Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Voorwoord De overheid wijst steeds nadrukkelijker op de individuele verantwoordelijkheid en de zelfredzaamheid van burgers (BZK, 1998). Van burgers wordt verwacht dat zij een bijdrage leveren aan de samenleving en participatie wordt beschouwd als een voorwaarde daartoe. (Machielse, 2003) Het is vanuit dit uitgangspunt dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in Nederland heeft geïntroduceerd. De WMO moet ertoe leiden dat iedereen zo lang mogelijk thuis kan blijven wonen en dat alle burgers kunnen participeren in de samenleving. Dit adviesrapport is het resultaat van een samenwerking tussen de Hogeschool van Amsterdam opleiding Ergotherapie en het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer, tot stand gekomen in samenwerking met de Academie van de Stad. De Academie van de Stad is de naam voor een Amsterdams initiatief, waarin studenten burgerschapscompetenties verwerven door zich in te zetten voor maatschappelijke projecten. Studenten dragen bij aan het beter worden van de stad en leren tegelijkertijd van de stad. De projecten liggen op het terrein van onderwijs, zorg en welzijn. De Academie van de Stad is een initiatief van verschillende partijen (kennisinstellingen, stadsdelen en woningcorporaties om de vraagstellingen vanuit de samenleving met het onderwijs te verbinden. Ergotherapie is een beroep dat zich specialiseert in het optimaliseren van het dagelijks handelen van individuen en groepen op de plaatsen waar zij dagelijkse handelingen uitvoeren: thuis, op school, op het werk, openbaar vervoer, vrije tijd. Ergotherapie richt zich daarbij vooral op mensen die daarbij belemmeringen ervaren vanwege een chronische ziekte, beperking of handicap. De opdracht is benaderd vanuit de invalshoek Community based development. Dit is een strategie die door ergotherapeuten toegepast kan worden met het doel communities zodanig sterk te doen worden dat ieder lid van de community naar vermogen kan deelnemen in de gemeenschap. Uitgangspunt bij het advies is ook dat ieder mens het recht heeft op handelen Dit wordt “occupational justice” genoemd. (Christiansen & Townsend, 2004). De uitvoering en de totstandkoming van het adviesrapport was niet mogelijk geweest zonder de medewerking van sleutelfiguren en bewoners. Bij deze willen wij alle bewoners, buurtcoördinatoren, huisartsassistenten, vrijwilligers, medewerkers van projecten en de wijkmeester die wij gesproken hebben heel hartelijk bedanken voor hun tijdsinvestering, ondersteuning en openhartigheid.
Pagina 1 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................................................1 Inhoudsopgave .......................................................................................................................2 Inleiding .................................................................................................................................3 Samenvatting..........................................................................................................................4 Hoofdstuk 1 Vraagstelling en inhoudelijke oriëntatie..............................................................7 1.1 Hoofdvraag onderzoek................................................................................................8 1.2 Theoretische uitgangspunten .....................................................................................10 1.3 Begrippen en definities .............................................................................................11 Hoofdstuk 2 Onderzoeksaanpak............................................................................................12 2.1 Doelgroep .................................................................................................................12 2.2 Doelstelling...............................................................................................................12 2.3 Dataverzameling .......................................................................................................13 2.4 Contacten leggen en interviews afnemen...................................................................15 Hoofdstuk 3 Bevindingen: uitspraken van sleutelfiguren en bewoners ..................................16 3.1 Informatie verkregen via de sleutelfiguren ................................................................17 3.2 Informatie verkregen via de bewoners.......................................................................21 3.3 Informatie verkregen vanuit de literatuur, rapportages en nota’s................................26 3.4 Samenvatting van de belangrijkste bevindingen in het licht van de vraagstelling .......31 Hoofdstuk 4 Analyse van bevindingen..................................................................................32 4.1 Speerpunten van beleid stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer.........................................32 4.2 Visie en doelstelling van Loket Zorg en Samenleven ................................................34 4.3 Analyseopzet ............................................................................................................35 4.4 Splitsing persoon-netwerkanalyse .............................................................................36 Hoofdstuk 5 Conclusies ........................................................................................................48 5.1 Conclusies ................................................................................................................49 5.2 Beantwoording vraagstelling.....................................................................................52 5.3 Mogelijkheden voor verder toekomstige onderzoek...................................................54 Hoofdstuk 6 Aanbevelingen .................................................................................................55 Hoofdstuk 7 Evaluatie project...............................................................................................64 7.1 Succesvolle factoren .................................................................................................64 7.2 Minder succesvolle factoren......................................................................................65 Bronnen................................................................................................................................68
Pagina 2 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Inleiding De onderzoeksvraag is voortgekomen uit de jaarrapportage van het loket Zorg en Samenleven waarin is geconstateerd dat: ‘ouderen, vrouwen en autochtone bewoners zijn oververtegenwoordigd. Indien de cijfers naast die van de demografische gegevens van het stadsdeel worden gelegd wordt duidelijk dat de klantgroep van het loket geen afspiegeling is van de bevolkingsamenstelling van het stadsdeel. Men zou op basis van de bevolkingssamenstelling meer allochtone bewoners verwachten dan autochtone, meer bewoners onder de 65 jaar en een gelijk aantal mannen en vrouwen’ (Jaarrapportage 2007-2008 blz. 14). Het loket Zorg en Samenleven is er om bewoners die zorg of dienstverlening nodig hebben en niet in staat zijn deze hulp zelf of met hulp van anderen te regelen, de vereiste steun te geven. Ergotherapie kan hierbij ondersteunen door te kijken wat bewoners in een community nodig hebben met extra aandacht voor de bewoners die extra zorg nodig hebben zoals bewoners met een fysieke, mentale of sociale beperking en hun mantelzorgers. Om de vraagstelling ‘Welke behoeften brengen bewoners met een fysieke, mentale of sociale beperking in het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer tot uitdrukking met betrekking tot zorg, tot ondersteuning bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen, tot maatschappelijke participatie en sociale cohesie en op welke wijze kan aan deze behoeften tegemoet gekomen worden binnen de context van de wijk?’ te kunnen beantwoorden hebben de ergotherapie studenten een kwalitatief onderzoek verricht waarbij het afnemen van interviews en het bestuderen van literatuur centraal heeft gestaan. In het eerste hoofdstuk staan de aanleiding, vraagstelling en de uitgangspunten voor het onderzoek beschreven en in hoofdstuk twee de onderzoeksmethode. In hoofdstuk drie worden de bevindingen op basis van de gevoerde gesprekken met sleutelfiguren, bewoners en literatuurstudies beschreven. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een samenvatting van de belangrijkste bevindingen in het licht van de vraagstelling. De analyse van deze bevindingen is beschreven in hoofdstuk vier. In hoofdstuk vijf worden conclusies geformuleerd en wordt de vraagstelling beantwoord. De aanbevelingen op basis van de conclusies staan beschreven in hoofdstuk zes. Tenslotte wordt in hoofdstuk zeven aandacht geschonken aan enkele evaluatieve opmerkingen over het onderzoek. De conclusies en de daarop gebaseerde aanbevelingen bieden stadsdeel GeuzenveldSlotermeer handvatten voor het toegankelijker maken van het loket Zorg en Samenleven en het bevorderen van sociale en maatschappelijke participatie in het stadsdeel in samenspraak met de bewoners. De aanbevelingen in het adviesrapport zijn vanuit een ergotherapeutische invalshoek gedaan.
Pagina 3 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Samenvatting De overheid wijst steeds nadrukkelijker op de individuele verantwoordelijkheid en de zelfredzaamheid van burgers. Van burgers wordt verwacht dat zij naar vermogen een bijdrage leveren aan de samenleving. Daarom heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in Nederland geïntroduceerd. De WMO moet ertoe leiden dat iedereen zo lang mogelijk thuis kan blijven wonen en dat alle burgers kunnen participeren in de samenleving. In stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer bestaat sinds 2007 het loket Zorg en Samenleven. Het loket Zorg en Samenleven vormt het aanspreekpunt voor bewoners met betrekking tot WMO (gerelateerde) voorzieningen en zorgt dat bewoners naar de juiste persoon c.q. instantie worden doorverwezen. In de jaarrapportage van het loket Zorg en Samenleven (blz. 14) is het volgende geconstateerd: ‘ouderen, vrouwen en autochtone bewoners zijn oververtegenwoordigd. Indien de cijfers naast die van de demografische gegevens van het stadsdeel worden gelegd wordt duidelijk dat de klantgroep van het loket geen afspiegeling is van de bevolkingsamenstelling van het stadsdeel. Men zou op basis van de bevolkingssamenstelling meer allochtone bewoners verwachten dan autochtone, meer bewoners onder de 65 jaar en een gelijk aantal mannen en vrouwen’ Deze constatering is aanleiding geweest tot uitvoering van een kwalitatief onderzoek door studenten Ergotherapie van de Hogeschool van Amsterdam in samenwerking met de Academie van de Stad in opdracht van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer. De hoofdvraag van het onderzoek is: Welke behoeften brengen bewoners met een fysieke, mentale of sociale beperking in het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer tot uitdrukking met betrekking tot zorg, tot ondersteuning bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen, tot maatschappelijke participatie en sociale cohesie en op welke wijze kan aan deze behoeften tegemoet gekomen worden binnen de context van de wijk? De Academie van de Stad is de overkoepelende naam voor een Amsterdams initiatief, waarin studenten burgerschapscompetenties verwerven door zich in te zetten voor maatschappelijke projecten en is een initiatief van diverse partijen om de vraag vanuit de stad met het onderwijs te verbinden. Het stadsdeel wil de maatschappelijke participatie van individuen en de sociale cohesie van de bewoners faciliteren c.q. bevorderen. Om dit te bewerkstelligen dient in de eerste plaats bekend te zijn welke behoeften de bewoners hebben en of er sprake is van een ‘verborgen vraag’. De resultaten van het onderzoek moeten er uiteindelijk toe leiden dat de participatie van de bewoners in het stadsdeel in samenspraak met de bewoners zelf wordt bevorderd. De doelgroep van het onderzoek bestaat uit bewoners van Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer met een fysieke, mentale of sociale beperking en hun eventuele mantelzorger(s) die weinig tot geen gebruik maken van WMO (gerelateerde) voorzieningen in het stadsdeel. Het onderzoek is benaderd vanuit de invalshoek Community based development en vanuit ergotherapeutisch perspectief. Ergotherapie is een beroep dat zich specialiseert in het optimaliseren van het dagelijks handelen van individuen en groepen op de plaatsen waar zij dagelijkse handelingen uitvoeren: thuis, op school, op het werk, openbaar vervoer, vrije tijd.
Pagina 4 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Ergotherapie richt zich daarbij vooral op mensen die daarbij belemmeringen ervaren vanwege een chronische ziekte, beperking of handicap. Om deze reden is gedurende het onderzoek dan ook gekeken naar de behoeften die mensen in hun dagelijks handelen ervaren. Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van semigestructureerde interviews. De gegevens die met behulp van de interviews verkregen zijn, zijn vervolgens geanalyseerd. Hierbij is ook getracht een analyse te maken van het netwerk van bewoners om zicht te krijgen op de persoonlijke en omgevingsfactoren die van invloed kunnen zijn op het gebruik maken van bestaande voorzieningen of op de mate van participatie van bewoners in het stadsdeel. Vervolgens zijn kernthema’s benoemd en per kernthema conclusies getrokken. Hieronder wordt een beknopt overzicht gegeven van de constateringen die gedaan zijn: Stadsdeel: Er bestaat bij bewoners een psychologische drempel tot het gebruik maken van voorzieningen zoals het loket Zorg en Samenleven door een hiërarchisch en bureaucratisch imago. Bekendheid en deelname voorzieningen: Onbekendheid van het aanbod van Wmo (gerelateerde) voorzieningen onder zowel bewoners als sleutelfiguren is een belangrijke oorzaak van het niet gebruik maken hiervan. Deze onbekendheid komt voort uit het feit dat gebruikte communicatiemiddelen niet alle bewoners bereiken wegens taalbarrières en hindernissen die het gevolg zijn van culturele verschillen. Aanbod en deelname activiteiten: Er zijn onder bewoners veel ideeën voor uitbreiding van het activiteitenaanbod. Er zijn echter belemmeringen met betrekking tot de uitvoering hiervan omdat er onvoldoende betaalbare ruimten in de afzonderlijke buurten beschikbaar zijn, er onbekendheid is met het budget bewonersinitiatieven en er slechts een klein netwerk van vrijwilligers is. Vervoer: Er zijn onvoldoende beschikbare invalidenparkeerplaatsen en het gebruik maken van collectief vervoer wordt als omslachtig ervaren. Hierdoor wordt het zich zelfstandig buitenshuis verplaatsen voor fysiek beperkten belemmerd. Sociale cohesie: De stedelijke vernieuwing en de hierdoor ontstane roulatie van (tijdelijke) bewoners heeft een negatieve impact op de sociale cohesie binnen het stadsdeel. Mantelzorg: Zowel bewoners als sleutelfiguren zijn niet bekend met de term mantelzorger wat het signaleren van overbelasting van mantelzorgers belemmert. Daarnaast blijkt dat het verrichten van mantelzorgtaken een belemmering vormt om de eigen hobby’s, activiteiten en werk naar tevredenheid uit te voeren. Psychologische/psychiatrische barrières Bewoners die te maken hebben met psychologische en/of psychiatrische aandoeningen worden beperkt in hun dagelijks leven wat een belemmerend effect heeft op de maatschappelijke participatie.
Pagina 5 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Conclusie Opvallend is dat onder bewoners en bij belangrijke instanties als huisartspraktijken onbekendheid bestaat over de mogelijkheden die de WMO biedt en over WMO-gerelateerde voorzieningen. Hierdoor wordt onvoldoende tegemoet gekomen aan de vragen en behoeften van (hulpbehoevende) bewoners. Tevens blijkt dat er verschillende factoren van invloed zijn op het gebrek aan sociale cohesie en participatie van bewoners in het stadsdeel. Hierbij spelen persoonlijke factoren een rol zoals psychische problemen waaruit gebrek aan assertiviteit of angst voortkomen. Ook omgevingsfactoren spelen een belangrijke rol. Een drempel is bijvoorbeeld gelegen in de locatie van het Loket Zorg en Samenleven, maar ook in de manier waarop de informatie over het loket in een folder wordt gepresenteerd. Gebleken is dat een persoonlijke benadering erg op prijs gesteld wordt door bewoners en dat vooral op die manier meer bekendheid gegeven kan worden aan de mogelijkheden van het loket Zorg en Samenleven. Advies en aanbevelingen In het adviesrapport worden alle ondernomen stappen uitgebreid beschreven. Daarnaast zijn in het adviesrapport aanbevelingen gedaan op basis van de conclusies die getrokken zijn. De aanbevelingen kunnen een handvat bieden aan het loket Zorg en Samenleven maar ook aan andere medewerkers, functies en instanties binnen het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer om de toegankelijkheid van voorzieningen te verbeteren.
Pagina 6 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Hoofdstuk 1 Vraagstelling en inhoudelijke oriëntatie De bewoners van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer die een beroep doen op het huidige aanbod van het loket Zorg en Samenleven op de gebieden van WMO, zorg, welzijn en wonen met zorg zijn niet representatief voor de diversiteit van alle bewoners van het stadsdeel dit blijkt uit de jaarrapportage van het Loket Zorg en Samenleven (2008). In de jaarrapportage wordt op blz. 14 vermeld: ‘Wat opvalt, is dat ouderen, vrouwen en autochtone bewoners oververtegenwoordigd zijn. Indien deze cijfers naast die van de demografische gegevens van het stadsdeel worden gelegd wordt duidelijk dat de klantgroep van het loket geen afspiegeling is van de bevolkingsamenstelling van het stadsdeel. Men zou op basis van de bevolkingssamenstelling meer allochtone bewoners verwachten dan autochtone, meer bewoners onder de 65 jaar en een gelijk aantal mannen en vrouwen.’ Het stadsdeel vraagt zich af of men er vanuit kan gaan dat bewoners die geen gebruik maken van de voorzieningen wel de weg hierheen weten te vinden of dat zij geen behoefte aan die voorzieningen hebben. Verondersteld wordt dat er een ‘verborgen vraag’1 is onder de bewoners van het stadsdeel. Dit zou bijvoorbeeld kunnen betekenen dat zij niet bekend zijn met de wegen naar bestaande voorzieningen op de gebieden van zorg, welzijn en recht, waardoor zij niet aankloppen bij eerstelijns-instellingen als het Loket Zorg en Samenleven, een juridisch spreekuur of de Dienst Werk en Inkomen en ook geen gebruik maken van de mogelijkheid een aanvraag in te dienen voor een budget om bewonersinitiatieven te faciliteren. Dit heeft geleid tot de volgende vraagstelling van het stadsdeel: Het doen van een onderzoek onder de bewoners van het stadsdeel met als doel te achterhalen of er bewoners zijn die niet participeren in de samenleving omdat er sprake is van een ‘verborgen vraag’ en waar die vraag uit bestaat, om uiteindelijk de participatie in het stadsdeel te kunnen bevorderen in samenspraak met de bewoners. Deelvragen die hierbij geformuleerd kunnen worden zijn: - Komen mensen niet omdat ze de voorzieningen niet nodig hebben? - Komen mensen niet omdat ze de weg ernaar toe niet weten te vinden? - Is er sprake van een ‘verborgen vraag’? - Zijn er fysieke/psychische, sociaal-culturele of maatschappelijke barrières waardoor mensen hun weg niet weten te vinden naar voorzieningen? - Zijn deze barrières gelegen in de persoon van de (groepen) mensen of in de mate waarin de voorzieningen zelf toegankelijk2 zijn? - Op wat voor wijze kunnen deze barrières overwonnen worden of uit de weg worden geruimd worden? - Hoe worden vragen / behoeften gesignaleerd en hoe worden bewoners die gebruik willen maken van het budget bewonersinitiatieven doorverwezen? - Hoe komt het dat de ene bewoner wél gebruik maakt van de aanwezige voorzieningen en de andere bewoner niet? 1
Verborgen vraag: Behoeften van bewoners die onbekend zijn bij het stadsdeel. Toegankelijk: Hiermee wordt zowel het fysieke als het sociaal-culturele aspect van toegankelijkheid van voorzieningen bedoeld, alsmede de bekendheid ervan bij de bewoners. 2
Pagina 7 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
1.1 Hoofdvraag onderzoek Voor dit onderzoek hebben is een hoofdvraag geformuleerd. Door middel van de deelvragen zal de hoofdvraag beantwoord worden.
Hoofdvraag - Welke behoeften brengen bewoners met een fysieke, mentale of sociale beperking in het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer tot uitdrukking met betrekking tot zorg, tot ondersteuning bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen, tot maatschappelijke participatie en sociale cohesie en op welke wijze kan aan deze behoeften tegemoet gekomen worden binnen de context van de wijk? Ten behoeve van de te voeren vraaggesprekken zijn deelvragen geformuleerd die richting geven aan het gesprek met bewoners en sleutelfiguren in de wijk. De deelvragen zijn gerubriceerd onder drie verschillende noemers: persoonlijke factoren, sociale participatie en maatschappelijke participatie. Het begrip sociale participatie is hierbij opgevat als het hebben van sociale contacten in de buurt. Persoonlijke omstandigheden/factoren - Wat is de achtergrond van de bewoner (zoals leeftijd, geslacht, afkomst, gezinssamenstelling, opleiding, beroep of hoelang zonder werk, huisvesting, buurt en aantal jaren woonachtig in het stadsdeel)? - Beschikt de bewoner in eigen ogen over een goede gezondheid? - Gaat de bewoner wel eens naar de huisarts? - Weet de bewoner met welke vragen je naar de huisarts kan gaan? - Wat zijn overdag en ’s avonds belangrijke bezigheden van de bewoner? - Heeft de bewoner behoeften op het gebied van gezondheidszorg? - Als sprake is van een zichtbare beperking of handicap, maakt de bewoner gebruik van hulpmiddelen, van mantelzorgers? - Welke barrières spelen een rol waardoor mensen die weg niet weten te vinden naar de voorzieningen? - Zijn er verborgen vragen onder de bewoners zo ja, welke? - Wat voor behoeften zijn er onder de bewoners?
Sociale participatie - Wat beschouwt de bewoners als de ideale buurt? - Welke contacten heeft de bewoner in de buurt? - Voelt de bewoner zich betrokken bij de buurt? - Wil de bewoner een actieve(re) rol spelen in de buurt? - Wat wil de bewoner veranderen in de buurt? - Kent de bewoner mensen die in een sociaal isolement leven? - Hoe kunnen we sociaal geïsoleerd levende mensen bereiken? - Hebben sociaal geïsoleerde mensen iemand in hun omgeving op wie ze een beroep kunnen doen? - Willen sociaal geïsoleerde mensen contact met andere bewoners in de buurt? - Wat kunnen we doen om sociaal geïsoleerde mensen meer te betrekken bij wat er in de buurt gebeurt?
Pagina 8 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
-
Verricht de bewoner zorgtaken voor anderen in de omgeving? Zo ja, frequentie, duur en zwaarte. Kent de bewoner andere bewoners die veel zorgtaken hebben? Zo ja, frequentie, duur en zwaarte.
Maatschappelijk participatie - Welke voorzieningen kent de bewoner? - Hoe is de bewoner op de hoogte gekomen van het bestaan van deze voorzieningen? - Hoe oordeelt de bewoner over de voorzieningen? - Van welke voorzieningen maakt hij/zij gebruik? - Kan een bewoner met een beperking of handicap de weg vinden naar deze voorzieningen? Waarom wel, waarom niet? - Welke fysieke en welke sociaal-culturele factoren spelen een rol bij de barrières die de bewoner ervaart? - In hoeverre spelen taalbarrières een rol? - Wat is ervoor nodig om de voorzieningen beter bereikbaar te maken? Moet hierbij onderscheid gemaakt worden tussen verschillende doelgroepen of diagnosegroepen?
Pagina 9 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
1.2 Theoretische uitgangspunten De volgende begrippen, benaderingen en theorieën hebben als uitgangspunt gediend voor de start en uitvoering van ons onderzoek. Hieronder weergegeven als tabel 1. Begrip/Theorie/Strategie
Omschrijving
Occupational Justice
In het kader van ‘occupational justice’ heeft iedere burger het recht tot betekenisvol en sociaal handelen. Dit recht bestaat uit vier elementen: (a) het handelen ervaren als betekenisvol en als een verrijking; (b) ontwikkeling van gezondheid en sociale inclusie door middel van participatie; (c) het verkrijgen van autonomie door keuzemogelijkheid in het handelen; en (d) profiteren van het recht om op verschillende manieren te participeren in het handelen. Deze rechten moeten worden geïnterpreteerd in een culturele context (Townsend, 2007)
Assett Based Community Development
De kern van deze community based benadering is het permanent bouwen aan relaties tussen mensen, groepen en instituties waarin wordt uitgegaan van aanwezige kwaliteiten en capaciteiten. Naast het in kaart brengen van kwaliteiten en capaciteiten t.b.v. onderzoek of beleid moeten personen en groepen op een creatieve wijze met elkaar verbonden worden. Binnen deze methode moeten de eigen definities, investeringen, creativiteit en zeggenschap van bewoners aan elk revitaliseringproces ten grondslag liggen (Davelaar, 2002)
Sociale netwerkbenadering
Er wordt expliciet gebruik gemaakt van in de wijk gehanteerde interpersoonlijke communicatiekanalen. Vaak wordt er gebruik gemaakt van contactpersonen die een brug slaan tussen de projectmedewerkers en de mensen uit de community. De kracht van deze benadering is dat de contactpersonen bekend zijn en deelnemen aan de leefwereld van de mensen in een community (Alting, 2003).
Handelingsonderzoek (Action Research)
In het sociaal wetenschappelijk onderzoek betekent handelingsonderzoek: praktijkgericht en kwalitatief onderzoek, gericht op het oplossen van sociale problemen door al onderzoekend het zelfstandig handelingsvermogen van individuen en groepen te verbeteren (empowerment, emancipatie). Het is onderzoek én wederkerig leren van onderzochte personen en/of groepen samen met de onderzoekers. Het is een cyclisch onderzoeks-, leerproces (HvA, http://www.onderzoek.hva.nl/article-1018.109.html)
Pagina 10 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
1.3 Begrippen en definities De volgende begrippen en definities staan binnen het project centraal: Bottom-up De bottom-up visie is vooral gericht op het bevorderen van deelname van de doelgroep, het versterken van de capaciteit van mensen en organisaties en het aanwenden van beschikbare bronnen met gezamenlijke besluitvorming als uitgangspunt (Alting, 2003). Belangrijk is dat het probleem vanuit de community komt (bottom-up aanpak). Middels een combinatie van een bottom-up en top-down aanpak kan samen met de mensen uit de community worden gekeken waar de problemen liggen en op welke manier deze problemen het beste aangepakt kunnen worden. Op deze manier kan aangesloten worden bij de behoeften van de community (Bulsink, 2008).
Top-Down Een top-down gerichte visie op de community benadering is vooral gericht op het beantwoorden van vragen naar effecten op leefstijl en daarmee uitkomsten voor gezondheid en maatschappij. Belangrijke beslissingen worden genomen door de projectleiders, welk ook het probleem hebben gedefinieerd. Doordat het probleem niet direct vanuit de community is opgesteld, zal er minder controle vanuit deze community zijn (Alting, 2003).
Community Een community is een groep mensen die bepaalde gemeenschappelijke aspecten hebben in hun leven. Deze aspecten kunnen bijvoorbeeld de woonomgeving, interesses, de cultuur of de normen en waarden zijn. Het gaat om aspecten die de mensen zelf van belang achten. (Mittelmark, 2001, Alting, 2003).
Empowerment Empowerment is een proces van versterken waarbij individuen, organisaties en communities door ontwikkeling van vertrouwen in hun eigen capaciteiten en greep krijgen op hun situatie en omgeving. Het uiteindelijke doel is gezamenlijk kennis en vaardigheden te ontwikkelen waardoor het probleem aan te pakken is (Veerman, 2007). Participatie De ICF (International classification of functioning, disability and health) omschrijft participatie als betrokkenheid van een persoon in levenssituaties, waarbij betrokkenheid deelname en acceptatie omvat. Participatie heeft betrekking op deelnemen aan de maatschappij, in samenhang met ervaringen in de context van het eigen leven. Dit betekent dat de mens dingen doet met persoonlijke en sociaalmaatschappelijke betekenis. Deelname vindt plaats in een socioculturele context, en is gewenst en/of noodzakelijk voor het welzijn van de persoon (Kinébanian, 2006).
Pagina 11 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Hoofdstuk 2 Onderzoeksaanpak Het startpunt voor het onderzoek was de onderzoeksopzet waarin het doel, de vraagstelling en de te ondernemen stappen met betrekking tot de methodiek beschreven zijn. Deze onderzoeksopzet is door alle betrokken partijen goedgekeurd als uitgangspunt voor het onderzoek. De uitgekozen doelgroep met inclusie criteria, doelstelling, onderzoekplaats en de vindplaatsen worden hieronder toegelicht:
2.1 Doelgroep Doelgroep De doelgroep binnen het onderzoek zijn bewoners van Stadsdeel GeuzenveldSlotermeer met een fysieke, mentale of sociale beperking en hun mantelzorger die weinig tot geen gebruik maken van WMO (gerelateerde) voorzieningen die aangeboden worden door en binnen het stadsdeel. Bewoners die wellicht door hun levensomstandigheden en beperkingen geïsoleerd zijn geraakt van de samenleving.
Inclusie criteria - Bewoners van stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer - Bewoners die 18 jaar en ouder zijn - Bewoners met een fysieke, mentale en/of een sociale beperking - Mantelzorger - Bewoner die sociaal geïsoleerd leven
2.2 Doelstelling Doelstelling Het stadsdeel wil de maatschappelijke en sociale participatie van individuen en sociale cohesie faciliteren c.q. bevorderen. Om dit te kunnen bewerkstelligen dient in de eerste plaats bekend te zijn welke behoeften de bewoners hebben en of er sprake is van een ‘verborgen vraag’. En als er belemmeringen tot participatie zijn, waardoor komen die? Hebben die te maken met de persoonlijke omstandigheden van bewoners, met de omgeving of met het aanbod en de bereikbaarheid van instellingen en voorzieningen? Of is het een combinatie van verschillende factoren?
Functie van het onderzoek Het doel van het onderzoek is het stadsdeel dichter bij de bewoners brengen. Het stadsdeel heeft geconstateerd dat er een grote groep bewoners niet bereikt wordt met het Loket Zorg en Samenleven. Men vermoedt dat er een verborgen vraag bestaat. Met dit onderzoek wordt een poging gedaan om behoeften en/ of barrières van bewoners in kaart te brengen, om sociaal geïsoleerde uit een sociaal isolement te halen. Met de resultaten van dit onderzoek zullen projecten samen met én voor bewoners opgezet worden om hun participatie te bevorderen en te behouden.
Pagina 12 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
2.3 Dataverzameling Vindplaatsen In eerste instantie zouden er verschillende ‘sleutelfiguren’ benaderd worden, zoals imams en buurtcoördinatoren. Om deze mensen te spreken is er contact opgenomen met instellingen die hieronder beschreven staan. Aan de instellingen die reageerden en mee wilden werken, is het doel van het onderzoek uitgelegd en is er een interview afgenomen. Tijdens het interview is er onder andere gevraagd of zij bekend waren met bewoners die binnen de doelgroep vallen, om zo contact te kunnen leggen met de bewoners. De vindplaatsen die we in eerste instantie wilden benaderen zijn: - Steunpunten leefbaarheid en veiligheid en hun buurtcoördinatoren - Huisartsen praktijken - Religieuze instellingen zoals: kerken, moskeeën en synagogen - Tafeltje dekje - Stichting de Zonnebloem - Project BLOEM - WijkWeb / WijkWebcafé De resultaten van de benaderde vindplaatsen: - 3 Buurtcoördinatoren, van buurt 3, 4 en 6, 7, 8 en 9,10 - 3 huisartsassistenten - Project BLOEM - WijkWeb / WijkWebcafé Door de gesprekken die zijn gevoerd met de bovenstaande sleutelfiguren, is er veel informatie verkregen over de vele instellingen en voorzieningen die het stadsdeel rijk is. Met enkele van deze instellingen en voorzieningen is er alsnog contact op genomen, zodat ook daar een interview afgenomen kon worden. Dit zijn: - Participatiecentrum - Wijkmeester - Ergotherapeut werkend met Marokkaanse cliënten met een taalbarrière. - Ouderen koffieochtend - Marokkaanse vrouwenochtend - Winkelcentra
Literatuurstudie Tijdens de voorbereiding van het onderzoek, is er literatuurstudie gedaan. Hierin stonden de volgende termen en bronnen centraal: - Sociaal isolement - Community Based Development - Occupational Justice - Relevante beleidsmatige rapportages - Action-research - Bottom-up strategieën - Door de gemeente verstrekte informatie- en foldermateriaal (zie ook de bijlage voor de geraadpleegde literatuur)
Pagina 13 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Met behulp van aanwijzingen uit de literatuur is een topiclijst voor een interview ontwikkeld en is kennis vergaard over de manier waarop de bewoners en sleutelfiguren uit de wijk benaderd en geïnterviewd konden worden en over de manier waarop verkregen data geanalyseerd zouden moeten worden.
Pagina 14 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
2.4 Contacten leggen en interviews afnemen Contactlegging Sleutelfiguren Er is een brief met informatie en een samenvatting van het project opgesteld, die naar enkele sleutelfiguren gestuurd is, om te vragen of er interesse was om mee te werken aan het project. Een week na het versturen van de brieven is er telefonisch contact gezocht om te controleren of de brief gelezen was en of er interesse was. Hierbij is gelijk geprobeerd om een afspraak te maken voor een gesprek. Met de overige sleutelfiguren is er direct telefonisch contact opgenomen, waarbij de brief met samenvatting bij het eerste contact overhandigd werd. Schriftelijke contact In de brief stond onder andere informatie over wat het doel van het onderzoek was, wie de opdrachtgever was, wat er met de gegevens ging gebeuren, dat de interviews met bewoners anoniem verwerkt zou worden en waarom het belangrijk is om bewoners hieraan te laten deelnemen. In de samenvatting stond meer inhoudelijk informatie over het onderzoek. Bewoners De werving van bewoners heeft plaatsgevonden via sleutelfiguren, bestaande projecten/ activiteiten die in de wijk aan de gang waren en is er direct contact gezocht met bewoners op straat.
Interviews Vraaggesprekken Om de behoeften te inventariseren is het voeren van vraaggesprekken een geschikte methode. Hiervoor zijn drie verschillende topiclijsten gemaakt, namelijk een format voor korte gesprekken zonder voice recorder, een format voor een lang gesprek met voice recorder en een format voor sleutelfiguren (zie bijlage 1). De hierin beschreven topics zijn opgesteld op basis van de onderzoeksvragen en subvragen. Door deze topics kon er gebruik gemaakt worden van een semigestructureerde interviewmethode. Hiermee kan de geïnterviewde veel vertellen, maar wordt het gesprek toch gestuurd door de topics. Deze interviews worden afgenomen door steeds twee studenten, waarvan er één het woord voerde, en de ander notities en aantekeningen maakte. Tijdens de inleiding van het interview werd bekend gemaakt dat het gesprek anoniem verwerkt zou worden, en dat er alleen met toestemming van de geïnterviewde audio opnames zouden plaatsvinden. De notities en aantekeningen werden gelijk na afloop verwerkt in een verslag, waarna het bijbehorende format ingevuld werd. (zie bijlage 2) Deze ingevulde formats konden naast elkaar gelegd worden zodat er door middel van een persoon-netwerkanalyse opvallendheden en aanbevelingen uit gehaald konden worden. Op basis hiervan is de vraagstelling beantwoord, deze is uitgebreid omschreven en wordt toegelicht in hoofdstuk 5.
Pagina 15 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Hoofdstuk 3 Bevindingen: uitspraken van sleutelfiguren en bewoners De bevindingen zijn verkregen op drie manieren, namelijk interviews met sleutelfiguren, interviews met bewoners en door het bestuderen van literatuur. De beschreven informatie in paragraaf 3.1. is op basis van gesprekken met sleutelfiguren; de informatie beschreven in paragraaf 3.2 is op basis van uitspraken van bewoners en de informatie beschrvene paragraaf 3.3 is op basis van literatuurstudie. Op basis van al deze uitspraken heeft een persoon-netwerkanalyse plaatsgevonden die beschreven staat in paragraaf 4.4. De getallen die achter elke uitspraak tussen haakjes staan dienen om de uitspraak aan het juiste gesprek te koppelen volgens onderstaande tabel. De verslagen van de interviews zijn na te lezen in bijlage 2.
Legenda
1: Project Bloem 31 maart 2: Bewoner vrouwenochtend Pluspunt 1 april 3: Vrijwilligers Pluspunt 1 april 4: Koffieochtend ouderen Pluspunt 2 april 5: Bewoner na koffieochtend Pluspunt 2 april 6: Buurtcoördinator buurt 9 & 10 30 maart 7: Buurtcoördinator buurt 3 & 4 25 maart 8: Praktijkassistente HAP 16 april 9: Bewoner bij de taalwijzer 13 mei 10: Bewoner bij de taalwijzer 13 mei 11: Bewoner op het Lambertus Zijlplein 23 april 12: Praktijkassistente HAP 23 april 13: Praktijkondersteuner HAP 8 mei 14: Buurtcoördinator buurt 6, 7 & 8 22 april 15: Medewerker participatiecentrum 22 april 16: Bewoner thuis 13 mei
S3 B1 V1 B2 B3 S2 S1 S4 B5 B6 B4 S7 S8 S6 S5 B7
S = sleutelfiguur B = bewoners V = vrijwilligers
Pagina 16 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
3.1 Informatie verkregen via de sleutelfiguren Stadsdeelkantoor Het imago van het stadsdeelkantoor is groot, officieel, gevoel van hiërarchie (14), bureaucratie en een te hoge psychische drempel. (7) Voor bewoners is het een te hoge drempel om naar het stadsdeelkantoor te gaan. (13)
Bekendheid voorzieningen De bekendheid van het Steunpunt Leefbaarheid en Veiligheid wordt steeds groter door de Stadsdeelgids en mond op mond reclame. (7) De bewoners die gebruik maken van hulp en of voorzieningen zijn steeds dezelfde die bij elke bijeenkomst komen. (6) De praktijkondersteuner maakt gebruik van informatie uit de stadsdeelgids, de wijkpost voor ouderen 2005, gids Nieuw West of kijkt op www.gezondheidszorgwijzer.nl om patiënten naar hulp en of voorzieningen door te verwijzen. (13) Autochtone bewoners kennen beter de weg volgens de huisartsassistent, omdat ze de gang van zaken in Nederland kennen en gebruik maken van het internet. (12) Het participatiecentrum krijgt cursisten doordat bewoners verplicht zijn de cursus te volgen of doorverwezen worden via de Taalwijzer, door te werven op markten en festivals en het bezoeken van bijeenkomsten van stichtingen en verenigingen. Ook hebben bewoners er via via over gehoord of worden ze door een andere instelling doorverwezen zoals door project Bloem. (15) Huisartsenassistenten geven aan dat meer uit het stadsdeel moet komen (8). Het loket Zorg en Samenleven kan laagdrempeliger worden door het meer naar de wijk toe te halen. (12)
Locatie voorzieningen Het participatiecentrum zou graag een kantoor in de wijk willen, maar door te weinig beschikbare locaties zijn ze gedwongen om in het stadsdeelkantoor te blijven. (15)
Communicatie tussen voorzieningen Bij complexe problematiek van bewoners is de communicatie tussen samenwerkende instanties niet optimaal. Het is niet duidelijk wat tot iemands takenpakket hoort. Dit is verwarrend voor bewoners en zorgt ervoor dat zij een hoge mate van bureaucratie ervaren. (7) Er is geen terugkoppeling naar het stadsdeel. Wel vindt er overleg plaats tussen de huisartsen en praktijkondersteuners onderling in het stadsdeel. Tussen huisartsassistenten is dit niet het geval (12).
Aanbod activiteiten Er zijn geen betaalbare ruimtes beschikbaar in buurt 9 en 10 voor activiteiten. Er worden nu ruimtes in andere buurten gehuurd, wat zorgt voor verwarring onder bewoners. (6) De projecten die nu lopen zoals bijvoorbeeld het wijkweb of buurtinitiatieven bestaan nog maar kort en hier moet elk jaar opnieuw een budget voor aangevraagd worden. (14) De meeste bewoners die op participatieavonden komen zijn autochtone bewoners (65+) (7). Sommige bewoners zijn wel aanwezig bij activiteiten voor kinderen maar willen hier zelf niets voor doen. (6)
Pagina 17 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Loket Zorg en Samenleven Het loket Zorg en Samenleven is niet bekend bij de huisartsassistenten en de praktijkondersteuner. (8, 12 en 13) Het loket kan een lagere drempel worden voor bewoners door het meer naar de wijk toe te halen. Het stadsdeelkantoor is op een te grote afstand. (14)
Huisartsen De huisarts heeft een vertrouwensfunctie en vinden bewoners makkelijk om te bellen. (12) Veel bewoners komen met al hun vragen en problemen bij de huisarts. (8) De huisartsassistenten krijgen te maken met praktische zaken zoals het aanvragen van een telefoonnummer, invullen van formulieren en schuldhulpverlening. (12) De vragen kunnen psychosociaal of lichamelijk van aard zijn. (13) Er zit geen verschil tussen psychische klachten bij autochtone en allochtone bewoners. (12) Het overgrote deel van de klachten is van psychische en psychosomatische aard. (8) Sinds de vrouwelijke assistent zelf uitstrijkjes maakt is de opkomst hoger en hoort zij meer problemen van allochtone vrouwen. (8) Er is vaak onvoldoende tijd om diep in te gaan op psychische problemen en uit te zoeken welke voorzieningen voor de patiënt geschikt zijn. (8) Verzekeringen en vergoedingen veranderen telkens waardoor het lastig is zelf op de hoogte blijven en het uit te leggen aan bewoners. (12) De huisartsassistenten en praktijkondersteuner zijn onbekend met het loket Zorg en Samenleven. (8, 12 en 13) Vanuit de huisartsenpraktijk is er meer behoefte aan informatie van het stadsdeel over voorzieningen en regelingen. Nu zijn zij niet bekend met de mogelijkheden die het stadsdeel biedt. Door meer kennis te hebben, kunnen zij bewoners beter doorverwijzen en adviseren. (8)
Contact met bewoners Project Bloem werkt met aanbelrondes in de buurt. Ze werken met compromissen. De bewoner moet zelf inzet tonen. (1) Vrijwilligers zijn belangrijk voor de buurtcoördinatoren. (6) De meeste bewoners die gebruik maken van het Steunpunt Leefbaarheid en Veiligheid zijn van financiële en psychische aard. (7) Bij het participatiecentrum wordt opgemerkt dat enkele bewoners trots zijn om een cursus te volgen of ‘werkzaam’ te zijn in het stadsdeelkantoor. (15) Langdurig contact houden met bewoners is lastig door gewijzigde telefoonnummers of het niet open doen van de deur. (7) Sommige bewoners kunnen niet worden bereikt. Mogelijk komt dit door schaamte, armoede, vertrouwen kwijt zijn, klein netwerk en psychische klachten. (6)
Verspreiden van informatie Het verspreiden van informatie gaat het beste mondeling waardoor bewoners via via iets te weten komen. (6)
Barrières (fysiek, psychisch en cultureel) Er is weinig menging van culturen. (6)
Pagina 18 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Taalbarrière De huisarts kan gebruik maken van de tolkentelefoon, maar dit wordt niet als handig ervaren. (13) De huisarts maakt geen gebruik van de tolkentelefoon omdat er een abonnement opgenomen moet worden. (12) Als een bewoner helemaal geen Nederlands spreekt, wordt er gevraagd iemand van de familie mee te nemen die kan tolken. Stichting AFAK3 onderhoudt contact met Arabische bewoners. De medewerkers spreken de taal, waardoor de taalbarrière wegvalt. (7) I.v.m. een mogelijke taalbarrière is één medewerker Turks en één medewerker Marokkaans. (1)
Allochtone vrouwen Jonge moeders doen veel mee aan activiteiten, omdat zij vaak buiten komen vanwege de kinderen. (6) Allochtone vrouwen willen zichzelf ontwikkelen en zijn hierdoor makkelijk te bereiken. Allochtone vrouwen zijn beter dan hun mannen op de hoogte van voorzieningen en regelingen. (6) Dit komt o.a. door contact met andere moeders op school. Allochtone vrouwen van tussen de 50 en 60 jaar hebben vaak niet veel meer te doen als de kinderen uit huis zijn. Zij komen steeds minder de deur uit. (6) Ongeveer 80% van de cursisten bij Taalwijzer is vrouw en ze zijn erg gemotiveerd. (15)
Allochtone mannen Allochtonen mannen zijn moeilijk te bereiken, waarschijnlijk door hoge sociale controle, gezichtverlies en culturele aspecten. (7) Ze haken bij een cursus halverwege af of komen niet opdagen. Om dit te laten slagen moet het DWI samenwerken. (6) Mannen komen twee keer bij activiteiten dan niet meer. Ze komen wel naar een ontmoetingsruimte in het Pluspunt en koken nu onderling. Marokkaanse ouderen tussen de 40 en 70 jaar hebben weinig dagbesteding. Enkele buurtcoördinatoren hebben geprobeerd deze mannen hebben te laten sporten, maar dit willen ze niet. De buurtcoördinator bedenkt coöperatieve ideeën, zoals het aanleren van oude ambachtelijke beroepen aan jongeren, maar er komt weinig uit de mannen zelf. (14) De allochtone mannen willen een plek hebben om samen te komen. Het stadsdeel wil dit niet omdat er geen activiteiten bij betrokken zijn. (14) Er is een groep Turkse en Marokkaanse mannen met een depressie. Zij zijn tussen de 35 en 45 jaar oud. Zij zien het niet meer zitten en hebben last van psychische klachten. (14) Allochtone vrouwen ontwikkelen zich meer dan de mannen hierdoor blijven de mannen achter met als gevolg een toename van depressie en scheidingen. (7)
3
Stichting AFAK is een islamitische stichting die Arabische mensen helpt bij inburgering, AOW en diverse cursussen.
Pagina 19 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Mantelzorgers Grote families in de buurt vormen een groot netwerk en zijn vaak ook mantelzorger. Het is een familie eer om dit zelf te doen. (12) Allochtone ouderen gaan vaak niet naar een verpleeghuis. Vaak zijn er meerdere kinderen die zorg bieden. (13) Allochtone bewoners wachten lang voordat ze om hulp vragen. Ze schakelen pas hulp in als ze het niet meer uithouden en houden geen rekening met de lange termijn. (12)
Pagina 20 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
3.2 Informatie verkregen via de bewoners Stadsdeel Er wordt voldoende informatie door het stadsdeel verstrekt over voorzieningen en activiteiten. (3) De werkwijze van het stadsdeel bij het organiseren van activiteiten wordt als bureaucratisch ervaren. (3) Er is weinig erkenning voor vrijwilligers vanuit het stadsdeel. (3) Een bewoner is bekend met het stadsdeelkantoor, maar maakt hier weinig gebruik van. Het stadsdeelkantoor van Osdorp is beter bereikbaar, als het kan gaat zij daarheen. (11). De communicatie vanuit het stadsdeel over nieuwe voorzieningen richting bewoners wordt als slecht ervaren. (2) Bij de balie wordt geprobeerd je te helpen, maar degene die iemand moet hebben, krijg je niet te pakken. (16)
Voorzieningen Er is behoefte aan huiswerkbegeleiding voor kinderen vanaf groep 4 t/m de middelbare school in de buurt tegen lage kosten. Het is nu te ver, te vol en te duur. (2) Er is geen mogelijkheid voor mannen om in de avonduren sociale contacten op te doen in bijvoorbeeld een buurthuis met ruime openingstijden. (2) Er is geen gratis kinderopvang voor de middagen. (10) Het contact met school is een belangrijke plek waar vrouwen aan informatie komen, zowel uitgegeven door de school als door contact met andere moeders. (3) Er wordt gemotiveerd om gebruik te maken van voorzieningen en bijeenkomsten van woningcorporaties en buurtbijeenkomsten, om geïnformeerd te worden en om vragen te stellen over de stedelijke vernieuwing. Hierbij is veel wrijving onder de bewoners. Ze vinden dat deze bijeenkomsten slecht worden aangekondigd en ze voelen zich niet gehoord als ze de bijeenkomsten bezoeken. (4) Een afspraak maken met het CIZ is niet flexibel, het gebeurt niet in overleg. De stappen die ondernomen moeten worden voor een parkeervergunning bij het CIZ zijn erg omslachtig. Voor de keuring van een invalidenparkeerplaats moet er ver gereisd worden voor een bezoek van ongeveer 2 minuten. (16) Bepaalde bewonersinitiatieven zijn binnen een maand geregeld en anderen duren heel lang. (3)
Bekendheid voorzieningen Project Bloem is een bekende voorziening in de buurt en hun benadering wordt als prettig ervaren. (2) Taalwijzer is bekend door folderverspreiding op de markt. Via de buurtcoördinator is mw. in contact gekomen met de Taalwijzer. (10) De Taalwijzer sluit niet aan op het individuele niveau van de deelnemers. (2) Een bewoner is bekend met de Thuiszorg en heeft dit 25 jaar geleden zelf geregeld. (11) Een bewoner wil geen hulp in de huishouding zolang het niet nodig is. Vanuit de Thuiszorg komt er volgens hem elke keer een andere medewerker en ze zijn jong. (16) Het Steunpunt Leefbaarheid en Veiligheid is volgens een bewoner vaak dicht, weten ze nergens van en ligt de locatie uit de route. (16)
Pagina 21 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
In de onderstaande tabel staat genoteerd hoeveel van de zeven geïnterviewde bewoners aangaf de voorziening te kennen, te gebruiken, er tevreden over was en er ontevreden over was. Voorzieningen Loket Zorg en Samenleven Steunpunt Leefbaarheid en Veiligheid Bloem Opvoedsteunpunt Wijkweb Taalwijzer Impuls Maatschappelijke dienstverlening Mee Amstel en Zaan GGZ Jellinek Bureau jeugdzorg Valys WMO Helpdesk Steunpunt mantelzorg Buddy en maatjes projecten SAVO Humanitas Formulierenbrigade Advocatenspreekuur Voedselbox Huisarts Thuiszorg Alfahulp Maaltijdservice Buurtbus Overige… (buurtinitiatieven) Hippe Heks Vrouwenochtend Wijkblad Folders
Bekendheid 2 3
Gebruik maken 3
2 1 3 1
Tevreden
Ontevreden. 3
1 1 3
2
1
1 3 1 1 2
2 2 1 1 4 4 3 2 3 1 1 1 4 1
1 1
1
1 1
1
2
1
1 1 2 1
1 1 1
Aanbod activiteiten Er is in buurt 9 behoefte aan ruimtes voor activiteiten. Er kan een ruimte gehuurd worden in het Koggeschip, maar dit is te duur. Zij gaan nu naar andere buurten. (3) Bewoners uit andere buurten willen zich ook aanmelden maar mogen niet deelnemen omdat zij in een andere buurt wonen. (3) Er is weinig aanbod voor jongeren van 12 tot 18 jaar in de avonduren. (2) Een bewoner zou graag met excursies mee willen doen, georganiseerd vanuit het stadsdeel. (16)
Pagina 22 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Loket Zorg en Samenleven De twee bewoners bij de Taalwijzer zijn onbekend met het loket Zorg en Samenleven. (9, 10) Een bewoner heeft er wel over gehoord, maar weet niet wat het inhoudt, denkt er niet iets aan te kunnen hebben en vindt dat het loket beperkte openingstijden heeft. (16)
Verspreiden en achterhalen van informatie Via via komen bewoners iets te weten over voorzieningen, wetten en regels. (2) Een bewoner is erg nieuwsgierig en maakt veel gebruik van het internet om achter informatie te komen. Ook maakt ze gebruik van de folders die bij de Taalwijzer te halen zijn. De folders die de bewoner kent zijn duidelijk, het belangrijkst vindt ze een adres, telefoon nummer of een website, zodat ze daar meer informatie vandaan kan halen wanneer dat nodig is. Familie en vrienden die minder lef hebben, gebruiken voornamelijk familie om achter informatie te komen. (9) Een bewoner vindt dat je discipline moet hebben om alles te weten en dat jezelf achter alles aan moet gaan. (16) Een bewoner leest de Westerpost, de Echo en het Stadsblad om op de hoogte te zijn van voorzieningen en wijzigingen. Een andere bewoner leest de Echo, het Amsterdams Stadsblad, de Westerpost en de folders die aan huis geleverd worden. (5, 16) De Westerpost wordt onregelmatig bezorgd. (16) Vanuit bewoners is er desinteresse voor verstrekte informatie vanuit het stadsdeel. (3) Op dit moment weet een bewoner niet waar hij moet wezen om achter informatie te komen. In het geval het echt nodig is, gaat de bewoner naar de huisarts. Bij hulpvragen neemt een bewoner contact op met de Thuiszorg of de huisarts. (16) Een bewoner wil graag notulen van bijeenkomsten van de deelraad en de Alliantie ontvangen. Het lezen van de notulen is alleen mogelijk d.m.v. internet en dhr. heeft geen computer. (16) Het telefoonnummer 14020 wordt door meerdere bewoners als een niet goed werkend telefoonnummer ervaren. Dit heeft te maken met dat je doorverwezen wordt, het duurt een tijd, je wordt niet adequaat geholpen en krijgt uiteindelijk niet de juiste persoon aan de lijn. (4, 16) De advertentie in de Westerpost (wijkkrant) voor een ouderenbijeenkomst van het CIZ van het loket Zorg en Samenleven was een te klein en niet duidelijk stukje, waardoor maar weinig bewoners dit gelezen hebben en ervan op de hoogte waren. (4)
Barrière (fysiek, psychisch en cultureel) Een bewoner heeft angst om alleen boodschappen te doen. ’s Avonds over straat te gaan en angst om alleen met het openbaar vervoer te reizen. De bewoner onderneemt geen leuke activiteiten vanwege de angsten en weinig sociale contacten. (5)
Taalbarrière Een bewoner heeft geprobeerd vrijwilligerswerk te zoeken, maar dit lukte niet door haar taalachterstand en de zorg voor haar epileptische dochter. (9)
Pagina 23 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Rechten en wetten Bij ziekte en uitval van het arbeidsproces is niet bekend wat de mogelijkheden van bewoners zijn. Bewoners weten niet waar ze naar toe moeten. (2)
Huisartsen Een bewoner komt alleen bij de huisarts als het erg nodig is, ze weet hem te vinden als het nodig is. (11) De huisarts is toegankelijk. Als een bewoner de zorg voor zijn vrouw niet meer aan kan en hulp nodig heeft, gaat de bewoner naar de huisarts. (16)
Sociale cohesie Sociale contacten worden onderhouden bij het Pluspunt door met elkaar te kaarten. (11) Een bewoner heeft voldoende sociale contacten in de wijk. (10) Een bewoner heeft veel sociale contacten via de kerk, na de kerk gaan ze vaak samen ergens koffie of thee drinken. Een bewoner heeft weinig sociale contacten. (5) Een bewoner gaat zelf naar het belastingkantoor. Ze probeert alles zelf te regelen, als dit niet lukt helpt haar zoon haar hierbij. (11)
Ouderen Tijdens de stedelijke vernieuwing moeten veel ouderen hun huis verlaten. Enkele hebben geen of weinig familie meer, en zouden graag gebruik willen maken van hulp. Het gaat om praktische hulp zoals procesbegeleiding, inpakken en verhuizen van de eigendommen van de bewoners. Deze hulp kan komen van buren of vanuit de woningbouwvereniging. Daarnaast komt er veel hoogbouw, voor ouderen met hoogtevrees is dit niet prettig wonen. (4) De liften zijn met enige regelmaat kapot. Dit is voor ouderen een belemmering om in een flat te gaan wonen. (4) Oudere bewoners die niet meer overal actief achteraan kunnen gaan komen in een isolement door onwetendheid over voorzieningen en hulpmiddelen waar ze recht op hebben. (16)
Mantelzorgers Een bewoner heeft zorgen over haar dochter die overspannen is. (5) Een bewoner heeft geprobeerd om vrijwilligerswerk te zoeken, maar dit lukt niet door haar taalachterstand en de zorg voor haar epileptische dochter. Deze zorg heeft veel invloed op mw. haar dagelijks leven. (9) Een bewoner wil zoveel mogelijk zelf blijven doen. Hij helpt zijn vrouw met wassen en kleden, kousen en schoenen aantrekken en maakt het eten klaar en heeft geen tijd voor hobby’s. Dhr. heeft dit zichzelf aangeleerd. Hij doet zoveel mogelijk elke dag boodschappen om deur uit te komen. Hij kan niet naar bijeenkomsten van de deelraad en de Alliantie, om zijn vrouw niet alleen kan zijn. Hij is alleen met dingen bezig om te overleven. Er is ook niemand die er iets van afweet en begrijpt volgens hem. Als het echt niet anders kan, gaat dhr. om hulp vragen. (16)
Pagina 24 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Openbaar vervoer Het openbaar vervoer is te duur. (10) Een bewoner maakt soms gebruik van de Connexxion bus (voor 65+ ers). Ze maakt hier weinig gebruik van omdat je een dag van te voren moeten bellen en alles moet regelen. Ze gaat nog wel overal heen met de trein, voornamelijk om familie te bezoeken die in andere steden wonen. (11) Collectief vervoer is lastig omdat je dit moet bestellen en soms moet wachten voor hij komt. Reizen met de auto wordt vaak niet vergoed, omdat dit een te korte afstand is. (16)
Buurt, woning en veiligheid Door de stedelijke vernieuwing ondervinden de bewoners veel problemen. Veel bewoners wonen maar tijdelijk in de wijk. Door deze snelle verwisseling van bewoners, verpaupert de wijk extra snel. (4) Bewoners die er maar kort wonen houden zich niet netjes aan de sociale regels. Hiervoor willen bewoners een lijst met regels en voorschriften opstellen die in de portieken gehangen kan worden. (4) Er wordt veel beroofd, hierdoor durft mevrouw niet meer buiten te pinnen en gaat ze pinnen in het postkantoor. Hier voelt ze zich veilig. (11) De woning (op eerste verdieping) heeft geen mogelijkheid om naar buiten te gaan. In Zeist hebben ze een caravan waar dit wel kan. (16) Er is geen sociale controle meer in de buurt. Sociale contacten worden slechter. Er is een groot verloop. Veel minimumhuishoudens en allochtonen hebben een andere leefstijl dan autochtonen. (16) Het zich lopend verplaatsen door de buurt is lastig als er een scooter of andere obstakels op de stoep staan, zowel voor bewoners met rollator als bewoners die slecht ter been zijn en ondersteuning nodig hebben. (16) Auto’s staan geparkeerd op plaatsen waar dit niet mag, voornamelijk bij op- en afritten. (4) De invalide parkeerplaatsen aan de Burgermeester de Vlugtlaan zijn altijd vol. Bij betaald parkeren kan de auto neergezet worden, maar daar moet opnieuw een vergunning voor aangevraagd worden. Dit kan niet bij de afdeling vergunningen. (16) De buurten worden om puur bureaucratische redenen uit elkaar gehouden. In de praktijk lopen de buurten door elkaar heen. Hier is ontevredenheid over omdat andere buurten juist wel/geen hulp krijgen en zaken daar anders georganiseerd/afgehandeld worden. (4)
Pagina 25 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
3.3 Informatie verkregen vanuit de literatuur, rapportages en nota’s Om de uitspraken in paragraaf 3.1 en 3.2 vanuit sleutelfiguren en bewoners te onderbouwen zijn bestaande onderzoeken, rapportages en nota’s bestudeerd om na te gaan of de uitspraken hiermee overeen komen of juist tegenstrijdig zijn. Deze paragraaf bevat een verzameling van de bestudeerde informatie. Voorzieningen Als een gezaghebbend persoon binnen de gemeenschap gebruik maakt van voorzieningen, verlaagt dit het schaamte gevoel bij anderen om hiervan gebruik te maken. (Heygele, 2009) In onderzoek naar niet-gebruik van thuiszorg onder allochtonen wordt steeds benadrukt dat mensen niet bekend zijn met professionele voorzieningen. Andere redenen die worden genoemd zijn: de ruime beschikbaarheid van informele hulp, het imago van professionele voorzieningen, de slechte aansluiting van het aanbod op de vraag, hoge eigen bijdragen en gevoelens van eer en trots. (Schellingerhout, 2004) Onbekendheid met voorzieningen is daarnaast een belangrijke oorzaak van niet gebruik van voorzieningen. Bovendien is het geconstateerde gebrek aan behoefte aan voorzieningen in tegenspraak met het succes van lokale initiatieven op het gebied van interculturalisatie van welzijnsvoorzieningen (NIZW, 2003). Wellicht dat meer informatie op dit gebied, of nog meer specifieke initiatieven, tot een groter gebruik zal leiden. (Schellingerhout, 2004) Ruim de helft van de mensen met een matige of ernstige beperking geeft aan ondersteuning nodig te hebben, bijvoorbeeld hulp bij het huishouden, een vervoersvoorziening of een rolstoel. Van deze groep zegt 66% daadwerkelijk voldoende ondersteuning te krijgen. Een derde geeft dus aan (meer) ondersteuning nodig te hebben maar deze (nog) niet te krijgen. Dit betreft 18% van alle mensen met een matige of ernstige beperking. Redenen voor het niet krijgen van ondersteuning kunnen liggen in het (nog) niet hebben ingediend van een aanvraag, wachten op afhandeling van een aanvraag of een afwijzing van de aanvraag. (Marangos, 2008)
Locatie voorzieningen Uit gesprekken met bewoners, inburgeraars en corporaties is gebleken is dat er onvoldoende locaties beschikbaar zijn om Nederlandse taallessen te geven. (Stuurgroep Stedelijke Vernieuwing en Rochdale, 2008)
Bekendheid voorzieningen Veel Turkse en Marokkaanse ouderen hebben wel eens van de GGZ gehoord, maar ze weten niet wat de GGZ voor hen kan doen. (Schellingerhout, 2004)
Pagina 26 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Aanbod activiteiten Bewoners geven aan dat ze ontmoetingsplekken in de wijk willen waar ze activiteiten kunnen ondernemen en buren (met een andere cultuur) kunnen ontmoeten. Bewoners geven aan dat er te weinig plekken voor jongeren zijn, waar zij terecht kunnen zonder dat ze overlast veroorzaken in de buurt. Deze plek moet bij goed en slecht weer te gebruiken zijn. (Stuurgroep Stedelijke Vernieuwing en Rochdale, 2008)
Loket Zorg en Samenleven Er vindt eens per 3 maanden overleg plaats met Impuls, wijksteunpunt en jongerensteunpunt. Er zijn samenwerkingsverbanden met buurtcoördinatoren en project Bloem. Huisartsen en verloskundigen zijn in 2007 eenmaal geïnformeerd over het loket Zorg en Samenleven d.m.v. foldermateriaal Wegens ruimtegebrek vindt er voorlopig geen verhuizing plaats naar een meer in het oogspringende locatie. De toekomst is meer naamsbekendheid krijgen voor het loket (Veljkovic, 2008) Belangrijk is om bij (her)indicatie het gehele sociale systeem te betrekken om te voorkomen dat bewoners te laat of te weinig hulp krijgen door het geven van antwoorden die niet overeenkomen met de werkelijke situatie. (Heygele, 2009)
Verspreiden van informatie Gebruik passende communicatiekanalen voor oudere immigranten. Huis aan huisbladen worden nauwelijks gelezen. (Het moet aansluiten op de belevingswereld en vragen) (Heygele, 2009)
Contact met bewoners Uit gesprekken met bewoners, blijkt dat bewoners niet graag praten over de vaak zorgelijke situatie waarin zij zitten. (Stuurgroep Stedelijke Vernieuwing en Rochdale, 2008)
Sociale cohesie en menging culturen Antilliaanse ouderen hebben van alle groepen de meeste autochtone vrienden of kennissen. Dit geldt vooral voor de Antilliaanse mannen. Turkse en Marokkaanse ouderen lijken het minst vaak autochtone vrienden of kennissen te hebben. Overigens blijkt de mate van contacten met autochtone Nederlanders nogal af te hangen van leeftijd en van geslacht. Zo hebben Antilliaanse vrouwen minder vaak autochtone Nederlanders als vriend of kennis dan Antilliaanse mannen. Marokkaanse vrouwen hebben het minst vaak autochtone vrienden of kennissen. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de beheersing van de Nederlandse taal, die bij oudere Marokkaanse vrouwen slecht is. (Schellingerhout, 2004)
Ouderen Ouderen geven aan dat zij zich alleen voelen en geïsoleerd. Deze mensen hebben behoefte aan hulp. (Stuurgroep Stedelijke Vernieuwing en Rochdale, 2008)
Pagina 27 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Een onderzoek van het Trimbos-instituut laat zien dat Marokkaanse oudere mannen (55+) wel concrete klachten herkennen die met psychische problemen samenhangen (zoals vergeetachtigheid), maar dat zij deze niet benoemen met psychische begrippen. Veel Turkse en Marokkaanse ouderen hebben wel eens van de GGZ gehoord, maar ze weten niet wat de GGZ voor hen kan doen. (Schellingerhout, 2004)
Vrouwen Vooral vrouwen geven aan deel te willen nemen aan activiteiten om vooruit te komen. Deze vrouwen geven aan verder te willen gaan met hun eigen empowerment en hopen andere vrouwen te enthousiasmeren om ook deel te nemen aan de maatschappij. (Stuurgroep Stedelijke Vernieuwing en Rochdale, 2008)
Mantelzorg Driekwart van de Marokkanen vindt dat kinderen hun ouders horen te verzorgen als zij op leeftijd zijn. Ook is de helft van mening dat het een schande is als familieleden niet voor de ouderen kunnen zorgen. De Turken hebben ook een voorkeur voor de zorg van verwanten, zij het wat minder uitgesproken. Autochtonen hebben de minst hoge zorgverwachtingen van hun kinderen. Bij emotionele, praktische of financiële problemen verwachten vrijwel alle ouderen steun uit het sociale netwerk te krijgen, maar de autochtonen het minst, gevolgd door de Surinamers en Antillianen. Ouderen denken vooral hulp te ontvangen van hun kinderen en partner. Een op de tien autochtonen heeft gerapporteerd dat zij van niemand binnen het sociale netwerk emotionele of praktische steun kunnen krijgen. (Schellingerhout, 2004) De praktijk leert dat mantelzorgers niet vaak te maken hebben met professionele hulp. Een kwart van de helpers staat er namelijk alleen voor en een derde helpt samen met andere mantelzorgers, zonder dat daar thuiszorg aan te pas komt (Kooiker, 2008) De meerderheid van de helpers verwacht dat als zijzelf uitvallen, er nog steeds geen beroep op professionals gedaan hoeft te worden. Zij denken dat huisgenoten of familieleden hun taken zullen overnemen. Toch is er een substantiële groep die denkt dat bij uitval (extra) hulp van de thuiszorg of opname in een instelling moet worden aangevraagd. Bij het verlenen van mantelzorg komen heel veel dingen kijken. Er zijn een organisatorische, een relationele, een fysieke en een psychische kant. Elke mantelzorger zal in zijn of haar benadering een eigen aanpak hebben. Over die eigen aanpak is nog weinig geschreven, terwijl deze wel (mede) bepalend is voor de moeite of het gemak waarmee zorg verleend wordt. Ook voor de (behoefte aan) ondersteuning kan iemands aanpak van groot belang kan zijn. (Kooiker, 2008) In Utrecht constateerde de gemeente in 2006 dat mantelzorgers een moeilijk bereikbare groep zijn, vooral ook omdat mantelzorgers zich niet in die term herkennen. De conclusie is dan ook dat het belangrijk is om mantelzorgers op de juiste wijze aan te spreken. (Kooiker, 2008) Nu mantelzorgondersteuning een prestatieveld binnen de WMO is geworden, doen gemeenten er goed aan een proactief beleid te gaan voeren en zich op verschillende typen mantelzorgers te gaan richten. Dat betekent: niet langer afwachten tot de
Pagina 28 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
mantelzorger zich vanzelf meldt, maar het aanbod van de ondersteuning verbreden. Veel huishoudens waar mantelzorg wordt verleend, zijn bij de gemeente al op een andere wijze bekend, bijvoorbeeld doordat er een indicatie voor thuiszorg of hulpmiddelen heeft plaatsgevonden. Het kan geen kwaad om die huishoudens na verloop van tijd (telefonisch) te benaderen en eens te vragen hoe het gaat. Wellicht is het mogelijk om vrijwilligers die zelf mantelzorgervaring hebben, voor deze belangrijke taak te interesseren. Goede mantelzorgondersteuning betekent ook: scholing van de medewerkers van het zorgloket (de front office). Medewerkers moeten leren om de ‘vraag achter de zorgvraag’ te herkennen. Daarmee kunnen ze ertoe bijdragen dat mantelzorgers in een vroeg stadium op de mogelijkheden voor ondersteuning gewezen worden. (Kooiker, 2008) Bij veel van de mantelzorgers die in deze publicatie aan het woord komen, heeft het verpleeghuis een negatief imago. Ze willen er daarom alles aan doen om verpleeghuisopname te voorkomen. Vaak gaan ze daarbij over hun grenzen heen. Preventief mantelzorgbeleid betekent dus ook dat opname in een verpleeghuis als een veel prettiger alternatief voor mantelzorg moet worden ervaren dan nu het geval is. Het is daarom cruciaal om het beeld te verbeteren dat mensen van het verpleeghuis als woonomgeving hebben; de doelgroep moet het verpleeghuis als een prettig alternatief gaan zien voor thuis wonen met een zware zorgbelasting. Pas dan kan men een echte keuze maken tussen thuis houden of opname. (Kooiker, 2008) Ongeveer 30% van de ontvangers van informele zorg vindt dat de mantelzorger minder tijd is gaan besteden aan bijvoorbeeld hobby, sport of uitgaan als gevolg van het bieden van informele zorg. Ongeveer een vijfde denkt dat het voor de mantelzorger lastig is om de zorgtaken met het eigen werk en huishouden te combineren. Een zesde denkt dat de mantelzorger ondersteuning nodig heeft. (Marangos, 2008)
Buurt en woning Wel geven zij aan dat ze vaak met te grote gezinnen in te kleine woningen leven, waardoor er onleefbare situaties ontstaan (Stuurgroep Stedelijke Vernieuwing en Rochdale, 2008)
Werkgelegenheid Specialisten* in het veld geven aan dat er niet veel werkgelegenheid is in het stadsdeel, maar dat er genoeg mogelijkheden zijn in de nabije omgeving. Uit gesprekken met intermediairs ** komt naar voren dat bewoners vaak weinig geld te besteden hebben, doordat ze vaak niet werken. Bewoners zelf praten liever niet over dit onderwerp. (Stuurgroep Stedelijke Vernieuwing en Rochdale, 2008) * Er wordt in de tekst niet toegelicht over welke specialisten dit gaat. ** Er wordt in de tekst niet toegelicht over welke intermediairs dit gaat.
Pagina 29 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Barrières (fysiek, psychisch en cultureel) Het probleem is de benadering bij het loket. Vanuit bewoners spelen taal- en cultuur barrières en onbekendheid met het Nederlandse systeem een rol. Bij de medewerkers speelt de onbekendheid met de belevingswereld van oudere immigranten en rol. Belangrijk is doorvragen. Wat is de vraag achter de vraag? (Heygele, 2009) De lage mate van sociaal-culturele integratie van de Turkse en Marokkaanse ouderen hangt samen met het gegeven dat zij de Nederlandse taal slecht spreken. Met name de oudere Turkse en Marokkaanse vrouwen vormen hierbij een kwetsbare groep. Zij spreken zeer slecht Nederlands en kunnen vaak ook niet lezen, waardoor zij afhankelijk zijn van mondelinge informatie in de eigen taal. (Schellingerhout, 2004) Huisartsen signaleerden bij bijna twee derde van de contacten met Turkse en Marokkaanse patiënten een communicatieprobleem. In bijna een kwart van de gevallen werd dit als ernstig ervaren. Een belangrijke uitkomst was verder dat huisartsen bij de patiëntencontacten waarbij er communicatieproblemen voorkwamen de hulpvraag vaker als oneigenlijk en onduidelijk beoordeelden. (Schellingerhout, 2004) Aan mensen met beperkingen is begin 2008 gevraagd of zij zich belemmerd voelen in de besteding van hun vrije tijd, bijvoorbeeld omdat er te weinig rekening wordt gehouden met mensen met beperkingen. Hierop zegt 24% zich ernstig en 38% zich soms belemmerd te voelen. Vervolgens is gevraagd welke ondersteuning gemeenten hun hierbij zouden kunnen bieden. Volgens mensen met een beperking zouden gemeenten vooral moeten zorgen voor beter vervoer (43% van degenen die zich belemmerd voelen bij hun vrijetijdsbesteding), een betere toegankelijkheid van gebouwen (40%) en de openbare ruimte (35%) en meer kortingen (36%). (Marangos, 2008)
Vrijwilligers In de Nota ouderenbeleid staat dat de voornaamste reden waarom personen geen vrijwilligerswerk doen, is dat zij er niet voor gevraagd worden. Mensen kunnen het beste hiertoe gestimuleerd worden op lokaal niveau, zo dicht mogelijk bij de burger.(Campen, 2008)
Pagina 30 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
3.4 Samenvatting van de belangrijkste bevindingen in het licht van de vraagstelling Hoofdvraag: Welke behoeften brengen bewoners met een fysieke, mentale of sociale beperking in het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer tot uitdrukking met betrekking tot zorg, tot ondersteuning bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen, tot maatschappelijke participatie en sociale cohesie en op welke wijze kan aan deze behoeften tegemoet gekomen worden binnen de context van de wijk? De volgende “behoeften” kwamen naar voren in gesprekken met bewoners: - Een ruimte voor activiteiten in buurt 9. - Erkenning voor de harde kern van vrijwilligers vanuit het stadsdeel. - Ruimte voor sociale contacten voor allochtone mannen. - Aanbod van activiteiten in een ruimte voor jongeren van 12 tot 18 jaar. - Goedkope huiswerkbegeleiding in de buurt. - Een lijst met regels en afspraken voor nieuwe bewoners. Bewoners die er maar kort wonen houden zich niet netjes aan de sociale regels, hiervoor willen ze een lijst opstellen die in de portieken gehangen kan worden. Op deze lijst staat wanneer de vuilnis opgehaald wordt, wat er schoon gehouden moet worden in de buurt en regels over geluidsoverlast. - Hulp bij verhuizen voor procesbegeleiding, inpakken en verhuizen van de eigendommen van bewoners. Deze hulp kan komen van de buren of de woningbouwvereniging. - Koffie drinken met buurtgenoten en praten over andere zaken dan de problemen die ze ervaart met haar dochter. - Dagje op stap, zoals een busreis. - Buurt moet netter worden omdat de wijk er niet beter op wordt met de stedelijke vernieuwing. - Kinderen moeten minder brutaal worden. - Excursie maken. Vroeger waren er excursies vanuit het stadsdeel naar bv. de suiker en maggifabriek en het historisch toneelmuseum. - Notulen ontvangen van bijeenkomsten van de deelraad en de Alliantie. (buiten internet om) - Duidelijkere informatie aan bewoners over nieuwe voorzieningen . - Betere doorverwijzing bij de balie en bij gebruik van het speciale telefoon nummer (14020) - Informatie over status van de goedkeuring van de bewonersinitiatieven. - Betere aansluiting van de lessen van de taalwijzer op het individuele niveau. - Minder variatie in de hulp van de thuiszorg. - Meer bekendheid over mantelzorg en de mogelijke hulp en voorzieningen. - Meer controle op straat, voornamelijk voor fout geparkeerde auto’s en scooters/fietsen die de stoep blokkeren. De bovenstaande bevindingen zijn, nadat ze onder bepaalde noemers zijn geordend, verder geanalyseerd om de aard van de behoefte van de bewoners van het stadsdeel goed in kaart te brengen. Op basis van deze resultaten zijn uiteindelijk aanbevelingen geformuleerd. Deze worden beschreven in de hierna volgende hoofdstukken 4 en 5.
Pagina 31 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Hoofdstuk 4 Analyse van bevindingen 4.1 Speerpunten van beleid stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer Van probleemwijk naar krachtwijk Voormalig minister Vogelaar van Wonen, Wijken en Integratie heeft een lijst van 40 wijken in Nederland opgesteld, die de komende jaren extra aandacht behoeven. Hier is stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer er één van. In het Buurtactieplan Geuzenveld (2007) staat beschreven dat de kern van dit initiatief is om door de minister aangewezen aandachtswijken, samen met betrokkenen, om te vormen tot wijken waar mensen kansen hebben en weer graag willen wonen, werken en (samen)leven. In 8 tot 10 jaar moeten deze wijken prachtwijken worden; wijken waar mensen trots op zijn, waarin mensen wonen die een reëel perspectief hebben op positieverbetering en waar men graag woont, werkt, leert en zich veilig voelt. Om in Geuzenveld-Slotermeer van een probleemwijk een prachtwijk te maken zou op de volgende punten de focus moeten komen te liggen volgens de Wijkaanpak Nieuw West: Wijken Geuzenveld-Slotermeer (2007). Wonen - gestuurde woningtoewijzing om concentraties van probleemhuishoudens te voorkomen; - doorstroomrelatie van sloop naar nieuwbouw versterken bij herhuisvesting om verbetering van positie van huidige bewoners mogelijk te maken; - vergroten van het aanbod voor grote gezinnen. Werken - een algehele vrijstelling van de winkeltijdenwet voor bakkers en levensmiddelenzaken; - fiscale aftrekpost voor schade, preventieve maatregelen of schoonmaakacties door de ondernemer; - kennis om met een antropologische bril te kijken naar ondernemersgroepen met een allochtone afkomst, met als doel verbeteren van samenwerking winkeliers en overheid; - budget voor projecten op stadsdeelniveau, en steun bij voorbereiding van deze projecten; - 300 jongeren kunnen naar werk worden geleid. Leren - oplossen van belemmering door wet op privacy bij het in kaart brengen van jongere kinderen uit gezinnen waar oudere kinderen in aanraking zijn geweest met politie, om vroegtijdig te kunnen ingrijpen; - structurele financiering van jeugd- en jongerenbeleid; - afstemming tussen partijen met betrekking tot de inhoud en de invoering van het inburgeringtraject; - een brede VMBO school in Slotermeer Noord en een brede school in Slotermeer Zuid; - expertise is nodig voor het beheer van multifunctionele gebouwen; - 1200 kinderen kunnen de schatkamerprojecten bezoeken; - 500 ouders kunnen naar de voorschool met hun kinderen.
Pagina 32 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Integreren en participeren - instellen van één fysiek loket in het stadsdeel waar men terecht kan voor activiteiten op alle niveaus inclusief toeleiding naar werk door DWI; - financiering van intensieve begeleiding voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt; - financiering van projectmanager/ coach voor allochtonen vrouwen - instellen van microkredieten voor kleinschalige initiatieven (wijkweb) - 1000 inwoners kunnen taallessen krijgen. Veiligheid - wegnemen van (wettelijke) belemmeringen om daar waar nodig probleemgezinnen de regie en de daaraan verbonden middelen aan het stadsdeel toe te bedelen; - instellen van een sociaal curator als centraal aanspreekpunt in dienst van stadsdeel; opzetten van task force voor probleemgezinnen.
Speerpunten In de Wijkaanpak Nieuw West: Wijken Geuzenveld-Slotermeer (2007) worden zes speerpunten benoemd, hierbij wordt uitgegaan van kansen en mogelijkheden in plaats van het denken in problemen. De aanpak richt zich op bewonersparticipatie en integratie met extra aandacht voor opvoeding, leren en meedoen. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Kinderen tot 12 jaar Armoedebestrijding Vroegtijdig schoolverlaten Bestrijding jeugdoverlast Werktoeleiding Bevorderen van sociale cohesie
Pagina 33 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
4.2 Visie en doelstelling van Loket Zorg en Samenleven Geschiedenis en doelstelling In de jaarrapportage van het Loket Zorg en Samenleven (2008) wordt het volgende geschreven over het loket: “Het loket Zorg en Samenleven is sinds 1 januari 2007 operationeel in het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer en is gevestigd in het stadsdeelkantoor. Bij het loket krijgen bewoners die zorg of dienstverlening nodig hebben en niet in staat zijn deze hulp zelf of met hulp van anderen te regelen, de vereiste steun. Het loket is ontstaan naar aanleiding van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), die op 1 januari 2007 in werking is getreden. Het doel van deze wet is dat iedereen kan meedoen aan de samenleving. Voor die participatie zijn burgers primair zelf verantwoordelijk. Wie daarbij problemen ondervindt, wordt geacht die zelf of met hulp vanuit de sociale omgeving op de lossen. Pas als dit niet mogelijk is, heeft de overheid een taak. Om de burgers in staat te stellen tot participatie zijn gemeenten verplicht een één-loketfunctie te bieden. Bij het loket moeten bewoners antwoord kunnen krijgen op hun vragen op het gebied van welzijn, zorg en wonen met zorg.” Het doel van het loket is bewoners een onafhankelijke en herkenbare plek te bieden waar zij terecht kunnen met hun vragen op het gebied van welzijn, zorg en wonen met zorg. Het loket biedt informatie en advies, doorverwijzing en indien nodig doorgeleiding naar de benodigde zorg en dienstverlening. Daarnaast is het loket de toegangspoort tot twee stadsdeelproducten; kleine klussen voor 65+ers en de kleine woningaanpassingen voor huiseigenaren/bewoners en particuliere huurders. Het loket is er voor alle bewoners die gebruik willen maken van een van deze producten en bewoners die een probleem of vraag hebben op het gebied van welzijn, zorg en wonen met zorg en die niet weten hoe zij hun probleem kunnen oplossen of wie de vraag kan beantwoorden. Het loket is geen verplichte sluis voor deze laatste groep. Het loket is slechts een vangnet voor bewoners die de weg niet weten. De vangnetfunctie maakt dat het loket niet streeft naar zo veel mogelijk klanten. Want hoe meer klanten, hoe meer bewoners klaarblijkelijk niet bekend zijn met het aanbod van diensten en voorzieningen.
Pagina 34 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
4.3 Analyseopzet Alle uitspraken uit de gesprekken met sleutelfiguren en bewoners zijn geordend in een raamwerk gebaseerd op het ICF (International classification of functioning, disability and health) die van invloed kunnen zijn op het participatieniveau (zie bijlage 3). De ICF is bruikbaar in een breed spectrum van toepassingen, zoals bijvoorbeeld op het gebied van de uitvoering van de sociale zekerheid, bij de evaluatie van het beleid en voor onderzoek op het gebied van gezondheid en gezondheidszorg op lokaal, nationaal en internationaal niveau. De ICF vormt een raamwerk van begrippen voor het verzamelen van gegevens, en is toepasbaar op de gebieden van de individuele gezondheidszorg, met inbegrip van preventie, de gezondheidsbevordering en het vergroten van de participatie door het wegnemen of verzachten van sociaal belemmerende factoren en door het bevorderen van de verstrekking van sociale steun en het verruimen van de mogelijkheden tot participatie (ICF WHO, 2001) De uitspraken zijn verdeeld in een kolom met ondersteunende en een kolom met belemmerende factoren tot participatie. Deze tweedeling zegt echter nog niets over de mate waarin deze factoren ondersteunend of belemmerend zijn op het participatieniveau. Daarom is vervolgens onderscheid gemaakt tussen externe en interne factoren. Met externe factoren wordt de invloed van de fysieke en sociale omgeving bedoeld en met interne factoren de invloed van kenmerken van de persoon. Op basis van de eerste ordening in het aan het ICF gerelateerde raamwerk zijn de gespreksgegevens verder geanalyseerd. Dit overzicht is weergegeven in paragraaf 4.4. Eerst is er onderscheid gemaakt tussen uitspraken van bewoners en uitspraken van sleutelfiguren. Vervolgens is nagegaan hoe vaak uitspraken van een gelijke strekking naar voren zijn gekomen en zijn deze uitspraken geordend in kernthema’s. Aan de hand van de kernthema’s en bijbehorende uitspraken zijn conclusies getrokken.
Pagina 35 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
4.4 Splitsing persoon-netwerkanalyse In de persoon-netwerkanalyse (bijlage 3) is reeds onderscheid gemaakt in de uitspraken m.b.t. belemmerende of ondersteunende factoren die van invloed kunnen zijn op de mate van participatie. In deze paragraaf zijn de uitspraken van sleutelfiguren en bewoners van elkaar gescheiden zodat duidelijk is van wie de uitspraken afkomstig zijn. Aan de hand van de legenda in hoofdstuk 3 is na te gaan door wie de uitspraak gedaan is.
Pagina 36 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
(Extern) Ondersteunende factoren Sleutelfiguren: -
KWALITEIT EN KWANTITEIT VOORZIENINGEN o Bloem benadert bewoners d.m.v. aanbelrondes. Project Bloem werkt met compromissen. De bewoners moeten zelf inzet tonen. Eén persoon is Turks en één persoon Marokkaans i.v.m. een mogelijke taalbarrière. 1 o Sinds de vrouwelijke assistent zelf de uitstrijkjes t.b.v. de vijfjaarlijkse controle uitvoert is de opkomst hoger en hoort zij meer problemen van allochtone vrouwen. 8
-
TAALBARRIÈRE o Eén persoon is Turks en één persoon Marokkaans i.v.m. een mogelijke taalbarrière. 1 o Stichting AFAK onderhoudt contact met Arabische bewoners. De medewerkers spreken de taal waardoor de taalbarrière wegvalt. 7
-
GEBRUIK ACTIVITEITEN o Jonge moeders doen veel mee aan activiteiten omdat zij buiten komen vanwege de kinderen. 6
-
GEBRUIK INFORMATIEBRONNEN M.B.T. VOORZIENINGEN o Het verspreiden van informatie gaat mondeling het best waardoor bewoners dit via via te weten komen. 6 o De bekendheid van het steunpunt wordt steeds groter door de stadsdeelgids en mond op mond reclame. 7 o Anderen volgen de cursus omdat ze het via via gehoord hebben, of door een andere instelling doorverwezen zijn, zoals Bloem. 15 o Ook omdat ze gebruik maken van internet. 12 o Volgens haar weten autochtonen bewoners beter de weg, omdat ze de gang van zaken in Nederland kennen. 12 o Het participatiecentrum krijgt naast de cursisten van de taalwijzer ook mensen via wervingen. Ze staan onder andere op markten en festivals in het stadsdeel. Ook bezoeken ze bijeenkomsten van stichtingen en verenigingen. 15 o Anderen volgen de cursus omdat ze het via via gehoord hebben, of door een andere instelling doorverwezen zijn, zoals Bloem. 15
-
SOCIALE PARTICIPATIE o Ze merkt dat er in de buurt grote families wonen, die een groot netwerk vormen en mantelzorgers zijn. Het is een familie-eer om dit zelf te doen. 12 o Allochtonen ouderen gaan niet snel naar een verpleeghuis. Vaak zijn er meerdere kinderen die zorg kunnen bieden. 13
-
HUISARTS o De huisarts heeft een vertrouwensfunctie en vinden bewoners makkelijk om te bellen. 12
Pagina 37 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
(Extern) Ondersteunende factoren bewoners: -
KWALITEIT VOORZIENINGEN o Bloem is een bekende voorziening in de buurt en hun benadering wordt als prettig ervaren. 2
-
GEBRUIK INFORMATIEBRONNEN M.B.T. VOORZIENINGEN o Het contact met school is een belangrijk adviespunt 2 o Via via komen mensen te weten over voorzieningen, wetten en regels. 2 o Er wordt voldoende informatie door het stadsdeel verstrekt over voorzieningen en activiteiten. 3 o De Taalwijzer is bekend door folderverspreiding op de markt. 10
-
SOCIALE PARTICIPATIE o Bewoner 13 heeft voldoende sociale contacten in de wijk met diverse culturele achtergronden. 10 o Sociale contacten worden onderhouden bij het pluspunt door met elkaar te kaarten. 11 o Veel sociale contacten via de kerk, na de kerkdienst gaan ze vaak samen ergens koffie of thee drinken. 11
-
BEKENDHEID MET VOORZIENINGEN o Bekend met veel voorzieningen. 11
-
VAKANTIEWONING IN NATUURLIJKE OMGEVING o De woning heeft geen mogelijkheid om naar buiten te gaan. Zij hebben een caravan in Zeist waar dit wel kan. 16
-
TOEGANKELIJKHEID HUISARTS o De huisarts is toegankelijk. 16
Pagina 38 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
(Intern) Ondersteunende factoren Sleutelfiguren -
MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE o Vrijwilligers zijn belangrijk voor de buurtcoördinatoren. Dit zijn voornamelijk vrouwen 6 o Sommige bewoners doen wel mee met activiteiten voor de kinderen maar willen hier zelf niet aan bijdragen. 6 o Allochtone vrouwen zijn beter op de hoogte van voorzieningen en regelingen dan hun mannen. Dit komt door contact met andere moeders op school. 8 o Allochtone vrouwen willen zichzelf ontwikkelen en zijn hierdoor makkelijker te bereiken. 7. o Ongeveer 80% van de cursisten is vrouw en erg gemotiveerd. 15 o Ook merken medewerkers van het participatiecentrum dat enkele bewoners trots zijn om een cursus te volgen of “werkzaam” te zijn in het stadsdeelkantoor. 15
-
GEBRUIK INFORMATIEBRONNEN M.B.T. VOORZIENINGEN o Bewoners die gebruik maken van hulp/voorzieningen zijn steeds dezelfde die bij elke bijeenkomst etc. komen. 6 o De meeste bewoners die op participatieavonden komen zijn autochtonen (65+) 7 o Tevens maakt de praktijkondersteuner gebruik van de informatie die staat in de stadsdeelgids, de wijkpost voor ouderen 2005 GIS, Gids Nieuw West voor bijvoorbeeld vervoer of op www.gezondheidszorgwijzer.nl 13
-
TOEGANKELIJKHEID EN VERTROUWENSFUNCTIE HUISARTS o Bewoners weten dat zij met alle vragen en problemen bij de huisarts terecht kunnen. Zij vertellen veel aan de huisarts. 8 o Bewoners komen voor van alles bij de huisarts. Praktische zaken als het vragen van een telefoonnummer, invullen van formulieren of schuldhulpverlening komen bij de huisartsassistent terecht. 12 o Bewoners komen met allerlei vragen naar de huisarts. Dit kan psychosociaal zijn of lichamelijk. 13
-
BARRIÈRES (FYSIEK, PSYCHISCH, SOCIAAL-CULTUREEL) o Een praktijkondersteuner heeft niet het idee er een verschil is tussen psychische klachten bij autochtone en allochtone bewoners. 13
Pagina 39 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
(Intern) Ondersteunende factoren Bewoners -
NIEUWSGIERIGE PERSOONLIJKHEID o Bewoner 5 is erg nieuwsgierig maakt veel gebruik van internet om dingen uit te zoeken. 9
-
GEBRUIK INFORMATIEBRONNEN M.B.T. VOORZIENINGEN o Bewoner 5 is erg nieuwsgierig maakt veel gebruik van internet om dingen uit te zoeken. 9 o Via de buurtcoördinator is mw. in contact gekomen met de Taalwijzer. 9 o Familie en vrienden van mevrouw die minder lef hebben, gebruiken voornamelijk de familie om achter informatie te komen. 9 o Bewoner 4 is laats zelf naar de belastingdienst kantoor geweest, ze probeert alles zelf te regelen, als dit niet lukt helpt haar zoon haar hierbij. 11 o Bewoner 5 is erg nieuwsgierig maakt veel gebruik van internet om dingen uit te zoeken. Ook gebruikt ze hierbij de folders die bij de taalwijzer te halen zijn. 9 o Bewoner4 leest de Westerpost, Echo en het Stadsblad en blijft zo op de hoogte van voorzieningen en wijzigingen. 11 o Bewoner 7 leest de Echo, het Amsterdams stadblad, de Westerpost en folders die aan huis geleverd worden. 16
-
ACTIEVE HOUDING M.B.T. HET REGELEN VAN VOORZIENINGEN (DAADKRACHT) o Bewoner 4 is bekend met de thuiszorg en heeft 25 jaar geleden dit zelf geregeld. 11 o Bewoner4 is laats zelf naar de belastingdienst kantoor geweest, ze probeert alles zelf te regelen, als dit niet lukt helpt haar zoon haar hierbij. 11 o Discipline moet je hebben om alles te weten. Je moet zelf achter alles aangaan. 16
-
ZELFSTANDIG REIZEN o Bewoner 4 gaat nog overal heen met de trein, zoals Ede en Arnhem. Hier woont familie, en komt hier nog met enige regelmaat. 11
-
TOEGANKELIJKHEID HUISARTS o Bewoner 4 komt alleen als het heel erg nodig is bij de huisarts, ze weet hem te vinden als dit nodig is. 11
-
DRANG NAAR ZO VEEL MOGELIJK ZELFSTANDIGHEID. o Bewoner 7 wil zoveel mogelijk zelf blijven doen. Hij helpt zijn vrouw met wassen en kleden, kousen en schoenen aantrekken en maakt het eten klaar.16 o Van niemand geleerd, hoe ik moet koken en strijken. Dat heeft dhr. zichzelf geleerd. 16 o Jaren gelden zelf intercom aangelegd. Daar heb ik veel plezier van. 16 o Zo veel mogelijk elke dag boodschappen doen, anders kom ik de deur niet uit. Frisse neus halen. 16
Pagina 40 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
(Extern) Belemmerende factoren sleutelfiguren -
WEINIG MENGING VAN CULTUREN o Er is weinig menging van culturen 6
-
KWANTITEIT / KWALITEIT ACTIVITEITEN o Er zijn geen betaalbare ruimtes beschikbaar in de wijk voor activiteiten. 6 o De projecten die nu lopen bijvoorbeeld die van het wijkweb of buurtinitiatieven zijn kort en elk jaar moet hier een budget voor aangevraagd worden. 14 o De mannen willen een plek om samen te komen. Het stadsdeel wil dit niet, omdat het stadsdeel ook activiteiten erbij wil betrekken. 14
-
IMAGO STADSDEEL o Het imago van het stadsdeel bij bewoners is: groot, officieel, hiërarchie en een hoge psychische drempel. 7 o Bij complexe problematiek is de communicatie tussen samenwerkende instanties niet optimaal. Het is niet altijd duidelijk wat tot iemands takenpakket hoort. Dit is verwarrend voor bewoners en zorgt dat zij een hoge mate van bureaucratie ervaren. 7 o Een gezin met een moeder met Parkinsonisme en een kind met het Downsyndroom ervaren een hoge mate van bureaucratie vanuit het stadsdeel. 14
-
ONVOLDOENDE TIJD BIJ HUISARTS VOOR INFORMATIEVERSTREKKING OVER VOORZIENINGEN o Er is vaak onvoldoende tijd binnen de huisartsenpraktijk om diep in te gaan op psychische problemen en uit te zoeken welke voorzieningen voor de cliënten geschikt zouden zijn. 8
-
ONBEKENDHEID MET VOORZIENINGEN o Niet bekend met het Loket Zorg en Samenleven. 12 o De huisartsassistente merkt zelf ook dat ze het lastig vindt om op de hoogte te blijven van verzekeringen en vergoedingen en het lastig is om dit uit te leggen aan bewoners. 12 o Onbekend met het Loket Zorg en Samenleven. 13
-
LOCATIE VOORZIENINGEN o Het participatiecentrum zou graag een kantoor in de wijk hebben, maar door te weinig locaties zijn ze gedwongen om in het stadsdeelkantoor te gaan zitten. 15 o Het loket Zorg en Samenleven kan laagdrempeliger worden door het meer naar de wijk toe te halen. Het stadsdeelkantoor is een te grote afstand. Vroeger waren er twee vrouwen die de wijk ingingen voor problemen. 14
Pagina 41 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
(Extern) Belemmerende factoren bewoners -
KWALITEIT / KWANTITEIT AANBOD ACTIVITEITEN o Geen mogelijkheid voor allochtone mannen om in de avonduren sociale contacten op te doen bij bijv. een buurthuis met ruime openingstijden. 2 o Weinig aanbod van activiteiten voor jongeren van 12 tot 18 in de avonduren. 2 o Voor de jeugd wordt er veel gedaan vanuit het stadsdeel. Voor ouderen is er koffiedrinken. Graag zou hij meedoen aan excursies. 16
-
KWALITEIT / KWANTITEIT AANBOD VOORZIENINGEN o Er is behoefte aan huiswerkbegeleiding voor kinderen vanaf groep 4 t/m de middelbare school in de buurt tegen lage kosten. 2 o De taalwijzer sluit niet aan op het individuele niveau van de deelnemers. 2 o Er is geen gratis kinderopvang voor de middagen. 10. o Steunpunt Leefbaarheid en Veiligheid: Als je daar komt is het dicht. Ze weten nergens niets van. Daarnaast ligt de locatie uit de route. 16 o Er wordt gemotiveerd om gebruik te maken van voorzieningen en bijeenkomsten, om geïnformeerd te worden en om vragen te stellen. Hierbij is er veel wrijving bij de bewoners. Omdat ze slecht worden aangekondigd en ze zich niet gehoord voelen. 4 o De vrouw van bewoner 7 kan niet alleen zijn, hierdoor kan hij niet naar bijeenkomsten van bv. de deelraad en de Alliantie. Het lezen van de notulen is alleen mogelijk d.m.v. internet wat hij niet heeft. 16 o Afspraken maken met voorzieningen, bijv. het CIZ, is niet flexibel. Dit gebeurt niet in overleg. 16 o Er is een aanvraag bij het CIZ ingediend voor een parkeervergunning. De stappen die hiervoor ondernomen moeten worden zijn erg omslachtig. 16 o Met het connexxion busje (voor 65+ers) gaat ze soms naar Purmerend, maar maakt hier weinig gebruik van omdat je een dag van te voren moet bellen en alles moet regelen. 11 o Collectief vervoer is lastig omdat je dit moet bestellen en dan soms een uur moet wachten voor hij komt. Reizen met de eigen auto wordt vaak niet vergoed omdat dit een te korte afstand is. 16 o Het telefoonnummer 14020 vindt dhr. waardeloos is een algemeen nummer, waar je doorverwezen wordt en wat een tijd duurt. 16 o Bewoner 7 komt bij het stadsdeel met verschillende vragen. ‘Aan de balie zijn goeie dames, die gaan dan aan de telefoon hangen en dan zijn degene niet te bereiken of in vergadering.’ 16 o Over de folder van Loket Zorg en Samenleven. Wat heb je aan zo’n loket, als het merendeel van de tijd gesloten is. Beperkte tijd, geen kantoortijden. 16
-
IMAGO VAN HET STADSDEEL o De werkwijze van het stadsdeel bij het organiseren van activiteiten wordt als bureaucratisch ervaren. 3 o De communicatie vanuit het stadsdeel over nieuwe voorzieningen richting bewoners wordt als slecht ervaren. 2
-
VRIJWILLIGERS o Er is weinig erkenning voor vrijwilligers. 3
Pagina 42 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
-
SOCIALE PARTICIPATIE o Weinig sociale contacten. 5 o Er is geen sociale controle meer in de buurt. Sociale contacten worden steeds slechter. Veel minimumhuishoudens en allochtonen die een andere leefstijl hebben dan autochtonen. Dhr. kent 2 of 3 buurtgenoten van vroeger. Er is enorm groot verloop. 16
-
MANTELZORG o Veel zorg voor dochter die overspannen is 5 o Bewoner 5 heeft eerder geprobeerd om vrijwilligerswerk te zoeken, maar dit lukte niet door haar taal achterstand en de zorg voor haar epileptische dochter. Deze zorg heeft veel invloed op mevrouw haar dagelijks leven. 9 o De dagindeling van bewoner 7 staat geheel in het teken van de zorg voor zijn vrouw. 16 o Genoeg interesses, maar geen tijd voor hobby’s vanwege de zorg voor de partner. 16
-
TAALBARRIÈRE o Bewoner5 heeft eerder geprobeerd om vrijwilligerswerk te zoeken, maar dit lukte niet door haar taal achterstand en de zorg voor haar epileptische dochter. 9
-
LOKET ZORG EN SAMENLEVEN o Bewoner 5 is niet bekend met het loket Zorg en Samenleven. 9 o Niet bekend met het loket Zorg en Samenleven. 10
-
LOCATIE VOORZIENINGEN o Bekend met het stadsdeelkantoor, maar maakt hier weinig gebruik van. Het stadsdeelkantoor van Osdorp is bovendien beter bereikbaar, als het kan gaat zij daarheen. 11 o Voor de keuring voor een invalidenparkeerplaats, moest dhr. Ver reizen voor een bezoek van 2 minuten. Dit is te ver van huis. 16
-
MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE o Er wordt veel beroofd, hierdoor durft mevrouw niet meer buiten te pinnen en gaat altijd naar het postkantoor. Hier kan ze binnen pinnen en voelt ze zich veilig. 11 o De vrouw van bewoner 7 kan niet alleen zijn, hierdoor kan hij niet naar bijeenkomsten van bv. de deelraad en de Alliantie. Het lezen van de notulen is alleen mogelijk d.m.v. internet wat hij niet heeft. 16
-
NIEUWE HOOGBOUW o Nu komt er veel hoogbouw, wat voor ouderen met hoogtevrees niet prettig woont. 4 o De liften zijn met enige regelmaat kapot zijn. Dit is voor ouderen een belemmering om in een flat te gaan wonen. 4
-
VERVOER BUITENSHUIS o Bewoner 7 gaat nu lopend met zijn vrouw naar de winkels aan de Vlughtlaan. De invalidenparkeerplaatsen zijn altijd vol. Wel kan dhr. betaald parkeren,
Pagina 43 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
maar daar moet hij weer opnieuw een vergunning voor aanvragen. Bij de afdeling vergunning mag dit niet.16 o Het lopen van mevrouw gaat slecht, voetje voor voetje. Op straat houdt bewoner 7 haar vast. ‘Zetten ze een scootertje neer op het trottoir. Moet ze er weer vanaf. Mensen met een rollator komen er ook niet door.’ 16 o Openbaar vervoer is te duur. 10 -
ONREGELMATIGE BEZORGING VAN WESTERPOST o Westerpost wordt onregelmatig bezorgd. 16
Pagina 44 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
(Intern) Belemmerende factoren sleutelfiguren -
SOCIALE PARTICIPATIE o Sommige bewoners worden niet bereikt. Mogelijk komt dit door schaamte, armoede, vertrouwen kwijt zijn, klein netwerk en psychische klachten. 6 o De meeste bewoners die op participatieavonden komen zijn autochtonen (65+) 7
-
MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE o Allochtone vrouwen tussen de 45 en 60 jaar hebben vaak niet veel meer te doen als de kinderen het huis uit zijn. Zij komen dan steeds minder de deur uit. 6 o Marokkaanse ouderen met de leeftijd tussen de 40 en 70 jaar hebben weinig dagbesteding. Deze mannen hebben ze geprobeerd te laten sporten maar dit willen ze niet. 14 o De buurtcoördinator bedenkt de coöperatieve ideeën, er komt weinig uit de mannen zelf.14
-
BEREIKBAARHEID VAN BEWONERS DOOR INSTANTIES EN VOORZIENINGEN o Allochtone mannen zijn moeilijk te bereiken. Ze haken bij een cursus halverwege af of komen niet opdagen. Om dit te laten slagen moet het stadsdeel en DWI samenwerken. 6 o Sommige bewoners worden niet bereikt. Mogelijk komt dit door schaamte, armoede, vertrouwen kwijt zijn, klein netwerk en psychische klachten. 6 o Langdurig contact houden met bewoners wordt bemoeilijkt door gewijzigde telefoonnummers of het niet open doen van de deur. 7 o Allochtone mannen zijn moeilijk te bereiken, waarschijnlijk door hoge sociale controle, gezichtsverlies en culturele aspecten. 7 o Mannen komen twee keer bij projecten maar dan niet meer. Ze komen wel naar de ontmoetingsruimte in het Pluspunt en koken nu onderling. 14
-
BARRIÈRES (FYSIEK, PSYCHISCH, CULTUREEL) o Doordat allochtone vrouwen zich meer ontwikkelen blijven de mannen achter met als gevolg een toename van depressies en scheidingen. 7 o De meest voorkomende problemen onder bewoners die gebruik maken van het steunpunt van financiële en psychische aard. 7 o Het gros van de klachten die de huisarts hoort zijn van psychische en psychosomatische aard. 8 o Sommige bewoners worden niet bereikt. Mogelijk komt dit door schaamte, armoede, vertrouwen kwijt zijn, klein netwerk en psychische klachten. 6 o Allochtone mannen zijn moeilijk te bereiken, waarschijnlijk door hoge sociale controle, gezichtsverlies en culturele aspecten. 7 o Er is een groep Turkse en Marokkaanse mannen met een depressie. Zij zijn tussen ongeveer de 35 en 45 jaar oud. Zij zien het niet meer zitten en hebben psychische klachten. 14
-
TAALBARRIÈRE o Bij allochtonen bewoners speelt de taal een rol, doordat ze moeilijk kunnen communiceren. De huisarts maakt geen gebruik van een tolkentelefoon, omdat
Pagina 45 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
ze hier een abonnement op moeten hebben. Ze vragen de bewoners om zelf iemand die kan tolken mee te nemen. 12 o De huisarts kan gebruik maken van de tolkentelefoon, maar dit wordt niet als handig ervaren, omdat dit om een specifiek tijdstip gaat. Als een bewoner helemaal geen Nederlands spreekt, wordt er gevraagd om iemand in de familie mee te nemen die kan tolken. 13 -
GEBRUIK VAN WMO (GERELATEERDE) VOORZIENINGEN o Bij de allochtone bewoners merkt een praktijkondersteuner dat ze wachten tot het niet meer uit te houden is voordat ze om hulp vragen. Ze kijken niet op lange termijn. 12 o Vanuit de huisartsenpraktijk is er meer behoefte aan informatie van het stadsdeel over voorzieningen en regelingen. Nu zijn zij niet bekend met de mogelijkheden dat het stadsdeel biedt. Door hier meer kennis van te hebben kunnen zij bewoners beter adviseren en doorverwijzen. 8
-
IMAGO STADSDEEL o Een praktijkondersteuner heeft het idee dat de drempel te hoog is voor bewoners om naar de gemeente te gaan. 13
Pagina 46 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
(Intern) Belemmerende factoren bewoners -
(ON)BEKENDHEID VAN AANBOD EN INHOUD VOORZIENINGEN o Bij ziekte en uitval van het arbeidsproces is niet bekend wat de rechten en mogelijkheden van bewoners zijn. Bewoners weten niet waar ze naartoe moeten. 2 o Vanuit bewoners is er desinteresse voor verstrekte informatie uit het stadsdeel. 3 o Op dit moment weet dhr. niet waar hij moet zijn om achter informatie te komen. In het geval hij de zorg voor zijn vrouw niet meer aankan en hulp nodig heeft gaat dhr. wel naar de huisarts 16 o Loket Zorg en Samenleven: wel over gehoord (in de blaadjes), zegt me verder niks, ken het alleen van naam, dhr. denkt niet dat hij daar iets aan kan hebben. 16
-
BARRIÈRES (FYSIEK, PSYCHISCH, CULTUREEL) o Angst om alleen boodschappen te doen. s’Avonds alleen de straat op te gaan en angst om alleen met het openbaar vervoer te reizen. Onderneemt geen leuke activiteiten vanwege weinig sociale contacten en angsten. 5 o Alleen met dingen bezig om te overleven. Er is ook niemand die er iets van afweet en begrijpt. Ik zit er middenin. Als het straks echt niet anders kan moet ik wel hulp vragen. 16
-
GEBRUIK VAN VOORZIENINGEN o Bewoner 7 wil geen hulp in de huishouding, zolang het niet hoeft. Vanuit de thuiszorg komt er elke keer een andere medewerker. Ze zijn ook vaak erg jong. 16 o Ouderen mensen die niet meer overal actief achteraan kunnen gaan komen in een isolement door onwetendheid. 16
Pagina 47 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Hoofdstuk 5 Conclusies Het kwalitatieve onderzoek dat verricht is om tot onderstaande conclusies te komen heeft een beperkte omvang gehad vanwege de beperkte tijd in het project en de moeilijkheden om met bepaalde bewoners (mantelzorgers en sociaal geïsoleerde bewoners) in contact te komen. In overleg met de opdrachtgever n.a.v. de tussenevaluatie (zie bijlage 4) heeft er geen gekwantificeerd onderzoek plaatsgevonden maar is er met behulp van semigestructureerde interviews (zie de formats in bijlage 1) ingespeeld op de mogelijkheden die er waren om bewoners korter of langer te interviewen. Sommige uitspraken zijn maar bij één of twee bewoners c.q. sleutelfiguren naar voren gekomen. Om deze uitspraken te kunnen onderbouwen hebben de studenten zich verdiept in bestaande resultaten van onderzoek om na te gaan of de bevindingen uit de interviews overeenkomen of juist tegenstrijdig zijn met onderzoeksresultaten die in de literatuur beschreven worden. Na het analyseproces zijn conclusies getrokken die in de volgende paragraaf in kernthema’s zijn weergegeven.
Pagina 48 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
5.1 Conclusies Stadsdeel Door zowel sleutelfiguren als bewoners is aangegeven dat het bureaucratische en hiërarchische imago van het stadsdeelkantoor een psychologische drempel vormt tot het gebruik van bijvoorbeeld het loket Zorg en Samenleven. Daarnaast is voor sommige bewoners de reisafstand van huis naar het stadsdeelkantoor te groot.
Bekendheid en deelname voorzieningen Veel WMO (gerelateerde) voorzieningen zijn niet bekend bij bewoners. Veel bewoners hebben niet van het loket Zorg en Samenleven gehoord. De bewoners die er wel van hebben gehoord weten niet wat het loket Zorg en Samenleven inhoudt en wat het voor hen zou kunnen betekenen. Resultaten van onderzoek (2003, NIZW) bevestigen dat onbekendheid met voorzieningen een belangrijke oorzaak is van het niet gebruik maken van voorzieningen. Ook bij sleutelfiguren is er sprake van onbekendheid over WMO (gerelateerde) voorzieningen. Twee huisartsassistenten en één praktijkondersteuner zijn onbekend met het loket Zorg en Samenleven. De eenmalige informatie d.m.v. het opsturen van foldermateriaal over het loket is niet effectief gebleken. De huisarts heeft een vertrouwensfunctie voor bewoners. Bewoners gaan met allerlei vragen naar de huisarts(assistent) waar het loket Zorg en Samenleven op in zou kunnen spelen. De huisartsassistenten en praktijkondersteuner zijn onbekend met het aanbod van voorzieningen en regelingen vanuit het stadsdeel en onbekend met het loket Zorg en Samenleven. Zij gaven aan op de hoogte gebracht te willen worden over het loket en de voorzieningen en regelingen van het stadsdeel zodat zij bewoners beter kunnen doorverwijzen en adviseren. Een persoonlijke, directe benadering is bij sleutelfiguren en bewoners een geschikte methode gebleken om meer bekendheid over voorzieningen onder bewoners te bewerkstelligen. Het gebruik van internet, kranten en folders is met name bij autochtonen effectief om meer bekendheid over voorzieningen te bewerkstelligen. Bij allochtonen is mond-tot-mondreclame via school en overige sociale contacten een effectief communicatiemiddel gebleken. Ook op basis van conclusies van onderzoek wordt aangeraden om passende communicatiekanalen voor oudere immigranten te gebruiken die aansluiten op hun leefwereld. Huis aan huisbladen worden door hen nauwelijks gelezen. Dit is grotendeels vanwege een taalbarrière en/of analfabetisme. De taalbarrière, culturele verschillen en onbekendheid met het Nederlandse systeem vormen obstakels tussen bewoners en bijvoorbeeld loketmedewerkers om helder met elkaar te kunnen communiceren. Vanuit medewerkers speelt de onbekendheid met de belevingswereld van allochtonen een grote rol. Een aantal bewoners gaven aan dat ‘assertiviteit’ een grote rol heeft gespeeld in het niveau van hun kennis van aanwezige voorzieningen.
Pagina 49 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Uit gesprekken met de sleutelfiguren is herhaaldelijk naar voren gekomen dat Marokkaanse mannen moeilijk te bereiken zijn; waarschijnlijk heeft dit te maken met sterke sociale controle, angst voor gezichtverlies en andere zaken die te maken hebben met normen en waarden van hun cultuur. Naast de onbekendheid van de voorzieningen vormt ook het vervoer voor bewoners met een fysieke beperking een belemmering. Een aantal bewoners heeft aangegeven dat er onvoldoende beschikbare invalidenparkeerplaatsen beschikbaar zijn en dat het collectieve vervoer te omslachtig is in het gebruik hiervan. Gratis parkeren op een reguliere parkeerplaats met een invalidenparkeerkaart is niet mogelijk zonder daarvoor eerst een aanvraag in te dienen. Omdat deze bewoners afhankelijk zijn van goed vervoer buitenshuis is dit, ondanks dat dit niet vaak naar voren is gekomen uit de gesprekken, toch meegenomen in de conclusie.
Aanbod en deelname activiteiten Bewoners hebben meerdere ideeën c.q. behoeften naar voren gebracht met betrekking tot uitbreiding van het activiteitenaanbod. Belemmerende factoren voor totstandkoming hiervan zijn het gebrek aan betaalbare ruimten binnen de afzonderlijke buurten voor de uitvoering van deze ideeën en de onbekendheid met het budget voor bewonersinitiatieven. Daarnaast heeft het vrijwilligersnetwerk een kleine omvang en bestaat voornamelijk uit vrouwen. Vanuit bewoners en sleutelfiguren wordt aangegeven dat het niet actief zijn als vrijwilliger te maken heeft met desinteresse. Daarentegen komt in veel onderzoek naar voren dat de belangrijkste reden hiervoor onder ouderen is dat zij wel bereid zijn om vrijwilliger te zijn maar dit niet doen omdat zij niet gevraagd worden. Uit zowel de gesprekken met sleutelfiguren en bewoners als uit onderzoeksrapportages is gebleken dat met name vrouwen en autochtone ouderen gebruik maken van activiteiten. Allochtone mannen maken het minst gebruik van bestaande activiteiten. Jonge allochtone moeders doen vaak mee aan activiteiten waarmee zij via de school in contact zijn gekomen. Oudere allochtone vrouwen hebben deze contacten niet en worden hierdoor moeilijker bereikt.
Sociale cohesie en menging van culturen Uit gesprekken met sleutelfiguren en bewoners is naar voren gekomen dat de sociale cohesie binnen het stadsdeel achteruitgegaan is in vergelijking met vroeger. Mogelijk komt dit doordat er in grote gebieden stedelijke vernieuwing gaande is. Hierdoor gaan oude bewoners weg en komen er tijdelijke bewoners voor terug. Er zijn veel verschillende culturen in het stadsdeel en veel minimumhuishoudens. Uit gesprekken met autochtone bewoners is naar voren gekomen dat deze voornamelijk sociale contacten hebben met oude bewoners uit de buurt, familie, activiteiten in de buurt of vanuit de kerk. Uit gesprekken met sleutelfiguren is naar voren gekomen dat de allochtone mannen voornamelijk sociale contacten hebben in het Pluspunt, café/ restaurant of bij moskeeën. De meeste bewoners die geïnterviewd zijn, gaven aan sociale contacten te hebben in de buurt. Voornamelijk betrof dit familie of anders zochten ze zelf contact in het Pluspunt.
Pagina 50 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Ook geven enkele sleutelfiguren aan dat er weinig menging is tussen culturen, zoals bij Turkse en Marokkaanse mannen. Die gaan naar aparte moskeeën en eigen koffiehuizen.
Mantelzorg Uit gesprekken met sleutelfiguren en bewoners is gebleken dat zij niet bekend zijn met de term ‘mantelzorger’. Hierdoor is het voor sleutelfiguren lastig om bewoners als zodanig te herkennen en voelen mantelzorgers zich door deze term niet aangesproken. Eerder onderzoek in de gemeente Utrecht bevestigd deze belemmering om mantelzorgers te bereiken. Uit gesprekken met huisartsassistenten en een praktijkondersteuner is naar voren gekomen dat onder allochtone bewoners mantelzorg wordt gegeven door de familie en dat zij pas hulp inschakelen als het voor de mantelzorgers te veel wordt. Volgens de praktijkassistenten is het een familie-eer om dit zelf te doen en gaan allochtonen niet vaak naar een verpleeghuis. In eerder onderzoek (2004, Schellingerhout) worden deze vermoedens bevestigd. Hieruit is gebleken dat een groot deel van de allochtonen het een schande vindt als de familie niet voor de ouderen kan zorgen. Daarnaast is uit onderzoek (2008, Kooiker) gebleken dat het verpleeghuis bij veel mantelzorgers een negatief imago heeft en er daarom alles aan doen om verpleeghuisopname te voorkomen. Met als gevolg dat zij daarbij vaak over hun grenzen heen gaan. De mantelzorgers die geïnterviewd zijn hebben allen aangegeven dat het verlenen van mantelzorg een belemmering vormt m.b.t. tijdsbesteding. Zij hebben geen tijd of mogelijkheid om hobby’s, activiteiten en werk naar tevredenheid te verrichten. Uit onderzoek (2008, Marangos) is gebleken dat ongeveer 30% van de ontvangers van informele zorg vindt dat de mantelzorger minder tijd is gaan besteden aan bijvoorbeeld hobby’s, sport of uitgaan als gevolg van het bieden van informele zorg. Ongeveer een vijfde denkt dat het voor de mantelzorger lastig is om de zorgtaken met het eigen werk en huishouden te combineren.
Bewoners met psychische klachten Uit gesprekken met sleutelfiguren is naar voren gekomen dat een groot deel van de bewoners die naar het steunpunt Leefbaarheid en Veiligheid komen psychische en/ of financiële problemen hebben. Daarnaast is er een groep allochtone mannen met psychische klachten, die moeilijk bereikt wordt. Eén bewoner heeft aangegeven bepaalde dagelijkse activiteiten niet uit te voeren vanwege angstklachten. Deze bewoners worden beperkt in het zelfstandig uitvoeren van activiteiten in het dagelijks leven. Dit vormt een belemmering voor de sociale en maatschappelijke participatie. Uit gesprekken met bewoners en sleutelfiguren is gebleken dat het hebben van psychologische en/of psychiatrische aandoeningen een belemmering vormt tot sociale participatie.
Pagina 51 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
5.2 Beantwoording vraagstelling Hoofdvraag Welke behoeften brengen bewoners met een fysieke, mentale of sociale beperking in het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer tot uitdrukking met betrekking tot zorg, tot ondersteuning bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen, tot maatschappelijke participatie en sociale cohesie en op welke wijze kan aan deze behoeften tegemoet gekomen worden binnen de context van de wijk? De hoofdvraag kan beantwoord worden met behulp van de informatie die naar voren is gekomen tijdens gesprekken met de sleutelfiguren, bewoners en de bestudeerde literatuur. Via de sleutelfiguren en bewoners zijn behoeften achterhaald die betrekking hebben op zorg, op ondersteuning bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen, op maatschappelijke participatie en sociale cohesie. De behoeften van bewoners die naar voren zijn gekomen zijn uiteenlopend en niet alleen afkomstig van bewoners met een fysieke, mentale of sociale beperking. Daarentegen zijn dit wel belangrijke onderwerpen voor de participatie van de bewoners in het stadsdeel zoals toegankelijkheid vervoer, aanbod van acitivitieten en ruimtes en informatievoorziening vanuit het stadsdeel .
Behoeften Als we naar de behoeften kijken die zijn voortgekomen uit de gesprekken met sleutelfiguren, bewoners en in de literatuur dan komen de volgende onderwerpen naar voren: - Vervoer (toegankelijkheid invalidenparkeerplaatsen en betere regeling collectief vervoer) - Openbare ruimte (controle op blokkades bij stoepen) - Aanbod van activiteiten en ruimtes (aansluiting Taalwijzer op individueel niveau, goedkope huiswerkbegeleiding in de buurt, ruimte voor activiteiten buurt 9, ruimte voor sociale contacten allochtone mannen en ruimte met activiteiten voor jongeren van 12 tot 18 jaar) - Excursies (dagje weg of kort excursie georganiseerd vanuit het stadsdeel) - Erkenning vrijwilligers - Buurt (minder brutale kinderen, nettere buurt en lijst met regels en afspraken voor nieuwe bewoners) - Individuele ondersteuning (geen wisselende hulp vanuit de Thuiszorg en hulp bij verhuizing door de stedelijke vernieuwing - Informatievoorziening vanuit het stadsdeel (informatie over status goedkeuring bewonersinitiatieven, betere doorverwijzing balie en telefoonnummer 14020, informatie over voorzieningen en mogelijkheid van verspreiding van notulen deelraad per post)
Persoonlijke omstandigheden/ factoren Op het gebied van zorg, verdienen mantelzorgers extra aandacht, door onbekendheid van het begrip en onbekendheid van de ondersteuning die geboden kan worden door het stadsdeel. De zorgtaak neemt een groot deel van de tijdsbesteding in van de mantelzorger, waardoor de
Pagina 52 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
mantelzorger belemmerd wordt in activiteiten op het gebied van arbeid en hobby’s.
Maatschappelijke participatie Op het gebied van ondersteuning bij het dagelijks handelen is naar voren gekomen dat bewoners met psychische klachten moeite hebben met het zelfstandig uitvoeren van dagelijkse activiteiten, waardoor ze belemmerd worden in hun participatie. Op het gebied van maatschappelijke participatie is het opgevallen dat er een groep allochtone mannen is en dat er sociaal geïsoleerde bewoners zijn die moeilijk bereikt kunnen worden en niet participeren/ integreren in de maatschappij.
Sociale participatie Op het gebied van de sociale cohesie is naar voren gekomen dat deze verslechterd is in vergelijking met vroeger en dat de verschillende culturen onderling niet met elkaar mengen.
Beantwoording vraagstelling De vraagstelling kan gedeeltelijk beantwoord worden, omdat onbekendheid met het loket Zorg en Samenleven een grote rol speelt. Gebleken is dat het imago van het stadsdeelkantoor bewoners belemmert om gebruik te maken van de WMO (gerelateerde) voorzieningen die het stadsdeel aanbiedt, zoals het loket Zorg en Samenleven. Daarnaast speelt onbekendheid bij bewoners over de verschillende voorzieningen een grote rol bij het niet gebruik van deze voorzieningen. Om de bekendheid te vergroten dienen passende communicatiekanalen en benaderingen gebruikt te worden, die passend is bij de doelgroep die men wil bereiken. Ook huisarts(assistenten) bleken onbekend te zijn met het loket Zorg en Samenleven en zouden een belangrijke schakel kunnen zijn om bewoners naar de juiste zorg op WMO gebied te verwijzen. Hierbij moet wel in acht worden genomen dat de reikwijdte van ons onderzoek een beperkt aantal geïnterviewde bewoners heeft gehad.
Pagina 53 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
5.3 Mogelijkheden voor verder toekomstige onderzoek Uit de conclusies blijkt dat Marokkaanse mannen moeilijk bereikbaar zijn m.b.t. het gebruik maken van voorzieningen en activiteiten. Over de oorzaak hiervan bestaan diverse vermoedens zoals een hoge sociale controle, gezichtsverlies en culturele aspecten. Er is echter in dit onderzoek geen feitelijke informatie gevonden over de oorzaak hiervan. Om deze doelgroep op een effectieve wijze te bereiken dient er meer kennis aanwezig te zijn. Deze kennis kan vergroot worden door het verrichten van kwalitatief onderzoek waarbij fysieke, psychosociale en culturele barrières tot het gebruik maken van voorzieningen en activiteiten bij Marokkaanse mannen centraal staan. Uit de gesprekken, met voornamelijk sleutelfiguren, is gebleken dat bewoners die psychologische en/of psychiatrische aandoeningen hebben, beperkt worden in hun dagelijks handelen wat een belemmering vormt voor sociale en maatschappelijke participatie. Om hier echter zo effectief mogelijk mee om te gaan en concrete aanbevelingen te kunnen doen dient duidelijk te zijn hoe vaak en welke aandoeningen voorkomen onder de bewoners zodat het aanbod vanuit het stadsdeel hierop toegesneden kan worden om zo goed mogelijk aan te sluiten op de behoeften van deze doelgroep. Dit kan onderzocht worden bijvoorbeeld in samenwerking met de GGZ of andere hulpverlenende instanties waarbij de aard en frequentie van psychologische en psychiatrische aandoeningen onder bewoners centraal staan.
Pagina 54 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Hoofdstuk 6 Aanbevelingen De aanbevelingen zijn gedaan vanuit ergotherapeutisch perspectief. Dit houdt in dat het optimaliseren van het dagelijks handelen van individuen en groepen op de plaatsen waar zij dagelijkse handelingen uitvoeren zoals thuis, op het werk, op school, bij openbaar vervoer en in de vrije tijd centraal staan. De aanbevelingen zijn algemeen omschreven zodat het stadsdeel de aanbevelingen toe kan spitsen op het eigen beleid, de visie en organisatiemogelijkheden. Er is geen rekening gehouden met de kosten die de aanbevelingen met zich meebrengen en door wie deze kosten gedragen zouden moeten worden. Redenen hiertoe zijn dat de studenten ergotherapie niet competent zijn om hier een realistisch beeld over te scheppen en dat dit bovendien geen onderdeel is geweest binnen de opdracht. De doelen en aanbevelingen zijn per kernthema weergegeven.
Stadsdeel Door zowel sleutelfiguren als bewoners is aangegeven dat het bureaucratische en hiërarchische imago van het stadsdeelkantoor een psychologische drempel vormt tot het gebruik van bijvoorbeeld het loket Zorg en Samenleven. Daarnaast is voor sommige bewoners de reisafstand van huis naar het stadsdeelkantoor te groot. Doel: Imago stadsdeelkantoor verbeteren. Kernelementen: Transparante werkwijze. De diensten van het stadsdeelkantoor letterlijk dichter bij de bewoners brengen. Bewoners meer invloed laten hebben op de voor hen als individu belangrijke gang van zaken. Meer ‘eigen regie’ werkt motivatieverhogend en zorgt voor een grotere betrokkenheid. Aanbeveling: Volgsysteem bij contacten. Bij het aanvragen van voorzieningen de mogelijkheid geven aan bewoners om het proces wat dan op gang wordt gebracht te volgen. Door bijvoorbeeld (net als bij een pakketje) een nummer te krijgen waarmee via een site of telefoonnummer bekeken kan worden in welke fase de aanvraag zich bevindt en wat de te verwachten termijn tot afronding is. Service-units in iedere buurt. Door het plaatsen van service-units in de afzonderlijke buurten worden de diensten van het stadsdeelkantoor en de bewoners dichter bij elkaar gebracht met een lagere psychologische drempel als gevolg. Binnen deze service-units zijn vertegenwoordigers gevestigd van de diverse diensten vanuit het stadsdeelkantoor en kunnen bewoners de gehele dag binnenlopen m.b.t. vragen en ondersteuning. Door de kleinschaligheid is er meer ruimte om in te gaan op de ‘vraag’ achter de ‘vraag’, kan er beter ingespeeld worden op de persoonlijke kenmerken van de bewoner zoals taal-, cultuur- en kennisaspecten en wordt doorverwijzing naar andere diensten vereenvoudigd. Cursussen / trainingen voor professionals. Door medewerkers van het stadsdeel die vanuit hun functie contact hebben met bewoners cursussen en trainingen aan te bieden
Pagina 55 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
waarin specifiek aandacht is voor het omgaan met taal- en culturele verschillen, wordt de toegankelijkheid van de voorzieningen verbeterd.
Bekendheid en deelname voorzieningen Veel WMO (gerelateerde) voorzieningen zijn niet bekend bij bewoners. Veel bewoners hebben niet van het loket Zorg en Samenleven gehoord. De bewoners die er wel van hebben gehoord weten niet wat het loket Zorg en Samenleven inhoudt en wat het voor hen zou kunnen betekenen. Resultaten van onderzoek bevestigen dat onbekendheid met voorzieningen een belangrijke oorzaak is van het niet gebruik maken van voorzieningen. Ook bij sleutelfiguren is er sprake van onbekendheid over WMO (gerelateerde) voorzieningen. Twee huisartsassistenten en één praktijkondersteuner zijn onbekend met het loket Zorg en Samenleven. De eenmalige informatie d.m.v. het opsturen van foldermateriaal over het loket is niet effectief gebleken. De huisarts heeft een vertrouwensfunctie voor bewoners. Bewoners gaan met allerlei vragen naar de huisarts(assistent) waar het loket Zorg en Samenleven op in zou kunnen spelen. De huisartsassistenten en praktijkondersteuner zijn onbekend met het aanbod van voorzieningen en regelingen vanuit het stadsdeel en onbekend met het loket Zorg en Samenleven. Zij gaven aan op de hoogte gebracht te willen worden over het loket en de voorzieningen en regelingen van het stadsdeel zodat zij bewoners beter kunnen doorverwijzen en adviseren. Een persoonlijke, directe benadering is bij sleutelfiguren en bewoners een geschikte methode gebleken om meer bekendheid over voorzieningen onder bewoners te bewerkstelligen. Het gebruik van internet, kranten en folders is met name bij autochtonen effectief om meer bekendheid over voorzieningen te bewerkstelligen. Bij allochtonen is mond-tot-mondreclame via school en overige sociale contacten een effectief communicatiemiddel gebleken. Ook op basis van conclusies van onderzoek wordt aangeraden om passende communicatiekanalen voor oudere immigranten te gebruiken die aansluiten op hun leefwereld. Huis aan huisbladen worden door hen nauwelijks gelezen. Dit is grotendeels vanwege een taalbarrière en/of analfabetisme. De taalbarrière, culturele verschillen en onbekendheid met het Nederlandse systeem vormen obstakels tussen bewoners en bijvoorbeeld loketmedewerkers om helder met elkaar te kunnen communiceren. Vanuit medewerkers speelt de onbekendheid met de belevingswereld van allochtonen een grote rol. Een aantal bewoners gaven aan dat ‘assertiviteit’ een grote rol heeft gespeeld in hun kennisgehalte over voorzieningen. Uit gesprekken met de sleutelfiguren is herhaaldelijk naar voren gekomen dat Marokkaanse mannen moeilijk te bereiken zijn waarschijnlijk door hoge sociale controle, gezichtverlies en culturele aspecten. Naast de onbekendheid van de voorzieningen vormt ook het vervoer voor bewoners met een fysieke beperking een belemmering. Een aantal bewoners heeft aangegeven dat er onvoldoende beschikbare invalidenparkeerplaatsen beschikbaar zijn en dat het collectieve vervoer te omslachtig is in het gebruik hiervan. Gratis parkeren op een reguliere parkeerplaats
Pagina 56 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
met een invalidenparkeerkaart is niet mogelijk zonder daarvoor eerst een aanvraag in te dienen. Omdat deze bewoners afhankelijk zijn van goed vervoer buitenshuis is dit, ondanks dat dit niet vaak naar voren is gekomen uit de gesprekken, toch meegenomen in de conclusie. Doel: Bekendheid loket Zorg en Samenleven vergroten onder huisartspraktijken. Bekendheid loket Zorg en Samenleven vergroten onder bewoners. Fysieke toegankelijkheid verbeteren. Kernelementen: Informatieverstrekking op een wijze die aansluit op de behoefte van bewoners. Rekening houdend met de taalbarrière, benaderingswijze en toegankelijkheid. Samenwerkingsverband aangaan met huisartspraktijken. Samenwerkingverband aangaan met overige sleutelfiguren. Verbeteren parkeergelegenheid voor invaliden. Aanbeveling: Mobiel servicepunt. Een mobiele voorziening (vergelijk de biebbus) in de buurt die zich elke dag verplaatst naar een andere buurt en de gehele dag een inloopfunctie heeft met betrekking tot vragen en ondersteuning bij het aanvragen van voorzieningen of mogelijkheden hiertoe. Door een ergotherapeut en een maatschappelijk werker samen te laten werken kunnen vragen op een groot aantal gebieden beantwoord worden. Met minimaal één medewerker van Arabische afkomst kan zo nodig bij een groot aantal bewoners de taalbarrière overwonnen worden. Door bij de promotie en werving gebruik te maken van een actieve (outreachende) benadering (bijvoorbeeld door bij bewoners aan te bellen) kan er achterhaald worden of er mogelijke aanknopingspunten voor hen zijn voor gebruikmaking van de inloopfunctie. Het mobiel servicepunt zou zich ook kunnen vestigen in de al eerder genoemde service-units in de buurten. Samenwerking met buurtcoördinatoren. Een andere mogelijkheid om de psychologische drempel tot het gebruik van voorzieningen te verlagen is de vestiging van een medewerker van het loket Zorg en Samenleven binnen de gebouwen van de buurtcoördinatoren waarbij het zwaartepunt ligt op het adviseren en het ondersteunen bij bijvoorbeeld het invullen van aanvragen. Dit zou twee dagen per week kunnen plaatsvinden op afspraak. De bewoners kunnen zich dan van tevoren aanmelden bij de buurtcoördinator. Toegankelijke informatiebijeenkomsten. Informatiebijeenkomsten voor bewoners die vragen of problemen hebben op de gebieden van het loket Zorg en Samenleven door een vast aantal bijeenkomsten per jaar te plannen en de huisartsenpraktijken hiernaar door te laten verwijzen zodat ook de bewoners die het daadwerkelijk nodig hebben naar de bijeenkomsten komen. Door de vragen van te voren te inventariseren kan op basis daarvan de precieze inhoud bepaald worden. Belangrijk is om ruimte open te laten voor individuele vragen. Om dit te kunnen bewerkstelligen is het belangrijk dat de huisartsen en huisartsassistenten regelmatig op de hoogte worden gehouden van het aanbod en wijzigingen met betrekking tot WMO (gerelateerde) voorzieningen door bijvoorbeeld per kwartaal een overleg te houden waarbij alle huisartspraktijken betrokken zijn door middel van een vertegenwoordiger. Kennis vergroten onder sleutelfiguren. Sleutelfiguren interactief informeren over de mogelijkheden van het stadsdeel en over de inhoud van WMO (gerelateerde)
Pagina 57 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
voorzieningen zodat zij bewoners kunnen informeren en doorverwijzen en op wijze een ondersteunende functie vervullen ten behoeve van het loket Zorg en Samenleven. Informatiebijeenkomsten voor allochtone mannen. Om allochtone mannen vaker en beter te bereiken is het betrekken van een vooraanstaand persoon binnen de gemeenschap bij informatiebijeenkomsten een effectief middel. Door bijvoorbeeld samen met een imam bijeenkomsten te organiseren in of nabij de moskee wordt het schaamtegevoel verminderd. Daarnaast kunnen allochtone bewoners die inmiddels wel gebruik maken van voorzieningen dienen als voorbeeldfunctie. Door hen hun eigen verhaal te laten vertellen worden de mogelijkheden en het gebruik van voorzieningen uit de taboesfeer gehaald. Verschillende communicatiemiddelen gebruiken om bewoners te informeren over het aanbod van voorzieningen van het stadsdeel. o De bewoners zo veel mogelijk persoonlijk benaderen door middel van aanspreken op straat of door voorlichting geven bij activiteiten waar bewoners samen komen. Probeer dit op een interactieve aantrekkelijke manier te doen. o Mond op mond reclame motiveren, door gebruikers van de voorzieningen bekend te maken met het gehele aanbod van het stadsdeelkantoor. Zodat zij dit door kunnen geven aan hun directe omgeving. o Uitgeven van duidelijk informatiemateriaal (folders) met verwijsinformatie zoals website, telefoon nummer of adres. Gebruik makend van eenvoudig Nederlands zodat ook mensen die de Nederlandse taal niet volledig beheersen het mogelijk toch begrijpen. Vrijwaring voor parkeren invaliden. Als het op alle parkeerplaatsen binnen het stadsdeel voor invaliden mogelijk is om gratis te parkeren met een reguliere invalidenparkeerkaart wordt de fysieke barrière met betrekking tot vervoer naar voorzieningen voor deze doelgroep opgeheven. Daarnaast vormt dit mogelijk een stimulans voor andere invaliden om zich vaker zelfstandig buitenshuis te verplaatsen en op deze wijze meer te kunnen participeren in de samenleving. Uitbreiden invalidenparkeerplaatsen. Controleren of het aantal invalidenparkeerplaatsen voldoet aan de drempelwaarden (hieronder weergegeven bij literatuur) en nagaan hoe vaak deze bezet zijn. Op basis van deze gegevens kan, indien mogelijk, een uitbreiding plaatsvinden van het aantal invalidenparkeerplaatsen op specifieke locaties zoals winkelcentra, het stadsdeelkantoor etc. Literatuur: Als een gezaghebbend persoon binnen de gemeenschap gebruik maakt van voorzieningen, verlaagt dit het schaamte gevoel bij anderen om hiervan gebruik te maken (Heygele, 2009) Uit een tussenevaluatie over de WMO, één jaar na invoering hiervan, zijn de volgende bevindingen gedaan met betrekking tot het mee laten praten van burgers over het WMO-beleid: o In hoeverre willen mensen met beperkingen meepraten? Van de mensen met een matige of ernstige lichamelijke beperking doet op dit moment 4% dat. Daarnaast wil bijna een op dit moment 4% dat. Daarnaast wil bijna een kwart van de mensen meepraten, maar doet dit (nog) niet. Met name mensen in de jongste leeftijdsgroepen (tot 65 jaar) en mensen met ernstige beperkingen
Pagina 58 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
praten mee of willen dit doen, ook als er statistisch gecorrigeerd wordt voor de andere achtergrondkenmerken. Ook mensen met beperkingen die aangeven meer ondersteuning nodig te hebben maar deze nog niet krijgen, willen vaker meepraten over het WMO-beleid. Mensen die (willen) meepraten geven aan dit vooral incidenteel te willen doen, door bijvoorbeeld naar een inspraakavond te gaan of een enquête in te vullen. Een derde wil dit meer structureel doen, door bijvoorbeeld zitting te nemen in een adviesraad, zoals de WMO-raad. (Marangos, 2008). Aspecten waarmee rekening gehouden kan worden om de informatiebijeenkomst zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de praktijk van de deelnemers: o Ontwikkel de informatiebijeenkomst met iemand die een rolmodel kan zijn voor de deelnemers. o Laat de deelnemers bij aanvang benoemen waar zij iets over willen weten. Stimuleer en ondersteun ze om dit zo concreet mogelijk te formuleren. o Vorm je een beeld van mogelijke verschillen in kennis en ervaring van de deelnemers zodat de bijeenkomst op alle niveaus aansluit. o Zorg voor een herkenbare relatie tussen de inhoud van de bijeenkomst en de eigen praktijk van de deelnemers. Vraag bijvoorbeeld om een voorbeeld mee te nemen uit hun dagelijkse praktijk. o Zorg voor een actieve rol van de deelnemers. o Gebruik methoden waarbij de deelnemers leren van elkaar. o Besteed aandacht aan de argumenten waarom de informatie volgens de deelnemers niet kan worden toegepast en denk mee over oplossingen hiervoor. o Zorg ervoor dat je kunt evalueren welke obstakels men tegenkomt bij het toepassen van het geleerde in de praktijk en denk mee over hoe die obstakels te verwijderen zijn. o Houd rekening met groepsdynamische processen: er zijn mogelijk deelnemers die als rolmodel kunnen dienen, wees ook alert op deelnemers met vastzittende gewoonten. (Heijsman, 1999)
Volgens het ITS (Internationaal Toegankelijkheids Symbool), te bezichtigen op http://www.toegankelijkheidssymbool.nl, moet er tenminste 1 gehandicapten parkeerplaats per 500m2 zijn in winkel gebieden en per 10.000m2 vloeroppervlakte bij belangrijke en openbare gebouwen. Bij een eigen terrein (zowel binnen als buiten) moet er voldaan worden aan de drempelwaarde van minimaal 2% van alle parkeerplaatsen. Dit geldt ook voor parkeergarages. Deze gehandicaptenparkeerplaats moet aan enkele eisen voldoen zoals: de parkeerplaats bevindt zich binnen 50 meter van de entree van het gebouw, er moet bij een parkeerplaats binnen 5 meter een stoep met helling zijn, aan zowel de lange als de korte zijde van de parkeerplaats moet zich een vrije ruimte bevinden van minimaal 1,5 meter. Deze eisen zijn onder andere terug te vinden op de website van het ITS.
Pagina 59 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Aanbod en deelname activiteiten Bewoners hebben verschillende ideeën c.q. behoeften naar voren gebracht met betrekking tot uitbreiding van het activiteitenaanbod. Belemmerende factoren voor totstandkoming hiervan zijn het gebrek aan betaalbare ruimten binnen de afzonderlijke buurten voor de uitvoering van deze ideeën en de onbekendheid met het budget voor bewonersinitiatieven. Daarnaast heeft het vrijwilligersnetwerk een kleine omvang en bestaat voornamelijk uit vrouwen. Vanuit bewoners en sleutelfiguren wordt aangegeven dat het niet actief zijn als vrijwilliger te maken heeft met desinteresse. Daarentegen komt in veel onderzoek naar voren dat de belangrijkste reden hiervoor onder ouderen is dat zij wel bereid zijn om vrijwilliger te zijn maar dit niet doen omdat zij niet gevraagd worden. Uit zowel de gesprekken met sleutelfiguren en bewoners als uit onderzoeksrapportages is gebleken dat met name vrouwen en autochtone ouderen gebruik maken van activiteiten. Allochtone mannen maken het minst gebruik van bestaande activiteiten. Jonge allochtone moeders doen vaak mee aan activiteiten waarmee zij via de school in contact zijn gekomen. Oudere allochtone vrouwen hebben deze contacten niet en worden hierdoor moeilijker bereikt. Doel: Aanbod activiteiten uitbreiden voor specifieke doelgroepen. Kernelementen: Betaalbare ruimten in afzonderlijke buurten beschikbaar stellen. Meer bekendheid verkrijgen voor bewonersinitiatieven. Uitbreiden vrijwilligersnetwerk. Extra aandacht voor allochtone mannen en allochtone oudere vrouwen (45-60 jaar) Aanbeveling: Samenwerking met zaalbeheerders en controleren huidige zalen. Wanneer er in kaart wordt gebracht welke zalen voor verhuur mogelijk zijn, kan gekeken worden welke ruimten vaker worden verhuurd dan andere. Met deze informatie kunnen de zalen die erg weinig worden verhuurd aangepast worden zodat ze vaker verhuurd worden, hierbij kunnen de kosten, bekendheid en de toegankelijkheid een rol spelen. Ook kunnen er afspraken gemaakt worden met scholen, moskeeën, kerken en buurthuizen om voor acceptabele prijzen ruimten te verhuren waar buurtprojecten plaats kunnen vinden. Actief rekruteren van vrijwilligers. Door veel in de wijken aanwezig te zijn met informatie kraampjes, zoals op de markt, huisartsenpost, winkelcentra en scholen, proberen aandacht te krijgen voor de huidige projecten (zowel opgezet door vrijwilligers als door het stadsdeel). Hiernaast kan er kenbaar gemaakt worden dat er ook nieuwe projecten kunnen worden opgezet met behulp van de mogelijkheden die de stadsdelen in Amsterdam hebben voor het met subsidie ondersteunen van bewonersinitiatieven. Betere reclame campagne omtrent budget bewonersinitiatieven. Net zoals hierboven moeten er veel activiteiten in de wijk afspelen. Zoals een informatie markt, foldermateriaal, wanneer mogelijk in meerdere talen met duidelijke voorbeelden. Ook kan er van bestaande activiteiten een artikel in de Westerpost of Echo geplaatst
Pagina 60 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
worden om duidelijk te maken wat er allemaal mogelijk is met behulp van de bewonersinitiatieven. Allochtone mannen. Er kan geprobeerd worden om vanuit de cultuur te werken om de mannen actief te krijgen, ofwel iemand met Turkse afkomst probeert de Turkse mannen te activeren en een Marokkaanse man probeert dit bij de Marokkaanse mannen. Uit de interviews met sleutelfiguren blijkt namelijk dat allochtone mannen weinig initiatief tonen en bijna niet actief worden wanneer er activiteiten door derden worden opgestart. Er kan geprobeerd worden om, door contact te leggen met moskeeën en buurthuizen, iemand bereid te vinden om de mannen toe te spreken en te onderzoeken hoe ze het liefst actief willen zijn binnen de community. Deze persoon kan proberen, nadat de wensen in kaart zijn gebracht, een plan op te zetten om de mannen hierbij mee te krijgen.
Sociale cohesie en menging van culturen Uit gesprekken met sleutelfiguren en bewoners is naar voren gekomen dat de sociale cohesie binnen het stadsdeel achteruitgegaan is in vergelijking met vroeger. Dit mogelijk doordat er in grote gebieden de stedelijke vernieuwing bezig is. Hierdoor gaan oud bewoners weg en komen er tijdelijke bewoners voor terug. Er zijn verschillende culturen in het stadsdeel, veel minimumhuishoudens. Uit gesprekken met autochtone bewoners is naar voren gekomen dat deze voornamelijk hun sociale contacten hebben met oude bewoners uit de buurt, familie, activiteiten in de buurt of vanuit de kerk. Uit gesprekken met sleutelfiguren is naar voren gekomen dat de allochtone mannen voornamelijk sociale contacten hebben in het Pluspunt, café/ restaurant of bij moskeeën. De meeste bewoners die geïnterviewd zijn, gaven aan sociale contacten te hebben in de buurt. Voornamelijk ging dit over familie, anders zochten ze zelf contact in het Pluspunt. Ook geven enkele sleutelfiguren aan dat er weinig menging is tussen culturen, zoals bij de Turkse en Marokkaanse mannen. Die gaan naar aparte moskeeën en eigen koffiehuizen. Uit gesprekken met bewoners en sleutelfiguren is gebleken dat het hebben van psychologische en/of psychiatrische aandoeningen een belemmering vormt tot sociale participatie. Doel: Sociale cohesie en menging van culturen bevorderen. Kernelementen: Betrokkenheid en motivatie van bewoners bevorderen. Opzetten van nieuwe (niet bestaande) sociale netwerken. Aanbeveling: Ideeënwedstrijd onder de bewoners. Wie heeft het beste plan om de sociale cohesie binnen het stadsdeel te bevorderen? Door de uitvoering van de geselecteerde plannen zo veel mogelijk aan de bewoners over te laten en voornamelijk ondersteuning te bieden kan geprobeerd worden om op deze wijze nieuwe sociale netwerken op te bouwen met bewoners. Het liefst met bewoners die nu nog niet actief zijn als vrijwilliger of door het samen laten werken van vrijwilligersnetwerken die bestaan uit bewoners met diverse etnische achtergronden. Diversiteit kan verkregen worden door gebruik te maken van zoveel mogelijk communicatiekanalen: radio, televisie, folders, krant, aanspreken, hobbyclubs, voorzieningen, scholen etc.
Pagina 61 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Kleinschalige projecten op basis van aanwezige competenties van bewoners. Om betrokkenheid en motivatie van bewoners te bewerkstelligen dienen er gevoelens van trots en zelfvertrouwen te bestaan. Dit kan onder andere door gebruik te maken van de bestaande competenties van werkeloze bewoners (zoals werkervaring, hobby’s en kennis) door kleinschalige projecten samen met deze bewoners op te zetten, die gebaseerd zijn op de bestaande competenties. Om motivatie te verkrijgen dienen de bewoners iets terug te krijgen waarmee voor hen wordt bevestigd dat zij daadwerkelijk iets hebben bereikt (ruilhandel). Bijvoorbeeld: een groep van 4 werkeloze Marokkaanse mannen knopen tapijten gesubsidieerd door het Stadsdeel en krijgen in ruil hiervoor een marktkraam waar zij de goederen kunnen verkopen. De opbrengst gebruiken zij om te investeren in nieuwe materialen. Als het project ‘loopt’ wordt het verder uitgebreid door met de Marokkaanse mannen cursussen op te zetten voor bewoners met een andere culturele achtergrond. In ruil hiervoor krijgen zij de mogelijkheid om de opbrengsten van de verkoop te investeren in een eigen bedrijf. Belangrijk is dat hierbij op de lange termijn gekeken wordt en intensief samen wordt gewerkt met bijvoorbeeld de DWI of maatschappelijk werk. Literatuur: Door het betrekken van de maatschappelijke groeperingen en de burgers bij de visieen beleidsontwikkeling creëert de lokale overheid een beter imago voor zichzelf, wat welkom is als er gewerkt moet worden aan een maatschappelijk draagvlak. (Bruin, 1998) Als extra thema noemen de deelnemers aan stadsgesprekken het bestrijden van negatief zelfbeeld. Angst en minderwaardigheidsgevoelens zijn zowel bij migranten als bij autochtonen aanwezig. Als de gemeente erin zou slagen om het negatieve zelfbeeld en het slachtoffergevoel terug te dringen, dan zouden Amsterdammers weerbaarder en minder intimiderend ten opzichte van elkaar zijn. Dit kan door een gevoel van trots te stimuleren bij autochtonen en allochtonen (Platform Amsterdam Samen, z.d.). Sociaal vertrouwen, bindend en overbruggend sociaal kapitaal ontstaan als bijproduct van andere activiteiten. Alledaags contact is volgens Staub de beste manier om negatieve conflictdynamiek te doorbreken. Maar mensen moeten zich eerst veilig en vertrouwd weten in kleine kring, voordat ze zich daarbuiten wagen en maatschappelijk en politiek gaan participeren. Voldoende binding binnen etnische groepen is voorwaarde voor binding tussen mensen van verschillende etnische afkomst (Platform Amsterdam Samen, z.d.).
Mantelzorg Uit gesprekken met sleutelfiguren en bewoners is gebleken dat zij niet bekend zijn met de term ‘mantelzorger’. Hierdoor is het voor sleutelfiguren lastig om bewoners als zodanig te herkennen en voelen mantelzorgers zich door deze term niet aangesproken. Eerder onderzoek in de gemeente Utrecht bevestigd deze belemmering om mantelzorgers te bereiken. Uit gesprekken met huisartsassistenten en een praktijkondersteuner is naar voren gekomen dat onder allochtone bewoners mantelzorg wordt gegeven door de familie en dat zij pas hulp inschakelen als het voor de mantelzorgers te veel wordt. Volgens de praktijkassistenten is het een familie-eer om dit zelf te doen en gaan allochtonen niet vaak naar een verpleeghuis. In
Pagina 62 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
eerder onderzoek worden deze vermoedens bevestigd. Hieruit is gebleken dat een groot deel van de allochtonen het een schande vindt als de familie niet voor de ouderen kan zorgen. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat het verpleeghuis bij veel mantelzorgers een negatief imago heeft en er daarom alles aan doen om verpleeghuisopname te voorkomen. Met als gevolg dat zij daarbij vaak over hun grenzen heen gaan. De mantelzorgers die geïnterviewd zijn hebben allen aangegeven dat het verlenen van mantelzorg een belemmering vormt m.b.t. tijdsbesteding. Zij hebben geen tijd of mogelijkheid om hobby’s, activiteiten en werk naar tevredenheid te verrichten. Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer 30% van de ontvangers van informele zorg vindt dat de mantelzorger minder tijd is gaan besteden aan bijvoorbeeld hobby’s, sport of uitgaan als gevolg van het bieden van informele zorg. Ongeveer een vijfde denkt dat het voor de mantelzorger lastig is om de zorgtaken met het eigen werk en huishouden te combineren. Doel: Vergroten van kennis over mantelzorg onder sleutelfiguren en bewoners. Vergroten van kennis over de inhoud van mantelzorgvoorzieningen voor mantelzorgers. Kernelementen: Bekendheid en waardering creëren rondom mantelzorgers. Aanbeveling: Spreekuren voor mantelzorgers. Zoals ook al wordt gedaan in andere stadsdelen zoals Westerpark en Zuidoost. Informeren via (mobiel) service-unit. Opzetten van informatie stands in de wijk, om mensen bekend te maken met de term mantelzorg en de hulp die hierbij geboden kan worden. Om het begrip ‘mantelzorg’ en de ondersteuning die hierbij geboden kan worden meer bekendheid te geven onder bewoners kan gebruik worden gemaakt van een (mobiel) service-unit zoals eerder omschreven bij de aanbevelingen van ‘bekendheid en deelname voorzieningen’. Het informeren van sleutelfiguren. Door sleutelfiguren die regelmatig contact hebben met een grote en diverse groep bewoners informatie te verstrekken over het begrip ‘mantelzorg’ en de ondersteuningsmogelijkheden voor hen zijn sleutelfiguren beter in staat om mantelzorg te signaleren en bewoners te wijzen op mogelijkheden. Literatuur: Een organisatie die actief is op het gebied van informeren en ondersteunen van mantelzorgers is Markant, te bezoeken op http://www.markant.org
Pagina 63 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Hoofdstuk 7 Evaluatie project In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de succesvolle en minder succesvolle factoren tijdens het onderzoek. Daarnaast wordt geprobeerd uit onze eigen ervaring leerpunten te halen voor een eventueel volgend onderzoek. Tijdens de eerste fase van het project merkten we dat het veel tijd en inspanning kostte om precies te definiëren wat het probleem was, wat er precies onderzocht moest worden, welke doelgroep centraal zou gaan staan en welke aanpak er moest komen. In de fase van het verzamelen van informatie speelde tijd, inspanning en bereikbaarheid van bewoners een rol. Het was niet makkelijk om interviews met bewoners te houden en mede daardoor is het ons niet gelukt om een pilot uit te werken en uit te voeren.
7.1 Succesvolle factoren Samenwerking met opdrachtgever De samenwerking tussen onderzoekers en opdrachtgever is goed verlopen. Tussentijds is er regelmatig contact geweest met de opdrachtgever. In overleg met de opdrachtgever zijn er wijzigingen doorgevoerd in de te varen koers.
Samenwerking met sleutelfiguren De hulp en steun, vooral van buurtcoördinatoren en wijkmeester, hebben ervoor gezorgd dat we informatie over de buurt en het stadsdeel kregen en in contact kwamen met bewoners. Daarnaast vond doorverwijzing naar andere sleutelfiguren plaats.
Samenwerking als groep en senioradviseur De samenwerking als groep is goed verlopen. We werkten serieus, nauwkeurig, waren open tegen elkaar en er was ruimte om problemen te bespreken. Een ieder heeft zijn eigen aandeel gehad en we hebben gebruik gemaakt van ieders individuele kwaliteiten. De samenwerking met onze senioradviseur verliep goed. Zij stuurde ons bij waar nodig en gaf handige tips.
Literatuur Door het gebruik van literatuur kon richting gegeven worden aan het onderzoek en was het mogelijk om het onderzoek te onderbouwen.
Pagina 64 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
7.2 Minder succesvolle factoren Belangrijke sleutelfiguren konden geen medewerking verlenen Belangrijke sleutelfiguren die in de wijk met dezelfde doelgroep (moeilijk bereikbare bewoners) werkten, konden ons uiteindelijk niet in contact brengen met deze bewoners. Er bestaat het vermoeden dat dit komt doordat zij zelf veel tijd en moeite hebben geïnvesteerd in het contact en ze bang waren dat dit bestaande contact zou verminderen als er ineens studenten kwamen om interviews af te nemen. Deze sleutelfiguren hadden liever niet dat studenten betrokken werden bij bewoners waar zij zelf contact mee hadden.. Aanbeveling: Het zou ideaal zijn als de sleutelfiguren betrokken willen zijn bij het onderzoek, zodat zij zelf interviews kunnen afnemen om de nodige informatie voor het onderzoek te verzamelen, eventueel samen met een student.
Contact met sleutelfiguren Er waren maar drie sleutelfiguren die ons echt goed op weg hebben geholpen. We merkten dat bij sommige sleutelfiguren een bepaalde weerstand bestond om ons te introduceren bij hun netwerk van bewoners. Aanbeveling: Blijf niet te lang stil staan bij een sleutelfiguur. Als gemerkt wordt dat de sleutelfiguur na een aantal contactmomenten je niet verder van dienst kan zijn, ga dan op zoek naar andere sleutelfiguren en projecten. Wees gevarieerd in je keus. Probeer contact via de email te vermijden. Dit loopt vaak traag en kost tijd. Loop gewoon even langs.
Werving van bewoners via bepaalde sleutelfiguren Met bepaalde sleutelfiguren en instellingen hebben we geen contact opgenomen. De vraag blijft of dit ons dezelfde of andere informatie had opgeleverd. De sleutelfiguren met wie we contact hadden, hadden eenzelfde soort doelgroep. Tijdens de tussenevaluatie van het project vond de opdrachtgever dat de bevindingen relevant genoeg waren om te verwerken in een adviesrapport, waarop we ons niet meer geconcentreerd hebben op het doorgaan met werven van bewoners via andere sleutelfiguren. Aanbeveling: Probeer zo gevarieerd mogelijk met verschillende sleutelfiguren contact te maken voor het werven van bewoners.
Vindplaatsen die niet werden benaderd De vindplaatsen waar uiteindelijk geen contact mee is opgenomen zijn: religieuze instellingen zoals kerken, moskeeën en synagogen, Tafeltje dekje en Stichting de Zonnebloem. Aanbeveling: Tijdens het onderzoek is het belangrijk om af te wegen bij welke vindplaatsen je de bewoners wilt werven. Het is daarbij belangrijk om te realiseren dat de kans groot is dat instellingen die je in een later stadia wil benaderen, door tijdsgebrek niet meer aan de orde komen. Probeer daarom gevarieerd te werk te gaan en blijf niet te lang
Pagina 65 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
investeren in sleutelfiguren die niets opleveren. Als de sleutelfiguur voor het onderzoek wil helpen merk je dit aan de initiatieven die de sleutelfiguur voorstelt en uitvoert.
Locatie interviews In eerste instantie wilden we bij bewoners thuis interviewen, maar hier kwam weinig positieve respons op. In een enkel interview met een sleutelfiguur moesten we gebruik maken van de ruimte van de sleutelfiguur zelf. Dit veroorzaakte storingen zoals bijvoorbeeld het afgaan van de telefoon en personen die de kamer in en uit lopen. Dit zorgde voor onrust in het gesprek. Aanbeveling: Zorg dat je een alternatieve locatie hebt om een bewoner te interviewen. Geef in het begin van de interview aan niet onderbroken te willen worden. Als dat wel gebeurt geef dan aan dat dit niet volgens afspraak is. Wees assertief maar beleefd.
Format Het format was goed geformuleerd, alleen het korte format kwam niet overeen met de informatie die naar voren kwam bij het lange format. Dat gaf problemen in het vergelijken en invullen van de verzamelde informatie. Het korte format is daarom halverwege het onderzoek aangepast. Aanbeveling: Maak eerst één format. Zorg dat belangrijke informatie die je wilt weten er in terugkomt. Dan pas maak je een uitgebreide format met bijvoorbeeld doorvragen. Zorg dat de formats in zijn geheel vergelijkbaar zijn, dat maakt het makkelijker te vergelijken bij de analyse. Gebruik niet twee formats tegelijk. Wees tevreden met de informatie die je je voorgenomen hebt te verzamelen.
Contact met bewoners Bij verschillende activiteiten is geprobeerd om door middel van visitekaartjes de bewoners contact te laten opnemen om een afspraak te maken, dit is helaas nooit gebeurd. Hierdoor is de aanpak veranderd en zijn er, wanneer mogelijk en er tijd voor was, direct interviews afgenomen. Aanbeveling: In plaats van dat je je gegevens geeft, vraag je naar de gegevens van de bewoner, zodat je niet afhankelijk bent van het initiatief van de bewoner zelf. Probeer als het kan meteen het interview af te nemen.
Behouden van contact met bewoners Er is geen contact met bewoners gehouden. Enkele bewoners hebben een visitekaartje gekregen, zodat ze zelf op een prettig tijdstip contact konden opnemen. Niemand van deze bewoners heeft uiteindelijk contact opgenomen. Verder gaven enkele bewoners aan een kort gesprek goed te vinden, maar niet mee te willen doen met een lang interview of met de mogelijke pilot. Aanbeveling: Probeer zoveel mogelijk uit het eerste contact met een bewoner te halen. Als er een afspraak gemaakt moet worden voor bijvoorbeeld een pilot, probeer dan de gegevens
Pagina 66 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
van de bewoner te krijgen. Als dat niet lukt kan je vragen of je via de tussenpersoon in contact kunt komen met de geïnterviewde bewoner.
Gebruiken maken van bestaande project om bewoners te werven Helaas constateerden we dat de bewoners die bij een bepaald project aanwezig waren, ook degene waren die bij de andere project waren. Door naar een aantal bijeenkomsten te gaan zijn we in gesprek gekomen met bewoners. Aanbeveling: Wees erop alert dat je bij een bijeenkomst vanuit het wijkweb of bewonersinitiatieven dezelfde bewoners kan treffen. Probeer daarom diversiteit te verkrijgen in de bijeenkomsten die je bezoekt.
Contact met bewoners op straat Direct contact op straat heeft een aantal gesprekken opgeleverd. Deze gesprekken waren voornamelijk met autochtone bewoners. Tijdens de pogingen om een gesprek aan te gaan met bewoners op straat bleek dat er veel aspecten zijn waar rekening mee gehouden moet worden zoals taal en tijd. Taal was de grootste barrière bij de benadering van allochtone bewoners maar ook het aangeven dat het gesprek genotuleerd zou worden gaf weerstand. Het viel niet mee om allochtonen bewoners (45-60 jaar) te benaderen op straat. Zowel de taal als de gevoeligheid over persoonlijke vragen speelde hierbij een rol. Een ander aspect dat ook gevoelig lag is dat niet alle allochtonen bewoners die in Nederland wonen hier legaal zijn. Het benaderen van deze bewoners komt voor hen bedreigend over. Aanbeveling: Probeer bewoners via een instantie te bereiken zodat er iemand voor je kan tolken indien nodig. Vraag eerst duidelijk om toestemming of het gesprek genotuleerd mag worden en bepaal wat je doet als het gesprek niet genotuleerd mag worden.
Pagina 67 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
Bronnen Boeken: - Baarda, D.B. Goede, M.P.M., de & Teunissen, J. (2005) Basisboek, Kwalitatief onderzoek: Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek. Groningen: Wolters-Noordhoff - Brug, J., van Assema, P. & Lechner, L. (2007) Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Een planmatige aanpak. Assen: Van Gorcum - Christiansen, C.H. & Townsend, E. A. (2004). Introduction to occupation, the art and science of living. New Jersey: Prentice Hall. - Heijsman, A., Kuiper, C. & Lemette, M. (1999). De ergotherapeut als adviseur: Methodiek en adviesvaardigheden. Utrecht: Lemma. - Kinébanian, A. & Granse, M. le. (2006). Grondslagen van de ergotherapie. Maarssen: Elsevier. - Machielse, A. (2003). Niets doen, niemand kennen. De leefwereld van sociaal geïsoleerde mensen. Den Haag: Elsevier Overheid. - Townsend, E.A. & Polatajko, H.J. (2007) Enabling Occupation II: Advancing an occupational therapy vision for health, well-being & justice through occupation. Ottawa: CAOT Publications ACE. Tijdschriften: - Bruin, J. de, Harberden, P. van, Bongers, F., Bragt, B. van & Riel, R. van (1998) Burgerpanels en de ontwikkeling van stadsvisies; over de rol van ‘gewone’ burgers. Blad Bestuurskunde: jaargang 7;7, 323-329 - Heygele, Y. (2009) WMO bereikt oudere immigranten nauwelijks. ‘Is de scootmobiel niet voor Marokkanen?’ Contrast: april 2009, 12-15 - Veerman, D. (2007). Empowerment of geloven in ergotherapie. Nederlands Tijdschrift voor Ergotherapie 35 (3), pp. 12-15. Rapportages: - BZK (1989). Kansen krijgen, kansen pakken. Integratiebeleid 1999-2002. Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken. - Campen, C. van (2008). Grijswaarden: Monitor Ouderenbeleid 2008. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. - Kooiker, S. & Boer, A. de. (2008). Portretten van mantelzorgers. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. - Stuurgroep Stedelijke Vernieuwing en Rochdale (2008) Op volle kracht vooruit. Uitvoeringsprogramma Geuzenveld-Slotermeer. Amsterdam: Stadsdeel GeuzenveldSlotermeer. - Veljkovic, D. (2008). Loket Zorg en Samenleven. Jaarrapportage juli 2007 t/m juni 2008. Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer: Sector Beleid Afdeling Beleidsontwikkeling Documenten: - Alting, D.E.M., Bouwens, J.G.M. & Keijsers, F.E.M. (2003).Het evalueren van community interventies: Resultaten en conclusies van een reviewstudie naar onderzoeksmethoden en meetinstrumenten. Woerden: NIGZ. - Heygele, Y. (2008). De WMO en oudere migranten. Blik op een ‘kwetsbare’ en ‘moeilijke’ doelgroep. Utrecht: NOOM.
Pagina 68 van 70
Adviesrapport; Bewoners en behoeften Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer
-
-
-
-
ICF World Health Organization (2001). Nederlandse vertaling van de ‘International Classification of Functioning, Disability and Health’. Bilthoven: WHO FIC Collaborating Centre in the Netherlands. Machielse, A. (2006). Sociaal isolement als sociaal probleem: een structuratietheoretische benadering. Utrecht: Universiteit Utrecht. Marangos, A.M., Cardol, M. & Klerk, M. de (2008) WMO evaluatie: Ondersteuning en participatie van mensen met een lichamelijke beperking; Een jaar na invoering van de WMO. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Schellingerhout, R. (2004). Gezondheid en welzijn van allochtone ouderen. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau. Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer (2007). Wijkaanpak Nieuw West: Wijken Geuzenveld en Slotermeer. Amsterdam. (vastgesteld door het dagelijks bestuur op 12 juni 2007) Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer (2007). Buurtactieplan Geuzenveld. Amsterdam. (vastgesteld door het dagelijks bestuur op 23 oktober 2007)
Handreikingen: - Gemeente Amsterdam (2008). Stadsdeelgids 2008-2009. Amsterdam: Stadsdeel Geuzelveld-Slotermeer. - Troelstra, S. (2008) Loket Zorg en Samenleven Geuzenveld-Slotermeer Wegwijzer voor Hulp- en Dienstverlening in Geuzenveld-Slotermeer. Amsterdam: Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer. Websites: - Hogeschool van Amsterdam (z.d.). Geraadpleegd op 27 februari 2009 op het http://www.onderzoek.hva.nl/article-1018.109.html - Platform Amsterdam Samen (z.d.). Investeren in mensen en het stellen van grenzen. Geraadpleegd op 3 juni 2009, http://www.pas.amsterdam.nl - Internationaal toegankelijkssymbool (ITS). Geraadpleegd op 3juni 2009 op het http://www.toegankelijkheidssymbool.nl - Markant, voor mantelzorgers en vrijwilligers. Geraadpleegd op 3juni 2009 op het http://www.markant.org - Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Geraadpleegd op 10 abril 2009 op het www. http://www.minvws.nl/dossiers/wmo/ Overige: - Bulsink, K., Hansma, C., Kroon, A. , Ouden, I. den & Zinkstok, R. (2008). Community Based Ergotherapie: Het belang en de toepassing van community development voor ergotherapie in Nederland. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam. - Davelaar, M., Duyvendak, J.W., Foolen, J.M.W., Raspe, A., Sprinkhuizen, A.A.M., Tonkens, E. & Wild, J. de. (2002). Wijken voor bewoners: Asset-Based Community Development in Nederland. Kenniscentrum Grote Steden. - Hortulanus, R., Machielse, A. & Meeuwesen, L. (2003) Sociaal isolement. Een studie over sociale contacten en sociaal isolement in Nederland. Den Haag: Elsevier Overheid
Pagina 69 van 70