1
Adalbert Basisschool Koningin Julianastraat 5A 6585 XP Mook
ANTI- PESTPROTOCOL
Anti-pestprotocol, Adalbert Basisschool, Mook
aug 2013
2 INHOUD
Inleiding
blz 3
1. Wat verstaan wij onder (cyber)pesten?
blz 4
2. Waarom een anti-pestprotocol?
blz 5
3. Uitgangspunten van preventief beleid
blz 6
3.1. De vijf-sporen-aanpak bij pestgedrag 3.1.1 Steun voor het kind dat gepest wordt 3.1.2 Steun voor het kind dat zelf pest 3.1.3 Steun voor de middengroep 3.1.4 Steun bieden aan de ouders 3.1.5 Steun bieden aan de leraar
blz 8
4. Stappenplan bij de aanpak van pesten
blz 11
5. Protocol cyberpesten
blz 12
6. Informatiebronnen
blz 14
7. Bijlage: Pesten: waar kan ik terecht?
blz 15
(Informatie van het Ministerie van OCW)
Anti-pestprotocol, Adalbert Basisschool, Mook
aug 2013
3
INLEIDING Voor jullie ligt het anti-pestprotocol van onze school. In dit protocol beschrijven we hoe we het pesten op onze school willen voorkomen en aanpakken. Het geeft aan welke stappen de school zet in geval van pesten. We beschrijven ook hoe wij als school met cyberpesten omgaan. Het anti-pestprotocol maakt onderdeel uit van ons algemene veiligheidsplan1. Onze leerlingen hebben recht op een onbezorgde schooltijd, die in het teken staat van ontwikkelen, ontdekken en leren. Wij willen dat onze leerlingen zich veilig voelen op onze school. Zij moeten zich harmonieus en op een positieve wijze kunnen ontwikkelen. Pesten is een groot probleem dat zeer schadelijk is voor alle betrokkenen. We nemen duidelijk stelling tegen pesten in de geest van ‘dit doen wij hier niet’. We zetten ons in om pestgedrag te voorkomen. Als het pestgedrag zich toch voordoet, zullen we het samen krachtig aanpakken volgens afspraken in dit protocol. Wij vinden het belangrijk dat kinderen en volwassenen op een respectvolle wijze met elkaar omgaan. Op onze school gelden daarom voor iedereen 3 regels: - Iedereen hoort er bij, dus óók jij. - Wees aardig tegen iedereen, dan krijg je vrienden om je heen. - Wees netjes en beleefd, zodat je het goede voorbeeld geeft. Kinderen en leerkrachten maken samen aan het begin van het nieuwe schooljaar de groepsregels in de geest van bovenstaande regels. Bij de start van een nieuw thema uit ‘Kinderen … en hun Sociale Talenten’ wordt dit toegelicht in de Nieuwsbrief, zodat de ouders weten waarover hun kind praat in de groep. Om gezamenlijk continue aandacht te blijven besteden aan het welzijn van onze leerlingen is in 2013 de Werkgroep SOVA opgericht die bestaat uit vertegenwoordigers van de ouders en de school. Als er op school structureel aandacht wordt besteed aan pesten, dan zullen zich ongetwijfeld zo nu en dan toch kleine voorvallen voordoen (‘kleine golven’). Wordt er alléén aandacht besteed aan pestgedrag als zich calamiteiten voordoen, dan krijgen we waarschijnlijk te maken grote conflicten en emoties (‘hele hoge golven’).
Hoge golven
1
het Veiligheidsplan, de methode ‘Kinderen en hun Sociale Talenten’ en andere documenten die in dit protocol worden vermeld liggen ter inzage bij de schoolleiding
Anti-pestprotocol, Adalbert Basisschool, Mook
aug 2013
4
1. WAT VERSTAAN WIJ ONDER (CYBER)PESTEN? Pesten is het gedrag waarbij één persoon herhaald en gedurende langere tijd door een of meerdere anderen bejegend wordt op manieren die leiden tot fysieke verwonding en/of psychisch lijden. Pesten is een vorm van zinloos geweld. Cyberpesten is een bijzondere vorm van pesten; leerlingen worden via social media herhaald en gedurende langere tijd negatief bejegend. Plagen en pesten worden vaak door elkaar gehaald. Kinderen noemen bijna alle ‘vervelende voorvallen’ pesten. Plagen gaat in onze ogen tussen twee mensen die elkaar aankunnen. De geplaagde kan zich verdedigen als dat nodig is. Het geplaag duurt meestal kort en is vriendelijk of zelfs grappig bedoeld. We spreken over pesten als de gepeste zich niet of moeilijk kan verdedigen en de pester alle macht heeft. Pesten komt steeds weer terug en is kwetsend bedoeld. Voorbeelden van specifiek pestgedrag: Verbaal vernederen, schelden, dreigen, belachelijk maken, uitlachen, een bijnaam geven, gemene briefjes schrijven Fysiek duwen, trekken, spugen, schoppen, laten struikelen, krabben, bijten, aan de haren trekken Intimidatie iemand achtervolgen, opwachten, de doorgang versperren, klem zetten, dwingen om iets te doen of te kopen Isolatie ervoor zorgen dat kinderen niet mogen deelnemen aan spel of activiteiten, uitsluiten Stelen of vernielen afpakken, beschadigen of kapotmaken van spullen of kleding, banden leksteken Cyberpesten vernederen, schelden, dreigen, belachelijk maken, uitlachen, een bijnaam geven, via SMS, WhatsApp, E-mail, Chat, Facebook, twitter, Hyves of andere sociale media.
Iemand buitensluiten
Anti-pestprotocol, Adalbert Basisschool, Mook
aug 2013
5
2. WAAROM EEN ANTI-PESTPROTOCOL? De Adalbert Basisschool biedt haar leerlingen een veilig pedagogisch klimaat, waarin zij zich harmonieus en op een positieve wijze kunnen ontwikkelen. Met een anti-pestprotocol willen we als school laten zien dat wij onderkennen dat pesten een groot probleem is, en dat wij pesten op onze school niet tolereren. Wij treden direct op wanneer er sprake is van pesten en willen de pesters duidelijk maken dat wat zij doen, risico met zich meebrengt. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan! Een anti-pestprotocol geeft kinderen, leerkrachten en ouders duidelijkheid over hoe gehandeld wordt wanneer er gepest wordt. Door het protocol te volgen ontstaat een samenwerking tussen leerkracht, pester, gepeste, overige klasgenoten en ouders (vijf-sporen-aanpak). Daarbij worden gebeurtenissen die te maken hebben met de pestsituatie vastgelegd, zodat het verloop gevolgd kan worden. Hierdoor ontstaat helderheid voor alle partijen. Wij vinden het voorbeeldgedrag van de leerkrachten en de ouders thuis van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden ‘opgelost’ maar uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en leerlingen wordt niet geaccepteerd. Leerkrachten en ouders horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen. Het anti-pestprotocol; - helpt om pesten op onze school te voorkomen (preventief) en aan te pakken (curatief), - is belangrijk voor alle betrokkenen om op terug te vallen in voorkomende situaties, en - is een onderdeel van de leergang ‘sociaal emotionele vorming’ en het Veiligheidsplan Met het inzetten van dit protocol zorgt de school (directie, medewerkers, medezeggenschap en stichting) ervoor dat: - zij voorkomt dat pestgedrag ontstaat - zij hulp biedt aan: gepeste kinderen, pesters, de ‘zwijgende’ middengroep, ouders en leerkrachten, - zij een vertrouwenspersoon aanstelt in de school, - zij leerlingen, leerkrachten en ouders bewust maakt van het probleem, - zij voorlichting geeft aan alle betrokkenen, en - zij een klachtenregeling hanteert (zie schoolgids deel A). Het anti-pestprotocol wordt tweejaarlijks geëvalueerd en zo nodig bijgesteld, waarna het in de schoolgids en op de website wordt gepubliceerd.
Anti-pestprotocol, Adalbert Basisschool, Mook
aug 2013
6
3. UITGANGSPUNTEN VAN PREVENTIEF BELEID De school vindt het belangrijk dat zij een beleid heeft waar alle betrokkenen op terug kunnen vallen. Het is beter om te voorkomen dat pestgedrag ontstaat dan dat het moet worden aangepakt. Zij heeft daarom voor de verschillende betrokkenen uitgangspunten geformuleerd, die helpen bij het adequaat voorkomen van, en reageren op, pestgedrag. De school (leraren, schoolleiding, onderwijsondersteunend personeel, TSO, BSO): - Stimuleert dat kinderen zich veilig voelen en serieus worden genomen. Het kind kan steeds een luisterend oor vinden. - Staat open voor signalen en opmerkingen van ouders en neemt deze serieus. - Zorgt ervoor dat er voor de kinderen duidelijke schoolregels en afspraken zijn. Deze worden regelmatig in de groep herhaald en consequent toegepast. - Vindt het belangrijk dat kinderen graag naar school komen. Kinderen leren elkaar te accepteren en goed met elkaar om te gaan. Dit wordt bevorderd middels kringgesprekken, door direct te reageren op bepaalde situaties, door kinderen te leren om te verwoorden wat ze voelen wat wel leuk is en wanneer het niet meer leuk is. - Pakt pestgedrag direct aan. Pesten wordt als een probleem gezien door alle betrokken partijen: leerkrachten, ouders en leerlingen. - Vraagt van elke leerkracht alert te reageren op situaties in de groep, op de speelplaats, in de gangen en bij de Tussenschoolse Opvang (TSO); ook al gaat het niet om leerlingen uit de eigen groep. - Stelt bij signalen meteen de betreffende leerkracht waar het kind bij in de groep zit op de hoogte. - Bespreekt tijdens vaste overlegmomenten hoe het met de risicokinderen gaat. - Bespreekt tijdens bijeenkomsten van de Oudercontactgroepen en de Kidz in Gesprek (kinderraad) de sfeer in de groep en het pesten. - Streeft naar draagvlak bij de ouders met betrekking tot het anti pestbeleid. De leerkracht: - Zorgt voor een open sfeer binnen de groep. Hij/zij maakt hiervoor (ook tussentijds) tijd vrij en stelt het regelmatig aan de orde waardoor de kinderen vertrouwen hebben in hun leerkracht. - Stelt samen met de kinderen aan het begin van het schooljaar de groepsregels op, als aanvulling en nadere invulling van de schoolregels. Zowel schoolregels als groepsregels zijn zichtbaar in het klaslokaal opgehangen. In alle groepen worden de groepsregels opgesteld door de leerkracht en de leerlingen samen. - Staat open voor problemen binnen de groep en neemt de kinderen serieus. - Behandelt wekelijks een les uit de methode ‘Kinderen en hun Sociale Talenten’ - Praat regelmatig, en al dan niet in het kader van een methode, of na aanleiding van een incident, met de kinderen over - hoe de leerkracht zelf zal reageren op pestgedrag - of lukt het om de afgesproken leef- en groepsregels na te leven - samen een oplossing zoeken voor een probleem - de gevolgen van pestgedrag - elkaar accepteren zoals we zijn - normen en waarden - het leren stellen van eigen grenzen - openstaan voor gedachten van anderen en die respecten - het goede voorbeeld geven. Anti-pestprotocol, Adalbert Basisschool, Mook aug 2013
7 -
Overlegt bij problemen in de groep met collega's, de interne begeleider, de interne vertrouwenspersonen en de directie. Pakt pestgedrag meteen krachtig aan. Bespreekt risicokinderen tijdens een werkoverleg. De surveillerende leerkracht houdt de risicoleerlingen extra in de gaten tijdens de pauze.
Kinderen dienen te weten dat het inschakelen van de leerkracht niet wordt opgevat als klikken. De ouder (van zowel gepeste als pester): - Is alert op het welbevinden van en gedragsveranderingen bij het eigen kind - Meldt het bij de groepsleerkracht als hij/zij het vermoeden heeft dat het kind gepest wordt, of zelf pest. - Gaat met vragen en problemen allereerst naar de groepsleraar. Eventueel daarna naar de interne begeleider, de directie en/of de TSO. - Onderschrijft hetgeen in dit anti-pestprotocol wordt beschreven - Is op de hoogte van de klachtenregeling van de school. - Stimuleert zijn/haar kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan, - Corrigeert zijn/haar kind bij ongewenst gedrag en benoemt goed gedrag, - Geeft zelf het goede voorbeeld, - Neemt de ouders van het gepeste kind serieus, - Leert zijn/haar kind voor zichzelf en voor anderen op te komen.
Samen een probleem oplossen
Anti-pestprotocol, Adalbert Basisschool, Mook
aug 2013
8 3.1 DE VIJF-SPOREN-AANPAK BIJ PESTGEDRAG Bij het bestrijden van pesten gaat de school en haar medewerkers uit van de vijf-sporenaanpak. Deze aanpak wordt gedeeld met de aan de school verbonden BSO en TSO en gezamenlijk uitgedragen. In de vijf-sporen-aanpak is het de algemene verantwoordelijkheid van de school dat zij pestgedrag gericht voorkomt, steun biedt aan het kind dat gepest wordt, steun biedt aan het kind dat zelf pest, de middengroep (de rest van de klas) betrekt bij het oplossen van het pestprobleem, en steun geeft aan zowel de ouders van de gepeste als de ouders van de pester(s). 3.1.1. STEUN VOOR HET KIND DAT GEPEST WORDT We bieden steun aan het kind dat gepest wordt door: - goed te luisteren naar het kind en haar/zijn probleem serieus te nemen; - met het kind te overleggen over mogelijke oplossingen; - samen met het kind te werken aan oplossingen; - er zonodig voor te zorgen dat het kind deskundige hulp krijgt, bijvoorbeeld een sociale vaardigheidstraining. Elk kind mag zijn zoals die wil zijn en dat geeft anderen niet het recht om dat te verhinderen. Een gepest kind is soms minder weerbaar en kan daarom zelf geen actie ondernemen tegen zijn pester. Het kind kan zich heel angstig en eenzaam voelen. Word je gepest, praat er dan thuis en op school over. Je moet het niet geheim houden. Er is verschil tussen klikken (dan wil je dat de ander straf krijgt) en tussen klagen (dan wil je dat het ongewenste gedrag ophoudt).
3.1.2. STEUN VOOR HET KIND DAT ZELF PEST We bieden steun aan het kind dat zelf pest door: - met het kind te bespreken wat pesten voor een ander betekent; - het kind te helpen om op een positieve manier relaties te leren onderhouden met andere kinderen; - het kind te helpen om zich aan regels en afspraken te leren houden; - zonodig ervoor te zorgen dat het kind deskundige hulp krijgt, bijv. een sociale vaardigheidstraining. De pester geniet aanvankelijk van zijn status als ‘sterke’ persoon in de groep. Uiteindelijk blijkt ook de pester een probleem te hebben om dit imago in stand te kunnen houden. De pester is vaak zelf niet in staat om zijn ongewenste gedrag te stoppen.
Vriendschap Anti-pestprotocol, Adalbert Basisschool, Mook
aug 2013
9
3.1.3. STEUN VOOR DE MIDDENGROEP We betrekken de middengroep bij de oplossingen van het pestprobleem door: - met de kinderen te praten over pesten en over hun eigen rol daarbij; - met de kinderen te overleggen over mogelijke oplossingen en over wat ze zelf kunnen bijdragen aan die oplossingen; - samen met de kinderen te werken aan oplossingen, waarbij ze zelf een actieve rol kunnen spelen. Meelopers kunnen zich schuldig voelen als zij een klasgenootje in de steek laten. Er zijn kinderen die zich niet bewust zijn dat een klasgenootje gepest wordt en zich ongelukkig voelt. Het heeft absoluut effect om tegen een pester te zeggen dat je het er niet mee eens bent en dat het moet stoppen. Je doorbreekt daarmee de groepsnorm.
3.1.4. STEUN BIEDEN AAN OUDERS We steunen de ouders door: - de ouders die zich zorgen maken over pesten serieus te nemen; - meteen in actie te komen als pestgedrag wordt gesignaleerd volgens de stappen in dit protocol; - het geven van informatie over pesten en de manier waarop pesten kan worden aangepakt; - samen te werken bij de aanpak van het pestprobleem; - zonodig door te verwijzen naar deskundige ondersteuning. Ouders horen niet graag dat hun kind pestgedrag vertoont (misschien ligt het wel aan de ander …). Ouders denken mogelijk dat hun kind niet pest, maar zich gewoon weerbaar opstelt. Zij moedigen dit gedrag aan (sla er maar op als …) Ouders beseffen dat een pester ook een probleem heeft en in zijn latere leven moeite kan krijgen bij het aangaan van relaties. We zijn van mening dat ouders die van hun kind horen dat er gepest wordt dat altijd dienen te melden op school.
Anti-pestprotocol, Adalbert Basisschool, Mook
aug 2013
10
3.1.5. STEUN BIEDEN AAN DE LERAREN De school voorkomt het pesten door jaarlijks met behulp van de instrumenten Ouderformulier Welzijn Kind (OWK) en Viseon vroegtijdig signalen van ongewenst gedrag in kaart te brengen. Ook professionaliseert zij met regelmaat haar leerkrachten in het opmerken van ongewenst gedrag en ongewenste sociale patronen tijdens reguliere situaties in de les. De school besteedt structureel aandacht aan de sociaal emotionele ontwikkeling middels erkende programma’s die zich richten op het bevorderen van veiligheid op school, en erkende programma’s die het pesten op school tegengaan2. De school legt haar beleid ten aanzien van veiligheid vast in het veiligheidsplan en het antipestprotocol. Deze worden jaarlijks in overleg met leerkrachten en ouders geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. De school en haar medewerkers zijn, in samenspraak met de pedagogisch medewerkers van BSO en TSO, steeds alert op pestgedrag in de groep en op de school. Zij houdt de deskundigheid van haar medewerkers actueel middels nascholing en training. Pestgedrag en de aanpak ervan is met regelmaat gespreksonderwerp tussen leerkrachten en leerlingen in de groep, en tussen leerkrachten onderling. In het jaarplan wordt aangegeven welke activiteiten zullen plaatsvinden. Wanneer er dan toch pestgedrag voorkomt pakt de school, het pestgedrag aan, doordat de leerkracht a) de betrokken pesters direct aanspreekt op ongewenst gedrag (zie stappenplan), b) het pesten direct meldt bij de betreffende ouders (pester en gepeste) en de collega’s op school, c) verwijst naar rol van de vertrouwenspersoon op de school (voor zowel ouders als leerlingen), d) in het algemeen handelt volgens het anti-pestprotocol.
Werken met posters
2
De school werkt met de SEO methode ‘Kinderen …en hun sociale talenten’. Anti-pestprotocol, Adalbert Basisschool, Mook
aug 2013
11
4. STAPPENPLAN BIJ DE AANPAK VAN PESTEN a.
b.
c.
d. e. f. g.
h.
i. j.
k.
Indien een van de teamleden eenmalig ongewenst gedrag signaleert of te horen krijgt via een ouder of een kind, bespreekt hij/zij dit meteen met de individuele leerling en/of in de groep en blijft extra alert tijdens het speelkwartier en tijdens vrije situaties of het ongewenste gedrag zich herhaalt. De leerkracht legt uit welk het gewenste gedrag is en stimuleert de kinderen om dit toe te passen. Teamleden en pegagogisch medewerkers van de TSO geven ongewenst gedrag en incidenten meteen door aan de groepsleraar van het kind. Wanneer een leerling vaker betrokken is bij pestincidenten wordt dit door de leerkracht besproken met de betreffende ouders, de groepsleraar, de contactpersoon en de schoolleiding. De interne begeleider stelt mede het plan van aanpak op. Alle teamleden (leerkrachten, onderwijs ondersteunend personeel en directie) en de medewerkers van de TSO worden op de hoogte gebracht van het pestgedrag. Indien nodig en/of relevant wordt ook de pegagogisch medewerker van de BSO waar het kind buiten schooltijd verblijft op de hoogte gebracht. De directeur en de leerkracht nodigen de betrokken leerling uit voor een gesprek en informeren de betreffende ouders hierover. De leerkracht maakt van alle gesprekken een kort verslag in Eduscope. De leerkracht overlegt met de directie of het gewenst is om een extra bijeenkomst van de Oudercontactgroep (OCG) te organiseren. De interne begeleider stelt een plan van aanpak op om de pester te ondersteunen om het gewenste gedrag te bereiken. Er worden met betreffende ouders en medewerkers herhalingsgesprekken gepland om de voortgang te bewaken. Indien het pestgedrag niet verbetert, kan de schoolleiding verschillende vervolgstappen nemen na overleg met de betreffende ouders, o.a. a) kan er een verwijzing plaatsvinden bijvoorbeeld naar een externe deskundige (bijv. het maatschappelijk werk, de schooladviesdienst of de schoolarts); b) er kunnen sancties (op maat) worden gesteld aan de pester; c) wordt er een ouderavond georganiseerd voor de betreffende groep, waarin de andere ouders worden geïnformeerd over de situatie en de aanpak. Indien gewenst onder leiding van een externe deskundige. Bij strafbare feiten wordt de politie ingeschakeld door de schoolleiding. Indien het pestgedrag nog steeds niet verbetert en/of de ouders staan onvoldoende achter de aanpak van school, kan de directeur overgaan tot tijdelijke uitsluiting van de pester aan bepaalde lessen of tot schorsing volgens de wettelijke regels. Indien dit alles niet tot een gewenst resultaat leidt, worden de ouders verzocht uit te kijken naar een andere basisschool voor hun kind.
Stap 1 de leerkracht spreekt het kind aan op gewenst gedrag; Stap 2 de leerkracht praat regelmatig met het kind over het gewenste gedrag; Stap 3 de schoolleiding spreekt het kind aan op gewenst gedrag en de leerkracht bespreekt het gedrag met de ouders; Stap 4 er wordt een plan van aanpak opgesteld om het gewenste gedrag te bereiken; Stap 5 het gedrag wordt in het zorgoverleg besproken met externe adviseurs; Stap 6 de schoolleiding zorgt voor een time out of schorsing van het kind; Stap 7 het kind wordt verwijderd van school. De leerkracht en de directie houden bij in welke stap de procedure zich bevindt. Anti-pestprotocol, Adalbert Basisschool, Mook
aug 2013
12
5. PROTOCOL CYBERPESTEN Cyberpesten is een specifieke vorm van pesten. Het vindt echter niet fysiek plaats, maar via sociale media. Anonieme berichten versturen via MSN en SMS, schelden, roddelen, bedreigen, foto’s van mobieltjes en webcam op internet plaatsen, privégegevens op een site plaatsen, wachtwoorden en credits stelen en misbruiken, haatprofielen aanmaken, virussen sturen en het versturen van een e-mail bom zijn enkele specifieke voorbeelden van wat de school onder cyberpesten verstaat. De aanpak voor cyberpesten is grotendeels gelijk aan het ‘normale’ pesten (hoofdstuk 3 en 4). Omdat cyberpesten anoniem is, en ongevraagd 24 uur per dag in je huis komt neemt de school gericht een aantal aanvullende maatregelen. De effecten van cyberpesten kunnen namelijk (nog) erger zijn dan bij traditioneel pesten. Opnames die via de webcam worden gemaakt, worden vastgelegd door een ander. Deze opnames verdwijnen nooit meer. Over de hele wereld kan een foto op een site staan. Foto’s die eenmaal op internet staan zijn soms niet meer te verwijderen. De school wil cyberpesten voorkomen door: -
de leerlingen bewust te maken van de gevaren op internet, de effecten van cyberpesten en de strafbare feiten, met behulp van gerichte voorlichting en ondersteunende programma’s,
-
samen met de leerlingen afspraken te maken over internetgedrag,
-
het cyberpesten bespreekbaar te maken in de groep en de leerlingen elkaar daarop te laten aanspreken,
-
leerlingen duidelijk te maken wat de sancties zijn op cyberpesten (denk aan het uitsluiten van het internetgebruik op school, als milde vorm, of het verwijderen van school als uiterste maatregel),
-
omgang met betrekking tot sociale media is opgenomen in het veiligheidsplan van de school en de stichting SKOMEN, het maken van opnames van medeleerlingen en leerkrachten zonder toestemming en verspreiding daarvan via de sociale media, kan leiden tot schorsing, verwijdering of disciplinaire maatregelen,
-
een of meerdere teamleden zijn geprofessionaliseerd in het gebruik van sociale media en de mogelijke vormen van cyberpesten. Zij informeren met regelmaat hun collega’s.
-
Ouder worden via thema-avonden en de nieuwsbrief gewezen op de mogelijke risico’s van internetgebruik door kinderen.
Wanneer de school een melding krijgt van cyberpesten, worden er, afhankelijk van de vorm, naast het reguliere handelingsplan (zie hoofdstuk 6), de volgende aanvullende maatregelen genomen bijv. het ongewenst plaatsen van een foto van een leerling op internet: -
De school gaat in gesprek met de getroffen leerling,
-
De school neemt direct contact op met de ouders,
-
De school meldt het incident direct bij de vertrouwenspersoon in de school
Anti-pestprotocol, Adalbert Basisschool, Mook
aug 2013
13 -
De school neemt contact op met de provider en verzoekt de foto te verwijderen
-
De school adviseert de ouders van de gepeste aangifte te doen bij de politie
-
De school probeert de dader(s) te achterhalen en voert maatregelen richting dader(s) uit, wanneer het leerlingen van de school betreft.
voorbeeld 1 - Een leerling wordt steeds lastig gevallen (stalking): -
Leer de leerling assertief te zijn: nee zeggen, contact afsluiten. De leerling niet laten ingaan op de stalker. Breng de ouders op de hoogte. Adviseer de ouders en de leerling om bewijslast te verzamelen. Adviseer de ouders aangifte bij de politie te doen.
voorbeeld 2 - Over een leerling wordt geroddeld via sociale media: -
-
Geef steun en luister naar de leerling. Adviseer de leerling berichten te bewaren en op te slaan. Probeer de dader te achterhalen via systeembeheerder en slachtoffer. Bespreek het met de leraar of contactpersoon. Spreek de pesters aan. Voer eventueel een klassengesprek. Neem contact met de ouders op. Probeer de dader op te sporen Soms is de identiteit van de dader te achterhalen door uit te zoeken van welke computer op school het bericht is verzonden. Je gebruikt daarvoor de zogenaamde logfiles van de school-server (centrale computer). Daarbij is technische ondersteuning van een ICT-coördinator, systeembeheerder, en/of externe beheerder voor nodig. Ga na wanneer het bericht verstuurd is en welke groep op dat moment gebruik maakte van de computers. De stijl van het bericht en eventuele taalfouten kunnen de dader verraden. De dader kan wellicht ook worden gevonden door in de klas te praten over wat er is gebeurd. Soms is het niet mogelijk een dader te achterhalen en zit er niets anders op dan het effect te minimaliseren. Dat kan het beste door het slachtoffer op het hart te drukken niet te reageren op haatmail of andere ongewenste berichten.
Blokkeren van afzenders Sommige programma’s hebben de mogelijkheid om specifieke afzenders te blokkeren. Verwijs ouders naar onderstaande websites voor meer informatie. Op den duur loont het wellicht de moeite de leerling een nieuw mailadres te geven. Vertel leerlingen dat ze altijd heel voorzichtig moeten zijn met het doorgeven van hun mailadres aan anderen.
Ruzie: gelijkwaardige partijen?
Anti-pestprotocol, Adalbert Basisschool, Mook
aug 2013
14
6. BELANGRIJKE INFORMATIEBRONNEN Meer informatie over pesten kunt u o.a. vinden op de onderstaande websites: www.pestweb.nl www.mijnleerlingonline.nl www.dekinderconsument.nl www.iksurfveilig.nl www.internetsoa.nl www.i-respect.nl www.slachtofferhulp.nl www.nji.nl/pesten www.bobvandermeer.info www.omgaanmetpesten.nl Informatie over de methode voor sociaal emotionele ontwikkeling ‘Kinderen en … hun Sociale Talenten’ (Kwintessens) zie http://socialetalenten.kwintessens.nl/index.php?id=8988
Met meer tegen één is gemeen
Anti-pestprotocol, Adalbert Basisschool, Mook
aug 2013
15
7. BIJLAGE: PESTEN, WAAR KAN IK TERECHT? (Informatie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap)
Scholen worden bij wet verplicht om op effectieve wijze pesten tegen te gaan. Gepeste kinderen en hun ouders die op school geen gehoor vinden, kunnen in het uiterste geval terecht bij de Kinderombudsman. Nieuwe en zittende leerkrachten worden ondersteund om pesten te voorkomen, te signaleren en aan te pakken. Staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) en Kinderombudsman Marc Dullaert hebben in maart 2013 hun gezamenlijke plan van aanpak tegen pesten gepresenteerd. De afgelopen maanden hebben zij gesproken met Kamerleden, leerlingen, ouders, leerkrachten, schoolleiders, maatschappelijke organisaties en experts. Marc Dullaert: ‘Een op de tien basisschoolleerlingen wordt gepest. Dat is ontoelaatbaar. Kinderen hebben recht op een veilige en beschermde omgeving. Helaas kunnen we dit op scholen nu niet garanderen. Door scholen te verplichten met een effectieve anti-pestmethode aan de slag te gaan, kunnen we pesten terugdringen.’ Sander Dekker: ‘We zien dat scholen, met de beste bedoelingen, vaak maar wat doen als het om pesten gaat. Er gaat veel energie verloren met pestaanpakken waarvan zeer de vraag is of ze nut hebben. Sommige scholen hebben helemaal geen aanpak. We kunnen pesten alleen tegengaan als we duidelijke keuzes durven maken, als we kiezen voor methoden die werken en als álle scholen hun verantwoordelijkheid nemen.’ Pesten verplicht aanpakken Het is een kerntaak van scholen om te zorgen voor een veilige school, waarbij de nadruk op preventie ligt. Staatssecretaris Dekker gaat een wetsvoorstel indienen bij de Tweede Kamer waarmee de verantwoordelijkheid van de school voor het voorkomen van pesten in de wet wordt verankerd. Scholen worden verplicht om pesten aan te pakken en daarbij te kiezen voor een bewezen effectieve methode. Een commissie onder de vleugels van het Nederlands Jeugd Instituut gaat hiervoor criteria opstellen. Leerkrachten belangrijk bij aanpak pesten De staatssecretaris en de Kinderombudsman vinden dat leerkrachten een cruciale rol spelen in de aanpak van pesten. Leerkrachten geven aan niet altijd goed zicht te hebben op wat er speelt tussen de leerlingen in hun klas en hoe te interveniëren bij ongewenst gedrag. Om leerkrachten te helpen pesten beter aan te pakken, gaan lerarenopleidingen meer aandacht besteden aan pesten en wordt voor de huidige leerkrachten een training ontwikkeld om hen bij te scholen. Cyberpesten Voor de aanpak van cyberpesten door leerkrachten is speciale aandacht. Scholen zijn zich minder bewust van de manier waarop kinderen elkaar via social media pesten. Niet alle scholen voelen zich hier ook verantwoordelijk voor. Dekker en Dullaert zullen scholen hierop aanspreken en ze praktische handvatten bieden om cyberpesten tegen te gaan. Verbetering klachtenregeling Klachten over pesten op school moeten in het onderwijs zelf worden opgelost, in eerste instantie door de leerkracht en in tweede instantie door de schoolleider. De Kinderombudsman staat klaar voor ouders of leerlingen, die zich niet gehoord voelen met de klachtenregeling. Ouders, leerlingen en school trekken één lijn Een essentiële basis om pesten aan te kunnen pakken is volgens Dekker en Dullaert dat school, ouders en leerlingen een lijn trekken: intimiderend of uitsluitend gedrag wordt niet getolereerd, en als deze norm overtreden wordt, heeft dat consequenties. Scholen en ouders kunnen aan het begin van de schoolcarrière van een leerling afspraken maken met elkaar over gewenst en ongewenst gedrag. De komende periode gaan Dekker en Dullaert in gesprek met ouders en leerlingen Anti-pestprotocol, Adalbert Basisschool, Mook aug 2013
16
Anti-pestprotocol, Adalbert Basisschool, Mook
aug 2013