Agenda voor een gezonde samenleving 1
Coördinatie:
Joyce de Goede
Tekst en productie: Sigrid van Iersel, Verhaallijnen Vormgeving:
De Code, ’s-Hertogenbosch
Fotografie:
Karin de Vries
Drukker:
GTV, Oosterhout
Redactie: Ike Kroesbergen (programmamanager), Karien van den Bergh, Gerrie van den Broek, Joyce de Goede Eindredactie: Marnie van Dinther, van Dinther Communicatie Uitgave: Programma Lokaal Gezondheidsbeleid,
Colofon
GGD West-Brabant, 2012 Auteursrechten Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is overgenomen, aanvaarden redactie en auteur geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich aanbevolen. Alle rechten voorbehouden. Gegevens uit deze publicatie mogen uitsluitend met toestemming van GGD West-Brabant worden overgenomen. GGD West-Brabant Postbus 3024 5003 DA Tilburg T 076 - 528 20 00 F 076 - 521 60 62 E
[email protected] I www.ggdwestbrabant.nl
2
Samen voor een gezonde toekomst Gezonde mensen kunnen leren, werken, voor elkaar zorgen….. Kortom: deelnemen aan de samenleving. Samen met de gemeenten werkt de GGD aan een duurzaam gezonde toekomst voor álle inwoners van West-Brabant. In deze ´Agenda voor een gezonde samenleving´ schetsen wij u negen gezondheidsverhalen. Verhalen die gaan over de belangrijkste uitdagingen voor het lokale gezondheidsbeleid in de komende jaren in West-Brabant. GGD-professionals vertellen u samen met enkele belangrijke partners hun verhaal. Epidemiologische cijfers, kennis, onderzoeksgegevens, ervaringen en beelden onderbouwen het belang van de negen thema´s. U kunt meer vinden over de gezondheid in West-Brabant op www.regionaalkompas.nl. Om een duurzaam gezonde toekomst te bereiken, hebben we een lange adem nodig. Daarvoor zullen we anders moeten gaan werken. Gezondheid dient een vanzelfsprekende invalshoek te zijn bij activiteiten op andere gemeentelijke beleidsterreinen. Samenwerken met andere beleidssectoren, met ketenpartners én met private partijen, leidt tot meer effect. Ook burgers zelf spelen een belangrijke rol. Met eigen kracht, verantwoordelijkheid, weerbaarheid en basisvaardigheden kunnen zij gezonde keuzes maken. Een gezonde gemeente werkt aan een duurzaam gezonde toekomst van haar burgers en zet daarvoor slimme samenwerking en burgerkracht in als instrumenten. Bij ons kunt u terecht voor advies en de uitvoering van activiteiten. Laten we er samen de schouders onder zetten. Sámen voor een gezonde toekomst, óók die van onze kleinkinderen. Ad Houtman, directeur Publieke Gezondheid
3
4
inhoudsopgave Elk kind doet mee!
6
Paraat!
30
In beweging
10
Seks met gevoel en verstand
34
De wereld wordt steeds kleiner
14
Binnen boord
38
Think before you drink
18
Vergelijk uw gemeente
42
De wijkwandeling
22
Academische werkplaatsen
45
Grijs en wijs
26
Bronnenoverzicht 46
5
Elk kind doet mee! In multiprobleemgezinnen komen veel verschillende hulpverleners over de vloer, wat de hulp vaak nodeloos ingewikkeld maakt. Hoe kan dit anders? GGD West-Brabant stimuleert deze gezinnen het heft in eigen handen te nemen met inschakeling van hun persoonlijke netwerk. Twee tot vijf procent van de kinderen groeit op in
Inspiratiebron
multiprobleemgezinnen. Deze kinderen worden met
De grote inspiratiebron voor Silvia is de aanpak van
veel problemen geconfronteerd. Dat is van invloed op
zorgorganisatie MEE Brabant-Noord, die Sociale
hun gezondheid nu en in de toekomst.
NetwerkStrategieën inzet bij hulp aan verstandelijk
“De gezinnen worstelen met problemen als opvoeding,
gehandicapten. GGD West-Brabant werkt samen met
schulden en relatiekwesties”, zegt jeugdarts Silvia
MEE Brabant-Noord, net als met andere ketenpartners.
Zandvoort van GGD West-Brabant. “Het gevolg is dat er
Het sociale netwerk van een cliënt bestaat uit
talrijke hulpverleners over de vloer komen.”
familieleden, vrienden en buren, maar ook collega’s of de trainer van de sportclub.
Silvia is ketencoördinator voor multiprobleemgezinnen in Oosterhout. “In de praktijk blijkt dat een gezin het
Hafida Belhaddad, gezinsmanager in Oosterhout
aanbod vaak niet goed kan overzien. Ze weten niet
Partner bij de aanpak van multiprobleemgezinnen
wie wat doet en er is vaak veel overlap. Hulpverleners nemen bovendien veel uit handen, terwijl ouders veel
‘We leveren haute couture’
zelf kunnen doen.”
“Een van mijn cliënten is een alleenstaande moeder met vier kinderen. Ze solliciteerde vanuit haar uitkering op een interessante baan, maar had geen vervoer voor het gesprek. Op zo’n cruciaal moment moet je alles uit je handen
Silvia denkt dat het ook anders kan: door de inzet
laten vallen. Ik heb haar in de auto gezet. Na afloop vertelde ze huilend aan de telefoon dat ze is aangenomen.
van de eigen kracht van deze gezinnen. De cliënt is
Gezinsmanagement is haute couture, zeg ik wel eens. Maatwerk op het juiste moment.
niet alleen eigenaar van zijn problemen, maar ook
Via het Centrum voor Jeugd en Gezin ga ik aan de slag in multiprobleemgezinnen waar veel hulpverleners bij
van zijn oplossingen. Die zijn vaak krachtiger en
betrokken zijn. Ze hebben allereerst stabiliteit nodig. Ook moeten ze zelf in actie komen. Mijn rol is om een helpende
duurzamer als mensen die op eigen kracht bedenken
hand te bieden. Wanneer de problemen op verschillende leefgebieden worden opgepakt, geeft dit weer moed.
en uitvoeren. “ Familie en vrienden zijn langduriger
Als ze resultaat zien van hun eigen inspanningen kan ik ook de rest van het hulptraject sneller en beter inzetten.
met elkaar verbonden en staan dichter bij de cliënt dan
We leven in een wereld met een ieder-voor-zich-mentaliteit, maar in je eentje red je het niet. We gaan weer terug
hulpverleners.”
naar vroeger, toen je ook je broer of buurvrouw vroeg om even bij te springen. We proberen creatief te zijn. Wat kan er wel? Als je een probleem van verschillende invalshoeken bekijkt, zie je altijd weer een lichtpuntje.”
6
Hafida Belhaddad en Silvia Zandvoort (r): “Mínder, maar wel bétere zorg voor gezinnen met veel problemen.”
“Als je het op een bepaalde manier aanpakt blijkt de omgeving wel degelijk ondersteuning te willen bieden”, is de ervaring van Silvia. “Wie zou je op je verjaardag uitnodigen? De beantwoording van deze vraag geeft vaak helder inzicht wie je tot je sociale netwerk rekent. Mensen in je eigen omgeving kunnen een positieve rol spelen als bemiddelaar. Soms willen ouders eerder hun gedrag veranderen als iemand uit hun eigen netwerk dat zegt.”
Voelsprieten in de wijk Bij de aanpak van Sociale NetwerkStrategieën gaat de hulpverlener met het gezin, vrienden, familie en kennissen rond de tafel zitten. Wat heeft een gezin precies nodig? Wie kan daarbij ondersteunen? Dat betekent dus een andere rol voor de professional: minder zelf doen, meer coaching. Ook verschuift het accent van probleembestrijding naar preventie. “Daarvoor hebben we voelsprieten in de wijk nodig, dicht bij de burger”, zegt Silvia. De gemeente heeft een sturende rol om deze uitgekiende samenwerking tussen professionals stevig gestalte te geven. “Op deze manier geven we mínder, maar wel bétere en juíste zorg. Met hulp van de gemeenten kunnen we deze aanpak als een olievlek over de hele regio uitspreiden.”
7
Elk kind doet mee! Gezondheidsbedreiging(en) voor het kind bij wie bemoeizorg is gestart
1
Bergen op Zoom
Drimmelen
Etten-Leur
Halderberge
Land van Heusden en Altena
Oosterhout
Roosendaal
Werkendam
2011
2008
2009
2009
2008
2009
2010
2010
Aantal kinderen
59
16
9
33
31
58
156
25
Verstoord sociaal gedrag (%)
68
69
100
52
87
84
53
96
Opvoedings problemen (%)
73
38
11
70
65
59
73
88
Ontwikkelings achterstand (%)
42
38
44
64
52
47
47
68
Lichamelijke problemen (%)
34
31
22
61
10
21
58
16
Jaartal rapport
Het gaat hier om rapportages uit gemeenten die het product Bemoeizorg in een bepaald jaar afnamen.
8
Met 95% van de gezinnen gaat het goed
Interventies voor probleemgezinnen
Gezondheidsbedreigingen in probleemgezinnen
In de meeste gezinnen in West-Brabant gaat het
Epidemioloog Carin Rots van GGD West-Brabant heeft
Heeft een kind een ontwikkelings-
goed.
vanuit de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid
achterstand of vertoont het
tot 7.500 kinderen, die in probleemgezinnen opgroeien.
Brabant twee praktische handleidingen gemaakt voor
afwijkend gedrag? Deze signalen
Deze gezinnen hebben problemen met de individuele
de jeugdhulpverlening om de ondersteuning van
zijn voor medewerkers van de
ontwikkeling van gezinsleden, het voeren van een
kwetsbare gezinnen in Nederland te verbeteren. Deze
jeugdgezondheidszorg de belangrijkste
huishouding, de maatschappelijke positie van het gezin,
handleidingen beschrijven hoe jeugdhulpverleners de
aanleidingen tot bemoeizorg. Deze
de opvoeding en de relatie tussen de (ex-)partners.
interventies ‘Armoede en gezondheid van kinderen’ en
zaken leveren namelijk risico’s op voor
Meestal hebben de gezinnen op al deze terreinen
‘Bemoeizorg voor gezinnen’ kunnen uitvoeren met een
sociale en lichamelijke problemen of
problemen.4
zo groot mogelijk resultaat.5,6
problemen bij de opvoeding.
2,3
Toch zijn er in West-Brabant naar schatting 3.000
Centrum voor Jeugd en Gezin Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is een herkenbaar en laagdrempelig inlooppunt in iedere gemeente. Hier kunnen (aanstaande) ouders, kinderen en jongeren tot 23 jaar terecht voor al hun vragen over opgroeien en opvoeden. Het CJG versterkt de eigen kracht van ouders en hun kinderen om tot een betere ontwikkeling van de jongere te komen. Preventie staat hierbij voorop. Lukt dat niet, dan volgt een snel en goed gecoördineerd advies op maat: één gezin, één plan. Zo stelt de Inspectie voor de Gezondheidszorg over gezinnen met geringe sociale redzaamheid: ‘Het is noodzakelijk dat er voor het gezin één integraal zorgplan en één aanspreekpunt komt’.7 GGD West-Brabant werkt hierin intensief samen met onder meer de thuiszorg, scholen, huisartsen, verloskundigen, het loket Werk en Inkomen en de veiligheidshuizen. De gemeente heeft de regie.
M@ZL Met het project M@ZL pakt GGD West-Brabant het ziekteverzuim aan op het vmbo. M@ZL staat voor Medische Advisering Zieke Leerling op het voortgezet onderwijs. “De centrale doelen van M@ZL zijn participatie, onderwijskansen en verkleining van gezondheidsverschillen”, stelt jeugdarts Yvonne Vanneste. Zij is projectleider en onderzoekt de effectiviteit van dit ziekteverzuimproject bij de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant van de Universiteit van Tilburg. Slimme samenwerking met andere partners is hierin belangrijk: de school signaleert, de jeugdarts adviseert en de leerplichtambtenaar handhaaft.
Voor meer informatie zie www.regionaalkompas.nl/west-brabant
9
In beweging Voorlichting over calorieën of aansporingen tot meer beweging zijn niet genoeg in de strijd tegen overgewicht. Wat beter helpt is een wijkgerichte aanpak om het bewoners zo gemakkelijk mogelijk te maken zich gezond te gedragen: appels op ooghoogte in de supermarkt en fietsveilige routes naar school.
Als functionaris Gezonde en Veilige Leefomgeving
Op de fiets naar school
zet Nancy de Crom van GGD West-Brabant zich in
Het belangrijkste wapen in de strijd tegen overgewicht
om kinderen gezonder te laten eten en meer te
is de gezamenlijke wijkaanpak en een eenduidige
laten bewegen. Steeds vaker gebeurt dat met een
aansprekende boodschap. In een JOGG-wijk vertellen
wijkgerichte aanpak, zoals in de Bredase wijk Heuvel.
gemeente, hulpverleners en alle andere partners
De gemeente Breda heeft zich hiervoor aangesloten bij
hetzelfde verhaal: méér bewegen, buiten spelen,
het landelijke programma Jongeren op Gezond Gewicht
meer groenten en fruit eten en elke dag ontbijten.
(JOGG). “In een wijk kun je heel gericht aan de slag”, zegt Nancy.
Willy van Oorschot, communicatiemanager van Royal Cosun Partner bij Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG) in Breda
Bij JOGG zijn alle partijen in een wijk betrokken, van bedrijfsleven tot onderwijs en van gezondheidszorg tot
‘Betutteling werkt niet’
gemeentebestuur. “Je merkt dat de meeste organisaties
“Royal Cosun verwerkt agrarische grondstoffen en levert onder meer de suikerproducten van Van Gilse en de frites van Aviko.
in zo’n wijk blij zijn dat het overgewichtprobleem
Als maatschappelijk betrokken producent van voedingsmiddelen kunnen en willen wij onze ogen niet sluiten voor het
gezamenlijk opgepakt gaat worden. Veel partijen geven
toenemende overgewicht. Als de balans tussen het innemen van calorieën en het verbruik ervan verstoord raakt, kan dat tot
aan iets te willen doen tegen overgewicht, maar samen
overgewicht leiden. Het JOGG-programma is een goed initiatief om vooral jongeren bewust te maken van hun leefstijl en hen
sta je sterker. Levensmiddelenbedrijven Perfetti Van
letterlijk in beweging te krijgen. Samen met onze partners ondersteunt Cosun dit van harte en is betrokken bij het programma in
Melle, Hero, Alpro en Royal Cosun doen drie tot vijf jaar
de gemeente Breda.
mee om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te laten zien. Ook Weight Watchers heeft zich aangesloten.
Om tot duurzame gedragsverandering te komen, hebben we niets aan een opgeheven vingertje. Betutteling werkt niet. Wel is
Een prima initiatief van de bedrijven om samen naar de
het belangrijk dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt. We zien veel enthousiasme bij de gemeente. Belangrijk, want de
gemeente te stappen met dit idee. Een aantal lopende,
gemeente heeft veel invloed op sportvoorzieningen en de veilige bereikbaarheid van scholen. De snelheid waarmee initiatieven
kleinere projecten bleek hier goed in te passen. Dus de
worden opgepakt, vinden wij heel prettig. Nu komt het erop aan de resultaten zichtbaar te maken. Want succes smaakt naar meer.”
krachten worden ook nog eens gebundeld.”
10
Ook meer borstvoeding hoort erbij, want dat is het basale begin van gezond eten. Daar tegenover staan minder frisdrank, televisie kijken en computeren. “Als je die boodschap maar vaak genoeg hoort, word je toch wel ergens geraakt”, denkt Nancy. “Op die manier bedenken mensen dat hun kind misschien toch zelf op de fiets naar school kan. Als ook de fysieke omgeving goed wordt ingericht, bereiken we hopelijk wat met elkaar.” De grote uitdaging is het vinden van manieren om mensen te bereiken die (nog) niet voor gezonder gedrag openstaan. “Met de methode van social marketing gaan we onderzoeken hoe we deze groep kunnen bereiken”, zegt Nancy. “Vervolgens brengen we die boodschap met behulp van marketing meer onder de aandacht. Kun je een gezonde leefstijl verkopen als een mooie spijkerbroek? Met hun grote kennis hierover kunnen bedrijven een grote rol spelen.” Uiteindelijk gaat het om gedragsverandering. Niet alleen bij individuele bewoners, maar ook door aanpassingen in hun leefomgeving. “In een grote stad is het gemakkelijker om een roltrap te zien dan de gewone trap. Dat moet anders. Zorg dat de gezonde keuze het gemakkelijkst is.” Soms zien gemeenten te weinig effect en stoppen weer met een programma. “Het blijft een kwestie van lange adem”, zegt Nancy. “We willen allemaal snelle resultaten boeken, maar zo werkt het helaas niet. Ook al laten metingen nog geen vermindering zien van overgewicht, dan kunnen mensen ondertussen best al meer fruit eten. De effecten daarvan zie je pas op de langere termijn. De integrale aanpak moet daarom blijvend op de maatschappelijke agenda staan.” Willy van Oorschot en Nancy de Crom (r): “We willen jongeren letterlijk in beweging krijgen.”
11
In beweging Percentage mensen met overgewicht stabiliseert Na een jarenlange toename lijkt sinds 2000 het percentage mensen met overgewicht in West-Brabant te stabiliseren. Dit percentage is wel hoog: 50 tot 60% van de volwassenen en ouderen in West-Brabant is te zwaar, van wie een kwart obesitas heeft. Ook het percentage kinderen en jongeren met overgewicht lijkt niet verder toe te nemen.8 In totaal hebben ongeveer 290.000 mensen in West-Brabant overgewicht.
Percentage mensen met overgewicht en obesitas in West-Brabant 9,10,11,12 60% 50% 40% 30% 20% 10% Enquêtejaar 2008 Kinderen
2003 2007
Jongeren
2005 2009
2006 2009
Volwassenen
Ouderen*
Overgewicht Obesitas
* significante stijging van ouderen met obesitas
Percentage West-Brabanders dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen 13, 14, 15
12
Jongeren (12 t/m 18 jaar)
22%
Volwassenen (19 t/m 64 jaar)
60%
Ouderen (65+)
62%
Samenwerking met HAK in gemeente Woudrichem Meer
Door de vergrijzing zal het aantal
Gezonder eten en meer bewegen: om jongeren in
ouderen
65-plussers de komende jaren sterk
Woudrichem hiervoor warm te laten lopen, werken
toenemen. Hiermee stijgt ook het
de gemeente Woudrichem en de GGD samen met het
aantal ouderen met overgewicht.
HAK Groente Instituut. Dat gebeurt op basisscholen, bij
Nu zijn er in West-Brabant 61.000
buitenschoolse opvang en sportverenigingen. Daarbij
ouderen met overgewicht. Dit aantal
haken we aan bij andere succesvolle activiteiten zoals
zal in 2020 zijn toegenomen tot
Lekker Fit! en Supershopper. De samenwerking met HAK
85.000 ouderen en doorgroeien naar
levert extra kansen op, zoals een bedrijfsrondleiding of
110.000 ouderen in 2040. Dit leidt
een les over de verwerking van groenten.
met overgewicht door vergrijzing
16
tot een toename van tal van ziekten die gerelateerd zijn aan overgewicht, zoals diabetes, hart- en vaatziekten
te weinig
kinderen en jongeren minimaal 60 minuten (Nederlandse Norm Gezond Bewegen). Nog geen kwart van de jongeren in West-Brabant voldoet aan deze norm.
op de gezondheid: minder overgewicht, minder chronische ziekten, minder stress en meer sociale contacten en veerkracht. Het stimuleren van beweging heeft bovendien
Nooit te oud om te bewegen
positieve effecten op andere speerpunten binnen het gezondheidsbeleid. Ongezonde
Vallen is het meest voorkomende ongeval
leefgewoonten komen namelijk vaak in
bij ouderen in de privésfeer. Dat leidt vaak
combinatie voor: mensen die minder bewegen
tot lichamelijk letsel en sociaal isolement.
eten vaker ongezond, roken vaker en drinken
Ouderen vallen sneller als ze minder goed
vaker overmatig alcohol.
mobiel zijn en hun evenwicht niet goed kunnen bewaren. Daarom is sport en
Bewegen leidt ook tot minder depressie en
beweging ook voor ouderen belangrijk:
diabetes. Het stimuleren van beweging is
het draagt direct bij aan hun gezondheid,
daarom een noodzakelijk onderdeel van
zelfredzaamheid en maatschappelijke
toekomstbestendig investeren in gezondheid.17
participatie.
www.regionaalkompas.nl/west-brabant
bewegen
minuten matig intensief te bewegen;
minimaal vijf dagen per week 30
Bewegen heeft veel gunstige effecten
Voor meer informatie zie
Jongeren
Om gezond te blijven, dien je
Bewegen is beter
en een aantal vormen van kanker.
13
De wereld wordt steeds kleiner Door klimaatverandering, internationale handel en intensiever reisgedrag komen steeds vaker exotische dieren ons land binnen, die ziekten kunnen verspreiden. De tijgermug is bijvoorbeeld zo’n beestje: nu nog een klein probleem, maar in de toekomst kan dat veranderen. Gele koorts en knokkelkoorts zijn slechts twee van de
opduiken van exotische muggen in heel Nederland in
communicatie van enorm belang is, zodat
ziekten die de tijgermug kan overbrengen. Tot nu toe
de gaten. De laatste twee jaar zijn deze muggen ook in
mensen weten waar ze aan toe zijn. Een
komen deze ziekten niet in Nederland voor, omdat deze
West-Brabant gesignaleerd.
eenduidig verhaal van GGD en gemeenten
Aziatische mug zich nog niet in Nederland heeft gevestigd.
is daarin onmisbaar.”
Wel lift de mug regelmatig mee naar Nederland via
“Een aantal gemeenten is zich niet bewust dat
gebruikte banden en bamboeplanten. “We willen hem
zo’n probleem zich kan voordoen op hun eigen
zo lang mogelijk buiten de deur houden”, zegt Stijn
grondgebied”, zegt Stijn Raven. “Toch is alertheid
Raven, arts-assistent infectieziektenbestrijding bij de GGD
noodzakelijk. Bij de Q-koorts hebben we eerder gezien
West-Brabant.“Daarom zoeken we actief naar deze mug.
dat een dreiging uit een onverwachte hoek kan komen.
Ziekten die door deze muggen worden overgedragen,
Destijds vormden schapen en geiten de oorzaak. Een
krijgen in landen als Frankrijk en Griekenland langzaam
uitbraak kan bovendien ineens heel groot worden. Dat
vaste grond onder de voeten. Het is dus belangrijk om
geldt ook voor ziekten die deze mug kan verspreiden.”
alert te zijn.”
Opsporing Internationale handel
Het CMV geeft ook advies over de bestrijding. Daarbij
De tijgermug is de meest bekende onder de exotische
spelen gemeenten een belangrijke coördinerende
Omwonenden kunnen de verspreiding
muggen, maar er zijn meer soorten. Door toerisme,
rol. Als mensen niet willen meewerken aan de
van de mug zelf tegengaan door de
internationale handel en klimaatverandering kunnen
bestrijdingsmaatregelen, moet de gemeente
broedplaatsen weg te halen. Dat betekent
deze muggen zich de komende jaren gemakkelijker
bijvoorbeeld bemiddelen. Ook heeft de gemeente
alle plekken waar een plasje water in kan
in Nederland vestigen. Ook ligt het gevaar op de loer
wettelijke mogelijkheden om die medewerking af te
staan afdekken of verwijderen. Ook kunnen
dat deze ongewenste insecten met steeds zwaardere
dwingen.
ze verdachte muggen op de foto zetten en opsturen naar deskundigen, die beoordelen
middelen moeten worden bestreden. “Dat werkt beter als partnerorganisaties elkaar goed
14
De tijgermug trekt zich niets aan van regiogrenzen. Het
weten te vinden, zodat we samen kunnen optrekken”,
Centrum Monitoring Vectoren (CMV) houdt daarom het
vindt Stijn. “De Q-koorts liet zien dat heldere
of het inderdaad om de tijgermug gaat.
Ad Dilven en Stijn Raven (r): “Een opslagplaats van banden is een belangrijke vindplaats van de larven van de tijgermug.”
“We merken dat goede informatie over wat je zelf kunt doen de mensen rust geeft”, zegt Stijn. “Met gerichte informatie en een goede toon kunnen we veel paniek voorkomen. De publieke reactie is nooit helemaal te sturen, maar de eerste klap is een daalder waard. Je kunt met een goede voorbereiding als gemeente er in ieder geval voor zorgen dat je je niet overvallen voelt.”
Ad Dilven, milieuverpleegkundige Bureau Gezondheid, Milieu en Veiligheid (GMV) van de GGD’en in Noord-Brabant en Zeeland ‘Bestrijders in maanpakken roepen onrust op’ “De muggen komen als eitje ons land in, vaak via bamboeplantjes of via de import van tweedehands banden. Bij de diverse bandenhandelaren in onze regio staan de banden tot circa twintig meter hoog opgeslagen op een open terrein ter grootte van een voetbalveld. Na een regenbui staat in alle banden een plasje water. Als de temperatuur hoog genoeg is, zijn dat ideale omstandigheden voor de eitjes om zich te ontwikkelen tot larven. In deze banden zijn ze lastig te bestrijden. Liever zouden we zien dat de banden daarom droog worden opgeslagen in een loods. Toch is bestrijding van de larven altijd nog gemakkelijker dan wanneer we de vliegende muggen moeten aanpakken. Daarvoor moeten we een soort mistnevel spuiten tot in een cirkel van 500 meter rondom de bron, de plek waar de mug is gesignaleerd. Het middel is niet onveilig, maar de medewerkers moeten wel in een soort maanpakken aan de slag. Dat roept veel vragen op bij burgers. Met ons bureau verstrekken we informatie aan de omwonenden en anderen over de bestrijding van de muggen. De komst en bestrijding van de tijgermug zijn nu relatief kleine problemen, maar kunnen grote gevolgen hebben voor de toekomst. Daar kunnen de gemeenten zich meer bewust van zijn.”
15
De wereld wordt steeds kleiner
Aantallen meldingsplichtige infectieziekten en bewezen Q-koorts in West-Brabant 2006
2007
2008
2009
2010
2011*
Kinkhoestmeldingen
255
449
354
246
236
300
Hepatitis B-meldingen
68
66
41
69
60
29
TBC-meldingen
38
32
26
32
35
28
Totaal meldingsplichtige infectieziekten
424
606
496
578
432
448
-
-
-
29
20
5
Bewezen Q-koorts *Tot 1 november 2011
16
18
Goed voorbereid Infectieziekten halen regelmatig de krantenkoppen, zoals EHEC, Legionella, Lyme, Q-koorts, de bof en het griepvirus H1N1. Oorzaken van deze (vaak onverwachte) uitbraken zijn: • klimaatverandering; • intensieve veeteelt; • internationaal toerisme; • toegenomen resistentie. We kunnen niet in een glazen bol kijken wát ons te wachten staat, maar we kunnen ons wél goed voorbereiden voor als het nodig is. Het RIVM houdt de trends landelijk goed in de gaten. Op lokaal niveau moeten gemeenten en GGD een goede structuur inrichten en in stand houden. Daarvoor is voldoende kennis en capaciteit nodig om direct goed te kunnen handelen als dat nodig is. Daarbij gaat het onder andere om het opsporen van de infectiebron, voorlichting en vaccinatie. Het voorkómen dat infectieziekten uitbreken blijft de hoofdzaak. De GGD verzorgt
Opnieuw de bof
voorlichting, vaccinatie van kinderen en technische hygiënezorg.
Ook oude infectieziekten zorgen regelmatig voor nieuwe uitbraken. Een voorbeeld is de recente uitbraak van de bof onder studenten. Dit was opmerkelijk, omdat deze virusziekte zich meestal voordoet bij kinderen. De vaccinatiegraad onder de gemelde studenten tegen de bof was bovendien erg hoog.
Voor meer informatie zie www.regionaalkompas.nl/west-brabant
17
Think before you drink Een grote voorlichtingscampagne heeft weinig uitwerking op jongeren. Daarom richt het regionale alcoholproject ‘Think before you drink’ zich vooral ook op hun omgeving, zoals ouders en verkopers van alcohol. Hoe minder alcohol beschikbaar is en hoe eenduidiger de regels, hoe meer effect.
Jongeren drinken te vroeg, te veel en te
daarom te leren hun eigen grenzen aan te geven.”
vaak. “Effecten als hersenbeschadiging zijn
Daarnaast richt het project zich ook op hun ouders,
pas zichtbaar op lange termijn”, zegt Inge
scholen, horeca, sportverenigingen en supermarkten.
van den Borne, projectleider ‘Think before you drink’ bij GGD West-Brabant. “Bij jongeren is het effectiever om kortetermijneffecten te benadrukken,
onder de zestien en matig alcoholgebruik daarna. “We stimuleren ouders om afspraken te maken
zoals verminderde schoolprestaties, onveilig vrijen en
met hun kinderen om helemaal niet te drinken tot
verkeersongelukken.” Via ‘Think before you drink’ werken
hun zestiende”, zegt Inge. “Dus ook geen slok op
de 18 gemeenten in West-Brabant samen met onder meer
oudejaarsavond, want daarmee zeg je dat je eigen
de GGD West-Brabant, het verslavingsinstituut Novadic-
regels er niet toe doen.” Vanwege de schadelijke invloed
Kentron, het jongerenwerk en de politie. “Een integrale
op de hersenen ziet de GGD het liefst dat jongeren tot
aanpak van alcoholbeleid is essentieel”, vindt Inge.
hun 18e jaar helemaal geen alcohol drinken. “Lastig,
“Dat geldt ook binnen gemeenten. Want het thema
want in onze cultuur hoort alcohol erbij”, zegt Inge.
heeft raakvlakken met veel andere terreinen, zoals jeugd,
“Het optrekken van de landelijke verkoopgrens van
onderwijs, veiligheid, sport en vergunningenbeleid.
alcohol tot 18 jaar is voor de politiek nu een stap te ver.
De gemeente is op al deze terreinen actief en kan hierin
Daarom stimuleren we jongeren op andere manieren om
dus een belangrijke rol spelen.”
vanaf 16 jaar niet of zo beperkt mogelijk te drinken.“
Verkoopgrens
Nieuwe wet
Het project helpt jongeren om hun eigen weerbaarheid
Gemeenten worden binnenkort verantwoordelijk voor
te vergroten. “Veel jongeren denken: als ik zestien ben,
het toezicht op de naleving van de nieuwe drank- en
ga ik los met alcohol”, zegt Inge. “Alle vrienden doen
horecawet.
het, dus er is een grote groepsdruk. We proberen hen
18
De centrale boodschap is géén alcohol voor jongeren
Inge van den Borne en Ad Koevoets (r): “Alcoholbeleid vraagt om een cultuurverandering. Daarvoor hebben we een lange adem nodig.”
Gemeenten kunnen efficiënter en vaker toezicht houden, is daarbij het uitgangspunt. Jongeren onder de zestien worden ook strafbaar als ze in het bezit zijn van alcoholhoudende drank in openbare ruimten en in horecagelegenheden. “Daar moet de gemeente ook op handhaven”, zegt Inge. “Enerzijds is dit een ordemaatregel: overlastgevende jongeren op straat kunnen worden aangepakt. Anderzijds is het een beschermende maatregel om alcoholmisbruik onder jongeren tegen te gaan. Wetgeving heeft veel invloed
Ad Koevoets, regionaal portefeuillehouder Jeugd van de politie Midden- en West-Brabant
om misbruik en overlast tegen te gaan. Maar we mogen
Samenwerkingspartner ‘Think before you drink’
niet vergeten dat voor een cultuurverandering een lange adem nodig is.”
‘We verwijzen jongeren consequent door’ “Op straat hebben we onze handen vol aan overlast, die het gevolg is van teveel alcohol. Als iemand tegen een
Om ook op de lange termijn resultaten te boeken,
ander botst, zeg je sorry. Maar als mensen hebben gedronken, gaan ze vaak meteen op de vuist.
dient alcoholpreventie en -beleid in de haarvaten van
Jongeren die teveel hebben gedronken, verwijzen we consequent naar hulpverleners. Ook sturen we jongeren door
een gemeentelijke organisatie te komen, vindt Inge.
naar bureau Halt, bijvoorbeeld jongeren die met alcohol op straat lopen, waar dat niet mag. Er is een vernieuwde
“Als je als gemeente een vergunning verleent voor een
leerstraf bij vergrijpen waarbij alcohol in het spel is. Ook de ouders worden daarbij betrokken. Dat werkt goed.
evenement waar veel jongeren op afkomen, horen daar zeker voorwaarden bij over de alcoholverstrekking. Denk
Er is nog steeds een aantal plekken waar jongeren te gemakkelijk aan alcohol komen. Vooral in de horeca en bij
bijvoorbeeld aan alcoholvrije cocktails, beschikbaarheid
sportkantines is veel winst te behalen. Die regelgeving moet streng gecontroleerd worden, anders hebben regels
van voldoende water, blaastesten bij de ingang en aparte
geen zin. We gaan in onze samenleving te gemakkelijk om met jongeren en alcohol. Dat gaan we als politie alleen
polsbandjes voor jongeren onder de zestien.”
niet oplossen. Samenwerking binnen de gemeenten is daarom enorm belangrijk. Als de ene gemeente strenger is dan de andere, trekken de jongeren naar een ander uitgaanscentrum. Dat geldt voor het beleid voor happy hours,
Ook het goede voorbeeld helpt. “Geef als college of
maar ook bij schoolfeesten. De gemeente kan stimuleren dat alle scholen een alcoholvrij schoolfeest houden.
gemeenteraad als statement zelf eens een alcoholvrije
Alcoholvrij is dan de regel en niet de uitzondering.”
receptie.”
19
Think before you drink Vijftienjarige mystery shoppers kopen alcohol
Naleving Drank- en Horecawet in West-Brabant 2011 19 Aantal bezoeken door
Percentage correcte naleving van
mystery shoppers
de Drank- en Horecawet
Supermarkt
36
22%
blijft hard nodig, blijkt uit onderzoek in 2011 in West-Brabant. Daarbij
Slijterij
19
79%
probeerden vijftienjarige ‘mystery shoppers’ alcohol te kopen. Als niet
Cafetaria
43
33%
‘onmiskenbaar’ duidelijk is dat de koper oud genoeg is, zijn verkopers
Horeca
101
17%
Sportkantine
53
36%
Totaal
252
29%
Type verkooppunt
Effectief lokaal alcoholbeleid vereist een goede naleving van de Dranken Horecawet bij de verkooppunten van alcohol.19 Aandacht hiervoor
verplicht een geldig leeftijdsdocument te vragen. Als jongeren hun leeftijd niet kunnen aantonen, mogen zij geen alcohol kopen. Slechts 29% van de alcoholverkopers hield zich aan deze regels.
Overmatig alcoholgebruik bij ouderen neemt toe 10, 11, 12 Jongeren
Heeft in afgelopen 4 weken op
(12 t/m 17 jaar)
één of meer weekenddagen
1e enquête
2e enquête
Trend
13%
13%
Gelijk
13%
12%
Gelijk
4%
6%
Toename
6 glazen alcohol of meer gedronken Volwassenen
Is overmatig drinker
(19 t/m 64 jaar)
(mannen: > 21 glazen alcohol per week, vrouwen: > 14 glazen alcohol per week)
Ouderen (65+)
Drinkt minstens 1x per week 6 glazen alcohol of meer per dag
Jongeren 2003 - 2007; Volwassenen 2005 - 2009; Ouderen 2006 - 2009
20
Nieuwe wet: kansen voor lokaal alcoholbeleid Alcoholgebruik en andere ongezonde leefgewoonten gaan vaak hand in hand
Vanaf 2012 krijgen de gemeenten een cruciale rol in het toezicht op de Drank- en Horecawet (DHW). De gemeente Drimmelen nam deel aan de pilot over lokaal DHW-toezicht. Marcel van ’t Zand, beleidsmedewerker openbare orde en veiligheid en voorzitter van de projectgroep
Verschillende onderzoeken tonen aan dat overmatig
Drank- en Horecawet van ‘Think Before You
alcoholgebruik samenhangt met andere ongezonde
Drink’: “Onze ervaring leert dat dit veel inzet
leefwijzen. Mensen die drinken, zijn vaker rokers en
van de gemeente vraagt. Maar het biedt ook
omgekeerd. Ook hangt overmatig alcoholgebruik samen
enorm veel kansen voor een beter lokaal
met ongezond eten en weinig bewegen. Jongeren die
alcoholbeleid.”
Alcohol extra schadelijk op jonge leeftijd
drinken, blijken vaker te roken en drugs te gebruiken.
Er is steeds meer bekend over de schadelijke gevolgen van alcohol op jongeren. Omdat hun lichaam kleiner en anders van samenstelling is, zijn jongeren gevoeliger voor alcoholschade dan volwassenen. Bovendien zijn hun hersenen in de groei, waardoor ze sneller hersenschade oplopen. Ze voelen minder snel de effecten van alcohol en drinken daardoor nog meer. Hoe jonger kinderen beginnen met alcohol, hoe groter het risico op een alcoholverslaving op latere leeftijd.
Polsbandjes en huisregels werpen vruchten af
Op korte termijn leidt alcoholmisbruik tot alcoholvergiftiging, slechtere leerprestaties en agressie. Drinkende jongeren geven zich bovendien over aan risicovol gedrag, zoals onveilig vrijen en roekeloosheid in het verkeer. Op lange termijn is er risico op hersenschade, zoals slechte concentratie en afnemend vermogen om te plannen. Ook kan alcoholgebruik op jonge leeftijd leiden tot kanker.20
Elk jaar in juni vindt in Oosterhout het Parkfeest plaats: drie dagen muziek, vooral voor jongeren. Om te voorkomen dat jongeren onder de 16 jaar alcohol drinken, regelden de gemeente en de organisatie polsbandjes. Ook zorgden ze voor huisregels en volgteams. Deze maatregelen werkten goed, bleek uit de evaluatie.21 De gemeente zet deze maatregelen voortaan in bij andere evenementen. De projectgroep ‘Think Before You Drink’ heeft de aanbevelingen verwerkt in een brochure voor evenementenorganisaties.
Voor meer informatie zie www.regionaalkompas.nl/west-brabant
Ook is er een handreiking voor gemeenten gemaakt.
21
De wijkwandeling Een goede wijkinrichting levert een belangrijke bijdrage aan een betere gezondheid van bewoners. Zo’n duurzame gezonde wijk vereist actief samenspel in een gemeente, ook binnen het ambtenarenapparaat zelf. Een brede stoep en andere veilige speelruimte dicht bij
sport en jeugd aan zet. Ook verkeer, vervoer, ruimtelijke
“Mooi zijn ook de speeltoestellen die geschikt
huis zijn belangrijker voor kinderen om buiten te spelen
ordening, veiligheid en milieu kunnen bijdragen aan een
zijn voor meerdere leeftijdsgroepen. Ook
dan groen in de buurt of een speeltuintje. Dat blijkt
omgeving die uitdaagt tot bewegen.”
ouderen kunnen deze gebruiken, mogelijk met
uit recent onderzoek van Marie-Jeanne Aarts van de
een adviserende coach bij de beweegtoestellen.”
Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant.
Samen de wijk in
“Een planoloog zou daar bij stil moeten staan”, vindt
Hoe betrek je het hele ambtenarenapparaat bij de
Saamhorigheid
Bianca van Iersel van de GGD West-Brabant. “Gebrek
leefomgeving in een wijk? Dat kan bijvoorbeeld met
De sociale samenhang is eveneens een
aan speelruimte op het trottoir compenseer je niet met
een wijkwandeling, waarbij een mix van ambtenaren
belangrijk onderdeel van een wijk. Bewoners
een klimrek verderop.”
meeloopt. Ook GGD’ers uit andere betrokken
weten elkaar dan te vinden. “De gemeente zet
programma’s lopen mee, mogelijk aangevuld met
samen met ons mensen op het goede spoor om
Als adviseur Lokaal Gezondheidsbeleid bekijkt ze
bewoners. “Het doel van zo’n gezamenlijke wandeling
hun eigen problemen op te lossen”, zegt Bianca.
wat gemeenten kunnen doen om een wijk gezond
is vooral samen kijken hoe we de gezondheid kunnen
“Als dat niet lukt, kun je een beroep doen op je
te maken én te houden. Het bevorderen van gezond
verbeteren”, zegt Bianca. “We willen ambtenaren
sociale omgeving. Je schakelt gemakkelijker je
gedrag bij bewoners vereist in ieder geval maatregelen
bewust maken dat bijna ieder beleidsterrein een
buren in als je elkaar kent.”
op verschillende terreinen, benadrukt ze. “Als je
bijdrage kan leveren. Als je weet welke speerpunten er
bijvoorbeeld mensen meer wilt laten bewegen, zijn
op andere terreinen zijn, kun je dat meenemen op jouw
Dan moet er wel voldoende aanbod in de wijk
binnen de gemeente niet alleen volksgezondheid,
terrein. Zo kun je elkaar enorm versterken.”
zijn voor sociale activiteiten, bijvoorbeeld om samen te kaarten of te bewegen. Ook daar
22
Speeltoestellen voor ouderen
heeft de gemeente een rol in, vindt Bianca.
Diverse gemeenten betrekken burgers actief bij een
“Na het individualisme van de afgelopen jaren
integraal ontwikkelingsplan of een wijkontwerp, zoals in
is er weer meer aandacht voor saamhorigheid.
Bergen op Zoom in de wijk Gageldonk-West. Dat levert
Wijkbewoners kunnen echt iets voor elkaar
creatieve ideeën op. Een braakliggend bouwterrein
betekenen. Dat ervaar ik zelf als enorm
kan worden gebruikt voor de straatspeeldag. Moeders
positief.” Ondertussen vestigen diverse
kunnen een groenstrook naar eigen inzicht inrichten.
organisaties zich opnieuw in de wijk.
Bianca van Iersel en Corine Maas (r): “Je schakelt gemakkelijker je buren in voor ondersteuning als je elkaar kent.” Zo komt de wijkverpleegkundige terug. Ook zijn er in enkele gemeenten plannen om in wijken nevenvestigingen te openen van het Centrum voor Jeugd en Gezin. “Een nieuwe trend, want voorheen vond men één centrum per gemeente wel voldoende. Steeds meer organisaties beseffen dat het belangrijk is om zorg en ondersteuning zo dicht mogelijk bij de burger te krijgen én bekend te zijn met hun omgeving.”
Corine Maas, beleidsadviseur welzijn van de gemeente Rucphen ‘Expertise GGD heeft ons wat te bieden’ “De wijk is een wereld in het klein, vol irritaties, wensen en behoeften. Als bewoners zich inzetten en hun eigen keuzes maken, levert dat sterke betrokkenheid bij de wijkinrichting op. Als bewoners geen speeltuin willen maar een jeu-de-boulesbaan, verbinden ze zich daaraan. Ze voelen zich medeverantwoordelijk, houden de baan schoon en organiseren wedstrijden. Burgers zijn allereerst zelf verantwoordelijk om zich te ontplooien. Dat vraagt om een andere rol van de gemeente. We vragen daarom eerst wat de bewoners zelf willen. Als we met andere organisaties samenwerken, willen we van hen weten of en hoe ze met burgers hebben gesproken. Ook maken we gebruik van enquêtes, onder meer die van de GGD. Ik zie bij gemeenten de bereidheid om deze expertise meer te gebruiken. Ze staan onder druk en moeten het doen met minder mensen en middelen. Meer inzet van de GGD bij de inrichting van een wijk kan erg nuttig zijn. Er is wat te halen voor ons. Wijkgericht werken aan een gezonde samenleving is zoeken naar synergie.”
23
De wijkwandeling Gezonde wijkinrichting in Bergen op Zoom Bewoners uitdagen om meer te bewegen. Dat is de missie van het project ‘Gezond inrichten’ in de wijk Gageldonk-West in Bergen op Zoom. Een aangepaste omgeving kan bewoners stimuleren tot gezond gedrag, zoals het vaker pakken van de fiets. De wijkbewoners denken en doen zelf mee. Voorbeelden van activiteiten zijn: • het wijkatelier Groen & Gezondheid, waarbij vrouwen meedenken over een mobiele speel- en beweegplek voor kinderen en volwassenen op een braakliggend terrein; • meer bewegen op recept; • fittesten in de wijk; • een wijktour voor scholen; • samenwerking van de combinatiefunctionaris, de jongerenwerker en sportverenigingen in de wijk.
Buurtbetrokkenheid, maatschappelijke participatie en sociale veiligheid 14,15
24
Volwassenen
Ouderen
Ontevreden over betrokkenheid in de buurt
42%
40%
Wil informatie over één of meer Wmo-voorzieningen, maar weet niet waar deze te verkrijgen is
9%
23%
Verricht vrijwilligerswerk
22%
22%
Voelt zich overdag wel eens onveilig
7%
10%
Voelt zich ’s avonds of ’s nachts wel eens onveilig
20%
22%
Koppeling met Wmo en IDOP Een wijkgerichte aanpak van gezondheid past uitstekend bij de activiteiten ‘maatschappelijke ondersteuning’ (Wmo) van de gemeenten. Daarbij worden mensen aangesproken op wat ze wél kunnen in plaats van op hun beperkingen. Bij gemeenten staat voorop om samen met burgers dichtbij in hun buurt te werken. Deze wijkgerichte aanpak sluit ook aan op een integraal dorpontwikkelingsplan (IDOP), waarbij bewoners samen met de gemeente kijken naar de toekomst van hun dorp. Wat is er nodig om de leefbaarheid nu en in de komende tien jaar te verbeteren? Het plan brengt economische, ecologische, ruimtelijke en sociaal-culturele factoren van het dorp in kaart. Hieruit volgen concrete acties, waar volksgezondheid natuurlijk ook bij hoort. © Matchcare 23 In West-Brabant zijn ruim twintig IDOP’s in ontwikkeling
De buurtmoestuin
of uitvoering, bijvoorbeeld in Putte, Raamsdonk en Stampersgat.22
Een mooi voorbeeld van werken aan gezondheid in de wijk.24
Alliantie Gezond Brabant
Het is bij de provincie Noord-Brabant nog niet vanzelfsprekend om via alle beleidsterreinen gezondheid te bevorderen. De provincie zet een eerste stap om dat te veranderen. In de nota ‘Naar een gezond Brabant’ is zichtbaar hoe gezondheid in alle provinciale beleidsterreinen terug kan komen. Dat is onder andere ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling, land- en tuinbouw, sport en natuur, landschap, recreatie en toerisme.25
Voor meer informatie zie www.regionaalkompas.nl/west-brabant
25
Grijs en wijs Veel ouderen komen op eigen kracht rond van een laag inkomen en weten hun eigen netwerk slim in te zetten. Voor de kwetsbare ouderen die dat niet lukt, zijn initiatieven nodig om deze groep bij de samenleving te blijven betrekken. Met huisbezoeken bijvoorbeeld. Het overlijden van een partner, een echtscheiding,
Isolement
psychische problemen, lichamelijke ongemakken of
Door de verslechterde economie hebben diverse
een forse achteruitgang in inkomen: allemaal factoren
groepen veel minder geld te besteden. Dat betekent
die ertoe kunnen leiden dat ouderen vereenzamen en
een extra risico voor deze ouderen. “Een grote terugval
kwetsbaar worden. “Als je je eenzaam voelt, kun je
in inkomen betekent vaak een groei van sociaal
je daardoor flink beroerd voelen, zowel geestelijk als
isolement”, zegt Heidy. “Mensen schamen zich daarvoor
lichamelijk”, zegt Heidy de Mol, functionaris Gezonde
en doen nog minder mee.” De GGD richt zich op mensen
en Veilige Leefomgeving.
die dreigen af te glijden naar sociaal isolement.
Met de groei van het aantal ouderen zal ook het aantal kwetsbare ouderen toenemen, net als de behoefte aan passende voorzieningen. Gemeenten kunnen zich hier
Carol van Zundert, voorzitter Senioren Adviesraad Moerdijk
maar beter op voorbereiden, vindt Heidy. “Dat begint
Vrijwilliger van het project Samen is Wijs
met de erkenning dat eenzaamheid een maatschappelijk probleem is. Veel gemeenten noemen het wel als
‘Inventief met weinig geld’
aandachtspunt in hun nota’s, maar een concrete aanpak
“Ik legde 140 huisbezoeken af bij 65-plussers in Moerdijk. Behalve op eenzaamheid richtte het onderzoek zich ook op armoede.
om eenzaamheid te bestrijden en verminderen staat nog
We ontdekten dat veel ouderen het met erg weinig geld moeten doen. Toch slaagden de meesten er fantastisch in om rond te
in de kinderschoenen.”
komen en er ook tevreden mee te zijn. Mensen zijn inventief. Een oudere dame bracht mensen met een rolstoel naar de kerk, waar ze zelf kon genieten van een kopje koffie. Het was belangrijk voor haar om er zo even ‘uit’ te zijn. Ze benadrukte echter ook
De meeste interventies sluiten niet aan bij wat eenzame
meerdere keren dat ze op deze manier de koffie niet zelf hoefde te betalen.
mensen precies doormaken. Er is daarom een aanpak
26
op maat nodig. “Soms richt de oplossing zich direct
Uiteindelijk dienen mensen zelf iets te ondernemen. De maatschappij kan eenzaamheid niet voor hen oplossen. Wel kunnen wij hen
op de oorzaak. Bijvoorbeeld een gehoorapparaat bij
wijzen op allerlei mogelijkheden die ze zelf niet kennen. Zo weten veel mensen niet dat allerlei dingen gratis zijn. Of dat activiteiten
slechthorendheid of vervoer van deur tot deur voor
toegankelijk zijn voor een lager lidmaatschapsgeld.
mensen die slecht ter been zijn. Anderen krijgen hulp bij
We vonden dat we als vrijwilligers een nuttige bijdrage konden leveren. De huisbezoeken boden mogelijkheden tot een goed
het vergroten van sociale vaardigheden. Of ze leren te
gesprek. Ik kan andere gemeenten voor 100% aanraden om dit ook te doen. Maar wel met een positieve insteek: geef duidelijk aan
accepteren dat hun sociale netwerk kleiner wordt.”
wat mensen zélf kunnen doen.”
“Daarbij hebben we de hulp nodig van bijvoorbeeld ouderenbonden, huisartsen en praktijkondersteuners. Iedereen brengt zijn eigen expertise in. De een weet veel over de aanpak van bepaalde gezondheidsproblemen, de ander kan gemakkelijk direct in contact komen met eenzame mensen. Ook een woningcorporatie kan een bijdrage leveren, bijvoorbeeld door het aanbieden van een ontmoetingsruimte. Het gaat erom elkaar te versterken, zodat we niet allerlei losse versnipperde initiatieven hebben.”
Samen is wijs Diverse professionals en vrijwilligers komen kwetsbare ouderen tegen bij hun activiteiten. De gemeente heeft de rol deze partijen rond de tafel te brengen. Een voorbeeld van zo’n samenwerkingsverband is het huisbezoekproject Samen is Wijs in de gemeente Moerdijk. Dit project voerden GGD en gemeente samen uit met GGZ Breburg, Surplus Welzijn, HOOM en de Senioren Adviesraad Moerdijk. Vrijwilligers bezochten zelfstandig wonende 65-plussers, die zichzelf hiervoor aanmeldden. Doel hiervan was om de eenzaamheid en armoede in kaart te brengen. Ook gaven de vrijwilligers informatie over voorzieningen en boden zij de hulp aan van de ouderenadviseur. “De mensen waardeerden het”, zegt Heidy. “Ze zitten klaar met koffie en koekjes en vragen bij het afscheid of de bezoeker nog een keer terugkomt. Het is een eenmalig bezoek, maar hieruit blijkt dat ze het contact plezierig vinden. We kunnen hen bijvoorbeeld in contact brengen met de vrijwilligers van de Zonnebloem.”
Carol van Zundert en Heidy de Mol (r): “Mensen waardeerden het huisbezoek van vrijwilligers enorm.”
27
Grijs en wijs Aantal kwetsbare ouderen in 2040 verdubbeld Uit de ouderenmonitor van 2009 blijkt dat een kwart van de ouderen kwetsbaar is.15 Bij deze ouderen is er sprake van een hoge draaglast en een lage draagkracht. Enerzijds zijn zij beperkt door hun lichamelijke gezondheid of zijn zij niet zelfredzaam (hoge draaglast). Anderzijds hebben zij het gevoel de regie over het eigen leven niet meer in de hand te hebben,
Flinke toename ouderen
zijn zij alleenwonend, of ontvangen alleen een AOW als
Het aantal ouderen in West-Brabant (65+) neemt de komende jaren toe tot 149.200 in
In de toekomst vraagt deze groep om meer aandacht.
inkomen (lage draagkracht).
2020. In 2040 telt de regio 197.000 ouderen. Hiermee groeit ook het aantal ouderen met
Demografische toekomstverkenningen laten zien dat in
ziekten als diabetes en artrose. Daarnaast zullen steeds meer ouderen mantelzorg geven en
West-Brabant het aantal kwetsbare ouderen van 27.000 in 2009
ontvangen en een groter beroep doen op voorzieningen vanuit de Wet maatschappelijke
groeit tot 37.100 in 2020. In 2040 zullen er 54.000 kwetsbare
ondersteuning (Wmo).
ouderen zijn: een verdubbeling ten opzichte van nu.
26
Demografische toekomstverkenningen gezondheid van ouderen in West-Brabant 15,16,26 Geeft mantelzorg
Ontvangt mantelzorg
Krijgt hulp van professionele zorgverlener
Maakt gebruik van één of meer Wmo-voorzieningen
Diabetes
Artrose
Hoge bloeddruk
Aantal 2009
17.900
31.500
34.800
11.600
12.800
29.700
38.400
Aantal 2020
24.800
43.500
48.300
16.200
17.500
40.600
52.700
Aantal 2040
33.800
58.900
64.500
21.000
25.900
60.700
77.800
Cijfers zijn gecorrigeerd voor leeftijd (65-74 jaar; 75+) en geslacht. Aantallen zijn afgerond op 100-tallen.
28
Speciale aandacht voor Turkse en Marokkaanse ouderen In opdracht van de gemeente Halderberge onderzocht de GGD de zorgbehoefte en eenzaamheid van Turkse en Marokkaanse ouderen. De helft van deze ouderen kan niet goed meedoen aan activiteiten vanwege gezondheidsproblemen. Ook hebben ze meer behoefte aan activiteiten in de eigen taal. Deze groep heeft weinig kennis over het zorgaanbod, maar de allochtone ouderen geven tegelijkertijd aan hiervan geen gebruik te willen maken. Dat komt door de taalbarrière. Ook missen ze bij de zorgvoorzieningen de aansluiting bij hun leefwijze.27
Kwetsbaarheid als voorspeller De kwetsbaarheid van oudere mensen is een betere voorspeller van aandoeningen, ziekten, zorggebruik en vroegtijdige sterfte dan hun leeftijd. Onderzoeker Robbert Gobbens ontwikkelde daarom de Tilburg Frailty Indicator (TFI) om deze kwetsbaarheid in kaart te brengen. Mensen van 75 jaar en ouder kunnen de vragenlijst zelf binnen een kwartier invullen. Dit is getest onder zelfstandig wonende 75-plussers in Roosendaal. Het is een waardevol hulpmiddel voor eerstelijnszorgverleners bij preventie en signalering.28
Voor meer informatie zie www.regionaalkompas.nl/west-brabant
29
Paraat! Om burgers te beschermen tegen mogelijke uitbraken van infectieziekten zijn voorbereiding en oefening noodzakelijk. De GGD West-Brabant schotelt gemeenten realistische oefenscenario’s voor.
Een jong kind op een kinderdagverblijf krijgt hoge
“De bestuurders moesten dus meteen aan de slag.
hun rollen duidelijk te krijgen.
koorts en een ongewoon bleke huid. De medewerkers
Dat ging erg goed: ze wisten elkaar snel te vinden.”
Bovendien kun je bij een oefening
reageren alert. Snel daarna ontvangt de burgemeester
jezelf die rol ook eigen maken.”
een telefoontje dat er hersenvliesontsteking is
Burgemeester verantwoordelijk
vastgesteld. Het was het begin van een oefencase, die
Volgens de gewijzigde Wet Publieke Gezondheid is de
Langere aanloop
de GGD en de GHOR onlangs uitvoerden met enkele
burgemeester vanaf 2012 verantwoordelijk voor de
Een uitbraak van een infectieziekte
leden van het gemeentebestuur van Alphen-Chaam en
voorbereiding op grootschalige bestrijding van zeer
verschilt veel van een ramp als de
Roosendaal. Bacteriële hersenvliesontsteking is een zeer
ernstige en besmettelijke infectieziekten. Dat zijn de
brand in Moerdijk. De afspraken
gevreesde aandoening die tot de dood of tot ernstige
zogenaamde A-ziekten, zoals een grote uitbraak van
voor opschaling zijn weliswaar
invaliditeit kan leiden, soms al binnen 12 uur. “In ons
kinderverlamming. “De wetgever zegt niet hoe de
grotendeels dezelfde, maar de
scenario leverde deze uitbraak veel maatschappelijke
burgemeester daar precies mee om moet gaan”, zegt
uitbraak van een besmettelijke
onrust op”, vertelt Ivanka van der Veeken, die namens
Ivanka. “We laten daarom in onze oefeningen ervaren
ziekte is vaak over langere tijd
GGD West-Brabant optrad als oefenleider.
hoe hij of zij die rol kan oppakken.”
uitgespreid. Een ziekte heeft meestal een ruimere aanloop. Vaak moet je
Het is vaak een wethouder die ‘volksgezondheid’ in
wachten op de uitslagen van testen.
portefeuille heeft, terwijl bij grote maatschappelijke
Een uitbraak kan een grote impact
onrust de burgemeester aan zet is en de
hebben en snel tot maatschappelijke
eindverantwoordelijkheid draagt. Hoe regel je
ontwrichting leiden. Een ander
sporthallen voor inentingen? Hoe geef je voorlichting
wezenlijk verschil is dat een
aan ouders? Welke hygiënemaatregelen moet je treffen?
infectieziekte zich vaak niet beperkt
Wat gebeurt er als je een gebouw moet sluiten?
tot een gemeentegrens. Op basis
“We zien dat bestuurders graag meedoen, omdat ze
van de bevindingen elders moet je
goed voorbereid willen zijn op dit soort vragen”, zegt
het beleid soms bijstellen, zoals dat
Ivanka. “Uit ervaring weten we dat een oefening een
gebeurde bij de Mexicaanse griep.
goede manier is voor gemeenten, GGD en GHOR om
30
Ivanka van der Veeken en Jos de Laat (r): “Voorbereiding op een crisis moet blijvend op de gemeentelijke agenda staan.”
“We zien risico’s van ziekten die van dier op mens worden overgedragen, zoals SARS en Q-koorts”, zegt Ivanka. “Infectieziekten zijn van alle tijden: er zullen zich steeds nieuwe ziekten ontwikkelen. Dit betekent dat de voorbereiding op een crisis blijvend op de gemeentelijke agenda moet staan.” Bij de case over hersenvliesontsteking zaten de bestuurders zo diep in de oefening, dat ze alles beleefden alsof het echt was. Na afloop waren
Jos de laat, adjunct-directeur GHOR Midden- en West-Brabant
ze blij dat het ‘maar’ een oefening was. “Ze wilden weten hoe het verhaal van de
‘Onderschat nooit de impact van een crisis’
oefencase afliep”, zegt Ivanka. “Dat maakt wel
“De uitbraak van een ernstige, zeer besmettelijke infectieziekte kan leiden tot ingrijpende strategische
duidelijk hoe intens ze het hadden beleefd.
keuzes voor het openbaar bestuur. Welke diensten houd je in stand? Hoe verdeel je de menskracht die
Het maakt je zeer bewust van wat er bij een
je beschikbaar hebt? De burgemeester moet over al deze zaken een besluit nemen, op basis van lokale
uitbraak kan gebeuren. Er zit veel werk in de
en landelijke adviezen. Samen met de GHOR en de GGD moet hij allerlei zaken regelen, zoals het nemen
voorbereiding, maar ik ben altijd blij om te zien
van veiligheidsmaatregelen of het sluiten van een gebouw.
hoe nuttig het is.”
Crisiscommunicatie wordt steeds belangrijker. De gemeente speelt hierin een centrale rol. Er hoeft niet altijd sprake te zijn van een grote ramp; ook tamelijk kleine incidenten kunnen een enorme maatschappelijke impact hebben. Dat komt doordat bijna iedereen een mobiele telefoon heeft en door de opkomst van social media. Die mogelijke gevolgen moet je dus nooit onderschatten.”
31
Paraat! Vaccinatiecampagne 2009 ‘Mexicaanse griep’ De Wereldgezondheidsorganisatie bestempelde in juni 2009 de verspreiding van het griepvirus Nieuwe Influenza-A tot een wereldwijde epidemie. Het virus is bekend geworden als ‘Mexicaanse griep’. De minister van VWS besloot in november alle kinderen van zes maanden tot vijf jaar te laten vaccineren,
West-Brabant Aantal gemeenten
18
Aantal priklocaties
10
evenals de huisgenoten van baby’s tot zes maanden.
Doelgroep (kinderen van 6 maanden tot 5 jaar en huisgenoten van de kinderen van 0 tot 6 maanden)
39.709
De GGD heeft in West-Brabant in totaal 78% van de doelgroep
Aantal toegediende vaccinaties (2 vaccinatierondes)
55.704
Manuren medische medewerkers (exclusief voorbereidingen en uitvoeringsuren buiten de locaties en spreekuren)
6.585
minimaal één keer gevaccineerd, 63% van de doelgroep is twee keer gevaccineerd.29
Negen minuten per griepvraag De callcenters in Middenen West-Brabant kregen in 2009 15.000 vragen over de vaccinatiecampagne tegen Mexicaanse griep. Ze hadden gemiddeld negen minuten nodig om de vraag te beantwoorden.
32
Gevolgen vervuilde lucht Welke gevolgen heeft vervuilde lucht in de omgeving op je gezondheid? Loes Geelen van Bureau Gezondheid Milieu en Veiligheid van GGD’en in Noord-Brabant en Zeeland onderzocht deze effecten op het verlies in levensjaren. Dat deed zij vanuit de Academische Werkplaats Medische Milieukunde. Daarnaast onderzocht zij hoe burgers hun milieu beleven. Gemeenten kunnen de onderzoeksresultaten gebruiken om prioriteiten te stellen in beleid. Ook zijn de resultaten bruikbaar bij de communicatie tussen bevolking en (plaatselijke) overheden.30
Voor meer informatie zie
Brand Moerdijk
www.regionaalkompas.nl/west-brabant
In januari 2011 leidde de brand bij Chemie-
Onderzoek maatschappelijke onrust
Pack in Moerdijk tot grote onrust onder de bevolking. De ramp kreeg veel media-
Gemeenten, GGD en GHOR hebben op
aandacht. De GGD West-Brabant verrichtte
gezette tijden te maken met incidenten:
samen met andere partijen een onderzoek
een uitbraak van infectieziekten, een
naar de gezondheidsklachten en -zorgen van
milieuverontreiniging of een psychosociaal
omwonenden. Ook brachten de GHOR en de
‘ongeval’. Incidenten zijn vaak aanleiding
GGD - in opdracht van de veiligheidsregio -
voor grote maatschappelijke onrust.
samen advies uit over de medische zorg in
Om die te beïnvloeden is het belangrijk
het gebied.
om te weten wat die onrust veroorzaakt
31
en hoe die verloopt. Met subsidie van De aanwezige kennis bij bedrijven over
ZonMw wordt nu in de Academische
chemische stoffen en gezondheid moet
Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant
beter worden benut, aldus de adviseurs.
wetenschappelijk onderzoek gedaan naar
Daarnaast moet er een medische post
crisisbeheersing. Dat onderzoek heet ‘Grip
komen op het industrieterrein. Ook dient de
op determinanten voor maatschappelijke
samenwerking tussen overheid, bedrijven en
onrust bij incidenten’.32
hulpverleners te verbeteren.
33
Seks met gevoel en verstand Steek niet alleen al je energie in de bestrijding van uitwassen van seksueel gedrag, maar zet ook in op preventie. Goede voorlichting via Sense bijvoorbeeld. Ine Dijkmans, functionaris Gezonde en Veilige Leefomgeving bij GGD West-Brabant, doet er alles aan om deze laagdrempelige spreekuren op de kaart te zetten.
Laatst sprak Ine Dijkmans met acht uit huis geplaatste
Grootste uitdaging
daarom omhoog, net als hun
jongeren. Ine hoorde hoe verleidelijk deze jongeren het
Met name laagopgeleide en niet-westerse seksueel
kennis over seks. Op het Sense-
vonden om zonder condooms te vrijen. Meisjes moeten
actieve jongeren lopen een hoger risico op seksuele
jongerenspreekuur kunnen
de pil maar slikken, vonden de aanwezige jongens. “Door
problemen, zoals soa of abortus op jonge leeftijd.
ze terecht voor objectieve
op een gewone manier te praten, probeer ik ze op een
De weerbaarheid van jongeren in relaties moet
informatie, ook anoniem.
andere manier hierover na te laten denken. Ik ben niet de mevrouw van wie niets mag. Wel zeg ik: denk na. Seks doe je met gevoel én verstand.”
Rubia Langeler (20), stagiaire Avans HBO-V Projectleider van het Sense@School voorlichtingsteam op middelbare scholen
Jongeren zijn volop bezig om elkaar te ontdekken en hun grenzen te verkennen. Jongeren vinden vaak
‘Voorlichting VOOR en DOOR jongeren’
van zichzelf dat ze al veel informatie hebben. “Maar
“Op scholen proberen we bespreekbaar te maken waar je grenzen liggen als het gaat om seksualiteit. Wanneer begin je over
jongeren wisselen vooral verhalen over excessen uit, zoals
condooms? Tijdens het vrijen of al daarvoor? Ik vind het belangrijk dat jongeren bewuster hun eigen wensen en grenzen
pornografische standjes”, weet Ine. “Het gaat weinig
aangeven. In mijn eigen omgeving laten jongeren zich gemakkelijk manipuleren of ompraten. Met alle bijbehorende negatieve
over alles wat dichtbij komt: je gevoel, je eigen lijf of het
gevolgen, zoals vroegtijdige zwangerschap, soa’s of psychische problemen. Ik zie hoe een vriendin wil wachten voor de eerste
aangeven van je eigen grenzen.”
keer, maar zich toch laat ompraten. Binnen een week is de verkering toch uit en haar zelfvertrouwen helemaal weg.
Jongeren gaan snel over die grenzen heen. Dat gebeurt
Ik vind Sense laagdrempelig. Je hoeft niet naar de huisarts, het is gratis, ‘anoniem’ en je kunt vertrouwd je verhaal kwijt bij één
onder meer door de toename van chatten en het gebruik
van de lieve en deskundige verpleegkundigen en artsen van het Sense-team.
van webcams. “Sommige meisjes zijn erg naïef met chatten. Er gaat al snel een bloesje uit. Maar als twee
Het is gemakkelijker om met een vreemde over seks te praten. Nog fijner is voorlichting VOOR jongeren en DOOR jongeren op
weken later de verkering uit is, kunnen de vastgelegde
scholen, zoals wij doen met het voorlichtingsteam. Een negatieve ervaring op het gebied van seks draag je je hele leven met je
opnamen een hard wapen zijn om mee te slaan.”
mee. Seks moet je ervaren als iets waar je zonder schaamte, boosheid of wantrouwen aan terugdenkt. Vrijen moet leuk zijn en leuk blijven!“
34
Rubia Langeler en Ine Dijkmans (r): “Het is belangrijk dat jongeren leren om bewust hun eigen grenzen aan te geven.”
De grootste uitdaging is om deze jongeren op het spreekuur te krijgen. Dat doet de GGD samen met het jongerenwerk, de jeugdhulpverlening en de zorgcoördinator van de scholen. “We zien leerkrachten en andere intermediairs als onze partners”, zegt Ine. “Als zij ons kennen, is het voor hen gemakkelijker om reclame te maken voor GGD. Een visitekaartje pak je ook sneller op als je het verhaal erachter kent. Daarnaast werken we samen met Avans HBO-V om jongeren ook door hun leeftijdgenoten te laten benaderen.” De GGD West-Brabant ziet bij de gemeenten graag meer expliciete aandacht voor seksuele gezondheid in de nota’s volksgezondheid. “Gemeentelijke doelstellingen geven ons veel mogelijkheden om onze preventieactiviteiten aan te koppelen”, zegt Ine. “Natuurlijk bestrijden we soa’s bij de GGD. Maar dat is een eindstation, waar een heel voortraject bij hoort. Om zichtbaarder te worden en voorlichting te geven over preventie moeten we veel stappen zetten.” Dankbaar is het geven van voorlichting wel. “Na een uur praten blijken jongeren er echt wat aan gehad te hebben”, zegt Ine. “Dan ben ik helemaal enthousiast, want daar doe ik het uiteindelijk voor. Sommige jongeren kunnen hun verhaal nergens kwijt. Ik vind geen enkele vraag gek en kan ze wat zelfvertrouwen teruggeven. Het is prachtig als de jongeren na afloop ook nog aangeven dat ze naar het spreekuur willen komen.”
35
Seks bij jongeren neemt toe Het percentage jongeren van 12 t/m 17 jaar dat wel eens geslachtsgemeenschap heeft gehad is in 2007 iets hoger dan in 2003. Ook hadden jongeren in 2007 vaker seksuele ervaringen tegen hun zin in.
Trends seks bij 12 t/m 17-jarigen
10
2003
2007
Heeft wel eens geslachtsgemeenschap gehad
16%
17%
Heeft wel eens onveilig gevreeën
8%
9%
Heeft seksuele ervaring tegen zijn/haar zin in
5%
6%
Gedwongen seks bij jongeren
Seks met gevoel en verstand Uit het landelijke onderzoek ‘Seks onder je 25e’33 blijkt dat: • één op de vijf à zes meisjes tussen de 12 en 25 jaar wel eens tot seks gedwongen is, tegenover één op de 25 jongens. • één op de zeven à acht meisjes overgehaald werd (of in zeldzame gevallen gedwongen) bij de eerste geslachtsgemeenschap. • Surinaamse en laagopgeleide meisjes bij de eerste keer relatief vaak werden overgehaald.
Jongeren bezoeken vaker Sense-spreekuur Sense is een laagdrempelig vorm van seksuologische hulpverlening, speciaal voor jongeren tot en met 24 jaar. In 2010 bezochten 113 jongeren dit spreekuur. Het aantal bezoekers is toegenomen in 2011; tot de peildatum 23 november hebben in 2011 131 jongeren het spreekuur bezocht.
36
Meer soa’s in West-Brabant
3000 2500 -
voor een consult over een seksueel overdraagbare
2000 -
aandoening (soa). Dat is 10% meer dan in 2009.
-
Het aandeel jongeren tot 25 jaar steeg daarbij van
1500 -
42% in 2009 naar 50% in 2010.34
1000 -
Van alle bezoekers had 13% een of meer soa’s uit de
-
‘big five’: chlamydia, gonorroe, besmettelijke syfilis, hiv
500 -
en acute hepatitis B. Bij jongeren tot 25 jaar nam dit
-
Voor meer informatie zie
In 2010 kwamen 2.980 mensen bij de GGD West-Brabant
-
www.regionaalkompas.nl/west-brabant
Soa-consulten GGD West-Brabant 2000 - 2010 34
percentage toe van 14% in 2009 naar 15% in 2010. 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Bij bezoekers vanaf 25 jaar bleef het percentage gelijk. Bij mannen die seks hebben met mannen werd vaker een soa gevonden, namelijk bij 19%.
Seksueel risicogedrag als trend
Van de bezoekers is 6% van niet-Nederlandse afkomst. Dat is relatief veel, want het percentage nietNederlanders van de totale bevolking in West-Brabant bedraagt 3,7%. Onder hen zijn veel prostituees uit
De gemeente Geertruidenberg
Oost-Europa en swingers uit België (man/vrouw stellen
informeerde bij huisartsen naar
die andere stellen ontmoeten voor seks of blijvende
gezondheidsthema’s in hun praktijk.
intieme vriendschappen). Antillianen hebben relatief
Zijn er naast overgewicht, roken,
vaak een soa, zo weten we uit ander onderzoek.
alcoholgebruik en stress andere
Zij laten zich echter weinig zien op het soa-spreekuur
belangrijke trends zichtbaar?
van GGD. Er zijn relatief weinig cliënten afkomstig
De huisartsen noemden daarbij het
uit Roosendaal. Mogelijk is dit het gevolg van de
toenemend seksueel risicogedrag onder
spreekuurlocaties, die zijn gevestigd in Breda en
de jeugd.
Bergen op Zoom.
37
Binnen boord Dak- en thuislozen, mensen met meerdere problemen en woningvervuilers vallen in de samenleving buiten de boot. Dat kan een gevaar opleveren voor hun eigen gezondheid of die van hun omgeving. Om hen binnen boord te houden is een goed uitgerust vangnet nodig, waarbij betrokken organisaties intensief samenwerken.
Er is een beperkt aanbod van leegstaande woningen, maar
eigen kracht, maar een groot deel heeft daarnaast ook
deze kunnen lang niet altijd benut worden om dreigende
levenslange begeleiding nodig”, zegt Emi. “Soms betekent
dakloosheid te voorkomen. Dat is de ervaring van Emi van
dat even wat steun van een hulpverlener. We nemen niets
den Ouweland, sociaal verpleegkundige op het Meldpunt
uit handen wat ze zelf ook kunnen.”
Zorg en Overlast van de GGD West-Brabant. Mensen die
Gezinnen en mensen met kinderen kunnen in geval van
hun huis uit moeten, vallen ook bij de regelgeving vaak
crisis geplaatst worden in de crisisopvang. Daarnaast is
buiten de boot, vertelt Emi. Zo moest een moeder met drie
er behoefte aan meer woongelegenheden waar mensen
kinderen uit haar woning vanwege grote huurachterstand.
met kinderen, huisdieren of een verslaving terecht
“Deze moeder had alles gedaan wat ze volgens de regels
kunnen. In het kader van het Stedelijk Kompas komen er
moest doen, maar ik kon haar buiten de crisisopvang niets
in Breda daarom twee nieuwe woonvoorzieningen voor
aanbieden. Dat geeft een groot gevoel van onmacht.”
verslaafden.
Emi brengt de problemen in kaart van mensen die tussen wal en schip vallen en overlegt met andere hulpverleners
Potje achter de hand
over passende opvang. Deze groep kampt vaak met
Een extra risico voor deze groep mensen zijn
meerdere problemen waarbij de GGD een rol speelt, zoals
gemeentelijke bezuinigingen en de eigen bijdrage voor
infectieziekten, gebrekkige hygiëne en verslaving.
de GGZ. “Voor deze kwetsbare groep is het nodig om een bijzonder potje achter de hand te hebben”, vindt Emi.
38
Stedelijk Kompas
“Gemeenten worden terughoudender om mensen met
Volgens het Stedelijk Kompas voor maatschappelijke
grote huurachterstanden bijzondere bijstand te verlenen.
opvang van de gemeente Breda en de regiogemeenten
Toch voorkom je daarmee vaak andere problemen. Als je
dient in 2013 tenminste 60% van de geregistreerde dak-
vooruitdenkt, bespaar je juist geld. Daarbij komt dat de
en thuislozen ‘regulier en duurzaam’ gehuisvest te zijn.
mensen die zich voor de crisis goed konden redden, nu ook
Een woning is een essentiële stap om het leven van deze
aankloppen voor hulp. Hierbij komt een nieuwe doelgroep
groep weer op de rails te krijgen. “We stimuleren hun
in beeld.”
Emi van den Ouweland en Semmy van Eil (r) : “Een goede samenwerking is een vereiste om goede zorg te kunnen bieden aan de kwetsbaren in de samenleving.”
Voor deze doelgroep werkt de GGD nauw samen met onder meer de politie, woningcorporaties en diverse hulpverleners. “Vaak is het niet specifiek één probleem dat bij één instelling thuishoort. Een goede samenwerking met creatieve hulpverleners is een vereiste om goede zorg te kunnen bieden aan de kwetsbaren in de samenleving. Het ontbreekt soms ook aan doorzettingsmacht om echt dingen te bereiken. We zetten soms de stadsmariniers in, die onder de burgemeester vallen. Maar overal stuiten we op mitsen en maren. Zeker bij dreigende dak- en thuislozen hebben we goede voorzieningen nodig om afglijden te voorkomen.”
Semmy van Eil, ambulante woonbegeleider bij het Woonbureau van de Stichting Maatschappelijke Opvang Breda e.o. ‘Eerst gericht naar problemen luisteren’ “De woningbouwvereniging schakelt ons in bij zorgen over een grote huurachterstand of voor intensieve begeleiding van iemand die overlast of vervuiling veroorzaakt. We kijken wat iemand nodig heeft om weer gewoon mee te draaien, soms samen met de GGD. Onze begeleiding is heel laagdrempelig. Omdat er veel gebeurd is in hun leven, zijn deze mensen vaak wantrouwend geworden. Respect is daarom belangrijk. Na een klacht over stank en muizen van de buren kwam ik samen met de GGD onlangs in een ernstig vervuilde woning terecht. De man verzamelde overal oude spullen, vuilnis en stapels post. In de woning was geen enkele plek om te gaan zitten. Samen hebben we gespecialiseerde thuiszorg en bijzondere bijstand aangevraagd voor de bewoner. De samenwerking met andere organisaties verloopt prettig en maakt veel dingen mogelijk. Iedereen kan vanuit zijn eigen professie werken. We moeten wel blijven waken dat het allemaal goed op elkaar aansluit. Onze hulp moet bovendien aansluiten op de daadwerkelijke vraag van deze mensen. We hebben als begeleiders de neiging om aan te pakken: meteen een schuldsanering regelen of een schoonmaakbedrijf inschakelen. Het is beter eerst gericht naar de problemen te luisteren en het tempo van de cliënt te volgen. Eerst vertrouwen opbouwen, want daar kom je verder mee.”
39
Binnen boord Meer meldingen bij Meldpunt Zorg en Overlast Bij het Meldpunt Zorg en Overlast kunnen burgers en
doen onderzoek en zoeken vervolgens naar een
tot bemoeizorg. De overige meldingen zijn opgelost
professionals laagdrempelig zorgwekkende situaties
passende hulpverlenende instantie.
met reguliere hulpverlening, doorverwijzing naar de
in hun omgeving melden. De medewerkers van het
De afgelopen jaren is het aantal meldingen enorm
huisarts, de hulp van mantelzorgers of een advies aan de
Meldpunt maken een inschatting van het probleem,
toegenomen. In 2011 leidden 235 van de 811 meldingen
melder.35
Aantal meldingen 2009
450
Aantal meldingen 2010
725
Aantal meldingen 2011
811
Meldingen per gemeente in 2011
40
Breda
299
Roosendaal
76
Bergen op Zoom
47
Oosterhout
40
Etten-Leur
38
Overige gemeenten
311
Aantal ernstige woningvervuilingen in 2011
114
Breda
37
Roosendaal
19
Bergen op Zoom
14
Overige gemeenten
44
Bijna 8.000 jongeren leiden een zwervend bestaan Het gaat hierbij om jongeren in Nederland onder de 23 jaar die dakloos zijn en met meerdere problemen kampen, zoals verslaving, schulden, werkeloosheid en contacten met justitie. Eind 2011 startte landelijk een ondersteuningsprogramma dat centrumgemeenten moet stimuleren om creatieve oplossingen
Meer overlast door eigen bijdrage GGZ
voor de zwerfjongeren te zoeken.36
“De eigen bijdrage voor zwaar psychiatrische patiënten en de
In de samenleving vallen steeds meer mensen buiten de boot
bezuinigingen in de GGZ gaan tot grote overlast
Dak- en thuislozen, psychiatrische patiënten en woningvervuilers leveren een
leiden in de steden. Er
gevaar op voor hun eigen gezondheid. Maar ook voor de gezondheid en het
komen meer verslaafden,
veiligheidsgevoel van hun omgeving. De GGD werkt slim samen met andere
zwervers en psychotische
ketenpartners. Zo kunnen we signalen snel op pakken en mensen de juiste
personen op straat.”
ondersteuning bieden om hun leven weer beter op orde te krijgen. Nu er
Dit voorspelt Hans Slijpen
door bezuinigingen op de zorg en door de economische en maatschappelijke
van de politie Utrecht
ontwikkelingen steeds meer van deze mensen komen, is een goed en
namens de landelijke
voldoende vangnet extra belangrijk.
GGZ-expertgroep van de politie. Deze expertgroep vertegenwoordigt alle Nederlandse korpsen.37
Voor meer informatie zie www.regionaalkompas.nl/west-brabant
41
assa u
Wes t-B
m
nt
ert raba
Zund
iche
ht
ndam drec Wou dr
Woe ns
gen
hen nber Wer ke
Stee
al
ut enda
erho
rdijk
Rucp
Roos
Oost
Moe
rg
ur
n
a
rge
enbe
n-Le
mele
Bred
erbe
truid
Ette
Drim
en o p Zo om
le-N
Hald
Geer
Berg
Baar
haam
urg
Voor meer informatie zie
en-C
Aalb
assa
Wes t-B
m
nt
ert raba
Zund
iche
ht
ndam drec Wou dr
Woe ns
gen
hen nber Wer ke
Stee
al
ut enda
erho
rdijk
Rucp
Roos
Oost
Moe
rg
ur
n
a
rge
enbe
n-Le
mele
erbe
truid
Ette
Drim
Bred
u en o p Zo om
Hald
Geer
Berg
urg
haam
le-N
en-C
Aalb
Overgewicht
Alph
42 Baar
Alph
Vergelijk uw gemeente
In beweging (volwassenen) BMI > 25 kg/m2 14
60% -
-
50% -
-
40% -
-
30% -
Voldoet niet aan Nederlandse Norm Gezond Bewegen (volwassenen) 14
50% -
-
40% -
-
30% -
-
20% -
www.regionaalkompas.nl/west-brabant
u
Wes t-B
nt
ert
m
Heeft wel eens onveilig gevreeën (jongeren)
raba
Zund
iche
ht
ndam drec Wou dr
Woe ns
gen
hen nber Wer ke
Stee
al
ut enda
erho
rdijk
Rucp
Roos
Oost
Moe
rg
ur
n
a
rge
enbe
n-Le
mele
erbe
truid
Ette
Drim
Bred
en o p Zo om
Hald
Geer
Berg
assa
haam
le-N
en-C
Baar
Alph
urg
Seks met gevoel en verstand
Aalb
assa
Wes t-B
m
nt
ert raba
Zund
iche
ht
ndam drec Wou dr
Woe ns
gen
hen nber Wer ke
Stee
al
ut enda
erho
Rucp
Roos
Oost
rge
rg
ur
n
a
rdijk
erbe
enbe
n-Le
mele
Moe
Hald
truid
Ette
Drim
Bred
u en o p Zo om
le-N
Bingedrinkers
Geer
Berg
urg
haam
Aalb en-C
Baar
Alph
Think before you drink (jongeren) Drinkt > 5 drankjes alcohol/gelegenheid, afgelopen 4 weken 13
50% -
-
40% -
-
30% -
-
20% -
13
20% -
-
15% -
-
10% -
-
5% -
43
44 assa u
Wes t-B
nt
ert raba
Zund
m
ht iche
drec Wou dr
Woe ns
gen ndam
nber Wer ke
Stee
hen
al
ut enda
erho
rdijk
Rucp
Roos
Oost
Moe
rg
ur
n
a
rge
enbe
n-Le
mele
erbe
truid
Ette
Drim
Bred
en o p Zo om
le-N
Hald
Geer
Berg
Is (zeer) ernstig eenzaam
Baar
Is eenzaam 15
haam
(ouderen)
en-C
Eenzaamheid
Alph
Wes t-B
m
nt
ert raba
Zund
iche
ht
ndam drec Wou dr
Woe ns
gen
hen nber Wer ke
Stee
al
ut enda
erho
rdijk
Rucp
Roos
Oost
Moe
rg
ur
n
a
rge
enbe
n-Le
mele
Bred
erbe
truid
Ette
Drim
assa u en o p Zo om
le-N
Hald
Geer
Berg
urg haam
Aalb en-C Baar
Alph
15
urg
Geeft momenteel mantelzorg (ouderen)
Aalb
Grijs en wijs Voor meer informatie zie
www.regionaalkompas.nl/west-brabant
12% 10% 8% 6% 4% 2% -
60% -
50% -
40% -
30% -
-
20% -
-
10% -
-
Academische werkplaatsen Wat is een academische werkplaats? GGD-medewerkers van West-Brabant werken via
De academische werkplaatsen ondersteunen
onderzoeksprojecten samen met diverse universi-
GGD-medewerkers en gemeenten bij het
teiten in Nederland, zodat we altijd kritisch naar
uitwerken van een kennisvraag. Samen met de
ons eigen werk blijven kijken en onze klanten zo
professional wordt een voorstel gedaan hoe
goed mogelijk van dienst kunnen zijn. De vorm die
de vraag te beantwoorden. Het aanvragen van
we hiervoor gebruiken is een academische werk-
subsidie kan daarbij horen. Ook hebben we
plaats. De werkplaats legt een verbinding tussen
via de academische werkplaatsen eenvoudig
Uit de praktijk van de academische werkplaats
praktijk, beleid en onderzoek door de inzet van
toegang tot een groot netwerk van nationale
Per 1 november 2010 is er binnen de Academische
science practitioners. Dit zijn professionals van de
en internationale experts op het gebied van de
Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant (AWPG Brabant)
GGD, die parttime verbonden zijn aan de academi-
publieke gezondheidszorg.
een kennismakelaar gestart. De kennismakelaar
sche werkplaats.
beantwoordt binnen West-Brabant actuele kennisvragen op het terrein van Publieke Gezondheid (PG) en Openbare
De GGD West-Brabant neemt deel aan drie academische werkplaatsen
Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ). De nadruk ligt op lokale beleidsvraagstukken vanuit gemeenten. De doelstelling is dat deze kennisvragen
Academische Werkplaats
Academische Werkplaats
Academische Werkplaats
op korte termijn (3-6 maanden) op wetenschappelijk
Publieke Gezondheid
Medische Milieukunde
Amphi
verantwoorde wijze worden beantwoord. De resultaten
Brabant (AWPG Brabant)
In deze werkplaats voert het
In deze werkplaats werken
worden verspreid naar alle betrokkenen. Zo is onlangs
In deze werkplaats werkt GGD
Bureau Gezondheid, Milieu
GGD’en samen met het
een procesevaluatie uitgevoerd naar diverse
West-Brabant samen met de
en Veiligheid (Bureau GMV)
UMC St. Radboud. Vragen uit
beleidsmaatregelen rondom alcoholgebruik onder
andere Brabantse GGD’en, het
een onderzoek uit naar
de praktijk en beleid van de
jongeren bij een evenement in de gemeente Oosterhout.
RIVM en Tranzo/Universiteit van
het inschatten van lokale
infectieziekten en integraal
Tilburg. In de A WPG Brabant
milieugezondheidsrisico’s.
gezondheidsbeleid staan
Tot 2015 kunnen actuele onderzoeksvragen vanuit een
is onder andere de regionale
Bureau GMV werkt in dit
hierbij centraal.
gemeente aan de kennismakelaar worden voorgelegd.
volksgezondheids toekomst
project samen met de Radboud
Indien deze vraag in aanmerking komt voor het project,
verkenning ontwikkeld
Universiteit Nijmegen.
wordt deze kosteloos behandeld.
en vinden verschillende onderzoeken binnen de
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
jeugdgezondheidszorg plaats.
GGD West-Brabant via
[email protected]
45
Bronnenoverzicht 1. GGD West-Brabant. Rapporten bemoeizorg. 2008-2011. 2. GGD West-Brabant. Gezondheidssituatie 0-11 jarigen in West-Brabant. 2009. www.gezondheidsatlas.nl. 3. Hermanns J, Ory F, et al. Helpen bij opgroeien en opvoeden: eerder, sneller en beter. Een advies over vroegtijdige signalering en interventies bij opvoed- en opgroeiproblemen. Utrecht: Inventgroep, 2005. 4. Nederlands Jeugd Instituut. Feiten en cijfers jeugd en opvoeding. Multiprobleemgezinnen. www.nji.nl. 5. Rots-de Vries C, Kroesbergen I, Van de Goor I. Armoede en gezondheid van kinderen.
www.gezondheidsatlas.nl. 12. GGD West-Brabant. Ouderenmonitor, 2006-2009. www.gezondheidsatlas.nl. 13. GGD West-Brabant. Jeugdmonitor 12 t/m 18, 2007. www.gezondheidsatlas.nl. 14. GGD West-Brabant. Volwassenenmonitor, 2009. www.gezondheidsatlas.nl. 15. GGD West-Brabant. Ouderenmonitor, 2009. www.gezondheidsatlas.nl. 16. ABF Research B.V. Primos 2011. Delft. 2011. 17. Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en
Praktische handleiding voor interventie.
Sport. Gezondheid dichtbij. Landelijke nota
Breda: GGD West-Brabant, 2009.
gezondheidsbeleid. 2011.
6. Rots-de Vries C, Kroesbergen I, Van de Goor I. Bemoeizorg voor gezinnen. Handleiding voor
18. GGD West-Brabant. www.gezondheidsatlas.nl. 19. Franken F, Mulder J. Alcoholverstrekking aan
interventie door de jeugdgezondheidszorg.
jongeren onder de 16 jaar. Nalevingsonderzoek West-
Breda: GGD West-Brabant, 2009.
Brabant. Utrecht: STAP (Nederlands instituut voor
7. Inspectie voor de Gezondheidszorg. Staat van de gezondheidszorg 2010. Meer effect mogelijk van publieke gezondheidszorg. Utrecht, 2010. 8. Hoeymans N, Melse JM, Schoemaker CG (red.).
alcoholbeleid), 2011. www.thinkbeforeyoudrink.nl. 20. GGD West-Brabant. Projectplan regionale aanpak alcohol en jongeren in West-Brabant. 2009. 21. Martens R. Preventie van alcoholconsumptie door
Gezondheid en determinanten. Deelrapport van de
jongeren onder de 16 bij evenementen. Ervaringen
volksgezondheid toekomst verkenning 2010 Van
tijdens Parkfeest 2011 (Oosterhout). 2011.
gezond naar beter. Bilthoven: RIVM, 2010. 9. GGD West-Brabant. Jeugdmonitor 0 t/m 11, 2008. www.gezondheidsatlas.nl. 10. GGD West-Brabant. Jeugdmonitor 12 t/m 17, 2003-2007. www.gezondheidsatlas.nl.
46
11. GGD West-Brabant. Volwassenenmonitor, 2005-2009.
22. Provincie Noord-Brabant. Kaart met integrale dorpontwikkelingsplannen en wijkprojecten. http://www.brabant.nl/kaarten/zorg-en-welzijnkaarten/integrale-dorpontwikkelingsplannen-enwijkprojecten-per-november-2010.aspx.
23. Woldendorp H, Spigt H. De zelfregulerende burger in een regelgevende gemeente! Zorg en Welzijn, 23 november 2011. http://www.mozaak.nl/Downloads/Algemeen 24. Van Wetten J (red). Een groene gezonde wijk. Inspiratie voor de praktijk. 2010. www.groenendestad.nl. 25. Alliantie Gezond Brabant. Naar een gezond Brabant. Strategienota integraal gezondheidsbeleid. 2011. 26. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Volksgezondheid toekomst verkenning. Toolkit regionale VTV. Bilthoven: RIVM, 2011. www.toolkitvtv.nl. 27. GGD West-Brabant. Samen aan Zet! Onderzoek naar
31. GGD West-Brabant en GHOR Midden- en West-Brabant. Gezondheidszorg op haven- en
Meer informatie?
industrieterrein Moerdijk, advies. 13 oktober 2011.
De GGD heeft meer onderzoeksinformatie over
32. Dierx J, Van Veggel I. Grip op determinanten voor maatschappelijke onrust bij incidenten.
en www.ggdgezondheidsatlas.nl is er een
Subsidieaanvraag, 2011.
uitgebreide database beschikbaar met
33. De Graaf H, Meijer S, et al. Seks onder je 25 . Seksuele e
gezondheid van jongeren in Nederland anno 2005.
2011. 35. GGD West-Brabant. Nieuwsbrief meldpunt zorg en overlast. 2011. www.ggdwestbrabant.nl. 36. Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Beleidsvoornemens maatschappelijke opvang en zwerfjongeren. Kamerbrief 5 juli 2011.
approach. Universiteit van Tilburg, 2010. 29. Scholte N, Corré J. Evaluatie vaccinatiecampagne nieuwe influenza A (H1N1). 2010. 30. Academische Werkplaats Medische Milieukunde.
18 gemeenten in de regio.
Delft: Eburon, 2005. www.seksonderje25e.nl.
Marokkaanse ouderen in de gemeente Halderberge. 2010.
gezondheids- en welzijnsgegevens van alle
34. GGD West-Brabant. Jaarverslag SOA spreekuren 2010.
de zorgbehoefte en eenzaamheid van Turkse en
28. Gobbens R. Frail elderly. Towards an integral
uw gemeente. Via www.regionaalkompas.nl
Voor meer informatie zie www.regionaalkompas.nl/west-brabant
37. De Volkskrant, 8 oktober 2011.
Vragen? Heeft u nog vragen, behoefte aan verdieping of stelt u een presentatie op prijs, dan kan uw GGDbeleidsadviseur u helpen. Neem contact op met
De gezondheidseffecten van verontreinigde lucht
GGD West-Brabant via
[email protected]
in de directe omgeving van de bevolking en de
of 076-528 22 89.
risicobeleving hiervan. 2010. www.academischewerkplaatsmmk.nl.
47
GGD West-Brabant Postbus 3024 5003 DA Tilburg T 076 - 528 20 00 F 076 - 521 60 62 E
[email protected] I www.ggdwestbrabant.nl