adviezen n.a.v. planMER-screening RUP nr. 6 ‘Kragenwiel’ gemeente Bornem | september 2012 | ADVIES ONTWERPER
OMGEVING - 18/09/2012 - R422_TK_005_adviezen MERscreening .docx
colofon project: RUP Kragenwiel opdrachtgever: GEMEENTE BORNEM opdrachtnemer: OMGEVING cvba | uitbreidingstraat 390 | 2600 berchem-antwerpen | t 03 448 22 72 | f 03 440 13 93
2
OMGEVING - 18/09/2012 - R422_TK_005_adviezen MERscreening .docx
Inhoud Inhoud .......................................................................................................................................... 3 1. Inleiding ................................................................................................................................ 4 1.1. Procedurele aspecten planMER-screening ....................................................................... 4 1.2. Aanpak behandeling van de adviezen ............................................................................... 4 2. Evaluatie van de inhoud van de adviezen ............................................................................ 5 2.1. Advies Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit – Dienst Ruimtelijke Planning .... 5 2.2. Advies Departement LNE – Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid – Dienst Veiligheidsrapportering ................................................................................................................ 7 2.3. Advies Onroerend Erfgoed Antwerpen .............................................................................. 7 2.4. Advies Agentschap voor Natuur en Bos ............................................................................ 5 2.5. Advies Departement Landbouw en Visserij ....................................................................... 8 2.6. Advies Departement RWO – Ruimtelijke Ordening Antwerpen ......................................... 8 2.7. Advies VMM .............................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.
Besluit................................................................................................................................. 10
3
OMGEVING - 18/09/2012 - R422_TK_005_adviezen MERscreening .docx
1. Inleiding 1.1. Procedurele aspecten plan-MER-screening Op 10 juli 2012 werden 8 instanties per brief verzocht tot raadpleging in het kader van een onderzoek tot milieueffectrapportage van het RUP Kragenwiel. De voorziene termijn voor het formuleren van adviezen bedroeg 30 dagen na ontvangst van het verzoek. Tijdens deze periode werden 5 adviezen (waarvan 2 gebundeld door de Provinciale diensten) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen van Bornem. Op 10 augustus werd een herinneringsbrief verzonden naar 3 instanties waarop deze binnen de 20 dagen hebben gereageerd met aan advies aan het college van burgemeester en schepenen van Bornem.
1.2. Aanpak behandeling van de adviezen In punt 2 worden de adviezen behandeld. De adviezen worden naar inhoud geanalyseerd en behandeld. Daarbij wordt telkens weergegeven of het advies volgens de ontwerper aanleiding geeft tot het aanpassen (aanpassing) van het RUP, verder onderzoek vraagt (onderzoek) of het niet aanpassen van het RUP (geen aanpassing). Het betreft adviezen van volgende instanties: 1. BLOSO dd. 12 juli 2012 2. Agentschap voor Natuur en Bos dd. 26 juli 2012 3. Provinciebestuur Antwerpen, Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit – Dienst Ruimtelijke Planning dd. 02 augustus 2012 4. Provinciebestuur Antwerpen, Departement Leefmilieu – Dienst Waterbeleid dd. 02 augustus 2012 5. Onroerend Erfgoed Antwerpen dd. 10 augustus 2012 6. Waterwegen en Zeekanaal NV dd. 10 augustus 2012 7. Landbouw en Visserij dd. 20 augustus 2012 8. Departement RWO – Ruimtelijke Ordening Antwerpen dd. 28 augustus2012.
4
OMGEVING - 18/09/2012 - R422_TK_005_adviezen MERscreening .docx
2. Evaluatie van de inhoud van de adviezen 2.1. Advies BLOSO BLOSO heeft geen opmerkingen op de inschatting van de mogelijke milieueffecten.
2.2. Advies Agentschap voor Natuur en Bos 2.2.1. Inhoud In het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos worden volgende bemerkingen geformuleerd: 1. Het is aangewezen (als milderende maatregel) de trage weg op voldoende afstand van de oevers te voorzien; 2. Het is aangewezen (als milderende maatregel) in de stedenbouwkundige voorschriften voorwaarden op te leggen aangaande materiaalgebruik van de hutjes en te voorzien dat geen bijkomende oeverbeschoeiingen worden aangebracht teneinde de landschappelijke kwaliteit te behouden; 3. Het is aangewezen een concreet uitdoofbeleid te voorzien voor de hutjes op de oostoever; 4. Het is aangewezen (als milderende maatregel) geen bijkomende verlichting te voorzien in het belang van de vleermuizen en de ecologische waarden in het gebied; 5. Gezien de ligging van een deel van het plangebied in VEN-gebied wordt gewezen op het naleven van de bepalingen van het natuurdecreet aangaande het VEN-gebied; Indien rekening wordt gehouden met bovenstaande bemerkingen, verwacht het Agentschap voor Natuur en Bos geen aanzienlijke milieueffecten die de opmaak van een plan-MER rechtvaardigen.
2.2.2. Opinie van de ontwerper 1. 2.
3.
4. 5.
Dit zal worden voorzien als milderende maatregel; De vraag om geen bijkomende oeverbeschoeiingen aan te brengen, is van natuurlijk standpunt uit volledig gewettigd. Maar omdat het plangebied ook in een effectief overstromingsgebied is gelegen, zou deze vraag het tegengesteld effect kunnen genereren. De bestaande oevers zouden bij een overstroming immers afkalven en verdwijnen. De beschoeiing is o.i. de aangewezen manier om de natuurlijke waarden op termijn te bewaren. Het is wel aangewezen om regels met betrekking tot een ecologisch verantwoorde beschoeiing op te nemen in de stedenbouwkundige voorschriften. Dit zal worden voorzien als milderende maatregel; Een concreet uitdoofbeleid zal deel uitmaken van een flankerende maatregel die de gemeente zal uitvoeren naast de opmaak van het RUP. Dit zal worden toegelicht in de toelichtingsnota van het RUP. Dit zal worden voorzien als milderende maatregel; de bepalingen van het natuurdecreet aangaande het VEN-gebied blijven van toepassing.
2.2.3. Advies van de ontwerper (aanpassing). De ontwerper adviseert om de de tekst aan te passen zoals aangegeven in punten 1, 2 en 4. De punten 3 en 5 worden doorverwezen naar het RUP.
5
OMGEVING - 18/09/2012 - R422_TK_005_adviezen MERscreening .docx
2.3. Advies Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit – Dienst Ruimtelijke Planning – provincie Antwerpen 2.3.1. Inhoud In het advies van het Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit worden volgende opmerkingen geformuleerd: 1. De algemene standaardvraag om bij de afweging van de plan-MER-plicht ook te verwijzen naar de omzendbrief LNE 2011/1. 2. Wat is de stand van zaken van het bestaande beleidskader op bovenlokaal vlak? 3. Op 1 maart 2012 is het aangepaste of gewijzigde besluit van de Vlaamse regering (14 oktober 2011) tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets in werking getreden. Bij het besluit is een nieuwe Watertoets-kaart Overstromingsgevoelige Gebieden (versie 2011) opgenomen met de mogelijke en effectief overstromingsgevoelige gebieden. Deze kaart dient aangepast te worden in de planMER-screening. 4. In het dossier dient nagegaan of er elementen uit het plangebied zijn opgenomen in de landschapskaart van de provincie Antwerpen. 5. Het plangebied bevindt zich in de relictzone “Scheldevallei van Dendermonde tot Kruibeke”. Dit dient vermeld te worden (niet alleen op de kaart 6.4.1, maar ook in de tekst). 6. Hoewel de aard en de omvang van de geplande werkzaamheden beperkt lijkt, adviseert de provincie toch de eigenaars–ontwikkelaars te wijzen op hun juridische verantwoordelijkheid met betrekking tot de mogelijke aanwezigheid van archeologisch erfgoed in de ondergrond. 7. In het dossier moet worden nagegaan welke buurt- en voetwegen zich in en in de omgeving van het plangebied bevinden.
2.3.2. Opinie van de ontwerper 1. 2.
3. 4. 5. 6. 7.
Dit stond al in de tekst. Het RUP Kragenwiel is conform met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, waarvan de 2° herziening onlangs op 19 april 2012 door de Bestendige Deputatie van de Provincie Antwerpen werd goedgekeurd. De kaart 6.6.2 wordt vervangen door de meer recente versie en de tekst aangepast aan de gewijzigde informatie. De landschapskaart van de provincie Antwerpen wordt toegevoegd en besproken in de tekst. Het plangebied bevindt zich in de relictzone “Scheldevallei van Dendermonde tot Kruibeke”. Dit wordt vermeld in de tekst. Dit wordt meegenomen naar het RUP. Dit wordt meegenomen naar het RUP.
2.3.3. Advies van de ontwerper (aanpassing) De ontwerper adviseert om de gegevens en kaarten m.b.t. de punten 1 t/m 5 in de tekst aan te passen zoals aangegeven. De punten 6 en 7 worden doorverwezen naar het RUP.
6
OMGEVING - 18/09/2012 - R422_TK_005_adviezen MERscreening .docx
2.4. Advies Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit – Dienst Waterbeleid – provincie Antwerpen Advies van de Dienst Waterbeleid zat vervat in het advies van de Dienst Ruimtelijke Planning van de Provincie Antwerpen en werd onder punt 2.3 hierboven behandeld.
2.5. Advies Onroerend Erfgoed Antwerpen 2.5.1. Inhoud In het advies van Onroerend Erfgoed Antwerpen worden per discipline volgende opmerkingen geformuleerd: Discipline archeologie: geen opmerkingen. Discipline landschappen: 1. Bij de bestemmingswissel zal de vissport op de oostelijke oever geleidelijk aan verdwijnen, terwijl op de westelijke oever bijkomende zones worden toegestaan. Hier dienen duidelijke termijnen op gezet te worden. 2. De locatiekeuze voor de parkings is onvoldoende onderbouwd. 3. De bestaande grote verblijven en verhardingen moeten verdwijnen, maar nergens wordt beschreven hoe en wanneer dit zal gerealiseerd worden. 4. Naast een steiger, zou ook naast elke hut een natuurlijke begroeiing op de oevers opgelegd moeten worden. Conclusie: Het aanpassen van het plan aan bovenvermelde opmerkingen kan ervoor zorgen dat de milieueffecten niet meer als aanzienlijk beschouwd worden voor onroerend erfgoed.
2.5.2. Opinie van de ontwerper 1.
2. 3.
4.
Aangezien de eigenaars op de oostelijke en de westelijke oever niet dezelfde zijn, zal het niet evident zijn om deze wissel simultaan door te voeren. Een concreet uitdoofbeleid zal deel uitmaken van een flankerende maatregel die de gemeente zal uitvoeren naast de opmaak van het RUP. Dit zal worden toegelicht in de toelichtingsnota van het RUP. Het aantal mogelijke locaties is beperkt en uitvoerig gemotiveerd. Aangezien de eigenaars op de oostelijke en de westelijke oever niet dezelfde zijn, zal het niet evident zijn om deze aanpassingen op te leggen. Een concreet uitdoofbeleid zal deel uitmaken van een flankerende maatregel die de gemeente zal uitvoeren naast de opmaak van het RUP. Dit zal worden toegelicht in de toelichtingsnota van het RUP. De natuurlijke begroeiing biedt onvoldoende weerstand tegen afkalving. Het is wel aangewezen om regels met betrekking tot een ecologisch verantwoorde beschoeiing op te nemen in de stedenbouwkundige voorschriften. Dit zal worden voorzien als milderende maatregel en opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften.
2.5.3. Advies van de ontwerper (aanpassing in plan-MER-screening aangaande punt 4). De punten 1 en 3 worden meegenomen naar het RUP.
7
OMGEVING - 18/09/2012 - R422_TK_005_adviezen MERscreening .docx
2.6. Advies Departement Landbouw en Visserij Geeft een positief advies m.b.t. de plan-MER-screening, maar maakt voorbehoud voor het bijbehorend voorstel voor grafisch plan.
2.7. Advies Waterwegen en Zeekanaal NV 2.7.1. Inhoud In het advies van W&Z worden volgende opmerkingen geformuleerd: 1. Integraal waterbeheer: De projectzone is gelegen in een ‘effectief’ overstromingsgevoelig gebied. De principes ‘vasthouden-bergen-afvoeren’ van hemelwater dienen tot uiting te komen in het RUP. 2. Ruimtelijke ordening: Er dient evenwel rekening mee gehouden te worden dat voor het plangebied een gewestelijk RUP opgemaakt zal worden. 3. Volgende richtlijnen kunnen al mee gegeven worden: De waterkering dient aangeduid te worden als ‘zone voor waterkering’. Een strook van 75 m landinwaarts moet in een zone met overdruk opgenomen te worden die deze zone bouwvrij houdt en waterkeringswerken toelaat. Aanwezige hutten in deze zone dienen geherlokaliseerd te worden binnen de westelijke oeverstrook. Op een Sigmadijk zijn bomen ongewenst. In het RUP moet overwogen worden om het volledig plangebied als ‘overstromingsgebied’ in overdruk op te nemen. De bestaande hoeveelheid vissershutten in het gebied mag in geen geval toenemen. Conclusie: Het advies is voorwaardelijk gunstig en er is geen plan MER nodig, mits het naleven van bovenvermelde voorwaarden.
2.7.2. Advies van de ontwerper (geen aanpassing in plan-MER-screening). De adviezen worden meegenomen naar het RUP.
2.8. Advies Departement RWO – Ruimtelijke Ordening Antwerpen 2.8.1. Inhoud In het advies van het Departement RWO worden volgende opmerkingen geformuleerd: 1. de gemeente is gemachtigd om een RUP op te maken voor een lokale problematiek in VEN-gebieden, mits het RUP conform is met de principes van het RSV. De natuurfunctie wordt binnen het VEN-gebied als boven geschikt beschouwd aan andere functies. 2. Momenteel heersen er nog vragen bij de dimensionering en vergunningstoestand van de vissershutten. Dit dient in het vervolg van de procedure worden uitgeklaard en indien nodig aangepast. 3. Er moet gebruik gemaakt worden van de meest recente watertoets-kaart van 2011. Dit dient aangepast en verder besproken in de tekst. De screening maakt een voldoende inschatting van de milieueffecten op ruimtelijke ordening. Het aspect water dient aangepast zoals vermeld.
8
OMGEVING - 18/09/2012 - R422_TK_005_adviezen MERscreening .docx
2.8.2. Advies van de ontwerper (aanpassing kaart 6.6.2. en tekst waterbeleid) De vragen bij de dimensionering en vergunningstoestand van de vissershutten zal in het vervolg van de RUP-procedure worden uitgeklaard en indien nodig aangepast.
9
OMGEVING - 18/09/2012 - R422_TK_005_adviezen MERscreening .docx
3. Besluit De opmerkingen van de adviserende instanties hebben geen gevolgen voor het al dan niet plan-MER-plichtig zijn van het RUP Kragenwiel. De ontwerper adviseert wel om enkele opmerkingen te behandelen in het RUP.
10