Advies van de PMiNa-Raad Antwerpen over verharding van gemeentelijke openbare zandwegen, risicoverlaging van asbestverontreiniging en stofhinder
ADVIES VAN
DE PROVINCIALE MINA-RAAD ANTWERPEN AAN
DE GEMEENTEN IN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER
verharding van gemeentelijke openbare zandwegen risicoverlaging van asbestverontreiniging en stofhinder
Goedgekeurd op 14 januari 2008
27P11R0QLZK.DOC
1
Advies van de PMiNa-Raad Antwerpen over verharding van gemeentelijke openbare zandwegen, risicoverlaging van asbestverontreiniging en stofhinder
1) Inleiding Dit advies werd opgemaakt naar aanleiding van een asbestincident vorig jaar te Gent. Er werd namelijk klacht ingediend na het vinden van asbestsporen in april-mei 2007 in de BourgoyenOssemeersen te Gent. De wandelpaden in dit natuurgebied werden uitgebreid en heraangelegd met gerecycleerd mengpuin. Dit puin was voorzien van een COPRO-certificaat. Blijkbaar is de controle niet volledig sluitend. Nader onderzoek wees uit dat er ook met asbest verontreinigd puin werd gebruikt bij wegverhardingen in de Groene Velden en het Sint-Baafskouterpark te Gent. Een ander probleem dat bij ons werd gesignaleerd is het vóórkomen van stofhinder op sommige puin verharde openbare zandwegen. Mogelijk wordt daar een te fijne fractie van puin gebruikt als wegverharding. Bovendien werd opgemerkt dat soms een fijne puinfractie gebruikt wordt voor de tijdelijke afwerking van asfaltwegfunderingen, vooraleer er definitieve asfalt gegoten wordt. Het gebeurt dat deze onafgewerkte laag soms weken (tot maanden) open blijft liggen zonder stofbestrijding. Dat er intussen (zwaar) vervoer overrijdt, wordt dan zelfs gezien als een "goede" methode om de onderlaag vast aan te stampen... De PMiNa-Raad heeft een rondvraag gedaan bij de gemeenten in de provincie Antwerpen met de vraag of ze ook reeds geconfronteerd werden met asbestproblemen bij verharding van openbare zandwegen of met stofhinder. Er werd ook gevraagd welk materiaal de gemeente gebruikt voor verharding van openbare zandwegen. Het resultaat leest u verderop. Het secretariaat van de PMiNa-Raad bundelde alle binnengekomen antwoorden en ging op zoek hoe asbestverontreiniging en stofhinder kunnen voorkomen worden in de toekomst. Daarvoor werd informatie ingewonnen bij COPRO, OVAM, verwerkers van slooppuin, de Vereniging van verwerkers van Slooppuin vzw, OVAM, het gemeentebestuur en de milieuraad van Gent, de Katholieke Hogeschool Brugge Oostende en op de websites van Samenwerkingsovereenkomst, Minaraad, Milieuadvieswinkel, VITO, etc… 2) Eerste rondvraag over asbest in de provincie Antwerpen Na de rondvraag bij 70 gemeenten in de provincie Antwerpen, werden vanuit 28 gemeenten antwoorden ontvangen. Meestal antwoordde de milieuambtenaar of een verantwoordelijke van de technische dienst. Eenentwintig gemeenten antwoordden dat de asbestproblematiek niet herkenbaar was bij hen. In 4 gemeenten was de problematiek duidelijk wél aanwezig (Kalmthout, Mol, Mechelen en Puurs). Enerzijds hebben we door de aanwezigheid van asbestfabrieken zoals Eternit (Willebroek en Kapelle-op-den-Bos). Vanuit Mol werden de asbestfabrieken Johns-Manville/J.M.Balmatt aangehaald. Balmatt heeft niet alleen het eigen terrein vervuild maar er werd her en der nogal wat gestort. Enkele openbare wegen werden met asbest vervuild puin ‘gesaneerd’. De gemeente Mol is daarover discreet en indien omwonenden problemen maken giet men er een laagje beton over. Verder signaleert men in Mol enkele asbeststorten (waar o.a. ook een gemeentelijk sportplein is op aangelegd). Verder heeft men verhardingen met asbestcementdraailingen (zie bijlage 1) van opritten, wegen, tuintjes, ... bij particulieren. Mechelen heeft hier gebruik gemaakt van het initiatief van de OVAM, de gemeenten Willebroek en Kapelle-op-den-Bos en Eternit nv om via een gecoördineerde aanpak dit probleem op te lossen. Voor Mechelen gaat het hier om 96 aangemelde locaties. Maar ook op bepaalde openbare wegen werd dit probleem gesignaleerd : verharding van wandelpaden in natuurgebied het blaasveldsbroek (Mechelen): Een 36 tal percelen zijn hiervan opgenomen in het register van verontreinigde gronden wegens ophogingen met asbestcementdraailingen.
27P11R0QLZK.DOC
2
Advies van de PMiNa-Raad Antwerpen over verharding van gemeentelijke openbare zandwegen, risicoverlaging van asbestverontreiniging en stofhinder Tenslotte komt asbest nog voor op honderden locaties in elke gemeente in asbestcementen golfplaten, dakleien, onderkant oude vinyl vloertegels etc. Deze gebonden vorm van asbest vormt geen risico voor de gezondheid zolang dit materiaal niet verwerkt/bewerkt of beschadigd wordt (bv. verzagen of reinigen met hogedrukreiniger). twaalf gemeenten meldden steeds COPRO-gekeurd puin te gebruiken voor verharding van openbare zandwegen. Men vertrouwt er veelal op dat door COPRO-gecertifieerd materiaal te gebruiken, er geen asbest kán terecht komen op de zandwegen. 2) Tweede rondvraag over stofhinder In een tweede rondvraag werd er gepeild naar mogelijke stofhinder bij openbare verharde zandwegen. In 10 van de 14 gemeenten die tot nu toe antwoordden, werd er duidelijk met een puinfractie gewerkt met een continue korrelverdeling die ook de fijne stof- en zandfractie (0-10) omvat. Nochtans hadden slechts 4 gemeenten reeds klachten van stofhinder ontvangen. De meeste gemeenten werken met recuperatie bouwpuin, soms wel in combinatie met dolomiet of steenslag. De gebruikte soorten puin waren mengpuin (4 gemeenten), asfaltpuin (3), baksteenpuin (2) en betonpuin (2). Geen enkele gemeente vermeldde het gebruik van gestabiliseerd bouwpuin. 3) Hoe betrouwbaar is het COPRO-certificaat ? Het asbestincident in Gent illustreert dat men geen 100% vertrouwen mag hebben in de COPROkeuring op het vlak van asbestverontreiniging. Hoe kan zoiets gebeuren ? 1) elke controle door COPRO gebeurt steekproefsgewijze. Het kan dus gebeuren dat er iets ‘door de mazen van het net’ glipt. 2) niet iedereen is betrouwbaar. Het is niet denkbeeldig dat sommigen (misschien eerder particulieren) met opzet asbestafval ‘verstoppen’ in het bouwpuin, om moeite en kosten van het legaal afvoeren te vermijden. Dit nadeel van de verstrengde wetgeving rond verwijdering van asbestafval werd in 2003 voorspeld door OVAM1 : Door de nieuwe wetgeving voor de verwijdering van asbest (nu als gevaarlijk afval) kan de verwerking van asbestafval duurder worden. Hoewel deze wijziging een betere bescherming van mens en leefmilieu beoogt dreigt de maatregel gedeeltelijk het doel voorbij te schieten: het risico bestaat dat een toekomstige duurdere verwerkingsprijs voor het asbestcementafval een “stimulans” zal zijn om asbestcement her en der illegaal te dumpen. 4) Aanbeveling om asbest en stofvorming te vermijding bij verharding van paden Zal de PMiNa-Raad de gemeenten nu afraden om nog gerecycleerd bouwpuin te gebruiken als wegverharding ? Neen zeker niet. Uiteraard zijn we voorstander van het hergebruik van afval, maar op de juiste wijze en zonder nadeel voor het milieu en/of de bevolking. Het Vlaams afvalstoffenbeleid2 is ook gericht op de Ladder van Lansink met nadruk op preventie, hergebruik en recyclage van afvalstoffen zodat het storten van afvalstoffen beperkt wordt. De Samenwerkingsovereenkomst Vlaams gewest-gemeenten3 en het modelbestek nr 250 voor openbare aannemingen van werken, bevelen aan om in alle openbare bestekken, gerecycleerd COPRO-gecertificeerd bouwpuin te gebruiken als secundaire grondstof voor wegverharding. a. Gebruik steeds COPRO-gekeurd materiaal Alhoewel dit niet met zekerheid 100% betrouwbaar is, is dit materiaal toch nog altijd te verkiezen boven materiaal zonder een certificaat. Bijkomende informatie over de Copro-keuring, evenals leveranciers van Copro-gekeurd breekpuin kan verstrekt worden door :
vzw Copro 1 brochure : Asbest en asbestafval, OVAM, 2003, p. 68 2 Afvalstoffendecreet, VLAREA, Uitvoeringsplan bouw- en sloopafval,… 3 SO 2008-2013 contracttekst gemeenten blz. 24, Thema Milieuverantwoord productgebruik, basis, Art. 1.
27P11R0QLZK.DOC
3
Advies van de PMiNa-Raad Antwerpen over verharding van gemeentelijke openbare zandwegen, risicoverlaging van asbestverontreiniging en stofhinder Dendermondsestraat 168 1083 Brussel tel. 02/468.00.95 fax. 02/469.10.19
http://www.vzwcoproasbl.be lijsten van Copro-gekeurde puinbreekinstallaties vindt men ook op de OVAM website, onder ‘Afval’ en vervolgens op ‘sorteren en recycleren’ en ‘lijst overbrengers en verwerkers’. b. gebruik geen (teerhoudend) asfaltgranulaat Bij dit granulaat bestaat er immers een risico op het uitlogen van PAK’s naar de bodem. Van het bindmiddel wordt verwacht dat het de vrijstellingvan PAK’s en andere contaminanten vermindert. Hierover bestaat echter weinig wetenschappelijke informatie, noch in de vorm van korte-termijn laboratoriumproeven noch in de vorm van lange-termijn proeven in situ.4 c. Gestabiliseerde mengpuingranulaten De term mengpuin staat voor het mengsel van betonpuin en metselwerkpuin (en niet voor puin gemengd met papier, hout,....). Gewoon mengpuin bevat gewoonlijk baksteenpuin en is te vermijden omdat dit tijdens het overrijden steeds verder verpulvert (product is te zacht). Mengpuingranulaten komen wél in aanmerking voor verharding van openbare zandwegen mits men een gestabiliseerd mengsel vraagt (met cement). Het cement verlaagt het risico op stofvorming en dus ook het vrijkomen van eventuele asbestvezels. d. Fijne fractie niet geschikt als bovenlaag Volgens de Vereniging van verwerkers van slooppuin vzw hebben de meest courante producten geproduceerd door verwerkers van slooppuin, een continue korrelverdeling van 0-56mm. Deze producten (indien gecertificeerd) voldoen aan de technische eisen van Standaard Bestek 250 en mogen in ongebonden toestand gebruikt worden in (onder)funderingen, maar dus NIET als verharding (vanwege de aanwezigheid van fijn materiaal (<2mm waardoor er stofvorming kan ontstaan). De fijne stof- en zandfractie (0-10/20) is dus zeker niet geschikt als bovenlaag. Î Indien men toch voldoende draagkracht wenst en stofvorming (ev. asbeststof) wil vermijden dan moet men ofwel gestabiliseerde mengsels (met cement) toepassen ofwel een grove korrelverdeling vragen (> 20 mm). Een bijkomend voordeel van een grove korrel is de betere waterdoorlatendheid. e. Enkelvoudige betongranulaten Deze granulaten zijn qua asbest betrouwbaarder dan mengpuingranulaten (met metselwerkpuin), maar ook een stuk duurder. Enkelvoudige betongranulaten kan men immers recycleren tot hoogwaardig bouwmateriaal (nieuw beton). Samengevat Niet geschikt : fijne fractie (0-20), puin met continue korrelverdeling, baksteenpuin, gewoon mengpuin en (teerhoudend) asfaltpuin Wél geschikt : gestabiliseerd mengpuin, grove fractie betonpuin (>20)
4
MATERIAALRECYCLAGE: KOUDE TOEPASSINGEN VAN TEERHOUDEND GRANULAAT, BBT-kenniscentrum, VITO, 2001 www.emis.vito.be
27P11R0QLZK.DOC
4
Advies van de PMiNa-Raad Antwerpen over verharding van gemeentelijke openbare zandwegen, risicoverlaging van asbestverontreiniging en stofhinder
BIJLAGE 1 ASBEST Asbest5 is een verzamelnaam voor een aantal vezelachtige, magnesiumhoudende silicaten die slijtvast, brand- en geluidswerend, (elektrisch) isolerend en vrij goedkoop zijn. Men onderscheidt in hoofdzaak: 1° serpentijnen (plaatvormige silicaten): witte asbest (chrysotiel), komt het meest voor (ca. 90 %) en is het meest hittebestendige type asbest. Chrysotielasbest zou het minst schadelijk zijn voor de menselijke gezondheid; 2° amfibolen (kettingvormige silicaten): blauwe asbest (crocidoliet), is de gevaarlijkste vorm, vooral in spuitlagen gebruikt, komt volgens sommige bronnen ook in asbestcementplaten voor, toch veel minder frequent dan witte asbest. Blauwe asbest werd tot 1978 wel frequent in buizen van asbestcement aangewend; bruine asbest (amosiet). Eveneens gevaarlijker dan witte asbest. Daarnaast worden ook nog actinoliet, anthofylliet en tremoliet als asbest beschouwd. Op microscopische schaal bestaan bruine en blauwe asbest uit rechtere en dikkere vezels dan witte asbest. Witte asbest of chrysotielasbest heeft een pluizig uitzicht. De pluisjes zijn eigenlijk bundels van zeer fijne vezels. De individuele chrysotielvezel heeft een dikte van 002 tot 0,04 µm en is hiermee de dunste natuurlijke voorkomende vezel. Vanuit humaantoxicologisch standpunt is het onderscheid tussen hecht gebonden asbest (door middel van cement of van kunsthars) en asbest in min of meer losse vorm belangrijk. Asbest is vaak hechtgebonden in/als: − golfplaten als dakbedekking (asbestcement, grijsachtig); − asbestleien als dakbedekking (vlakke, vierhoekige platen met vaak een blauwachtige kleur); − vlakke gevelplaten of binnenschotten, plafonds, platen in schoorstenen (asbestcement, al of niet fel uitwendig gekleurd); − gas-, water- en rioleringsleidingen (asbestcement, kenmerk: grijze kleur, vezelige structuur op breukvlakken); − bloembakken (asbestcement); − koppelingsplaten en remvoeringen van oude voertuigen, van vliegtuigen en in liften; − asbesthoudende vinylvloertegels (vaak gebruikt in vochtige ruimten zoals keukens, toiletten, uitzicht: hard, beetje glanzend, vaak met wit "gevlamde" decoratie, deze tegels zijn o.m. te herkennen doordat ze breken wanneer men ze wil buigen); − asbest als wapening of vulstof in kunststoffen (o.m. bij elektrische installaties als elektrische isolatie); − asbest in betonnen vloeren (enkel sporadisch); − in bitumen; − in brandwerende verven, coatings, lijmen e.d.; Asbest in losse of niet hecht gebonden vorm komt o.m. voor als: − spuitasbest (als thermische en akoestische isolatie en als brandwerend materiaal). Spuitasbest werd vaak toegepast voor de bekleding van stalen balken, muren en plafonds in (semi-)openbare gebouwen zoals schouwburgen, auditoria, zwembaden, eetzalen e.d.. Spuitasbest heeft een vlokachtig uitzicht, het asbest is zeer los gebonden, − asbestkoord rond leidingen en in kachels (wit tot licht grijs, valt zeer 5
brochure ‘Asbest en asbestafval’ OVAM, 18 feb. 2003
27P11R0QLZK.DOC
5
Advies van de PMiNa-Raad Antwerpen over verharding van gemeentelijke openbare zandwegen, risicoverlaging van asbestverontreiniging en stofhinder gemakkelijk uiteen); − hard geperste isolatieplaten of vloerplaten rond verwarmingsketels en procesinstallaties, in schoorstenen, ventilatiekanalen, in liftkokers, in elektriciteitskasten, in vuilstortkokers (dit plaatmateriaal bestaat uit asbestcement of uit gipsgebonden asbest, kenmerk: grijsachtig); − zacht geperste isolatieplaten rond procesinstallaties, rond, in en onder verwarmingsketels, in rookgaskanalen, in liftkokers, in of op deuren (kenmerk: witachtig, 90 % asbest, zeer los materiaal); − asbestweefsels in brandwerende kleding en in brandwerende gordijnen; − asbestkarton (als dunne, schimmelwerende onderlaag van vinylvloerbedekking in/op keukens, trappen e.d.,… Samengevat blijkt asbest vaak voor te komen in leien/platen van gevels/daken en als isolatie- en brandwerendmateriaal in en rond de technische installaties van gebouwen. Er is expertise nodig voor de visuele herkenning van asbest. Asbest kan bovendien louter visueel ook nooit met 100 % zekerheid geïdentificeerd worden. Een waterdichte indentificatie is enkel in een labo mogelijk met behulp van X-stralen of elektronenmicroscopie. Of een golfplaat asbest al of niet bevat is soms af te lezen op de golfplaat: komt de aanduiding NT (Non asbestos Technology) op de achterzijde van de plaat voor dan betekent dit dat de golfplaat geen asbest bevat. Komen de letters AT op de golfplaat voor dan bevat deze golfplaat zeker asbest. Asbestcementdraailingen zijn afkomstig van het afdraaien van buisranden van asbestcementen riool- en waterleidingsbuizen. In het verleden konden werknemers en omwonenden van de toenmalige asbestverwerkende bedrijven in Kapelle-op-den-Bos en Willebroek asbestcementdraailingen krijgen voor de verharding of ophoping van hun perceel. In die tijd waren de gezondheidsrisico’s van asbest nog niet bekend. Hoewel de productie van asbestcement jaren geleden werd stopgezet, worden we soms toch nog geconfronteerd met de gevolgen van deze asbestverwerking, bijvoorbeeld op plaatsen waar draailingen van asbestcement werden gebruikt als verhoging of verharding in opritten, parkings, paden of toegangswegen. Op 26 maart 2007 startte de OVAM met de verwijdering van de asbestcementdraailingen op 461 particuliere terreinen, verspreid over de gemeenten Kapelle-op-den-Bos, Willebroek, Puurs, Meise, Mechelen, Londerzeel, Grimbergen en Sint-Amands.
27P11R0QLZK.DOC
6
Advies van de PMiNa-Raad Antwerpen over verharding van gemeentelijke openbare zandwegen, risicoverlaging van asbestverontreiniging en stofhinder
BIJLAGE 2 COPRO , BENOR, VLAREA en STANDAARDBESTEK 250 6
De vzw COPRO is een keuringsorganisme erkend door de Belgische overheid. COPRO staat voor “COntrole van PROducten”. Overeenkomstig het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en –beheer, VLAREA werd er een certificatieprocedure ontwikkeld, de zogenaamde COPRO-keuring. Het steenpuin wordt gebracht naar grote breekinstallaties, waar sortering gebeurt tussen steenpuin en andere afvalstoffen die mogelijks nog in het puin aanwezig zijn en nadien vermalen in de breker en afgezeefd in verschillende diametergrootte. Er mag volgens de reglementering een heel klein percentage onzuiverheden (1%) in het mengpuin aanwezig zijn (bijv. plastic, metaal, hout, glas, etc.), maar geen asbest. De vzw COPRO, machtigt die breekwerven om mits het naleven van een acceptatieen verwerkingsprocedure dit materiaal te certificeren door middel van COPRO-attesten. De vzw COPRO legt, rekening houdend met de bepalingen uit het Vlarea en het standaardbestek 250, in een keuringsreglement de criteria vast waaraan de exploitatie moet voldoen opdat de granulaten als milieuvriendelijk product kunnen beschouwd worden. Bij de periodieke controlebezoeken van de vzw COPRO worden o.m. volgende elementen van de exploitatie nagegaan: - het gebruik van een geijkte weeginstallatie; - de periodieke uitvoering van bouwtechnische en milieuhygiënische testen; - de aanwezigheid van een voorzeefinstallatie, een puinbreker, een nazeefinstallatie en eventueel van andere toestellen (magneetband, windshifter, waterbak) om verontreinigingen af te scheiden; - het uitvoeren van een vastomlijnde procedure met welomschreven verantwoordelijkheden bij acceptatie, verwerking en afvoer van de granulaten; - het bijhouden van aanvoer-, afvoer- en reststoffenregisters. De vzw COPRO zelf verzorgt op geregelde wijze steekproefcontroles op bouwproducten en eventueel hun verwerking. Zij controleren of het afval dat gerecycleerd wordt, voldoet aan alle voorschriften. De fysische en chemische verontreiniging dient steeds te beantwoorden aan de eisen van het Vlarea. Een van die voorschriften is dat er geen asbest in zit (VLAREA). De vzw COPRO is BELCERT- en BELTEST-geaccrediteerd voor de certificatie en keuring van puingranulaten. Dit zijn instellingen van het ministerie van Economische Zaken die de Europese kwaliteitsnormen voor controleorganismen controleren. We onderscheiden drie soorten van certificatie (zie bijlage X): - certificatie van puingranulaten geproduceerd op vaste locatie - partijkeuringen - certificatie van puingranulaten geproduceerd door een mobiele installatie Naast de milieuhygiënische eisen van VLAREA dienen puingranulaten ook een bouwtechnische waarde te bezitten, die evenwaardig is aan deze van natuurlijke granulaten voor dezelfde toepassingen. Afhankelijk van de toepassingen dienen puingranulaten immers dezelfde kwaliteiten te bezitten als natuurlijke granulaten. Momenteel is de COPRO-keuring voor puingranulaten het equivalent van de BENOR-keuring voor natuurlijke granulaten. De bedoeling is om ook puingranulaten in de toekomst te voorzien van een BENOR-certificatie aangezien dit
bron
(meer info : http://www.copro.eu)
27P11R0QLZK.DOC
7
Advies van de PMiNa-Raad Antwerpen over verharding van gemeentelijke openbare zandwegen, risicoverlaging van asbestverontreiniging en stofhinder nog meer de gelijkwaardigheid van beide producten zal beklemtonen. De normen NBN EN 12620 en NBN EN 13242 zijn immers voor BENOR en COPRO identiek7. standaardbestek 250 voor de wegenbouw Dit document is een modelbestek en bepaalt m.a.w. de voorwaarden (materiaalkeuze, technische specificaties van de werken) waaraan overheidsopdrachten moeten voldoen.
Uit : “Beste Beschikbare Technieken (BBT) voor recyclage van bouw- en slooppuin” Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) Het aangevoerde puin wordt selectief opgeslagen naargelang de aard van het puin. Volgend onderscheid wordt meestal gemaakt: asfaltpuin, betonpuin en mengpuin. Metselwerkpuin wordt meestal gestort bij het mengpuin. Nadat het puin is aangevoerd in de voedingspost van de breker, gebeurt een voorafzeving van de fijne fractie op een aangepaste zeef. De bedoeling van deze bewerkingsstap is het granulaat zuiver te houden van de aangevoerde zand en grond en verder de breekinstallatie niet onnodig te belasten. De fractie die zo ontstaat, is het zeefzand en is meestal een fractie 0/10 of 0/20. Zeefzand bedraagt tot 20 % van het aangevoerde puin.
7
“Toepassingsmogelijkheden van gerecycleerde betonpuingranulaten in structureel beton”, Eindwerk voorgedragen tot het behalen van de graad en het diploma van industrieel ingenieur bouwkunde, ing. Van Hasselt Sofie, De Nayer Instituut, 2005
27P11R0QLZK.DOC
8
Advies van de PMiNa-Raad Antwerpen over verharding van gemeentelijke openbare zandwegen, risicoverlaging van asbestverontreiniging en stofhinder
BIJLAGE 3 Onderzoeksproject recycle Het type oplossing van cementgebonden mengpuingranulaten is een aanbeveling van het onderzoeksproject recycle van het departement Industriële Wetenschappen en Technologie – campus Oostende van de KHBO (Katholieke Hogeschool Brugge – Oostende). Het HOBUFondsproject recycle startte op 1 januari 2001 bij de afdeling bouwkunde van de KHBO olv Prof. Luc Boehme. Doel van dit project is het zoeken naar een hoogwaardige toepassing van mengpuingranulaten. De oude spoorwegbedding tussen Heestert en Avelgem maakt deel uit van de Waterhoekroute, één van de 35 provinciale fietsroutes van Westtoer. Begin maart starten verbeteringswerken om het comfort van het recreatief fietsen in deze rustige, landelijke omgeving te verbeteren. De Provincie West-Vlaanderen laat de verharding van dit fietspad aanpassen. Het bestaande fietspad, dat vroeger uitgevoerd was in een ternair mengsel8, ligt er vandaag triestig bij. Het is grotendeels overgroeid en modderig. Van de oorspronkelijke breedte van 2,5 meter is er hooguit een fietsspoor van een halve meter over gebleven. Omdat een volledige verharding met asfalt of beton voor een fietspad in een agrarisch waardevol gebied niet wenselijk zijn (niet waterdoorlatend), kiest de Provincie voor een half-verharding die is samengesteld uit cementgebonden mengpuingranulaten. Deze verharding past goed in het landschappelijke karakter van het gebied en ze zal naar verwachting minder onderhoud vergen dan de ternaire mengsels. In dit project worden puingranulaten gebruikt om fietspaden aan te leggen. Op het grondgebied van de stad Nieuwpoort werden vorige zomer met dit materiaal twee proefvakken aangelegd: een eerste vak in een cementbetonverharding met 60% recyclage van mengpuingranulaten en een tweede vak in een zandcementverharding van 100% mengpuingranulaten. Beide proefvakken hebben de voorbije vorstperiode goed doorstaan. Voor meer informatie kunt u terecht bij de verantwoordelijke bij de Provincie voor de uitvoering van de werken : ing. Dirk Verlet, op het telefoonnummer 050/305.548 Prof. L. Boehme : 059/56.90.56
18 ternair mengsel : homogeen mengsel van brekerzand, steenslag, slakkenzand, aanmaakwater en toevoegsel (standaardbestek 250)
27P11R0QLZK.DOC
9