Wmo-adviesraad Oegstgeest p/a Gemeentehuis Postbus 1270 2340BG Oegstgeest E:
[email protected]
Datum: 14 mei 2014 Advies: Beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 – 2016, versie 8 mei 2014
Geacht College, Hierbij doet de Wmo-adviesraad Oegstgeest u enige opmerkingen en adviezen toekomen over het concept van 8 mei jl. van het Beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 – 2016, welke ambtelijk is voorbereid ten behoeve van bespreking in het College op 20 mei 2014. Gezien de korte tijd die hiervoor beschikbaar is beperken wij ons tot de hoofdzaken. Structuur van de concept-nota De opbouw en structuur van de concept-nota is logisch. Ons advies is de volgende elementen hieraan toe te voegen. Sluit aan bij het algemeen uitgangspunt dat de balans op veel beleidsvelden verschuift van de (gemeentelijke) overheid naar de groter verantwoordelijkheid en inzet van burgers. Maak de drie lagen in de voorzieningen en beleid beter herkenbaar: Preventie en de sociale infrastructuur. Algemene en algemeen gebruikelijke voorzieningen. Maatwerk voorzieningen en PGB's. Reactie: Deze opbouw zit in het Wmo-beleidsplan. Het plan geeft de kaders aan. De uitwerking zal later plaatsvinden in de verordening, beleidsregels en de uitwerking van het sociaal team. Conclusie: De huidige opzet van de nota wordt gehandhaafd en dus niet aangepast. Raakvlak met totale sociaal beleid De Wmo heeft raakvlakken met de Wlz en de Zvw, evenals met de jeugdzorg en de maatregelen inzake werk en inkomen. De concept-nota besteedt hier terecht aandacht aan, met name waar het gaat om de overgang van elementen hieruit naar de Wmo. Ons advies is de structuur voor de lezer toegankelijker te maken door een tabel op te nemen met de wettelijke regimes en de daaronder vallende maatregelen. Misschien is het mogelijk om ook aan te geven welke wet dan voorliggend is. Met andere woorden, welke wet eerst benut moet worden alvorens een aanspraak op de WMO te maken? Bijv. begeleiding GGZ door middel van SPV (soc. Psychiatrisch verpleegkundige) of PIT verpleegkundige (psychiatrische intensieve thuiszorg) is voorliggend op begeleiding vanuit de WMO. Overigens snap ik het voorbeeld niet genoemd bij punt 1.2.2 onderaan… (bijv. het dienstenaanbod van thuiszorgorganisaties????... op grond van de Wlz of Zvw)
Reactie: In hoofdstuk 3 van de nota wordt een overzicht gegeven van de nieuwe taken die naar de Wmo gaan. Er is voor gekozen om deze toe te lichten binnen dit hoofdstuk. Een samenvattende tabel zou een toevoeging kunnen zijn. De Wet langdurige zorg (nu nog AWBZ) en de Zorgverzekeringswet (Zvw) zijn voorliggend op de Wmo. Daarnaast bestaan er voorliggende voorzieningen zoals een door het UWV betaalde vervoersvoorziening om, als werknemer met beperkingen, naar het werk te kunnen komen. Mocht een beperking of handicap zijn veroorzaakt door een derde, dan komen de kosten voor de verzekering van deze persoon of instantie. Het door u aangegeven voorbeeld over GGZ begeleiding, onderschrijft het bovenstaande. Het voorbeeld genoemd bij punt 1.2.2. betreft het aanvullende dienstenpakket dat thuiszorgaanbieders vaak ook leveren. Het gaat dan bijvoorbeeld om de tuinman of pedicure. Dit pakket is voorliggend op de Wmo (en al dan niet bekostigd vanuit de AWBZ/Zvw of straks Wlz/Zvw. Conclusie: Wij zijn van mening dat een tabel geen extra verheldering biedt en voegen daarom deze niet toe. Wellicht dat in een later stadium, tijdens de uitwerking, een beter overzicht te maken is. Voor nu verwijzen wij naar de informatie die al op internet beschikbaar is. Preventie en de sociale infrastructuur Het Rijk is voornemens om op termijn de financiering van de zorg niet langer op basis van het gebruik maar op demografische kenmerken van gemeenten te budgetteren. Reden hiervoor is dat gemeenten dusdanig werk zullen maken van preventie dat deze nieuwe aanpak mogelijk en verantwoord is. De Wmo-adviesraad adviseert om die reden om in de concept-nota meer aandacht aan preventie te besteden. De effecten van deze aanpak zullen immers een grote vertraging in de tijd hebben. Reactie: Preventie is zeer belangrijk om het beroep op hulp te verminderen. De focus van de nota ligt nu met name op het stellen van kaders voor de nieuwe taken. Dit is wat de eerste prioriteit heeft. Immers op 1 januari 2015 moeten we klaar zijn om de nieuwe taken uit te voeren. In het op te zetten sociaal team Oegstgeest zal preventie een prominente rol hebben. In de communicatie die wij rond de nieuwe Wmo en de andere decentralisatie in de komende periode doen zal ook preventie aan de orde komen. Conclusie: Natuurlijk is preventie noodzakelijk en heeft het onze bijzondere aandacht. Het opstellen van een apart hoofdstuk voegt niets toe aan de intentie die wij al hebben en binnen de uitvoering nu al staand beleid is (bijv. ouderenadviseurs, GGD, CJG). Op paragraaf 2.3 van de Coalitieagenda wordt preventie als apart aandacht thema genoemd. Onderscheid beschikbaarheid en bekostiging In de concept-nota wordt onderscheid gemaakt naar de voorzieningen die onder de Wmo zullen vallen en de vergoeding, respectievelijk de eigen bijdragen die daarvoor in rekening gebracht kunnen worden. Ons advies is hier nog meer duidelijkheid over te geven, met name waar het gaat om voorzieningen die mogelijk wel bekostigd kunnen worden door de burger, maar waarvoor deze de regiefunctie ontbeert. Naar verwachting zal deze groep namelijk toenemen als burgers langer thuis wonen. Neem daartoe een tabel op waarin onderscheid gemaakt wordt tussen het al dan niet leveren van voorzieningen en het al dan niet in rekening brengen van een eigen bijdrage.
5.6 eigen bijdrage… opgelegd afhankelijk van de financiële draagkracht van de aanvrager…. Het voeren van inkomenspolitiek door gemeenten in het kader van de WMO is niet toegestaan. (Zie de uitspraken van de centrale raad van Beroep (CRvB) van 19 december 2011 (ECLI:NL:CRVB:2011:BU7263) en van 18 januari 2012 (ECLI:NL:CRVB:2012:BV1309) De Wmo-adviesraad adviseert daarom om duidelijk aan te geven dat dit ook niet de intentie is van de gemeente.
Reactie: In deze nota worden de kaders gesteld. In de uitwerking (verordening) zal pas duidelijkheid ontstaan voor welke voorzieningen eventueel eigen bijdragen worden gevraagd. In de Coalitieagenda staat: ‘Voor zover het vragen van een eigen bijdrage is toegestaan , zal hier, afhankelijk van de financiële consequenties, terughoudend mee worden omgegaan. Conclusie: Pas nadat de raad de kaders heeft gesteld kan hier meer duidelijkheid over worden gegeven. Nu is dat nog niet te overzien. In hoofdstuk 5.6 van het Beleidsplan Wmo staat dat zal worden ingezet op de financiële draagkracht van de cliënt. Maatwerk en individuele omstandigheden zijn leidend bij de keukentafel gesprekken met de cliënt. Eerdere inkleuring financiële tabel In de concept-nota wordt aangegeven dat de informatie over het financieel beslag vanuit de zorgaanbieders mondjesmaat aangeleverd wordt en dat van rijkszijde de komende Meicirculaire belangrijk is voor het budgettaire beeld rond de Wmo. De Wmo–adviesraad is positief over de inkleuring die nu al wordt gegeven met het aantal gebruikers bij de diverse maatregelen. Ons advies is, ook bij ontbreken van de volledige informatie een start te maken met het invullen van de budgettaire tabel in het format waarover wij in februari dit jaar naar aanleiding van de Visie nieuw sociaal domein Oegstgeest hebben geadviseerd. Tevens adviseren wij een inschatting te maken van de omvang van de mogelijkheid en eventuele noodzaak om de eigen bijdrage te benutten op basis van de AMvB die door het rijk zal worden geslagen. Tot slot bevelen wij aan op basis van deze gegevens te komen tot een definitieve doelstelling over de bezuinigingen, rekening houdend met een (naar verwachting) tijdelijk oplopen de omvang van de aanvragen in het transitiejaar. Reactie: Dit wordt in de verdere uitwerking meegenomen. In de toelichting op de tabel op pagina 34 van het Beleidsplan wordt aangegeven hoeveel inkomsten uit eigen bijdragen zijn ontvangen. Het breder toepassen van een eigen bijdrage betekent niet per definitie dat er minder wordt uitgegeven. Conclusie: Na vaststelling van de nota en het bekend worden van de exacte financiële middelen (meicirculaire), zullen wij de verdere inkleuring vorm gaan geven. Inventarisatie publiek gefinancierd vastgoed De adviesraad heeft eveneens in februari dit jaar naar aanleiding van de Visie nieuw sociaal domein Oegstgeest geadviseerd om het publiek gefinancierd vastgoed te bezien op mogelijke nieuwe functies en combinaties, met name met het oog op activiteiten, ondersteuning en zorg voor diegenen die langer thuis zullen gaan wonen, maar ook voor de grote doelgroep van nu al eenzame ouderen. Extra actueel zijn hierbij de reeds gestarte ontwikkelingen rond de functiewijziging van de verzorgingstehuizen en van het gemeentecentrum. Wij adviseren de gemeente hierover in nauw overleg met de besturen van deze organisaties tot een alomvattend plan te komen om te voorkomen dat deze locaties op de commerciële markt terecht komen terwijl zij een positieve functie zouden
kunnen hebben in het sociaal domein. Reactie: In de dorpsagenda 2014-2018 van de nieuwe coalitie is dit als actiepunt opgenomen. Conclusie: In de uitwerking van dit onderdeel van de dorpsagenda zullen wij de Wmo-adviesraad betrekken. Omgang met extra kosten van PGB's In de concept-nota worden de mogelijkheden om een PGB te verstrekken geduid conform dat is bepaald in het ontwerp van de Wmo. Dit betreft rijksbeleid en niet de gemeentelijke beleidsvrijheid. In de concept-nota is het voornemen opgenomen hier ruim mee om te gaan. Ons advies is hierbij rekening te houden met de uitvoeringslasten. Het beoordelen, verstrekken en controleren van PGB’s brengt extra kosten met zich mee. Deze zullen meegewogen moeten worden bij de beslissing en wellicht bij de hoogte van een PGB. Reactie: Bij de verdere uitwerking hiervan in sub-regio-verband zullen wij dit meenemen. Het beheer e.d. van de PGB’s zal worden gedaan door de SVB. Op welke wijze dit zal moeten worden bekostigd is nog niet helder. Conclusie: Een kosten-batenanalyse in deze is altijd zinvol, doch in de visie is vastgelegd dat eigen kracht en eigen verantwoordelijk van de inwoner in een mogelijke voorziening het uitgangspunt is. In de uitwerking van de PGB’s zal dit dus een afweging zijn. Regionale samenwerking en rechtsgelijkheid In de concept-nota wordt op het punt van de regionale samenwerking als uitgangspunt gehanteerd ' lokaal wat kan en regionaal doen wat moet en loont'. Ons advies is ook hierbij (het gevoel van) rechtsgelijkheid voor de burger te betrekken, zoals dat in de memorie van toelichting van het ontwerp van wet is opgenomen. Dat betekent: Het regionaal afstemmen van de lijst van algemeen gebruikelijke voorzieningen. Het regionaal afstemmen van de wijze waarop de AMvB van eigen bijdragen zal worden gevolgd. Klachtenbehandeling en de mogelijkheid van bezwaar en beroep (5.4) In de concept-nota wordt ingegaan op de klachtenbehandeling. Met weinig woorden wordt de mogelijkheid van bezwaar of beroep beschreven. Ons advies is om meer aandacht te geven aan de mogelijkheid om bezwaar en beroep in te dienen tegen een negatieve beschikking. Door de keukentafel gesprekken kan de rechtsbescherming van de niet mondige burger in gedrang komen. De burger moet er op gewezen worden dat, wanneer de door hem gewenste voorziening wordt afgewezen, een negatieve beschikking wordt afgegeven waartegen hij bezwaar en beroep kan indienen.
Reactie: Er wordt sub-regionaal afgestemd, doch de afweging blijft een lokale aangelegenheid. Dat er daarbij zowel positief als negatief verschillen kunnen optreden in de voorzieningen tussen de onderlinge gemeenten is niet te vermijden en ligt ten grondslag aan de Wmo. Conclusie: In de voorbereiding wordt op sub-regionaal samengewerkt. Maar de uitvoering van de Wmo is en blijft een lokale aangelegenheid. Het is niet voor niets dat bij het gemeentebestuur de opdracht ligt om in de gemeente te zorgen voor de maatschappelijke ondersteuning en bevordering van een
goede toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een handicap en de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen. De gemeente heeft daarbij de opdracht om te bevorderen dat burgers zo lang mogelijk in de eigen omgeving kunnen blijven wonen.
Aanvullende vragen/opmerkingen 3.2 Individuele begeleiding Er wordt een voorbeeld genoemd… bijv. het overnemen van persoonlijke verzorging van jongeren met een verstandelijke beperking. Dit klopt niet. Overname is de functie persoonlijke verzorging en gaat naar de zorgverzekeraar. Persoonlijke verzorging die onder de begeleiding valt is AANSTURING. geen overname. Persoonlijke verzorging “met de handen op de rug”. In de AWBZ gaat Begeleiding groep voor op Begeleiding individueel waar het gaat om structuur. Daarnaast is er, met betrekking tot de structuur, samenhang met de functies persoonlijke verzorging en verpleging.
Reactie: Deze opmerking is correct. Conclusie: Wij stellen voor deze aanpassing als volgt door te voeren in het originele document: Originele tekst: Bijvoorbeeld het overnemen van persoonlijke verzorging van jongeren met een verstandelijke beperking; Tekstvoorstel: Bijvoorbeeld het faciliteren van jongeren met een verstandelijke beperking en hen stimuleren naar zelfstandigheid in de persoonlijke verzorging.
Namens de Wmo-adviesraad van Oegstgeest,
Jan Nieuwenhuis, voorzitter
Adry Lodder, secretaris