Dát ZSM er is, is nu breed bekend. Maar over komen. We kunnen ongelooflijk veel wachttijd het wat en waarom heersen nog veel misver uit ons proces snijden en we realiseren ons standen. De belangrijkste: vaak niet hoeveel tijd en geld we alleen al kwijt zijn aan zaken die niks liggen te doen. 1. ZSM is te duur 'Juist omdat we moeten bezuinigen wordt ZSM Iedereen die zegt dat ZSM duur is moet zich hét werkproces voor tachtig of negentig pro afvragen wat het ‘oude’ systeem kost. Elke cent van onze zaken. Het andere deel gaat om OM’er weet dat strafzaken te lang bleven lig verdachten uit grotere onderzoeken of specia gen. Het WODC heeft eens uitgerekend dat listische zaken die direct naar de onderzoeks kant van een parket toevloeien. Of naar het FP, voor een gemiddelde zaak tien tot vijftien
10 |
maanden nodig is. Vaak zijn dan verdachten niet voorhanden, waardoor extra administra tieve handelingen én kosten moesten worden gemaakt. We nemen strafzaken op in admini stratieve systemen, ongeacht de vraag of we die zaken wel of niet willen hebben. Daar komt de officier soms pas de avond vóór de zitting aan de keukentafel achter. Juist door met dit nieuwe systeem aan de voorkant, bij binnen komst van zaken een beslissing te nemen, is een capaciteits- en kwaliteitsslag gemaakt. Door aan de voorkant van ons proces gebruik te maken van de wet OM-afdoening, zal het aantal zaken dat gedagvaard wordt fors afne men. Arrondissementsofficieren zullen minder vaak op een politierechterzitting (PR) staan. De ZSM-PR’en die er wel zijn zullen veelal gedaan worden door de assistent-officieren die zelf daarop hun zaken hebben gedagvaard. Ik zie dat nu al in de praktijk gebeuren, in Limburg, in Oost-Nederland. Minder dagvaarden is overi gens geen doel van ZSM, wel een logisch effect.'
2. Door ZSM is er minder aandacht voor de zware en complexe zaken 'Daar geloof ik nou helemaal niets van. De meeste regio’s organiseren een toegewijd ZSM-team dat het gros van de diensten invult. Zo’n team – van administratief medewerker
tot en met coördinerend ZSM-officier – be staat meestal uit zo’n vijftig mensen. Dan houd je gemiddeld genomen nog tweehon derd OM’ers over die ander werk kunnen doen. Inclusief de zware zaken. En dan zou je ook nog eens de berekening moeten maken hoeveel mensen er nu, in onze afdelingen standaardzaken en administratie met de min der zware en complexe zaken bezig zijn. Zal me niet verbazen als dat er meer zijn. Ik heb wel eens de indruk dat er een ander sentiment achter dit argument zit. Een ge voel, met name bij officieren, dat ZSM hen professioneel minder te bieden heeft. Het klinkt wat verheven, maar ik ben bij het OM gekomen om vooral de samenleving ten dien ste te zijn. Primair is mijn kompas: wat kan ik voor de buitenwereld betekenen. Daarom vraag ik al mijn collega’s binnen het OM: kijk nog eens in de scheer- of make-up-spiegel en stel jezelf de vraag: ben je bij het OM ge komen primair voor je eigen of ook voor een maatschappelijke behoefte? Op dit moment vraagt de samenleving om versnelling en kwaliteit aan de voorkant. Dat eisen we zelf ook als we in het ziekenhuis ko men, als we bij de klantenservice van wille keurig welk bedrijf aankloppen, als we bij de balie van een overheidsinstantie staan.
Opportuun 2 - februari 2013 - Actueel | 11
Allemaal zeer herkenbaar. Als wij als OM’ers alleen maar als medisch specialist in onze eigen specialistische praktijk willen spelen en niet de verantwoordelijkheid willen nemen om de EHBO te bemannen, dan tonen we ge zamenlijk te weinig verantwoordelijkheid.'
3. ZSM is alleen gericht op snel zaken afdoen, daardoor is er geen oog voor kwaliteit 'Ik begrijp de kritiek, maar ZSM gaat ook heel erg over kwaliteit. Minister Opstelten heeft de ambitie uitgesproken dat in het gros van de eenvoudige strafzaken binnen dertig dagen een afdoeningsbeslissing is genomen. Daar moet ZSM zeker aan bijdragen. Maar als het alleen maar om snelheid zou gaan, dan hadden we het misschien wel heel anders aan moeten pakken. Bijvoorbeeld door het CVOM enorm uit te breiden. ZSM gaat uitdrukkelijk ook over kwaliteit. In ZSM-verband komt dan vaak het begrip ‘se lectiviteit’ tevoorschijn. Wat daar in de kern mee bedoeld wordt is dat iedere zaak op z’n ei gen merites, in z’n eigen context wordt beoor deeld. Niet bij een winkeldiefstel alleen maar kijken wat BOS-Polaris zegt, maar vooral kij ken naar deze verdachte, deze zaak. Dat is bij 250.000 strafzaken per jaar wel bijzonder am bitieus. Maar om dat goed te kunnen doen heb je alle ketenpartners nodig, direct aan tafel. Dat is kwaliteitsimpuls 1. Verder heb je de be trokkenheid van onze zwaarste professional nodig: de arrondissementsofficier. Inclusief zijn of haar zittings- en onderzoekservaring. Kwaliteitsimpuls 2. En je hebt een aantal ZSMprofessionals nodig die een gereedschapskist vol met adequate, snelle afdoening beheersen, ook buiten het strafrecht. Kwaliteitsimpuls 3.
dat de buitenwereld moeite heeft om het on derscheid tussen ZSM en al langer bestaande fenomenen zoals snelrecht rond Oud en Nieuw te maken. Het draagt ook in de media bij aan het beeld dat het OM ten koste van de rechten van verdachten versnelt. Ook collega’s binnen het OM hebben die vrees, vinden het van belang dat we bepaalde minimum-garan ties in ere houden. Ik vind dat we máximumgaranties is ere moeten houden. Juist omdat de wet OM-afdoening ons zoveel mogelijkhe den biedt, moeten we de advocatuur uitnodi gen optimaal onze tegenspreker te willen zijn. Door hen zoveel mogelijk te betrekken bij het verdere ontwerp van ZSM, maar ook bij de af doening van concrete strafzaken. Als OM heb ben we in eerste instantie de verantwoorde lijkheid genomen om ZSM uit de grond te trekken, vooral samen met de politie. We zijn nu zo ver dat we niet verder kunnen zonder de betrokkenheid van vele andere partners, waaronder de advocatuur. Het ZSM-proces is verre van af: we zijn pas net begonnen aan de verdere doorontwikke ling. We zullen als OM moeten luisteren naar de terechte wensen van de advocatuur, de ad vocatuur zal ook zelf verantwoordelijkheid moeten nemen voor die veranderende samen leving. Inmiddels ligt er een intrigerend rap port van de commissie Wladimiroff waarin ik heel veel initiatief en verantwoordelijkheid aan de zijde van de advocatuur lees. Meer ingesto ken vanuit Salduz en aanstaande wetgeving over de aanwezigheid van de advocaat bij het politieverhoor. Maar vol betekenis voor ZSM.'
5. ZSM is een hype
'Dat dacht ik in het begin zelf ook, maar nu geloof ik dat niet meer. Ook gezien de reacties van de ketenpartners hoe ze met ZSM Ik denk overigens dat soms snelheid een be omgaan. ZSM wordt dé werkwijze van het OM langrijk onderdeel van kwaliteit is. Wordt een voor alle veelvoorkomende criminaliteit. Het zaak er echt beter van als deze maanden bij het OM zal straks nog maar twee werksystemen OM ligt te wachten op een beoordeling? We zul kennen: de haalzaken (strafzaken waar onder len in de snelheid vast een keer een juridisch zoek naar wordt gedaan) en ZSM. ZSMdetail missen, maar de pedagogische waarde medewerkers vinden de interactie met de van onze reacties zal er niet onder lijden.' keten op de ZSM-locaties fantastisch. Als we terug zouden gaan naar hoe we het deden verliezen we al dat enthousiasme. 4. ZSM is een aantasting van de Het is de focus verleggen naar wat er van ons rechten van verdachten gevraagd wordt door de samenleving. Het zal 'Ik hoor veel kritiek vanuit de advocatuur dat veel begrip opleveren. Burgers zijn blij als ze ZSM een inbreuk op de rechten van verdach ook ’s avonds kunnen bellen om geholpen te ten maakt. Met name de parate executie, het worden. Dat ben ik namelijk zelf ook.' direct mensen laten pinnen binnen de geslo tenheid van een politiebureau, leidt tot veel kritiek. Maar ook het niet beschikbaar zijn van Tekst: Thea van der Geest Foto: ZorginBeeld / Frank Muller voldoende dossierinformatie. Verder merk je
12 | Actueel - Opportuun 2 - febuari 2013
Onbegrijpelijk De motieven van de cokeslikker
Het nieuwe justitieel complex op Schiphol staat wat verloren in de polder, ingeklemd tussen de startbaan en de A4. Binnen deze muren komt alles bij elkaar: vreemdelingenbewaring, IND, huis van bewaring, marechaussee, rechtbank. Deze naar pas gelegd tapijt ruikende justitiefabriek ademt efficiency. Een van de lopende banden produceert uitspraken tegen bolletjesslikkers. Meneer W. is de vierde vanochtend; een forse man, gepakt met meer dan een kilo cocaïne in zijn buik. Het motief, zoals altijd eigenlijk: geld. "Op zich is het wel opvallend", zegt de rechter. "U woont hier in Nederland. U hebt een eigen bedrijf in computeronderdelen. Dat loopt niet goed, want het is crisis. En dan maakt een keuze die ik niet kan begrijpen. U wordt een aanbod gedaan, en u zegt dat u het tot het laatste moment niet wilde doen. Maar uiteindelijk doet u het toch. Waarom? Je gaat toch niet een feit plegen waar 12 jaar op staat en waar mensen zichzelf soms mee de dood injagen?" "Ik zit nu twee maanden in een cel en ik denk er ook vaak over na", zegt meneer W. "Hoe kon ik dit in godsnaam doen? Ik heb er onwijs veel spijt van. U ziet mij hier nooit meer terug. Ik word er elke dag mee gestraft."
"En als u vrijkomt ook nog", wrijft de rechter in. "Dan bent u iemand die is veroordeeld vanwege het smokkelen van een kilo coke. Als je met dit soort types in zee gaat… Het zijn boeven. Het interesseert ze geen moer of u hier nu zit, of dat u in het vliegtuig sterft." "Ja", zegt de verdachte, "dat weet ik nu ook". De rechter houdt demonstratief het reclasseringsrapport omhoog. "U heeft een blanco strafblad. En in dit rapport staan alle kruisjes links. Dat is opvallend. Dat is een man die niet zoveel problemen heeft. Ik zie hier mensen tegenover me die zitten te huilen. Ze hebben geen werk, hun kinderen hebben honger. Geen werk op Aruba of Curaçao, dat is geen feest. Ze zitten de hele dag op een autoband. Maar u bent een man met een driekamer-appartement en een bedrijfje. Ik begrijp het gewoon niet." Meneer W. vertelt hoe hij uiteindelijk zwichtte. Dat was toen hij op de Antillen een vuurwapen zag bungelen in het jasje van een van zijn opdrachtgevers. Toen besloot hij door te zetten. Op dit moment terugkrabbelen, wat zou er dan met hem gebeuren? In de rij voor de incheckbalie en bij de douane dacht hij de hele tijd dat hij in de gaten
werd gehouden, en tijdens de vlucht naar Amsterdam dacht hij maar één ding: als ik maar niet doodga. "Ik vind meneer geen typische bolletjesslikker", zegt officier van justitie. "Ik wil het daarom anders doen dan normaal." In plaats van de acht maanden onvoorwaardelijk die de richtlijn voorschrijft, eist ze acht maanden voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest van 67 dagen, plus een meldplicht bij de reclassering. "Bij een atypische verdachte hoort een atypische straf", vindt ook de rechter. "Maar welke? Wie treft het grootste verwijt? De sloeber die geen andere keus had, of iemand die massa's alternatieven had zoals u? Ik vind eigenlijk het laatste. Ik vind de officier buitengewoon coulant, en moet ik dat nu volgen? Daar staat tegenover dat een straf ook zin moet hebben. En ik zie niet in wat het voor zin zou hebben om u acht maanden op te leggen." Hij volgt de eis van de officier. "Vaarwel, zou ik zeggen. Niet tot ziens", zegt de rechter. En, als de verdachte de deur achter zich heeft gesloten: "Wij produceren voortdurend maatpakken aan de lopende band". Tekst: Lars Kuipers Illustratie: Guusje Kaayk
Opportuun 2 - februari 2013 - De Zaak | 13
“De impact in die kleine Drentse dorpen is groot. Ik had wel 50 slachtoffers. Scholieren die vastgebonden waren door mannen in bivakmutsen. Zij zijn in een klap hun onschuld en onbevangenheid kwijtgeraakt.” Rond middernacht verschijnen drie vermomde mannen in het casino van het Groningse dorpje Ter Apel. Capuchons en mutsen op. De één heeft een vuurwapen, de ander een mes. De derde heeft een moker. Daarmee versplintert hij het kassahokje. Bezoekers duiken achter een gokkast of vluchten door de nooduitgang. De kassamedewerkster kan niet schuilen voor het vallende glas en raakt bedolven. De overvaller eist geld. Ze geeft het. Daarna stompt hij haar hard in het gezicht. Het is 11 januari 2012. In het Drentse dorpje Schoonebeek is de eigenaar van de lokale C 1000 aan het afsluiten als hij in de winkel lawaai hoort. Hij kijkt op en ziet een man die een pistool op hem richt. Daarachter staat een man met een mes. Bivakmuts en capuchon op. De overvallers willen alleen groot geld. Ze dwingen hem naar achteren, naar het kantoor waar de kluis staat. Bij de kluis staat een derde figuur, in zijn handen een moker. Het is 20 januari 2012.
Overvallen op supermarkten
Officier van Justitie Debby Homans eiste 16, 12 en 9 jaar voor de daders
14 | Naam artikel - Opportuun 4 - mei 2010
Er zijn drie overvallers in de Albert Heijn in het Drentse dorpje Roden. Eén heeft een pistool, één een mes. Eén overvaller neemt de bedrijfs leider mee naar het kantoor en laat hem de kluizen openen. De twee andere overvallers dwingen bijna dertig vakkenvullers op de grond te gaan zitten in het magazijn. Ze binden de scholieren vast met duc-tape. Het is 20 februari 2012. Later zullen op het Drentse platteland nog drie overvalpogingen volgen. Eén slaagt. Uit de camerabeelden van de overval op het casino krijgt de politie via de CIE, een aantal bekenden in het vizier. Eén bovenregionaal team neemt de drie onderzoeken over. Debby Homans, officier van justitie van het Overvallen team in Groningen, krijgt de leiding.
Opportuun 2 - februari 2013 - Alles afwegende | 15
Er is inmiddels een bevel tot stelselmatige observatie van vijf verdachten. Daar komen in de loop van het onderzoek nog drie potentiële daders bij. Een observatieteam volgt en tapt ze. Debby Homans: ‘Het percentage overvallen op het platteland was heel laag en steeg in drie maanden ineens aanzienlijk. Door de overeen komsten in de uitvoering konden we de overvallen vrij snel bij elkaar brengen. Het doelwit “supermarkt” zagen we niet veel in Drenthe. Telkens drie daders met de combi natie: vuurwapen, mes, mokerhamer. Steeds was er een linkshandige, vermomde dader bij. Dit was atypisch. Overvallen zijn heel vaak impulsief. Bijvoorbeeld: iemand die in geldnood zit en drugs nodig heeft. Die loopt een winkel binnen met een mes en roept: “ik wil geld”! Soms worden ze eruit geschopt: “flikker op!”. Dat gebeurt ook. Dus het is niet altijd zo heftig als dit. We zien dit in het Noorden niet zo vaak.’
Vond u dit schokkender? ‘Ik vond dit schokkender, ja. Absoluut. Als je ziet hoe planmatig en berekenend ze te werk gaan. We konden ze volgen via de taps en opnameapparatuur in de auto. Je hoort wat ze belangrijk vinden als ze naar een supermarkt kijken. Hoe lang zijn de aanrijtijden van de politie? Zit er een tijdslot op de kluis? Hoe verlaten de mensen het pand bij sluitingstijd? Als er één persoon moet afsluiten, dan is dat mooi. Maar als er nog tien mensen binnen zijn, maakt dat ook niet uit: “We binden ze allemaal vast, al zijn het er twintig!”. Ze hebben geen idee wat ze een ander aandoen. Ze zijn alleen gericht op eigen gewin. Vaak kun je wel invullen wat een verdachte denkt, maar in deze zaak kregen we er duidelijk inzicht in, omdat ze zich onbespied waanden in de auto. Je hoorde letterlijk: “Ik kan nu eenmaal geen werk vinden, dus ik moet wel mensen overvallen. Ik ga net zolang door totdat ik gepakt word.” Dat vond ik schokkend.’
Impact ‘Én omdat er heel veel, heel jonge mensen, slachtoffer werden. Het waren gewoon nog tieners die een bijbaantje hadden. Sommigen zijn blijven zitten of gezakt voor hun examen. Hun onbevangenheid is weggeslagen. Het heeft zoveel impact gehad. Die kassamede werkster uit Ter Apel durft nog steeds niet naar haar werk. Misschien durft ze dat wel nooit meer. Of die man die vastgebonden zat, die hoorde de dader zeggen: “Zullen we hem
16 |
vastbinden of doodschieten?” Misschien zijn ze nooit van plan geweest om die man dood te schieten, we hebben het vuurwapen nooit gevonden. Maar dat je dat zegt, terwijl iemand vastgebonden zit en het in z’n broek doet van angst. En dan ook nog drie tegen één! Echt meedogenloos. De schok in die Drentse plattelandsdorpjes was enorm. Niet alleen bij de getroffen supermarkten, maar ook voor andere bedrijven, want wie wordt de volgende? Een supermarkteigenaar in het dorpje Peize heeft maandenlang bewaking ingehuurd.’ ‘Daarom heb ik een forse eis neergelegd, zestien jaar voor de hoofdverdachte. De dag na de zitting werd er in de krant geschreven: “een absurd hoge straf voor een zaak waarbij geen dode is gevallen”. Dat stoorde me wel. Ik had wel 50 slachtoffers waarvan sommigen voor jaren getekend zijn. Hoe zou je dat moeten wegen: is één dode meer waard dan 50 getraumatiseerde mensen?’
De bewijslast lag in deze zaak moeilijk, met zeven overvallen en zeven verdachten. ‘Het was een spannend opsporingsonderzoek. Vanuit het allereerste onderzoek naar de
overval in Ter Apel lag er informatie van de CIE over deze daders, maar daar kun je bewijstech nisch niks mee. Dus je moet bewijs verzame len. Eén van de hoofdverdachten uit Emmen was een goede bekende. Een moeilijk te volgen persoon. Het was lastig om hem te observeren, lastig om taps aan te sluiten. Deze lui wisselen iedere week van telefoon of prepaid kaartje. Dus als je ze wilt afluisteren kost dat tijd. Je kunt de familie tappen en als de verdachte zich dan telefonisch meldt, heb je een nummer waarmee je kunt werken. Maar in de tussentijd gingen de overvallen wel gewoon door! De veiligheid van burgers heeft wel de eerste prioriteit. En het risico op nieuwe strafbare feiten blijft. Dat was steeds het dilemma. We konden ze wel oppakken, maar er was onvoldoende bewijs om ze vast te houden. We wilden het onderzoek niet stuk laten lopen. Als zij er achter kwamen dat wij ze in de gaten hielden, zouden ze zich rustig houden. Dan losten we de zaak nooit op. Bovendien wisten we dat de verklaringsbereidheid van deze figuren nihil was, dus we hoopten op een heterdaadsituatie. Bij heterdaad kunnen ze er niet onderuit om te verklaren. En hopelijk praten ze dan ook over andere zaken.’
Het observatieteam volgt de bewegingen van de verdachten. Ze zien Joel, met Sejan, Bernando, Kevin of Mike in twee weken tijd, zes keer op pad gaan in vier provincies. Ze rijden door dorpen in Groningen, Drenthe, Friesland en Overijssel. In het donker stoppen ze bij supermarkten in plaatsjes als Klazienaveen, Noordwolde, Steenwijk of Eelde. Ze observeren supermarkten. In Gieten gaat Kevin binnen kijken. Terug in de auto brengt hij verslag uit aan Sejan en Bernando: “Er is één vulploegleider, er zijn camera’s in elk gangpad en boven elke kassa.” Ze bekijken de uitgangen en hoe het personeel de supermarkt verlaat. Ze bespreken dat ze een Fiat Cinquecento moeten stelen. Dat ze uit de bosjes zullen springen, vlak voor sluitingstijd. Jammer dat de winkel al om acht uur dichtgaat. Ze hopen dat er dertigduizend euro in de kluis zit. Ze moeten wel tie-rips gebruiken. Sejan vraagt of hij de bedrijfsleider met een gun op z’n bek moet slaan. Het maakt Bernando niet uit, dan hoeft hij hem ook niet vast te binden. Dan zien ze de bedrijfsleider aan de voorkant het pand verlaten. Kevin, Sejan en Bernando zien af van de overval. De voorkant is té goed
‘Zet gezamenlijke aanpak door’ ‘2012 kende 1982 overvallen, veel minder dan verwacht. Oplossingspercentages stijgen. Strafhoogtes ook. Een compliment aan ieder een die daarbij betrokken is: politie, OM, gemeenten, reclassering, departement, bedrijfsleven en burgers.’ Dat zegt Frans Pommer, landelijk officier High Impact Crime. Maar Pommer vindt elke over val er een teveel. Het aantal woning overvallen daalt minder snel, en nog veel overvallers vallen in herhaling. Ook bij de zware, meer georganiseerde overvallen en ram- en plofkraken, acht hij meer grip nodig. ‘Hoe we dat willen doen? Bij woningoverval len analyseren we zowel aan dader- als slachtofferkant: wie overvalt waarom wie? We sluiten aan bij preventieve maatregelen van private partners en burgers. De inzet van social media wordt verstevigd, zowel voor opsporing als in het kader van burger participatie. We hebben een toolbox Persoonsgerichte Aanpak laten ontwikkelen waarin alle keten
partners instrumenten aantreffen voor een aanpak op maat, gericht op tegenhouden, de juiste interventie en recidivebeperking. In het “zwaardere segment” hebben we de aanpak van plof- en ramkraken en van de zwaarste categorie overvallen geïntensi veerd, en zoomen we in op de criminele sociale netwerken die daar actief zijn of wapens en voertuigen leveren. Forensic intelligence wordt steeds vaker ingezet. Internationale contacten zijn geïntensiveerd. We werken samen met banken, geld- en waardetransporteurs en geldinstellingen. Met de detailhandel, de juwelenbranche, horeca en benzinestations is nauw contact, ook om barrières op te werpen. Laten we de aanpak uitbouwen en nog meer aan de voorkant te komen: een steviger persoonsgerichte aanpak op de juiste doel groep; versterking van de intelligence; blij ven inzetten op preventie, en intensiever het zware segment aanpakken. Gezamenlijk. Dan trekken we in 2013 de positieve lijn door.’
Opportuun 2 - febuari 2013 - Alles afwegende | 17
verlicht en bovendien hebben ze liever een andere winkel die wel om 21.00 uur sluit.
Knielen in de bosjes Debby Homans: ‘We volgden elke beweging, elk gesprek. En toen we dachten dat we ze onder controle hadden, was er plotseling een overval in Winschoten. ’s Ochtends. Die hebben we helemaal niet zien aankomen, er was geen enkele aanwijzing voor. Ze reden altijd tegen sluitingstijd in de provincie rond en met het observatieteam waren we daar op ingericht. Ze moeten daar geweest zijn, dat begrijp ik nog steeds niet. Het past niet in het plaatje, ze reden nooit zomaar ergens naartoe. Het is uiteindelijk wel goed afgelopen, maar die overval in Winschoten is ons wel ontgaan. Toen begon het onderzoek te kraken, ook bij de leiding. Er zijn nog strakkere afspraken gemaakt met de observatie- en arrestatie teams: “Wat zie je precies en wanneer grijp je in? Als je ze heel vroeg in de ochtend ziet rijden, op weg naar een supermarkt in de provincie, wat doe je dan?” We hebben 24-uurs bezetting op de taps gezet. Het heeft veel capaciteit gekost. Uiteindelijk kwam toen toch de heterdaadsituatie in Sleen.’ In de nacht van maandag 23 op dinsdag 24 april ziet het observatieteam allerlei bewegin gen. De BMW en Twingo die ze volgen, rijden heen en weer. Om half zes ’s ochtends komen drie mannen uit het huis van Sejan. Om 6 uur zien ze die BMW bij de Albert Heijn in Sleen staan. Mannen met bivakmutsen knielen in de bosjes bij de personeelsingang. Om twee over zes rennen ze naar de BMW. Ze stappen in en rijden hard weg. Tien minuten later arriveren de drie mannen bij het huis van Sejan. Een uur later valt het arrestatieteam binnen. Sejan, Kevin en Mike proberen te vluchten via het balkon aan de achterkant. Het arrestatie team pakt in totaal zeven verdachten op voor zeven overvallen, in Ter Apel, Sleen, Schoonebeek, Roden, Dwingeloo, Winschoten en Gramsbergen. De groep wordt ook gekoppeld aan een poging tot afpersing in Kerkrade, een inbraak in een café en een brandstichting in opdracht, in Emmen. Homans heeft drie hoofdverdachten voor de overvallen en vier meelopers in hechtenis. Ze zwijgen. Tenminste, ze zwijgen over hun eigen aandeel en beschuldigen elkaar. Homans: ‘Dat maakt de bewijslast moeilijk. In eerste instantie ontkenden ze allemaal. Vervolgens, als één verdachte iets prijs gaf, wezen ze naar elkaar: “Hij was er ook bij, dat heeft hij me zelf verteld”. Daarom heeft de rechtbank Orhan uiteindelijk vrijgesproken voor de overval in Ter
18 | Alles afwegende - Opportuun 2 - febuari 2013
Apel. Sejhan wees hem aan, maar pas nadat Orhan hem had beschuldigd. Hoe geloofwaardig is zo’n verklaring dan nog? Terwijl ze er, volgens mij, allemaal bij waren! Maar je moet realistisch zijn. We wisten zéker dat we voor al deze zaken met deze groep goed zaten. Maar het is moeilijk te bewijzen wélk poppetje, in wélke bivakmuts, bij wélke overval zat.’
Mercedes. Dan denk ik: hoe ben jij hier in verzeild geraakt? Onvoorstelbaar. Dat is dan toch voor de kick.’
De rechtbank weegt de jonge leeftijd en de resocialisatie van de daders mee. Deze jongens mogen niet voor het leven getekend worden. Ze moeten nog een kans krijgen.
Uit opgenomen gesprekken, aangiftes en verklaringen van getuigen, gevonden kleding, financiële transacties en verklaringen van de verdachten construeert Homans de aanklach ten. Ze eist tegen drie hoofdverdachten zestien, twaalf en negen jaar onvoorwaarde lijke gevangenisstraf. Voor de “meelopers” eist ze straffen die variëren van tweehonderd dagen jeugddetentie tot vijf jaar gevangenis straf, met voorwaarden en toezicht. Daarnaast legt ze de hele groep, op één verdachte na, “deelname aan een criminele organisatie” ten laste.
‘De jeugdige leeftijd… Dat kan zo zijn. Het is een ander verhaal als een dader volledige openheid van zaken geeft, inzicht toont, berouw toont. Als hij zegt: “Zo kan het niet langer, waar ben ik mee bezig, ik wil er aan werken om te verande ren”. Maar deze jongens liggen hier niet wakker van, ze gaan uit van hun eigen belang. Ze ontkennen tegen de klippen op, om ermee weg te komen. Dan zijn er voor mij weinig straf -verminderende omstandigheden waar ik rekening mee kan houden.’
‘Steeds speelde
Homans heeft in vier zaken hoger beroep ingesteld. Ze vindt de strafmaat niet goed onderbouwd. ‘Dezelfde Rechtbank Assen heeft eerder dit jaar voor één overval op een bank, zes jaar gevangenisstraf opgelegd. In deze zaak gaat het om zeven overvallen, een criminele organi satie, gijzeling en recidive. Dit is dan negen jaar. Dat snap ik gewoon niet. Voor een overval op een bedrijf eisen wij 24 maanden. Je krijgt een hogere straf als je dat met meerdere mensen doet. Met een wapen: straf erbij. Als je recidi veert: straf erbij. Als je mensen gijzelt: straf erbij. Dan zit je volgens onze richtlijnen op vijf jaar per feit. Er zijn zeven feiten. De hoofddader heeft negen jaar gekregen: een enorme kwantumkorting! Een verwijzing naar zijn jeugdige leeftijd en het uitzicht op resocialisatie vind ik gewoonweg onvoldoende. Toen hij de overvallen pleegde had hij er net twee jaar opzitten! Toen was hij ook al jong en hadden ze hem ook al gematst!’
het dilemma: ingrijpen of niet?’ De rechtbank Assen volgt de officier niet op alle punten. De straffen vallen veel lager uit: twee hoofdverdachten krijgen negen en zes jaar onvoorwaardelijk. De derde hoofverdachte wordt wel veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie, maar niet voor zijn aandeel in de overvallen. Hij krijgt een straf, gelijk aan het voorarrest en mag gaan. De vier jonge daders krijgen van tweehonderd dagen tot dertig maanden gevangenisstraf met voorwaar delijke tijd en toezicht van de jeugdreclassering. De rechtbank laat de jeugdige leeftijd van de daders sterk meewegen in het oordeel. Homans: ‘Eén dader was in de dertig, de anderen begin twintig. Die jonge jongens laten zich meeslepen door stoere praat. Die gingen mee om te kijken hoe de zaak erbij lag. Ze denken dat daar niks mis mee is: “Ik heb toch niks gedaan?” Ondertussen ondersteunen ze de voorbereiding van het delict. Zo’n Kevin, die had een fulltime baan, geen schulden, woonde bij z’n ouders. Hij had het prima voor elkaar. Maar hij kende Sejan van jongs af aan. En ineens gaat hij mee naar Kerkrade om een man een pistool op z’n hoofd te zetten en hem te ontdoen van z’n
Kwantumkorting
Toch, al met al, is Homans tevreden over de zaak, met name over de bewezenverklaringen. ‘Op zich is negen jaar mooi. En een veroordeling voor deelname aan een criminele organisatie voor een serie overvallen is in het Noorden nieuw.' Over een aantal elementen is ze niet tevreden: de vrijspraak voor het aandeel van Joel, de vrijspraak van Orhan voor ‘Ter Apel’, en de strafmaat voor de drie hoofddaders. ‘Maar goed,’ glimlacht ze, ‘daarvoor is er hoger beroep. We zullen zien…’ Tekst: Nanda Tulner / Foto’s: Henk Veenstra
Over Debby Homans – De Boer (36) Na een studie HEAO ging Debby Homans rechten studeren aan de Erasmus Universiteit. Tijdens haar afstuderen werkte ze als juridisch medewerker bij de Regionale Recherche in Rotterdam. In 2001 was ze klaar met haar studie strafrecht en twee jaar later stapte ze over naar het ressortparket van het OM in Den Haag. Weer twee jaar later verhuisde ze naar het OM in Groningen waar ze eerst parketsecretaris en later officier van justitie voor enkelvoudige zittingen werd. Daarna werd ze arrondissementsofficier. Debby Homans – De Boer is naast algemeen officier, speciaal belast met overvallen. 'Ik ben het vaste aanspreekpunt voor het aparte overvallenteam van de politie in Groningen. Zij komen in actie bij de grotere onderzoeken, de seriematige overvallen of straatroven. Dat werkt gewoon heel fijn. Korte lijnen, vaste officier, vast team. Je weet elkaar snel te vinden. Je weet wat je aan elkaar hebt, ik weet hoe zij werken en zij weten hoe ik in bepaalde zaken sta.' Debby Homans leidde in het Noorden als officier het eerste boven regionale overvallenteam in de serie over vallen op supermarkten op het Drentse en Groningse platteland.
Opportuun 4 - mei 2010 - Naam artikel | 19
kortom
Kijk voor meer actueel nieuws op www.om.nl
Campagne tegen identiteitsfraude In 2011 was vijf procent van de Nederlanders het slachtoffer van identiteitsfraude. Omgerekend zijn dat een paar honderdduizend mensen.
laat, moet dat niet zomaar doen. Om misbruik te voorkomen, is het verstandig erop te zetten dat het een kopie is, waar het voor afgegeven wordt en wanneer. Maak het burger servicenummer onleesbaar, zowel op het document als in de strook Steeds meer organisaties vragen cijfers onderaan, als het verstrekken om een kopie van uw paspoort, identiteitskaart, rijbewijs of verblijfs van het nummer niet wettelijk verplicht is. document. Bijvoorbeeld als u een huurcontract of telefoonabonnement “Laat u niet zomaar kopiëren”. Met dat motto voert het ministerie van afsluit. Er zijn mensen die misbruik Binnenlandse Zaken en maken van deze kopieën. U kunt dit Koninkrijksrelaties een campagne misbruik tegengaan. Wie ergens tegen identiteitsfraude. een kopietje van zijn paspoort, identiteitskaart of rijbewijs achter
Personen met een psychische stoornis of verstandelijke beper king krijgen, als onderdeel van de straf of bij de tenuitvoerlegging, geestelijke gezondheidszorg als dit nodig is voor hun resocialisatie en ter voorkoming van recidive. Dat kan variëren van de oplegging van een tbs-maatregel tot het opleggen van een voorwaardelijke sanctie met als voorwaarde dat betrok kene zich moet laten behandelen. Het wetsvoorstel dat dat regelt is door de Tweede Kamer aangeno men. Straks kan in elke fase van
Justitie-app Een onlangs gelanceerde app van het ministerie van V&J geeft informatie over onderwerpen als gevangeniswezen, criminali teitsbestrijding, cybersecurity, sanctiebeleid, jeugdcriminaliteit, preventie, politie, slachtofferzorg, crisis en rampenbestrijding, wetgeving, asiel en immigratie, TBS, terrorismebestrijding en nationale veiligheid.
Vernieuwing forensische zorg
De app ontsluit nieuws- en pers berichten uit de justitiële keten. Tweets en Facebook-berichten worden er getoond. Ook de hoogtes van boetes bij veel voorkomende overtredingen en contactgegevens van locaties van organisaties zijn via de app toegankelijk. De app ‘Min. VenJ’ is gratis te downloaden in de app stores voor Android en Apple.
het strafrechtelijk traject worden gekozen voor een behandeling in de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Zo kan de officier van justitie een afweging maken of strafrech telijke vervolging of de aanvraag van een zorgmachtiging op grond van de Wet Bopz een passende maatregel is. Daarnaast kan de strafrechter een zorgmachtiging afgeven als hij besluit de tbs niet te verlengen of geen forensische zorg oplegt. Daarmee wordt voorkomen dat directe terugkeer naar de samenleving leidt tot terugval in
gedrag en recidive. Verder wordt het mogelijk psychiatrische gegevens uit de reguliere ggz te gebruiken, zodat het voor rappor teurs toch mogelijk is zich over de psychische gesteldheid van weigerende verdachten uit te spreken. Elk jaar ontlopen tiental len verdachten de tbs met dwang verpleging omdat zij weigeren aan onderzoek mee te werken.
Financieel-economische criminaliteit harder aangepakt Bedrijven die de fout ingaan, kun nen straks een geldboete krijgen van ten hoogste tien procent van hun jaaromzet. Ook komen er hogere straffen voor witwassen en corruptie, en wordt misbruik van gemeenschapsgeld breder straf baar gesteld. Verder kunnen da ders van economische delicten die bij herhaling de wet overtreden een
zwaardere straf tegemoet zien. Dat staat in een wetsvoorstel dat het kabinet naar de Raad van State heeft gestuurd. Financieel-economische criminali teit kan het goede functioneren van de economie en van de financiële sector verstoren. De vastgoed fraude- en bouwfraudezaken van
de afgelopen jaren zijn daarvan voorbeelden. Om criminelen har der en effectiever aan te pakken worden de strafmaxima van de verschillende vormen van witwas sen verhoogd. Daarbij acht het kabinet het wegsluizen van de opbrengsten van mensenhandel en drugshandel in veel opzichten net zo erg is als het misdrijf zelf.
Flexibel cameratoezicht Gemeenten mogen mobiele camera’s inzetten om de openbare orde in de publieke ruimte te handhaven. Dat staat in een wetsvoorstel dat naar de Tweede Kamer is gestuurd. De maatregel ondersteunt de aanpak van tijdelijke, maar hard nekkige overlast door hangjonge ren, drugsdealers, straatrovers en
20 |
zakkenrollers. Gemeenten mochten tot nu toe alleen vaste camera’s plaatsen. Vaste camera’s worden gebruikt voor statisch en langdurig toezicht op plekken met een verhoogde kans op versto ringen van de openbare orde, bijvoorbeeld winkelstraten of uitgaansgebieden. Als tijdelijke inzet volstaat, ligt mobiel camera toezicht meer voor de hand. Een gebied waarbinnen mobiele
camera’s kunnen worden geplaatst of verplaatst mag niet groter zijn dan strikt noodzakelijk voor de handhaving van de openbare orde, bijvoorbeeld een plein of enkele straten. Borden moeten het publiek informeren over het toezicht met camera’s. De burgemeester trekt de gebiedsaanwijzing in als het cameragebruik niet meer nodig is.
Opportuun 2 - februari 2013 - KortOM | 21
Europese dag van het slachtoffer Wat is herstelrecht? En wat is de betekenis ervan voor het slachtof fer? Mediation of bemiddeling is een hot item in de strafrechtwereld en in de politiek. Op de Europese Dag van het Slachtoffer (22 febru ari) staat herstelrecht centraal tijdens het symposium van Slachtofferhulp Nederland. Namens het OM neemt procureurgeneraal Annemarie Penn-te Strake deel aan het programma. Het strafrecht is één van de laatste terreinen waarop mediation als manier van conflicthantering zijn intrede doet. Het nieuwe artikel 51h
Wetboek van Strafvordering biedt daarvoor wettelijk ruimte. Het roept politie en OM op om bemid deling in strafzaken te bevorderen en vraagt ook van de officier van justitie en de rechter om rekening te houden met de uitkomsten daarvan. Vorig jaar hield de rechtbank in Amsterdam samen met het OM een eerste kleinschalige proef met mediation in veelvoorkomende strafzaken zoals vernieling, bedrei ging en diefstal. Daders en slacht offers spraken voorafgaand aan de zitting met een professionele medi
ator. Dat leidde vaak tot goede onderlinge afspraken naast of buiten het strafrecht. De resultaten zijn aanleiding voor het OM om samen met de rechtspraak media tion naast het strafrecht verder te onderzoeken en meer pilots te houden.
Omgeslagen dubbel
‘Beluister telefoontaps met andere oren om te achterhalen hoe de geldstromen lopen. Datzelfde geldt voor het observeren van verdachten en hun omgeving. Je zult zien dat dit leidt tot nieuwe inzichten in de zoektocht naar crimineel vermogen.’
‘Ik sta verdachten bij, dat is mijn vak – en ik kan niet uitleggen dat ik de ene dag de verdachte bijsta en de andere dag tegenover die verdachte sta in de rechtszaal. Want victims participation betekent dat je vól overgave tegen de verdachte acteert… Ik doe dat niet: dan moet je een dubbele persoonlijkheid hebben.’ Geert-Jan Knoops, advocaat De Groene Amsterdammer, 9 januari 2013
Nationale Politie
Lokaal gezicht
‘In de jaren tachtig en negentig was er een maatschappelijke beweging die uitging van de politie als beste vriend en dat die pet ons allemaal past. Maar we zijn geen beste vriend. En ook geen vijand.’
‘Het is belangrijk dat de politieorganisatie haar wortels niet verloochent. Anders wordt zij een losse entiteit. Je hebt de burgers nodig, al is het maar voor de informatie. Je kunt dus niet zonder de wijkpolitie.’
Gerard Bouman, korpschef Nationale Politie Blauw, 19 januari 2013
Jens Højbjerg, nationale politiechef Denemarken Blauw, 19 januari 2013
22 | Omgeslagen - Opportuun 2 - februari 2013
Schaatspret Vorst maakt veel los bij mensen. Iedereen wil op de schaats en waar geen ijsbaan of vaart is, wordt naarstig gezocht naar een alternatief. In Oude Pekela had de gemeente een parkeerterrein onder water gezet. Op 16 januari kon er voor het eerst op worden geschaatst. En voor het laatst. Want in de nachtelijke uren reed een onverlaat met zijn auto de ijsbaan op. Het leek hem leuk wat te gaan slippen. Maar onder het ijs was nog een laagje water en het ijs was op het gewicht van de auto niet berekend. Weg gladde ijsvlakte, weg ijsplezier. Ervoor in de plaats kwam grote boosheid. Wie haalde het in zijn hoofd zoiets te doen. Er dreigde opstand in de oude Veenkolonie.
AFPAKKEN
Marianne Bloos, hoofdofficier van het Functioneel Parket Tijdschrift voor de Politie, jaargang 74, nummer 10/12
ZSM
Het bleek een jongeman van 19 jaar. Die werd aangehouden en bekende. Hij begreep wat hij fout had gedaan en dat hij de pret voor alle dorpskinderen vergald had. Zaakje voor ZSM. Gedachte één: een taakstraf in de buurt. Voorgelegd aan de politie. Negatief advies. ‘Dan wordt ie gelyncht’. De verhorende agent dacht aan een geldboete. Een stevige graag. Dat leek mij dan weer niets. Zou hij niet een bedrag aan de ijsvereniging kun nen doneren? Of is er niet iets met schade? Een ijsvereniging was er niet. De gemeente had wel schade. Er waren kosten gemaakt om de ijsvloer weer opnieuw aan te brengen. Daarbij waren ook veel vrijwilligers ingezet. Misschien dat we een iets hoger bedrag konden opleggen, zodat er – als de ijsbaan weer open was – voor ieder een koek en zopie aangeboden kon worden? Dat werd em. De verdachte werd door de politie voor het videoscherm gezet. Ik heb hem duidelijk gemaakt wat ik van zijn gedrag vond en gezegd dat ik wilde dat hij scha devergoeding aan de gemeente zou betalen. Dat wilde de knaap wel. Maar hij had geen geld. En zijn moeder beheerde zijn bankrekening. Dus tja. Dat werd lastig. Uiteindelijk lukte het toch. En zo geschiedde het, dat er in Oude Pekela weer geschaatst kon worden. Met koek. Met zopie. Zo Schaatsvriendelijk Mogelijk!
Jan Hoekman
Opportuun 2 -februari 2013 - Column | 23
‘In Rotterdam hebben wij het OM nodig’
De veiligheid in Rotterdam is in 2012 geste gen. Van een score van 7,3 in 2010 naar een 7,5 in 2012. In 2012 zijn er geen onveilige wijken, 2 probleemwijken, 14 bedreigde wijken, 13 aandachtswijken en 35 veilige wijken. De Veiligheidsindex 2012 gaat over de veiligheidssituatie in 2011.
Op bezoek bij de Directie Veiligheid, RIEC en Veiligheidshuis in de Maasstad
De stadsmarinier tegen “high impact crime”. Het Veiligheidshuis dat méédoet met ZSM. En het RIEC dat opbokst tegen ondermijning. OM-jargon, maar gebezigd in de directie Veiligheid van gemeente Rotterdam, het RIEC aan de Coolsingel en het Veiligheidshuis aan de Westzeedijk. ‘Pas toen we samen met politie, OM en fiscus alle informatie bij elkaar hadden gebracht, zagen we hoe groot de zaak was. Criminaliteit met verwevenheid tussen onder- en bovenwereld. Het ging niet om een eigenaar van zo’n vijftig pandjes met slecht onderhoud. Er was illegale onderver huur. Hennepkwekerijen. De eigenaar had ook een coffeeshop, en bestierde een dubieus uitzendbureau voor Midden- en OostEuropeaanse werknemers.’ Corine Duitman noemt de zaak als voorbeeld van een integrale casus die in RIEC-verband is aangepakt. Want zó ziet Duitman, waarnemend hoofd van Regionale Inlichtingen en Expertisecentrum (RIEC) Rotterdam, het graag. Samen “aan de voorkant” in de hele regio signalen verzamelen. Het OM dat info en kennis
24 |
Veiligheid organiseren
déélt. Daarna kijken wie het best kan optreden tegen ondermijnende criminaliteit. Als bijvoor beeld het strafrechtelijke traject lastig of lang is, dán kiezen voor fiscale terugvorderingen en bestuursrechtelijke maatregelen tegen illegale verhuur. Zoals hier tegen de “pandjesbaas”. ‘In dit geval was het niet het OM dat daarna in actie komt, maar het OM is in het voortraject wél heel belangrijk geweest. Het zwaard van vrouwe justitia is niet altijd het meest doeltreffend. Wel verschaft strafrechtelijke aanpak van grote zaken ons inzicht in de criminaliteit: de achtergrond; de oorzaak; de context; en de gelegenheidsstructu ren waarvan gebruik wordt gemaakt. Daarmee ontwikkelen we barrièremodellen. Daarnaast heeft het RIEC onlangs een bestuurlijke crimina liteitsbeeldanalyse (BCBA) gemaakt van investe
ringen in en gebruik van vastgoed in de Stadshavens Rotterdam. De BCBA biedt het bestuur inzicht, en maakt duidelijk welke instrumenten het bestuur heeft om –binnen de integrale aanpak- effectief op te treden. Ook in deze BCBA is een barrièremodel gemaakt waarin het proces, de overheidspartners, de gelegenheidsstructuren en de interventies staan.’ Typisch regio Rotterdam, of nationale trend? Hoe dan ook: de OM’er die de directie Veiligheid van de Maasstad bezoekt, waant zich op een beleids afdeling van een parket. Jargon als “High Impact Crime”, “Ondermijning”, “aan de voorkant”, “omgevingsgericht netwerken” en zelfs OM’s paradepaardje “ZSM” – het wordt aan de lopende band gebezigd door gemeentelijke veiligheidsbe vorderaars.
Top geeft voorbeeld Aan de Coolsingel geen cliché-ambtenaren. Het venster is gericht op “buiten” en burgers. Letterlijk. Bij directeur Veiligheid André Vervooren hangt aan de enige muur zonder raam een schilderij. Getiteld “Venster op Rotterdam”. En in de Maasstad koppelen ze daden aan die woorden. Vervooren, ooit een fietsende wacht meester bij de Rijkspolitie, wijst op zijn “Veiligheidsloket” dat klachten, brieven, tele foontjes in no time beantwoordt. Liefst telefo nisch. ‘Dat je binnen een week burgers terugbelt – je daarmee kwetsbaar opstelt en soms “nee”
De Rotterdamse veiligheidsaanpak bestaat uit een combinatie van een gebiedsgerichte en een persoonsgerichte aanpak. - De gebiedsgerichte aanpak richt zich op het verbeteren van de veiligheid in vooral de onveilige wijken. Dat gebeurt door toezicht, optreden (interventie) en handha ving, beheer en onderhoud en investeren in mensen en huizen. - De persoons- en fenomeengerichte aanpak is gericht op de belangrijkste dadergroepen: overlastgevende verslaaf den, criminele en overlastgevende jonge ren, geweldplegers en criminele illegalen.
verkoopt – dáár ligt de basis voor succes. Zij geven de overheid een gezicht.’ Het moet geen trucje zijn, waarschuwt de directeur. Het moet echt zijn en bovendien moet de top het goede voorbeeld geven. Dat voorbeeld ziet Vervooren bij de driehoek van burgemeester, politiechef en hoofdofficier. ‘Ook hoofdofficier Fred Westerbeke is bereid om bijvoorbeeld een jeugdofficier aan bewoners uitleg te laten geven over de gemaakte keuzes. Laatst, in Bloemhof, was er zelfs een rechter bij.’ Het past bij de Rotterdamse werkwijze van “Buurt Bestuurt”, waarbij ook wijkbewoners gaan over de prioritei
Esther Jongeneel van
Stadsmarinier Jur Verbeek:
het Veiligheidshuis:
‘Het eerste wat ik tijdens
‘ZSM-plus “aan de voor-
mijn bezoek aan afgestrafte
kant” leidt tot minder
overvallers zeg, is: “Ik kom
casusoverleggen “aan
namens de burgemeester.”
de achterkant”.’
Dat maakt indruk.’
Opportuun 2 - februari 2013 - De afdeling | 25
ten in hun wijk en de capaciteitsinzet van rechts handhavers. Zo’n zestien keer per jaar trekt de driehoek de wijk in. De zaaltjes in, waar sceptische wijkbewoners geen blad voor de mond nemen. Vervooren: ‘Die mensen schieten de burgemeester en hoofdoffi cier in de pauze ook rechtstreeks aan, dus we moeten tot op detailniveau de zaak hebben geregeld. Die bijeenkomsten zijn strak georgani seerd: iedereen is verstaanbaar, mensen krijgen het woord, én het wordt hen ontnomen. Alle besluiten van vorige bijeenkomsten worden gecheckt, zodat sceptische bewoners kunnen zien of groene vinkjes terecht zijn gezet.’ Dat burgers andere prioriteiten zouden hebben dan politie en justitie, bestrijdt Vervooren. ‘Die prioriteiten sporen wél, maar het vraagt wel om een vertaling in abstractieniveau.’ Afstand tussen gemeente en OM ziet Vervooren ook nauwelijks. ‘Áls het wringt, gaat het om het belang van openbare orde versus het belang van de rechts orde. Informatie-uitwisseling is vanwege privacy wetgeving wel eens moeilijk. Uiteindelijk komen we daar altijd uit. Als je weet voor wie je het doet, ontstaan vanzelf de oplossingen. Gezamenlijk. Zoals het OM het niet alleen kan, zo heeft de gemeente het OM weer nodig. Het Rotterdamse parket betrekt de gemeente er zeer bij. Vroeger was die afstand groot: als politieman zag ik destijds nooit een OM’er op het bureau. Dat is compleet veranderd. Tegenwoordig richt justitie zich op de noden van de stad. Zoals de hoofdoffi cier ook aan alle ketenpartners zijn zorgen heeft gedeeld over de aanzienlijke kortingen die het OM zullen treffen. De open manier waarop hij dat deed, werd gewaardeerd.’
ZSM-plus De directie Veiligheid houdt zich niet alleen op de Coolsingel bezig met beleid, vergunningverlening
voor evenementen en horeca, en bestuurlijke maatregelen. Zij schuift ook aan in het Veiligheidshuis aan de Westzeedijk. Veiligheidshuis-manager Esther Jongeneel: ‘Veelplegers, jeugd, huiselijkgeweldplegers en overvallers: op hen laten we een persoonsgerichte aanpak los via casusoverleg waaraan alle net werkpartners meedoen. Dat gaat vaak om moeilijke gevallen. Criminelen en patiënten. Daarom doen we het samen. Als het gemakkelijk was geweest had elke organisatie het wel zelf gedaan.’ Verrassend: het Veiligheidshuis omarmt de ZSM-aanpak. Binnen Veiligheidshuizen wordt de ZSM-afdoening wel gezien als concurrent die werk afsnoept. Jongeneel: ‘In Rotterdam wordt de ZSM-methodiek ook toegepast op de doelgroepen van het Veiligheidshuis. Daarbij worden de partners uit de netwerkomgeving van het Veiligheidshuis betrokken. Zodat er, naast de strafrechtelijke afdoening, ook direct gezamenlijk triage plaatsvindt op de complexe problematiek. Deze cases worden dan in de casusoverleggen in het Veiligheidshuis verder opgepakt. Binnen de ZSM-methodiek wordt de reguliere werkwijze toegepast, waarin politie, OM, kinderbescherming en reclassering samenwerken. Maar wij hebben van het Parket-Generaal toestemming gekregen voor een “ZSM-plus”-variant waarbij óók Bureau Jeugdzorg en de gemeente snel na een aanhou ding aanschuiven, en informatie vanuit zorg, onderwijs en bestuurlijke aanpak inbrengen. Daarmee kunnen we nog meer samen, snel en selectief zijn, want soms is het juist de gemeente die met zijn instrumenten en zorgaanbod goed alternatief kan inzetten.’ Die ZSM-plus variant omvat tot nu toe alleen de veelplegers en huiselijkgeweldplegers, vanaf maart ook de jeugd. De eerste resultaten zijn goed, ziet Jongeneel. ‘We doen nu meer zaken af aan de
voorkant. Het motto is: “ZSM+, tenzij complex…", dan pas naar een casusoverleg. We doen geza menlijk aan triage: wat kunnen we gelijk doen, en wat is zo complex dat het via het casusoverleg moet worden opgepakt. ZSM-plus “aan de voorkant” leidt tot minder casusoverleggen “aan de achterkant”.’ De kwaliteit van de gezamenlijke werkwijze kan nog omhoog, meent Esther Jongeneel. Ze wijst op de “maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast” (“Wet Overlast”), die gemeente en justitie veel bevoegdheden geeft. Omdat allemaal toe te kunnen passen moeten er “gemeentelijke interventiespecialisten” zijn die alle mogelijkheden overzien. ‘Denk aan gezinscoa ching en schuldhulpverlening die de gemeente inkoopt. Dat kan slim gekoppeld worden aan strafrechtelijke maatregelen. In het Veiligheidshuis moeten wij de officier van justitie goede munitie meegeven, zodat die de juiste bijzondere voor waarden kan eisen bij straffen en sepots.’
Overvallers bezoeken Terug op de Coolsingel, waar stadsmarinier Jur Verbeek binnenkomt. Stadsmariniers zijn veel in hun wijk, rapporteren rechtstreeks aan de burgemeester, en dragen dwars door ambtelijke verhoudingen en werkwijzen heen oplossingen aan. Verbeek is echter de eerste met een nieuwe taak: hij richt zich niet op een wijk maar op een thema: High Impact Crime. Overvallers, zo weet Verbeek uit onderzoek van criminoloog Cyrille Fijnaut, hebben vaak een lange “staat van dienst” en recidiveren vaak. ‘Er worden er steeds meer gepakt, de straffen gaan omhoog, en burgers en bedrijven doen aan preventie. Maar we proberen de overvallers uit de anonimiteit te halen. In 99 procent van de gevallen gaat het om jongeren. Met vaak meerdere problemen tegelij kertijd: licht verstandelijk beperkt; schooluitval;
armoede; problemen in het gezin. Het beeld dat het alleen maar harde criminelen zijn, klopt niet, en rechters weten dat. Daarom zijn zij er ook zo van gecharmeerd dat na de detentie andere organisaties (de sociale dienst, de GGD, woning corporaties) meehelpen om iets aan de “startkwa lificaties” van die jongeren te veranderen.’ Op jongens die onlangs wegens een overval (of drie andere misdrijven in de laatste vijf jaar) met politie en justitie in aanraking zijn geweest, wordt een persoonsgerichte aanpak losgelaten waaraan Verbeek meewerkt. De stadsmarinier bezoekt afgestrafte overvallers. ‘Het eerste wat ik dan zeg is: “Ik kom namens de burgemeester.” Dat maakt vaak indruk. We laten weten dat het wijkteam hen in de gaten blijft houden en kijkt of ze zich aan de voorwaarden houden, anders melden we het de officier van justitie. Gezamenlijk trekken we op. Zo kijkt de gemeente hoe het staat met de huisves ting, de dagbesteding en het onderwijs voor die jongens.’ Die manier lijkt aan te slaan. Van 24 jongens die op deze manier die door alle instanties zijn “beetge pakt”, hebben er maar twee gerecidiveerd. Ze moeten er dagelijks aan blijven trekken en sleuren, zeggen ze in Rotterdam. ‘Want het is een deksels moeilijke opdracht’, weet André Vervooren, om de resultaten in de Veiligheidsindex verder te laten stijgen. Álle 62 wijken naar minimaal een 6.’ De liefde voor de Maasstad helpt. ‘Ik ben er niet geboren, maar voel me hartstikke Rotterdams. Dagelijks hoor ik de trams piepen, en zie ik de evenementen voorbijtrekken. Dan wil ik het stadhuis uit, de straat op. Als ik die stad niet meer voel, kan ik beter iets anders gaan doen.’ Tekst: Pieter Vermaas Foto’s: Robin Utrecht
Corine Duitman van het RIEC: Het zwaard van vrouwe justitia is niet altijd het meest doeltreffend. Wel verschaft strafrechtelijke aanpak van grote zaken ons inzicht in de criminaliteit
26 |
Opportuun 2 - februari 2013 - De afdeling | 27
Het internet afstruinen naar informatie die personen met elkaar delen over dreigingen. Dat is de taak van het team Open Source Intelligence. Teamleider Roelof Muis: ‘Uit open datagegevens kunnen we aannames destilleren en een real-time dreigbeeld creëren.’
Opsporen via internet Interpreteren en voorspellen van dreigingen
De teamkamer staat vol computers en beeldschermen. Een handjevol mensen monitort het internet vierentwin tig uur per dag gericht op dreigingen tegen personen, objecten, diensten en evenementen. Roelof Muis, teamleider bij de Nationale Politie, Landelijke Eenheid, afdeling Open Sourse INTelligence, kortweg OSINT, legt uit wat het team doet: ‘We doorzoeken in opdracht publiek beschikbare bronnen op gedrag, activiteiten of informatie die personen of groepen met elkaar delen op potentiële dreigingen tegen personen, objecten, diensten en evenementen.’ Als voorbeeld typt hij de zoekopdracht “Wilders” in. Op het beeldscherm verschijnt een jaargrafiek van bijna een miljoen berichten. Het dataverkeer is gevonden via open bronnen als social media, reacties op nieuwsbe richten of internetfora.
Onderzoeksvraag In januari 2011 is Open Source INTelligence van start gegaan bij het toenmalige KLPD. Zij onderzoeken met name de thema’s die de Nationale Politie voor de komende jaren belangrijk vindt. Patroonherkenning, afwijkingen- en dreigingsdetectie staan centraal. OSINT verkent recentelijk de thema’s mensenhandel en mensensmokkel. In de toekomst worden deze onder werpen uitgebreid met andere thema’s op de Nationale Intelligence Agenda, denk hierbij aan overvallen, maar ook aan samenwerkingsverbanden met andere (bijzon dere) opsporingsinstanties. Op het ogenblik verwerkt OSINT een goede zeshonderd verzoeken per jaar, variërend van toezicht op geplande nationale of regionale evenementen tot het ondersteu nen van opsporingszaken. Bij elke opdracht is de vraag wat het probleem én de omvang is. Want hoe gerichter de vraag, hoe beter het
28 |
antwoord. Een generieke vraag is alleen te beantwoor den met een generieke reactie, aldus teamleider Muis.
Taal als DNA De basis van alle toezichts- en opsporingstaken van OSINT begint bij taal. Wil je bijvoorbeeld het thema “Overvallen” onderzoeken, dan zoekt OSINT eerst naar woorden die verband hebben met het thema. Wat zijn de synoniemen die gebruikt worden door slachtoffers en daders? Welke termen worden gebruikt in hun commu nicatie? Het onderzoek richt zich in eerste instantie op speciale codes, termen en jargon. In de loop van de tijd worden die weer aangepast aan de dan gangbare termen. Bekende voorbeelden zijn “popo” voor politie en “pipa” voor wapen. Muis: ‘We moeten leren hun taal te verstaan.’ Niet voor niets is Roelof Muis ook toegepast taalwetenschapper. ‘Taal is de sleutel van alle gedachten, wensen, behoef ten en ideologieën.’ Voorlopig richt OSINT zich op taal, maar het is ook volop bezig met methoden en technieken die het zoeken van audio- en beeldmateriaal op het internet op basis van geluid en beeld mogelijk moeten maken. Een voorbeeld: In een onderzoek naar de poederbrief voor Tweede Kamerlid Alexander Pechtold werd gesproken over “kereltje pechtold”. Later ontstond een piek van internetdata waarin dezelfde woorden voor kwamen. Op zoek naar de herkomst van de woordcom binatie stuitte OSINT op enkele postings slechts enkele dagen voorafgaand aan de ontdekking van de poeder brief. De auteur gebruikte enkele specifieke woordcom binaties in een reactie op een artikel in Elsevier over Wilders. Roelof Muis: ‘Het is de taal van een bepaald persoon. Een persoon met een bepaald gedrag waarvan
je een sociale kaart kunt maken. Deze auteur zou zo maar de verdachte kunnen zijn. Beschouw taal als een soort DNA. Misschien maakt deze auteur deel uit van een bepaalde groep. Op internet is de stap van een bedreiging, een bedreigde en bedreiger en dienst sociale netwerk bijzonder snel gemaakt. Op het internet lopen toezicht en opsporing soms razendsnel in elkaar over.’
Methodiek De methode van het opsporingsonderzoek begint met de oriëntatie op de onderzoeksvraag, het verkennen van de taal over een bepaalde onderwerp, van een persoon of bepaalde groep, het doorzoeken van open bronnen op internet en het analyseren van de gevonden data. Welke locaties, objecten, omstandigheden, daders en slachtsoffers kunnen worden geïdentificeerd? ‘We kunnen door het internet te onderzoeken, vooraf dreigbeelden ontdekken en daarop het internet monitoren.’ Roelof Muis noemt als voorbeeld de toezichtstaak bij de nationale evenementen, zoals de Nationale Herdenking. ‘Dan onderzoeken wij bijvoor beeld de woorden van markante locaties, objecten en gebouwen die de Gouden Koets passeert. We monito ren dat real time. Uit verschillende open datagegevens kunnen we aannames destilleren en een real-time dreigbeeld creëren.’ Muis noemt het voorval van de Dam-scheeuwer in 2010. Collega’s bij de politie wilden dat vorig jaar uiteraard voorkomen. OSINT monitorde op het evene ment en stuitte op een potentiële dreiging. Een groepje
‘We kunnen dreigbeelden ontdekken en potentiële dreigingen onderzoeken’ jongeren communiceerde dat ze zouden gaan schreeu wen. De resultaten werden gedeeld met het veiligheids gebied en het groepje kon tijdig worden tegengehouden. Ook heeft OSINT naar aanleiding van Project X in Haren het internet onderzocht op alle berichten en varianten of verbasteringen daarop om trends te achterhalen en geografisch te monitoren. Een aantal regio’s zijn bewust gemaakt van potentiële dreigingen op de openbare orde. Muis: ‘Die internetonderzoeken hebben een sturend effect gehad op ons werk. Regio’s konden op deze bevindingen verder rechercheren. Daarbij hebben wij als OSINT ervaring opgedaan om in de toekomst te investe ren in trend watching en -monitoring.’ Nog een voorbeeld. Willekeurige trends en sentimenten kunnen geografisch worden geduid. Politieregio’s
Opportuun 2 - februari 2013 - Expertise | 29
kunnen worden gewaarschuwd als er wat aan de hand is op een bepaald onderwerp in een bepaalde omgeving. Muis haalt er een overzichtje bij. In een grafiek van 12 november tot 11 december 2012 – waar dataverkeer is doorzocht op het thema “Geweld” – is een enorme piek te zien op 2 december. Het is de dag waarop de grens rechter bij voetbalclub Buitenboys in Almere zo ernstig was mishandeld dat hij later in het ziekenhuis overleed. Naast de grafiek is een landkaart afgedrukt waarop te zien is waar het meeste dataverkeer over geweld werd gemeten: Amsterdam en Almere. Het meest aangetrof fen woord: respect. Ook in de tijdslijn van 2011 op het trefwoord “Wilders” zijn enorme pieken te zien. Een patroon of een reden van die pieken is snel gevonden. De ene piek is te linken aan Prinsjesdag waarop Wilders zich uitlaat over de troonrede en de andere piek ontstond op 2 mei 2011, de aankondiging van het overlijden van Osama Bin Laden. Muis: ‘We monitoren nu bijvoorbeeld extra op woorden die betrekking hebben op de Franse militaire interventie in Mali. Wellicht dat het ook in Nederland toename in berichtenverkeer en sentimenten oproept.’
Miljoenen delicten Het aantal dreigberichten per jaar kunnen niet allemaal individueel geadresseerd worden. OSINT is een samen werking gestart met de Radboud Universiteit en een softwarebedrijf Tardis voor een verkenning op ‘dreig tweets’. Een linguïstische benadering levert 35.000 dreigtweets per dag op. Jaarlijks gaat het om miljoenen ‘ernstige delichten’ via het internet. ‘En dan spreken we
nog niet van ‘bedreigingen’ via Facebook of Hyves’, aldus Roelof Muis. Open source intelligence vereist bij onderzoek zoveel mogelijk tactische informatie van het onderzoeksteam. Dus niet alleen GBA, maar ook bijnamen en – indien toegestaan – namen van familie en vrienden. Het komt regelmatig voor dat communicatie door familie en vrienden bijzondere informatie oplevert van de ver dachten. ‘Alles draait om de vraag. De werkelijkheid zoals wij die kennen existeert slechts op grond van de vragen die wij er aan stellen. Het zou mooi zijn als tijdens verhoren meer vragen worden gesteld naar de digitale identiteit van de verdachten. Maken zij gebruik van smartphones, PIN, Whatsapp of bepaalde sociale media? Wat zouden we hiervan kunnen leren? Kunnen we sociale netwerken, criminele samenwerkingsver banden of aanwijzingen van onrechtmatige verkregen vermogen en bezit blootleggen? De vragen die wij ons stellen zijn in principe onbegrensd. ’ Muis: ‘We kunnen veel met internet; bijvoorbeeld ook achter gesloten deuren kijken. We kunnen aangeven wanneer een verdachte het best van zijn bed gelicht kan worden. Wij weten of hij thuis is of op vakantie. Wel moet de juridische achtergrond altijd helder blijven. Is het een officieel onderzoek of een verkenning? Wat is de bevoegdheid? Wat gebeurt er met de resultaten? De geleverde informatie moet in alle gevallen wel toets baar en bruikbaar zijn ter zitting.’ Tekst: Thea van der Geest Foto's: Judith Dekker
VERBERGEN en Recente jurisprudentie over witwassen
VERHULLEN
Iemand kan niet tegelijkertijd dief en heler van hetzelfde voorwerp zijn. Maar kan men witwasser zijn omdat men de opbrengst van zelf gepleegde misdrijven voorhanden heeft? Volgens de Hoge Raad wel. Voorwaarde is dat het voorhanden hebben heeft bijgedragen aan het veilig stellen van de criminele winst. In het arrest waarin die regel werd geformu leerd ging het om hypotheekfraude. De verdachte had met vervalste salarisstroken een veel hogere hypotheek gekregen dan waarvoor hij eigenlijk in aanmerking zou komen. Die hypotheek gebruikte hij om een huis te kopen. De Hoge Raad vond die aankoop blijkbaar een handeling die erop was gericht ‘om de criminele opbrengsten veilig te stellen.’ De veroordeling voor witwassen bleef in stand. (LJN BM440) Onlangs riep de Hoge Raad met een serie arresten de lagere rechtspraak tot de orde. Te makkelijk was aangenomen dat het enkele voorhanden hebben van criminele buit voldoende was om voor witwassen te kunnen veroordelen. Het meest evidente geval had betrekking op een vrolijke frans uit Haarlem. In de zomer sliep een vriend een nachtje bij hem. Deze liet per ongeluk een pakketje geld liggen. Toen verdachte dat vond, gaf hij het niet terug, maar nam het mee naar een strandtent in Bloemendaal om daar – in zijn eigen woorden – met het geld te gaan ‘pochen’. Dat betekende in dit geval dat hij er een aantal flessen champagne voor kocht. Bij zijn aanhou ding vond de politie in zijn kleren een diepvrieszak met daarin ruim twaalfduizend euro die van het geld waren overgebleven. De man werd door het hof Amsterdam veroordeeld voor witwassen: het voorhanden hebben van het geld ‘terwijl hij wist dat dit geldbedrag onmiddellijk afkomstig was uit enig misdrijf.’ Het oordeel van het Hof dat het betreffende misdrijf ‘verduistering’ was, bleef in cassatie in stand. Maar de Hoge Raad vond dat het Hof onvoldoende had gemotiveerd waarom reeds het op zak hebben van het overgebleven geld hier als witwassen kon gelden. (LJN BX4449) Ook de veroordeling van een corrupte medewerker van een kredietinstelling sneuvelde. De man had zich heimelijk provisie laten betalen om zonder de vereiste controle leningen te verstrekken. Het hof Den Haag veroordeelde voor witwassen met als toelichting dat verdachte een deel van de opbrengst had vergokt. De Hoge Raad casseerde. Het hof had niet vastgesteld dat verdachte het niet-vergokte deel had willen verbergen. Over het wel vergokte deel kan men niet zeggen dat verdachte dat nog voorhanden had. Overigens suggereerde de Hoge Raad dat een andere in de witwasbepaling strafbaar gestelde gedraging dan ‘voor handen hebben’ hier misschien wel succesvol was geweest. (o.a. LJN BX6909) Ten slotte was er nog de familie die een Turkse zakenman had afgeperst door hem te laten denken dat een samenwerkingsverband van de PKK en de Grijze Wolven huurmoordenaars op hem had afgestuurd. De man betaalde alles bij elkaar ruim een miljoen euro om de huurmoordenaars af te laten kopen. Van de opbrengst kocht de pater familias voor zichzelf en zijn familieleden onder meer een aantal weinig subtiele auto’s. Het hof achtte witwas sen in de vorm van voorhanden hebben bewezen, met als onderbouwing dat verdachten de contante betaling door het slachtoffer niet op de bank hadden gestort en deze inkomsten evenmin bij de Belastingdienst hadden gemeld. Dat vond de Hoge Raad te mager om als daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het geld te kunnen gelden.(o.a. LJN BX4605) Tekst: Juriaan Simonis (WBOM)
30 |
Opportuun 2 - februari 2013 - Jurisprudentie | 31
Paardrijden als een cowboy
GESPOT: In de sneeuw Naam : Barbara van Haren Leeftijd: 37 Functie: Advocaat-generaal, Resortsparket vestiging Arnhem - Leeuwarden
Western riding als nationale sport
Het is simpel. Westernrijden komt uit Amerika. Het is de manier waarop cowboys paardrijden. Barbara van Haren vergelijkt haar sport wel eens met skiën: ‘Je hebt alpineskiën en snowboarden. Twee totaal verschillende disciplines. In de paarden sport heb je dat ook: de Engelse rijstijl met dressuur, springen en endurance en het (minder bekende) Westernrijden.’ Barbara heeft een American Quarter Horse, een ras dat gespierder, kleiner en wendbaarder is dan de Engelse en Franse paardenrassen. ‘Quarters werden gebruikt om met vee te werken; ze zijn doorgaans cooler en bedachtzamer dan hun Europese soortgenoten.’ Binnen het Westernrijden zijn er verschillende disciplines. Het bekendste onderdeel is Reining met sliding stops, spins en rollbacks, maar er zijn maar weinig plekken waar je dit kan trainen. Er is een speciale ondergrond voor nodig zodat het paard niet geblesseerd raakt. Zelf vindt Barbara Trail de leukste discipline. ‘Rijden door de natuur en gericht op obstakels zoals hekken en bruggen.’ Maar ook Pleasure (gehoorzaamheid) en Horsemanship (samenwerking) traint ze serieus. ‘Het liefst wil ik dit jaar meedoen aan het NK van de Western Ruiter Associatie Nederland in Den Haag. Ik hoop dat we er op tijd klaar voor zijn. Met een drukke baan, twee kinderen, een man én een paard blijft het sappelen met de tijd.’ Tekst: Thea van der Geest | Foto: Jaap Spieker