Ledenbulletin nr. 07-2008 Juli 2008
Inhoudsopgave Actueel Werken in Duitsland – ULAK
2
Arbeidsmarkt Aantal arbeidsmigranten in Nederland uit MOE-landen stabiel Banengroei 2,2% in eerste kwartaal Donner: in november beslissen over toelating Bulgaren en Roemenen
3 4 4
Arbeidsomstandigheden Bliksemactie Arbeidsinspectie in de bouw: 43 boetes wegens valgevaar Helft bouwsector tilt te zwaar
5 5
Arbeidsvoorwaarden Leugentje om bestwil mag niet Niet-beïnvloedbare risico’s weerhouden werkgevers ervan personeel aan te nemen Werken tijdens arbeidsongeschiktheid
6 6 7
Fiscaal BTW-verhoging voorlopig van de baan Extra controles op auto van de zaak Kassabonnen niet meer zeven jaar bewaren
8 8 8
Overheid Bedrijven worden aansprakelijk bij werken met niet-gecertificeerde uitzendbureau’s Kabinetsreactie op advies Commissie Bakker “Naar een toekomst die werkt” Langer werken en toch meer verlof? Eerste reactie Aannemersfederatie op plan Bakker Minister Vogelaar blij met gedragscode constructieve veiligheid
9 9 11 12
Sociale zaken Kosten re-integratie verhalen op derde Nieuwe richtlijn passende arbeid WW om langdurig werklozen aan de slag te helpen Ruim 1,6 miljoen voor uitstroom WSW-ers naar regulier werk
13 13 13
Voor meer informatie over artikelen in deze ledeninformatie kunt u contact opnemen met eerstelijns advies 030 - 634 35 36.
Actueel Werken in Duitsland – ULAK In de ledeninformatie van mei jl. hebben wij u medegedeeld dat de SOKA-BAU heeft laten weten niet tot erkenning van gelijkwaardigheid te kunnen overgaan, aangezien het Tijdspaarfonds niet gelijkwaardig is aan de afdracht ULAK. Dit heeft ertoe geleid dat de gedoogperiode eindigt op 1 augustus 2008. Partijen bij de CAO voor de Bouwnijverheid hadden besloten dat bedrijven die in Duitsland werken en aan ULAK afdragen vrijgesteld worden van afdracht van het TSF. Echter, de afdracht aan het ULAK is hoger (30 dagen) dan de afdracht Tijdspaarfonds (18 dagen en 8% vakantietoeslag). In de loonadministratie moet ook nog eens een vermindering van opbouw over 12 doorbetaalde vrije dagen worden verwerkt. Daarbij komt dat er nog geen afstemming is met de Belastingdienst over toepassing van de afdracht ULAK in de loonadministratie. Dan hebben we het nog niet over de situatie dat in een loonperiode in Nederland en in Duitsland wordt gewerkt, zodat aan zowel aan ULAK als TSF moet worden afgedragen. De software van de loonadministratie voorziet niet in een dergelijke situatie. Uitstel aangevraagd Om voornoemde redenen hebben wij een brief aan SOKA-BAU gezonden en uitstel aangevraagd tot 1 januari 2009. Indien SOKA-BAU ons uitstel verleent, zullen wij opnieuw een gesprek met hen aangaan om de gelijkwaardigheid met betrekking tot doorbetaalde vrije dagen en vakantietoeslag in de CAO voor de Bouwnijverheid t.o.v. de vakantiefondsregeling in de Duitse Bouwnijverheid aan te tonen om erkenning te verkrijgen. Mocht dit niet lukken dan hebben leveranciers voldoende tijd om de software van de loonadministratiepakketten aan te passen. Het kan natuurlijk ook zijn dat wij geen uitstel krijgen, daarom geven wij u onderstaand informatie over afdracht aan de ULAK . Zodra wij bericht van de SOKA-BAU hebben ontvangen, zullen wij hiervan melding maken op onze website: www.aannemersfederatie.nl en in de ledeninformatie eind augustus a.s. Wat verandert er voor u? Wanneer u in augustus 2008 of later werknemers naar Duitsland detacheert, neemt u aan de vakantiefondsregeling voor de Duitse bouwnijverheid deel. Voor de financiering van de vakantievergoeding van de door u naar Duitsland gedetacheerde werknemers, betaalt u een premie aan SOKA-BAU. Op dit moment is het 14,70% van de maandelijkse brutolonen van de werknemers. Hiervoor meldt u SOKA-BAU maandelijks de dagen/tijden van detachering naar Duitsland en de daaruit voortvloeiende brutolonen, c.q. premieafdrachten. De vervaldatum hiervoor is voor iedere kalendermaand uiterlijk de 15de van de daarop volgende maand. Als u bijvoorbeeld in augustus 2008 werknemers naar Duitsland detacheert, moeten uw meldingen uiterlijk 15 september 2008 binnen zijn en uw premies zijn gestort op bankrekening van SOKA-BAU. Als u uw werknemer tijdens de detachering vakantie verleent, dan betaalt u hem zijn vakantievergoeding en meldt dat met het formulier "maandelijkse melding". SOKA-BAU vergoedt u achteraf de CAO-conforme vakantievergoeding. Als uw werknemer tijdens de detachering geen vakantie opneemt, ontvangt hij later op aanvraag als vergoeding of als schadeloosstelling de gespaarde vakantiefondspremies direct van SOKA-BAU. De werknemers ontvangen minstens een keer per jaar een overzicht van de vakantierechten die wij in Duitsland hebben opgebouwd. Kenmerken van de ULAK regeling De werkgever moet over het brutoloon een percentage van 14,7% betalen aan de ULAK voor de 15e van de volgende kalendermaand. Ledenbulletin juli 2008 Pagina 2 van 13
De ULAK toetst of het Duitse minimumloon van € 12,50 per uur tenminste wordt betaald. De ULAK betaalt 14,25% terug. Het verschil blijft bij ULAK voor - naar we aannemen administratiekosten. Informatie en formulieren Uitgebreide informatie over de vakantiefonds regeling vindt u op de website van SOKA-BAU: www.soka-bau.de. Op deze website vindt u ook de formulieren die nodig zijn voor melding en het uitbetalen van een vakantievergoeding. Andere verplichtingen Voor aanvang van een werk moet de werkgever de werknemer(s) aanmelden bij de Bundesfinanzdirektion West, Wörthstraße 1 – 3. 50668 Köln, Fax-Nr. 0049/221/964870. Indien dat niet gebeurd kan een boete van € 1.000,- per werknemer per dag worden opgelegd. Formulieren vindt u onder www.zoll.de (daar onder de trefwoorden FKS/Entsendung von Arbeitnehmern/Arbeitgeber/Meldung).
Arbeidsmarkt Aantal arbeidsmigranten in Nederland uit MOE-landen stabiel Het aantal arbeidsmigranten in Nederland uit de Midden- en Oost-Europese landen die in 2004 zijn toegetreden tot de EU – de zogeheten MOE-landen – neemt niet verder toe. In april 2008 waren er naar schatting minimaal 100.000, net als in november 2007. Als alleen gekeken wordt naar werknemers in loondienst, dan waren er volgens het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) eind maart 2008 ten minste 75.256 werknemers uit de MOElanden, van wie 90 procent uit Polen. De arbeidsmigranten verdringen Nederlandse werknemers niet of nauwelijks van de arbeidsmarkt. Werkgevers ervaren vooral op de korte termijn wel enige verdringing, maar die verdringing is niet objectief aantoonbaar. Dat blijkt uit het onderzoek ‘De Europese grenzen verlegd’ van Regioplan. Minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister Vogelaar voor Wonen, Wijken en Integratie hebben, mede namens minister Hirsch Ballin van Justitie, het onderzoek naar de Tweede Kamer gestuurd, samen met het onderzoek ‘Maatschappelijke positie Oost-Europeanen in Nederland’ en een begeleidende brief. Het kabinet vindt dat Nederland de werknemers uit de MOE-landen hard nodig heeft om het werk in bijvoorbeeld de land- en tuinbouw, bouw en transport gedaan te krijgen. Verder blijkt dat de aanvullende maatregelen gewerkt hebben die vorig jaar zijn genomen bij het toestaan van vrij verkeer van werknemers uit de Midden- en Oost-Europese landen. Het gaat daarbij om onder meer betalen van het minimumloon. Ook zijn er aanvullende maatregelen genomen op het terrein van arbeidsvoorwaarden, huisvesting, inburgering en onderwijs. De Arbeidsinspectie heeft tussen 1 mei 2007 en half april 2008 vastgesteld dat 310 werknemers onderbetaald werden. Het ging daarbij om 188 werknemers uit de MOE-landen en 34 werknemers uit Bulgarije en Roemenië. Overigens lijken niet alle misstanden te worden gemeld bij de AI, vakbonden of speciale meldpunten. De Vereniging van Internationale Arbeidsbemiddelaars (VIA) heeft daarom het initiatief genomen om – samen met andere betrokken partijen - met laagdrempelige informatie- en meldpunten te komen waar arbeidsmigranten terecht kunnen voor ondersteuning. Ook het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal de voorlichting verbeteren. Er komt voor de zomer een brochure in het Pools over wonen en werken in Nederland en een Poolse internetpagina op de site van het ministerie. Inmiddels is er in diverse gemeenten huisvesting aanwezig voor de arbeidsmigranten uit de MOElanden. Minister Vogelaar ziet erop toe dat gemeenten bereid zijn om tijdelijke projecten om te zetten in structurele oplossingen. Verder wordt gewerkt aan de invoering van een bestuurlijke boete voor onrechtmatige bewoning om de handhaving te kunnen verbeteren. Ook krijgen de gemeenten Den Haag en Rotterdam van uitzendbureaus de adressen van werknemers uit Midden- en Oost-Europese landen zodra die via die bureaus in Nederland werken. Ledenbulletin juli 2008 Pagina 3 van 13
Daarnaast verstrekt de Belastingdienst aan inmiddels 170 gemeenten adressen van de zogenoemde MOE-landers die hier korter dan vier maanden komen werken. De gemeenten hebben deze adressen nodig om beter te kunnen controleren op misstanden bij de huisvesting van deze werknemers en die vervolgens aan te pakken. De afspraken zijn vooral bedoeld om mensen die hier kort werken te beschermen; zij zijn nu vaak niet bekend bij gemeenten omdat zij zich niet hoeven in te schrijven. Mensen die langer dan vier maanden in Nederland verblijven moeten zich inschrijven bij de gemeenten zodat die dan automatisch het adres hebben en zonodig op de woonsituatie kunnen controleren. De arbeidsmigratie uit Roemenië en Bulgarije (vanaf 2007 lid van de EU) neemt wel iets toe. In 2007 zijn 3654 tewerkstellingsvergunningen afgegeven, tegenover 3005 in 2006. Het betrof 2659 Roemenen en 995 Bulgaren. In de eerste vier maanden van 2008 zette die stijging zich door: het Centrum voor Werk en Inkomen verstrekte in die periode 1427 tewerkstellingsvergunningen (1129 Roemenen en 295 Bulgaren). In 905 gevallen ging het om vergunningen voor werk in de tuinbouw.
Banengroei 2,2 procent in eerste kwartaal In het eerste kwartaal van 2008 waren er 172 duizend werknemers meer aan het werk dan in hetzelfde kwartaal van 2007. Deze stijging van 2,2 procent is historisch gezien hoog, maar blijft achter bij de groei van 2,7 procent in 2007. De banengroei was het hoogst in de bedrijfstakken met de meeste werknemers: zakelijke dienstverlening (4,3 procent) en handel (3,6 procent). Ook in de zorg en in de horeca was de banengroei bovengemiddeld. In de industrie, de bouw en bij de overheid werkten daarentegen niet of nauwelijks meer werknemers. De lichte vertraging in de banengroei deed zich juist voor bij de snelste groeier, de zakelijke dienstverlening. Daar steeg het aantal uitzendbanen minder dan in eerdere kwartalen. De lonen en salarissen per arbeidsjaar waren in het eerste kwartaal 3,1 procent hoger dan in het eerste kwartaal van 2007. Door hogere werkgeverslasten voor de zorgverzekering, werkloosheid en arbeidsongeschiktheid stegen de loonkosten per arbeidsjaar in deze periode met 3,3 procent iets harder. Deze stijging is in lijn met de gemiddelde loonkostenstijging van 3,2 procent in 2007. De stijging van de loonkosten verschilt per bedrijfstak. In het eerste kwartaal noteerde de industrie de hoogste stijging, de financiële instellingen de laagste. Zoals gebruikelijk zijn de cijfers van de voorgaande drie jaren voor de banen en de lonen aangepast op basis van meer en betere informatie. De banengroei in 2005 valt 0,4 procent hoger uit dan eerder geraamd. De hoge groeipercentages van de werkgelegenheid in 2006 en 2007 zijn vrijwel ongewijzigd. Vorig jaar blijft een topjaar met ruim 200 duizend banen meer voor werknemers. Door de hogere ramingen voor de productiegroei in 2005 en 2006 en de bijgestelde banengroei valt de arbeidsproductiviteitsgroei in 2006 hoger uit, die voor 2005 blijft vrijwel ongewijzigd. De loonkostenstijging per arbeidsjaar komt in 2007 0,4 procent hoger uit. Hierbij speelt een rol dat de bonussen beter worden waargenomen dan voorheen.
Donner: in november beslissen over toelating Bulgaren en Roemenen "Het kabinet heeft nog geen standpunt over het openen van de grenzen voor werknemers uit Bulgarije en Roemenië per 1 januari 2009. We gaan de discussie daarover in november voeren, mede naar aanleiding van de ervaringen met het vrije verkeer van Polen sinds 1 mei 2007," aldus minister Donner op 25 juni bij een overleg in de Tweede Kamer. Een meerderheid van de Tweede Kamer vindt het te vroeg om de grenzen voor Bulgaren en Roemenen al per 1 januari 2009 open te stellen.
Ledenbulletin juli 2008 Pagina 4 van 13
Momenteel mogen Bulgaren en Roemenen wel in Nederland werken, maar moeten werkgevers een tewerkstellingsvergunning voor hen aanvragen. Dit in tegenstelling tot werknemers uit Polen en zeven andere landen in Midden- en Oost-Europa, die sinds 1 mei 2007 vrije toegang hebben tot de Nederlandse arbeidsmarkt. "We praten wel over heel andere aantallen dan vorig jaar: destijds over 50.000 tewerkstellingsvergunningen voor Polen en andere MOE-landers die kwamen te vervallen, nu gaat het over 3.500 twv's voor Bulgaren en Roemenen," aldus Donner. Donner is positief over het nut en de noodzaak van arbeidsmigratie. "Als we de 100.000-150.000 arbeidskrachten uit Midden- en Oost-Europa niet hadden, zou het probleem op de arbeidsmarkt navenant groter zijn. Het werk zou anders blijven liggen. Bovendien verdienen de Polen hier momenteel vier tot vijf keer zoveel als in eigen land en dragen ze zo ook bij aan de economie in eigen land, omdat zij veel van het geld weer naar Polen terugbrengen. Arbeidsmigratie kan helpen om knelpunten op de arbeidsmarkt aan te pakken, maar is geen oplossing voor de structurele problemen van de arbeidsmarkt. Dat moet gebeuren door mensen die nu in Nederland langs de kant staan aan de slag te helpen. Daar is het kabinet ook mee bezig: wie kan, moet meedoen."
Arbeidsomstandigheden Bliksemactie Arbeidsinspectie in de bouw: 43 boetes wegens valgevaar Bij een bliksemactie van de Arbeidsinspectie in de bouw kregen 43 bedrijven een boete, omdat gewerkt werd met onveilige steigers, ladders en trappen. Bij 145 inspecties was de situatie zo ernstig dat het de inspecteurs het werk moesten stilleggen. Dit voorjaar bezocht de Arbeidsinspectie in twee weken tijd ruim 400 verbouwingen en renovaties in binnensteden. Onderwerp van de inspecties was valgevaar. Vallen van steigers en ladders is namelijk een van de belangrijkste oorzaken van ongelukken in de bouw. Vooral in de binnenstad vraagt ruimtegebrek soms om improviseren en dan wordt een steiger al snel vervangen door een onveilige hoge ladder. De inspecteurs gingen kijken bij panden die gerenoveerd of verbouwd werden en waar bouwvakkers bezig waren met slopen, metselen, timmeren, stukadoren, schilderen, dakdekken of isoleren. Naast de 145 stilleggingen en 43 boetes deelden de inspecteurs ook 127 waarschuwingen uit. Eén werknemer kreeg een boete omdat hij onveilig werkte, terwijl er wel veiligheidsvoorzieningen waren verstrekt door de werkgever. De inspecteurs kwamen ook andere misstanden tegen. Zo waren bouwers op een onveilige manier bezig asbest te verwijderen of waren ze zonder bescherming bezig met zagen of slijpen van materialen waarbij kwartsstof vrijkwam. Hiervoor zijn tien boetes opgemaakt. Beide stoffen kunnen ernstige longziekten en kanker veroorzaken. De Arbeidsinspectie is dan ook van plan vaker dit soort bliksemacties te houden.
Helft bouwsector tilt te zwaar Werknemers in de bouwsector tillen tijdens hun werk vaak zwaar materiaal zonder hulpmiddelen te gebruiken. Bij controles van de Arbeidsinspectie bleek bijna de helft van de bouwvakkers te zwaar te tillen. Vorig jaar heeft de Arbeidsinspectie op 475 bouwplaatsen bekeken hoeveel kilo betonstaalvlechters, glaszetters en gevelmonteurs tijdens hun werk tillen. In 44 procent van de gevallen werd te zwaar getild Als dat structureel gebeurt, leidt dat tot overbelasting, met als gevolg klachten aan rug, knieën en armen. Het kan werknemers zelfs blijvend arbeidsongeschikt maken. Ruim eenderde van de bouwvakkers die in de WIA terechtkomen, hebben last van hun gewrichten of hun rug.
Ledenbulletin juli 2008 Pagina 5 van 13
Bij de inspecties bleek dat bouwvakkers nog regelmatig glasplaten of stenen trottoirbanden met de hand tillen, terwijl ze daar eigenlijk hulpmiddelen bij moeten gebruiken, zoals kranen of apparaten die ver kunnen reiken. Vaak bleken ze eenvoudigweg niet te weten dat die bestaan. Ook fysieke beperkingen stonden het gebruik soms letterlijk in de weg, bijvoorbeeld vanwege ruimtegebrek op de werkplek of versperringen door machines of ander bouwmateriaal. Als de aanwezige hulpmiddelen voor sjouwen en sjorren niet werden gebruikt, was dat in ruim tachtig procent van de gevallen omdat ze technisch niet in orde of slecht bereikbaar waren. Uit de controles werd duidelijk dat het gedrag van werknemers rondom tillen voor een groot deel wordt bepaald door het denken en doen daarover van direct leidinggevenden. In de praktijk vinden zij het tillen van te zware gewichten vaak minder belangrijk dan bijvoorbeeld het gevaar dat bouwvakkers van een steiger vallen. De kennis over het inzetten van hulpmiddelen moet daarom beter worden verspreid. Verder zouden er op een bouwplaats minder machines of materialen in de weg moeten staan. Tot slot zorgt een goede planning van de werkzaamheden ervoor dat hulpmiddelen makkelijker ingezet kunnen worden. De Arbeidsinspectie blijft controleren op de manier van tillen in de bouw. Dit zal gebeuren tijdens de inspecties op bouwplaatsen die het hele jaar door plaatsvinden. Bovendien zal komend najaar een gerichte inspectiecampagne plaatsvinden. Deze vindt gelijktijdig ook in andere Europese landen plaats. De Arbeidsinspectie gaat daarnaast met de bouwsector bespreken hoe die het tilgedrag van de werknemers gaat verbeteren.
Arbeidsvoorwaarden Leugentje om bestwil mag niet Als werkgever en werknemer het met elkaar eens zijn dat het beter is om een arbeidsovereenkomst te ontbinden, kan dat gewoon zonder tussenkomst van de CWI of de kantonrechter. Het is dan wel verstandig om de gemaakte afspraken vast te leggen in een ontbindings- of vaststellingsovereenkomst. Als u daarbij afspraken maakt over een ontslagvergoeding op basis van de toekomstperspectieven van de werknemer, mag hij daar niet over liegen. Heeft u met een (ex-)werknemer op basis van onjuiste informatie afspraken gemaakt over een ontslagvergoeding, dan kan dat tot gevolg hebben dat hij de vergoeding moet terugbetalen. Als de werknemer bijvoorbeeld beweert dat zijn positie op de arbeidsmarkt erg zwak is en u daarom besluit hem een tamelijk hoge vergoeding te geven, kunt u stappen ondernemen als later blijkt dat hij allang een nieuwe baan geregeld had op het moment dat u de afspraak over de vergoeding met hem maakte. U kunt dan naar de rechter stappen om de vaststellingsovereenkomst op grond van bedrog te laten vernietigen en om te eisen dat de werknemer de vergoeding terugbetaalt.
Niet-beïnvloedbare risico’s weerhouden werkgevers ervan personeel aan te nemen Ruim de helft van de ondernemers in het midden- en kleinbedrijf vindt de risico’s van het aannemen van personeel te groot. Een op de vier verkoopt nog liever nee aan opdrachtgevers dan nieuw personeel aan te nemen om aan de vraag te voldoen. Bij een economische groei van 2,5 procent betekent dat een verlies van 61.000 vacatures per jaar. Van de zelfstandigen zonder personeel wil 90 procent zelfs geen werkgever worden. MKB-Nederland heeft deze en andere onderzoeksresultaten eind mei ingebracht bij de commissie-Bakker. MKB-Nederland concludeert dat het kabinet zijn participatiedoelstellingen niet zal halen als ontlastende maatregelen voor werkgevers uitblijven. Het werkgeverschap moet aantrekkelijker worden.
Ledenbulletin juli 2008 Pagina 6 van 13
De grootste belemmeringen van het werkgeverschap zijn in kaart gebracht. Daaruit blijkt dat ondernemers die in essentie wel personeel willen aannemen, hiervan worden weerhouden omdat zij de kosten en risico’s die dit met zich meebrengt niet kunnen overzien en het daarom niet aandurven. Ondernemers met personeel moeten voldoen aan tenminste veertig regelingen; 23 van deze regelingen brengen risico’s teweeg waarop zij op geen enkele wijze invloed hebben (loondoorbetaling bij ziekte, zorg- en pensioenpremie et cetera). De kosten en risico’s van het werkgeverschap zijn de afgelopen zeven jaar fors toegenomen door nieuwe wet- en regelgeving. En ook op dit moment zijn diverse voorstellen in de maak waarmee kabinet en politieke partijen werkgevers opnieuw verantwoordelijk stellen voor de bescherming van de positie van werknemers. Ondernemers hekelen in dit verband met name de premies werknemersverzekeringen, die de afgelopen jaren fors zijn toegenomen. Zij vinden deze kostenstijgingen onbegrijpelijk, omdat de lasten voor werkloosheid en arbeidsongeschiktheid juist dankzij hun inzet sterk zijn afgenomen. Ook de zorgpremie en de kosten voor werknemerspensioenen stijgen onevenredig ten laste van de werkgever. Door de mismatch tussen vraag en aanbod blijven kansen voor het verhogen van de arbeidsparticipatie onbenut, stelt hij. “De essentie van het probleem is dat de overheid en de vakbeweging veel te veel uitgaan van het aanbod op de arbeidsmarkt en niet de van vraag in het bedrijfsleven. Zonder ingrepen die het werkgeverschap aantrekkelijker maken, zal het kabinet er dan ook niet in slagen de arbeidsdeelname substantieel te vergroten, zo was de boodschap van MKB-Nederland aan de commissie-Bakker. MKB-Nederland bepleit onder meer: een no riskpolis voor de eerste twee ziektejaren van werknemers die via een reïntegratietraject binnenkomen; geen loondoorbetalingsplicht bij ziekte in verzuimsituaties van meer dan zes weken waarbij de werkgever geen invloed heeft op de oorzaak van het verzuim; verlaging van de pensioenlasten; maximering van de zorgpremies; lagere en lastendekkende premies voor de werknemersverzekeringen; substantiële verlaging van de loonkosten van toetreders aan de onderkant van de arbeidsmarkt en verplaatsing van de uitvoering van de levensloopregeling naar de Belastingdienst. Om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter te laten matchen moet er één loket komen voor werving en bemiddeling van personeel op regionaal niveau en dienen reïntegratiebudgetten ook te worden ingezet om werklozen functiegericht te scholen.
Werken tijdens arbeidsongeschiktheid Een secretaresse meldt zich ziek en is daarna arbeidsongeschikt wegens een burnout en depressiviteit. De werkgever ontdekt echter dat de werkneemster tijdens haar arbeidsongeschiktheid werkzaamheden verricht voor een derde. Hij ontslaat haar op staande voet. In de ontslagbrief schrijft de werkgever dat ‘het werken voor een andere werkgever, terwijl u zich arbeidsongeschikt heeft gemeld, een dringende reden oplevert’. In een kort geding vordert de werkneemster doorbetaling van haar salaris. De kantonrechter te Breda wijst deze vordering toe, waarop de werkgever in hoger beroep gaat. Het hof oordeelt dat de werkgever geen beroep kan doen op de arbeidsovereenkomst waarin is bepaald dat het verrichten van nevenwerkzaamheden is verboden. Bovendien is niet gebleken dat de werkgever de secretaresse passend ander werk heeft aangeboden of andere voorstellen heeft gedaan om tot reïntegratie te komen. Nu de werkneemster volledig arbeidsongeschikt was, was zij niet gehouden om haar eventuele restcapaciteit aan de werkgever aan te bieden. De werkgever had eerst moeten overleggen met de werkneemster om te bezien of zij nog werkzaamheden voor hem kon verrichten, in plaats van haar op staande voet te ontslaan. (Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 23 oktober 2007, JAR 2008/145)
Ledenbulletin juli 2008 Pagina 7 van 13
Fiscale zaken BTW-verhoging voorlopig van de baan MKB-Nederland is blij dat het kabinet eindelijk gehoor geeft aan haar oproep de btw-verhoging die voor 2009 in de boeken stond, wederom met een jaar uit te stellen. Volgens berichtgeving in de media donderdag, zal het kabinet dit binnenkort beslissen. Het niet aflatende pleidooi van de mkb-koepel blijkt uiteindelijk niet aan dovemansoren te zijn gericht. MKB-Nederland voorzitter Hermans presenteerde in februari dit jaar een onderzoek van het EIM, waaruit blijkt dat bij een tegenvallende economische groei de aanwas van nieuwe banen in het mkb volgend jaar in één klap tot stilstand komt. Hermans vroeg bij die gelegenheid om maatregelen om lastenverzwaring tegen te gaan, zoals het uitstellen van de BTW-verhoging. Het kabinet voorkomt daarmee dat de consumptie onnodig (verder) onder druk komt te staan en herstelt het vertrouwen van burgers en bedrijven. Uitstel van de btw-verhoging van 19 naar 20 procent is dus goed nieuws voor het Nederlandse bedrijfsleven en de Nederlandse consument. Een lastenverzwaring van twee miljard euro is hiermee voorlopig van de baan. Voorkomen van lastenverzwaring was ook de inzet van sociale partners bij het Voorjaarsoverleg in mei dit jaar. MKB-Nederland kreeg daar de handen op elkaar van VNO-NCW, LTO Nederland en de gezamenlijke vakbeweging door nogmaals te vragen de BTW-verhoging niet door te laten gaan. Een groeiende groep maatschappelijke organisaties als de Consumentenbond en Tweede Kamerleden, onder aanvoering van MKB-Nederland, heeft het kabinet nu het laatste zetje in de rug gegeven. Geen BTW-verhoging in 2009
Extra controles op auto van de zaak De Belastingdienst zal de komende maanden extra veel controles uitvoeren om te controleren op onterecht privégebruik van de auto van de zaak. Er komen flitsauto's te staan bij grote evenementen, drukke verkeerswegen en grensovergangen. Zulke controles hebben dit jaar al € 12,6 miljoen aan naheffingen en boetes opgeleverd. Sinds januari zijn al bijna 4.000 automobilisten op het matje geroepen die verklaard hadden minder dan 500 privékilometers per jaar te rijden in hun auto van de zaak. De bijtelling kon volgens hen dus achterwege blijven. In werkelijkheid reden zij een stuk meer, dus wacht hen nu een naheffing en eventueel een boete. Vanwege dit resultaat gaat de Belastingdienst verder met de controles. Als een auto geflitst wordt op een plek waar de werknemer de auto waarschijnlijk privé gebruikt, zal de Belastingdienst de kilometeradministratie opvragen. Als er bij u werknemers in dienst zijn die beweren minder dan 500 kilometer per jaar privé te rijden, laat hen dan bij de Belastingdienst een 'Verklaring geen privégebruik' aanvragen. U kunt de bijtelling achterwege laten als de werknemer u zo'n beschikking van de inspecteur heeft overhandigd. Het voordeel voor u is dat de werknemer voortaan moet bewijzen dat hij niet te veel privé rijdt en dat hij degene is die de boete krijgt als hij toch meer dan 500 privékilometers maakt. Maar zonder de 'Verklaring geen privégebruik' bent u verantwoordelijk!
Kassabonnen niet meer zeven jaar bewaren Ondernemers hoeven hun kassabonnen niet meer zeven jaar te bewaren voor de Belastingdienst. Als zij de gegevens van verkoopbonnen digitaal opslaan en beschikbaar stellen aan de fiscus, voldoet dat ook. Dat meldde staatssecretaris Jan Kees de Jager van Financiën dinsdag 1 juli. De Jager reageerde hiermee op een verzoek van het Platform Detailhandel om administratieve lasten voor ondernemers te verlichten.
Ledenbulletin juli 2008 Pagina 8 van 13
Overheid Bedrijven worden aansprakelijk bij werken met niet-gecertificeerde uitzendbureaus Bedrijven die werknemers inhuren via niet-gecertificeerde uitzendbureaus zullen aansprakelijk worden gesteld voor het betalen van het loon (niveau wettelijk minimumloon). Minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid schrijft dit mede namens staatssecretaris De Jager van Financiën in een brief over de ontwikkelingen in de uitzendbranche aan de Tweede Kamer. Minister Donner zal hiervoor de wet aanpassen. De bewindspersonen reageren hiermee op voorstellen van de Algemene Bond van Uitzendbureaus (ABU) om niet-bonafide uitzendbureaus aan te pakken. De ABU richt met haar voorstellen de pijlen vooral op de bedrijven die via uitzendbureaus mensen inhuren (inleners) en daarbij bewust zaken doen met niet- geregistreerde of niet -gecertificeerde bureaus. In de brief noemt minister Donner de voorstellen van de uitzendbranche de moeite waard. Minister Donner steunt het voorstel van de ABU voor een verbetering van de registratie voor uitzendbureaus. Registratie en een toegankelijk register leiden tot meer transparantie waardoor de zelfregulering door de branche beter werkt. Het kabinet stelt voor de verbeterde registratie onder te brengen bij de Kamers van Koophandel. Geregistreerde uitzendbureaus kunnen vrijwillig een certificaat aanvragen (NEN 4400-1). Deze norm stelt eisen aan de naleving van essentiële wet- en regelgeving. Zo’n certificaat bestaat sinds mei 2006 en geeft aan dat het uitzendbureau zich onderwerpt aan een systeem van periodieke keuring. De Stichting Normering Arbeid (SNA) kan gegevens van geregistreerde bedrijven die geen certificaat aanvragen of behalen, doorgeven aan de Belastingdienst en de Arbeidsinspectie. Die kunnen dan verdere stappen ondernemen zoals gerichte controles. Nieuw is dat er een wetsvoorstel komt dat de uitzendkracht de mogelijkheid geeft om bedrijven die in zee gaan met niet-gecertificeerde uitzendbureaus aansprakelijk te stellen voor betaling van het loon (wettelijk minimumloon niveau). Nu is alleen het uitzendbureau aansprakelijk voor betaling van het loon. De Belastingdienst kan inleners al aansprakelijk stellen voor niet betaalde loonheffing en omzetbelasting. In 2007 heeft de Belastingdienst in het kader van een landelijke actie 1000 inleners aansprakelijk gesteld die gebruik hebben gemaakt van 124 uitzendbureaus die failliet zijn gegaan. Het gaat om een totaalbedrag van 25 miljoen euro. Het aantal gecertificeerde uitzendbureaus is fors gegroeid: van 1023 uitzendbureaus in 2007 naar 1503 maart 2008. Van de 712 ondernemingen die zich in de periode 1 april 2007 tot 1 maart 2008 hebben aangemeld voor een certificaat, heeft 64 procent het certificaat gekregen. Het certificaat is overigens geen garantie voor naleving van de wet. Uit onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat 11 procent van de gecertificeerde bureaus de Wet arbeidsvreemdelingen en/of de Wet op het minimumloon overtreedt. Bij de gecontroleerde niet-gecertificeerde bureaus doet 16 procent dit. Inmiddels hebben 83 ondernemingen hun certificaat verloren. Ondanks de groei van gecertificeerde bureaus, is het aantal niet-bonafide bureaus nog steeds groot. De ABU schat dat er momenteel 6000 van die uitzendbureaus zijn (in 2004 nog ruim 5000). De Vereniging Internationale Arbeidsbemiddeling (VIA) komt op 1500.
Kabinetsreactie op advies Commissie Bakker “Naar een toekomst die werkt” De Nederlandse arbeidsmarkt staat voor grote veranderingen. Er zijn dringend maatregelen nodig om meer mensen aan het werk te helpen en te houden. Uit het advies van de commissie Arbeidsparticipatie (commissie Bakker) blijkt dat het oplosbaar is, maar dit vergt een aanpak om te voorkomen dat er een groot tekort aan werknemers ontstaat die bovendien onvoldoende opgeleid zijn. De hoofdlijnen van het advies treft u onderstaand aan.
Ledenbulletin juli 2008 Pagina 9 van 13
Spoor 1 De commissie-Bakker wil zo snel mogelijk meer mensen aan het werk krijgen. Daartoe worden voorstellen gedaan op vijf terreinen: Verbetering reïntegratie Meer uren werken door deeltijders Werken tot de AOW-leeftijd Verbetering aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt Inzetbaarheid van mensen vergroten Spoor 2 Het huidige ontslagstelsel wordt vervangen door een systeem van werkzekerheid. Het huidige ontslagrecht met de preventieve toets door het Centrum voor Werk en Inkomen en de soms zeer hoge ontslagvergoedingen, moet verdwijnen. De duur van de WW moet beperkt worden. Eerste zes maanden: werknemer blijft in dienst en werkgever helpt bij het zoeken naar ander werk. Tweede zes maanden: andere reïntegratiepartijen worden ingeschakeld; sociale partners dragen in sectorverband de financiële lasten. Derde fase: overheid neemt reïntegratieverplichting en financiële last over. Werknemers kunnen in dit traject gebruik maken van een persoonlijk werkbudget, waaraan werkgever, werknemer, de sociale partners en de overheid mee betalen. Het midden- en kleinbedrijf mag niet in de problemen komen door dit nieuwe stelsel. Meer in het algemeen geldt dat de kosten voor werkgevers niet mogen stijgen ten opzichte van de huidige situatie. Spoor 3 Een duurzame arbeidsparticipatie betekent dat ook ouderen hun steentje bij moeten dragen. Geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd. Uiterlijk beginnen in 2016. Geleidelijke fiscalisering van de AOW vanaf 2011. Kabinetsmaatregelen (reeds voorgenomen en n.a.v Commissie Bakker). Het kabinet treft op korte termijn maatregelen. Zo komen er in 2009 onder meer extra fiscale maatregelen om meer werken en langer doorwerken te stimuleren. Zo krijgen werkgevers korting op sociale premies als ze oudere werklozen in dienst nemen. Dat krijgen ze ook als ze werknemers tussen de 62 en 65 jaar in dienst hebben. Verder denkt het kabinet aan een tijdelijke no-riskpolis voor werkgevers, indien die een werkloze van 55 jaar en ouder in dienst nemen. De werkgever hoeft dan in de eerste jaren bij ziekte het loon van de werknemer niet door te betalen. Het kabinet zet verder in op effectievere re-integratie van mensen die langs de kant staan, onder meer door regionale afspraken. Het kabinet gaat met gemeenten, UWV en werkgevers verdere meerjarige afspraken maken om werklozen, arbeidsgehandicapten en niet-uitkeringsgerechtigden aan werk te helpen. Er komen nieuwe instrumenten voor de arbeidsmarkt, zoals loonkostensubsidies. Het kabinet denkt ook aan een participatieplicht voor mensen die langer dan een half jaar WW hebben. Er komen afspraken met UWV en gemeenten over striktere toepassing van sancties op mensen met een uitkering die kunnen werken maar niets doen om aan werk te komen. Het kabinet neemt maatregelen om schooluitval te verminderen, de kwaliteit van het beroepsonderwijs te verhogen en de aansluiting met de arbeidsmarkt te verbeteren en zal hierover dit najaar aan de Kamer rapporteren. Bovendien worden werkgevers verplicht om jongeren die ze in dienst nemen zonder diploma, de zogenaamde groenpluk, op te leiden tot een startkwalificatie. Het kabinet overweegt de invoering van een leeftijdsonafhankelijke leerplicht tot het niveau van een startkwalificatie en doet onderzoek naar de invoering van een scholingsplicht voor zowel werkgever als werknemer in de arbeidsovereenkomst. Er komen loopbaancentra waar werknemers informatie kunnen krijgen over scholing die hun kansen op werk of een andere baan vergroot.
Ledenbulletin juli 2008 Pagina 10 van 13
Het kabinet vindt net als de commissie-Bakker dat een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd net als in andere landen onvermijdelijk lijkt om ook op termijn voldoende werknemers te hebben. Het kabinet doet er weliswaar alles aan om dit te voorkomen, maar dat kan alleen als onder meer mensen langer doorwerken tot 65 jaar en de sociale zekerheid betaalbaar blijft.
Langer werken en toch meer verlof? Eerste reactie Aannemersfederatie op plan Bakker Veel zaken in het advies-Bakker moeten nog door het Kabinet en sociale partners worden uitgewerkt. Werkgevers én werknemers worden verantwoordelijk voor een benadering van werk naar werk, waardoor het huidige ontslagrecht met de preventieve toets en de soms zeer hoge ontslagvergoedingen verdwijnen. De duur van de WW wordt beperkt hetgeen moet leiden tot een lagere ww-premie. Een kritische noot moet worden geplaatst bij bet stimuleren van doorwerken tot 65 jaar en het geleidelijk verhogen van de AOW-leeftijd. In de Bouwnijverheid neemt de vergrijzing ook toe, mede door allerlei maatregelen o.a. op het gebied van beperking fysieke belasting en de 4-daagse werkweek 55-plussers. Een goede ontwikkeling die aangeeft dat een werknemer in de Bouwnijverheid zijn pensioengerechtigde leeftijd kan halen. Ondanks alle inspanningen blijft de bouwnijverheid een fysiek zware bedrijfstak. Het doorwerken tot 65 jaar en het verhogen van de AOW-leeftijd kan weer leiden tot vroegtijdige uitval. Het Kabinet dient wel te garanderen dat voor bedrijven geen opeenstapeling van verplichtingen ontstaat, dat de bureaucratie vermindert en de kosten dalen. Heel belangrijk is dat maatregelen uitvoerbaar zijn voor kleine en middelgrote bedrijven. Vreemd contrast zo in één week. Jonge mannen moeten eerder kinderen krijgen en er meer tijd in stoppen. Aldus FNVvoorzitter Agnes Jongerius, die een meer voor de hand liggende oplossing voor de vergrijzing maar liever onbesproken laat. Tegelijk pleit de FNV voor langer kraamverlof en meer mogelijkheden voor de papa's om parttime te werken. In Den Haag discussieert een parlement bloedserieus over een voorstel om wettelijk (doorbetaald) verlof voor jonge vaders (inmiddels m/v) uit te breiden van 2 naar 10 werkdagen. Als vrouwen er bewust voor kiezen in grotere deeltijdbanen te gaan werken, is een cultuuromslag nodig. Die omslag is nodig om de combinatie van werk en privéleven van een moeizame verworvenheid tot een vanzelfsprekend beeld in onze samenleving te maken. Vrouwen moeten ruim baan krijgen om meer te gaan werken. Dat is de kern van het werkplan van de Taskforce DeeltijdPlus, dat voorzitter Pia Dijkstra op 1 juli 2008 presenteerde. Het kabinet wil maatregelen nemen om mensen langer te laten werken. Een commissie onder leiding van TNT-topman Peter Bakker heeft immers voorgerekend dat onze economie anders krakend vastloopt wegens tekort aan mensen. Nederland is al kampioen verlofregelingen. De gemiddelde werkweek is bijna nergens zo kort. De Nederlandse werknemer werkt per jaar gemiddeld 1.338 uur, dat is 250 uur minder dan het gemiddelde in de Europese Unie. Daarvan is 150 uur het gevolg van het vele deeltijdwerk in Nederland, de rest is te danken aan het vele extra verlof. Daarbij komt dat vergeleken met de Verenigde Staten een Europeaan gemiddeld 200 uur minder werkt. Voor wie ze allemaal niet kent, even de wettelijke vormen van verlof op een rijtje: 1. Zwangerschaps- en bevallingsverlof; 16 weken, betaald uit collectieve potten. 2. Voedingsverlof; arbeidstijd kan met éénvierde worden onderbroken 3. Kraamverlof voor de partner; 2 dagen, betaald door werkgever. 4. Adoptieverlof; 4 weken, betaald uit collectieve potten. 5. Ouderschapsverlof; 3 maanden, soms deels doorbetaald. 6. Calamiteitenverlof/kort verzuimverlof; een paar uren of een paar dagen, doorbetaald door werkgever. 7. Kort zorgverlof; 10 dagen per jaar, 70 procent doorbetaald door werkgever. 8. Lang zorgverlof; 12 weken parttime, onbetaald. 9. Vakantieverlof; 20 dagen per jaar doorbetaald. Ledenbulletin juli 2008 Pagina 11 van 13
En dan hebben we het nog niet over de cao-afspraken, die ervoor zorgen dat een bouwplaatsmedewerker nog eens 28 dagen (5 bovenwettelijke vakantiedagen, 20 roostervrije dagen, 3 dagen kort verzuim), plus nog eens 9 feestdagen doorbetaald vrij heeft. Daarnaast zijn in de cao ook nog bepalingen opgenomen over zaken als doorbetaald sterf- en rouwverlof; totaal 20 dagen. Wanneer gaan we het hebben over de echte problemen waar dit land voor staat? Ondertussen houdt de huidige generatie werkgevers de boel wel aan het draaien. Regeren is vooruitzien, nietwaar?
Minister Vogelaar blij met gedragscode constructieve veiligheid “Bouwwerken in Nederland zijn over het algemeen veilig. Maar als er iets mis gaat, geeft dat veel onrust. Veel mensen hebben het ingestorte parkeerdek in Tiel, de bezweken balkons in Maastricht en het ontruimde Bos en Lommerplein in Amsterdam nog helder op het netvlies. Daarom ben ik blij dat de NEPROM haar verantwoordelijkheid neemt en met een gedragscode komt om de veiligheid van bouwwerken te verbeteren. Want iedere instorting er één teveel.” Dat zei minister Ella Vogelaar voor Wonen, Wijken en Integratie vandaag tijdens het onvangen van de Gedragscode constructieve veiligheid van de NEPROM, de organisatie van projectontwikkelaars. Bij een bouwproject zijn veel partijen betrokken en bouwen wordt steeds complexer. In iedere schakel van de keten kan er iets misgaan. Er is vrijwel nooit een eenduidige oorzaak aan te wijzen voor een (bijna-)instorting. Meestal gaat het om een reeks van elkaar versterkende oorzaken. Minister Vogelaar ziet constructieve veiligheid dan ook als een ketenprobleem en is blij dat de NEPROM haar verantwoordelijkheid neemt door het opstellen van een gedragscode. Deze code past binnen de landelijke acties die de VROM-Inspectie mede heeft geïnitieerd. Het initiatief van NEPROM is vooral belangrijk omdat projectontwikkelaars in een vroeg stadium beslissingen kunnen nemen die de constructieve veiligheid ten goede komen. Constructeurs en toezichthouders moeten voldoende ruime opdrachten krijgen om hun werk goed te kunnen uitvoeren. De gedragscode kent in hoofdzaak twee verplichtingen. Er moet een sluitende verdeling zijn van taken en verantwoordelijkheden rond constructieve veiligheid. En er moet een goede kwaliteitsborging georganiseerd zijn. Zo moet er in een document aangegeven worden hoe de controle en het toezicht op de constructieve veiligheid is georganiseerd in het traject van ontwerp tot en met uitvoering. Achtergrond In 2006 brachten de Betonvereniging en de VROM-Inspectie het “Plan van Aanpak Constructieve Veiligheid” uit dat in samenwerking met Vereniging BWT Nederland, Centraal Overleg Bouwconstructies (COBc), Bouwen met staal, ONRI, Constructeursplatform is opgesteld. Dit plan bevat aanbevelingen voor alle deelnemers in de bouwketen. Alle aanbevelingen samen hebben tot doel om de constructieve veiligheid van gebouwen zo goed mogelijk te borgen. Dit plan is de basis geweest voor verdere acties. In september 2008 zal een een update verschijnen onder de naam “Aanpak Constructieve Veiligheid”. Daarin zullen de ervaringen met en de reactie op het PvA zijn verwerkt. Daarnaast nemen de VROM-Inspectie, Bouwend Nederland, ONRI en BNA deel aan het ‘Platform Constructieve Veiligheid’ van CURNET. In de tweede helft van 2008 zullen door dit platform incidenten met bouwconstructies systematisch worden geregistreerd en geëvalueerd. Er komt een website waarop incidenten (anoniem) kunnen worden gemeld. Tenslotte komt de VROM-Inspectie in juli/augustus 2008 met een “Actieagenda Constructieve Veiligheid”. In deze agenda staan verdere acties voor de diverse ketenspelers om de constructieve veiligheid te verbeteren. Deze agenda is het resultaat van een aantal expertmeetings die eind vorig zijn gehouden met deskundigen uit alle geledingen van de bouw.
Ledenbulletin juli 2008 Pagina 12 van 13
Sociale zaken Kosten re-integratie verhalen op derde Als een werknemer arbeidsongeschikt is geworden als gevolg van een ongeval met een aansprakelijke derde, kunt u de kosten voor het doorbetalen van het loon verhalen op de veroorzaker van de ziekte of handicap. En sinds kort is het ook makkelijker om de kosten die u maakt voor de re-integratie te verhalen. Tot nu toe was het voor werkgevers niet altijd duidelijk of zij de kosten voor reintegratiemaatregelen konden verhalen op de veroorzaker van de arbeidsongeschiktheid. Door een wetswijziging van 13 juni jongstleden is aan die onduidelijkheid echter een einde gekomen. Werkgevers kunnen de kosten verhalen voor zover die redelijk zijn. Ook eigenrisicodragers voor de WGA en het UWV kunnen een derde aansprakelijk stellen voor de kosten die zij maken om een arbeidsongeschikte werknemer te laten re-integreren.
Nieuwe richtlijn passende arbeid WW om langdurig werklozen aan de slag te helpen Voor mensen die vanaf 1 juli werkloos worden, wordt alle arbeid na een jaar werkloosheid passend. Minister Donner van Sociale Zaken heeft hiervoor de ‘richtlijn passende arbeid 2008’ opgesteld. Deze richtlijn, die gepubliceerd is in de Staatscourant, geldt voor mensen die een jaar werkloos zijn. Hij heeft daarom in de praktijk effect vanaf 1 juli 2009. In beginsel moet elke werkloze straks na een jaar solliciteren op elke beschikbare baan. De richtlijn is bedoeld om meer langdurig werklozen aan de slag te helpen. Tot nu toe lukt dat onvoldoende. Eind 2007 waren er bijvoorbeeld 236.000 vacatures, terwijl bijna 100.000 mensen langer dan een jaar werkloos waren en een WW-uitkering kregen. Donner wil met de nieuwe richtlijn voorkomen dat werklozen onnodig lang langs de kant staan. Uit onderzoek blijkt dat hoe langer iemand werkloos is, des te kleiner de kans op een baan. De nieuwe regeling heeft geen gevolgen voor werknemers die voor 1 juli 2008 werkloos zijn geworden. Voor hen blijven de oude regels van kracht.
Ruim 1,6 miljoen voor uitstroom WSW'ers naar regulier werk Staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid trekt ruim 1,6 miljoen euro uit om de doorstroom van Wsw’ers vanuit de sociale werkvoorziening naar het midden- en kleinbedrijf te bevorderen. Het gaat om een driejarig project 'Doe mee aan een baan in het MKB' dat wordt uitgevoerd door MKB- Nederland en Cedris (brancheorganisatie van sociale werkgelegenheids- en arbeidsintegratiebedrijven). Het doel van het project is Wsw’ers aan het werk te helpen dat zo veel mogelijk kan plaatsvinden in een reguliere arbeidsomgeving. Volgens Aboutaleb is het belangrijk dat meer mensen in de sector aan het werk gaan. "Ik ben zeer begaan met het midden- en kleinbedrijf. Het is de motor van onze economie, de grossier van werkgelegenheid", aldus de staatssecretaris die wees op de noodzaak van langer werken: "Dan heb ik het niet over werkweken van 50 uur, maar de kleine marge tussen nu 36 en straks 38 uur moet bespreekbaar worden".
Ledenbulletin juli 2008 Pagina 13 van 13