ADDENDUM Waarborg voor een gezonde Saarlooswolfhond
Dit is het addendum behorend bij het plan van aanpak van de Algemene Vereniging voor Liefhebbers van Saarlooswolfhonden ‘Waarborg voor een gezonde Saarlooswolfhond’ . Dit plan is gebaseerd op 2 pijlers: 1.
Outcross met geselecteerde look-a-likes (stamboomloze honden). De AVLS wil look-a-likes die in redelijke mate voldoen aan de rasstandaard, selecteren voor de outcross en de nakomelingen laten in schrijven in de hulpboeken van het NHSB stamboek. De selectiecommissie van de AVLS keurt deze honden aan. De look-a-likes die gesuggereerd werden door onze leden/fokkers, maar waarover de selectiecommissie nog geen advies en het bestuur nog geen besluit heeft genomen zijn: • Northern Inuït, Tamaskan, Utanogan, Maxdorfer Wolfhond en Lycanis Wolfshund.
2.
Outcross met door de RvB/FCI erkende hondenrassen. In overleg met de leden/fokkers werden de volgende suggesties gedaan voor de in te kruisen rassen, maar waarover de selectiecommissie nog geen advies en het bestuur nog geen besluit heeft genomen: •
Witte Herder, Oud Duitse Herder, Tsjechoslowaakse Wolfhond, kortharige windhonden (bv. Sloughi, Greyhound, Galgo of Podenco Ibicenco), Siberische Laika en Shiloh Shepard.
Aan de orde kwam ook de inzet van wolven vanwege het mooie uiterlijk, terug naar de (Europese) oorsprong en de genenvariëteit. Hiertegen pleitte het veelal te schuwe karakter van de wolf. Bovendien zijn ze erg lastig in normale maatschappelijke omstandigheden te houden en daardoor ongeschikt voor veel mensen, nog afgezien of het wettelijk in Nederland is toegestaan. De mogelijkheid wederom een wolf in te kruisen werd daarom als niet realistisch beoordeeld. Beschrijving Druppelmethode. De outcross zal plaatsvinden volgens de druppelmethode waardoor het plan over ca. 10 à 12 jaren zal worden verspreid. Hierdoor kunnen de effecten op de lange termijn betreffende exterieur en karakter goed worden beoordeeld en kan er worden ingegrepen indien nodig. Uitgangspunt bij de druppelmethode is het gedoseerd inkruisen van reuen. Op basis van de cijfers van de afgelopen vijf jaren mogen we stellen dat onze fokkers gemiddeld 8 à 10 nesten per jaar fokken. Wij willen de komende 10 à 12 jaar om de 15 à 20 nesten een andere reu inkruisen. Er wordt ieder jaar geëvalueerd en beslist of invoer van nieuw bloed noodzakelijk is. De in te zetten honden voor de outcross moeten allen voldoen aan het VRF van de AVLS (zie verder) en onderzocht zijn op de bij het ras van keuze voorkomende afwijkingen. Bij de look-a-likes zal dat laatste niet mogelijk zijn. Desondanks moeten look-a-like reuen voldoen aan het VFR van de AVLS. Alle reuen moeten bij voorkeur bewezen hebben goed te vererven. Zij worden gekoppeld aan raszuivere Saarlooswolfhondenteven. Reuen van een ander ras (dan wel look-a-likes) worden in het outcrossprogramma slechts eenmaal ingezet.
1
ADDENDUM Waarborg voor een gezonde Saarlooswolfhond
Uit de nakomelingen van de combinaties worden door de selectiecommissie ten hoogste 2 honden gekozen waarmee verder wordt gefokt. De selectie vindt plaats op de leeftijd van ca. 18 maanden, nadat de honden alle gezondheidsonderzoeken hebben ondergaan (weer volgens het VFR van de AVLS). Deze nakomelingen worden ook weer gekoppeld aan raszuivere Saarlooswolfhonden. Om de gezondheidsrisico ’s te beheersen en het rastype te bewaken wordt met de F1, F2 en F3 generaties alleen gefokt na een positief fokadvies van de selectiecommissie en een besluit van het bestuur van de AVLS. Procedure in te kruisen rassen. De AVLS vertegenwoordigt de belangen van het ras en kan het best de voors- en tegens van het in de kruisen rassen beoordelen. Het bestuur overlegt een en ander in voortdurende afweging met de selectiecommissie. De overkoepelende branchevereniging Raad van Beheer toetst of er sprake is van een zorgvuldige en transparante procedure. Daarvan is naar onze mening sprake in het ingediende plan. In het plan van aanpak staat de procedure uitgebreid beschreven hoe de AVLS tot een zorgvuldige afweging wil komen om een bepaald ras/dekreu/look-a-like te selecteren. 1. De leden/fokkers doen suggesties voor de rassen. 2. Overleg met de leden/fokkers waarin de voor- en nadelen besproken worden. 3. De selectiecommissie onderzoekt de mogelijkheden en geeft advies aan het bestuur van de AVLS. 4. Het bestuur van de AVLS beslist, meldt de beslissing aan de Raad van Beheer en legt verantwoording af aan de leden. Wij bevinden ons nu in de 2e fase. Onlangs heeft dit overleg plaatsgevonden en zijn alle voors- en tegens met onze leden/fokkers besproken. Dit overleg zal een vervolg krijgen zodra de selectiecommissie is benoemd. Het bestuur verwacht op korte termijn de commissie te benoemen, waarvan ook een gekwalificeerd keurmeester van de Saarloos Wolfhond deel zal uitmaken. Onderzoek dr. J.Windig. Het onderzoek van dr. J. Windig van Wageningen UR om de genetische verscheidenheid van de Saarloos Wolfhond op genniveau in kaart te brengen. (zie: ‘Waarborg voor een gezonde Saarlooswolfhond, ’ ‘Uitvoering op korte termijn,’ pagina 17, laatste alinea) Dit punt vervalt omdat Windig ons heeft laten weten voor dit onderzoek geen financiering te hebben gekregen.
Het bestuur.
2
ADDENDUM Waarborg voor een gezonde Saarlooswolfhond
Verenigingsfokreglement (VFR) voor het ras:
Saarloos Wolfhond van de
Algemene Vereniging voor Liefhebbers van Saarlooswolfhonden
3
ADDENDUM Waarborg voor een gezonde Saarlooswolfhond
1. ALGEMEEN 1.1. Dit reglement voor de Algemene Vereniging voor Liefhebbers van Saarlooswolfhonden, hierna te noemen de vereniging, beoogt bij te dragen aan de behartiging van de belangen van het ras Saarloos Wolfhond zoals deze zijn verwoord in de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging. Dit Verenigingsfokreglement (VFR) is goedgekeurd door de algemene ledenvergadering van de vereniging op 19 mei 2012. Inhoudelijke aanpassingen van het VFR kunnen uitsluitend plaatsvinden met instemming van de algemene ledenvergadering van de vereniging. 1.2. Dit Verenigingsfokreglement (VFR) geldt voor alle leden van de vereniging voor de Saarloos Wolfhond. 1.3. Het bestuur van de vereniging verplicht zich, de door de Algemene Vergadering van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vastgestelde wijzigingen van het Kynologisch Reglement (KR), die betrekking hebben op dit Verenigingsfokreglement, terstond hierin door te voeren. In tegenstelling tot het gestelde in artikel 1.1 behoeven deze wijzigingen niet de goedkeuring van de algemene ledenvergadering van de vereniging. Dit ontslaat de individuele fokker niet van de plicht, zelf op de hoogte te zijn en te blijven van recente wijzigingen in het KR, ook als het bestuur van de vereniging hier in gebreke blijft. 1.4. Voor wat betreft de omschrijving van de in dit VFR genoemde definities gelden de omschrijvingen zoals vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement en het Kynologisch Reglement van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. 1.5. Voor wat betreft de externe regelgeving gelden de regels zoals vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement en het Kynologisch Reglement van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. 1.6. Inschrijving van een nest in de Nederlandse stamboekhouding (NHSB) door de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vindt plaats conform de regels zoals vastgelegd in het Kynologisch Reglement. 2.
FOKREGELS Artikel VIII.2 KR in samenhang met regels van de vereniging. 2.1. Een teef mag niet worden gedekt door haar grootvader, haar vader, haar broer, haar zoon of haar kleinzoon. Pups, voortgekomen uit één van de genoemde combinaties, zullen niet in het NHSB worden ingeschreven (Artikel VIII.2 KR en Artikel III.14 lid 1l KR) Naast bovenstaande verwantschappen zijn ook de volgende combinaties niet toegestaan: • Een teef mag niet worden gedekt door haar halfbroer. 2.2. Herhaalcombinaties:
4
ADDENDUM Waarborg voor een gezonde Saarlooswolfhond
Dezelfde oudercombinatie mag worden toegepast als het gespeende nest uit slechts 1 of 2 pups bestaat. In dat geval kan de fokker maximaal eenmaal een herhaling van deze oudercombinatie toepassen. Als na 4 jaar blijkt dat er met geen enkele nakomeling uit een nest is gefokt, kan de fokker besluiten tot een herhalingscombinatie over te gaan. 2.3. Minimum leeftijd reu: De minimale leeftijd van de reu op de dag van de dekking moet tenminste 24 maanden zijn. 2.4. Aantal dekkingen: Een reu mag maximaal 4 nesten voortbrengen met een maximum van 1 nest per kalenderjaar met een tussenpozen van 11 maanden. Als geslaagde dekking geldt een dekking waaruit minimaal één levende pup is voortgekomen en ingeschreven in het NHSB. NB 1: In bijzondere omstandigheden zal een nest niet worden ingeschreven in het NHSB (artikel III.14 KR). Ook dan wordt uitgegaan van een geslaagde dekking. NB 2: Indien sperma wordt gebruikt van de reu voor kunstmatige inseminatie (KI), telt dit mee als een ‘dekking ’. 2.5. Cryptorchide en monorchide: cryptorchide of monorchide reuen zijn uitgesloten van de fokkerij. 2.6. Gebruik buitenlandse dekreuen: Wanneer een lid van de vereniging voor een dekking een niet in Nederlands eigendom zijnde reu, welke wel staat ingeschreven in een door de FCI erkende stamboekhouding, wil gebruiken dan dient deze bij voorkeur te voldoen aan de gezondheidseisen zoals deze door de vereniging gesteld worden. Daar nog niet elk land dezelfde regels en/of normen hanteert, dient de buitenlandse reu minimaal aan de volgende voorwaarden te voldoen: a. De reu moet zijn ingeschreven in een buitenlands stamboek van een FCI land, of een land dat door de FCI is erkend, conform het gestelde in artikel III.21 lid 2 KR; b. De uitslag van de in het betreffende land uitgevoerde gezondheidsonderzoeken en de kwaliteit van het onderzoek dienen vergelijkbaar te zijn met de onderzoeken zoals deze door de vereniging in dit VFR zijn opgenomen. 2.7. Kunstmatige inseminatie (sperma van levende en/of overleden dekreuen): als een fokker voor een dekking het sperma gebruikt van een nog in leven zijnde/of overleden dekreu, dan gelden voor deze dekking de regels van dit Verenigingsfokreglement alsof het een natuurlijke dekking van de dekreu betreft. 3.
WELZIJNSREGELS (Artikel VIII.1 KR) 3.1. Een teef mag niet worden gedekt vóór de dag waarop zij de leeftijd van 24 maanden heeft bereikt.
5
ADDENDUM Waarborg voor een gezonde Saarlooswolfhond
3.2. Een teef, waaruit niet eerder pups zijn geboren, mag niet worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 72 maanden heeft bereikt. 3.3. Een teef, waaruit eerder pups zijn geboren, mag niet meer worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 96 maanden heeft bereikt. 3.4. Een teef mag niet meer worden gedekt na de dag waarop haar vierde nest is geboren. 3.5. Een teef mag niet worden gedekt binnen 10 maanden na de dag van een dekking voor een vorig nest van die teef. 3.6. Een teef mag niet worden gedekt binnen 24 maanden na de dag van de dekking voor een voorvorig nest van die teef. 3.7. Indien de geboorte van het nest voor de 2e maal operatief, door middel van een keizersnede (Sectio Caesarea) heeft plaatsgevonden, wordt de teef niet meer voor de fokkerij ingezet. 3.8. De dekkingen hebben een natuurlijk verloop. Kunstmatige inseminatie kan in uitzonderingsgevallen worden toegepast. Dit wordt door de fokker, met redenen omkleed, gemeld bij de vereniging. De vereniging zal melding maken van de reden(en) waarom de fokker in dit geval bij uitzondering gekozen heeft voor kunstmatige inseminatie. 3.9. Als de fokker dit wenst, kan hij de vereniging om advies vragen bij het maken van een keuze voor een dekreu. De vereniging zal de fokker dan zo informeren dat hij in staat is zelf zijn keuze voor een reu en een reservereu te maken. De fokker is zelf verantwoordelijk voor de partnerkeuze voor zijn teef, voor het nest dat daaruit voortkomt en voor de aflevering van de pups. 3.10. Als de fokker een keuze heeft gemaakt voor een dekreu en een reservereu, kan de vereniging aan de hand van een populatieanalyse nagaan of de voorgestelde fokcombinatie(s) geen te hoog risico oplevert voor de pups met betrekking tot erfelijke afwijkingen die voor de gezondheid en/of het welzijn bedreigend kunnen zijn. De vereniging kan in voorkomende gevallen zich laten adviseren door deskundigen. 3.11
Van beide ouderdieren zal door de eigenaren een bloedmonster worden afgenomen voor DNA opslag in de databank van de vereniging of een wangslijmmonster volgens de richtlijnen van de Raad van Beheer om het DNA profiel te bepalen.
3.12. Drachtige teven bevallen in principe in de huiselijke kring bij de fokker. Ter advisering en oriëntatie zullen leden van het bestuur in overleg met de fokker het nest bezoeken of iemand die door het bestuur hiertoe is aangewezen. De fokker verleent dan toegang tot het nest. 4.
GEZONDHEIDSREGELS 4.1.
6
Gezondheidsonderzoek (screening) ouderdieren: preventieve screening van ouderdieren moet, als het gaat om: HD onderzoek, ED onderzoek,
ADDENDUM Waarborg voor een gezonde Saarlooswolfhond
oogonderzoek en doofheidonderzoek, plaatsvinden door deskundigen die erkend zijn door de Raad van Beheer conform de door de Raad van Beheer voor deze onderzoeken opgestelde en/of goedgekeurde onderzoeksprotocollen. 4.2.
Verplicht screeningsonderzoek. Op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn de volgende gezondheidsproblemen binnen het ras vastgesteld en moeten de ouderdieren vóór de dekking worden onderzocht op: •
Heupdysplasie. Beide ouderdieren zijn op heupdysplasie (HD) onderzocht. Dit onderzoek vindt plaats nadat de ouderdieren minstens 16 maanden oud zijn en wordt verricht door een door de Raad van Beheer daartoe aangewezen instantie of dierenarts of, voor in het buitenland geregistreerde honden, een door de F.C.I. erkende instantie of dierenarts. De uitslag van dit onderzoek is voor de dekking bekend.
•
Erfelijke oogafwijkingen. Beide ouderdieren dienen ten hoogste 12 maanden vóór de dekking onderzocht te zijn op het voorkomen van erfelijke oogafwijkingen. De honden zijn voor dit oogonderzoek minimaal 22 maanden oud. Voor ouderdieren die voor de dekking jonger zijn dan 4 jaar, geldt dat dit oogonderzoek ten hoogste 6 maanden voor de dekking moet hebben plaatsgevonden totdat een gentest is gevonden. Bij nesten van honden waarvan bij een van de ouderdieren Distichiasis is geconstateerd, wordt door de fokker met de pupkopers vastgelegd, dat de nakomelingen minimaal 1 maal in hun leven onderzocht worden door een E.C.V.O. erkend oogspecialist om meer inzicht te verkrijgen op welke wijze Distichiasis bij de Saarloos Wolfhond vererft. Fokdieren die in een eerder nest PRA lijders hebben voortgebracht of lijders aan de erfelijke vorm van cataract, waardoor is bewezen dat zij het PRA gen of het gen van erfelijke cataract dragen, worden niet onderling gecombineerd. Nakomelingen van later bekend geworden PRA lijders of lijders aan de erfelijke vorm van cataract worden niet vóór het bereiken van de leeftijd van 36 maanden voor de fokkerij ingezet en ondergaan op een minimale leeftijd van 34 maanden een oogonderzoek.
•
•
7
Hypofysaire dwerggroei: Ten aanzien van hypofysaire dwerggroei worden beide ouderdieren getest op het gen. Voorafgaand aan de dekking is de uitslag van minimaal een van de fokdieren bekend. Indien een van de fokdieren drager is, zal het uitsluitend worden gepaard aan een fokdier dat vrij is van deze erfelijke afwijking. Van de testresultaten krijgt de vereniging een afschrift. Degeneratieve Myelopathie: Ten aanzien van Degeneratieve Myelopathie (DM) worden beide ouderdieren getest op het gen. Voorafgaand aan de dekking is de uitslag van minimaal een van de
ADDENDUM Waarborg voor een gezonde Saarlooswolfhond
fokdieren bekend. Indien dit fokdier drager of lijder is, zal het uitsluitendworden gepaard aan een fokdier dat vrij is van deze erfelijke afwijking. Van de testresultaten krijgt de vereniging een afschrift. De gezondheidsuitslagen van de ouderdieren worden door de vereniging gepubliceerd.
5.
6.
7.
4.3.
Aandoeningen: met honden die lijden aan een of meer van onderstaande aandoeningen mag niet worden gefokt. • Honden die (al dan niet voorlopig) “niet vrij" zijn van erfelijke oogafwijkingen worden uitgesloten van de fokkerij. • Alleen Saarlooswolfhonden met een HD beoordeling HD-A en HD-B (voorheen HD - en HD tc) worden voor de fokkerij ingezet. • Honden met een knikstaart worden uitgesloten van de fokkerij.
4.4.
Diskwalificerende fouten: met honden met één of meer van onderstaande diskwalificerende fouten (volgens de rasstandaard) mag niet worden gefokt. • cryptorchide of monorchide reuen • agressieve honden • andere dan in de rasstandaard genoemde vachtkleuren
GEDRAGSREGELS 5.1.
Karaktereisen: beide ouderdieren moeten voldoen aan de karaktereisen zoals die in de rasstandaard zijn beschreven.
5.2.
Beide ouderdieren zijn geestelijk goed uitgebalanceerd. Met dieren die agressief, overmatig angstig of nerveus gedrag vertonen, wordt niet gefokt. Dit ter beoordeling van de fokker.
WERKGESCHIKTHEID 6.1.
Voor dit ras is een verplichte werkgeschiktheidtest niet van toepassing
6.2.
Kwalificatie: Deelname aan exposities is niet verplicht.
6.3.
Fokgeschiktheidskeuring: niet van toepassing.
DEKAANGIFTE 7.1.
8
De fokker, lid van de AVLS, kan gebruik maken van de mogelijkheid de dekaangifte te vermelden op de website van de vereniging. De fokker meldt dan de dekking aan het secretariaat van de AVLS. Bij deze dekmelding wordt van beide ouderdieren een kopie opgestuurd van het door de E.C.V.O. afgegeven onderzoeksformulier, het HD onderzoek, het dwerggen onderzoek, het DM onderzoek, de bloedopslag in de databank en/of bewijs van het DNA profiel van de Raad van Beheer in de databank.
ADDENDUM Waarborg voor een gezonde Saarlooswolfhond
8.
7.2.
De fokker meldt de geboorte binnen 7 dagen schriftelijk aan het secretariaat van de vereniging door middel van een kopie van het geboorteaangifteformulier van de Raad van Beheer.
7.3.
De melding van de geboorte is vergezeld van een opgave van eventueel doodgeboren pups en direct geconstateerde afwijkingen. Later geconstateerde afwijkingen of sterfgevallen worden bij het nestbezoek door de vereniging of binnen 7 weken na de geboorte schriftelijk aan het secretariaat van de vereniging gemeld. Nestbezoek door de vereniging vindt plaats in overleg met de fokker.
REGELS AFGIFTE PUPS, WELZIJN PUPS 8.1.
Ontwormen en enten: de fokker draagt zorg voor het deugdelijk ontwormen en inenten van de pups volgens gangbare veterinaire inzichten en voor een volledig door de dierenarts ingevuld en ondertekend Paspoort voor Gezelschapsdieren. De pups dienen bij aflevering adequaat ontwormd te zijn en zij dienen voorzien te zijn van een unieke ID transponder.
8.2.
Aflevering pups: de pups mogen niet eerder worden afgeleverd dan op de leeftijd van 7 weken. Tussen de eerste enting en de overdracht aan de nieuwe eigenaar moeten minimaal 7 dagen zitten.
8.3.
De fokker zorgt voor een volledig door de dierenarts ingevuld inentingsboekje bestemd voor de pupkoper. Hij zal bevorderen dat DNA monsters van de pups voor DNA opslag ten behoeve van de databank van de vereniging worden afgenomen. Dit kan door de fokker zelf of na afgifte van de pups door de nieuwe eigenaren gebeuren. In het laatste geval zal de fokker de daarvoor benodigde papieren aan de nieuwe eigenaar meegeven. De pups groeien op bij de fokker in huiselijke kring en worden goed gesocialiseerd.
8.4.
9. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
9
9.1.
Dit reglement is niet van toepassing op nesten die geboren worden uit een teef gedekt op of voor de dag waarop dit reglement in werking treedt.
9.2.
Gezondheidsuitslagen, exterieur-, gedrags- en/of werkkwalificaties die zijn afgegeven en/of voor de inwerkingtreding van dit reglement hebben plaatsgevonden, worden geacht onder de werking van dit reglement te zijn inbegrepen.
9.3.
De fokker kan ten aanzien van kunstmatige inseminatie, HD uitslagen en exterieureisen, bij uitzondering en in gevallen waar dit wenselijk en nodig is, afwijken van het bepaalde in dit fokreglement. De vereniging zal in al deze gevallen melding maken van de reden(en) waarom de fokker heeft gekozen een uitzondering te maken. Indien het nest niet voldoet aan het fokreglement, zal de vereniging dit op de website melden.
ADDENDUM Waarborg voor een gezonde Saarlooswolfhond
10
INWERKINGTREDING 10.1. Dit Verenigingsfokreglement treedt in werking op 1 mei 2013, nadat het reglement is goedgekeurd door het bestuur van de Raad van Beheer conform de artikelen 10 HR en VIII. 5+ 6 KR.
Aldus vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering van de Algemene Vereniging voor Liefhebbers van Saarlooswolfhonden op 19 mei 2012.
De voorzitter, Jan Dirkzwager
10
De Secretaris, Jacqueline van Koesveld