}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant Actueel Schilderswijk armste buurt van Nederland
Vrijdag 6 december 2013
Actueel Parkeren blijft probleem voor politiek
jaargang 7 nummer 343
€ 1,95
UIT 200.000 liter water voor Casanova
7
3
3
Werken Mondriaan herenigd
Honderd jaar na dato keren zestien abstracte werken van Piet Mondriaan uit alle delen van de wereld terug naar Den Haag. Het gaat om een serie doeken die in 1914 werd geëxposeerd aan het Smidswater, waar de kunstcriticus H.P. Bremmer een galerie hield. De inmiddels uiterst
kostbare werken zullen vanaf eind januari te zien zijn in het Gemeentemuseum. De expositie heeft geleid tot een in een kunsthistorisch opzicht bijzonder interessante ontdekking van conservator en Mondriaan-kenner Hans Janssen van het Haagse
museum. Hij onderzocht de doeken en stelde vast dat Mondriaan’s kubistische schilderijen zijn te herleiden naar eerdere figuratieve tekeningen van de kunstenaar, zoals een bos of een vrouw. >Zie verder pagina 5.
Ingezonden mededeling
ToTale leegverkoop i.v.m. verhuizing
korTingen ToT 80%
italian design furniture
•• laaTsTe weken • ToT woensdag 18 december •• Scheveningseweg 14 – Den Haag (t/o het Vredespaleis) ma t/m za van 10.00 – 17.00 uur
2>varia snoek onder ons
Den Haag Centraal > Vrijdag 6 december 2013
>30 november 2013, Bad Scheveningen,Landing Willem l
De toegestroomde Hollanders met een verhoogd historisch bewustzijn flankeerden het vierkant stuk strand dat als pop-up bühne diende. Hierop scharrelde alvast een horde Scheveningse vissers in klederdracht en dienaren van Napoleon rond die ons nog even in afwachting lieten of wij op een re-enactment of een nieuwe Van den Ende productie vergast zouden worden. Het startsein ontging mij, maar het geknechte volk kwam in opstand nadat hen te verstaan werd gegeven dat de koning in aantocht was. Het werd pas echt een ongelijke strijd toen Zijne Hoogheid Huub Stapel arriveerde. Vervolgens waren Willem I en IV getuige hoe de in paniek geraakte bezetter klop kreeg met de houten klomp. Het publiek reageerde dolenthousiast dat Jiskefet weer terug van weggeweest was. Otto Snoek
Otto Snoek (1963) is een internationaal werkend fotograaf uit Rotterdam. Sinds hij voor Den Haag Centraal fotografeert is hij gefascineerd geraakt door het leven in Den Haag. Alsof hij naar een ander werelddeel reist.
Overvallers juwelier krijgen lagere straf
PvdA stelt kandidatenlijst vast
Martijn blijft gewoon nummer 2 Door Jan van der Ven
De nummer twee op de kandidatenlijst van de PvdA, jong talent Martijn Balster, was deze week niet helemaal zeker van zijn zaak. Hij was weliswaar genomineerd voor die tweede plaats, maar soms kunnen PvdA-leden dwars liggen en iemand uit de eigen achterban zomaar naar voren schuiven. Daarom had Balster dinsdagavond, voordat de leden de definitieve kandidatenlijst zouden gaan vaststellen, op alle stoelen van theater Concordia een rood biljet gelegd met daarop de tekst ‘Martijn op 2’. Martijn hoefde zich uiteindelijk geen zorgen te maken, want hij bleef nummer 2. Balster’s onzekerheid was echter verklaarbaar, want hij moest het opnemen tegen Gerard Verspuij, het PvdA-raadslid dat als enige tegen het Spuiforum had gestemd. Er waren PvdA-leden die de vijfde plaats, die Verspuij op de kandidatenlijst was toebedeeld, te laag vonden. Want dezelfde Verspuij verloor onlangs nipt (slechts vijf stemmen te weinig) de race om het lijsttrekkerschap van Rabin Baldewsingh. Dus kwam er een beweging op gang om Verspuij een stevige duw omhoog te geven, richting tweede plaats. Maar Martijn bleef nummer 2, Verspuij behield zijn vijfde notering. De rimpeling rond Balster en Verspuij vormde dinsdagavond de enige oneffenheid op weg naar de definitieve kandidatenlijst. In tegenstelling tot vier jaar geleden, was de regie deze keer strak. De leden werd op het hart gedrukt toch vooral niet af te wijken van het afgewogen advies van de kan-
didaten-commissie die alle ingrediënten een plaats had weten te geven. En dat zijn er bij de PvdA altijd veel. Er moet plaats zijn voor jong en oud, voor nieuw en zittend talent. Ook de diverse beroepen moeten een plaatsje krijgen op de lijst, waarbij altijd het verwijt klinkt dat de één minder uitstraling naar de stad heeft dan de ander. Oftewel de arbeider versus de ambtenaar. De commissie moest ook nog een mix zien te maken van allochtone en niet-allochtone kandidaten. Wrang De afgewogen conceptlijst en de weinig strijdbare opstelling van de achterban had dinsdag tot gevolg dat de kandidatenlijst werd geaccepteerd. Dat was vier jaar geleden in hetzelfde Concordia wel anders. De lijst van de kandidatencommissie werd die avond deels onderuit gehaald door de achterban. Zo was daar Bas Sepers (nu niet
Er waren PvdAleden die de vijfde plaats, die Verspuij op de kandidatenlijst was toebedeeld, te laag vonden
De overvallers, die april vorig jaar de Haagse juwelier Ruud Stratmann tijdens hun roofpartij doodschoten, hebben deze week in hoger beroep bij het gerechtshof aanzienlijk mildere celstraffen gekregen. De twee overvallers moeten nu respectievelijk 10 en 8 jaar in de cel blijven, waar het vonnis bij de rechtbank eerder dit jaar op 13 en 11 jaar uitkwam. De chauffeur van het duo werd vrijgesproken na een eerder vonnis van vijf jaar cel. Volgens het gerechtshof is de twee
hun daad minder zwaar aan te rekenen, omdat ze tijdens de overval nog maar 19 jaar oud waren en ‘emotioneel, moreel en intellectueel nog niet volledig ontwikkeld’. De fatale schoten zouden in paniek zijn gelost. Volgens het hof is niet komen vast te staan dat de chauffeur wist dat zijn kornuiten de goudsmid aan de Beeklaan wilden overvallen. De daders van OostEuropese origine werden pas na een grote internationale klopjacht in de kraag gegrepen.
Martijn Balster, het jonge talent van de PvdA. > Foto: PR
Snelheid A12 mogelijk omlaag
meer herkiesbaar) die zijn achterban had opgetrommeld. Met effect, want hij steeg die avond van de vijftiende plaats naar de elfde. Waardoor hij uiteindelijk opnieuw kon toetreden tot de raadsfractie.
De maximumsnelheid op de A12 bij Leidschendam-Voorburg gaat mogelijk weer terug van 100 naar 80 kilometer per uur. Een ruime meerderheid in de Tweede Kamer stemde deze week in met controle op de luchtkwaliteit langs dit traject en op andere wegen waar de snelheid eerder werd verhoogd. Indien nodig moeten er maatregelen worden getroffen om de gezondheid van omwonenden te waarborgen. Als die niet werken, moet de snelheid worden teruggebracht naar 80 kilometer per uur. Vorig jaar werd de maximumsnelheid op
Het toenmalige raadslid Mustafa Okçuoglu had zijn Turkse achterban naar Concordia gedirigeerd. Zijn achterban drukte hem omhoog van de dertiende naar de tiende plaats. Wrang is dat dezelfde Mustafa Okçuoglu dit voorjaar de fractie en later de PvdA verliet uit woede over de steun voor het Spuiforum. Hij staat nu op de tweede plaats van de lijst van GroenLinks. De pijn die zijn vertrek veroorzaakte, is in de PvdA nog voelbaar. Want er komt geen lijstverbinding met deze partij om zo samen in maart eventuele reststemmen te kunnen verdelen. Ook met andere linkse partijen wordt geen lijstverbinding afgesproken. Want, zo werd betoogd, geen enkele linkse partij heeft de PvdA de afgelopen vier jaar steun gegeven. Waarbij het natuurlijk vooral gaat om het Spuiforum, waartegen de linkse oppositie ten strijde trok.
verschillende plaatsen in Nederland juist verhoogd. Aanleiding voor het onderzoek is een gerechtelijke uitspraak over de snelheidsverhoging op de A13 bij Overschie. Bij die verhoging is volgens de rechter onvoldoende rekening gehouden met de belangen van omwonenden. Zij klagen over verslechterde luchtkwaliteit en geluidsoverlast. Vorig week meldde Milieudefensie dat de levensverwachting van omwonenden van de A10-West lager is als gevolg van de opgehoogde maximumsnelheid.
TNO wil naar New Babylon Het hoofdkantoor van TNO aan de Schoemakerstraat en de vestiging aan het Brassersplein in Delft verhuizen per 1 januari 2015 naar kantorencomplex New Babylon. De locatie van 9.500m2 omvat zo’n 500 (flex)werkplekken. De Raad van Bestuur van TNO heeft het besluit deze week voorgelegd aan de Ondernemingsraad.
Het samenvoegen van de beide vestigingen, waarvan de huurovereenkomst afloopt, biedt meer mogelijkheden voor het zogenoemde nieuwe werken. De nieuwe locatie is ook beter bereikbaar met het openbaar vervoer dan de oude locaties. Daarnaast levert de verhuizing een aanmerkelijke besparing op in huisvestingskosten.
3
actueel<
Vrijdag 6 december 2013 > Den Haag Centraal
Crisis raakt ook andere delen van Den Haag
Schilderswijk: de armste buurt van Nederland Door Jan van der Ven
De voortdurende economische crisis dient rake klappen uit in Den Haag. De Schilderswijk wordt er het meest door getroffen. In het westen van deze wijk wonen 3600 mensen in armoede. Deze wijk staat hiermee onbetwist op de eerste plaats van wijken in Nederland met bewoners die in armoede leven. De kern van de mensen met armoede in de Schilderswijk bestaat uit allochtonen van de eerste generatie. Die groep wordt het hardst getroffen door de crisis. De gegevens over armoede staan in een deze week verschenen rapport over armoede in Nederland van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Sociaal Cultureel Planbureau. Uit onderzoek van beide instellingen blijkt dat vooral sinds de afgelopen twee jaar de crisis zich in hevige mate doet gelden. Dat geldt niet alleen voor de Schilderswijk, ook andere delen van de stad worden steeds zwaarder getroffen. In totaal kunnen in Den Haag naar schatting 51.900 inwoners niet of nauwelijks rondkomen. Ze maken schulden, betalen rekeningen niet op tijd en een deel moet om te overleven wekelijks een beroep doen op de Voedselbank. De armoede doet zich niet meer alleen voor in de traditionele groepen van allochtonen van de eerste generatie, arbeidsongeschikten en alleenstaande moeders. De armoede dringt als gevolg van de crisis ook door tot andere bevolkingsgroepen in de stad, zoals mensen
Armoede Den Haag 51.900 inwoners
Wassenaar
2009 2011
12,3% +0,7%
11,6% +1,0%
Transvaalkwartier-Noord 23,8%
22,3% SchilderswijkNoord
Binckhorst/ Noordpolderbuurt 21,0%
11,4% +1,5%
7% Landelijk gemiddelde
Transvaalkwartier-Zuid 20,2% Schilderswijk-West 24,1% Moerwijk-Z 21,2%
Westland
PijnackerNootdorp Arme stadsdelen Nieuwe arme stadsdelen sinds 2011
ADAM RDAM
DEN HAAG
De armoedepercentages zijn gebaseerd op het 'niet veel maar toereikend-criterium' van het Sociaal en Cultureel Planbureau. De grenzen van dit criterium variëren van € 1020,– voor een alleenstaande tot € 1920,– voor een paar met twee kinderen. > Illustratie: Rob Hofland
zonder werk met een te duur koophuis die vanuit de ww in de bijstand terecht komen. Daarnaast zijn er veel ‘werken-
de armen’, mensen met een baan die echter zo weinig verdienen dat ze de lasten van het wonen en leven niet of nau-
welijks op kunnen brengen. Landelijk gezien gaat het hier om bijna de helft van alle armen.
Uit de gegevens van de onderzoekers blijkt verder dat de zelfstandige zonder personeel (zzp’er) ook steeds nadrukkelijker is terug te vinden in de armoedecijfers. Veel werknemers zijn, voordat de crisis toesloeg, voor zichzelf begonnen, vaak met de voormalige werkgever als belangrijkste klant. Die werkgever moet echter bezuinigen of gaat failliet. Met als gevolg een toenemend aantal zelfstandigen dat in de financiële problemen komt en armoede lijdt.
Maar ook andere zzp’ers worden geraakt door de malaise, bijvoorbeeld de zelfstandige bouwvakker die niet meer aan de slag kom omdat er nauwelijks huizen worden gebouwd. Of omdat er wordt bezuinigd op onderhoud van woningen. Ook winkeliers hebben het steeds moeilijker, er dreigen in die beroepsgroep over niet al te lange tijd nog meer werklozen bij te komen. Want naar schatting de helft van de winkeliers in sommige Haagse wijken leeft op of rond het bijstandsniveau. Ze kunnen het hoofd nauwelijks boven water houden. Een zelfstandige die zonder werk komt te zitten heeft geen recht op ww. Hij ontvangt alleen een (veel lagere) bijstandsuitkering. De ex-winkeliers zijn daardoor sneller terug te vinden in de armoedecijfers. De fractie van GroenLinks wil snel een debat met de verantwoordelijke wethouder, de PvdA’er Henk Kool. De fractie noemt het ‘een schande’ dat Den Haag 70.000 armen telt.
NDT blijft mogelijk ook aan het Spui De kans bestaat dat het Nederlands Dans Theater voor een deel aan het Spui gevestigd blijft als daar al aan het nieuwe Spuiforum wordt gewerkt. Met dit voorstel probeert de gemeente de impasse te doorbreken die is ontstaan, omdat het NDT grote bezwaren blijft houden tegen de tijdelijke verhuizing naar het Norfolkterrein in Scheveningen. De besprekingen tussen de gemeente en het NDT zijn nog altijd niet afgerond. Op 1 december verstreek, tot groot ongenoegen van de oppositie in de gemeenteraad, na 1 oktober en 1 november opnieuw een deadline. Met het idee de kantoren, oefenruimtes en de toneeltoren voorlopig te laten staan hoopt het college van burgemeester en wethouders het NDT alsnog te paaien. Technisch zouden er weinig bezwaren tegen bestaan, wel zou het gehele Spuiforum, dat in 2018 gereed moet zijn, een paar meter richting Spui moeten verschuiven. Het NDT wordt bij de onderhandelingen inmiddels vertegenwoordigd door Naturalis-directeur Edwin van Huis, die tot 2011 zakelijk leider van het NDT was. Hij is op projectbasis aangesteld, nadat tijdelijk zakelijk leider Joost Poort van het NDT was opgestapt. Poort heeft zijn oude functie als commercieel manager opgenomen, nadat hij in september Robert van Leer was opgevolgd. Van Leer zag ook al niets in de verhuizing naar het Zuiderstrandtheater, waarvoor vorige maand de eerste paal de grond in
ging. Zoals eerder gemeld, gaan ook het Koninklijk Conservatorium en het Residentie Orkest er tijdelijk gebruik van maken. Volgens het NDT heeft ‘t er zakelijk noch artistiek iets bij te winnen, onder meer vanwege de slechte bereikbaarheid. Motie De oppositie in de gemeenteraad, met name David Rietveld (GroenLinks) en Joris Weismuller (Haagse Stadspartij), maakte vorige week uit de gang van zaken op hoezeer het NDT intern verscheurd werd door de gedwongen verhuizing naar het Zuiderstrandtheater. In een motie, die verworpen werd, eiste de voltallige oppositie dat de bouw van het theater zou worden stilgelegd. Daarmee zou de druk op het NDT verlicht worden om toch vooral snel akkoord te gaan met de verhuizing naar Scheveningen, nu dat niet meer valt tegen te houden. Wethouder Marnix Norder (PvdA) gaf echter geen krimp. Over veel valt te spreken, maar het NDT zal hoe dan ook z’n grotezaalvoorstellingen moeten afwerken op het Norfolkterrein, zo maakte hij duidelijk. De wethouder bagatelliseerde het opstappen van weer een zakelijk leider bij het NDT, al moest hij erkennen dat het de reden was dat de onderhandelingen opnieuw niet op tijd zijn afgerond. Hij prees de professionaliteit van het NDT en met name de Raad van Toezicht van het gezelschap en zei op zeer korte termijn een akkoord tussen gemeente en NDT te verwachten.
Het NDT lijkt intern verscheurd door de gedwongen verhuizing naar het Zuiderstrandtheater. >Artist's impression Gemeente Den Haag
Enorme zonnefabriek op dak ADO Door Marc Konijn
De spelers van ADO Den Haag bungelen door matig spel inmiddels in de onderste regionen van de eredivisie. Op duurzaam gebied echter torent de Haagse voetbalclub straks misschien uit boven al zijn concurrenten. Er zijn vergevorderde plannen om op het dak van het Kyocerastadion drieduizend zonnepanelen te plaatsen. De zonnefabriek op het dak van de voetbaltempel van ADO Den Haag moet jaarlijks rond de 680.000 kilowattuur opwekken. Dat staat gelijk aan het energieverbruik van tweehonderd huishoudens in een jaar. De komst van de zonnefabriek is een initiatief van een consorti-
um van Haagse bedrijven, waaronder stadionsponsor Kyocera, de Verkaart Groep, Vrolijk Technical Services en Steeds bv. “Het plan ligt er, we zijn hard bezig met de voorbereidingen”, vertelt projectmanager Herman Grimberg van Steeds. “Alles hangt nu af van de gemeente Den Haag. Als die instapt, dan gaat het door. Dan heeft Den Haag verreweg de grootste zonnefabriek op het dak van een gebouw in Nederland”. Grimberg heeft nog een andere bedoeling met de zonnefabriek op het voetbalstadion. “We willen met dit bijzondere project een brug slaan tussen ADO Den Haag en de stad. Dat ADO energie levert aan de stad. Maar dat het ook als voorbeeld dient voor meer van deze
projecten in de stad”. De zonnepanelen moeten per se voor eind mei 2014 geplaatst zijn. Op 31 mei start in het Kyocera Stadion het wereldkampioenschap hockey. De wedstrijden worden in en rond het stadion in het Forepark gespeeld. Het WK duurt tot 15 juni. Andere voetbalclubs in de eredivisie lijken de weg naar het opwekken van energie in hun stadions ook gevonden te hebben. FC Groningen wil 1 miljoen kilowattuur aan panelen plaatsen. Ook AZ en Telstar hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn in de toepassing van zonne-energie. Het college van burgemeester en wethouders besluit komende dinsdag over de doorgang van het project.
4>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 6 december 2013
stadsmens
Verkoop huisdecoraties en ander leuk spul helpt schooltje Gambia Het speelgoedhuis waar Grada Abregts naar wijst, verkeert in prima staat. Fietsend over de Regentesselaan trof ze dat onlangs aan bij het grof vuil. “Ja”, knikt ze, “dat neem ik meteen mee. Als ik eerst naar huis ga om de auto te halen, is het weg”. En daar kan Grada slecht tegen. Als zij ergens haar zinnen op heeft gezet, móet ze het hebben. Om haar heen staat het bewijs: huis- en tuindecoraties, lampen, tafelkleden, kleine meubels, enz, enz. Zo’n tien jaar houdt Grada Abregts in de maanden november en december een ‘Winter Sale’. Elke zondag worden van 13.00 tot 16.00 uur in haar tuin, tuinhuis en serre spullen verkocht, die ze heeft opgedoken in haar eigen stad of op reizen door Frankrijk en Engeland. De opbrengst is steeds voor een goed doel. Deze keer gaat het geld naar het schooltje ‘Big Tree Nursery’ in Faraba Banta in Gambia voor kinderen van 3 tot 7 jaar. Dankzij de inzet van de Haagse dierenarts Bob Breuk kon dat vorig jaar worden geopend. Hij richtte daartoe met anderen de Stichting H.E.L.P (Haags Early Learning Project) Gambian Children op. Het schooltje dat drie klassen telt, krijgt er een
Grada Abregts: ‘Ik heb een onderwijsachtergrond’. > Foto: Eveline van Egdom
vierde klas bij. In de serre van haar huis aan de Leeuweriklaan is al het nodige uitgestald voor de komende verkoop en vanaf deze zondag heerst er kerstsfeer. “Op 21 december is de feestelijke finale. Alles is dan verlicht en vriendinnen helpen met het schenken van glühwein”. Mocht er aan spullen die zij vindt of koopt, iets mankeren is dat geen pro-
bleem. Grada Abregts is docente mode en kleding geweest aan de Modevakschool. Haar man Huub is bovendien een verwoed knutselaar. “Hij is superhandig”, zegt Grada. Ze werkte in het buitenland voor Holland International, hield zich later in het Verre Oosten bezig met pr en volgde, ook weer toen zij in het buitenland verbleef, een rechtenstudie aan de Open Universiteit. Terug in Nederland was ze (pu-
Ingezonden mededeling
Dit is Mohep uit Rijswijk. Mohep houdt van rondscheuren op zijn quad, live jazzmuziek, zijn vrouw Leonie en zijn kleine meid Sophia. Hij is sportief, best ambitieus en een tikkeltje eigenzinnig. Verder is hij dol op dieren en op mensen... Dus werkt hij in de zorg! Mohep was klaar voor de volgende stap in zijn carrière. Zijn personeelscoördinator adviseerde hem Menskracht 7 het nieuwe, in bedrijfsopleidingen gespecialiseerde initiatief, van ROC Mondriaan. Daar kwamen zijn talenten volledig tot ontwikkeling. Dankzij het brede aanbod vond hij de opleiding die precies bij hem paste. Met de juiste balans tussen theorie en praktijk en gemotiveerde, pragmatische docenten. Nu heeft Mohep niet enkel een diploma op zak maar zit hij ook nog in zijn kracht.... Zijn menskracht! Bel nu uw opleidingsadviseur bij Menskracht 7 voor meer informatie. Telefoon: 088-6661098.
www.menskracht7.nl
blieks-) voorlichtster bij de Rijksvoorlichtingsdienst. In 2003 besloot Grada, die grote interesse heeft voor binnenhuisarchitectuur, het verzamelen van spullen te gaan inzetten voor het goede doel. “Ik kon bezig zijn met mijn hobby en tegelijkertijd andere mensen blij maken”. Ze begon met de Haagse Vogelopvang. Daarna volgden onder meer een Blindenschool in Sri Lanka, het Rode Kruis Kinderziekenhuis en de Stichting Blijf Vrouw Den Haag. Deze stichting verzorgt verwenarrangementen voor vrouwen uit de regio met een levensbedreigende ziekte en die in een moeilijke economische situatie verkeren. ‘Blijf Vrouw’ krijgt volgend voorjaar opnieuw een bedrag. Op de vier zondagen in de maand april verkoopt Grada Abregts elk jaar tuinspullen, plantjes en vogelnestkastjes voor het goede doel. Over haar steun aan de stichting H.E.L.P zegt ze: “Ik heb een onderwijsachtergrond. Alles wat ontwikkeling bevordert is van belang en dat begint met onderwijs”. Rommelmarkten Twee keer per jaar gaat ze per caravan een maand naar Frankrijk en een
maand naar Engeland. “We zijn gelijk op vakantie en bezoeken rommelmarkten, brocantes en sales. In Frankrijk heb je ook zolderopruimingen. Dat zijn de leukste!” Als het echtpaar in Frankrijk is, wordt steevast het blad ‘Antiquité’s et Brocante’ gekocht. “Per departement staat aangegeven wanneer, waar en hoe laat er markten zijn. Je komt in dorpjes en straten waar geen toerist te vinden is”. Lachend: “Om tien uur ’s ochtends zie je mensen aan de wijn en champagne”. Rondkijkend in haar verzameling ontdekken we geboortekastjes voor jongens en meisjes, een co-productie van Grada Abregts en haar man. In het ene prijkt onder meer een minuscuul treintje, gemaakt van chopsticks en stukjes hout, in het andere bijvoorbeeld een piepklein roze geruit jurkje. “Ja, het is priegelwerk, maar we vinden het allebei leuk om te doen”, klinkt het enthousiast. “Het kost niets en het effect is super. We maken er gemiddeld twee per maand”. Joke Korving De Winter Sale, Leeuweriklaan 13, op zondag 8, 15 en 22 december van 13.00 tot 16.00 uur.
5
actueel<
Vrijdag 6 december 2013 > Den Haag Centraal
Het geheim van Mondriaan Volgend jaar is het zeventig jaar geleden dat Piet Mondriaan overleed. Aanleiding voor het Gemeentemuseum om zestien kubistische werken, die een eeuw geleden in deze stad werden geëxposeerd, terug te halen voor de tentoonstelling ‘Mondriaan en het kubisme, Parijs 1912-1914’. Conservator Hans Janssen onderzocht de schilderijen en deed een belangrijke vondst: de abstracte beelden blijken opgebouwd uit eerder figuratief werk van Mondriaan. Door Annerieke Simeone
In de werkkamer van Hans Janssen liggen overal kunstboeken, op zijn bureau, op de vergadertafel, op stoelen. Als conservator van het Gemeentemuseum omringt hij zich graag met stapels naslagwerk. Dat is handig als hij een tentoonstelling maakt, of onderzoek doet. Op dit moment hebben zestien abstracte schilderijen van Piet Mondriaan zijn bijzondere aandacht. Beelden zonder titel. Allemaal heten ze Composition aangevuld met een Latijns cijfer. “Mondriaan had ze meegenomen uit Parijs”, vertelt Janssen. “In 1914 werden ze voor het eerst samengebracht in de galerie van kunstcriticus H.P. Bremmer aan het Smidswater 4, hier in Den Haag. Aangezien het volgend jaar zeventig jaar geleden is dat Piet Mondriaan overleed, is dat voor ons een mooie gelegenheid om de kubistische werken opnieuw te exposeren, maar dit keer in het Gemeentemuseum”. Janssen is al jaren fan van de Nederlandse kunstschilder. “Mondriaan wilde de essentie van vorm terugvinden. Hij wilde echt doorbreken naar een andere wereld. Sommige kunstenaars vonden dat maar raar. Al die vlakjes die hij inkleurde. Collegaschilders Picasso en Braque waren daar totaal niet mee bezig. Dat waren meer schooljongens die het leuk vonden tegen schenen aan te trappen. Voor Franse kubisten was het een spel, terwijl het Mondriaan ernst was. Kunst is niet om te lachen. In het kunstcircuit werden daarom wel eens grappen over hem gemaakt, dat hij tegelboer was geworden. Tijdgenoten Jan Sluijters en Leo Gestel schilderden ook kubistisch, bijvoorbeeld een vrouw in een tuin of een vaas met bloemen. Maar dan was het duidelijk waar de bron van elke lijn lag. Zo extreem als Mondriaan deed niemand het.” Röntgenopname De conservator wilde wel eens weten hoe het lijnenspel van de in 1872 geboren schilder was opgebouwd. Hij reconstrueerde de herkomst van het werk door gebruik te maken van diverse moderne technieken: röntgenopnames, infrarood-reflectografie, ultraviolet opnames en doorlichte foto’s. Zo werd onder meer duidelijk dat Mondriaan eerst potloodschetsen op het doek zette voordat hij ging schilderen. En welke lagen er in het schilderij zaten. Langzamerhand kwam Janssen erachter welke bronnen Mondriaan gebruikte. Hij pakt een boek van een stapel en slaat het open. De pagina toont een tekening uit 1908. “Kijk, zie je dit bos, de kruin van de bomen hierboven en de lange stammen eronder? En kijk nu eens naar de doorvallende infraroodfoto van Composition No. XIV. Je ziet dat alles wat koolstof bevat onder de verflagen zichtbaar wordt gemaakt. Door het beeld heen zie je lange, schuine lijnen met daarboven donkere bollen. De basisstructuur van het bos heeft hij als uitgangspunt genomen”. Janssen is zeer verguld met zijn
Uit de zwarte lijnen, de donkere en de witte vlakken op de röntgenfoto (midden) blijkt dat Mondriaan waarschijnlijk een tekening van een hooischelf (links) gebruikte als uitgangspunt voor een kubistische compositie (rechts).
Uit de lange, zwarte lijnen (geel gemaakt) op de infraroodopname (midden) wordt duidelijk dat Mondriaan een oudere tekening van een bos (links) als voorbeeld nam voor een kubistische compositie (rechts).
1913, een bruingrijs kubistisch lijnenspel. Een ongeoefend oog zou er niet uit kunnen afleiden dat dit Eva de Beneditty is, een achttienjarige JoodsItaliaanse dame die een oogje had op Mondriaan. Hij tekende haar in Amsterdam in 1909. Janssen: “Tot in details zie je het hoofd, de ellebogen, de handen langs het hoofd. Mondriaan heeft eerst de tekening op het doek gezet met zwarte verf en vervolgens is hij dat op gaan delen in vlakjes en lijntjes”. Waarom Mondriaan nooit aan de wereld kenbaar maakte dat hij zijn figuratieve werk deze metamorfose liet ondergaan, is onduidelijk. Volgens Janssen vond de kunstenaar dat niet belangrijk. “Maar ik denk zeker dat hij het ook leuk vond om het geheim voor zichzelf te houden”.
Mondriaan gebruikte in 1909 een portrettekening van zijn vriendinnetje Eva de Beneditty, dat smoorverliefd op hem was, als uitgangspunt voor een kubistische compositie.
De schilderijen hangen op dit moment nog verspreid door de wereld: van Collection Museum Thyssen-Bornemisza in Madrid tot het Guggenheim Museum in New York. Naast deze serie wordt de tentoonstelling ‘Mondriaan en het kubisme, Parijs 1912-1914’ aangevuld met werk van tijdgenoten als Pablo Picasso, Henri Victor Gabriel Le Fauconnier, Georges Braque, Fernand Léger, Jacoba van Heemskerck, Jan Sluijters en Leo Gestel.
ontdekking. “We maken er een sport van alles over Mondriaan uit te zoeken in dit museum. Op deze schaal is niet
Mondriaan en het kubisme, Parijs 1912-1914, van 25 januari tot 25 mei 2014. www.gemeentemuseum.nl
eerder onderzoek gedaan naar zijn werk”. Toen Janssen eenmaal door had dat aan elk schilderij een tekening ten
grondslag lag, wist hij binnen een aantal dagen de andere bronnen te herleiden. Zoals bij Composition No.XI uit
6>Varia terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 6 december 2013
foto’s uit het haags gemeentearchief
De boekenkraam van Jozef Blok Aan het einde van de negentiende eeuw stonden op het Binnenhof aan de zijde van de ingang naar de Eerste Kamer verschillende boekenkramen. De eigenaar van één van die kramen was Jozef (Joseph Simon) Blok. Jozef en zijn broer David waren beroemd in de Haagse tweedehands boekenwe-
Het antiquariaat van ‘open-luchtbibliothecaris van het Binnenhof ’ was een begrip in Den Haag reld. Omstreeks 1880 verhuisde David naar Amsterdam en begon daar een boekenkraam in de Oudemanhuispoort. Jozef Blok bleef in Den Haag. Het antiquariaat van de ‘open-lucht-bibliothecaris van het Binnenhof’, zoals hij in het Nieuwsblad voor den Boekhandel in 1905 werd aangeduid, was een begrip in Den Haag. Behalve de boekenkraam op dinsdag, woensdag en donderdag op het Binnenhof, had hij
Ingezonden mededeling
op de andere werkdagen een kraam op de Grote Markt voor de Boterwaag. Op sabbat werkte de gelovige Jozef niet. Omstreeks 1890 kreeg Blok een eigen boekwinkel in de Prinsestraat 17 onder de naam Maison Blok-Librairie Française. Aan het einde van de negentiende eeuw verhuisde deze winkel naar nummer 48 in dezelfde straat. In Den Haag was Jozef Blok een bekende persoonlijkheid. Bij de boekenveilingen van de firma Nijhoff was hij altijd vooraan te vinden. Met Haagse autoriteiten als ministers, generaals en parlementariërs, die regelmatig zijn kraam op het Binnenhof passeerden, stond Blok op goede voet en hij bedelde bij hen ongegeneerd om een sigaartje. Blok verkocht in zijn boekenkraam niet alleen literaire werken van schrijvers als Multatuli, Louis Couperus of Charles Dickens, maar ook goedkope boekjes voor het grote publiek. Onder zijn klantenkring rekende hij ook de broers van Gogh. Vincent van Gogh was verzot op de Engelse geïllustreerde tijdschriften, die Jozef Blok voor hem inkocht. De kunstschilder kocht bij Blok – die hij steevast ‘boekenjood’ noemde – onder andere 21 complete jaargangen van het tijdschrift The Graphic, waaruit hij houtgravures
Boekhandelaar Jozef Blok – 14 okt0ber 1905 gepubliceerd in het bijblad van het Haagsche Nieuwsblad. >Foto: Haags Gemeentearchief
knipte voor zijn verzameling. Over een nieuwe aankoop schreef hij op 5 januari 1882 in een brief aan zijn broer Theo: “En bovendien heb ik nog een ander ornament voor mijn atelier opgedaan, ik heb een verbazend koopje gehad aan prachtige houtsneden uit de Graphic, gedeeltelijk afdrukken niet van de cliches, maar van de blokken zelf. Precies de dingen waarnaar ik jaren verlangd heb. De tekeningen van Herkomer, Frank Holt, Walker en
anderen. Ik heb ze gekocht van Blok de boekenjood en heb uit een enorme stapel Graphics & London News uitgezocht wat het beste was voor vijf gulden”. De benaming ‘boekenjood’ die Vincent van Gogh bezigde voor de Joodse boekenverkoper was volgens het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap aan het einde van de negentiende eeuw in het reguliere spraakgebruik een aanvaarde uitdrukking.
Vincent van Gogh haalde Jozef Blok over voor hem te poseren. Op zondag 5 november 1882 was het zover. Nog diezelfde dag berichtte hij over de bijzondere gebeurtenis aan zijn broer Theo: “Weet ge wie ik van morgen geteekend heb. Blok de boekenjood niet David maar die kleine die op ’t binnenhof staat”. Door Van Gogh en ook de Haagse kunstschilder Dorus Mesker kunnen we nu nog een voorstelling maken van Jozef Blok en zijn boekenkraam. Mesker vereeuwigde Jozef Blok en zijn boekenstalletje op de Grote Markt op een schilderij dat thans in het Haags Historisch Museum hangt. Een lithografie gebaseerd op dit schilderij is in het bezit van het Haags Gemeentearchief. Jozef Blok leefde voor de boekenhandel. Hagenaars snuffelden graag tussen de boeken in zijn kraam. Op 7 september 1902 overleed de meesterboekverkoper, zoals het Haagsch Nieuwsblad hem aanduidde. Onder grote belangstelling is Jozef Blok begraven op de Joodse begraafplaats aan de Scheveningseweg. Zijn zonen Isaac en David volgden hem op in de boekenhandel. Corien Glaudemans www.gemeentearchief.denhaag.nl
7
actueel<
Vrijdag 6 december 2013 > Den Haag Centraal
PvdA-achterban: niet overal betaald parkeren
Politiek worstelt met parkeerprobleem Door Jan van der Ven
In de jaren zeventig stelde PvdA-leider Joop den Uyl dat alle arbeiders recht op een auto hebben. Dat recht kregen ze. En hoe. Den Uyl kon indertijd echter niet bevroeden dat de realisatie van zijn wens zou leiden tot een vraagstuk waar zelfs zijn eigen partij intussen geen oplossing voor weet te vinden. De Haagse PvdA is er een mooi voorbeeld van. Toen de partij onlangs in haar concept-verkiezingsprogramma voorstelde dat overal in Den Haag betaald parkeren wordt ingevoerd, werd de kiem gelegd voor interne onrust. Het eindresultaat ervan was dat vorige week, na een korte en hevige discussie met de leden, het voorstel uit het programma werd geschrapt. De PvdA wil nu alleen per wijk gaan bekijken of betaald parkeren wel noodzakelijk is. De boodschap van die avond was duidelijk: kom niet aan de auto van de arbeider. Want die heeft het al moeilijk genoeg. Toch lijkt het zinvol eens te kijken naar de argumenten die worden gehanteerd om in een grote stad als Den Haag paal en perk te stellen aan het bezit en gebruik van een auto. Dat deed Elektrisch rijden is bezig aan een opmars in de stad. > Foto’s: DHC dus ook de programcommissie van de PvdA. Die stelde, voordat de interne vrezen ze dat een smallere rijbaan het Het is Smit natuurlijk niet te doen om parkeerdruk liefst 125 procent. “Exor- de Rotterdamsebaan, kosten 600 milopstand uitbrak, dat alleen met het ge- fileprobleem niet oplost, terwijl wet- ‘autootje pesten’ maar een wijk vol bitant”, oordeelde de wethouder. joen euro. Het geknars hierover is in bruik van het prijsmechanisme de na- houder Smit ervan uitgaat dat het au- blik is onleefbaar. Smit verklaarde eerde gelederen van met name de PvdA delige effecten van het autobezit in toverkeer andere routes gaat opzoe- der hierover: “Mensen kiezen als ze Bedrogen hoorbaar. De partij ging grommend een volle stad aangepakt kunnen wor- ken om de stad te verlaten. een huis gaan kopen voor een wijk Wie dacht dat wethouder Smit met de akkoord met de aanleg van de asfaltden. Die effecten hebben niet alleen omdat ze er hun auto makkelijk kwijt invoering van het VCP behoort tot de reep, maar kijkt intussen naar mogebetrekking op het in beslag nemen Bondgenoot kunnen”. In de Vruchtenbuurt is de tegenstanders van de auto, komt be- lijkheden om in een volgende coalivan schaarse ruimte. Ook de negatieve Toen twee weken geleden de gemeen- parkeerdruk opgelopen tot 110 pro- drogen uit. Want dezelfde Smit heeft tieperiode het project terug te draaimilieugevolgen kunnen ermee be- teraad de problemen rond de vieze cent. In de Bloemenbuurt bedraagt de zich hard gemaakt voor de aanleg van en. heerst worden. straten besprak, verzuchtte het PvdABij het Haags Milieu Centrum wordt De voorstanders van het beperken raadslid Bas Sepers dat er in een stad intussen met gemengde gevoelens van het stedelijk autogebruik kregen als Den Haag een moment komt waarnaar het stedelijk autogebruik gekede wind in de rug toen kort na de zo- op het niet meer vanzelfsprekend is ken. Lennart van der Linde van het mer bekend werd dat Den Haag weer dat gezinnen twee of meer auto’s tot centrum bespeurt meerdere ontwikde meest vieze straat van Nederland hun beschikking hebben. “Is die norm kelingen. Er zijn bijvoorbeeld voorheeft. Deze keer is het de Javastraat, van twee of meer auto’s per gezin dan zichtige trends die laten zien dat de jaren geleden waren het de Veerkaden nog wel houdbaar?”, vroeg Sepers zich nieuwe generatie de auto minder ziet die dit landelijk predicaat kregen. De af. als statussymbool. Jongeren gaan invoering van het Verkeers Circulatie Sepers heeft een stille bondgenoot in minder bij elkaar op bezoek want ze Plan (VCP) maakte daar een einde aan. de persoon van VVD-wethouder Peter chatten, ze skypen, ze mailen, ze belInmiddels lijkt de situatie in Den Haag Smit. Hij is de man die vier jaar gelelen. Daar komt bij dat het bezit van slechter, want niet alleen is de Java- den zijn autominnende achterban een auto voor jongeren onbetaalbaar straat uitgeroepen tot de meest vieze trotseerde en het VCP invoerde. Degeworden is. “Dus zie je de deeltijdaustraat van Nederland, op nummer drie zelfde Smit is er achter gekomen dat to oprukken terwijl in een stad als staat de Raamweg/Benoordenhoutse- de wens van wijlen Joop den Uyl in Den Haag alternatieve vervoersvorweg, op nummer zes prijkt de Hoefka- menige Haagse wijk tot bijna onoplosmen als tram en bus beschikbaar zijn”. de en op nummer 19 staat de Vaillant- bare problemen heeft geleid. Neem Het prijsmechanisme helpt gezinnen laan. bijvoorbeeld de Vruchtenbuurt. Een bij het kiezen, stelt Van der Linde. De Het zijn feitelijk de uitwassen van het wijk die wordt bevolkt door gezinnen parkeervergunning voor een tweede VCP. Want het probleem van de lucht- met een middeninkomen waarvan auto kost momenteel 420 euro per vervuiling is met de komst van het beide partners werken. Den Uyl zou jaar, tegen 36 euro voor de eerste auto, VCP verplaatst. De bewoners van de trots op ze geweest zijn. Een tweede niet eens de prijs van een volle tank Javastraat weten daar alles van. Deze auto is er bijna vanzelfsprekend gebenzine. “Je ziet soms dat mensen die De fiets laat de auto ver achter zich in het stedelijk verkeer. Verschillende smalle verkeersader moet een aan- worden, maar de wijk is volstrekt niet 420 euro teveel vinden en daarom bepolitieke partijen propageren daarom het gebruik van de fiets in hun verzienlijk schoner karakter krijgen, be- gebouwd op al dat extra blik. Hoe sluiten de tweede auto de deur uit te kiezingsprogramma’s. Zoals D66. Vorige week werd bekend dat deze partij sloot VVD-wethouder Peter Smit eer- groot de problemen zijn die dit massadoen”, zegt Van der Linde. Met het de komende vier jaar bijna 27 miljoen euro wil uittrekken om het fietsen in der. Hij wil de vieze straat daarom le autobezit in de wijk heeft veroorheeft een gemeente Residentie Bachkoor parkeerbeleid Renate Arends sopraan de stad veiliger en aantrekkelijker te maken. Meer en bredere fietspaden gaan herinrichten, fietsers moeten er zaakt, weet de VVD-wethouder als ook een middel om het autogebruik te moeten er komen. En natuurlijk veel meer fietsenstallingen. Kortom, D66 alle ruimte krijgen. Daartoe wordt een geen ander. Want, om de parkeerproreguleren, vervolgt hij. Residentie Bachorkest Barbara Kozelj altEen voorbeeld wil de fietser in de watten gaan leggen. hele rijbaan geschrapt en er verdwij- blemen in de wijk op te lossen wil hij is de stad Kopenhagen. “Daar wordt Waar denkt deze partij de benodigde miljoenen vandaan halen? De partij nen parkeerplaatsen. Wie dacht dat de op de Laan van Meerdervoort extra het aantal JosteVermunt dirigent Marcelparkeerplaatsen Reijans tenor bewust wil jaarlijks bijna 50 miljoen bezuinigen om zo geld vrij te spelen voor inbewoners van de Javastraat opgelucht parkeerplaatsen gaan aanleggen. stap voor stap verminderd. Er vinden Grote Kerk |toen DenzeHaag Frans Fiselier bas vesteringen in onder meer een fietsvriendelijke stad. De natte vinger kwam adem haalden hoorden van de Daartoe moet een reeks bomen worook geen mega-investeringen plaats er aan te pas om de bezuinigingen te vinden. Een efficiëntere gemeente? plannen, komt echter bedrogen uit. den omgehakt en de bewoners van de zoals hier in de Rotterdamsebaan”. En Opbrengst jaarlijks 15 miljoen. Minder subsidies? Dezelfde opbrengst. DoorEen aantal bewoners verzet zich. Het Laan van Meerdervoort hebben dit in Tokio krijg je niet eens een kentekaarten € 35,–/€ 30,– | Jongeren tot 25hakwerk jaar betalen € 10,– perom kaart | Toegangsprijzen inclusief pauzedrankje | bestellen Haags 0900 – 340 35 05 | www.bachensembles.nl ontwikkeling realistisch ramen? Opbrengst 5VVV miljoen perUitburo jaar. hoofdbezwaar is het schrappen van, aangegrepen zich tot de ken(45 alscpm) je het bezit van een eigen parjawel, parkeerplaatsen. Daarnaast laatste snik te verzetten. keerplek niet kunt bewijzen.
De natte vinger van D66
vrijdag | 20.15 uur
20
december | 2013
Hohe Messe | J.S. Bach kerstconcert
Ingezonden mededeling
zondag | 20.00 uur
1
december | 2013
Dr. Anton Philipszaal | Den Haag
Feestcantate | W.F.G. Nicolaï Plein 1813 | 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden
Residentie Bachkoor
André Post tenor
Nederlands Symfonie Orkest
Robbert Muuse bariton
Heleen Koele sopraan
Marc Pantus bas
Karin van der Poel alt
Jos Vermunt dirigent
kaarten € 25,–/€ 20,– | Jongeren tot 25 jaar betalen € 10,– per kaart | Toegangsprijzen inclusief pauzedrankje | bestellen VVV Haags Uitburo 0900 – 340 35 05 (45 cpm) | www.bachensembles.nl
9
economie<
Vrijdag 6 december 2013 > Den Haag Centraal
Klassieke kledingzaak gered
De dokter maakt kleren Achter in de winkel van F.G. van den Heuvel bevindt zich een kleine ‘charmante’ kamer waar al zo’n 130 jaar heren van stand zich een pak aan laten meten. Onveranderlijk hangt er een stilte als in een BBC-drama. “Dit mag natuurlijk nooit verdwijnen”. Door Pieter de Leeuw
Hein Leversteijn is KNO-arts en hoofd/hals-chirurg en sinds een klein jaar kleermaker van beroep. Hij kan zich goed voorstellen dat “over een jaar of vijf, als de winkel aardig blijft draaien, ik mijn werktijd in het ziekenhuis terug ga draaien en misschien wel twee dagen per week in de winkel door ga brengen”. Met een jongensachtige uitgelatenheid: “Het is echt heerlijk om te doen, heb ik je eigenlijk al een zeemleren handschoen laten voelen”. Op de hoek van de Hoge Nieuwstraat en het Korte Voorhout opende in 1882 de winkel van de specialist in klassieke herenkleding F.G. van den Heuvel. Toen heette de winkel nog Vogels, gelijk de oprichter, maar twee eigenaren later kreeg de winkel haar huidige naam en een zekere reputatie. Want hoewel het not done is om er mee te koop te lopen, mag toch wel worden gezegd dat enkele heren van het Koninklijk Huis zich al generaties door F.G. van den Heuvel laten aankleden. “Prins Bernhard kwam hier regelmatig”. Achter de toonbank en naast de kast met een museale collectie voorraaddozen waarin zich de onmisbare attributen bevinden voor de man van
een zekere wereld als een witte boord en elegante handschoenen, hangt een foto van de koning waarop geschreven staat ‘heel veel dank’. Dat slaat op het smokingjasje dat hij tijdens de kroning onder zijn al of niet authentieke mantel droeg. Vorig jaar leek er dan een einde te komen aan de lange, keurige geschiedenis van de ‘gentlemen’s outfitter’ want de drie zonen van de laatste van den Heuvel zagen er ongetwijfeld netjes uit, maar voelden er niets voor om het ingetogen imperium voort te zetten. Leversteijn hoorde van de situatie, overlegde met vier kompanen die stuk voor stuk trouwe klanten van de zaak waren en zo op het oog hun maatschappelijke ambities hadden verwezenlijkt en niet heel veel later was de overname een feit. F.G. van den Heuvel was het eigendom geworden van het vijftal. Vertrouwensband Leversteijn zegt als hij plaats heeft genomen op een klassieke houten stoel en zijn rode kousen één voor één heeft opgetrokken: “Zeker zullen wij de historie gaan bewaren,maar wij zullen heel behoedzaam enige accenten gaan verleggen om, nou ja, de winkel een meer eigentijds gezicht te geven”. Sommige zaken zijn door de nieuwe eigenaren al gerealiseerd. Zoals een pinautomaat. Leversteijn : “De mensen kochten hier gewoon nog op rekening. Je moet niet vergeten dat de meeste mannen die hier komen om zich een pak aan te laten meten of een overhemd te kopen, als kleine jongen aan
Hein Leversteijn is één van de vijf eigenaren van Van den Heuvel.> Foto : Eveline van Egdom
de hand van hun vader voor de eerste keer de winkel betraden, dat schept een enorme vertrouwensband”. Zelf maakte Leversteijn als elfjarige zijn debuut op de historische houten vloer. “Wat ik mij nog heel goed kan herinneren, is dat als de winkeldeur achter ons gesloten werd, ik het gevoel had dat de tijd hier stil stond”. Dat deed het echter niet en dus zal er behalve de pinautomaat nog meer moeten gebeuren om de lange geschiedenis van de kledingwinkel te bewaren. “Veel van onze klanten zijn al wat ouder, we willen dan ook proberen om de net afgestudeerden te bereiken”. Een webshop moet daarin uitkomst gaan bieden. “Slechts zo’n 40% van onze klanten komt uit Den Haag, het
is natuurlijk reuze makkelijk als zij hier niet speciaal naartoe hoeven komen”. En de kleding in de winkel, moet dat ook niet wat eigentijdser? Leversteijn spreidt al zijn diplomatieke vaardigheden ten toon. “Natuurlijk heeft Van den Heuvel hier een geweldige Angelsaksische voorraad opgebouwd, maar ik denk wel dat er ruimte is voor wat frissere kleuren”. Veel kleding wordt verkocht onder eigen merk. Met zichtbaar genoegen haalt Leversteijn de overhemden en cashmier truien te voorschijn. “Onze producten worden in Nederland en Engeland gemaakt, alleen onze dassen komen uit Italië”. Het is een flink contrast met zijn werk in het ziekenhuis. “Het is fantastisch werk, maar als me-
disch specialist dien je te manoeuvreren tussen de ziekenhuisdirectie en de zorgverzekeraar en hier ben ik zo vrij als een vogel”. Maar dat wil niet zeggen dat de winkel moet worden beschouwd als een speeltje van vijf gefortuneerde heren. “We kijken heel goed naar de exploitatie”. Een keer per maand zitten de vijf bij elkaar. “Geen van allen hebben we enige retail-ervaring, maar samen hebben we natuurlijk wel de nodige kennis en heel belangrijk, het vertrouwen dat deze winkel bestaansrecht heeft. Een collega op het Noordeinde formuleerde het wel aardig, hij zei ‘eigenlijk is van den Heuvel al jarenlang een Doornroosje, nu wordt het tijd dat zij wakker gekust gaat worden”.
Straks slapen op het strand Vanaf 1 april 2015 kan er op het strand van Kijkduin geslapen worden. Er zullen 40 huisjes gebouwd worden ten zuiden van de huidige boulevard. “Het is echt een te gekke ervaring om ’s avonds laat alleen op het strand te zijn”.
Via de lange weg van een Europese aanbesteding kwam de gemeente Den Haag uit bij twee Haagse ondernemers en de Stichting Leef met de Zee die ieder 20 huisjes voor hun rekening zullen gaan nemen. Plannen daarvoor dienden John Roos en Redsard Otten van Beachclub People in Kijkduin al in 2009 bij de gemeente in. Roos: “Ik ging toen een weekendje naar Katwijk, daar hebben ze van die huisjes op het strand staan en toen ik daar ’s avonds om een uur elf met mijn jas aan op de veranda
zat en uitkeek op het verlaten strand en over de zee, ja, dat is een gevoel hoor, dat is te gek”. Roos besloot dan ook dat ‘zoiets er ook in Kijkduin moest komen’. Dat ging niet vanzelf. “De gemeente kon er eerst niks mee, op het strand slapen mocht niet, klaar”. Maar een onderonsje met de toenmalig wethouder en inmiddels staatssecretaris Sander Dekker bood uitkomst. “Hij zag het meteen zitten”. Jeroen Struving van de Stichting Leef met de Zee was het er vooral om te doen ‘dat er niet een reusachtige vastgoedjongen een soort vinexwijkje op het strand zou gaan realiseren, dat mooie stukje van onze toch al zo kwetsbare kust moet echt bewaard blijven’. De toekomstige huurders zullen niet overdreven in de watten worden gelegd. Zo zullen er in de huisjes van Struving geen magnetron,
Vanaf april 2015 staan er 40 strandhuisjes op Kijkduin.> Foto : Beachclub People
televisie of vaatwasser komen. Wel worden zij bijgepraat over de ecologie in de Noordzee en kunnen er onder begeleiding uitstapjes worden gemaakt door een beschermd duingebied. Luxe Roos kiest wel voor luxe huisjes, ‘geschikt voor 4, misschien voor 5 personen, in het hoogseizoen zal de prijs
rond de 1000 euro per week uitkomen’. De huisjes zullen gelijk met de strandpaviljoens in het voorjaar worden gebouwd en half oktober weer worden afgebroken. Acht partijen deden er mee aan de aanbesteding die uiteindelijk door de Stichting Leef met de Zee gewonnen werd. De stichting koos ervoor om 20 huisjes te bouwen waardoor ‘de nummer 2’ Roos en Otten de
andere 20 mogen ontwikkelen. Duurzaamheid was voor de gemeente een belangrijk criterium bij de aanbesteding. Roos: “de 20 huisjes zullen helemaal gaan draaien op zonne-energie”. Jaarlijks ontvangt Kijkduin zo’n 4 miljoen bezoekers. Langs de Nederlandse kust staan inmiddels circa 2700 strandhuisjes. De huurprijzen lopen niet ver uiteen.
Ingezonden mededeling
BAVA
LIGHT CONCEPTS
LAATSTE VOORRAAD VAN ZACK NU MET 20% KORTING! OP=OP
SYLVAIN POONSSTRAAT 14 2548 XX DEN HAAG T TEL: 070-345 00 45 E
[email protected] WWW.BAVA.NL ARCHITECTURE PRODUCTION SALES
10>interview Vilan
Met veerkracht
Het moet omstreeks vier uur in de nacht zijn geweest, dat mijn kleine rode kater Tim van de trap viel. Ik werd wakker en ging kijken. Hij zag er raar uit. En dat was de volgende ochtend ook nog zo. De dierenarts zei, dat Tim een tia had gehad. Hij plantte een injectiespuit in hem en daarna konden we naar huis, afwachten. Dat het een serieuze zaak was, begreep ik meteen. Zoiets kon terugkomen of een voorbode zijn van een herseninfarct, en dan had ik een aanzienlijke kans dat Tim naar de poezenhemel vertrok. Hij is pas zestien. Ik kan hem niet missen. Dus wat doe je als mens? Wat je kunt verzinnen en dan ga je buitenshuis huilen, omdat het anders psychisch te belastend is voor het dier. Zo kwakkelden we door de dagen, tot het keerpunt op zondag. Aan die zondag ging een onrustige week vooraf. Het nieuwe medicijn dat de dierenarts zo had aangeprezen, werkte niet. Tim begon zich terug te trekken en keek of hij de weg kwijt was. We gingen dus terug naar zijn oude pillen. Die sloegen weer aan. Binnen twee dagen wilde hij weer op schoot. Dat waren lange dagen voor mij, waarin ik elk uur angstig afwachtte of er een tweede tia kwam. Ik sliep beneden op de bank en schrok wakker bij elk geluid dat Tim maakte. Maar die zondagmiddag leek de situatie stabiel. Even fietsen, dacht ik nog. Toen gebeurde het onverwacht snel. Bij terugkeer leek Tim aan het laatste eindje begonnen te zijn. In zijn ogen zag ik een verlangen naar rust. Hij viel in slaap. Zachtjes ging ik naar beneden, om daar te huilen om het onvermijdelijke. In mijn computer maakte ik een lijstje: de dierenarts, het crematorium, een laatste foto. Al tikkend hoorde ik een bonk, daarna het geluid van pootjes die de trap afliepen en toen kwam Tim met een nieuwe veerkracht de kamer in gelopen, in een rechte lijn naar zijn brokjes. Hij had trek, veel trek. Die avond begon het herstel dat, wanneer u deze regels leest, hopelijk heeft doorgezet. Tim en ik delen ons leven zo’n kleine veertien jaar en nog onderschat ik zijn veerkracht. Waardoor hij precies de goede kant op kantelde, weet ik niet. Zijn wil om te leven, de oude medicijnen, onze ontelbare aaisessies, wat het ook was, Tim heeft me geleerd dat er hoop is. Die les stemt mij optimistisch, en meteen maar over álles. Hopla, zo doen wij dat hier. Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 6 december 2013
Johan Frauenfelder, voorman van de Règâhs
‘Nu dat ik 56 ben geworden, vind ik pas dat ik fatsoenlijk gitaar kan spelen’
Hij volgde twee conservatoria en heeft een zeer scherp muzikaal gehoor. ‘Als iemand wat op de piano speelde, schreef ik het zo in notenschrift uit. Maar daarna kon ik het niet teruglezen’. Johan Frauenfelder, voorman van de Haagse band de Règâhs, lijdt al een groot deel van zijn leven aan een erfelijke oogziekte. Het weerhoudt hem er niet van binnenkort weer aan een serie voorstellingen te beginnen.
Door Annerieke Simeone Johan Frauenfelder (1957) staat in de deuropening van zijn woning aan de Thomsonlaan. “Wat een hondenweer, kom snel binnen”. Hij neemt plaats in een fauteuil bij het raam. Zo donker als het buiten is, zo donker is het binnen. De lamellen halfgesloten, nergens brandt licht. Voor de gelegenheid heeft hij een bril met doorzichtige glazen op gedaan, maar eigenlijk ziet hij meer met zijn rode bril die naast hem op tafel ligt. “Het gaat nog net”, zegt hij, “voor mijn ogen is dit het beste weer, zodra het lichter wordt, moet ik mijn andere bril opzetten”. Frauenfelder heeft sinds zijn twaalfde retinitis pigmentosa, een erfelijke oogziekte. Daardoor ziet hij nog maar zeven procent. “Volgens de artsen ben ik sociaal blind, je kunt heel veel dingen niet, al loop ik nog overal rond”. Het duurde een lange tijd voordat de omgeving door had wat er met hem aan de hand was. “Als kind had ik juist extreem scherpe ogen. Ik weet nog dat de juffrouw vroeg of ik wat dikker wilde schrijven met mijn kroontjespen, want mijn letters waren zo dun. Dan kon ze het niet lezen”. Rond zijn twaalfde gingen zijn ogen snel achteruit. Zijn nuchtere ouders grepen niet in. “Er was geen tijd en geld om daar aandacht aan te besteden. Dus naar de dokter gingen we niet. En op school was ik gewoon een jongen met een bril. Ik deed mee met honkbal, maar ik zag die hele bal niet”. Frauenfelder pauzeert even. “Tja, dat was best wel een traumatische ervaring. Niemand snapte
het en ik kon het zeggen, want het werd niet onderzocht. Later reed ik rond op een opgevoerde Kreidler. Levensgevaarlijk natuurlijk. Het is een wonder dat ik nooit ongelukken heb gehad”. Sinaasappelkistje Frauenfelder groeide op in Den Haag Zuid-West, vlakbij de Meppelweg. Begin jaren 70 reden bandjes met een busje door zijn wijk. Het was de tijd van The Golden Earrings en The Motions. En de tijd waarin Frauenfelder zijn liefde voor gitaarspelen ontdekte. “Mijn beste vriendje speelde gitaar. Dus ik ook”. Zijn ouders hadden ieder hun eigen idee over de muziekkeuze van hun zoon. “Mijn moeder zei: “Jongen als jij dat leuk vindt, dan doe je dat. Als het maar niet te veel herrie maakt. Mijn vader was minder enthousiast over dat sinaasappelkistje met snaren. Hij hield meer van klassieke muziek”.
‘Ik ben hier de hond in huis. Als ze willen weten of iets nog goed is, snuffel ik even aan het product’
Toch zette hij door, zocht liedjes uit en speelde ze op zijn gehoor na. De lessen bij de gitaarleraar kosten destijds vijftien gulden. “Best veel geld voor mijn ouders. Ik moest zelf ook iets bijdragen vonden ze”. Een bijbaantje vond hij in het Westland waar hij tomaten plukte. “Kwam ik weer met groene vingers op de les, maar ik speelde de moeilijkste akkoorden. Op een geven moment merkte de leraar dat ik talent had en raadde me aan het conservatorium te doen”. Hij volgde zelfs twee conservatoria: in Den Haag en in Rotterdam. In Den Haag studeerde hij klassieke gitaar. Vaak zat hij buiten de les te oefenen: “Op het conservatorium heb ik meer geleerd op de gang, dan in de lessen zelf. Juist vaak zo tussendoor leerde je de mooiste dingen”. In Rotterdam moest hij voortijdig stoppen. “Ik kon geen noten meer lezen. Als iemand wat op de piano speelde, schreef ik het zo in notenschrift uit. Ik heb een scherp muzikaal gehoor. Maar daarna kon ik het niet meer teruglezen. Toen ben ik een tijdlang sociale academie gaan doen. Alleen ja, door mijn rottige ogen werd ik toch weer de muziekkant op gedwongen. Wat moest ik anders? Ik kan niet op kantoor zitten, ik kan geen straat vegen. De simpelste baantjes gaan aan mij voorbij. Overal heb je je ogen voor nodig. Behalve bij muziek. Het is niet voor niets dat in veel landen blinde mensen muzikant zijn”. Duivenmelkers Tijdens het gesprek switcht Frau-
>Foto: Piet Gispen
enfelder regelmatig over van keurig ABN naar plat Haags. “Dat heb ik van de duivenmelkers”, legt hij uit. “Vroeger hing ik daar veel rond. Ik kan wel weer horen waar je hebt gezeten, zei mijn moeder dan”. Lachend: “Het is ook zo lekker om zo te praten. Onder Hagenezen schakel ik meteen over. Eigenlijk spreek ik altijd wel een beetje Haags. Als ik mezelf terughoor op de radio, denk ik: man man, wat praat je weer plat. Weet je trouwens dat ze in het flamenco plat Spaans spreken? Misschien dat ik het daarom wel zo’n leuke muzieksoort vind. Flamenco kun je spelen op een klassieke gitaar en het swingt ook nog. En een ander voordeel: een flamenco-artiest hoeft geen noten te kunnen lezen. Ja, het klinkt een beetje smerig, maar flamenco wordt overgebracht door de orale traditie. Ik heb onder meer les gekregen van een zigeuner in Sevilla. Hij deed het voor en ik luisterde het terug op een bandje”. Tegenwoordig is hij één van de bekendste flamenco-gitaristen van Nederland. En de beste, zo zeggen mensen op het internet. “Nou, dat vind ik een beetje overdreven”. Daarna: “Nou ja, ik ben één van de betere”. Wekelijks begeleidt hij in de Nieuwe Regentes een flamenco-les, maar beter bekend is hij als singer-songwriter met zijn groep De Règâhs, een Haagse band met een opmerkelijke
11
interview<
Vrijdag 6 december 2013 > Den Haag Centraal
‘Op het conservatorium heb ik meer geleerd op de gang, dan in de lessen zelf ’
voorgeschiedenis. Een uit de hand gelopen grap noemt hij het zelf. “Ik zat wel eens te dollen met een Spaanse vriend van me. We hadden een lied gemaakt. Tú eres para mí, jij bent het voor mij. Ik vond het leuk om dat liedje in het Haags te zingen. Dus dat deed ik. Ik merkte dat het publiek dat waardeerde. Voor de lol heb ik toen een singeltje gemaakt met twee liedjes. De buitenstaander hoorde een hele band, maar ik speelde alles zelf na elkaar in”. Olievlek Het plaatje kreeg een mooie plek naast de kassa bij muziekhandel Plato.“Een jongen die daar werkte, vond het wel grappig om dat Haags singletje te promoten. Binnen no time werden er achthonderd van verkocht. Ik had geen idee, ik was op vakantie. Pas toen ik thuiskwam, merkte ik wat het teweeg had gebracht. Mijn voicemail stond vol. Of ik langs wilde komen bij De Wereld Draait Door en Omroep MAX. Ik heb ook nog opgetreden tijdens het verjaardagfeestje voor de vrouw van Gerard Milo, de directeur van Omroep West. Maar ja, ik kon maar twee nummers spelen, meer had ik niet geschreven. Om de boel nog een beetje body te geven, nam ik twee danseressen mee”. Frauenfelder lacht hard op. “Het zag er niet uit natuurlijk. Ik dacht: waar ben ik aan
begonnen. En tegelijkertijd vond ik het ook wel leuk”. Frauenfelder begon meer nummers te schrijven en ging op zoek naar mensen die en flamenco konden spelen en Haags spraken. “Dan vallen er toch veel mensen af”. Uiteindelijk kwam hij uit bij Marcel de Graaf en Elvin den Haan met wie hij vroeger al in een bandje speelde. Op dit moment is de zesde Règâhs-cd in de maak. “Per cd worden we bekender. Het is een olievlek die zich langzaam uitbreidt. En ik heb alweer teksten voor twee cd’s. Ik wist niet dat ik het kon, maar het stroomt zo uit mijn pen”. Dochter Op zijn piano (‘ik speel er amper op hoor’) in de woonkamer staan foto’s van zijn kinderen. Een dochter van 31 en een zoon van 15. “Van twee verschillende moeders”, verduidelijkt Frauenfelder. “Wij muzikanten moeten veel oefenen, hè”. Beide kinderen erfden zijn muzikaliteit. “De oudste heeft blokfluit gestudeerd op het conservatorium in Amsterdam. Helaas heeft ze ook mijn oogafwijking. Ze ziet nu nog veertig procent. Een tijdje terug was zij aangenomen bij het bekende barokensemble, the Royal Wind Orchestra, maar daar is ze mee gestopt. Net als ik is ze bijna gedwongen de geïmproviseerde muziek in te gaan”. De zoon van Frauenfelder woont nog thuis. Een echte
bright guy”, zegt hij trots. “Hij zit op het Haganum en wil een echt vak leren. Hij is een heel ander type dan ik. Toch kan hij zo een akkoordje naspelen. Maar als ik dan iets doe wat net iets ingewikkelder is, zegt ie: “Nou, pap hou maar op, je loopt me weer te dissen”. Als Frauenfelder niet op pad is, is hij huisman. “Ik doe thuis de boodschappen, maar niet bij Albert Heijn. Daar heb je van dat schelle licht, en bovendien, ik kan niet met een pinpas omgaan”. Liever gaat hij daarom naar buurtwinkels in de Fahrenheitstraat. “Die kennen me allemaal. De producten zijn er ook beter. Een bloemkool van de groenteboer is niet te vergelijken met die van de Appie. En ik betaal contant”. Frauenfelder houdt demonstratief zijn hand op. “Dan zeg ik: pak maar wat je nodig hebt. Nou dat gaat prima. Ik loop niet met een stok, dat heb niet nodig. Andere zintuigen worden sterker. Ik ben hier de hond in huis. Als ze willen weten of iets nog goed is, snuffel ik even aan het product”. Ook met het versieren van vrouwen had Frauenfelder weinig moeite in zijn leven. “Als mensen maar genoeg dichtbij staan, dan zie ik heus wel wat. En bovendien, mensen zijn veel te visueel ingesteld tegenwoordig. Er is meer dan alleen een beeld. Denk aan een stem en een geur. Maar ook het gesprek dat je hebt. Mijn vrouw
Elsa grapt altijd: hij ziet mijn rimpels niet. Dat is natuurlijk ook weer niet zo. Sterker nog, soms zie ik meer dan mensen met goede ogen. Bij mensen die een facelift hebben gehad, komt de verandering dubbel zo hard binnen. Dan vraag ik aan mijn vrouw: is ze soms in elkaar geslagen? Voor mijn gevoel worden vrouwen daar mannelijk van”. Theater Binnenkort toert hij met de reprisevoorstelling ‘Carmuh’ door de Règâhs en daarna met zijn soloproject door het land. Zelf gaat Frauenfelder vrijwel nooit naar een concert. “Veel te fel licht, het geluid is ook vaak slecht. Mij vind je niet in een Heineken Music Hall, het Paard van Troje is al te groot. Soms ga ik naar het theater, het liefst op de eerste rij, dan kan ik nog wat zien. Nadeel is wel dat ik altijd mijn bril moet dragen. Daar krijg ik veel commentaar op. Ze hebben er altijd wel iets over op te merken. Op zich vinden ze het montuur met zijflappen nu wel hip, maar sommigen denken dat ik de artiest wil uithangen. En dan heb ik ook nog eens zwarte kleren aan. Maar ja, dan weet ik in elk geval dat het bij elkaar past”. Hij vindt het vervelend om telkens over die verdomde ziekte te praten en tegelijkertijd beseft hij dat zijn oogafwijking onderdeel is van zijn
leven. “Ik heb een nummer over mijn ogen geschreven, over het verliezen van zicht en belangrijke zaken en mensen in je leven”. Als ik dat in het Nederlands zing, dan komt het direct binnen. Te dichtbij eigenlijk”. Hij zingt een regeltje. “Vind je trouwens niet dat ik dan als Herman van Veen klink? Een beetje pathetisch. En in het Spaans is het weer te dramatisch. Daarom heb ik gekozen om het liedje in het Engels te zingen. Dat zorgt voor een zekere afstand”. Hij pauzeert even en zegt dan: “Ik had het net over Herman van Veen, dat het zo pathetisch klinkt als ik het zing, maar ik ben wel heel erg fan van hem hoor. Dat je me niet verkeerd begrijpt. Hij heeft me zelfs gevraagd om in zijn theater in Soesterberg op te treden. Het schijnt datie daar op zijn eigen landgoed een theater heeft gebouwd. Zoiets sla ik natuurlijk niet af” Plannen voor concerten buiten Nederland heeft Frauenfelder niet. “Ik hoef niet zo nodig naar China. Als ik gitaar speel, ben ik het gelukkigst. Vroeger was ik onrustig, leidden dingen me vaak af van muziek. Ik ben een laatbloeier. Nu dat ik 56 ben geworden, vind ik pas dat ik fatsoenlijk gitaar kan spelen”.
De theatervoorstelling ‘Carmuh’ door De Règâhs staat op zaterdag 7 december in Theater Dakota. De solovoorstelling van Johan Frauenfelder, Solos & Songs, is op zondag 19 januari in Theater PePijn.
Iedere maand schrijft een artiest die de Koninklijke Schouwburg aandoet over zijn of haar belevingen en het gevoel dat de schouwburg hierbij oproept. Deze maand: William Spaaij. William schitterde eerder in hoofdrollen in musicals als Mary Poppins, Piaf, Hairspray en speelde in de musical Ramses de jonge Ramses Shaffy die in 2011 in de Koninklijke Schouwburg in première ging.
Markt Zeeheldenkwartier, elke donderdag van 11:00 tot 19.00 uur
Vishandel Toet
3 Warme Gebakken Lekkerbekjes 3 Hollandse Nieuwe Vers v/h Mes 1 Gestoomde Makreel
Kaashandel Biosmaak >Foto’s Roy Beusker
Het is vandaag (1 december) precies 2 jaar geleden dat de musical Ramses in de Koninklijke Schouwburg in première ging. Voor mij een onvergetelijke dag omdat op deze dag alles lukte. De cast van Ramses kreeg deze avond vleugels wat resulteerde in een fantastische voorstelling, prachtige recensies met dito publieksreacties en alleen maar uitverkochte voorstellingen in het hele land. Aanstaande maandag, 9 december hopen we hetzelfde te kunnen zeggen van de nieuwe musical De Kleine Blonde Dood waar ik de rol van Boudewijn in mag vertolken. Ook deze musical gaat in de prachtige Koninklijke Schouwburg in première en is gemaakt door hetzelfde team van Ramses. Dit is natuurlijk geen garantie voor succes, maar volgens mij hebben we een juweeltje in handen. Mijn herinneringen aan de schouwburg zijn eigenlijk alleen maar positief te noemen. Er heerst altijd een hele relaxte maar ook zeer professionele sfeer voor en achter de schermen. Daarnaast is het ook nog eens één van de mooiste theaters die we hebben in Nederland. Ik ben dan ook altijd blij als ik door artiesteningang loop en het gebouw binnenkom. Het eerste wat ik altijd even doe is op het toneel staan en die prachtige zaal in kijken. Daarna zoek ik mijn kleedkamer op en richt ik die in zodat ik me
steeds wat meer thuis voel. Nadat ik dat heb gedaan loop ik altijd even langs de ruime artiestenfoyer om een drankje te halen en de mensen achter de bar te begroeten en dan ga ik mij langzaam voorbereiden op de voorstelling. Zondag 8 en maandag 9 december staan we dus weer in de Koninklijke Schouwburg met de nieuwe musical De Kleine Blonde Dood, naar de bestseller van Boudewijn Büch. Het is een musical geworden met heel veel humor maar ook met een heel emotioneel einde. Nu we middenin de try-outs zitten merk je pas echt wat deze voorstelling met het publiek doet. Zowel in de eerste akte als het eerste gedeelte van de tweede akte komt de vader/zoon relatie tussen Boudewijn en Micky goed tot zijn recht en zitten er hele leuke scenes in waar hard om gelachen wordt maar zo'n 15 minuten voor het einde kun je een speld horen vallen in de zaal en wordt de stilte alleen onderbroken door gesnotter en gesnik. Ik denk dat we met De Kleine Blonde Dood een prachtige productie in handen hebben waar hopelijk een breed publiek naar komt kijken. Ik kan in ieder geval niet wachten op maandag 9 december om weer een prachtige première te spelen in de fantastische Koninklijke Schouwburg van Den Haag. William Spaaij
Belegen Bastiaansen Pak Melk Bio-Slagroom
De Notenkoning Pittige Peanutmix Cranberrymix Verse Notenmix
500 gr 1 liter 200 gr
250 gram 250 gram 250 gram
Paul de Wit & Zn. Boer~Slager~Poelier Italiaanse braadworsten van de Calicuth Kalkoen
€ 9,95
€ 4,98 € 0,79 € 0,89
€ 6,95
€ 5,00
5 halen 4 betalen
Markt Zeeheldenkwartier is niet op do 26 december, maar op di. 24 december
The touch of quality
De Kleine Blonde Dood speelt op zondag 8 en maandag 9 december en op dinsdag 25 februari om 20.15 uur in de Grote Zaal van de Koninklijke Schouwburg. De première is op maandag 9 december.
SINDS 1891
Den Haag, Spui Gratis parkeren Parkeergarage Stadhuis
Kijk op www.ks.nl voor tickets meer informatie
Den Haag, Spui • Amsterdam, Villa Arena • Leiderdorp, WOOON • Rotterdam, Alexandrium III • www.hulshoffwonen.nl
13
opinie<
Vrijdag 6 december 2013 > Den Haag Centraal
Groen moet je samen doen Door Inge Vianen
De campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart volgend jaar start vroeg dit keer. Volgens deze krant opent Joris Wijsmuller, lijsttrekker van de Haagse Stadspartij (HSP), de aanval op GroenLinks. Hij jaagt op GroenLinks-kiezers. Vanuit het belang van een groene en sociale stad, vind ik dat onverstandig. In plaats van naar elkaars kiezers te loeren, is het juist zaak om je kiezersbasis te verbreden. Ik verkies daarom samenwerking boven polarisatie. Door samenwerking kan er namelijk een links progressief blok ontstaan waarbij groene en sociale krachten worden gebundeld. Het is goed dat de GroenLinkse inzichten en ideeën voor een groene samenleving gehoor vinden bij andere partijen. GroenLinks geeft altijd een gedegen financiële onderbouwing voor de groene keuzes die we maken. Het feit dat die onderbouwing er bij sommige andere partijen niet is, doet niets af aan de goede intenties die ze hebben. Zo zien we een aantal van onze groene ideeën zelfs terugkomen in het verkiezingsprogramma van de HSP. Dat juichen wij toe. Mits het oprecht is en niet ingegeven door electorale ratio om kiezers weg te lokken bij GroenLinks. Want hoewel de HSP een aantal van onze voorstellen steunde, heeft de partij zich tot nu toe niet laten zien als groenste partij van Den Haag. Zo stemde de HSP bijvoorbeeld in met
een snelheidsverhoging van 50 naar 70 km per uur in de Hubertustunnel. Dat veroorzaakt niet alleen meer luchtvervuiling, maar kost de stad ook nog eens 1,4 miljoen euro. GroenLinks stelt alles in het werk om de stad te vergroenen maar dat wordt lang niet altijd door de HSP ondersteund. En over het aanscherpen van het kapbeleid voor bomen was geen overeenstemming binnen de fractie: het ene HSP-raadslid stemde voor en het andere tegen. Na bijna 16 jaar in de Haagse gemeenteraad heeft Wijsmuller nu eindelijk gekozen voor een groener verkiezingsprogramma dan voorheen. Ik zie dit als een eerste stap in de goede richting. Niet om elkaars kiezers na te gaan jagen, maar om een groene stad na te jagen. Voor een groene stad kan het draagvlak namelijk niet groot genoeg zijn. Ik hoop dat collega Wijsmuller niet alleen onze ideeën omarmt, maar dat hij ook bereid is om samen met mij op zoek te gaan naar een zo breed mogelijke steun voor een groene en sociale stad. Kom op Joris, doe mee: groen moet je samen doen! Inge Vianen is lijsttrekker voor GroenLinks in Den Haag
Inge Vianen aan de haven in Scheveningen. >Foto: GroenLinks Den Haag
uw mening
Verzet tegen plan Javastraat Ik las met belangstelling het artikel over de Javastraat, als meest vieze straat van Nederland, onder de kop ‘Groene partijen botsen vooral met elkaar’. Bij deze wil ik jullie attenderen op de plannen van de gemeente, maar bovenal op het verzet van bewoners tegen de herinrichting dat momenteel steeds meer en meer vorm begint te krijgen. Wij als bewoners erkennen de problemen van de Javastraat met betrekking tot de fietsers maar vinden dat de plannen van wethouder Smit te kortzichtig en te veel gespitst zijn op het creëren van tweerichtingsverkeer voor fietsers. Het is dan ook ongekend zonde dat kostbaar groen in de plannen wordt ingewisseld voor parkeerplaatsen om fietsers doorgang te gaan verlenen. Een integralere oplossing waarbij ook de overige twee uitvalswegen (Mauritskade en Laan Copes) in de plannen worden betrokken, zou ons inziens duurzamer werken voor zowel de verkeersproblematiek, het milieu alsook de parkeerproblemen.
zou ons inziens duurzamer werken. Wij zijn als bewoners bang dat de huidige plannen alleen maar een slechtere leef- en woonomgeving creëren. Om deze redenen proberen wij elkaar nu te mobiliseren, in de huidige inspraakperiode, en zijn we voornemens volgende week een significant groot aantal handtekeningen te verzamelen voor onze tegenargumenten. Dit doen wij volgende week via een grootscheepse mailing die in en rondom de Javastraat zal gaan plaatsvinden. Men kan nu al actief onze petitie steunen via http://www.javastraatdenhaag.nl
DEN HAAG
‘Nu het stof is neergedaald…’
SAVE THE CHILDREN Door Simon Koene
In het artikel ‘Pulchri, een schreeuw aan slechthorenden’ in Den Haag Centraal stond de visie van twee kunstlievende leden vanuit een perspectief dat gelukkig maar door weinigen wordt gedeeld. Pulchri werd in 1847 door de schilders Weissenbruch, Hardenberg en een twintigtal anderen opgericht. De voornamelijk heren in die tijd kozen één van hen als voorzitter. Rond 1900 kocht de toenmalige voorzitter Mesdag het fraaie pand aan het Lange Voorhout, waarin Pulchri nog steeds gehuisvest is. Veel andere steden hebben ook zo’n club, zoals Amsterdam zijn Arti et Amicitiae en Wenen en Salzburg hun Kunstverein. Er is door de jaren heen door de leden
veel geïnvesteerd om hun vereniging in stand te houden. Gezien de roemruchte geschiedenis van Pulchri Studio met zijn vele wapenfeiten is dat ook ruimschoots gelukt. Pulchri-leden zijn trots op hun vereniging. Ook omdat Pulchri Studio nog maar de enige vrijplaats is waar kunstenaars zonder inmenging van anderen hun werk kunnen exposeren. Stel je nu eens voor, dat er een bestuur is, dat die prachtige vereniging op wil heffen – want dat is er gebeurd – dat pikken de leden niet. Ze hebben zich er massaal voor geworpen en het oude bestuur op democratische wijze weggestemd. Dat voor sommigen de druiven zuur zijn, zal inmiddels wel duidelijk zijn. Vooral wanneer je weet wat er op de achtergrond speelt. Maar om dan je verlies niet te nemen en in de media
De stad van vrede en recht steunt dit jaar kinderen in Liberia
DOE IETS
Arie-Jan van Berkum, ing., bewoner van de Javastraat
GEEF WAT
Den Haag Centraal verwelkomt ingezonden brieven van maximaal 200 woorden. De redactie behoudt zich het recht voor deze te redigeren. Vermeld altijd uw adres (en liefst ook uw telefoonnummer), ook wanneer u e-mailt.
OF
DEN HAAG
SAVE THE CHILDREN
De stad van vrede en recht steunt dit jaar kinderen in Liberia
de vereniging te beschadigen om daarmee je eigen frustraties af te reageren, gaat wel erg ver. Zo willen kunstenaars nog steeds graag lid van Pulchri zijn – ze komen zelfs uit Amsterdam en Groningen – en heeft de vereniging haar ledental in de afgelopen tien jaar verdubbeld. Dat veel kunstenaars ouder dan dertig zijn, is statistisch gezien heel normaal, wat overigens weinig met de kwaliteit van de kunst te maken heeft. Daarmee onderstreep ik maar de onzinnigheid van hun verhaal. Nu het stof is neergedaald, zou ik zeggen: natrappen heeft geen zin. Sluit de gelederen en ga over tot de orde van de dag. Simon Koene is beeldend kunstenaar en lid van Pulchri Studio
Ingezonden mededeling
DOE IETS DEN HAAG
OF
GEEF WAT
SAVE THE CHILDREN
De stad van vrede en recht steunt dit jaar kinderen in Liberia
Kijk wat jij kan doen op doeietsofgeefwat.nl doeietsofgeefwat
@doeietsgeefwat
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 6 december 2013
Boek over Joh. W. Broedelet
‘Een onaangenaam mens in de Hofstad’ Door Sjoerd van Faassen
Is een roman waarin Louis Couperus voorkomt als Louis Poepjes leuk? De succesvolle romanschrijver en criticus Carel Scharten vond van niet. In het gezaghebbende literaire maandblad De Gids noemde hij de satirische sleutelroman ‘Hofstad’ uit 1909 van Joh. W. Broedelet (1877-1946) waarin Couperus in zijn Poepjes-gedaante optrad: een ‘ongetwijfeld tamelijk schunnig boek’. ‘Een onaangenaam mens in de Hofstad’, noemde Leo van Heijningen Broedelet in 1985 in een brochure, en hij kon het als advocaat van onder anderen Pieter Menten en Hans Janmaat weten. Van Heijningen, gecharmeerd als hij was van dwarse figuren, bedoelde zijn typering overigens lovend. Broedelet was aan de Amsterdamse toneelschool opgeleid en speelde tussen 1895 en 1897 bij Het Nederlandsch Tooneel. Later trad hij op bij de Haghespelers en bij het Hofstad Tooneel. Hij werkte als toneelrecensent voor het weekblad Haagsche Post en de Haagsche Courant.
Als toneelspeler heeft Broedelet geen diepe indruk achtergelaten en als schrijver is Broedelet vergeten, ondanks tal van toneelstukken en met ‘Hofstad’ vergelijkbare romans als ‘Vagebond’ (1907) en ‘Keuterland’ (1910). Alleen ‘Hofstad’ geldt nog als geheimtip, juist vanwege het satirische karakter. Naast Couperus drijft Broedelet in die roman de spot met de schilder H.W. Mesdag (Leefdaag), de voorzitter van Pulchri, de dichteres Hélène Swarth (Thérèse Pielewiet), haar schrijvende echtgenoot Frits Lapidoth (Wim Pielewiet) en de Haagse schrijver Henri Borel (George Kapel). Broedelet was in zijn jonge jaren protegé van de dichter Willem Kloos. Jaap Harten suggereerde in zijn ‘Garbo en de broeders Grimm’ zelfs dat er een liefdesrelatie tussen beiden heeft bestaan.
Kijkduin Zijn kritische houding tegenover zijn woonplaats zal Broedelet niet verliezen. Loosduinen en Kijkduin worden in 1923 bij Den Haag ingelijfd. In het aan Den Haag gewijde boekje ‘Wat niet in Baedeker’ staat, smaalde Broedelet
in 1931over Kijkduin: ‘Je komt er met ’n bus. Tenminste, als die onderweg niet blijft steken’. Kennelijk was het geen oord waar Broedelet graag kwam. Hij zal Haagse cafés als Het Wachtje of De Posthoorn frequenteren en heeft geen contacten met beeldende kunstenaars die in de jaren twintig in Kijkduin wonen of verblijven. Broedelets toenmalige schoonzoon Jan Campert – die van februari 1928 tot in 1931 getrouwd was met de aan het Vereenigd Rotterdamsch Hofstad-Tooneel verbonden actrice Joekie Broedelet – zal er pas eind jaren dertig gaan wonen, als er een tweede golfje kunstenaars verblijft. Ze wonen in Kijkduin in het wijkje dat daar naar ontwerp van Bernard Bijvoet en Jan Duiker was gebouwd. Over die huizen schrijft Broedelet (die niet zo heel scherp kijkt want de door hem genoemde ‘platte’ daken zijn in werkelijkheid zadeldaken): ‘Kijkduin zelf, met z’n eigenaardige, zij ’t architectonisch smaakvol gebouwde huizen, (platte rieten daken en uitgerekte veranda’s) doet op ’t eerste gezicht aan ’n kaffernederzetting denken’. ‘In de contramine’ kun je misschien het beste
Broedelet’s levensmotto omschrijven. ‘Hofstad’ is antiquarisch zo goed als onvindbaar. De oorspronkelijk tweedelige roman is nu heruitgegeven. De bezorger heeft het oorspronkelijke meer dan 500 pagina’s tellende boek getrimd tot een handzame 110 bladzijden; de weggelaten gedeeltes heeft hij kort samengevat in tussentekstjes. De essentie is bewaard gebleven. Van der Linden schreef bovendien een informatief, maar wat de levensloop van
Broedelet betreft naar mijn smaak te mager voorwoord bij de uitgave. Het boek biedt een aardig inkijkje in Haagse roddels uit het begin van de twintigste eeuw, maar een meesterwerk is het nog steeds niet. Joh. W. Broedelet, ‘Hofstad’, ingeleid en samengevat door Frans van der Linden. Tiem, Baarn, ISBN 978 90 79272 35 8, 160 pag., € 19,95.
Messiah klinkt nu een beetje anders Door Aad van der Ven
De muziek die zal klinken is bekend en onbekend tegelijk. Händel-kenners zullen er in elk geval van opkijken. Ton Koopman dirigeert een versie van het beroemde oratorium ‘Messiah’ die tal van verrassingen bevat. Hij gaat terug naar de muziek zoals die klonk tijdens de première van het werk in de Ierse hoofdstad Dublin in 1742. Dat lijkt logisch maar dat is het niet. Händel was in Engeland en Ierland niet alleen de meest gevierde componist van zijn tijd, hij was ook een ondernemer met een eigen theater, die zijn eigen muziekevenementen organiseerde, de publiciteit en kaartverkoop in goede banen leidde, solisten uitkoos onderhandelde met jan en alleman et cetera. Een soort barokke Joop van den Ende dus. Hij ‘verengelste’ zelfs zijn naam: Georg Friedrich Händel werd George Frideric Handel. Met zijn eigen muziek ging hij heel gemakkelijk om. Was een aria te
zwaar voor een bepaalde zangeres? Hij paste er een mouw aan. Waren er voor de koorgedeelten geen vrouwelijke sopranen beschikbaar maar alleen jongenssopranen, zoals destijds in Dublin, geen probleem. Dan kortte hij sommige fragmenten in om die arme jongetjes een beetje te ontzien. Het gevolg is dat er diverse uitgaven van ‘Messiah’ zijn, waardoor een wat onoverzichtelijke situatie is ontstaan. De oorspronkelijke versie die Ton Koopman met zijn Amsterdam Baroque Orchestra & Choir uitvoert horen we zelden. Het opvallendst is dat diverse aria’s deze keer niet aan de stemsoorten worden toevertrouwd waaraan we gewend zijn. Dan kan het voorkomen dat een sopraanaria ineens door een tenor wordt gezongen. Händels ‘Messiah’ valt, in welke versie dan ook, in ons muziekleven niet weg te denken. Zo populair als in Groot-Brittannië is het werk nog net niet. Daar is het ‘Halleluja’ een soort
tweede volkslied geworden, waarbij het publiek de gewoonte heeft op te staan. Maar het aantal Nederlandse beroeps- en amateurkoren dat dit bekendste van alle oratoria tijdens de advent uitvoert, is aanzienlijk. Zwaarden De belangstelling voor Händels ‘Messiah’ was al groot voordat het werk voor het eerst klonk. Voor de wereldpremière op 13 april 1742 in Dublin onder leiding van de componist was de Mr. Neale’s Great Musick Hall, met plusminus zevenhonderd stoelen, helemaal uitverkocht. Normaal konden er maximaal zeshonderd bezoekers in deze zaal, maar voor deze gelegenheid waren er zevenhonderd verkocht. Om ruimte te besparen werd de heren vriendelijk verzocht hun zwaarden niet mee naar binnen te nemen.
Ton Koopman. >Foto: Camile Schelstraete
heeft nog hoegenaamd niets van haar frisheid verloren.
Ton Koopman heeft een ruime ervaring met Händels aantrekkelijke, feestelijke, soms ook dramatische
muziek. Zo bracht hij in 2008 dit werk met het New York Philharmonic Orchestra ten gehore, een uitvoering waarover de New York Times zeer te spreken was. Maar zijn bemoeienis met de zo geliefde partituur gaat nog veel verder terug. Hij leidde al in 1983 een aantal uitvoeringen en zette het werk toen bovendien op de plaat. Die interpretatie
Voordekunst blaast dan af en stort de geschonken bedragen terug aan de gevers. Op naar de jazz op de Haagse podia. Voor wie een volledige agenda zoekt, heeft zangeres Patricia Wisse ‘Livejazzinthehague’ in het leven geroepen. Op de computer intikken en je komt op haar Facebook-site waar ze een inmiddels zeer complete maandkalender-voor-de-jazz heeft. Bravo. Deze week op vrijdag en zaterdag twee topconcerten. Vrijdag 6 december in Studio 3 gitarist Jesse van Ruller met saxofonist Joris Roelofs, bassist Clemens van der Feen en drummer Martijn Vink. Van Ruller gaat in kleinere bezettingen steeds interessanter en eigener klinken; Joris Roelofs speelt niet alleen alt, maar blaast tegenwoordig ook vaak de basklarinet. Een in de jazz niet vaak te horen instrument met een
prachtige diepe houtklank dat ook in de hoogte verrassend veel kan. Het exploreren van die mogelijkheden kan je rustig aan Joris overlaten. Eerder op diezelfde avond speelt in het Scheveningse Muzee meesterpianist Rob van Kreeveld met een kwartet waarbij gitarist Martien Oster te horen is. Misschien dat die laatste ook zingt, hij kan het goed en muzikaal, dat liet hij ooit samen met Diana Krall horen. Voor Neêrlands topjazz-zangeres zaterdag 7 december naar Prospero in Chizone (Lourdeskerk, Scheveningen) waar Fay Claassen haar ‘Remembering Rita Reys’ brengt. Zij mag dat, want wijlen La Reys heeft meermalen gezegd dat Fay’s zang haar het dichtst aan het hart lag. Fay wordt gesteund door het trio dat ook La Reys begeleidde: Ruud Jacobs bas, Martijn van Iterson
gitaar en Peter Beets piano. Rita was ook gek met Beets, aaide hem vaak over de bol als hij speelde, zei dat hij het kalm aan moest doen, maar liet haar publiek dan weten dat hij wel een betere pianist was dan haar overleden echtgenoot Pim. Wat ik dan niet zo’n geslaagde opmerking vond. Het Reys-programma zit verpakt in een wijnproeverij (‘All that wine and jazz’), de wijn om 13.00 uur, de jazz om 15.30. Op vrijdag 13 december wijdt de Haagse vibrafonist René ten Cate in de Regentenkamer zijn optreden aan zijn voorbeeld Gary Burton, de man die bedacht hoe je met twee stokken in elke hand zowel enkele noten als akkoorden op het instrument kunt spelen, de ‘Burton grip’.
Amsterdam Baroque Orchestra & Choir onder leiding van Ton Koopman, met Monika Eder (sopraan), Maarten Engeltjes (countertenor), Jörg Dürmüller (tenor) en Klaus Mertens (bas). ‘Messiah’ van Händel. Donderdag 12 december, 20.15 uur, Dr Anton Philipszaal.
jazz
Crowd funding en ‘Remembering Rita’ Enkele maanden geleden berichtte ik over ‘crowd funding’ in de jazz, die onder meer op gang kwam via de instelling Voordekunst. De Haagse trompettiste Ellister van der Molen zocht zo financiën voor haar cd-project ‘Smalls NYC’. Donaties als voorfinanciering dus, waarbij iedereen iets voor zijn gift terugkreeg. Óf een cd, óf – als het om een stevig bedrag ging – zelfs een etentje waarvoor Ellister bij de gulle gever in de keuken
kwam staan. Eergisteren kwam bericht van Ellister: de cd is geperst en onderweg naar de ‘crowd funders’. Ze had drieduizend euro nodig, ze kreeg 3.075 euro’s binnen. Ik ontving net een nieuwe cd van Loet van der Lee’s Holland Big Band, ook al een ‘crowd funding’-kindje. Het lukt overigens niet altijd, want zangeres Astrid Seriese haalde het benodigde bedrag niet voor een cd die ik gráág gehoord zou hebben. De stichting
Bert Jansma
15
cultuur<
Vrijdag 6 december 2013 > Den Haag Centraal
Herinneringen aan Boudewijn Büch
Die mooie loopjes tussen fantasie en werkelijkheid Door Jan Paul Bresser
Tien jaar na zijn dood is Boudewijn Büch meer dan ooit overal. Boeken van hem en over hem in alle bibliotheken, prijzen en lezingen met zijn naam, Eva Rovers werkt aan een biografie, er zweeft zelfs een boudewijnbüch-planetoïde ergens tussen Jupiter en Mars. Maar ‘De kleine blonde dood’ is en blijft het dichtst bij hemzelf. Zijn meest persoonlijke verhaal werd van iedereen. Boek, film en nu zelfs een musical. Boudewijn Büch kreeg een gezicht toen hij dertig jaar geleden op televisie kwam. Jan Paul Bresser was erbij en gaf de Wassenaarse Mick Jagger, die van Goethe hield, een eigen programma. Een paar herinneringen. Ik hou wel van de Langstraat in Wassenaar. De kleine gedotterde kransslagader van het dorp van mijn jeugd. Ik kom er sinds ik kan lopen en het is er steeds weer anders hetzelfde. Boudewijn Büch en ik zijn er om de hoek geboren. Hij was zeven jaar jonger, dus ik liep hem pas tegen het lijf toen ik eind jaren zeventig bij de Volkskrant werkte en hij met een plastic tas eigen stukjes langs kwam brengen voor een plek in de krant. Eén ding wisten we op de redactie direct: de aardige, brutale jongen nam een mooi loopje tussen fantasie en werkelijkheid. Maar schrijven kon hij. En hij was dichter, en Dichtung und Wahrheit, zo begreep ik al snel, was niet voor niets de sleutelzin van zijn grote held Goethe. Dat we uit hetzelfde Wassenaar kwamen schiep een band, meer met mij dan met ons dorp, want daar had hij op z’n aardigst gezegd een haat-liefde verhouding mee. Dat begreep ik later uit zijn verhalen die warme en koude randjes hadden. Waar of niet, echt of toch verzonnen? Ik kwam er nooit goed achter in de jaren dat we intensief met elkaar optrokken en er een soort vriendschap ontstond. Hij kwam dichterbij, nam me in vertrouwen, maar was en bleef een raadselachtige eenling. Leeuwen Toen we een paar jaar later weer samen door dezelfde Langstraat liepen was dat achter een cameraman aan. Voor een kleine binnenreis, terug zijn jongensjaren in. Boudewijn wilde die middag naar de twee leeuwen die het paleisje in de Paauw bewaken, waarin het gemeentebestuur al jaren goede sier maakt. Boudewijn klom op één van de leeuwen, als een kind zoals ontelbare Wassenaarse kinderen voor hem. Daar liet hij zich filmen als een Mick Jagger voor het boekenprogramma, dat we samen maakten. En dat zijn naam droeg. Büch. Toen ik onlangs in dezelfde Langstraat in de nieuwe bibliotheek zat in de leeszaal die sinds kort zijn naam draagt: de Büch Hoek, zag ik het even voor me: hij zit nu ergens daarboven tussen zijn halfgoden Goethe en Achterberg en kijkt vanaf daar naar lezers in zijn eigen hoek tussen honderden boeken. Daar ging het Boudewijn om. Leven is als lezen en schrijven. Zo heeft hij zich in mijn geheugen genesteld aan de hand van slingers herinneringen. Als ik bij voorbeeld door de Passage loop, denk ik wel eens aan Boudewijn Büch. Zeker nu er schuttingen staan op de plaats waarachter zowat de laatste boekhandel van de stad stond. Daar is hij op een dag halverwege de jaren tachtig via winkels, opslagplaatsen,
gangen en trappen op het dak van de koepel geklommen, precies in het middelpunt waar de drie klassieke gaanderijen samenkomen. Daar, op grote hoogte, wist Boudewijn één van de gebogen ramen open te trekken en begon hij – half liggend op het glas – met een stem als een waterval een gedicht voor te dragen dat hem lief was: Passage van Achterberg. Het schalde tegen de deftige winkelpuien aan en alle voorbijgangers bleven staan en keken omhoog en zagen het hoofd van de jonge schrijver die op Mick Jagger wilde lijken, maar het over Eline Vere had.
Oploopje Beneden tussen het oploopje stond ik samen met onze cameraman die het ongewone tafereel vastlegde voor het boekenprogramma van de VARA-televisie. Boudewijn als presentator en ik als eindredacteur. We hadden een klein, betrokken team en een simpele opnameplek in een studio in Hilversum: een tafel en wat boekenkasten. Büch’s Boeken noemden we het en de formule was eenvoudig: de liefde en het enthousiasme voor boeken overbrengen op zoveel mogelijk mensen. En dat kon hij, dat had hij al eerder laten zien in de vijf minuten die ik voor hem had vrijgemaakt in het kunstprogramma De verbeelding, waarin hij aan een houten keukentafel met een stapeltje nieuwe boeken met een jongensachtige flair onmiddellijk de aandacht trok. Een spleet in de tafel benutte hij meteen. Als een boek hem niet beviel liet hij het er doorheen vallen. De camera ving het op en het werkte. Büchs Boeken werd Büch, want de toevoeging werd overbodig. Boudewijn zorgde voor een dwarse eigenzinnige vrijplaats. Het programma was hij zelf. En dat maakte hem populair. Thuis bij hem aan de gracht binnen zijn muren van boeken leerde ik een andere Boudewijn kennen, veelzijdig, vol verhalen, dichter tussen beelden van Goethe en foto’s van Mick Jagger met daartussen op een zuiltje een foto van het graf van zijn gestorven zoontje. Althans dat vertelde hij me toen. Ik wist het niet. Ik vond het verdrietig, de Kleine blonde dood bestond alleen voor hem en werd pas veel later, tot op de dag van vandaag, van ons allemaal. Ik hoorde al zijn verhalen en ging in zijn geestdrift mee en we maakten plannen voor zijn programma, kozen de boeken erbij en de schrijvers die we wilden uitnodigen. We stimuleerden hun boeken door ze in goedkope herdrukken van een tientje in het programma aan de man te brengen. Maarten Biesheuvel, Mensje van Keulen en Doeschka Meijsing lagen met een duwtje van Boudewijn in de week van de uitzending in de boekhandel. Boerenkiel Het werkte, dus we hebben nog een reeks gemaakt, met een knipoog in de titel: Büch’s Boeket. Voor het omslag maakten we foto’s van Boudewijn in de polder. Ik heb ze nog, die unieke boekjes. Hij staat erop voor een boekenkast in een drassig weiland. Op klompen in een boerenkiel met een kruiwagen vol boeken. Toen zijn we ook met literaire landschappen begonnen. Als kleine odes aan de Nederlandse poëzie. We gingen naar Zaltbommel om de brug te zien uit het gedicht van Martinus Nijhoff . Boudewijn lag als de dich-
Boudewijn Büch gezeten op een leeuw voor Raadhuis de Paauw in Wassenaar. > Foto: Klaas Koppe
ter in het gras naast de spoorlijn ‘met een hoofd vol landschap’. We hadden het geluk dat het een beetje regende toen we op een morgen op de dagmarkt in de Amsterdamse Dapperstraat kwamen en Boudewijn iedereen vroeg of ze Bloem kenden, de dichter. Nooit van gehoord. Dus klom Boudewijn op een kraam en daar klonk het: ‘Alles is veel voor wie niet veel verwacht ... op een miezerige morgen ... domweg gelukkig in de Dapperstraat.’ Alles had zijn weerslag en weerklank in het programma. We gingen zelfs naar Weimar voor zijn held Goethe en vroegen Joop den Uyl nog een keer terug te gaan naar de boekwinkel in de Utrechtsestraat in Amsterdam, waar hij zijn Liesbeth had gevonden, en haar een bundel van Slauerhoff had ge-
geven. Hij las een gedicht voor met die onvergankelijke eerste zin: ‘Alleen in mijn gedichten kan ik wonen.’ Ook en juist voor Boudewijn. Ik heb nog wel eens heimwee naar de tijd met hem. Hij bracht – net als Pierre Janssen dat deed met beeldende kunst – vonken over van literatuur naar de kijkers thuis. En dat was (en is) helaas een zeldzaamheid op de televisie. Fortuyn Hoe sterk en kwetsbaar hij was zag ik weer, toen hem vlak na de moord gevraagd was iets zeggen over Pim Fortuyn. Boudewijn zat daar bleek op een stoel, keek recht in de camera en hield in een ontroerende monoloog een pleidooi voor de stilte van de dood en
het recht op de verwerking van persoonlijk verdriet, zonder ophef, zonder het rumoer dat Nederland toen overspoelde. Niet veel later stierf hij zelf, plotseling en veel te jong. Dichter tussen Dichtung und Wahrheitß. Ergens tussen zijn kleine blonde dood en die van de musical met dezelfde titel, die niet ver van zijn stem in de Passage nu op het toneel van de Koninklijke Schouwburg klinkt. Zo ver reikt zijn verbeelding. ‘De Kleine Blonde Dood’ als musical gaat maandag 9 december in première in de Koninklijke Schouwburg. De dag ervoor op zondag 8 december houdt Eva Rovers voorafgaande aan de voorstelling om 19.30 uur een lezing over haar biografie over Boudewijn Büch.
16>sport
Den Haag Centraal > Vrijdag 6 december 2013
Lex Immers worstelt maar komt altijd weer boven Martin van Zaanen
dion. Tevens de winnende treffer. Nadat ADO Den Haag zich eind mei 2011 na een spannend tweeluik met FC Groningen – na 24 jaar – weer voor Europees voetbal had geplaatst, werd door een hoop mensen een heleboel gezegd. Maar het was Immers, die een grote rol in de historische prestatie had gespeeld, die het gevoel het best verwoordde: “Wij zijn voor de rest van ons leven Haagse helden!” Er was niemand die hem zijn transfer naar Feyenoord in de zomer van 2013 misgunde.
Bij de Haagse fans was Lex Immers geliefd vanwege zijn enorme wilskracht en doorzettingsvermogen. In zijn jacht op prestaties was geen moeite hem teveel en was er weinig dat hem uit het veld kon slaan. In een oefenpotje tegen HVV begin 2009 liep hij een ernstige wond en een hersenschudding op. Met bebloed hoofd verliet hij het veld. Een paar dagen daarna verscheen hij, met ingepakt hoofd, gewoon tegen Feyenoord aan de aftrap. Had hij een keer een mindere wedstrijd, wist je dat hij er het volgende duel gewoon weer zou staan. ‘Jaguh, jaguh; op die bal, jaguh, jaguuuuuh; ze lopen in de val!’ De aanstekelijke midden jaren tachtig-klassieker van de toenmalige selectie van FC Den Haag was Immers, die een kwart eeuw later furore maakte, op het pezige lijf geschreven. Hij doet het graag, jagen. Hij kan het ook goed. Wat een hoop met elkaar te maken heeft. Immers is niet het prototype van het op jonge leeftijd verwende talent. Zo werkte hij op zijn
Fenomeen In zijn eerste seizoen in De Kuip maakte hij als stuwende aanvallende middenvelder twaalf doelpunten in 30 duels. Ook droeg hij er met zijn even dynamische als opofferende spel stevig aan bij dat Feyenoord weer een kandidaat voor de landstitel werd en spits Graziano Pellè uitgroeide tot een fenomeen zonder weerga. Nu, in zijn tweede seizoen, is er kritiek van de media en een deel van de supporters omdat hij ondanks de vele kansen die hij voor zichzelf creëert, te weinig scoort. Vooralsnog stokt de productie op drie doelpunten. Maar wie de loopbaan van Lex Immers kent, weet dat de hoogblonde karaktervoetballer in elke nieuwe situatie best even kan worstelen, maar altijd weer bovenkomt. En dan sterker dan ooit. Het zijn niet de media en een deel van de Rotterdamse supporters die de opstelling maken. Maar trainer Ronald Koeman. En die zet de naam van Lex altijd nog altijd als een van de eersten op het bord.
Wie het verleden kent, kan de toekomst voorzien. Neem de kritiek die Hagenaar Lex Immers (27) momenteel bij Feyenoord krijgt. Uiteindelijk zal die hem alleen maar verder brengen. In iedere nieuwe situatie waar hij tijdens zijn loopbaan belandde, moest hij eerst worstelen om pas daarna – sterker dan ooit – weer boven te komen. Dus zal dat in De Kuip ook gebeuren.
Lex Immers, hier nog actie voor ADO.>Foto: Creative Images
16de fulltime bij het onderhoudsbedrijf van zijn vader. Stuken, tegels zetten, timmeren; iedere dag om zes uur op. Op die manier leerde hij de waarde van hard werken. Maar ook te waarderen wat hij nu heeft. De reden dat we in Den Haag zo gek met Immers zijn, is omdat niemand Haagser is dan hij. Hij woont tegenwoordig in Leidschenveen, maar vroeger in de Schilderswijk, Moer-
wijk en hij sloot zijn tienerjaren af in Zoetermeer. Zelfs in de buik van zijn hoogzwangere moeder, net als zijn vader hartstochtelijk groengeel fan, bezocht hij al de tribunes van het Zuiderpark. Ook heeft hij ontelbare stappen liggen op de plaatselijke amateurvelden. Tijdens zijn jeugd speelde hij bij LenS, tussen zijn achtste en twaalfde bij de jeugdopleiding van ADO, DSO en Vredenburch
(jeugd en senioren). In het eerste elftal van ADO Den Haag debuteerde hij in augustus 2007 tijdens de in 2-2 geëindigde uitwedstrijd tegen RKC Waalwijk, toen hij na 74 minuten inviel voor Yuri Cornelisse. Een week later tekende hij zijn eerste overeenkomst. In dezelfde maand maakte Immers tegen Cambuur Leeuwarden het eerste doelpunt in het nieuwe Kyocera Sta-
Danny Molenaar werkt aan zijn American Dream:
‘Het is bridge, bridge en nog eens bridge’ Danny Molenaar is momenteel in de Verenigde Staten. In Los Angeles en Phoenix doet de Hagenaar mee aan twee bridgetoernooien. Een stap in de goede richting om zijn American Dream te realiseren. Door Klaas-Jan Droppert
Al voor de vierde keer maakt de 29-jarige Molenaar de oversteek. Eerder speelde hij toernooien in San Francisco, Saint Louis, Fort Lauderdale, Gatlinburg en Los Angeles. Molenaar en zijn partner Tim Verbeek zijn gevraagd door een Amerikaanse bridger toen ze twee jaar geleden als begeleider naar een jeugdbridge-toernooi in de Azoren gingen. “In Amerika leeft het bridge enorm, zelfs het kleinste toernooi heeft meer deelnemers dan het grootste in Nederland. Al die toernooien, die inschrijfgeld vragen en een week duren, zijn helemaal uitverkocht. Een zaal van drie voetbalvelden groot! En iedere dag kan je je inschrijven voor een nieuw toernooi, want er worden er in die week talloze georganiseerd”. De beide Nederlanders maken deel uit van een team, dat naast een Amerikaan, uit twee sponsoren bestaat. “Dat zijn vermogende Amerikanen die
graag willen spelen. Soms letterlijk het verhaal van krantenjongen tot miljonair. De sponsoren bepalen aan welke toernooien we meedoen. Ze betalen ook de kosten en wat er van het budget overblijft, is voor ons”. Molenaar speelt, op verzoek van de sponsors, vooral op zogenaamde regionals, terwijl de nationals de toptoernooien zijn. Maar die regionals zijn niet minder zwaar. “Het is bridge, bridge en nog eens bridge. De hele dag. Het komt voor dat we 72 spellen, wat in Nederland een marathon heet, op een dag spelen en dat vier dagen achter elkaar! Dat is een hele werkdag bridge. Omdat het een denksport is, is dat verschrikkelijk zwaar. Te vergelijken met een hele dag proefwerken maken. De meeste mensen zijn dan na een halve dag al kapot. Na zo’n toernooi hebben we een week vrij maar zijn we helemaal gesloopt, doen we de eerste twee dagen niets. Daarna gaan we wel iets van het land zien. Dan maken we ook leuke dingen mee. In Los Angeles werden we bijvoorbeeld van straat geplukt om te figureren in een film. Nee, geen Holleywoodkraker, meer een C- of Dfilm”. Bridgen leerde Molenaar op jonge leeftijd op de Margrietschool in Leidschen-
dam. Hij vond het zo leuk dat hij erin doorging en zich aansloot bij BC Leidschenhage, waarvoor hij nog steeds trainingen geeft. Momenteel speelt Molenaar, die bridgeles aan gevorderden geeft (zie dannymolenaar.wordpress.com), voor de club Het Witte Huis dat tot de halve finale van de Meesterklasse (‘De Eredivisie van het bridge’) is doorgedrongen. Invalkracht Maar van bridge alleen kan Molenaar, die ook voetbalt bij RKAVV en tafeltennist bij VVV, nog niet leven en daarom is hij invalkracht op een basisschool. Momenteel geeft de Hagenaar les op basisschool De Tandem in Leidschendam. “Een fulltimebaan is voor mij lastig, want mijn ambitie is nog steeds om prof te worden. Dat kan alleen in de Verenigde Staten, daar zit het grootste geld. Maar momenteel zijn we daar nog niet goed genoeg voor. Zou ik nu een vaste baan nemen, dan wordt het veel moeilijker om prof te worden. En ik wil niet over tien jaar spijt hebben, dat ik de kans niet gegrepen heb”. Met zijn 29 jaar is de voormalig studentenwereldkampioen op een goede leeftijd om in het bridge nog steeds
Danny Molenaar: ‘Misschien word ik wel bridgebelg’. >Foto: PR
progressie te boeken en zijn American Dream om prof te worden te realiseren. “De eerste stap daarvoor is om in het Nederlands team te komen en een WK spelen, dan ligt de weg naar Amerika open. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. We moeten bij de eerste drie paren komen, maar momenteel zijn we het vijfde paar van Nederland. Het probleem is dat ons land tot de wereldtop behoort. Onze opdracht is te vergelijken met het bereiken van het eerste van Barcelona. Dan is het makkelijker om bij Ajax door te breken. Tim en ik hebben het er gekscherend wel eens over gehad om ‘Bridgebelg’ te worden. Daar zou het veel makkelijker zijn om in het nationaal team te komen. Het is nu niet aan de orde, omdat we voor onze kansen in
Nederland gaan. Maar als dat niet lukt, zou het in de toekomst wel kunnen”. Daarbij heeft Molenaar al ervaring om voor een ander land te spelen. “Toen we jongens van 15 jaar waren, speelden we een Open EK en kwamen twee Duitse dames tegen die nog een partner zochten. Twee bloedmooie meiden, die met hun uiterlijk iedereen afleidden en zo zelfs de favorieten van tafel veegden. We waren toen nog niet zo goed, maar hielden stand zodat we tot de laatste dag in de top meedraaiden. Dat deden we dus voor Duitsland. In de verslagen staan anderen als hoogste Nederlanders vermeld maar die eindigden tien plaatsen lager dan wij. Ja, dat zijn mooie dingen, die ik dankzij het bridge meemaak en voorlopig nog niet wil missen”.
17
sport<
Vrijdag 6 december 2013 > Den Haag Centraal
Streven naar Haags topbasketbal
Kleine sport voor grote mannen krabbelt langzaam op Het basketbal in de Haagse regio krabbelt langzaam op. De herenteams van Lokomotief (Rijswijk) en CobraNova (LeidschendamVoorburg) staan gebroederlijk op kop in de Eerste Divisie-Zuid en maken kans op promotie. Op de achtergrond wordt een poging gedaan om topbasketbal in Den Haag nieuw leven in te blazen.
Haagse humor
Door Klaas-Jan Droppert
Basketbal is in Nederland een kleine sport voor grote mannen. En de sport waarin dunks voor veel spektakel zorgen, komt ook in de Haagse regio maar niet van de grond. Pogingen om de krachten te bundelen en een volwaardig Eredivisieteam op te zetten, zijn in het verleden allemaal mislukt. De laatste keer was aan het begin van deze eeuw toen Haaglanden Royals een vroege en roemloze dood stierf. Maar er zijn mensen die in de missie blijven geloven. Eén daarvan is Erik Duin, directeur van St4r (spreek uit Star). Deze Haagse straatbasketbalvereniging zet projecten op straat en in scholen op. Maar St4r is ook de shirtsponsor van Lokomotief, CobraNova en het Haagse The Jumpers, dat ook in de Eerste Divisie speelt. “In het verleden is het vaak misgegaan, omdat spelers zouden moeten overstappen naar een van de bestaande verenigingen”, weet Duin. “En niemand wilde zijn beste spelers aan een andere club afstaan. Daar kwam jaloezie en ruzie van. Doordat St4r geen echte vereniging is en we hoofdsponsor bij alle drie de clubs zijn, is er een veel betere basis dan in het verleden”. De stap naar topsport moet via breedtesport gemaakt worden. “Er moet een dépendance van CobraNova of Lokomotief in Den Haag komen. Daarmee creëer je een nieuwe entiteit en van daaruit kan je bouwen. Naar zo’n club kunnen we via onze projecten op scholen de geïnteresseerde kinderen sturen. Pas als die structuur er is, kan je over topbasketbal praten. Voorlopig is dat nog plannenmakerij, maar het streven is wel om topbasketbal in 2017 of 2018 te bereiken”. Samensmelting De Haagse regio heeft met de bestaande drie clubs eigenlijk alle ingrediënten in huis. Bij Lokomotief spelen alle jeugdteams in de Eredivisie. Fusieclub CobraNova is hard op weg om een grote vereniging in de regio te worden en heeft verreweg het beste herenbasketbalteam. En The Jumpers heeft het karakter van een breedtesportvereniging, waarbij het pleintjesbasketbal in de manier van spelen is terug te vinden. Toch heeft het nooit tot een samensmelting van deze ideale mix geleid. “Ik denk dat het alleen maar kan als de clubs er iets voor terugkrijgen”, zegt Duin. “Hetzij financieel, hetzij materieel. Dan wordt het interessant. Wat dat precies moet zijn, proberen we nu uit te zoeken”. Het project bevindt zich in de beginfase, maar Hugo Butter, coach van Lokomotief, ziet het plan wel zitten. “Het zou eigenlijk toch heel simpel moeten zijn om de grootste talenten van de regio bij elkaar te brengen? Dat Lokomotief dan zijn beste spelers kwijtraakt? Ach, dat gebeurt nu ook al, want na hun jeugdjaren vertrekken ze naar Den Helder, Leiden of Rotterdam. En ik heb liever dat ze in de regio op het hoogste niveau spelen, zodat ze niet met lange reistijden en ontwrichting van hun so-
Chris
Rogillio Sewrattan staat met zijn club CobraNova aan kop in de eerste divisie Zuid.>Foto’s: Creative Images
spelen we snel basketbal waarbij we veel in beweging zijn. Zelfs tegen CobraNova, het beste team van de competitie, hadden we niet hoeven te verliezen. Dit seizoen hebben we het onder 20-team van vorig jaar doorgeschoven. Het zijn dan wel jonge jongens, maar ze basketballen al vanaf hun zesde en heb-
‘Het zou eigenlijk toch heel simpel moeten zijn om de grootste talenten van de regio bij elkaar te brengen?’ Erik Duin: ‘Ik denk dat een samensmelting van de clubs alleen kan als de clubs er iets voor terugkrijgen’.
ciale leven of thuissituatie te maken krijgen. Maar het is vooral een organisatorisch probleem. Er is in het verleden veel kinnesinne geweest. Als je weet dat de Nederlandse Basketbal Bond de slechtst georganiseerde sportbond van Nederland is, dan wordt het moeilijk. Misschien dat het nu lukt omdat met St4r een onpartijdige partner is gevonden”. Volgens Duin kunnen alle drie de clubs op het huidige niveau hun hoofd boven water houden. “Maar is dat ook het geval als ze straks hoger willen spelen? Dat moet ik nog zien”. Ook Marcel Mandemaker, voorzitter van CobraNova, vraagt zich af of clubs het financieel wel volhouden. “En waarom zou dan een Eredivisieploeg in Den Haag niet kunnen? Omdat Leiden en Rotterdam te dichtbij spelen en het talent wegkapen? Maar als Zorg & Zekerheid met sponsoring stopt, klapt Leiden in elkaar en in de talentenacademie van Rotterdam wordt veel geld gestopt, maar dat houdt ook een keer op”. Toch behoudt Mandemaker nog wel enige scepsis over het plan. “Het verleden heeft bewezen dat de neuzen niet
altijd dezelfde richting opstaan. Bij Haaglanden Royals zou er een vent met twee ton langskomen, maar die man is nooit gearriveerd. Maar lukt het wel, dan ben je in een keer de grootste basketbalvereniging van Nederland”. Verrassend Voorlopig richten de verenigingen zich op het heden en daarin doen de eerste herenteams van Lokomotief en CobraNova het goed. Beide staan gedeeld eerste met slechts een verloren wedstrijd. De enige nederlaag van de Rijswijkers was uitgerekend tegen de buren. Dat Lokomotief het zo goed doet, is verrassend, want de ploeg was eigenlijk gedegradeerd. “Maar er kwam gelukkig een plekje vrij”, zegt Butter. “In eerste instantie hadden we als doel handhaving, maar dat is inmiddels bijgesteld. We gaan nu voor het behalen van de playoffs die recht geven op doorstoten naar de Promotiedivisie”. De Rijswijkers houden zich knap staande tegen fysiek sterkere tegenstanders. “We zijn dit jaar weer onze lange spelers kwijtgeraakt, maar met kleinere
ben aan diverse jeugd-EK’s meegedaan. Dus de tactische en technische ervaring hebben ze ondanks hun jonge leeftijd al”. Waar Lokomotief vrijuit kan spelen, voelt CobraNova meer druk. Na vorig jaar in de play-offs te zijn uitgeschakeld, is promotie bijna verplicht gesteld. “Wij zijn de gedoodverfde favoriet”, erkent CobraNova-coach Michel Martinez. “Promotie is ook noodzakelijk om het team bij elkaar te houden en verder te kunnen bouwen”. Mocht CobraNova promoveren dan ontstaat er mogelijk een nieuwe situatie aan de onderhandelingstafel, waar de plannen voor een Haagse topclub gesmeed moeten worden. Maar niets is wat het lijkt in de Haagse basketbalwereld. Geleerd van het verleden houdt Mandemaker dan ook een slag om de arm. “Of we promoveren, daarover ga ik geen uitspraken doen. De vorige voorzitter riep dat we binnen twee jaar in de Promotiedivisie zouden spelen. Zeven jaar later is dat nog niet gelukt. Af en toe is het niet te voorspellen in de basketbalwereld”.
Mogen we nog wel grappen maken? Of wordt het in dit land tijd voor de Humorpolitie? Neem het lachen over Zwarte Piet. Aandachtsgeile mediajongens en -meisjes stelden de knecht van de blanke goedheiligman ter discussie. De Verenigde Naties hoorden de klok luiden, gingen niet eens op zoek naar de klepel, maar haalden meteen de guillotine uit de schuur, want Nederland was een racistisch land. En wat dachten we van Gordon? Zijn Chinese grap was niet kwetsend bedoeld, er zat niets incorrects aan. Of-ie ook leuk was, is een ander verhaal. Hagenaars maken dergelijke grappen al honderden jaren en veel beter. Maar omdat Hilversum en Amsterdam bepalen wat wij leuk mogen vinden, was het hele land in rep en roer. Over Amsterdam gesproken, wat moeten we vinden van de grap in het Kyocera Stadion, afgelopen zondag? Bij ADO Den Haag - Ajax kwam weer iets voorbij waar de landelijke media likkebaardend de tanden in zetten. Op de wijs van: ‘Er staat een paard in de gang’, zong een deel van de geelgroene aanhang namelijk: ‘Er ligt een Jood in de gracht’. Ze doelden op de supporter die vijf dagen eerder bij Ajax-Barcelona vanaf de tribune in de gracht van de ArenA viel (of werd gegooid; dat is nog niet duidelijk). De Hagenaars die het carnavaleske deuntje ten gehore brachten, hebben één ding niet willen doen: kwetsen. Ze weten niet eens wat dat is. Pesten, dat wilden ze wel. En hun afkeer voor de voetbalclub Ajax duidelijk maken. Dat is niet bij wet verboden. Moeten we dus niet academisch over doen. Haagse voetbalhumor is rechtlijnig en soms zo plat als een dubbeltje. Lex Schoenmaker zei toen er een bal ver omhoog werd getrapt en bijna verticaal omlaag kwam: ‘Die lag bij Jezus op tafel’. Dat is niet het kwetsen van gelovigen. Dat is humor. Haagse voetbalhumor. Die scheidsrechter dan, bij een vorige wedstrijd van ADO. Floot slecht en werd toegezongen met: ‘Jij komt Den Haag niet uit’. In plaats van breedlachend, en vrolijke danspasjes makend, het publiek met zwaaiende armen dirigeren, voelde hij zich bedreigd en maakte een officieel rapport voor de aanklager betaald voetbal. De moraal? Zeur niet als iemand ten koste van jou een grap maakt. Grappen maken is leuk en lachen is gezond. Als je de grap niet leuk vindt, haal je je schouders op. Morgen weer een dag. Chris Willemsen
3
Donate a Gift
Kerstactie Den Haag Cares uitgebreid te volgen via Omroep West en Den Haag FM Meer dan 10.000 mensen in onze regio zijn afhankelijk van de Voedselbank. Natuurlijk verdienen ook zij een mooie Kerst, mét een cadeautje onder de kerstboom. Van 6 tot en met 13 december trekken Omroep West en Den Haag FM samen met Stichting Den Haag Cares op, om 10.000 cadeaus te verzamelen. Samen met jou moet dat lukken! Kijk op www.omroepwest.nl voor meer informatie over hoe je kunt meehelpen. Want iedereen verdient toch een cadeau met Kerst? HOE KUN JE HELPEN? 1. Koop een nieuw cadeau met een waarde van ¤ 10 tot ¤ 15. 2. Pak dit cadeau niet in. 3. Doneer het uiterlijk 13 december bij een van de inzamelpunten in de regio. In Den Haag zijn dat het Atrium in het stadhuis en de studio van Omroep West/Den Haag FM. Je kunt je ook opgeven als vrijwilliger om te helpen de cadeaus te sorteren en in te pakken!
Volg de actie uitgebreid op Radio West, Den Haag FM, TV West en Den Haag TV Help je ook mee?
Geef een nieuw cadeau
Lever uiterlijk 13 dec. in!
Lees meer op www.omroepwest.nl
19
varia<
Vrijdag 6 december 2013 > Den Haag Centraal
De trainingen dragen geen speels karakter
Atletiek voor autistische kinderen
stadsgroen
Creatief met kerst
Het gebeurde heel wat jaren geleden. Een dame die creatieve groene kerstworkshops verzorgde, was op zoek naar hedera. Hedera is de Latijnse naam voor klimop, de bladhoudende klimmer die in bossen, parken en tuintjes meterslange ranken over de grond maakt, en soms zelfs je schuur, je achtergevel én die van de buren overgroeit. Gewone klimop dus. Deze
‘Nee nee mevrouwtje, zo werkt dat hier niet. Hup, mee naar huis nemen, die rommel!’
Trainer Jeroen Wieffering geeft atletiektraining aan autistische kinderen van 12 tot 16 jaar. > Foto : Eveline van Egdom
De Haagse stichting SGK is van start gegaan met het geven van atletiektrainingen aan autistische kinderen. Iedere donderdagavond wordt er op het terrein van Atletiekvereniging Sparta in het Zuiderpark getraind voor de meerkamp. De kinderen zijn 12 tot 16 jaar. Door Pieter de Leeuw
Vier kinderen zijn het nu nog maar, een klein groepje. Jeroen Wieffering is de trainer van SGK, dat is de stichting die zich inzet voor de sportieve prestaties van kinderen met een verstandelijke beperking in deze regio. Op een ijskoude winteravond legt hij op de atletiekbaan uit dat hij verwacht dat de groep snel zal gaan groeien. “Met de wekelijkse voetbaltraining door SGK op het terrein van PGS Vogel zijn ze zo’n drie jaar geleden begonnen met een paar kinderen en moet je kijken hoe groot ze nu zijn geworden, de groep telt al zo’n 30 kinderen”, aldus Wieffering. Hij denkt dat het voor autistische kinderen ietsje makkelijker is om zich in de verschillende onderdelen van ‘de moeder van alle sporten’ te bekwamen, juist omdat het geen teamsport is. “Autistische kinderen denken in details, zij zien de verschillende onderdelen binnen hun gezichtsveld en gaan
dan daarna pas de onderlinge verbanden leggen”. De tijd die ze daarmee zoek zijn, wordt ze in de hectiek van een partijtje voetbal vaak niet gegeven. “Met atletiek speelt dat geen rol en kunnen ze zich eenvoudigweg richten op wat ze aan het doen zijn”. Directeur van SGK, Sandra van Koningsbrugge geeft aan dat er twee jaar de tijd wordt genomen om vast te stellen of er binnen de doelgroep voldoende animo is voor de trainingen’. Kinderen zijn er genoeg. Al langer geleden is vastgesteld dat 1 op de 100 kinderen als autistisch wordt gediagnosticeerd. Van Koningsbrugge: “Op het Westerbeek College waar veel autistische kinderen naar toe gaan, wordt wel gymnastiek gegeven, maar voor de rest zitten nog heel veel van deze kinderen in hun vrije tijd achter een pc ’tje”. Tim (13) is vanaf de eerste training al van de partij. Vader Ron slaat de verrichtingen van zijn zoon nauwgezet gade en licht toe: “Ik zie aan hem dat hij het hier naar zijn zin heeft. Kijk maar eens hoe hij luistert als hem wordt uitgelegd wat hij moet doen, hij is een en al aandacht, nee, dat heeft hij anders niet zo snel”. Grapje Wieffering is ambitieus. “Als ik eenmaal een groep heb van zo’n 12 kinde-
ren, zal ik ze gaan inschrijven voor wedstrijden”. De trainingen dragen dan ook bepaald geen speels karakter. Een enkele keer veroorlooft Wiefering zich een grapje, maar als Jim, een soepel bewegende puber met een gekleurde kuif niet nauwgezet genoeg de speerwerpinstructies opvolgt, wordt hij vriendelijk, maar streng terecht gewezen. “Dat moet ook wel”, zegt Wieffering even later, “er mogen hier geen ongelukken gebeuren”. Eén van de kenmerken van autistische kinderen is de soms wat haperende motoriek. “Juist daarom”, stelt Wieffering, “kan atletiek en dan vooral het hardlopen voor deze kinderen van betekenis zijn”. De sprint wordt dan ook vanaf de start in de startblokken geoefend. Op de gezichten van de kinderen is goed te lezen dat ze zich er niet zomaar vanaf maken. ‘Deed ik het zo goed, meester’. De trainer zegt dat hij ‘al een bescheiden progressie heeft waargenomen in de motoriek van sommige kinderen’. Ieder onderdeel van de meerkamp wordt beoefend. Bewust is er voor de donderdagavond gekozen. “Dan hebben we hier alle ruimte om onze oefeningen te doen”. De trainingen vinden iedere donderdagavond plaats van 19.00 tot 20.00 uur. Wie meer informatie wil, kijkt op: www.sportbelangsgk.nl
dame, we noemen haar voor het gemak even mevrouw B., leerde andere dames creatief bezig te zijn met steekschuim, groen spul dat water opzuigt zodat de bloemen en planten die je erin steekt, langer vers blijven. Zo maakte mevrouw B. prachtige ‘kersttaarten’ door buxussnoeisel langs de rand van een ronde vorm steekschuim te steken, en daarnaast een rand van geglaceerde sierappeltjes, besjes en hortensiabloemetjes. De zijkanten van de taart beplakte ze met mos, net als de bovenkant, en op de taart legde ze drie gesuikerde sierpeertjes. Een feest om te zien. Een ander creatief object waar mevrouw B. haar hand niet voor omdraaide, was de lange guirlande van hedera. Zo’n guirlande komt over de schoor-
steenmantel of je sidetable te hangen, of, iets ambitieuzer, om de deurpost van je voordeur. Ook deze workshop was erg in trek, mevrouw B. was zelfs genoodzaakt een extra workshop in te plannen. Er moest alleen nog wat hedera komen, het groen was bijna op. De veiling was al gesloten, vindingrijkheid was gewenst. Nu groeit klimop werkelijk overal, we zeiden het al, en mevrouw B. ging bij vrienden en kennissen te rade. Zonder resultaat. Ook een oproepje op Facebook leverde niets op. Mevrouw B. kwam in tijdnood en toog naar het Haagse bos. Ze greep haar snoeischaar uit de diepe zak van haar jas en zette het – op een onopvallende plek – op een knippen. Toen er een fijne berg aan groene slierten aan haar voeten lag, arriveerde de boswachter. Het obligate ‘Wat zijn wij aan het doen’ liet er geen misverstand over bestaan. In Den Haag is het een halsmisdaad om ook maar één eikel uit het bos te halen, zoals u weet. Het kwam er inderdaad op neer dat mevrouw B. de berg gesnoeide hedera moest laten liggen. Had ze van tevoren gevraagd of ze wat zou mogen snoeien, dan had ze alles – en nog wel veel meer – gewoon mee mogen nemen. Ze vertelde dit verhaal aan een vriend, die riposteerde: je had moet zeggen dat je net je tuin gesnoeid had en dat je het groenafval in het bos wilde achterlaten om te laten composteren. Dan had de boswachter hoogstwaarschijnlijk direct gesommeerd: ‘Nee nee mevrouwtje, zo werkt dat hier niet. Hup, mee naar huis nemen, die rommel!’ Wendy Hendriksen
juridisch
De klant als koning
De grootste vijand van een advocaat is zijn eigen cliënt, is de eerste les die een groentje leert als hij begint aan zijn opleiding van drie jaar. Velen moeten er om lachen, anderen beschouwen het een misplaatst soort wantrouwen. Advocaten moeten immers vechten voor hun cliënten, en daarbij past niet een gevoel dat die cliënt onbetrouwbaar zou kunnen zijn. Toch is de opmerking terecht, ook al schuilt een deel van die waarheid in de advocaat zelf. Hij moet zich er
binnenviel, was u tv aan het kijken? Cliënt : ja Advocaat : waar bevindt zich de tv? Cliënt : in de slaapkamer. Advocaat : en bent u toen uit het raam gesprongen? Cliënt : nee, ik zat in bad. Advocaat : Maar u zat tv te kijken…? Cliënt : Ja, op mijn smartphone. namelijk van bewust zijn dat zijn opdrachtgever ook zijn zwaktes heeft. Het één op één doorschuiven van het relaas van de klant aan de rechter is een geheid recept voor een mislukking.
Soms kan je er nog verder naast zitten, maar dat je flink moet doorvragen voor de waarheid boven water komt, is iedere advocaat wel duidelijk na de eerste paar weken van zijn loopbaan.
Het is dus van belang dat het verhaal van de cliënt door de advocaat stevig wordt gefileerd, alvorens tot actie over te gaan. Dergelijke gesprekken kunnen er soms slapstickachtig aan toegaan. Voorbeeld:
Erg moeilijk te hanteren zijn de praatgrage cliënten, die in de rechtszaal hun verhaal zelf willen vertellen. Dat dit bijna nooit verstandig is, is helaas bij dit type een advies dat aan dovemansoren is gericht. Zo heb ik het moeten meemaken dat ik een drie kwartier durend, uiterst
Advocaat: Dus toen de politie bij u
technisch pleidooi teniet gedaan zag door een cliënt die in zijn slotwoord de verdenking tegen hem min of meer bekende, het slachtoffer verweet dat het zijn eigen schuld was en justitie ervan beschuldigde met twee maten te meten. Uiteraard volgde een knalharde veroordeling, en was de kans in hoger beroep te gaan, verkeken. Ook de relatie met de cliënt was nadien uiteraard nogal bekoeld. Er zijn bovendien mensen, die zo wantrouwend zijn, dat de zaak die ze samen met hun advocaat zouden moeten opbouwen, al voor die goed en wel begonnen is, als een kaartenhuis in elkaar zakt. De bij het begin van de samenwerking uitgesproken hoop, dat het dankzij de nieuwe advocaat allemaal eindelijk in kannen en kruiken zal komen met die jarenlang slepende burenruzie, maakt binnen korte tijd plaats voor een
achterhoedegevecht tegen de eigen raadsman. Pogingen om duidelijk te maken dat het, via het stellen van kritische vragen, de bedoeling is juist de zwakke plekken in de zaak te ontdekken en die dus sterker te maken, worden helaas maar al te vaak niet als zodanig begrepen. Enfin, het is natuurlijk prettig als je slechts begripvolle, goed luisterende en uiterst volgzame cliënten weet te vinden. Maar het zijn merkwaardig genoeg juist al die anderen die meestal een beroep op ons moeten doen.
Michael van Basten Batenburg Delissen Martens advocaten belastingadviseurs mediation www.delissenmartens.nl
20>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 6 december 2013
© Marcello's Art Factory
onder de haagse torens
Haagse juriste wint Viva-award
ergernissen Tips naar
[email protected]
Water
I
n bijna alle EU-landen is het al gemeengoed. Zelfs in voormalige Oostblok-landen, die wij nog als enigszins onderontwikkeld beschouwen, gebeurt het. Als je in een restaurant wat te eten bestelt, krijg je onverwijld gratis een karaf water aangeboden. In een culinair sterk ontwikkeld land als Frankrijk is het zelfs wettelijk verplicht gasten een fles water voor te schotelen. Maar bij ons wordt hooguit gevraagd of je water wenst en dan vooral met de bedoeling dat je een mineraalwater laat aanrukken tegen een doorgaans belachelijk hoge prijs. Menig restaurant heeft ook z’n eigen watertje en dan kom je al gauw bij prijzen, waar je ook een simpele wijn voor kunt aanschaffen. Veel restaurateurs veront-
schuldigen zich door te verwijzen naar de kosten, die ook een karaf leidingwater met zich meebrengt. Die karaf moet gevuld, afgewassen, opgeruimd e.d. Nou, vreselijk, alsof de vaderlandse horeca-prijzen al niet op een stevig niveau liggen. En dan ook nog te bedenken dat wij in Nederland wellicht het beste leidingwater van de wereld hebben. Dick Toet
PLAATS
© Marnix Rueb
haagse harry
Charlotte Meindersma. >Foto: Arnold Reyneveld
Ze heeft gewonnen. Tóch? Charlotte Meindersma deed eind november mee aan de Viva400 competitie, waarin 400 vrouwen in acht categorieën om een award streden. Met haar juridische praktijk was ze in de categorie online een ongewone aanwezigheid. Haar concurrentie bestond vooral uit modemeisjes met een blog. “Toen ze me vroegen naar de rode loper te komen, durfde ik het nog niet te geloven”. Het was de combinatie van aanpak en inhoud die het deed. Een juridische praktijk is op zich niet zo meeslepend voor de Viva-lezeressen. Maar wat Charlotte doet en hoe is dat wel. Een kopje oploskoffie aanbieden waarbij alle problemen zo mogelijk opgelost worden. Consulten via Skype. Aandacht voor de creatieve sector. Een blog, filmpjes en een behoorlijke aanwezigheid in de social media; op Twitter heeft ze een kleine tweeduizend volgers. Dat spreekt aan. En ze voerde natuurlijk campagne. Hoe verliep de prijsuitreiking?
Charlotte: “Dat ik hoog geëindigd was, wist ik toen Viva me mailde dat ze zeker wilde weten dat ik kwam. Maar het laatste oordeel was aan de vakjury. Eigenlijk verwachtte ik een eervolle vermelding”. Toen ze won, verliep de prijsuitreiking met een verbazend lage Hollywoodfactor: “Ik kreeg bloemen en de prijzen: een laptoptas voor vrouwen en een beautyarrangement. Op het podium heb ik met mijn telefoon nog een foto van dat moment gemaakt voor mijn Twitter-volgers. In de trein naar huis heb ik hun felicitaties zitten beantwoorden”. Virtuele muur Wat Viva betreft, lijkt het hierbij te blijven. Er komen geen uitgebreide reportages in het vrouwenblad dat alweer over de voorjaarsmode publiceert. Daar lijdt Charlotte niet onder. Ze heeft de award aan de virtuele muur van haar praktijk gehangen. Al met al een mooi resultaat voor een ZZP’er die zo’n twee jaar aan de weg timmert. “Een leuke ervaring”, vat
ze de avond samen. Maar het balletje rolt elders verder in een onverwachte hoek. Op de website van de NRC diepte de jurist Leo van der Wees de succesvolle aanpak van Meindersma verder uit. Juist de combinatie van het traditionele kantoor met de moderne digitale techniek wees hij aan als de toekomst voor de nieuwe generatie juristen: “De jongere garde kan maar beter de online mogelijkheden gaan verkennen en eens goed kijken naar hoe Charlotte Meindersma in de Viva-lijst is gekomen” (blog 30 november 2013). Oploskoffie “Ik ga gewoon door met wat ik doe,” meldt ze monter. “Laagdrempelig informatie delen, oploskoffie schenken en eventueel een klein beetje groeien. Het gaat goed genoeg om te weten dat ik dit kan doorzetten en ik wil graag plezier houden in wat ik doe”. Verder lezen: viva400.charlotteslaw.nl/pers
Keizerstraat Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
V
erwarrend was het wel. Je zag het Scheveningse strand, een hoop mensen, gedoe in de branding … maar waar waren de Zwarte Pieten? Was dit de politiek correcte remake van de aankomst van Sinterklaas, waarbij de controversiële Pietermanknechten waren vervangen door Scheveningse klederdrachtvrouwtjes en andere als vreemde militairen verklede dorpelingen? Het muntje viel. Dit was de verbeelding van het legendarische moment dat het Oranjehuis weer eens op onze kust aanspoelde. Het was een
grootse enscenering, vol mooi gekostumeerde schijngevechten. Wekenlange voorpret en noeste nijverheid balden zich samen! Daar was de aanstaande koning, hij kwam dit keer niet met een sloep, maar, vanwege de deining, met een landingsvaartuig van de marine. De informele manier waarop hij vervolgens als een zak aardappelen op de schouders naar het zachte zand werd gedragen oogde een stuk historisch verantwoorder. Maar al snel sloeg de verwarring ten tweede male toe. De kleine man die daar als een vorst werd binnengehaald was helemaal de toekomstige Willem I niet, dat was Huub Stapel. En had die nou niet net nog de grote tegenstrever Napoleon gespeeld? En
kwam die wel van Engeland? Huub Stapel komt toch van Mars. Ook onze nieuwe koning zag je op de tribune zijn wenkbrauwen optrekken: wat nu, stammen wij af van Huub Stapel? Huub nam het woord en ik verwachtte dat hij als ingehuurd acteur een Shakesperiaanse monoloog zou houden over leven en dood, twijfel en moed, kortom een artistieke verdichting van dit monumentale moment. Maar hij zei zonder al te veel omwegen dat hij blij was dat hij er was. Daarna werd hij in een koetsje gehesen, liet zich naar de Keizerstraat rijden, waar hij zich bij de gevelsteen aan de pui van het CJV liet begroe-
ten door zijn wegbereiders Hogendorp, Van Limburg Stirum en Van der Duyn Maasdam. Er werd nog net niet ‘Hoi!’ gezegd, maar veel poëzie leverde dit weerzien niet op. Niets ten nadele van Huub, hij deed zijn werk keurig, maar ik had geopteerd voor een anonymus als vertolker van Willem I. Dat hoort ook bij massa-ensceneringen, waar de bekoring vooral uitgaat van de choreografie. Voor subtiel en gelaagd toneelspel is daarbij geen plaats. Ik was allang blij dat niet ook de rest van de familie Flodder het strand op kwam. Maar straks de zon weer schijnt, zullen we die hier zeker gaan zien. Marcel Verreck