Actualiserend onderzoek Locatie Burgemeester Fockema Andreaelaan 15 te Utrecht
Gegevens opdrachtgever SSH Plometorengracht 9 Postbus 85042 3508 AA Utrecht Contactpersoon: De heer A. Nieuwendijk Contactpersoon CSO Dhr. S.F. Uiterwijk
Projectcode: 13M1004 Rapportnummer: 13M1004 Versiedatum: 21 januari 2013 Status: Concept
Inhoudsopgave 1. 2.
3.
4.
5. 6.
7.
Inleiding ...............................................................................................................................................................1 Achtergronden.....................................................................................................................................................2 2.1 Beschikbare gegevens ................................................................................................................................2 2.1.1 Burgemeester Fockema Andreaelaan 15 te Utrecht....................................................................2 2.1.2 Burgemeester Fockema Andreaelaan 11 te Utrecht ...................................................................4 2.1.3 Burgemeester Fockema Andreaelaan 9 te Utrecht .....................................................................4 2.2 Bodemopbouw en geohydrologie...............................................................................................................4 2.3 Hypothese en onderzoeksstrategie............................................................................................................5 Uitgevoerd onderzoek.........................................................................................................................................6 3.1 Onderzoeksopzet..........................................................................................................................................6 3.2 Veldonderzoek en laboratoriumonderzoek...............................................................................................6 Resultaten............................................................................................................................................................9 4.1 Veldonderzoek..............................................................................................................................................9 4.2 Laboratoriumonderzoek .............................................................................................................................9 4.2.1 Grond................................................................................................................................................10 4.2.2 Grondwater......................................................................................................................................12 Evaluatie onderzoeksresultaten.......................................................................................................................14 Conclusies en aanbevelingen...........................................................................................................................16 6.1 Conclusies...................................................................................................................................................16 6.2 Aanbevelingen ...........................................................................................................................................17 Referenties ........................................................................................................................................................18
Bijlagen Bijlage 1: Regionale ligging van de onderzoekslocatie Bijlage 2: Situatietekening Bijlage 3: Kadastrale situatie Bijlage 4: Boorprofielbeschrijvingen Bijlage 5: Analysecertificaten grond Bijlage 6: Analysecertificaten grondwater Bijlage 7: Wettelijke toetsingskader Bijlage 8: Grondverzet, sloop en asbest Bijlage 9: Lijst van gebruikte afkortingen en begrippen Bijlage 10: Voorgaand bodemonderzoek en verslag verwijderen tanks
13M1004 21 januari 2013 Concept
1.
Inleiding
In opdracht van SSH heeft CSO Adviesbureau een actualiserend onderzoek uitgevoerd aan de Burgemeester Fockema Andreaelaan 15 te Utrecht. De regionale ligging van de locatie is weergegeven in kaartbijlage 1. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen bestemmingswijziging van de locatie in 2016. Het doel van het onderzoek is om in een vroeg stadium inzicht te krijgen in de huidige bodemkwaliteit in relatie tot de toekomstige bestemming. Onder andere woningen zijn gepland (bestemmingswijziging). De exacte inrichting van het terrein is in dit stadium niet bekend. Omdat het terrein pas vanaf 2016 ontwikkeld wordt, heeft het onderzoek een indicatief karakter. Het uitgevoerde onderzoek heeft bestaan uit een historisch vooronderzoek conform NEN 5725 en een actualiserend bodemonderzoek. In hoofdstuk 2 worden de gegevens van de locatie gepresenteerd alsmede de resultaten van het vooronderzoek en de daaruit voortvloeiende onderzoeksstrategie. In hoofdstuk 3 worden de uitgevoerde werkzaamheden besproken, de certificering en de kwaliteitsborging. In hoofdstuk 4 worden de onderzoeksresultaten besproken. In hoofdstuk 5 worden de onderzoeksresultaten geëvalueerd en in hoofdstuk 6 volgen de conclusies en aanbevelingen. Voor een uitleg van de in dit rapport gebruikte begrippen en afkortingen wordt verwezen naar bijlage 9.
13M1004 21 januari 2013 Pagina 1 Concept
2.
Achtergronden
2.1
Beschikbare gegevens
2.1.1
Burgemeester Fockema Andreaelaan 15 te Utrecht
In onderstaand overzicht zijn de algemene gegevens van de locatie opgenomen: Tabel 2.1: Algemene gegevens onderzoekslocatie Adres: Burgemeester Fockema Andreaelaan 15 te Utrecht Oppervlakte: Circa 20.000 m² Huidig gebruik: Kantoorpanden en parkeerplaats Toekomstig gebruik: Woningen met tuin Verharding: Voornamelijk onverhard en verhard met tegels en klinkers Asbest: Voor zover bekend niet op het maaiveld of in de bodem aanwezig. Tanks: Ondergrondse en bovengrondse tanks aanwezig geweest De locatie is deels bebouwd (kantoor) en deels in gebruik als parkeerterrein. Uitpandig is de locatie nagenoeg volledig verhard met tegels en klinkers. Aan de zuizijde bevindt zich een voormalige afvalinzamelingspunt (oppervlakte enkele m²). In de directe omgeving bevinden zich een ziekenhuis, woningen en een school. Een overzicht van de onderzoekslocatie is weergegeven op kaartbijlage 2. In bijlage 3 is de kadastrale kaart bijgevoegd. Een deel van het kantoorgebouw zal behouden blijven. Het kantoor gebouw zal een andere functie krijgen: woningen. Volgens informatie van de opdrachtgever en de gemeente Utrecht zijn geen bodembedreigdende activiteiten aanwezig geweest en zijn niet eerder bodemonderzoeken uitgevoerd. Uit informatie van de afdeling huisvesting van KPN zijn in 2000 vier tanks aanwezig: – twee ondergrondse NSA-tanks nabij gebouw C (noodstroomvoorziening); – een dieseltank aan de oostzijde van gebouw B (status onbekend); een HBO-tank aan de westzijde van gebouw B (status onbekend). De status van de tanks bij gebouw B is onbekend; het is niet bekend of deze daadwerkelijk aanwezig zijn geweest. In de onderstaande tabel is een overzicht weergegeven.
13M1004 21 januari 2013 Pagina 2 Concept
Tabel 2.2:
(Voormalige) brandstoftanks
Brandstof
Inhoud (liter)
Status
Opmerkingen
Gasolie
2 x 15.000
Verwijderd (jaar 2004)
Ondergronds, ter plaatse van het plantsoen (bij peilbuis 1), nabij NSA ruimte
Diesel
2 x 3.600
Onbekend
-
Diesel
3 x 15.000
Bovengrond
Inpandig (ter plaatse van peilbuis 10). Vulpunt in januari 2013 uitpandig niet aangetroffen
Diesel
2 x 15.000
Ondergronds
Geplaatst in 2004 (bij peilbuis 1), nabij NSA ruimte. Twee vulpunten aanwezig (zie kaartbijlage 2).
Ter plaatse van de onderzoekslocatie zijn reeds enkele (bodem)onderzoeken verricht. In 2000 is in opdracht van KPN Vastgoed & Facilities BV door Tjaden BV op een deel van het terrein een verkennend bodemonderzoek verricht (oppervlakte 1.200 m²) [6]. De aanleiding is de aanvraag van een bouwvergunning (uitbreiding bestaande bebouwing). De ligging van de onderzoekslocatie is weergegeven op bijlage 2. In de grond zijn lood en PAK matig verhoogd aangetroffen en zijn kwik, zink en minerale olie licht verhoogd aangetroffen (ten opzichte van de toenmalige streefwaarden). In het grondwater zijn tolueen, xylenen en ethylbenzeen, ten opzichte van de streefwaarden, licht verhoogd aangetroffen. Op de locatie zijn in 2004 twee ondergrondse dieseltanks van 15.000 liter aanwezig geweest. In verband met het vervangen van KPN-tankinstallaties is door Geofox Lexmond, in opdracht van Technisch Bureau W. Janssen bv, in 2004 een bodemonderzoek verricht [5]. Het volgende is geconcludeerd: ● Aan de opgeboorde grond zijn zintuiglijk geen olie-waterreacties waargenomen, die duiden op de aanwezigheid van een bodemverontreiniging; ● In de grond en het grondwater zijn geen verhoogde concentraties aan vluchtige aromatische koolwaterstoffen (VAK) en minerale olie aangetroffen; ● Op basis van de bodemsamenstelling van de laag van 3 tot 4 m-mv wordt gesteld dat de huidige bodemopbouw geschikt is voor de (her)plaatsing van de ondergrondse tanksinstallatie. In april 2004 zijn de tanks verwijderd. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden is geen verontreiniging in de bodem aangetroffen. Het volledige verslag van de sanering is bijgevoegd als bijlage 10. Aan de noordzijde van het perceel bevinden zich drie bovengrondse tanks (inhoud 15.000 liter). Deze tanks bevinden zich inpandig. Uitpandig is tijdens de veldwerkzaamheden geen vulpunt aangetroffen. Door Grontmij Nederland BV is de locatie in 2007 in opdracht van KPN volledig verkennend onderzocht [7]. Aanleiding voor het onderzoek is de mogelijke herontwikkeling danwel voorgenomen verkoop van de locatie. In 2007 bevindt de grondwaterstand zich op circa 1,7 m-mv. Het onderzoek is verricht conform de NEN 5740. In de grond is PAK licht verhoogd aangetroffen (ten opzichte van toenmalige streefwaarde). In het grondwater zijn arseen en cis-1,2-dichlooretheen, ten opzichte van de streefwaarden, licht verhoogd aangetroffen. Geconcludeerd is dat de aangetoonde bodemkwaliteit geen belemmering vormt voor eventuele (her)ontwikkeling van het terrein. Het volledige onderzoek is als bijlage 10 bijgesloten.
13M1004 21 januari 2013 Pagina 3 Concept
2.1.2
Burgemeester Fockema Andreaelaan 11 te Utrecht
Direct ten noorden van de onderzoekslocatie bevindt zich de Burgemeester Fockema Andreaelaan 11. In verband met de aanvraag van een bouwvergunning heeft Elementair in 2009 een verkennend bodemonderzoek verricht [4]. Tijdens de uitvoering van de veldwerkzaamheden zijn geen aanwijzingen van mogelijke bodemverontreiniging aangetroffen. Ook de omgeving gaf geen aanleiding tot het wijzigen van de onderzoeksopzet. De grondwaterstand bevindt zich op circa 1 m-mv. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden is op het maaiveld of in de bodem visueel geen asbest aangetroffen. In de grond zijn zware metalen en PAK licht verhoogd aangetroffen (ten opzichte van de toenmalige streefwaarden). In het grondwater is barium, ten opzichte van de streefwaarde, licht verhoogd aangetroffen. Geconcludeerd is dat er vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen beperkingen aanwezig zijn, voor het beoogde gebruik.
2.1.3
Burgemeester Fockema Andreaelaan 9 te Utrecht
Ter plaatse van de Burgemeester Fockema Andreaelaan 9 zijn enkele (bodem)onderzoeken verricht: – Verkennend en nader bodemonderzoek [1]; – Saneringsplan grondverontreiniging [2]; – Evaluatie bodemsanering [3]. De aanleiding voor de onderzoeken zijn de nieuwbouwplannen. In 2004 is een schoolgebouw aanwezig (buiten gebruik). Het sloopgebouw is in 2004 of 2005 gesloopt. Op de locatie zijn, voor zover bekend, geen bodembedreigende activiteiten aanwezig geweest. In de grond zijn PAK en zink sterk verhoogd en enkele zware metalen en minerale olie licht verhoogd aangetroffen (laag 0,0-1,0 m-mv). In het grondwater is naftaleen licht verhoogd aangetroffen. De omvang van de sterke grondverontreiniging is bekend. In de periode december 2004 t/m februari 2004 heeft een deelsanering in de grond plaatsgevonden. Vanwege civieltechnische redenen is (mogelijk) een kleine restverontreiniging achtergebleven (immobiele restverontreiniging).
2.2
Bodemopbouw en geohydrologie
De navolgende gegevens zijn ontleend aan de Grondwaterkaart van Nederland, blad Utrecht (TNO-Dienst Grondwaterverkenning, 1978).
13M1004 21 januari 2013 Pagina 4 Concept
De maaiveldhoogte in de gemeente Utrecht varieert van 0 tot 4 m+NAP en bedraagt gemiddeld circa 2 m+NAP. De regionale bodemopbouw in Utrecht kan globaal als volgt worden geschematiseerd: Diepte t.o.v. NAP
Geologische omschrijving
Lithostratigrafie
Bodemsoort
2 tot -2
Slecht doorlatende deklaag
Betuwe-Formatie en de Westlandformatie
Klei
-2 tot –40
1e watervoerend pakket
Formaties van Twente, Kreftenheije, Urk en Sterksel
(matig) grof zand
-40 tot –75
1e slecht doorlatende laag
Formatie van Kedichem
Klei
vanaf –75
2e watervoerende pakket
(matig) grof zand
Het eerste watervoerend pakket heeft een doorlaatvermogen (transmissiviteit) van 2000 tot 3000 m2/dag. De locatie ligt in een gebied waar regionaal infiltratie optreedt. Het ondiepe grondwater staat op circa 0,5 tot 2 m -mv. Het grondwater in het eerste watervoerend pakket stroomt regionaal in westelijke richting. In Utrecht worden op enkele punten relatief grote hoeveelheden grondwater onttrokken. De stromingsrichting in het eerste watervoerend pakket wordt hierdoor op regionale schaal echter niet of nauwelijks beïnvloed.
2.3
Hypothese en onderzoeksstrategie
Naar aanleiding van de resultaten in het vooronderzoek is ervan uitgegaan dat de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem sinds 2007 niet gewijzigd is. Deze hypothese is met het indicatieve bodemonderzoek getoetst. In de volgende hoofdstukken komen de uitgevoerde werkzaamheden, alsmede de resultaten daarvan aan bod.
13M1004 21 januari 2013 Pagina 5 Concept
3.
Uitgevoerd onderzoek
3.1
Onderzoeksopzet
Op basis van de in § 2.3 vastgestelde hypothese en onderzoeksstrategie is het volgende onderzoeksprogramma uitgevoerd: Tabel 3.1:
Onderzoeksprogramma
Boringen tot maximaal 2 m-mv
Peilbuis (2-3 m-mv)
Analyses grond (AS3000)
Analyses grondwater (AS3000)
Opmerkingen
7
3
1 x minerale olie 1 x organische sof 4 x standaardpakket
3 x standaardpakket
Ter plaatse van de bovengrondse- en ondergrondse brandstoftanks, zijn boringen ingepland.
Toelichting tabel: • m-mv: meter min maaiveld • Standaardpakket grond: 9 metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink), PAK, PCB, minerale olie, organisch stof en lutum • Standaardpakket grondwater: 9 metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink), vluchtige aromatische koolwaterstoffen, vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen, minerale olie Per 1 juli 2008 is het Besluit Bodemkwaliteit voor landbodems van kracht. Vanaf deze datum is ook het nieuwe stoffenpakket voor grond- en grondwater van toepassing. Dit onderzoek gaat uit van het nieuwe stoffenpakket. Het onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in de bodem en op het maaiveld heeft zich beperkt tot het doen van waarnemingen tijdens de locatie-inspectie en tijdens het boren. Dit asbestonderzoek is indicatief en valt niet onder het BRL SIKB 2000 certificaat. Een asbestonderzoek conform de NEN 5707 heeft geen onderdeel uitgemaakt van dit onderzoek.
3.2
Veldonderzoek en laboratoriumonderzoek
CSO Adviesbureau en veldwerkbedrijf Sialtech zijn door SGS Intron gecertificeerd volgens VCA**, ISO 9001 en ISO 14001. CSO Adviesbureau vestiging Bunnik is tevens gecertificeerd voor BRL SIKB 1000, BRL SIKB 2000 en BRL SIKB 6000. Sialtech vestiging Houten is tevens gecertificeerd voor BRL SIKB 1000 en BRL SIKB 2000. De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd door CSO Adviesbureau en Sialtech onder het BRL SIKB 2000 certificaat (protocollen 2001 / 2002). De veldwerkzaamheden zijn op 8 januari 2013 uitgevoerd door CSO Adviesbureau vestiging Bunnik onder het BRL SIKB 2000 certificaat (protocol 2001) door de erkende veldwerker, de heer G. Hoekstra. De bemonstering van het grondwater is op 17 januari 2013 uitgevoerd door Sialtech vestiging Houten onder het
13M1004 21 januari 2013 Pagina 6 Concept
BRL SIKB 2000 certificaat (protocol 2002) door de erkende veldwerker, de heer J.W. Spelt. Aangezien de onderzoekslocatie geen eigendom is van CSO Adviesbureau, Sialtech of de overige aan deze bedrijven gelieerde ondernemingen, wordt voldaan aan de eisen van onafhankelijkheid uit de BRL SIKB 2000. Tijdens de uitvoering van het veldwerk zijn geen kritieke afwijkingen opgetreden van de protocollen beschreven in de BRL SIKB 2000. De verrichte boringen en peilbuizen zijn ingemeten ten opzichte van een vast punt en op de tekening van bijlage 2 weergegeven. Bij de uitvoering van het veldwerk is de volgende algemene strategie gehanteerd: • wanneer zintuiglijke verontreinigingen zijn aangetroffen, zijn de boringen (indien mogelijk) doorgezet tot 0,5 meter beneden de zintuiglijke verontreiniging; • bemonstering heeft plaatsgevonden van trajecten van maximaal 0,5 meter, waarbij bodemmateriaal uit zintuiglijk verschillende bodemlagen (op basis van textuur of verontreinigingsgraad) niet met elkaar is vermengd; • om gezondheidsredenen zijn tijdens het veldonderzoek geen actieve geurwaarnemingen verricht. Om de eventuele aanwezigheid van vluchtige verbindingen in de bodem tijdens het veldonderzoek toch te kunnen detecteren is gebruik gemaakt van mobiele koolwaterstofdetectors (type ACTA) en/of olie-watertesten; • het grondwater is circa één week na plaatsing van de peilbuizen bemonsterd; • de zuurgraad (pH) en geleidbaarheid (EC) van het grondwater zijn voorafgaand aan de grondwaterbemonstering in het veld gemeten; • de monsters zijn op de voorgeschreven wijze geconserveerd. De chemische analyses zijn uitgevoerd door het IEC 17025 geaccrediteerde en AS3000 erkende laboratorium: ALcontrol Laboratories Rotterdam. Ter plaatse van de twee ondergrondse tanks, geplaatst in 2004, is peilbuis 1 geplaatst en boring 2 verricht. Aan de noordzijde van de locatie bevinden zich drie bovengrondse dieseltanks (inpandig). Hier is peilbuis 10 geplaatst. Peilbuis 3 is ter plaatse van het voormalig afvalinzamelingspunt (verhard met beton), op de zuidzijde van het perceel geplaatst. De overige boringen zijn verdeeld over het perceel verricht. De grond- en grondwatermonsters in dit onderzoek zijn zover van toepassing geanalyseerd conform de AS3000 (zie bijlage 5 en 6). De selectie van de bodemmonsters heeft plaatsgevonden op basis van zintuiglijke waarnemingen en herkomst. De analyses zijn uitgevoerd zoals weergegeven in tabel 3.1.
13M1004 21 januari 2013 Pagina 7 Concept
De selectie van monsters voor analyse en de wijze waarop de mengmonsters zijn samengesteld is weergegeven in onderstaande tabellen. Tabel 3.2:
Analyseprogramma grondmonsters
Analyse monster 01-3 03-3 05-2 MM-01
Traject (m -mv) 1,00 - 1,50 1,10 - 1,50 0,30 - 0,60 0,10 - 0,50
MM-02
0,07 - 0,57
Tabel 3.3: Peilbuis 1 3 10
Deelmonsters
Analysepakket (AS3000)
01 (1,00 - 1,50) 03 (1,10 - 1,50) 05 (0,30 - 0,60) 03 (0,10 - 0,50) 08 (0,10 - 0,50) 09 (0,10 - 0,50) 06 (0,10 - 0,50) 04 (0,10 - 0,50) 07 (0,07 - 0,57) 10 (0,10 - 0,50)
Min.olie GC (C10-C40), Organische stofgehalte Standaardpakket grond, inclusief organische stof en lutum Standaardpakket grond, inclusief organische stof en lutum Standaardpakket grond, inclusief organische stof en lutum
Standaardpakket grond, inclusief organische stof en lutum
Analyseprogramma grondwatermonsters Filterstelling (m-mv) 1,10 - 1,50 0,30 - 0,60 0,10 - 0,50
Analysepakket (AS3000) Standaardpakket grondwater Standaardpakket grondwater Standaardpakket grondwater
13M1004 21 januari 2013 Pagina 8 Concept
4.
Resultaten
4.1
Veldonderzoek
Het opgeboorde materiaal is beoordeeld op kleur, textuur, bijmenging(en) en eventuele bijzonderheden. De boorprofielbeschrijvingen zijn opgenomen in bijlage 3. De gegevens die deze boringen hebben opgeleverd bevestigen het geologische en geohydrologische profiel van de bodem, zoals beschreven in hoofdstuk 2. De in het veld gemeten zuurgraad, troebelheid en geleidbaarheid van het grondwater zijn niet afwijkend voor de regio. De grondwaterstand is aangetroffen op circa 1,78 m-mv. De zintuiglijke waarnemingen die zijn gedaan tijdens uitvoering van het veldwerk en kunnen duiden op de aanwezigheid van bodemverontreiniging en zijn per boring in onderstaande tabel weergegeven. Tabel 4.1:
Afwijkende zintuiglijke waarnemingen
Meetpunt
Diepte boring (m -mv)
Traject (m -mv)
Grondsoort
Waargenomen bijzonderheden
5 7
1,2 2
0,3 – 0,6 0,60 - 1,20
Zand Klei
Weinig grind, sporen puin veengeur, enkel puintje
In de onderstaande tabel zijn de waarnemingen tijdens watermonstername weergegeven (pH, Ec, toebelheid en grondwaterstand).
Tabel 4.2: Peilbuis 10 01 03
4.2
Waarnemingen watermonstername Filterdiepte (m -mv) 2,50 - 3,50 2,00 - 3,00 2,10 - 3,10
Grondwaterstand (m -mv) 1,73 1,77 1,77
pH (-) 7 6,5 6,5
EC (µS/cm) 653 431 1071
Troebelheid (NTU) 10 11 14
Laboratoriumonderzoek
De analyseresultaten zijn getoetst aan de door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu vastgestelde achtergrond- en interventiewaarden voor grond en de streef- en interventiewaarden voor grondwater. De achtergrondwaarden voor grond (AW2000) zijn vastgelegd in de Regeling bodemkwaliteit. De interventiewaarden voor grond en de streef- en interventiewaarden voor grondwater zijn vastgelegd in de Circulaire bodemsanering 2009, zoals gewijzigd op 3 april 2012 (Staatscourant 2012, 6563).
13M1004 21 januari 2013 Pagina 9 Concept
De betekenis van deze waarden is als volgt: • Achtergrondwaarde grond / streefwaarde grondwater: bij een gehalte lager dan de achtergrondwaarde voor grond en de streefwaarde voor grondwater wordt gesproken over niet verontreinigde bodem. Wanneer een gemeten gehalte de achtergrondwaarde of de streefwaarde overschrijdt, wordt gesproken over een licht verhoogd gehalte of een lichte verontreiniging; • tussenwaarde (criterium voor nader onderzoek): dit is het gemiddelde van de achtergrond- of streefwaarde en de interventiewaarde. Overschrijding van de tussenwaarde wordt een matig verhoogd gehalte of matige verontreiniging genoemd; • interventiewaarde: wanneer een gemeten gehalte hoger is dan de interventiewaarde wordt gesproken over een sterke verontreiniging of sterk verhoogd gehalte. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage 7. Voor grondmonsters zijn de achtergrond- en interventiewaarden gecorrigeerd voor het gehalte organische stof en lutum, welke in het laboratorium zijn vastgesteld. De (gecorrigeerde) toetsingswaarden zijn opgenomen in bijlage 7. De grond is indicatief getoetst aan de (generieke) maximale waarden voor wonen en industrie uit de Regeling Bodemkwaliteit (van 20 december 2007).
4.2.1
Grond
De analysecertificaten van de grondmonsters zijn opgenomen in bijlage 5. In onderstaande tabel zijn de resultaten van de analyses en de toetsing weergegeven.
13M1004 21 januari 2013 Pagina 10 Concept
Tabel 4.3:
Getoetste gehaltes in grond (mg/kg d.s.)
Monstercode
01-31
03-32
05-23
MM-014
MM-025
Bodemtype1)
Zand
Zand
Zand
Zand
Zand
Traject (m-mv)
1,0-1,5
1,1-1,5
0,3-0,6
0,1-0,5
0,07-0,6
Zintuiglijk
–
–
Grind en sporen puin
-
-
droge stof(gew.-%) organische stof (gloeiverlies)(% vd DS) lutum (bodem)(% vd DS) METALEN barium+ cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
92.1 < 0,5
--
82.3 2.0
---
93.4 <0.5
---
92.4 0.7
---
86.0 1.9
---
-
6.8
--
7.1
--
<1
--
7.3
--
-
71 0.2 5.5 17 0.24 54 <0.5 20 69
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) 2.0 POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds) MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40
-
4.9 20
<20
<20 <0.2 1.8 <5 <0.05 <10 <0.5 4.7 <20
<20 <0.2 3.3 <5 <0.05 <10 <0.5 9.8 20
90 0.2 5.0 32 0.28 160 <0.5 15 130
* * *
*
0.08
0.10
3.0
*
a
4.9
4.9
a
* * *
<20
a
4.9 <20
a
*
<20
Monstercode en monstertraject 1 11854081-001 01-3 01 (100-150) 2 11854081-002 03-3 03 (110-150) 3 11854081-003 05-2 05 (30-60) 4 11854081-004 MM-01 03 (10-50) 04 (10-50) 06 (10-50) 08 (10-50) 09 (10-50) 5 11854081-005 MM-02 07 (7-57) 10 (10-50) De resultaten zijn voor de interventiewaarde getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de Circulaire Bodemsanering 2009, zoals gewijzigd op 3 april 2012 en voor de achtergrondwaarden aan het Besluit Bodemkwaliteit, Staatscourant 20 december 2007, Nr. 247. Tevens zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: De gewijzigde grenswaarden van een aantal OCB (per 30-07-2008) (www.Senternovem.nl) en de wijziging in de Staatscourant 67 van 7 april 2009.De gehalten die de betreffende achtergrondwaarden en interventiewaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde -geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat a gecorrigeerd gehalte is groter dan of gelijk aan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), maar wel kleiner dan de AS3000 rapportagegrens-eis, dus mag verondersteld worden kleiner dan de achtergrondwaarde te zijn. b gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen achtergrondwaarde voor opgesteld), en groter dan de AS3000 rapportagegrens-eis. + de interventiewaarde voor barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogene verontreiniging. 1)
De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing zijn de grond (as3000) monsters ingedeeld in de volgende bodemtypen: (als humus/lutum niet is gemeten geldt een default waarde van lutum = 25% en organische stof = 10%.)
13M1004 21 januari 2013 Pagina 11 Concept
Mogelijk vindt in de toekomst grondverzet plaats. De resultaten zijn indicatief getoetst aan het besluit bodemkwaliteit. In de onderstaande tabel zijn de resultaten weergegeven. Tabel 4.4:
Klasse-indeling Besluit bodemkwaliteit (indicatief)
(Meng)mons ter '01-3
Boringen
Diepte (m-mv)
Resultaat
Opmerkingen
1
1,00-1,50
AW (achtergrondwaarde)
-
'03-3
3
1,10-0,50
Industrie
-
'05-2
5
0,30-0,60
AW
-
MM-01
3,4,6,8,9
0,10-0,50
AW
-
MM-02
7,1
0,07-0,60
Industrie
4.2.2
Grondwater
De analysecertificaten van de grondwatermonsters zijn opgenomen in bijlage 6. In onderstaande tabel zijn de resultaten van de analyses en de toetsing weergegeven.
13M1004 21 januari 2013 Pagina 12 Concept
Tabel 4.3:
Getoetste gehaltes in grondwater (µg/liter)
Monstercode
1-1-11
10-1-12
3-1-13
Filterstelling (m-mv)
2,1-3,1
2,5-3,5
2,1-3,1
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
<45 <0.8 <5 <15 <0.05 <15 <3.6 <15 <60
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) styreen naftaleen
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 <0.2 <0.05
GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-dichloorethaan <0.6 1,2-dichloorethaan <0.6 1,1-dichlooretheen <0.1 cis-1,2-dichlooretheen 1.2 trans-1,2-dichlooretheen <0.1 som (cis,trans) 1,2- dichloorethenen 1.3 (0.7 factor) dichloormethaan <0.2 1,1-dichloorpropaan <0.25 1,2-dichloorpropaan <0.25 1,3-dichloorpropaan <0.25 som dichloorpropanen (0.7 factor) 0.53 tetrachlooretheen <0.1 tetrachloormethaan <0.1 1,1,1-trichloorethaan <0.1 1,1,2-trichloorethaan <0.1 trichlooretheen 0.89 chloroform <0.6 vinylchloride 0.27 tribroommethaan <0.2 MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40
<100
a
160 <0.8 <5 <15 <0.05 <15 <3.6 <15 <60
a
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 <0.2 <0.05
a --*
<0.6 <0.6 <0.1 <0.1 <0.1 0.14
--a
a ---a a a a *
a
* a
200 <0.8 8.1 <15 <0.05 <15 3.9 <15 <60
a
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 <0.2 <0.05
a --a
<0.6 <0.6 <0.1 <0.1 <0.1 0.14
--a
<0.2 <0.25 <0.25 <0.25 0.53 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.6 <0.6 <0.1 <0.2
a ----
<100
a
a a a a a
<0.2 <0.25 <0.25 <0.25 0.53 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.6 <0.6 <0.1 <0.2
<100
* a
--a a
a --a a ---a a a a a
a
De resultaten zijn getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld Circulaire Bodemsanering 2009, zoals gewijzigd op 3 april 2012.De gehalten die de betreffende streefwaarden en interventiewaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde -geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # verhoogde rapportagegrens, voor meer informatie zie analysecertificaat a gecorrigeerd gehalte is groter dan of gelijk aan de streefwaarde (of geen streefwaarde voor opgesteld), maar wel kleiner dan de AS3000 rapportagegrens-eis, dus mag verondersteld worden kleiner dan de streefwaarde te zijn. b gecorrigeerd gehalte is groter dan de streefwaarde (of geen streefwaarde voor opgesteld), en groter dan de AS3000 rapportagegrens-eis.
13M1004 21 januari 2013 Pagina 13 Concept
5.
Evaluatie onderzoeksresultaten
Op de locatie is een kantoorgebouw en een parkeerplaats aanwezig. De locatie is uitpandig verhard met tegels en klinkers. Op basis van het historisch onderzoek, een overleg met een medewerker van KPN en het locatiebezoek d.d. 8 januari 2013, kan worden geconcludeerd dat op twee deellocaties tanks aanwezig zijn: 1. Drie bovengrondse dieseltanks van 15.000 liter. Deze bevinden zich inpandig aan de noordzijde van de locatie. Peilbuis 10 is direct ten noorden van deze deellocatie geplaatst. 2. Twee ondergrondse dieseltanks van 15.000 liter bij het NSA gebouw. In 2004 zijn hier twee tanks verwijderd en vervangen door de huidige tanks. De twee vulputten zijn weergegeven op de kaartbijlage, bijgevoegd als bijlage 2. Tijdens het verwijderen van de tanks in 2004 zijn in de bodem geen olieproducten aangetroffen. Van de sanering is een evaluatieverslag opgesteld, bijgevoegd in bijlage 10. Ten zuiden van de locatie bevindt zich een voormalig afvalinzamelingspunt, verhard met asfalt. Aangrenzend aan de onderzoekslocatie zijn voor zover bekend geen bodembedreigende activiteiten aanwezig (doorgaande wegen, woningen, een school, kantoor en een ziekenhuis). In 2007 is de gehele locatie verkennend onderzocht [7]. In de grond is PAK licht verhoogd aangetroffen. Het grondwater is licht verontreinigd met arseen en cis-1,2-dichlooretheen. Het arseen is vermoedelijk van nature aanwezig. Van 2007 tot heden is het gebruik van de locatie niet gewijzigd. Met uitzondering van de brandstoftanks zijn, voor zover bekend, geen bodembedreigdende activiteiten op de locatie aanwezig. Naar aanleiding van de resultaten in het vooronderzoek is ervan uitgegaan dat de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem sinds 2007 niet gewijzigd is. Deze hypothese is met het indicatieve bodemonderzoek getoetst. De boringen 1 t/m 10 zijn verricht. De boringen 1, 3 en 10 zijn afgewerkt met een peilbuis ten behoeve van de bemonstering van het grondwater. De situering van de boringen en peilbuizen is weergegeven op kaartbijlage 2. Tijdens de veldwerkzaamheden is plaatselijk een bijmenging met weinig grind en puin aangetroffen. Tijdens het veldwerk is specifiek aandacht besteed aan de aanwezigheid van asbest in en op de bodem. Tijdens de werkzaamheden is geen asbestverdacht materiaal op het maaiveld of in de bodem waargenomen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat een volledige maaiveldinspectie niet mogelijk is; de locatie is nagenoeg volledig verhard met tegels, beton en klinkers.
13M1004 21 januari 2013 Pagina 14 Concept
De grondwaterstand is aangetroffen op circa 1,78 m-mv. Opgemerkt dient te worden dat de grondwaterstand enigszins kan fluctueren (natte en droge periode). In de grond zijn zware metalen en PAK, ten opzichte van de achtergrondwaarde AW2000, licht verhoogd aangetroffen. Deze licht verhoogde gehaltes zijn niet te relateren aan (voormalige) activiteiten op de locatie. Het grondwater is licht verontreinigd met barium. Deze licht verhoogde concentratie is vermoedelijk van nature aanwezig. In het grondwater bij peilbuis 1 zijn cis-1,2-dichlooretheen en vinylchloride, ten opzichte van de streefwaarden, licht verhoogd aangetroffen. De herkomst van deze licht verhoogde concentraties is onbekend. In stedelijk gebied komt veel verontreiniging voor van het grondwater door VOCl's. Dit geldt ook voor Utrecht. Cis-1,2-dichlooretheen en vinylchloride betreffen afbraakproducten van de ontvettingsmiddelen tertrachloortetheen (PER) en trichlooretheen (TRI). In het voorgaande onderzoek is cis-1,2-dichlooretheen eveneens licht verhoogd aanwezig. Een VOCl verontreiniging kan op grotere diepte voorkomen in de bodem. Op basis van de resultaten van het veld- en chemisch onderzoek, kan worden geconcludeerd dat de milieuhygiënische kwaliteit ten opzichte van 2007 niet gewijzigd is. De hypothese is hiermee bevestigd.
13M1004 21 januari 2013 Pagina 15 Concept
6.
Conclusies en aanbevelingen
6.1
Conclusies
In opdracht van SSH heeft CSO Adviesbureau een actualiserend onderzoek uitgevoerd aan de Burgemeester Fockema Andreaelaan 15 te Utrecht. De regionale ligging van de locatie is weergegeven in bijlage 1. De aanleiding voor het onderzoek is voorgenomen bestemmingswijziging van de locatie (in 2016). Het doel van het onderzoek is inzicht te verkrijgen in de huidige bodemkwaliteit in relatie tot de toekomstige bestemming (wonen). Omdat het terrein pas vanaf 2016 ontwikkeld wordt, heeft het onderzoek een indicatief karakter. Op basis van de resultaten van het voorafgaand aan het bodemonderzoek uitgevoerde vooronderzoek is een hypothese opgesteld dat de milieuhygiënische kwaliteit ten opzichte van 2007 niet gewijzigd is. De belangrijkste bevindingen uit het onderzoek zijn onderstaand weergegeven: • Plaatselijk zijn sporen puin en grind grond aangetroffen. Verder zijn in de vaste bodem geen waarnemingen gedaan die duiden op de mogelijke aanwezigheid van bodemverontreiniging; • Zintuiglijk is zowel op het maaiveld als in de opgeboorde grond geen asbestverdacht materiaal aangetroffen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de locatie nagenoeg volledig verhard is. Een volledige maaiveldinspectie is momenteel niet mogelijk; • In de grond zijn zware metalen en PAK licht verhoogd aangetroffen (ten opzichte van de AW2000); • In het ondiepe grondwater zijn barium, cis-1,2-dichlooretheen en vinylchloride licht verhoogd aangetoond (ten opzichte van de streefwaarden). Het barium is vermoedelijk van nature aanwezig. • Op de locatie zijn inpandig drie bovengrondse brandstoftanks en ondergronds twee brandstoftanks aanwezig. In de bodem zijn vluchtige aromatische koolwatersoffen en minerale olie niet aangetoond. De hypothese dat de verontreinigingssituatie ten opzichte van 2007 niet gewijzigd is, blijft gehandhaafd. De grond en het grondwater is licht verontreinigd. De aangetoonde licht verhoogde gehalten brengen geen risico’s met zich mee. Gesteld kan worden dat er vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen zijn voor het huidige gebruik van de locatie.
13M1004 21 januari 2013 Pagina 16 Concept
6.2
Aanbevelingen
Er wordt geen nader bodemonderzoek aanbevolen. Bij de toekomstige herontwikkeling van het terrein dient rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van VOCl's in de bodem. Er gelden wettelijke beperkingen bij het verplaatsen en elders toepassen van grond, welke kunnen leiden tot extra kosten. Derhalve wordt aanbevolen om bij grondverzet zoveel mogelijk grond op de locatie zelf te laten. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage 8. De bestaande bebouwing wordt deels gesloopt en krijgt deels een andere bestemming. Voorafgaande aan sloop dient een asbestinventarisatie verricht te worden (SC 540). In verband met de voorgenomen bestemmingswijziging is divers onderzoek noodzakelijk. Voor verdere informatie over de mogelijkheden hiervan kunt u zich tot CSO Adviesbureau wenden.
13M1004 21 januari 2013 Pagina 17 Concept
7.
Referenties
1.
Verkennend- en nader bodemonderzoek conform NEN 5740, Burg. F. Andreaelaan 9 te Utrecht, BOOT, project M03196, 12 maart 2004.
2.
Saneringsplan gronderontreiniging, Burg. F. Andreaelaan 9 te Utrecht, BOOT, project M04086, 9 juli 2004.
3.
Evaluatie bodemsanering Burgemeester Fockema Andreaelaan 9 te Utrecht, project M04194, 12 april 2005.
4.
Verkennend bodemonderzoek Fockema Andreaelaan 11 te Utrecht, Elementair, document 090914, Putten, oktober 2009.
5.
Actualiserend bodemonderzoek KPN-tanklocaties, Burgemeester Fokkema Andreaelaan 15 Utrecht (locatie 09), Geofox-Lexond, projectnumer 04.26063-09/IBO, 7 april 2004.
6.
Verkennend bodemonderzoek Burg. Fockema Andreaelaan 15 te Utrecht. Tjaden milieu, Opdrachtnummer M 00.1030/DV, 2 maart 2000.
7.
Verkennend bodemonderzoek KPN locaties, Burgemeester Fockema Andreaelaan 15 te Utrecht, objectcode 02200, Grontmij Nederland BV, referentienummer 13/99075760/NG, Houten 5 maart 2007.
13M1004 21 januari 2013 Pagina 18 Concept
Bijlage 1:
Regionale ligging van de onderzoekslocatie
13M1004 21 januari 2013 Concept
Kartografie: Topografische Dienst
Opdrachtgever
SSH
Project nummer
13M1004
BIJLAGE
1
Locatie Titel
Situering onderzoekslocatie
Subtitlel
-
Tekenaar
Q. Jaeger
Regiokantoor Midden
2de Tekenaar
-
Postbus 2
Gezien door
S. Uiterwijk
3980 CA Bunnik
Datum Schaal
0
19-01-2013 1: 1.000 Formaat A4 10
20
30m
Tel: 030-6594321 Fax: 030-6571792 http://www.cso.nl
Bijlage 2:
Situatietekening
13M1004 21 januari 2013 Concept
10
7
5
4
2 1 Pb A 6
8 9
3
LEGENDA
Opdrachtgever
SSH
Boring
Project nummer
13M1004
Peilbuis
Locatie
Peilbuis uit eerder onderzoek Vulpunt
BIJLAGE
2
Titel
Situering boorpunten
Subtitlel
-
Tekenaar
Q. Jaeger
Regiokantoor Midden
Tegelverharding
2de Tekenaar
-
Postbus 2
Klinkerbestrating
Gezien door
S. Uiterwijk
3980 CA Bunnik
Begrenzing onderzoekslocatie
Datum Schaal
0
19-01-2013 1: 1.000 Formaat A4 10
20
30m
Tel: 030-6594321 Fax: 030-6571792 http://www.cso.nl
Bijlage 3:
Kadastrale situatie
13M1004 21 januari 2013 Concept
Bijlage 4:
Boorprofielbeschrijvingen
13M1004 21 januari 2013 Concept
Boring:
01
Boring:
X:
02
X:
Y:
Y:
Datum:
8-1-2013
Datum:
GWS:
GWS:
GHG:
GHG:
GLG:
GLG:
Referentievlak: Maaiveldhoogte: Opmerking:
8-1-2013
Referentievlak: Maaiveldhoogte: Opmerking: 0
0
tegel
0
0
-5
-5
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, geelbruin, tegel
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruingeel
1
1
-50
50
tegel Tegel
Zand, uiterst fijn, zwak siltig, brokken klei, geelbruin
50
2 2 -90
Klei, zwak siltig, grijs
-100
100
Zand, uiterst fijn, zwak siltig, oranjegeel
100
3
3
150
150 -160
Klei, zwak siltig, grijsbruin 4 4
200
200
-200
250
300
-320
Projectcode: 13M1004-
Opdrachtgever: CSO Bunnik
Datum: 9-1-2013
Boring:
03
Boring:
X:
04
X:
Y:
Y:
Datum:
8-1-2013
Datum:
GWS:
GWS:
GHG:
GHG:
GLG:
GLG:
Referentievlak: Maaiveldhoogte: Opmerking:
8-1-2013
Referentievlak: Maaiveldhoogte: Opmerking: 0
0
-10
tegel Tegel
0
0
-10
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruingeel
tegel Tegel Zand, uiterst fijn, zwak siltig, geelbruin
1
1
50
-50
50
-60
Klei, zwak siltig, grijsbruin Zand, zeer fijn, kleiïg, grijs, kleiborkken
2
2 -90
Klei, sterk zandig, grijs 100
100 -110
Zand, zeer fijn, kleiïg, grijs, veengeur
3
3
-150
150
150
Klei, sterk zandig, grijs
4 4
200
-200
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijs
200
-200
250
300
-330
Projectcode: 13M1004-
Opdrachtgever: CSO Bunnik
Datum: 9-1-2013
Boring:
05
Boring:
X:
06
X:
Y:
Y:
Datum:
8-1-2013
Datum:
GWS:
GWS:
GHG:
GHG:
GLG:
GLG:
Referentievlak: Maaiveldhoogte: Opmerking:
8-1-2013
Referentievlak: Maaiveldhoogte: Opmerking: 0
0
-10
klinker Klinker
0
0
-10
tegel Tegel Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruingeel
1 -30
1
Zand, zeer fijn, kleiïg, zwak grindhoudend, sporen puin, roodbruin, kleibrokjes
2 50
50
-50
-60
3
-70
Zand, zeer fijn, zwak siltig, grijs, kleibrokjes Klei, zwak siltig, grijs
4 100
-120
Projectcode: 13M1004-
Opdrachtgever: CSO Bunnik
Datum: 9-1-2013
Boring:
07
Boring:
X:
08
X:
Y:
Y:
Datum:
8-1-2013
Datum:
GWS:
GWS:
GHG:
GHG:
GLG:
GLG:
Referentievlak: Maaiveldhoogte: Opmerking:
8-1-2013
Referentievlak: Maaiveldhoogte: Opmerking: 0
0
-7
tegel Tegel
0
0
-10
Zand, zeer fijn, zwak siltig, geelbruin
tegel Tegel Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, geelbruin
1
1
50
50 -60
Klei, sterk zandig, zwartgrijs, veengeur, enkel puintje 2 2 100
100
-100
-120
Klei, sterk zandig, grijs
3 150
-180
Zand, matig grof, zwak siltig, grijs 200
-200
Projectcode: 13M1004-
Opdrachtgever: CSO Bunnik
Datum: 9-1-2013
Boring:
09
Boring:
X:
10
X:
Y:
Y:
Datum:
8-1-2013
Datum:
GWS:
GWS:
GHG:
GHG:
GLG:
GLG:
Referentievlak: Maaiveldhoogte: Opmerking:
8-1-2013
Referentievlak: Maaiveldhoogte: Opmerking: 0
0
-10
tegel Tegel
0
0
-10
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, geelbruin
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruingeel
1
50
klinker Tegel
1
-50
50
2
100 -110
Klei, matig zandig, grijs, veengeur 3
-150
150
Klei, zwak siltig, grijsbruin
4
200
5
250
6
300
350
Projectcode: 13M1004-
Opdrachtgever: CSO Bunnik
-300
Zand, uiterst fijn, zwak siltig, grijs
-350
Datum: 9-1-2013
Bijlage 5:
Analysecertificaten grond
13M1004 21 januari 2013 Concept
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
C.S.O. Bunnik Uiterwijk Postbus 2 3980 CA BUNNIK
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer Rapport verificatie nummer
Blad 1 van 8
: Burgemeester Andreae Fockemalaan 15 te Utrecht : 13M1004 : 11854081, versie nummer: 1 : P7JYWN2D
Rotterdam, 11-01-2013
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 13M1004. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 8 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
R. van Duin Laboratory Manager
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
C.S.O. Bunnik Uiterwijk Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 2 van 8
Analyserapport Burgemeester Andreae Fockemalaan 15 te Utrecht
Orderdatum 09-01-2013 Startdatum 09-01-2013 Rapportagedatum 11-01-2013
13M1004 - 1
11854081
Analyse
Eenheid
Q
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten
gew.-% g g
S S S
92.1 <1 geen
organische stof (gloeiverlies) organische stof (gloeiverlies)
% vd DS % vd DS
S S
<0.5
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
001
003
004
005
82.3 <1 geen
93.4 <1 geen
92.4 <1 geen
86.0 <1 geen
2.0
<0.5
0.7
1.9
S
6.8
7.1
<1
7.3
S S S S S S S S S
71 0.2 5.5 17 0.24 54 <0.5 20 69
<20 <0.2 1.8 <5 <0.05 <10 <0.5 4.7 <20
<20 <0.2 3.3 <5 <0.05 <10 <0.5 9.8 20
90 0.2 5.0 32 0.28 160 <0.5 15 130
0.02 0.17 0.07 0.47 0.26 0.23 0.15 0.27 0.19 0.19 2.0
<0.01 <0.01 <0.01 0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 0.08
<0.01 <0.01 <0.01 0.02 0.01 0.01 <0.01 0.01 <0.01 0.01 0.10
0.02 0.23 0.07 0.65 0.29 0.35 0.24 0.47 0.36 0.33 3.0
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kgds S fenantreen mg/kgds S antraceen mg/kgds S fluoranteen mg/kgds S benzo(a)antraceen mg/kgds S chryseen mg/kgds S benzo(k)fluoranteen mg/kgds S benzo(a)pyreen mg/kgds S benzo(ghi)peryleen mg/kgds S indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S (0.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 µg/kgds PCB 52 µg/kgds PCB 101 µg/kgds
002
S S S
1)
<1 <1 <1
1)
<1 <1 <1
1)
<1 <1 <1
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grond (AS3000)
01-3 01 (100-150)
002
Grond (AS3000)
03-3 03 (110-150)
003
Grond (AS3000)
05-2 05 (30-60)
004
Grond (AS3000)
MM-01 03 (10-50) 04 (10-50) 06 (10-50) 08 (10-50) 09 (10-50)
005
Grond (AS3000)
MM-02 07 (7-57) 10 (10-50)
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
<1 <1 <1
1)
C.S.O. Bunnik Uiterwijk Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 3 van 8
Analyserapport Burgemeester Andreae Fockemalaan 15 te Utrecht
Orderdatum 09-01-2013 Startdatum 09-01-2013 Rapportagedatum 11-01-2013
13M1004 - 1
11854081
Analyse
Eenheid
Q
PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 factor)
µg/kgds µg/kgds µg/kgds µg/kgds µg/kgds
S S S S S
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
S
001
002 <1 <1 <1 <1 4.9
<5 <5 6 15 20
<5 <5 5 10 <20
003 <1 <1 <1 <1 4.9
1)
<5 <5 <5 <5 <20
1)
004 <1 <1 <1 <1 4.9
1)
<5 <5 <5 <5 <20
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grond (AS3000)
01-3 01 (100-150)
002
Grond (AS3000)
03-3 03 (110-150)
003
Grond (AS3000)
05-2 05 (30-60)
004
Grond (AS3000)
MM-01 03 (10-50) 04 (10-50) 06 (10-50) 08 (10-50) 09 (10-50)
005
Grond (AS3000)
MM-02 07 (7-57) 10 (10-50)
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
005 <1 <1 <1 <1 4.9
<5 <5 <5 <5 <20
1)
C.S.O. Bunnik Uiterwijk Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 4 van 8
Analyserapport Burgemeester Andreae Fockemalaan 15 te Utrecht 13M1004 11854081
- 1
Orderdatum 09-01-2013 Startdatum 09-01-2013 Rapportagedatum 11-01-2013
Monster beschrijvingen
001
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
002
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
003
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
004
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
005
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Voetnoten 1
De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
C.S.O. Bunnik Uiterwijk Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 5 van 8
Analyserapport Burgemeester Andreae Fockemalaan 15 te Utrecht 13M1004 11854081
- 1
Orderdatum 09-01-2013 Startdatum 09-01-2013 Rapportagedatum 11-01-2013
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies) totaal olie C10 - C40 organische stof (gloeiverlies) lutum (bodem) barium
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
cadmium kobalt koper kwik
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
lood
Grond (AS3000)
molybdeen nikkel zink naftaleen fenantreen antraceen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(k)fluoranteen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen indeno(1,2,3-cd)pyreen pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) (0.7 factor)
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Grond: gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465, Grond (AS3000): conform AS3010-2 Conform AS3000, NEN 5709 Idem Conform AS3010-3, gelijkwaardig aan NEN 5754. Conform prestatieblad 3010-7 Gelijkwaardig aan NEN-EN-ISO 16703 Grond/Puin: gelijkwaardig aan NEN 5754. Grond (AS3000): conform AS3010 Conform AS3010-4 Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform ISO 22036). Idem Idem Idem Conform AS 3010-5 en conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN-ISO 16772) Conform AS3010-5, conform NEN 6950 (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform NEN 6966) eigen methode (ontsluiting conform NEN 6961, meting conform ISO 22036). Idem Idem Idem Conform AS3010-6 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Conform AS3010-8 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 002 003 004 004 004 004
Y2796880 Y2796873 Y2797162 Y2796868 Y2797152 Y2797153 Y2797158
08-01-2013 08-01-2013 08-01-2013 08-01-2013 08-01-2013 08-01-2013 08-01-2013
08-01-2013 08-01-2013 08-01-2013 08-01-2013 08-01-2013 08-01-2013 08-01-2013
ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
C.S.O. Bunnik Uiterwijk Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 6 van 8
Analyserapport Burgemeester Andreae Fockemalaan 15 te Utrecht 13M1004 11854081
- 1
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
004 005 005
Y2797161 Y2797164 Y2797189
08-01-2013 08-01-2013 08-01-2013
08-01-2013 08-01-2013 08-01-2013
ALC201 ALC201 ALC201
Orderdatum 09-01-2013 Startdatum 09-01-2013 Rapportagedatum 11-01-2013
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
C.S.O. Bunnik Uiterwijk Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 7 van 8
Analyserapport Burgemeester Andreae Fockemalaan 15 te Utrecht 13M1004 11854081
- 1
Monsternummer:
001
Monster beschrijvingen
01-301 (100-150)
Orderdatum 09-01-2013 Startdatum 09-01-2013 Rapportagedatum 11-01-2013
Karakterisering naar alkaantraject benzine
C9-C14
kerosine en petroleum diesel en gasolie motorolie
C10-C16 C10-C28 C20-C36
stookolie
C10-C36
De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
C.S.O. Bunnik Uiterwijk Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 8 van 8
Analyserapport Burgemeester Andreae Fockemalaan 15 te Utrecht 13M1004 11854081
- 1
Monsternummer:
002
Monster beschrijvingen
03-303 (110-150)
Orderdatum 09-01-2013 Startdatum 09-01-2013 Rapportagedatum 11-01-2013
Karakterisering naar alkaantraject benzine
C9-C14
kerosine en petroleum diesel en gasolie motorolie
C10-C16 C10-C28 C20-C36
stookolie
C10-C36
De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Bijlage 6:
Analysecertificaten grondwater
13M1004 21 januari 2013 Concept
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
C.S.O. Bunnik Uiterwijk Postbus 2 3980 CA BUNNIK
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer Rapport verificatie nummer
Blad 1 van 6
: Burg.Fockema Andreaelaan 15 te Utrecht : 13M1004 : 11856401, versie nummer: 1 : LDY6JHYE
Rotterdam, 18-01-2013
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 13M1004. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 6 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
R. van Duin Laboratory Manager
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
C.S.O. Bunnik Uiterwijk Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 2 van 6
Analyserapport Burg.Fockema Andreaelaan 15 te Utrecht
Orderdatum 17-01-2013 Startdatum 17-01-2013 Rapportagedatum 18-01-2013
13M1004 11856401
- 1
Analyse
Eenheid
Q
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S S S S S S S S S
<45 <0.8 <5 <15 <0.05 <15 <3.6 <15 <60
160 <0.8 <5 <15 <0.05 <15 <3.6 <15 <60
200 <0.8 8.1 <15 <0.05 <15 3.9 <15 <60
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) styreen naftaleen
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S S S S S S S S
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 <0.2 <0.05
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 <0.2 <0.05
<0.2 <0.2 <0.2 <0.1 <0.2 0.21 <0.2 <0.05
<0.6 <0.6 <0.1 1.2 <0.1 1.3
<0.6 <0.6 <0.1 <0.1 <0.1 0.14
<0.6 <0.6 <0.1 <0.1 <0.1 0.14
<0.2 <0.25 <0.25 <0.25 0.53
<0.2 <0.25 <0.25 <0.25 0.53
<0.2 <0.25 <0.25 <0.25 0.53
<0.1 <0.1 <0.1 <0.1 0.89
<0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.6
<0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.6
GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-dichloorethaan µg/l S 1,2-dichloorethaan µg/l S 1,1-dichlooretheen µg/l S cis-1,2-dichlooretheen µg/l S trans-1,2-dichlooretheen µg/l S som (cis,trans) 1,2µg/l dichloorethenen (0.7 factor) dichloormethaan µg/l S 1,1-dichloorpropaan µg/l S 1,2-dichloorpropaan µg/l S 1,3-dichloorpropaan µg/l S som dichloorpropanen (0.7 µg/l S factor) tetrachlooretheen µg/l S tetrachloormethaan µg/l S 1,1,1-trichloorethaan µg/l S 1,1,2-trichloorethaan µg/l S trichlooretheen µg/l S
001
002
003
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
1-1-1 01 (200-300)
002 003
10-1-1 10 (250-350) 3-1-1 03 (210-310)
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
C.S.O. Bunnik Uiterwijk Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 3 van 6
Analyserapport Burg.Fockema Andreaelaan 15 te Utrecht
Orderdatum 17-01-2013 Startdatum 17-01-2013 Rapportagedatum 18-01-2013
13M1004 11856401
- 1
Analyse
Eenheid
Q
001
002
003
chloroform vinylchloride tribroommethaan
µg/l µg/l µg/l
S S S
<0.6 0.27 <0.2
<0.6 <0.1 <0.2
<0.6 <0.1 <0.2
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S
<25 <25 <25 <25 <100
<25 <25 <25 <25 <100
<25 <25 <25 <25 <100
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
1-1-1 01 (200-300)
002 003
10-1-1 10 (250-350) 3-1-1 03 (210-310)
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
C.S.O. Bunnik Uiterwijk Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 4 van 6
Analyserapport Burg.Fockema Andreaelaan 15 te Utrecht 13M1004 11856401
- 1
Orderdatum 17-01-2013 Startdatum 17-01-2013 Rapportagedatum 18-01-2013
Monster beschrijvingen
001
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
002
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
003
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk.
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
C.S.O. Bunnik Uiterwijk Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 5 van 6
Analyserapport Burg.Fockema Andreaelaan 15 te Utrecht
Orderdatum 17-01-2013 Startdatum 17-01-2013 Rapportagedatum 18-01-2013
13M1004 11856401
- 1
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
barium
Grondwater (AS3000)
cadmium kobalt koper kwik lood
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
molybdeen nikkel zink benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen (0.7 factor) styreen naftaleen 1,1-dichloorethaan 1,2-dichloorethaan 1,1-dichlooretheen cis-1,2-dichlooretheen trans-1,2-dichlooretheen som (cis,trans) 1,2dichloorethenen (0.7 factor) dichloormethaan 1,1-dichloorpropaan 1,2-dichloorpropaan 1,3-dichloorpropaan som dichloorpropanen (0.7 factor) tetrachlooretheen tetrachloormethaan 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen chloroform vinylchloride tribroommethaan totaal olie C10 - C40
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885) Idem Idem Idem Conform AS3110-3 en conform NEN-EN-ISO 17852 Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885) Idem Idem Idem Conform AS3130-1 Idem Idem Idem Idem Conform AS3130-1 Conform AS3130-1 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Conform AS3110-5
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 001 001 002 002 002 003 003
B1190997 G8410445 G8410447 B1191000 G8410429 G8410432 B1191001 G8410436
17-01-2013 17-01-2013 17-01-2013 17-01-2013 17-01-2013 17-01-2013 17-01-2013 17-01-2013
17-01-2013 17-01-2013 17-01-2013 17-01-2013 17-01-2013 17-01-2013 17-01-2013 17-01-2013
ALC204 ALC236 ALC236 ALC204 ALC236 ALC236 ALC204 ALC236
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
C.S.O. Bunnik Uiterwijk Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 6 van 6
Analyserapport Burg.Fockema Andreaelaan 15 te Utrecht
Orderdatum 17-01-2013 Startdatum 17-01-2013 Rapportagedatum 18-01-2013
13M1004 11856401
- 1
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
003
G8410441
17-01-2013
17-01-2013
ALC236
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Bijlage 7:
Wettelijke toetsingskader
Door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is voor een groot aantal mogelijk verontreinigende stoffen een lijst met richtwaarden vastgesteld als toetsingskader voor de beoordeling van de kwaliteit van grond en grondwater. In de Circulaire bodemsanering 2009, zoals gewijzigd op 3 april 2012 (Staatscourant 2012, 6563), zijn voor grond interventiewaarden en voor grondwater streef- en interventiewaarden vastgesteld. De streefwaarden voor grond zijn vervangen door de achtergrondwaarden, zoals opgenomen in bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant 2007, 247). De analyseresultaten van het onderhavig onderzoek zijn getoetst aan de bovengenoemde normen, te weten: Achtergrondwaarde grond: het gehalte dat is vastgesteld op basis van het gemeten gehalte van die stof zoals die voorkomt in de bodem van natuur- en landbouwgronden in Nederland, die niet zijn belast door lokale verontreinigingsbronnen; Streefwaarde grondwater: het gehalte waarbij sprake is van duurzame bodemkwaliteit. Deze referentiewaarde wordt gegeven voor de milieukwaliteit op de lange termijn, uitgaande van Verwaarloosbare Risico’s voor het ecosysteem; Interventiewaarde grond / grondwater: het gehalte waarbij sprake is van ernstige of dreigende ernstige vermindering van de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier. Tussenwaarde (nader bodemonderzoek): gemiddelde waarde van de achtergrond- of streefwaarde en de interventiewaarde, waarbij mogelijk sprake is van ernstige of dreigende ernstige vermindering van de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier. Bij de bespreking van de analyseresultaten worden de volgende begrippen gehanteerd: • Niet verontreinigd: concentratie is kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde of streefwaarde; • Licht verontreinigd: concentratie is kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde en groter dan de achtergrondwaarde of streefwaarde; • Matig verontreinigd: concentratie is kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde en groter dan de tussenwaarde; • Sterk verontreinigd: concentratie is groter dan de interventiewaarde. De achtergrondwaarden en interventiewaarden voor grond worden berekend op basis van het humus- en lutumgehalte. Achtergrondinformatie berekeningen De achtergrondwaarden en de interventiewaarden voor grondmonsters worden berekend op basis van het humus (organische stof) en lutum- (fractie minerale bodemdeeltjes < 2 µm) gehalte, vanwege de adsorptieve eigenschappen van deze parameters. De relaties zijn vastgelegd in zogenaamde bodemtype-correctiefactoren. Voor organische stoffen (zoals minerale olie en polycyclische aromatische koolwaterstoffen - PAK) is alleen het organische stofgehalte van belang. Berekeningen interventiewaarden grond: Voor organische parameters: I(b) = I(s) * Voor anorganische parameters:
I(b) = I(s) *
% organische stof 10 A + (B% lutum) + C% organische stof A + (B25) + (C10)
13M1004 21 januari 2013 Concept
waarbij: I(b) = berekende interventiewaarde I(s) = interventiewaarde standaardbodem (25% lutum en 10% organische stof) Voor toepassing van de bodemtypecorrectie bij achtergrondwaarden wordt in bovenstaande formules interventiewaarde -I(b) en I(s)- vervangen door streefwaarde -AW(b) en AW(s)-. Indien sprake is van een achtergrondwaarde voor een individuele stof die onder de bepalingsgrens ligt, is sprake van een overschrijding van de achtergrondwaarde indien de bepalingsgrens wordt overschreden. Dit komt bijvoorbeeld geregeld voor bij de parameter minerale olie (GC). De A, B en C-waarden zijn stofafhankelijke constanten en zijn weergegeven in onderstaande tabel: Stofnaam Barium
A 30
B
C
5
0
Cadmium
0,4
0,007
0,021
Kobalt
2
0,28
0
Koper
15
0,6
0,6
0,0034
0,0017
50
1
1
Nikkel
10
1
0
Zink
50
3
1,5
Kwik Lood
0,2
Molybdeen
PAK Voor de interventiewaarde PAK wordt geen bodemtypecorrectie toegepast voor bodems met een organisch stofgehalte tot 10% en bodems met een organisch stofgehalte boven de 30%. Voor bodems met een organisch stofgehalte tot 10% wordt een interventiewaarde van 40 mg/kg ds en voor bodems met een organisch stofgehalte vanaf 30% een interventiewaarde van 120 mg/kg ds. Tussen de 10% en 30% organische stof gehalte kan gebruik worden gemaakt van de volgende bodemcorrectieformule: I(b) = 40 *
% organische stof 10
waarbij: I(b) = berekende interventiewaarde
13M1004 21 januari 2013 Concept
Grond In onderstaande tabellen zijn de berekende achtergrond- en interventiewaarden weergegeven. Tabel 1: Voor humus en lutum gecorrigeerde normen voor grond volgens de Circulaire bodemsanering 2009 en Regeling bodemkwaliteit (in mg/kg d..s.)
Toetsingswaarden1)
AW
1/2(AW+I)
0.37
4.2
I
AS3000 eis
METALEN barium cadmium
380
78
8.1
0.37
kobalt
6.5
44
82
6.5
koper
23
65
107
23
kwik
0.11
14
27
0.11
lood
35
201
367
35
molybdeen
1.5
96
190
1.5
nikkel
17
32
48
17
zink
73
225
377
73
1.5
21
40
1.0
4.0
102
200
9.8
38
519
1000
38
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor)
POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds)
MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40
1)
AW 1/2(AW+I) I AS3000
achtergrondwaarde gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde interventiewaarde laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek; grondprotocollen 3010 t/m 3090 versie 4,25 juni 2008.
De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. De genoemde toetsings waarden zijn van toepassing op het volgende bodem type: 1: lutum 6.8%; humus 2%
13M1004 21 januari 2013 Concept
AW
1/2(AW+I)
389
80
cadmium
0.38
4.3
8.1
0.38
kobalt
6.6
45
84
6.6
koper
23
65
108
23
kwik
0.11
14
27
0.11 35
Toetsingswaarden1)
I
AS3000 eis
METALEN barium
lood
35
202
369
molybdeen
1.5
96
190
1.5
nikkel
17
33
49
17
zink
74
228
382
74
1.5
21
40
1.0
4.0
102
200
9.8
38
519
1000
38
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor)
POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds)
MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40
1)
AW 1/2(AW+I) I AS3000
achtergrondwaarde gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde interventiewaarde laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek; grondprotocollen 3010 t/m 3090 versie 4,25 juni 2008.
De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. De genoemde toetsings waarden zijn van toepassing op het volgende bodem type: 2: lutum 7.1%; humus 0.5%
13M1004 21 januari 2013 Concept
AW
1/2(AW+I)
237
49
cadmium
0.35
4.0
7.6
0.35
kobalt
4.3
29
54
4.3
koper
19
56
92
19
kwik
0.10
13
25
0.10 32
Toetsingswaarden1)
I
AS3000 eis
METALEN barium
lood
32
184
337
molybdeen
1.5
96
190
1.5
nikkel
12
23
34
12
zink
59
181
303
59
1.5
21
40
1.0
4.0
102
200
9.8
38
519
1000
38
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor)
POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds)
MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40
1)
AW 1/2(AW+I) I AS3000
achtergrondwaarde gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde interventiewaarde laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek; grondprotocollen 3010 t/m 3090 versie 4,25 juni 2008.
De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. De genoemde toetsings waarden zijn van toepassing op het volgende bodem type: 3: lutum 1%; humus 0.7%
13M1004 21 januari 2013 Concept
AW
1/2(AW+I)
395
82
cadmium
0.38
4.3
8.2
0.38
kobalt
6.7
46
85
6.7
koper
23
66
109
23
kwik
0.11
14
27
0.11 35
Toetsingswaarden1)
I
AS3000 eis
METALEN barium
lood
35
202
370
molybdeen
1.5
96
190
1.5
nikkel
17
33
49
17
zink
75
230
385
75
1.5
21
40
1.0
4.0
102
200
9.8
38
519
1000
38
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor)
POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) som PCB (7) (0.7 factor)(µg/kgds)
MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40
1)
AW 1/2(AW+I) I AS3000
achtergrondwaarde gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde interventiewaarde laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek; grondprotocollen 3010 t/m 3090 versie 4,25 juni 2008.
De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. De genoemde toetsings waarden zijn van toepassing op het volgende bodem type: 4: lutum 7.3%; humus 1.9%
13M1004 21 januari 2013 Concept
Toetsingswaarden1)
AW
1/2(AW+I)
I
AS3000 eis
38
519
1000
38
MINERALE OLIE totaal olie C10 - C40
1)
AW 1/2(AW+I) I AS3000
achtergrondwaarde gemiddelde van de achtergrond- en interventiewaarde interventiewaarde laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek; grondprotocollen 3010 t/m 3090 versie 4,25 juni 2008.
De achtergrond- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. De genoemde toetsings waarden zijn van toepassing op het volgende bodem type: 5: lutum 25%; humus 0.5%
Grondwater Ten aanzien van de zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, molybdeen, nikkel, lood, zink en kwik) wordt onderscheid gemaakt tussen de streefwaarden voor diep en ondiep grondwater. Als grens tussen diep en ondiep grondwater wordt (een arbitraire grens van) 10 meter beneden maaiveld aangehouden. Voor zowel het ondiepe grondwater (<10 m) als het diepe grondwater (>10 m) zijn streef- en interventiewaarden opgenomen in de Circulaire bodemsanering 2009. In het kader van een verkennend onderzoek wordt vooralsnog alleen onderzoek verricht in het ondiepe grondwater (< 5,0 meter beneden het maaiveld). In onderstaande tabel zijn de toetsingswaarden voor grondwater weergegeven.
13M1004 21 januari 2013 Concept
Tabel 2:
Grondwaternormen uit de Circulaire bodemsanering 2009 in µg/l S T I S-diep
Antimoon
-
-
20
0,15
Arseen (As)
10
35
60
7,2
Barium (Ba)
50
Cadmium (Cd)
0,4
Chroom (Cr)
1
Kobalt (Co)
20
Koper (Cu)
15
Kwik (Hg) Lood (Pb)
0,05
625 3,2 16 45 0,18
200
6
0,06
30
2,5
100
0,7
75
1,3
0,3
0,01
15
45
75
1,7
5
35
300
3,6
Nikkel (Ni)
15
45
75
2,1
Zink (Zn)
65
433
800
Molybdeen (Mb)
Benzeen
0,20
15
30
Ethylbenzeen
4,0
77
150
Naftaleen (GC)
0,010
35
70
Tolueen
7,0
504
1000
Xylenen (som)
0,20
35
70
1,1,1-Trichloorethaan
0,010
150
300
1,1,2-Trichloorethaan
0,010
65
130
1,2-Dichloorethaan
7,0
204
400
Dichloorbenzenen (som)
3,0
27
50
Monochloorbenzeen
7,0
94
180
Tetrachlooretheen (Per)
0,010
20
40
Tetrachloormethaan (Tetra)
0,010
Trichlooretheen (Tri)
5,0
10,0
24,0
262
500
Trichloormethaan (Chloroform)
6,0
203
400
cis-1,2-Dichlooretheen
0,010
Minerale olie (totaal)
50
10,0 325
24
20 600
13M1004 21 januari 2013 Concept
Asbest De restconcentratienorm voor de toepassing en het hergebruik van alle asbestbevattende materialen is in de Circulaire bodemsanering vastgesteld op 100 mg/kg gewogen (serpentijnasbestconcentratie vermeerderd met 10 maal de amfiboolasbestconcentratie). Ernst en spoed Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging indien in meer dan 25 m3 bodemvolume in het geval van grond- of sedimentverontreiniging, of in meer dan 100 m3 bodemvolume in het geval van grondwaterverontreiniging, de gemiddelde concentratie de interventiewaarde overschrijdt. Bij asbestverontreinigingen is het volumecriterium niet van belang, volgens de Circulaire bodemsanering; indien de restconcentratienorm voor asbest van 100 mg/kg gewogen wordt overschreden in de bodem, is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. De spoedeisendheid van de sanering is onder andere afhankelijk van de actuele risico's van de ernstige verontreiniging voor de volksgezondheid, het ecosysteem en verspreiding via het grondwater. Indien geen sprake is van actuele risico's, dan hebben saneringsmaatregelen geen spoed. Zorgplicht Voor bodemverontreinigingen welke zijn ontstaan na 1 januari 1987 geldt het zorgplichtartikel (artikel 13 Wet bodembescherming). Hierin wordt bepaald dat een ieder verplicht is alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem/haar kunnen worden gevergd om aantasting van de bodem te voorkomen, danwel de bodem te saneren en de gevolgen van verontreiniging te beperken of zo veel mogelijk ongedaan te maken. De saneringsnoodzaak bij zorgplichtsaneringen is in principe onafhankelijk van de ernst van de verontreiniging of de spoedeisendheid.
13M1004 21 januari 2013 Concept
Bijlage 8:
Grondverzet, sloop en asbest
Grondverzet Grond kan om diverse redenen vrijkomen op een locatie. Voordat grond (elders) kan worden toegepast dan wel kan worden hergebruikt, dient duidelijk te zijn of het gaat om: • schone grond (vrij toepasbaar); • licht en matig verontreinigde hergebruiksgrond (kan op locatie en/of buiten de locatie worden toegepast als bodem of worden toegepast in een werk); • sterk verontreinigde grond met immobiele verontreiniging (kan onder speciale voorwaarden worden herschikt binnen het terrein); • niet toepasbare grond (dient te worden gereinigd of gestort door een hiertoe erkend bedrijf). Onderhavig bodemonderzoek is steekproefsgewijs uitgevoerd en geeft een indicatie van de kwaliteit van de grond. Voor toepassing van schone of hergebruiksgrond kan door het bevoegd gezag een partijkeuring worden vereist. Of dit nodig is kan per gemeente en per gebied verschillen. Indien gewenst kan CSO Adviesbureau aanvullend advies gegeven over hergebruik van eventueel vrijkomende grond en zonodig een partijkeuring uitvoeren. Indien sprake is van overschrijding van de interventiewaarde is voor grondverzet veelal ook een saneringsplan noodzakelijk. CSO Adviesbureau kan desgewenst aanvullend aan dit onderzoek een saneringsplan voor u opstellen en afstemmen met het bevoegde gezag. Sloop en Asbest Voor het verkrijgen van een sloopvergunning is het uitvoeren van een asbestinventarisatie verplicht. Tijdens een dergelijke inventarisatie wordt het gebouw geïnspecteerd op de aanwezigheid van asbest. Aanwezige asbest kan bij sloop vrijkomen in de vorm van schadelijke vezels en zo een risico vormen voor de slopers of de omgeving. Tijdens de inventarisatie worden de risico’s in kaart gebracht. Een asbestinventarisatie dient te worden uitgevoerd conform de SC 540. Een dergelijke inventarisatie kan CSO Adviesbureau voor u uitvoeren. Desgewenst kunnen wij tevens sloopbestekken voor u opstellen en de sloop voor u begeleiden.
13M1004 21 januari 2013 Concept
Bijlage 9:
Lijst van gebruikte afkortingen en begrippen
Algemeen Bodem: Drie-dimensionaal lichaam dat een deel van het bovenste gedeelte van de aardkorst beslaat en eigenschappen heeft die verschillen van het onderliggende gesteente als gevolg van interacties tussen klimaat, levende organismen (met inbegrip van menselijke activiteit), moedermateriaal en reliëf. Bodemverontreiniging: Het totale bodemvolume waarvan de concentraties van één of meer stoffen boven de streefwaarde (WBB) of lokale achtergrondwaarde liggen. Vooronderzoek: Het verzamelen van beschikbare gegevens over bodemgesteldheid, geohydrologische situatie alsmede het vroeger, huidig en toekomstig gebruik van de locatie en de directe omgeving. Verkennend bodemonderzoek: Een bodemonderzoek dat ten doel heeft met een relatief geringe onderzoeksinspanning vast te stellen of op een bepaalde locatie bodemverontreiniging aanwezig is. Nader bodemonderzoek: Onderzoek in het kader van de saneringsparagraaf van de Wet bodembescherming met als doel het vaststellen van de aard en concentraties van de verontreinigende stoffen en de omvang van de bodemverontreiniging om, in het licht van de (potentiële) mogelijkheden van blootstelling en verspreiding, te bepalen of er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging en om urgentie van de sanering vast te stellen. Bodemsanering: Technische maatregelen die tot doel hebben bodemverontreiniging te verwijderen, te isoleren of te beheersen. m-mv: meter beneden het maaiveld
Geohydrologie Geohydrologie: Samenhang tussen de bodem van een gebied en het gedrag (bijv. stroming) van het grondwater. Afzetting: In bepaald geologisch tijdperk ontstaan bodemmateriaal, dat door wind of water is afgezet. Deklaag: Slecht doorlatende bovenste bodemlaag. Eerste watervoerende pakket: Minst diep gelegen goed waterdoorlatende bodemlaag. Infiltratie: Het binnentreden van water in de bodem door het grondoppervlak. Inzijging: Neerwaarts gerichte grondwaterstroming. Kwel: Opwaarts gerichte grondwaterstroming.
13M1004 21 januari 2013 Concept
Bodemkunde Achtergrondgehalte: Gemiddeld gehalte aan een bepaalde verontreinigde stof, zoals dat algemeen in de omgeving van de locatie wordt aangetroffen. Locatiespecifieke omstandigheden: Terreinsituatie, bodemopbouw, terreingebruik e.d., die bepalend zijn voor de risico's, die een verontreiniging kan opleveren. Lutumgehalte: Gehalte aan klei in de bodem. Humusgehalte: Gehalte aan organisch stof in de bodem. Vergraven laag: Bodemlaag, die door (menselijke) activiteiten verstoord is en daardoor niet meer de oorspronkelijke gelaagdheid vertoont. Verontreinigingskenmerken: Kenmerken in de bodem, zoals afwijkende geuren en kleuren, die mogelijk duiden op de aanwezigheid van verontreinigde stoffen.
Laboratoriumonderzoek Mengmonster: Grondmonster dat is samengesteld uit meerdere monsters van verschillende locaties bestemd voor chemische analyse. Chromatogram: Grafiek, die het resultaat is van een bepaalde analysemethode in het laboratorium en waarmee de aard en de concentratie van de te onderzoeken stoffen kunnen worden bepaald. Detectiegrens: Laagst meetbare gehalte/concentratie met een bepaalde analysemethode. GC/MS: Gas-chromatografie met Massa-Spectrometrie, methode om in het laboratorium aard en gehalte aan vooraf onbekende stoffen te bepalen. pH: Zuurgraad, hoe lager de pH, hoe zuurder. EC: Elektrisch geleidingsvermogen
Stoffen Aromaten: Benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen zijn stoffen die behoren tot de chemische familie van de aromaten. Ze worden gewonnen uit steenkoolteer en aardolie en gebruikt als oplosmiddel voor verf, rubber, was en oliën. Ook worden aromaten toegevoegd aan brandstoffen, zoals benzine, ter verhoging van het octaangehalte. Aromaten zijn vluchtig en lossen goed op in het grondwater. Ze worden in het algemeen relatief snel met het grondwater verspreid. Aromaten zijn biologisch redelijk afbreekbaar. Benzeen is kankerverwekkend en wordt als zeer giftig beschouwd. De overige aromaten zijn minder giftig.
13M1004 21 januari 2013 Concept
PCB’s: PCB’s zijn een uitgebreide familie van polychloorbifenylen. PCB’s zijn doorgaans wit kristallijne stoffen met een lage dampspanning en slechte oplosbaarheid in water. De stoffen lossen goed op in olie. De stoffen zijn biologisch slecht afbreekbaar en hopen op in vetweefsel. Sinds 1985 is de productie van deze stoffen verboden. Door de slechte brandbaarheid zijn deze stoffen gebruikt in de industrie als bijmenging in smeermiddel en koelvloeistoffen in transformatoren en isolatoren. Ook zijn PCB’s in het verleden gebruikt in verven en lakken. De stoffen zijn carcinogeen en kunnen o.a. leverschade veroorzaken. De giftigheid verschilt per verbinding. Halogeenkoolwaterstoffen: Halogeenkoolwaterstoffen zijn vluchtige organische verbindingen waarin één of meer chloor- of broomatomen voorkomen. Zij worden veel gebruikt als ontvettingsmiddel voor metalen, als verfafbijtmiddel, als chemisch reinigingsmiddel ('dry-cleaning'), als brandblusmiddel of als oplosmiddel voor verf, lak of lijm. Halogeenkoolwaterstoffen zijn zeer vluchtig en goed oplosbaar in grondwater. Omdat deze stoffen zwaarder zijn dan water kunnen ze tot zeer diep in de bodem doordringen. Halogeenkoolwaterstoffen zijn biologisch afbreekbaar. Halogenen zijn giftig. Acute effecten zijn geïrriteerde slijmvliezen en een narcotisch effect. Bij langdurige blootstelling kan schade aan het (centrale) zenuwstelsel optreden. Minerale olie: Minerale olie bestaat uit een mengsel van koolwaterstofketens met een lengte van 10 (C-10) tot 40 (C40) koolstofatomen en wordt gewonnen uit aardolievelden. Onder minerale olie worden verstaan: brandstoffen (diesel, benzine, huisbrandolie, stookolie), smeerolie, motorolie, snij-en walsolie, oplosmiddelen (terpentine, thinner) en teerolie. Aan het voorkomen en de verdeling van de ketenlengtes kan men zien om wat voor olie het gaat. Lichte oliesoorten als thinner en benzine zijn zeer vluchtig, relatief goed oplosbaar en vrij mobiel in de bodem. Zware oliesoorten zijn minder vluchtig en veel minder mobiel in de bodem. Minerale olie is redelijk goed biologisch afbreekbaar. Minerale olie is in vergelijking tot de overige hier genoemde stoffen weinig giftig, maar kan wel stankoverlast en hoofdpijnklachten veroorzaken. PAK's: PAK staat voor Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen; voorbeelden zijn naftaleen en benzo(a)pyreen. PAK's zijn roetachtige stoffen, die ontstaan bij de onvolledige verbranding van koolwaterstoffen, bijvoorbeeld bij de productie van cokes of steenkoolgas. PAK's worden toegepast bij de productie van rubber, verf, kunststoffen, lakken, minerale oliën en teer- en asfaltproducten. In de uitlaatgassen van motoren komen PAK als roetdeeltjes voor. In verkeersrijke gebieden worden daarom vaak relatief hoge achtergrondgehalten in de bodem aangetroffen. PAK's zijn niet vluchtig, vrijwel onoplosbaar in grondwater en zeer slecht biologisch afbreekbaar. Ze worden niet tot nauwelijks met grondwater verspreid. Sommige PAK's, waaronder benzo(a)pyreen, zijn kankerverwekkend en giftig en komen daarom op de zwarte lijst voor. Zware metalen: Zware metalen zijn metalen met een soortelijk gewicht groter dan 5.000 kg/m3. Voorbeelden zijn barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink. Zware metalen komen in Nederland van nature in de bodem voor in gehalten van 0,1 tot maximaal ongeveer 100 mg/kg (achtergrondwaarden). Ze worden gebruikt in de metaalindustrie, in de galvanische industrie, in de chemische industrie als katalysator en pigment en in de elektronische industrie. Lood is tot voor kort als anti-klopmiddel aan benzine toegevoegd. In verkeersrijke gebieden worden daarom relatief hoge achtergrondgehalten lood in de grond aangetroffen. Zware metalen zijn niet vluchtig en slecht oplosbaar. Ze worden sterk gebonden aan klei- en humusdeeltjes in de grond en worden relatief langzaam getransporteerd met het grondwater. Zware metalen zijn niet biologisch afbreekbaar. De giftigheid van zware metalen loopt uiteen. Cadmium en kwik zijn vanwege hun giftigheid op de zwarte lijst geplaatst. Metalen als kobalt, koper, molybdeen en zink vervullen een belangrijke rol bij de stofwisseling in het menselijk lichaam en zijn pas giftig bij relatief hoge doses. Meestal gaat het bij de giftigheid ook om de combinatie van diverse stoffen. Bariumzouten kunnen giftig zijn. Dit hangt echter samen met de oplosbaarheid van dit zout.
13M1004 21 januari 2013 Concept
Bijlage 10:
Voorgaand bodemonderzoek en verslag verwijderen tanks
13M1004 21 januari 2013 Concept
Verkennend bodemonderzoek KPN locaties Burgemeester Fockema Andrealaan 15 te Utrecht objectcode: 02200
Definitief
KPN Vastgoed & Facilities Postbus 30000 2500 GA DEN HAAG
Grontmij Nederland bv Houten, 5 maart 2007
13/99075760/NG, revisie D1
Inhoudsopgave
Executive summary ....................................................................................................................... 5 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding........................................................................................................................ 6 Algemeen...................................................................................................................... 6 Aanleiding en doelstelling ............................................................................................ 6 Kwaliteitsborging ......................................................................................................... 6 Opbouw van het rapport ............................................................................................... 6
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
Vooronderzoek en onderzoeksstrategie ........................................................................ 7 Algemeen...................................................................................................................... 7 Geraadpleegde bronnen ................................................................................................ 7 Resultaten informatie huidig en voormalig gebruik ..................................................... 7 Vergunningen ............................................................................................................... 7 Ondergrondse/bovengrondse tanks............................................................................... 7 Overzicht uitgevoerde bodemonderzoeken................................................................... 8 Resultaten uitgevoerde bodemonderzoeken ................................................................. 8 Bodemopbouw en geohydrologie ................................................................................. 9 Opstelling onderzoekshypothese en onderzoeksstrategie ............................................. 9
3 3.1
Onderzoeksstrategie.................................................................................................... 10 Veldonderzoek ............................................................................................................ 10
4 4.1 4.2 4.3
Resultaten veldonderzoek ........................................................................................... 12 Zintuiglijke waarnemingen ......................................................................................... 12 Monsterselectie ........................................................................................................... 12 Laboratoriumonderzoek.............................................................................................. 12
5 5.1 5.2 5.3
Resultaten laboratoriumonderzoek ............................................................................. 13 Algemeen.................................................................................................................... 13 Grond .......................................................................................................................... 13 Grondwater ................................................................................................................. 13
6 6.1 6.2 6.3
Evaluatie ..................................................................................................................... 15 Algemeen.................................................................................................................... 15 Milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ................................................................ 15 Conclusies en aanbevelingen ...................................................................................... 15
13/99075760/NG, revisie D1 Pagina 3 van 15
Bijlage 1: Topografische ligging Bijlage 2: Overzicht locatie met boringen en peilbuizen Bijlage 3: Boorprofielen en verklaringsblad Bijlage 4: Zintuiglijke waarnemingen en monsterselectie Bijlage 5: Analysecertificaten Alcontrol Laboratories Bijlage 6: Toetsingskader bodemkwaliteit Bijlage 7: Verklaring toetsingskader Bijlage 8: Kwaliteitsborging Grontmij
13/99075760/NG, revisie D1 Pagina 4 van 15
Executive summary
Grontmij Nederland BV was instructed by KPN to carry out a soil investigation for the site Burgemeester Fockema Andreaelaan 15 in Utrecht, the Netherlands (objectno. 02200). As part of the soil investigation, a background research of the site in relation to potential soil contamination was carried out. According to previous soil investigations in 1995 and 2004, carried out near the underground storage tanks on the site, no contamination with hydrocarbons and volatile aromatic hydrocarbons (VAH) was identified. According to a previous soil investigation in 2000, elevated background values of heavy metals and polycyclic aromatic hydrocarbons (PAH), in the soil are present, due to the historical use of the area. Levels of these contaminations are below the Dutch intervention value. During the subject soil research, the soil quality of the entire site was investigated. These results indicate that the ground is contaminated with polycyclic aromatic hydrocarbons (PAH). Levels are above the Dutch target value. No asbestos suspected material was sensory observed. The groundwater is contaminated above the Dutch average value for hydrocarbons and above the Dutch target value for arsenic and cis-1,2 dichloorethene. The results of this research are in line with the previous soil investigations in the period 1995 till 2004. The identified contaminations are a result of historical use of the site and its surroundings. No further intrusive investigations are considered necessary for continued current site use. The environmental quality of the soil as established during the soil research represents no limitation for the development of the site.
13/99075760/NG, revisie D1 Pagina 5 van 15
1
Inleiding
1.1
Algemeen
In opdracht van KPN heeft Grontmij Nederland bv een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de KPN locatie aan de Burgemeester Fockema Andreaelaan 15 te Utrecht. De ligging van de onderzoekslocatie is aangegeven in bijlage 1. Een overzicht van de locatie is weergegeven in bijlage 2. 1.2
Aanleiding en doelstelling
Aanleiding tot het laten uitvoeren van het bodemonderzoek is de mogelijke herontwikkeling dan wel voorgenomen verkoop van de locatie. Doel van het onderzoek is het vaststellen van de milieuhygiënische bodemkwaliteit ter plaatse van de onderzoekslocatie. Het onderzoek is niet bedoeld om de exacte aard en omvang van eventuele verontreinigingen aan te geven. 1.3
Kwaliteitsborging
Grontmij wil met haar producten en diensten zo goed mogelijk aan de behoeften, doelstellingen en eisen van haar opdrachtgevers voldoen. Voor het bewijsbaar en zichtbaar maken van de kwaliteit (kwaliteitsborging) beschikt Grontmij over een kwaliteitssysteem. Dit kwaliteitssysteem is er mede op gericht de individuele kennis, kunde en activiteiten van de medewerkers zodanig te organiseren en af te stemmen, dat de kwaliteit van de gezamenlijk tot stand gebrachte producten en diensten zo goed mogelijk beheerst en gewaarborgd worden. De kwaliteit van de door Grontmij uitgevoerde onderzoeken en gegeven adviezen wordt gewaarborgd op de wijze zoals aangegeven in bijlage 8. 1.4
Opbouw van het rapport
In het voorliggende rapport komen de volgende aspecten aan de orde: • het vooronderzoek (hoofdstuk 2); • de onderzoeksstrategie (hoofdstuk 3); • de resultaten van het veldonderzoek (hoofdstuk 4); • de resultaten van het laboratoriumonderzoek (hoofdstuk 5); • een evaluatie van de onderzoeksresultaten inclusief conclusies en aanbevelingen (hoofdstuk 6).
13/99075760/NG, revisie D1 Pagina 6 van 15
2
Vooronderzoek en onderzoeksstrategie
2.1
Algemeen
In de volgende paragrafen wordt het uitgevoerde vooronderzoek, de terreinsituatie, de onderzoekshypothese en de onderzoeksstrategie beschreven. 2.2
Geraadpleegde bronnen
Voor het vooronderzoek zijn de volgende bronnen geraadpleegd: • archief KPN; • archief gemeente Utrecht. 2.3
Resultaten informatie huidig en voormalig gebruik
De oppervlakte van de onderzoekslocatie bedraagt circa 2 ha. De onderzoekslocatie is gelegen binnen de bebouwde kom van Utrecht. De locatie ligt in een gebied met woningen en scholen. De onderzoekslocatie is in gebruik als telefooncentrale, kantoorgebouw en telecommunicatie toren. Het buitenterrein is ingericht als parkeerplaats met groenstroken. Uit luchtfoto’s blijkt dat de locatie in 1948 nog een agrarische bestemming had. 2.4
Vergunningen
In onderstaand tabel is een overzicht van de in het verleden door het bevoegd gezag afgegeven vergunningen weergegeven. Tabel 2.1 Overzicht van vergunningen Datum
Soort vergunning
Omschrijving
27-09-2002
AMvB
Besluit woon en verblijfsgebouwen
Opmerkingen
milieubeheer
2.5
Ondergrondse/bovengrondse tanks
Ter plaatse van de onderzoekslocatie zijn brandstoftanks in gebruik geweest. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de ligging van waar de tanks zich bevinden/bevonden, welke brandstof is/was opgeslagen en eventueel wat de status is van de tanks.
13/99075760/NG, revisie D1 Pagina 7 van 15
Tabel 2.2 Overzicht van brandstoftanks Soort tank
Ligging
Inhoud
Status
ondergronds
plantsoengedeelte,
15.000 l gasolie
verwijderd in 2004
ondergronds
nabij NSA ruimte plantsoengedeelte,
15.000 l gasolie
verwijderd in 2004
nabij NSA ruimte ondergronds
onbekend
3.600 l diesel
goede conditie, in ge-
ondergronds
onbekend
3.600 l diesel
goede conditie, in ge-
bovengronds
inpandig
15.000 l diesel (3x5.000 l)
geplaatst in 1999, in
bovengronds
inpandig
15.000 l diesel (3x5.000 l)
geplaatst in 1999, in
bovengronds
inpandig
15.000 l diesel (3x5.000 l)
geplaatst in 2000, in
ondergronds
plantsoengedeelte,
15.000 l diesel
geplaatst in 2004, in
ondergronds
plantsoengedeelte,
15.000 l diesel
geplaatst in 2004, in
bruik bruik gebruik gebruik gebruik nabij NSA ruimte
gebruik
nabij NSA ruimte
2.6
gebruik
Overzicht uitgevoerde bodemonderzoeken
In onderstaande tabel is een compleet overzicht van alle uitgevoerde bodemonderzoeken op de onderzoekslocatie chronologisch weergegeven. Tabel 2.3 Overzicht uitgevoerde bodemonderzoeken Nr.
Rapport
1
Verkennend Bodemonderzoek Brandstoftanks Burg. Fockema Andreaelaan 15 te Utrecht, Tauw,
2
R3419819.H01/JWZ, 10-04-1995 Verkennend Bodemonderzoek Brandstoftanks Burg. Fockema Andreaelaan 15 te Utrecht, Tauw, R3419819.H01/JWZ, 10-04-1995
3
Verkennend Bodemonderzoek Burg. Fockema Andrealaan 15 te Utrecht, Tjaden Milieu, M 00.1030/DV, 0203-2000
4
Actualiserend bodemonderzoek KPN-tanklocaties: Burgemeester Fockema Andrealaan 15 te Utrecht, GeofoxLexmond, 04.26063-09/IBO, 07-04-2004
2.7
Resultaten uitgevoerde bodemonderzoeken
Onderstaand is een beknopt overzicht van de bevindingen en de in de desbetreffende rapportage opgenomen conclusies en aanbevelingen weergegeven. Het overzicht is in chronologische volgorde weergegeven. Verkennend Bodemonderzoek Brandstoftanks Burg. Fockema Andreaelaan 15 In 1995 is door Tauw een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van twee ondergrondse brandstoftanks. Uit dit onderzoek blijkt dat in de bodem (grond en grondwater) geen verhoogde gehalten aan minerale olie en/of vluchtige aromaten zijn aangetoond. Verkennend Bodemonderzoek Brandstoftanks Burg. Fockema Andreaelaan 15 In 1995 is door Tauw een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van één ondergrondse brandstoftank. Uit dit onderzoek blijkt dat in de bodem (grond en grondwater) geen verhoogde gehalten aan minerale olie en/of vluchtige aromaten zijn aangetroffen. Verkennend Bodemonderzoek Burg. Fockema Andrealaan 15 In 2000 is door Tjaden Milieu een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat de grond matig verontreinigd is lood en PAK en licht is verontreinigd met kwik, zink en minerale olie. In het grondwater zijn lichte verontreinigingen aangetoond met tolueen, ethylbenzeen en xylenen.
13/99075760/NG, revisie D1 Pagina 8 van 15
Vooronderzoek en onderzoeksstrategie
Actualiserend bodemonderzoek KPN-tanklocaties: Burgemeester Fockema Andrealaan 15 In 2004 is door Geofox-Lexmond een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van twee ondergrondse brandstoftanks. Uit dit onderzoek blijkt dat in de bodem (grond en grondwater) geen verhoogde gehalten aan minerale olie en/of vluchtige aromaten zijn aangetoond. 2.8
Bodemopbouw en geohydrologie
In onderstaande tabel is de regionale bodemopbouw schematisch weergegeven. Tabel 2.4 Schematische regionale opbouw Diepte (m –mv)
Pakket
0-4
deklaag
4-40
1 watervoerend pakket
matig fijn fijn zand
40-60
scheidende laag
klei en fijn zand
60-90
2 watervoerend pakket
e
e
Samenstelling klei
fijn tot grof zand
De resultaten van de bodemkundige beoordeling van de boringen staan in bijlage 3 in de vorm van boorprofielen weergegeven. Op basis van deze boorprofielen is de lokale bodemopbouw in onderstaande tabel beschreven. Tabel 2.5 Lokale bodemopbouw Bodemlaag (m -mv)
Beschrijving
0,0-1,5
zwak humeus, matig fijn tot matig grof, zwak siltig zand
1,5-2,0
zwak tot matig humeuze sterk siltige, zwak zandhoudende klei
2,0-3,0
zwak humeus, matig fijn, zwak siltig zand
De grondwaterstroming is voornamelijk noordwestelijk gericht. Het grondwater bevond zich ten tijde van het veldonderzoek d.d. 7 februari 2007 op circa 1,65 m -mv. In de directe omgeving zijn geen grondwaterbeschermingsgebieden en drinkwaterwingebieden aanwezig. Het terrein is niet gelegen in een natuurbeschermingsgebied danwel in een bodembeschermingsgebied. 2.9
Opstelling onderzoekshypothese en onderzoeksstrategie
Volgens de NEN 5740 dient voorafgaand aan de uitvoering van de veld- en laboratoriumwerkzaamheden een hypothese te worden opgesteld ten aanzien van de op de locatie te verwachten bodemverontreiniging. Op basis van de resultaten van het in dit hoofdstuk beschreven vooronderzoek wordt ervan uitgegaan dat de te potentiële verontreinigingsbronnen al afdoende zijn onderzocht. Het overige terreindeel is daarom onderzocht conform de NEN 5740 strategie “onverdacht”. Opgemerkt wordt dat de gehanteerde onderzoeksstrategie (NEN 5740) niet geschikt is om de eventuele aanwezigheid van asbest in de bodem aan te tonen. Eventueel onderzoek naar asbest in de grond dient plaats te vinden conform de NEN 5707. Met betrekking tot asbest wordt de locatie op basis van het vooronderzoek als onverdacht beschouwd. Conform de NEN 5707 is derhalve geen specifiek veld- en laboratoriumonderzoek naar asbest verricht. Wel is bij het uitvoeren van de veldwerkzaamheden aandacht besteed aan het eventueel voorkomen van asbest in de bodem. In hoofdstuk 3 is de onderzoeksstrategie (boringen, peilbuizen en analyses) uitgewerkt.
13/99075760/NG, revisie D1 Pagina 9 van 15
3
Onderzoeksstrategie
3.1
Veldonderzoek
Het veldonderzoek is verricht door de groep Terreinonderzoek van Grontmij Nederland bv. Deze groep is gecertificeerd voor het uitvoeren van veldwerk conform de BRL SIKB 2000, “Veldwerk bij Milieuhygiënisch bodemonderzoek”. Het veldonderzoek is, volgens voornoemde BRL, uitgevoerd op 1 februari 2007 en heeft bestaan uit de volgende werkzaamheden: • het uitvoeren van handboringen tot verschillende diepten (zie tabel 3.1); • het zintuiglijk beoordelen van het bij de boringen vrijkomende bodemmateriaal op bodemkundige eigenschappen en op eventueel aanwezige verontreinigingskenmerken; • het nemen van monsters van het bij de boringen vrijkomende bodemmateriaal. De monstertrajecten zijn weergegeven aan de rechterzijde van de boorprofielen in bijlage 3; • het plaatsen van twee peilbuizen met een filterlengte van 1,0 m; • het doorpompen van de peilbuizen direct na plaatsing hiervan en het doorpompen van een bestaande peilbuis. Op locatie bleek nabij de ondergrondse olietanks nog een bruikbare peilbuis aanwezig te zijn. Er is daarom volstaan met het plaatsen van twee nieuwe peilbuizen. Op 7 februari 2007 zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: • het opnemen van grondwaterstanden in de peilbuizen; • het bemonsteren van het grondwater uit de peilbuizen; • het bepalen van de zuurgraad (pH) en het elektrisch geleidingsvermogen (EC) van het grondwater. Op 22 februari 2007 zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: • het opnemen van grondwaterstand in de peilbuis BPB27 • het herbemonsteren van het grondwater uit de peilbuis BPB27; • het bepalen van de zuurgraad (pH) en het elektrisch geleidingsvermogen (EC) van het grondwater. Bijlage 2 geeft een overzicht van de situering van de verrichte boringen en de geplaatste peilbuizen. Tabel 3.1 Overzicht van veld- en laboratoriumonderzoek Aantal boringen en peilbuizen 0,5 m -mv
1)
21
tot GWS 7
Aantal en soort analyses
2)
peilbuizen 2
3)
grond*)
grondwater**)
7*NEN,
3*NEN
waarvan 4 boven- en 3 ondergrondmonsters
1)Boringnummers 2)Boringnummers 3)Boringnummers *) NEN grond
**) NEN grondwater
02, 03, 05, 06, 08, 10, 12, 13, 15, 16, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 25, 26, 28, 29 en 30 01, 07, 09, 14, 17, 22 en 27 04, 11en BPB27 (bestaande peilbuis) droge stof, arseen, cadmium, chroom, koper, kwik, lood, nikkel, zink, totaalgehalte extraheerbare organo-halogeen verbindingen (EOX), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK 10 van VROM) en minerale olie (GC) inclusief organische stof en lutum arseen, cadmium, chroom, koper, kwik, lood, nikkel, zink, chloorkoolwaterstoffen (10), aromaten (BTEX), naftaleen, mono- en dichloorbenzenen en minerale olie (GC)
13/99075760/NG, revisie D1 Pagina 10 van 15
Onderzoeksstrategie
Voor de exacte diepte van de boringen wordt verwezen naar de boorprofielen in bijlage 4. Voor de toegepaste methoden bij het laboratoriumonderzoek wordt verwezen naar bijlage 5.
13/99075760/NG, revisie D1 Pagina 11 van 15
4
4.1
Resultaten veldonderzoek
Zintuiglijke waarnemingen
Tijdens de boorwerkzaamheden zijn zintuiglijk kenmerken waargenomen die kunnen duiden op de aanwezigheid van verontreinigende stoffen. De waargenomen kenmerken zijn weergegeven in tabel B4.1 in bijlage 4. Bij de boringen die niet in de tabel zijn vermeld, zijn zintuiglijk geen verontreinigingskenmerken waargenomen. Opgemerkt wordt dat bij het uitvoeren van de boorwerkzaamheden geen asbest verdacht materiaal op of in de bodem is waargenomen. De tijdens het veldwerk gemeten grondwatergegevens zijn weergegeven in tabel 4.1. Tabel 4.1 Peilbuisgegevens, d.d. 7 en 22 februari 2007 Peilbuis BPB27 1 BPB27
Filterstelling
Grondwaterstand
(m –mv)
(m –mv)
niet gemeten niet gemeten
1,8 1,8
Zuurgraad (pH)
Elektrisch geleidend vermogen (ec in µS/cm)
7,0 7,1
1200 1380
4
2,0-3,0
1,6
7,4
537
11
2,0-3,0
1,6
7,5
644
1)
Het betreft hier een herbemonstering van peilbuis BPB27 op 22 februari 2007.
4.2
Monsterselectie
De selectie van de te analyseren grondmonsters heeft plaatsgevonden op basis van de in de voorgaande paragrafen genoemde resultaten van het veldonderzoek en op basis van een zo groot mogelijke ruimtelijke dekking van de beschikbare monsters. In bijlage 4 is de samenstelling van de geselecteerde (meng)monsters weergegeven. 4.3
Laboratoriumonderzoek
De geselecteerde grondmengmonsters en de grondwatermonsters zijn in het door RvA geaccrediteerde laboratorium van ALcontrol Laboratories geanalyseerd. Menging van de grondmonsters heeft plaatsgevonden in het laboratorium. Een overzicht van het aantal en van de verrichte laboratoriumanalyses is weergegeven in tabel 3.1.
13/99075760/NG, revisie D1 Pagina 12 van 15
5
Resultaten laboratoriumonderzoek
5.1
Algemeen
De analysecertificaten van ALcontrol Laboratories met een toelichting betreffende de toegepaste analysemethoden staan weergegeven in bijlage 5. De analyseresultaten zijn getoetst aan de toetsingswaarden die door het Ministerie van VROM (d.d. 24 februari 2000), in het kader van de Wet Bodembescherming, zijn vastgelegd in de circulaire “Streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering” en de bijbehorende aanvullingen. Het toetsingsresultaat is in de bijlage 6 weergegeven. In bijlage 7 is het toetsingskader toegelicht. 5.2
Grond
De analyses zijn getoetst aan de voor het bodemtype gecorrigeerde toetsingswaarden. Er zijn in de bovengrond en in de ondergrond overschrijdingen van de toetsingswaarden aangetoond. De overschrijdingen van de toetsingswaarden (streef-, tussen- en interventiewaarde) zijn weergegeven in tabel 5.1. In de niet genoemde grondmonsters zijn geen verhoogde gehalten ten opzichte van de streefwaarde voor de geanalyseerde parameters aangetoond. Tabel 5.1: Overschrijdingen van de toetsingswaarden grondmonsters Monstercode
Boringnummers
Traject
Parameter
(cm-mv) MM2
04, 06, 08, 09 en
Gehalte
Overschrijding van:
(mg/kg ds)
8-50
PAK
8,2
streefwaarde
80-200
PAK
19
streefwaarde
10 MM5
5.3
01, 04, 07, 09
Grondwater
De analyses zijn getoetst aan de toetsingswaarden. Plaatselijk is een aantal overschrijdingen van de toetsingswaarden aangetoond. De overschrijdingen van het toetsingsresultaat (streef-, tussen- en interventiewaarde) zijn weergegeven in tabel 5.2 (grondwater). In de niet genoemde grondwatermonsters zijn geen verhoogde gehalten ten opzichte van de streefwaarde voor de geanalyseerde parameters aangetoond. Tabel 5.2 Overschrijdingen van de toetsingswaarden grondwater Peilbuis
Filtertraject (m -mv)
Parameter
Concentratie (µg/l)
Overschrijding van:
BPB27
niet gemeten
arseen
31
streefwaarde
4
2-3
cis-1,2-dichlooretheen
1,2
streefwaarde
minerale olie C10-C40
350
tussenwaarde
arseen
16
streefwaarde
De resultaten van dit onderzoek gaven aanleiding tot het herbemonsteren van peilbuis BPB27 op 22 februari 2007. Een verklaring voor de twee verschillende uitkomstern kan gelegen zijn in de ouderdom van de peilbuis. Filtermateriaal (de filterkous) kan gecontamineerd raken. Het herbemonsterde grondwater is geanalyseerd op minerale olie en aromaten. In dit nieuwe watermonster zijn geen verhoogde gehalten ten opzichte van de streefwaarde aangetoond voor minerale olie en aromaten. Een eventueel afwijkende zuurgraad (pH) en het geleidingsvermogen (EC) in het grondwater kan een indicator zijn voor de aanwezigheid van een verontreinigende stof zijn. De gemeten waarden voor de
13/99075760/NG, revisie D1 Pagina 13 van 15
Resultaten laboratoriumonderzoek
zuurgraad en het elektrisch geleidingsvermogen wordt in alle grondwatermonsters niet als afwijkend beschouwd. Op basis van de resultaten van het veld- en laboratoriumonderzoek wordt de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem besproken in hoofdstuk 6.
13/99075760/NG, revisie D1 Pagina 14 van 15
6
Evaluatie
6.1
Algemeen
In dit hoofdstuk vindt de integratie plaats van de resultaten van het veld- en laboratoriumonderzoek. Op basis hiervan is de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem (= grond en grondwater) beschreven. Hierbij zijn van de geanalyseerde verbindingen de gemeten gehalten getoetst aan de streef- en interventiewaarden. Bij de interpretatie van de resultaten (zie tabellen in bijlage 6) zijn de gehalten ingedeeld in klassen. Hierbij zijn de volgende criteria gehanteerd: • beneden of gelijk aan de streefwaarde: niet verontreinigd; • boven de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van streef- en interventiewaarde (tussenwaarde): licht verontreinigd (aanduiding: *); • boven het gemiddelde van streef- en interventiewaarde (tussenwaarde) en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde: matig verontreinigd (aanduiding: **); • boven de interventiewaarde: sterk verontreinigd (aanduiding: ***). 6.2
Milieuhygiënische kwaliteit van de bodem
Ter plaatse van verschillende boringen zijn in de boven- en ondergrond licht verhoogde gehalten aan PAK aangetoond ten opzichte van de streefwaarde. In het grondwater zijn licht verhoogde gehaltes aan arseen (peilbuizen BPB27 en 4) en cis-1,2-dichlooretheen (peilbuis BPB27) aangetoond ten opzichte van de streefwaarde en minerale olie (peilbuis BPB27) ten opzichte van de tussenwaarde. Na herbemonstering van het grondwater in deze bestaande peilbuis BPB27 is de verontreiniging met minerale olie niet meer aangetoond. In het grondwater van peilbuis 11 zijn geen verhoogde concentraties ten opzichte van de streefwaarde aangetoond. 6.3
Conclusies en aanbevelingen
Door middel van het uitgevoerde bodemonderzoek is inzicht verkregen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse van de KPN-locatie aan de Fockema Andreaelaan 15 te Utrecht. Gezien de resultaten van het onderzoek wordt geconcludeerd dat de voor de onderzoekslocatie opgestelde hypothese ‘onverdachte’ locatie voor de NEN 5707 juist is. Voor de NEN 5740 wordt gezien de resultaten van het onderzoek geconcludeerd dat de voor de onderzoekslocatie opgestelde hypothese ‘onverdachte’ locatie niet juist is. De hypothese dient formeel te worden verworpen op basis van enkele overschrijdingen van streefwaarden in grond en grondwater. De overschrijdingen boven de streefwaarde van dit onderzoek passen in het beeld van de locatie en de omgeving. Door historische activiteiten komen in de bovenste 2 meter van de bodem overwegend lichte verontreinigingen aan zware metalen en PAK voor. Op grond van de resultaten van onderhavig onderzoek kan geconcludeerd worden dat de aangetoonde bodemkwaliteit geen belemmering vormt voor eventuele (her)ontwikkeling van de locatie
13/99075760/NG, revisie D1 Pagina 15 van 15
Bijlage 1
Topografische ligging
13/99075760/NG, revisie D1
Bijlage 2
Overzicht locatie met boringen en peilbuizen
13/99075760/NG, revisie D1
Bijlage 3
Boorprofielen en verklaringsblad
13/99075760/NG, revisie D1
Legenda (conform NEN 5104) grind
klei
geur
Grind, siltig
Klei, zwak siltig
Grind, zwak zandig
Klei, matig siltig
Grind, matig zandig
Klei, sterk siltig
Grind, sterk zandig
Klei, uiterst siltig
Grind, uiterst zandig
Klei, zwak zandig
geen geur zwakke geur matige geur sterke geur uiterste geur
olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie matige olie-water reactie sterke olie-water reactie Klei, matig zandig
Klei, sterk zandig
zand
uiterste olie-water reactie
p.i.d.-waarde >0
Zand, kleiïg
>1 >10 Zand, zwak siltig
>100
leem
>1000
Zand, matig siltig
Leem, zwak zandig
>10000
Zand, sterk siltig
Leem, sterk zandig
monsters geroerd monster
Zand, uiterst siltig
overige toevoegingen
ongeroerd monster
zwak humeus
veen Veen, mineraalarm
matig humeus
overig bijzonder bestanddeel
Veen, zwak kleiïg
sterk humeus
Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand
Veen, sterk kleiïg
zwak grindig
Veen, zwak zandig
matig grindig
Veen, sterk zandig
sterk grindig
Gemiddeld laagste grondwaterstand slib
water
peilbuis blinde buis
casing
hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand
bentoniet afdichting
filter
@ Grontmij Projectnummer: Projectnaam:
222761_02200 VBO KPN BFA Utrecht (02200)
Boring Datum:
01
Boring
01-02-2007
Datum: 0 -8
0
volledig beton, Edelmanboor, tegel
-50
50 2
-75
Klei, sterk siltig, zwak humeus, zwak zandhoudend, bruingrijs, Edelmanboor
volledig beton, Edelmanboor, klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, beigegeel, Edelmanboor
1 -50
50
Klei, sterk siltig, matig humeus, zwak zandhoudend, brokken veen, brokken klei, bruingrijs, Edelmanboor
3
100
0 -8
0
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, beigegeel, Edelmanboor
1
02 01-02-2007
4 -150
150
Klei, matig zandig, zwak humeus, brokken klei, zwak zandhoudend, grijs, Edelmanboor
5 -200
200
Boring Datum:
03
Boring
01-02-2007
Datum: 0 -8
0
-50
01-02-2007 0 -8
0
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, beigegeel, Edelmanboor
1 50
volledig beton, Edelmanboor, tegel
04
volledig beton, Edelmanboor, tegel Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, brokken klei, bruin, Edelmanboor
1 50 2 -100
100 3
-130
4 150
-150
5 -200
200
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, brokken klei, geelbruin, Edelmanboor Klei, sterk siltig, zwak humeus, zwak zandhoudend, resten sintels, resten puin, donkergrijs, Edelmanboor Klei, matig siltig, zwak humeus, zwak zandhoudend, grijs, Edelmanboor Klei, zwak zandig, zwak humeus, matig zandhoudend, grijs, Edelmanboor
6 250 7
-270
8 300
-300
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, grijs, Edelmanboor
Pagina
1/8
@ Grontmij Projectnummer: Projectnaam:
222761_02200 VBO KPN BFA Utrecht (02200)
Boring Datum:
05
Boring
01-02-2007
Datum: 0 -8
0
-50
50
Boring
1
Boring
01-02-2007
Datum: 0 -8
volledig beton, Edelmanboor, tegel
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, brokken klei, bruin, Edelmanboor
2
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, brokken klei, resten puin, beigegeel, Edelmanboor
01-02-2007 0 -8
volledig beton, Edelmanboor, tegel Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, beigegeel, Edelmanboor
1 50
volledig beton, Edelmanboor, tegel
08
0
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, beigegeel, Edelmanboor
1 50
-50
50
07
0
0 -8
0
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, beigegeel, Edelmanboor
1
Datum:
volledig beton, Edelmanboor, tegel
06 01-02-2007
-50
100 3 150 4 -180
5 200
-200
Klei, sterk siltig, zwak humeus, zwak zandhoudend, grijs, Edelmanboor
Pagina
2/8
@ Grontmij Projectnummer: Projectnaam:
222761_02200 VBO KPN BFA Utrecht (02200)
Boring Datum:
09
Boring
01-02-2007
Datum: 0
0
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, geelbruin, Edelmanboor
1 50
10 01-02-2007 0
0
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, resten puin, geelbruin, Edelmanboor
1 -50
50 2 -100
100
Klei, sterk siltig, zwak humeus, zwak zandhoudend, resten puin, resten sintels, donkerbruin, Edelmanboor, erg stevig
3 -150
150
Klei, matig siltig, zwak humeus, zwak zandhoudend, resten roest, bruingrijs, Edelmanboor
4 -200
200
Boring Datum:
11
Boring
01-02-2007
Datum: 0 -8
0
volledig beton, Edelmanboor, tegel
50
01-02-2007 0 -8
0
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, geel, Edelmanboor
1
12
50
volledig beton, Edelmanboor, tegel Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, geel, Edelmanboor
1 -50
2 -80
100
Klei, sterk siltig, matig humeus, zwak zandhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
3 -135
150
4 -175
200
Klei, sterk siltig, zwak humeus, zwak zandhoudend, resten roest, grijs, Edelmanboor Zand, matig fijn, kleiïg, zwak humeus, zwak roesthoudend, brokken klei, beigegrijs, Edelmanboor
5 -220
250
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, matig roesthoudend, geelbruin, Edelmanboor
6
7 300
-300
Pagina
3/8
@ Grontmij Projectnummer: Projectnaam:
222761_02200 VBO KPN BFA Utrecht (02200)
Boring Datum:
13
Boring
01-02-2007
Datum: 0
0
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak wortelhoudend, resten puin, brokken klei, geel, Edelmanboor
1 -50
50
14 01-02-2007 0 -8
0 1
-50
50
volledig beton, geelbruin, Edelmanboor, tegel Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, geelbruin, Edelmanboor Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, zwak roesthoudend, geel, Edelmanboor
2 100 3 150 4 -200
200
Boring Datum:
15
Boring
01-02-2007
Datum: 0 -8
0
-50
01-02-2007
0 1
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, beigegeel, Edelmanboor
1 50
volledig beton, Edelmanboor, tegel
16
2 50
0 -8
tegel volledig beton, Edelmanboor, tegel
-30
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, beigegeel, Edelmanboor
-50
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin, Edelmanboor
Pagina
4/8
@ Grontmij Projectnummer: Projectnaam:
222761_02200 VBO KPN BFA Utrecht (02200)
Boring Datum:
17
Boring
01-02-2007
Datum: 0 -8
0 1
volledig beton, geelbruin, Edelmanboor, tegel Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, beigegeel, Edelmanboor
50
18 01-02-2007 0
0
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
1 -50
50
2 -100
100
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, brokken klei, grijs, Edelmanboor
3 -135
4
150
-170
Klei, sterk siltig, zwak humeus, zwak zandhoudend, resten puin, resten sintels, donkergrijs, Edelmanboor
-200
Klei, sterk siltig, zwak humeus, zwak zandhoudend, grijs, Edelmanboor
-150
5 6 200
Zand, matig fijn, kleiïg, zwak humeus, brokken klei, grijs, Edelmanboor
Boring Datum:
19
Boring
01-02-2007
Datum: 0
0
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, geelbruin, Edelmanboor
1 50
-50
20 01-02-2007 0 -8
0
50
volledig beton, Edelmanboor, tegel Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, beigegeel, Edelmanboor
1 -50
Pagina
5/8
@ Grontmij Projectnummer: Projectnaam:
222761_02200 VBO KPN BFA Utrecht (02200)
Boring Datum:
21
Boring
01-02-2007
Datum: 0 -8
0
volledig beton, Edelmanboor, tegel
0 -4
0
volledig beton, Edelmanboor, tegel
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, beigegeel, Edelmanboor
1 -50
50
22 01-02-2007
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, geel, Edelmanboor
1 50 2 100
-110
3 -150
150
Klei, matig siltig, zwak humeus, zwak zandhoudend, resten roest, bruingrijs, Edelmanboor
4 -200
200
Boring Datum:
23
Boring
01-02-2007
Datum: 0 -8
0
-50
24 01-02-2007 0 -8
0
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, beigegeel, Edelmanboor
1 50
volledig beton, Edelmanboor, tegel
volledig beton, Edelmanboor, tegel Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, beigegeel, Edelmanboor
1 50
Klei, sterk siltig, zwak humeus, zwak zandhoudend, resten puin, resten sintels, donkerbruin, Edelmanboor, erg stevig
-50
Pagina
6/8
@ Grontmij Projectnummer: Projectnaam:
222761_02200 VBO KPN BFA Utrecht (02200)
Boring Datum:
25
Boring
01-02-2007
Datum: 0 -8
0
-50
50
Boring
-50
50
Boring
01-02-2007
Datum: 0 -8
volledig beton, Edelmanboor, tegel
50
28 01-02-2007 0 -8
0
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, beigegeel, Edelmanboor
1
volledig beton, Edelmanboor, tegel Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, beigegeel, Edelmanboor
1 50
volledig beton, Edelmanboor, tegel Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, beigegeel, Edelmanboor
1
27
0
0 -8
0
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, beigegeel, Edelmanboor
1
Datum:
volledig beton, Edelmanboor, tegel
26 01-02-2007
-50
2 -100
100
Klei, sterk siltig, zwak humeus, laagjes zand, resten roest, bruingrijs, Edelmanboor
3 -150
150
Klei, sterk siltig, zwak humeus, zwak zandhoudend, resten roest, grijsbruin, Edelmanboor
4 200
-200
Pagina
7/8
@ Grontmij Projectnummer: Projectnaam:
222761_02200 VBO KPN BFA Utrecht (02200)
Boring Datum:
29
Boring
01-02-2007
Datum: 0 -8
0 1 50
-50
volledig beton, Edelmanboor, tegel Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, resten schelpen, beigegeel, Edelmanboor
30 01-02-2007 0 -8
0 1 2 50
-30
volledig beton, Edelmanboor, tegel Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, beigegeel, Edelmanboor
-50
Klei, sterk siltig, zwak humeus, zwak zandhoudend, resten puin, grijs, Edelmanboor
Pagina
8/8
Bijlage 4
Zintuiglijke waarnemingen en monsterselectie
13/99075760/NG, revisie D1
Bijlage 4: Zintuiglijke waarnemingen en monsterselectie
Tabel B4.1: Overzicht zintuiglijke waarnemingen Boring
Maximale boordiepte (m
Traject
-mv)
(m -mv)
Waarneming
04
3,00
1,30-1,50
resten sintels en resten puin
06
0,50
0,08-0,50
resten puin
09
2,00
1,00-1,50
resten sintels en resten puin
10
0,50
0,00-0,50
resten puin
13
0,50
0,00-0,50
resten puin
17
2,00
1,35-1,50
resten sintels en resten puin
22
2,00
1,10-1,50
resten sintels en resten puin
0,3-0,5
0,50
0,30-0,50
resten puin
Tabel B4.2: Monsterselectie Monsternummer
Boringnummers
Monstertraject
Motivatie
(m -mv) MM1
01, 02, 03, 07 en 29
0,08-0,50
bovengrond noordwest
MM2
04, 06, 08, 09 en 10
0,00-0,50
bovengrond noordoost
MM3
11, 12, 13, 14 en 17
0,00-0,50
bovengrond zuidoost
MM4
19, 20, 22, 23, 25 en 27
0,00-0,55
bovengrond zuidwest
MM5
01, 04, 07 en 09
1,00-2,00
ondergrond noord
MM6
11 en 27
0,80-2,00
ondergrond midden
MM7
14, 17 en 22
1,00-2,00
ondergrond zuid
13/99075760/NG, revisie D1 Pagina 20 van 15
Bijlage 5
Analysecertificaten Alcontrol Laboratories
13/99075760/NG, revisie D1
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Hoogvliet Tel.: (010) 2314700 · Fax: (010) 4163034 www.alcontrol.nl
Grontmij Nederland BV Geuijen, N. Postbus 119 3990 DC HOUTEN
Hoogvliet, 13-02-2007 Geachte Geuijen, N.,
Hierbij ontvangt u de analyseresultaten van het laboratoriumonderzoek uitgevoerd op het door u aangeboden monstermateriaal met de daarbij verstrekte monsterspecificatie en analyseopdracht. Deze resultaten hebben betrekking op:
Uw projectnaam Uw project nummer ALcontrol rapportnummer
: VBO KPN BFA Utrecht (02200) : CHEOPS2227 : 11142701, versie nummer: 1
Dit analyserapport bestaat uit een begeleidende brief, 6 resultaatbijlagen en eventuele informatieve bijlagen, dit brengt het totaal aantal pagina's op 7. De bijlagen hebben betrekking op de analyseresultaten, toegepaste analysemethoden, aangeleverde verpakkingen en monsternamedatum. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport, alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Uitgebreide informatie over de door ons gehanteerde analysemethoden kunt u terugvinden in onze algemene informatiegids, uitgave 2004. Indien u vragen en/of opmerkingen heeft naar aanleiding van dit rapport, verzoeken wij u contact op te nemen met de afdeling Customer Services. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
drs. M.G.M. Groenewegen Business Director Milieu
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:1999 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Bijlage 1 van 6
Grontmij Nederland BV Geuijen, N. Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
VBO KPN BFA Utrecht (02200) CHEOPS2227 11142701
Orderdatum 02-02-2007 Startdatum 02-02-2007 Rapportagedatum 13-02-2007
Analyse
Eenheid
Q
droge stof
gew.-%
Q
92.0
91.3
92.7
93.6
86.7
organische stof (gloeiverlies)
% vd DS
Q
<0.5
1.3
0.7
0.6
1.7
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS
Q
1.5
3.0
1.7
<1
7.4
METALEN arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink
Q Q Q Q Q Q Q Q
<4 <0.4 <15 <5 <0.05 <13 5.4 20
<4 <0.4 <15 5.4 <0.05 18 6.4 34
<4 <0.4 <15 <5 <0.05 <13 5.9 43
<4 <0.4 <15 <5 <0.05 <13 6.0 <20
6.5 <0.4 18 12 0.10 38 15 51
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN <0.02 naftaleen mg/kgds Q <0.02 acenaftyleen mg/kgds Q <0.02 acenafteen mg/kgds Q <0.02 fluoreen mg/kgds Q 0.05 fenantreen mg/kgds Q 0.02 antraceen mg/kgds Q 0.14 fluoranteen mg/kgds Q 0.11 pyreen mg/kgds Q 0.06 benzo(a)antraceen mg/kgds Q 0.07 chryseen mg/kgds Q 0.07 benzo(b)fluoranteen mg/kgds Q 0.03 benzo(k)fluoranteen mg/kgds Q 0.06 benzo(a)pyreen mg/kgds Q <0.02 dibenz(ah)antraceen mg/kgds Q 0.04 benzo(ghi)peryleen mg/kgds Q 0.04 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds Q 0.50 Pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds Q 0.69 Pak-totaal (16 van EPA) mg/kgds Q
<0.02 <0.02 0.10 0.14 1.5 0.42 2.3 1.6 0.99 0.99 0.96 0.42 0.73 0.13 0.38 0.46 8.2 11
<0.02 <0.02 <0.02 <0.02 0.03 <0.02 0.14 0.10 0.05 0.07 0.14 0.06 0.06 <0.02 0.04 0.06 0.52 0.78
<0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 0.03 0.03 <0.02 0.02 0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.02 <0.2 <0.3
0.51 0.05 0.76 0.93 5.3 1.5 4.4 3.5 1.7 1.5 1.9 0.85 1.4 0.21 0.75 0.90 19 26
<0.1
<0.1
<0.1
<0.1
0.10
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
EOX
mg/kgds
Q
001
002
003
004
De met Q gemerkte analyses vallen onder onze RvA erkenning.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grond
MM1 29 (8-50) 01 (8-50) 03 (8-50) 02 (8-50) 07 (8-50)
002
Grond
MM2 09 (0-50) 10 (0-50) 04 (8-50) 06 (8-50) 08 (8-50)
003
Grond
MM3 12 (8-50) 13 (0-50) 14 (8-50) 11 (8-50) 15 (8-50) 17 (8 -50)
004
Grond
MM4 27 (8-50) 25 (8-50) 20 (8-50) 23 (8-50) 24 (8-50) 19 (0 -50) 22 (4-55)
005
Grond
MM5 09 (100-150) 01 (75-125) 01 (150-200) 04 (100-130) 04 ( 130-150) 07 (100-150)
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:1999 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
005
Bijlage 2 van 6
Grontmij Nederland BV Geuijen, N. Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
VBO KPN BFA Utrecht (02200) CHEOPS2227 11142701
Analyse
Eenheid
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 Totaal olie C10-C40
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
Q
Q
Orderdatum 02-02-2007 Startdatum 02-02-2007 Rapportagedatum 13-02-2007 001
<5 <5 <5 <5 <20
002
<5 <5 <5 <5 <20
003
<5 <5 <5 <5 <20
004
<5 <5 <5 <5 <20
De met Q gemerkte analyses vallen onder onze RvA erkenning.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grond
MM1 29 (8-50) 01 (8-50) 03 (8-50) 02 (8-50) 07 (8-50)
002
Grond
MM2 09 (0-50) 10 (0-50) 04 (8-50) 06 (8-50) 08 (8-50)
003
Grond
MM3 12 (8-50) 13 (0-50) 14 (8-50) 11 (8-50) 15 (8-50) 17 (8 -50)
004
Grond
MM4 27 (8-50) 25 (8-50) 20 (8-50) 23 (8-50) 24 (8-50) 19 (0 -50) 22 (4-55)
005
Grond
MM5 09 (100-150) 01 (75-125) 01 (150-200) 04 (100-130) 04 ( 130-150) 07 (100-150)
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:1999 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
005
<5 <5 <5 <5 <20
Bijlage 3 van 6
Grontmij Nederland BV Geuijen, N. Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
VBO KPN BFA Utrecht (02200) CHEOPS2227 11142701
Orderdatum 02-02-2007 Startdatum 02-02-2007 Rapportagedatum 13-02-2007
Analyse
Eenheid
Q
droge stof
gew.-%
Q
77.2
84.9
organische stof (gloeiverlies)
% vd DS
Q
2.5
1.7
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS
Q
28
5.0
METALEN arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink
Q Q Q Q Q Q Q Q
9.9 <0.4 34 16 0.09 26 25 63
<4 <0.4 <15 <5 <0.05 17 7.8 20
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN <0.02 naftaleen mg/kgds Q <0.02 acenaftyleen mg/kgds Q <0.02 acenafteen mg/kgds Q <0.02 fluoreen mg/kgds Q 0.06 fenantreen mg/kgds Q 0.02 antraceen mg/kgds Q 0.13 fluoranteen mg/kgds Q 0.11 pyreen mg/kgds Q 0.05 benzo(a)antraceen mg/kgds Q 0.08 chryseen mg/kgds Q 0.08 benzo(b)fluoranteen mg/kgds Q 0.04 benzo(k)fluoranteen mg/kgds Q 0.07 benzo(a)pyreen mg/kgds Q <0.02 dibenz(ah)antraceen mg/kgds Q 0.06 benzo(ghi)peryleen mg/kgds Q 0.05 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds Q 0.56 Pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds Q 0.78 Pak-totaal (16 van EPA) mg/kgds Q
<0.02 <0.02 <0.02 <0.02 0.07 0.02 0.21 0.18 0.10 0.14 0.15 0.07 0.12 0.03 0.10 0.10 0.92 1.3
<0.1
<0.1
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
EOX
mg/kgds
Q
006
007
De met Q gemerkte analyses vallen onder onze RvA erkenning.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
006
Grond
MM6 11 (80-135) 11 (135-175) 27 (100-150) 27 (150-200)
007
Grond
MM7 14 (50-100) 14 (150-200) 22 (110-150) 22 (150-200) 17 ( 100-135) 17 (150-170) 17 (170-200)
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:1999 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Bijlage 4 van 6
Grontmij Nederland BV Geuijen, N. Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
VBO KPN BFA Utrecht (02200) CHEOPS2227 11142701
Analyse
Eenheid
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 Totaal olie C10-C40
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
Q
Q
Orderdatum 02-02-2007 Startdatum 02-02-2007 Rapportagedatum 13-02-2007 006
<5 <5 <5 <5 <20
007
<5 <5 <5 <5 <20
De met Q gemerkte analyses vallen onder onze RvA erkenning.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
006
Grond
MM6 11 (80-135) 11 (135-175) 27 (100-150) 27 (150-200)
007
Grond
MM7 14 (50-100) 14 (150-200) 22 (110-150) 22 (150-200) 17 ( 100-135) 17 (150-170) 17 (170-200)
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:1999 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Bijlage 5 van 6
Grontmij Nederland BV Geuijen, N. Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
VBO KPN BFA Utrecht (02200) CHEOPS2227 11142701
Orderdatum 02-02-2007 Startdatum 02-02-2007 Rapportagedatum 13-02-2007
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
droge stof organische stof (gloeiverlies) lutum (bodem) arseen
Grond Grond Grond Grond
cadmium chroom koper kwik lood
Grond Grond Grond Grond Grond
nikkel zink naftaleen acenaftyleen acenafteen fluoreen fenantreen antraceen fluoranteen pyreen benzo(a)antraceen chryseen benzo(b)fluoranteen benzo(k)fluoranteen benzo(a)pyreen dibenz(ah)antraceen benzo(ghi)peryleen indeno(1,2,3-cd)pyreen EOX Totaal olie C10-C40
Grond Grond Grond Grond Grond Grond Grond Grond Grond Grond Grond Grond Grond Grond Grond Grond Grond Grond Grond Grond
Conform NEN 5747 / CMA/2/II/A.1 NEN 5754 Eigen methode, pipetmethode met versnelde mineralisatie Eigen methode (ontsluiting eigen methode, meting conform NEN 6966 en NEN-EN-ISO 11885) Idem Idem Idem Eigen methode Eigen methode (ontsluiting eigen methode, meting conform NEN 6966 en NEN-EN-ISO 11885) Idem Idem Eigen methode, aceton-hexaan-extractie, analyse m.b.v. GC-MS Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Eigen methode, aceton-hexaan-extractie, analyse m.b.v. micro-coulometer Eigen methode, aceton-hexaan-extractie, clean-up, analyse m.b.v. GC-FID
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 001 001 002 002
A0745950 Y0076984 Y0076996 Y0076772 Y0076781
02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007
01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007
ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:1999 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Bijlage 6 van 6
Grontmij Nederland BV Geuijen, N. Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
VBO KPN BFA Utrecht (02200) CHEOPS2227 11142701
Orderdatum 02-02-2007 Startdatum 02-02-2007 Rapportagedatum 13-02-2007
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
002 002 002 003 003 003 003 003 003 004 004 004 004 004 004 004 005 005 005 005 005 005 006 006 006 006 007 007 007 007 007 007 007
Y0076989 Y0077118 Y0077127 Y0076720 Y0076762 Y0076765 Y0076788 Y0076990 Y0077002 Y0076707 Y0076727 Y0076734 Y0076740 Y0076741 Y0076790 Y0076798 A0745567 A0746097 A0746110 Y0076797 Y0076986 Y0076994 Y0076473 Y0076712 Y0076724 Y0076804 Y0076699 Y0076726 Y0076732 Y0076743 Y0076947 Y0076958 Y0076993
02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007 02-02-2007
01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007 01-02-2007
ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:1999 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Hoogvliet Tel.: (010) 2314700 · Fax: (010) 4163034 www.alcontrol.nl
Grontmij Nederland BV Geuijen, N. Postbus 119 3990 DC HOUTEN
Hoogvliet, 12-02-2007 Geachte Geuijen, N.,
Hierbij ontvangt u de analyseresultaten van het laboratoriumonderzoek uitgevoerd op het door u aangeboden monstermateriaal met de daarbij verstrekte monsterspecificatie en analyseopdracht. Deze resultaten hebben betrekking op:
Uw projectnaam Uw project nummer ALcontrol rapportnummer
: CHEOPS KPN Burgemeester Fockema Andrealaan Utrecht (02200)W : CHEOPS2227 : 11143632, versie nummer: 1
Dit analyserapport bestaat uit een begeleidende brief, 3 resultaatbijlagen en eventuele informatieve bijlagen, dit brengt het totaal aantal pagina's op 5. De bijlagen hebben betrekking op de analyseresultaten, toegepaste analysemethoden, aangeleverde verpakkingen en monsternamedatum. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport, alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Extra bijlage(n): Oliechromatogram(men) Uitgebreide informatie over de door ons gehanteerde analysemethoden kunt u terugvinden in onze algemene informatiegids, uitgave 2004. Indien u vragen en/of opmerkingen heeft naar aanleiding van dit rapport, verzoeken wij u contact op te nemen met de afdeling Customer Services. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
drs. M.G.M. Groenewegen Business Director Milieu
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:1999 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Bijlage 1 van 3
Grontmij Nederland BV Geuijen, N. Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
CHEOPS KPN Burgemeester Fockema Andrealaan Utrecht (02200)W CHEOPS2227 11143632 001
002
Orderdatum 07-02-2007 Startdatum 07-02-2007 Rapportagedatum 12-02-2007
Analyse
Eenheid
Q
003
METALEN arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
Q Q Q Q Q Q Q Q
<5 <0.4 <1 <5 <0.05 <10 <10 <20
31 <0.4 <1 <5 <0.05 <10 <10 <20
16 <0.4 <1 <5 <0.05 <10 <10 <20
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen xylenen totaal BTEX naftaleen
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
Q Q Q Q Q Q
<0.2 <0.2 <0.2 <0.5 <1 <0.2
<0.2 <0.2 <0.2 <0.5 <1 <0.2
<0.2 <0.2 <0.2 <0.5 <1 <0.2
GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,2-dichloorethaan µg/l Q cis 1,2-dichlooretheen µg/l Q trans 1,2-dichlooretheen µg/l Q tetrachlooretheen µg/l Q tetrachloormethaan µg/l Q 1,1,1-trichloorethaan µg/l Q 1,1,2-trichloorethaan µg/l Q trichlooretheen µg/l Q chloroform µg/l Q
<0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1
<0.1 1.2 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1
<0.1 <0.1 <0.1 <0.30 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1
CHLOORBENZENEN monochloorbenzeen dichloorbenzenen
µg/l µg/l
Q Q
<0.2 <0.2
<0.2 <0.2
<0.2 <0.2
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 Totaal olie C10-C40
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
Q
<10 <10 <10 <10 <50
<10 10 65 270 350
<10 <10 <10 <10 <50
1) 2)
De met Q gemerkte analyses vallen onder onze RvA erkenning.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grondwater
11-1-1 1 (-)
002
Grondwater
BPB27-1-1 1 (-)
003
Grondwater
4-1-1 1 (-)
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:1999 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Bijlage 2 van 3
Grontmij Nederland BV Geuijen, N. Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
CHEOPS KPN Burgemeester Fockema Andrealaan Utrecht (02200)W CHEOPS2227 11143632
Orderdatum 07-02-2007 Startdatum 07-02-2007 Rapportagedatum 12-02-2007
Voetnoten 1 2
Rapportagegrens is verhoogd i.v.m. een storende component. De rapportagegrens is verhoogd i.v.m. een laag drogestofgehalte van het monster materiaal.
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:1999 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Bijlage 3 van 3
Grontmij Nederland BV Geuijen, N. Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
CHEOPS KPN Burgemeester Fockema Andrealaan Utrecht (02200)W CHEOPS2227 11143632
Orderdatum 07-02-2007 Startdatum 07-02-2007 Rapportagedatum 12-02-2007
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink benzeen tolueen ethylbenzeen xylenen naftaleen 1,2-dichloorethaan cis 1,2-dichlooretheen trans 1,2-dichlooretheen tetrachlooretheen tetrachloormethaan 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen chloroform monochloorbenzeen dichloorbenzenen Totaal olie C10-C40
Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater
Conform NEN 6966 en conform NEN-EN-ISO 11885 Idem Idem Idem Eigen methode Conform NEN 6966 en conform NEN-EN-ISO 11885 Idem Idem Eigen methode, analyse met P+T- GCMS. Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Eigen methode, hexaan-extractie, clean-up, analyse m.b.v. GC-FID
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 001 001 002 002 002 003 003 003
B0583843 G5446133 G5446138 B0583837 G5446135 G5446136 B0583819 G5410129 G5446134
07-02-2007 07-02-2007 07-02-2007 07-02-2007 07-02-2007 07-02-2007 07-02-2007 07-02-2007 07-02-2007
07-02-2007 07-02-2007 07-02-2007 07-02-2007 07-02-2007 07-02-2007 07-02-2007 07-02-2007 07-02-2007
ALC204 ALC236 ALC236 ALC204 ALC236 ALC236 ALC204 ALC236 ALC236
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:1999 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Grontmij Nederland BV Geuijen, N. Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
CHEOPS KPN Burgemeester Fockema Andrealaan Utrecht (02200)W CHEOPS2227 11143632
Orderdatum 07-02-2007 Startdatum 07-02-2007 Rapportagedatum 12-02-2007
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:1999 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Hoogvliet Tel.: (010) 2314700 · Fax: (010) 4163034 www.alcontrol.nl
Grontmij Nederland BV Geuijen, N. Postbus 119 3990 DC HOUTEN
Hoogvliet, 23-02-2007 Geachte Geuijen, N.,
Hierbij ontvangt u de analyseresultaten van het laboratoriumonderzoek uitgevoerd op het door u aangeboden monstermateriaal met de daarbij verstrekte monsterspecificatie en analyseopdracht. Deze resultaten hebben betrekking op:
Uw projectnaam Uw project nummer ALcontrol rapportnummer
: VBO KPN Burgemeester Fockema Andrealaan Utrecht (02200)W2 : CHEOPS2227 : 11148457, versie nummer: 1
Dit analyserapport bestaat uit een begeleidende brief, 2 resultaatbijlagen en eventuele informatieve bijlagen, dit brengt het totaal aantal pagina's op 3. De bijlagen hebben betrekking op de analyseresultaten, toegepaste analysemethoden, aangeleverde verpakkingen en monsternamedatum. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport, alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Uitgebreide informatie over de door ons gehanteerde analysemethoden kunt u terugvinden in onze algemene informatiegids, uitgave 2004. Indien u vragen en/of opmerkingen heeft naar aanleiding van dit rapport, verzoeken wij u contact op te nemen met de afdeling Customer Services. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
drs. M.G.M. Groenewegen Business Director Milieu
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:1999 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Bijlage 1 van 2
Grontmij Nederland BV Geuijen, N. Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
VBO KPN Burgemeester Fockema Andrealaan Utrecht (02200)W2 CHEOPS2227 11148457
Analyse
Eenheid
Q
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen xylenen totaal BTEX naftaleen
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
Q Q Q Q Q Q
<0.2 <0.2 <0.2 <0.5 <1 <0.2
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 Totaal olie C10-C40
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
Q
<10 <10 <10 <10 <50
Orderdatum 22-02-2007 Startdatum 22-02-2007 Rapportagedatum 23-02-2007
001
De met Q gemerkte analyses vallen onder onze RvA erkenning.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grondwater
BPB27-1-2 1 (-)
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:1999 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Bijlage 2 van 2
Grontmij Nederland BV Geuijen, N. Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
VBO KPN Burgemeester Fockema Andrealaan Utrecht (02200)W2 CHEOPS2227 11148457
Orderdatum 22-02-2007 Startdatum 22-02-2007 Rapportagedatum 23-02-2007
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
benzeen tolueen ethylbenzeen xylenen naftaleen Totaal olie C10-C40
Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater Grondwater
Eigen methode, analyse met P+T- GCMS. Idem Idem Idem Idem Eigen methode, hexaan-extractie, clean-up, analyse m.b.v. GC-FID
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 001
G5445629 G5445630
22-02-2007 22-02-2007
22-02-2007 22-02-2007
ALC236 ALC236
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:1999 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Bijlage 6
Toetsingskader bodemkwaliteit
13/99075760/NG, revisie D1
Bijlage 6: Toetsingskader bodemkwaliteit
Tabel B6.1: Analyseresultaten grondmonsters (gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven) Monstercode 1) Bodemtype
droge stof (gew.-%) organische stof (%vdDS) min. delen <2um (%vdDS) Metalen Arseen Cadmium Chroom Koper Kwik Lood Nikkel Zink
MM1 I
1
92,0 <0,5 1,5
MM2 II
----
<4 <0,4 <15 <5 <0,05 <13 5,4 20
<0,1
minerale olie fractie C10-C12 fractie C12-C22 fractie C22-C30 fractie C30-C40 totaal olie C10-C40
<5 <5 <5 <5 <20
91,3 1,3 3,0
MM3 III
----
<4 <0,4 <15 5,4 <0,05 18 6,4 34
polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) Pak-totaal (10 van VROM) 0,50 Pak-totaal (16 van EPA) 0,69 -EOX
2
8,2 11
<5 <5 <5 <5 <20
MM4 IV
92,7 0,7 1,7
----
<4 <0,4 <15 <5 <0,05 <13 5,9 43
* --
<0,1
-----
3
0,52 0,78
<5 <5 <5 <5 <20
93,6 0,6 <1
--
<0,2 <0,3
--
<0,1
-----
<5 <5 <5 <5 <20
Monstercode en monstertraject: MM1 29 (8-50) 01 (8-50) 03 (8-50) 02 (8-50) 07 (8-50) 2 MM2 09 (0-50) 10 (0-50) 04 (8-50) 06 (8-50) 08 (8-50) 3 MM3 12 (8-50) 13 (0-50) 14 (8-50) 11 (8-50) 15 (8-50) 17 (8 -50) 4 MM4 27 (8-50) 25 (8-50) 20 (8-50) 23 (8-50) 24 (8-50) 19 (0 -50) 22 (4-55) 1
De resultaten zijn getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de circulaire "Streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering" (d.d. 24 februari 2000) van het Ministerie van VROM. De gehalten die de betreffende streefwaarde overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de streefwaarde (of de detectiegrens, indien deze hoger is) en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde -geen toetsingswaarden voor opgesteld niet geanalyseerd 1)
----
<4 <0,4 <15 <5 <0,05 <13 6,0 <20
<0,1
-----
4
De streef- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing zijn de grondmonsters ingedeeld in de volgende bodemtypen: I lutum 1,5 %; humus 0,5 % II lutum 3 %; humus 1,3 % III lutum 1,7 %; humus 0,7 % IV lutum 1 %; humus 0,6 %
13/99075760/NG, revisie D1
-----
Bijlage 6: Toetsingskader bodemkwaliteit
Tabel B6.2: Analyseresultaten grondmonsters (gehalten in mg/kgds, tenzij anders aangegeven) Monstercode 1) Bodemtype
MM5 V
1
droge stof (gew.-%) organische stof (%vdDS) min. delen <2um (%vdDS)
86,7 1,7 7,4
Metalen Arseen Cadmium Chroom Koper Kwik Lood Nikkel Zink
6,5 <0,4 18 12 0,10 38 15 51
MM6 VI
----
0,10
minerale olie fractie C10-C12 fractie C12-C22 fractie C22-C30 fractie C30-C40 totaal olie C10-C40
<5 <5 <5 <5 <20
77,2 2,5 28
MM7 VII
----
9,9 <0,4 34 16 0,09 26 25 63
polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) Pak-totaal (10 van VROM) 19 * Pak-totaal (16 van EPA) 26 -EOX
2
0,56 0,78
<5 <5 <5 <5 <20
84,9 1,7 5,0
----
<4 <0,4 <15 <5 <0,05 17 7,8 20
--
<0,1
-----
3
0,92 1,3
--
<0,1
-----
<5 <5 <5 <5 <20
-----
Monstercode en monstertraject: MM5 09 (100-150) 01 (75-125) 01 (150-200) 04 (100-130) 04 ( 130-150) 07 (100-150) 2 MM6 11 (80-135) 11 (135-175) 27 (100-150) 27 (150-200) 3 MM7 14 (50-100) 14 (150-200) 22 (110-150) 22 (150-200) 17 ( 100-135) 17 (150-170) 17 (170-200) 1
De resultaten zijn getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de circulaire "Streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering" (d.d. 24 februari 2000) van het Ministerie van VROM. De gehalten die de betreffende streefwaarde overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de streefwaarde (of de detectiegrens, indien deze hoger is) en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde -geen toetsingswaarden voor opgesteld niet geanalyseerd 1)
De streef- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing zijn de grondmonsters ingedeeld in de volgende bodemtypen: V lutum 7,4 %; humus 1,7 % VI lutum 28 %; humus 2,5 % VII lutum 5 %; humus 1,7 %
13/99075760/NG, revisie D1
Bijlage 6: Toetsingskader bodemkwaliteit
Tabel B6.3: Toetsingswaarden voor grond (VROM-toetsingskader). Het betreft gehalten in mg/kg d.s. Toetsingswaarden
1)
Metalen Arseen Cadmium Chroom Koper Kwik Lood Nikkel Zink polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) Pak-totaal (10 van VROM) EOX minerale olie totaal olie C10-C40 1)
S ½(S+I) I
S
½(S+I)
I
16 0,43 53 16 0,20 52 12 55
23 3,4 127 51 3,5 188 40 170
30 6,4 201 86 6,8 324 69 284
1,0 0,30
21
40
505
1000
10
streefwaarde gemiddelde van streef- en interventiewaarde interventiewaarde
De streef- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. De genoemde toetsingswaarden zijn van toepassing op het volgende bodemtype: I lutum = 1,5 %; humus = 0,5 %
13/99075760/NG, revisie D1
Bijlage 6: Toetsingskader bodemkwaliteit
Tabel B6.4: Toetsingswaarden voor grond (VROM-toetsingskader). Het betreft gehalten in mg/kg d.s. Toetsingswaarden
1)
Metalen Arseen Cadmium Chroom Koper Kwik Lood Nikkel Zink polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) Pak-totaal (10 van VROM) EOX minerale olie totaal olie C10-C40
1)
S ½(S+I) I
S
½(S+I)
I
17 0,46 56 18 0,21 54 13 61
24 3,7 134 55 3,6 196 46 187
32 6,9 213 93 7,0 339 78 313
1,0 0,30
21
40
505
1000
10
streefwaarde gemiddelde van streef- en interventiewaarde interventiewaarde
De streef- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. De genoemde toetsingswaarden zijn van toepassing op het volgende bodemtype: II lutum = 3 %; humus = 1,3 %
13/99075760/NG, revisie D1
Bijlage 6: Toetsingskader bodemkwaliteit
Tabel B6.5 Toetsingswaarden voor grond (VROM-toetsingskader). Het betreft gehalten in mg/kg d.s. Toetsingswaarden
1)
Metalen Arseen Cadmium Chroom Koper Kwik Lood Nikkel Zink polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) Pak-totaal (10 van VROM) EOX minerale olie totaal olie C10-C40 1)
S ½(S+I) I
S
½(S+I)
I
16 0,43 53 16 0,21 52 12 56
23 3,5 128 52 3,5 190 41 172
30 6,5 203 87 6,9 327 70 289
1,0 0,30
21
40
505
1000
10
streefwaarde gemiddelde van streef- en interventiewaarde interventiewaarde
De streef- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. De genoemde toetsingswaarden zijn van toepassing op het volgende bodemtype: III lutum = 1,7 %; humus = 0,7 %
13/99075760/NG, revisie D1
Bijlage 6: Toetsingskader bodemkwaliteit
Tabel B6.6 Toetsingswaarden voor grond (VROM-toetsingskader). Het betreft gehalten in mg/kg d.s. Toetsingswaarden
1)
Metalen Arseen Cadmium Chroom Koper Kwik Lood Nikkel Zink polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) Pak-totaal (10 van VROM) EOX minerale olie totaal olie C10-C40 1)
S ½(S+I) I
S
½(S+I)
I
16 0,43 52 16 0,20 52 11 54
23 3,4 125 50 3,5 187 39 166
30 6,4 198 84 6,8 322 66 277
1,0 0,30
21
40
505
1000
10
streefwaarde gemiddelde van streef- en interventiewaarde interventiewaarde
De streef- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. De genoemde toetsingswaarden zijn van toepassing op het volgende bodemtype: IV lutum = 1 %; humus = 0,6 %
13/99075760/NG, revisie D1
Bijlage 6: Toetsingskader bodemkwaliteit
Tabel B6.7 Toetsingswaarden voor grond (VROM-toetsingskader). Het betreft gehalten in mg/kg d.s. Toetsingswaarden
1)
Metalen Arseen Cadmium Chroom Koper Kwik Lood Nikkel Zink polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) Pak-totaal (10 van VROM) EOX minerale olie totaal olie C10-C40 1)
S ½(S+I) I
S
½(S+I)
I
19 0,50 65 20 0,23 59 17 75
27 4,0 156 64 3,9 214 61 230
35 7,5 246 108 7,6 369 104 384
1,0 0,30
21
40
505
1000
10
streefwaarde gemiddelde van streef- en interventiewaarde interventiewaarde
De streef- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. De genoemde toetsingswaarden zijn van toepassing op het volgende bodemtype: V lutum = 7,4 %; humus = 1,7 %
13/99075760/NG, revisie D1
Bijlage 6: Toetsingskader bodemkwaliteit
Tabel B6.8: Toetsingswaarden voor grond (VROM-toetsingskader). Het betreft gehalten in mg/kg d.s. Toetsingswaarden
1)
Metalen Arseen Cadmium Chroom Koper Kwik Lood Nikkel Zink polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) Pak-totaal (10 van VROM) EOX minerale olie totaal olie C10-C40 1)
S ½(S+I) I
S
½(S+I)
I
27 0,66 106 33 0,30 81 38 138
39 5,3 254 105 5,1 291 133 423
52 9,9 403 176 9,9 502 228 708
21
40
631
1250
1,0 0,30
13
streefwaarde gemiddelde van streef- en interventiewaarde interventiewaarde
De streef- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. De genoemde toetsingswaarden zijn van toepassing op het volgende bodemtype: VI lutum = 28 %; humus = 2,5 %
13/99075760/NG, revisie D1
Bijlage 6: Toetsingskader bodemkwaliteit
Tabel B6.9: Toetsingswaarden voor grond (VROM-toetsingskader). Het betreft gehalten in mg/kg d.s. Toetsingswaarden
1)
Metalen Arseen Cadmium Chroom Koper Kwik Lood Nikkel Zink polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK) Pak-totaal (10 van VROM) EOX minerale olie totaal olie C10-C40 1)
S ½(S+I) I
S
½(S+I)
I
18 0,48 60 19 0,22 57 15 68
26 3,8 144 60 3,7 205 53 207
34 7,2 228 100 7,3 354 90 347
1,0 0,30
21
40
505
1000
10
streefwaarde gemiddelde van streef- en interventiewaarde interventiewaarde
De streef- en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. De genoemde toetsingswaarden zijn van toepassing op het volgende bodemtype: VII lutum = 5 %; humus = 1,7 %
13/99075760/NG, revisie D1
Bijlage 6: Toetsingskader bodemkwaliteit
Tabel B6.10: Analyseresultaten grondwatermonsters (gehalten in µg/l, tenzij anders aangegeven) Peilbuisnummer Filtertraject (m -mv)
11 2,0-3,0
BPB27 onbekend
Zuurgraad (pH) Geleidingsvermogen (µS/cm)
7,5 644
Metalen Arseen Cadmium Chroom Koper Kwik Lood Nikkel Zink
<5 <0,4 <1 <5 <0,05 <10 <10 <20
31 <0,4 <1 <5 <0,05 <10 <10 <20
vluchtige aromaten Benzeen Tolueen Ethylbenzeen Xylenen totaal BTEX Naftaleen
<0,2 <0,2 <0,2 <0,5 <1 <0,2
<0,2 <0,2 <0,2 <0,5 <1 <0,2
vluchtige chloorkoolwaterstoffen 1,2-dichloorethaan cis1,2dichlooretheen trans-dichlooretheen tetrachlooretheen tetrachloormethaan 111-trichloorethaan 112-trichloorethaan trichlooretheen Chloroform
<0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1
<0,1 1,2 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1
chloorbenzenen monochloorbenzeen dichloorbenzenen
<0,2 <0,2
<0,2 <0,2
minerale olie fractie C10-C12 fractie C12-C22 fractie C22-C30 fractie C30-C40 totaal olie C10-C40
<10 <10 <10 <10 <50
---
--
-----
7,0 1200
<10 10 65 270 350
4 2,0-3,0
---
7,4 537
---
*
16 <0,4 <1 <5 <0,05 <10 <10 <20
*
--
*
<0,2 <0,2 <0,2 <0,5 <1 <0,2
--
<0,1 <0,1 <0,1 <0,30 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1
<0,2 <0,2
----**
<10 <10 <10 <10 <50
-----
De resultaten zijn getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de circulaire "Streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering" (d.d. 24 februari 2000) van het Ministerie van VROM. De gehalten die de betreffende streefwaarde overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de streefwaarde (of de detectiegrens, indien deze hoger is) en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde -geen toetsingswaarden voor opgesteld niet geanalyseerd
13/99075760/NG, revisie D1
Bijlage 6: Toetsingskader bodemkwaliteit
Tabel B6.11 Toetsingswaarden voor grondwater (VROM-toetsingskader). Het betreft gehalten in µg/l Toetsingswaarden
1)
Metalen arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink
10 0,40 1,0 15 0,05 15 15 65
vluchtige aromaten benzeen tolueen ethylbenzeen xylenen naftaleen vluchtige chloorkoolwaterstoffen 1,2-dichloorethaan cis1,2dichlooretheen trans-dichlooretheen tetrachlooretheen tetrachloormethaan 111-trichloorethaan 112-trichloorethaan trichlooretheen chloroform chloorbenzenen monochloorbenzeen dichloorbenzenen minerale olie totaal olie C10-C40 1)
S
S ½(S+I) I
0,20 7,0 4,0 0,20 0,01
½(S+I)
35 3,2 16 45 0,17 45 45 433
15 504 77 35 35
I
60 6,0 30 75 0,30 75 75 800
30 1000 150 70 70
7,0 0,01 0,01 0,01 0,01 0,01 0,01 24 6,0
204 10 10 20 5,0 150 65 262 203
400 20 20 40 10 300 130 500 400
7,0 3,0
94 27
180 50
325
600
50
streefwaarde gemiddelde van streef- en interventiewaarde interventiewaarde
13/99075760/NG, revisie D1
Bijlage 6: Toetsingskader bodemkwaliteit
Tabel B6.12 Analyseresultaten herbemonstering grondwatermonster BPB27-1-2-1 (gehalten in µg/l, tenzij anders aangegeven) Peilbuisnummer
BPB27
Filtertraject (m -mv)
onbekend
Zuurgraad (pH) Geleidingsvermogen (µS/cm)
7,11 1380
vluchtige aromaten benzeen
<0,2
tolueen
<0,2
ethylbenzeen
<0,2
xylenen
<0,5
totaal BTEX
<1
naftaleen
<0,2
--
minerale olie fractie C10-C12
<10
--
fractie C12-C22
<10
--
fractie C22-C30
<10
--
fractie C30-C40
<10
--
totaal olie C10-C40
<50
De resultaten zijn getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de circulaire "Streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering" (d.d. 24 februari 2000) van het Ministerie van VROM. De gehalten die de betreffende streefwaarde overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: * het gehalte is groter dan de streefwaarde (of de detectiegrens, indien deze hoger is) en kleiner dan of gelijk aan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde ** het gehalte is groter dan het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde -geen toetsingswaarden voor opgesteld niet geanalyseerd
13/99075760/NG, revisie D1
Bijlage 6: Toetsingskader bodemkwaliteit
Tabel B6.13 : Toetsingswaarden voor grondwater (VROM-toetsingskader). Het betreft gehalten in µg/l Toetsingswaarden
1)
S
½(S+I)
I
vluchtige aromaten benzeen
0,20
15
30
tolueen
7,0
504
1000
ethylbenzeen
4,0
77
150
xylenen
0,20
35
70
naftaleen
0,01
35
70
325
600
minerale olie totaal olie C10-C40 1)
S ½(S+I) I
50
streefwaarde gemiddelde van streef- en interventiewaarde interventiewaarde
13/99075760/NG, revisie D1
Bijlage 7
Verklaring toetsingskader
13/99075760/NG, revisie D1
Bijlage 7: Verklaring toetsingskader
Algemene toelichting toetsingskader In de Circulaire streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering (d.d. 24 februari 2000, Staatscourant 2000, nr. 39) van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) is een toetsingskader opgenomen voor de beoordeling van de milieukwaliteit van een bodem. Dit toetsingskader is vastgesteld voor grond/sediment en grondwater en geldt voor land- en waterbodems. In de circulaire worden de volgende toetsingswaarden onderscheiden: De streefwaarde Geeft het milieukwaliteitsniveau aan van een "schone" bodem, die alle mogelijke functies kan vervullen. De interventiewaarde bodemsanering Geeft het milieukwaliteitsniveau aan waarboven ernstige vermindering optreedt van de functionele eigenschappen van de bodem. De interventiewaarden zijn gebaseerd op een uitgebreide RIVM-studie naar zowel humaantoxicologische als ecotoxicologische effecten van bodem-verontreinigende stoffen. De humaantoxicologische ernstige bodemverontrei-nigingsconcentratie (Serious Risk Concentration = SRC humaan ) is het gehalte in de bodem waarbij overschrijding van het zogenaamde Maximaal Toelaatbare Risiconiveau voor de mens (MTR humaan) kan plaatsvinden. Voor de afleiding van de SRC humaan is uitgegaan van de situatie ‘wonen met tuin’ met een ‘standaard’ gedragspatroon, waarbij de meest relevante blootstellingsroutes zijn opgenomen. De SRC eco is het gehalte in de bodem waarboven 50% van de (potentieel) aanwezige soorten en processen negatieve effecten kunnen ondervinden (HC50). De laagste van deze twee gehalten is in principe als interventiewaarde vastgesteld. De interventiewaarden zijn derhalve gekoppeld aan de potentiële risico's van een bodemverontreiniging. Het gemiddelde van de streef- en interventiewaarde Deze waarde geeft de milieukwaliteit aan, waarbij er sprake is van verhoogde, maar in het algemeen niet potentieel onaanvaardbare, risico's voor mens en milieu. Het betreft een rekenkundig gemiddelde van de streef- en interventiewaarde, dat niet rechtstreeks aan een specifiek risiconiveau is gekoppeld. Overschrijding van deze waarde heeft slechts een indicatieve functie namelijk het aangeven van de noodzaak om een nader onderzoek naar de kwaliteit van de bodem uit te voeren. Voorts wordt in de circulaire een overzicht gegeven van alle thans vastgestelde indicatieve niveaus voor ernstige verontreiniging. Deze indicatieve niveaus voor ernstige verontreiniging zijn vastgesteld voor stoffen waarvoor geen meet- en analysevoorschriften, dan wel onvoldoende toxicologische gegevens beschikbaar zijn, om een interventiewaarde vast te kunnen stellen. Bodemtypecorrectie Aangezien mogelijke effecten afhankelijk zijn van de mate van beschikbaarheid van een stof zijn zowel de streef- als interventiewaarden in grond/sediment afhankelijk gesteld van het lutum- en organische stofgehalte. De interventiewaarden voor grondwater zijn afgeleid van de interventiewaarden voor grond/sediment, maar zijn onafhankelijk van het bodemtype.
13/99075760/NG, revisie D1
Asbest De interventiewaarde voor asbest is, in de Beleidsbrief asbest in bodem, grond en puin(granulaat) (TK 3 maart 2004, 28 663 en 28 199, nr. 15), vastgesteld op 100 mg/kg d.s. gewogen (gewogen wil zegen de serpentijnasbest-concentratie vermeerderd met 10 maal de amfiboolasbest-concentratie). Voor asbest wordt geen streefwaarde vastgesteld omdat de interventiewaarde reeds op het niveau van verwaarloosbaar risico ligt. Er is geen bodemtype-correctie van toepassing op de interventiewaarde van asbest. Dit beleid vervangt de passages in de Circulaire streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering die betrekking hebben op asbest. Geval van ernstige verontreiniging Er is sprake van een geval van ernstige verontreiniging indien voor ten minste één stof de gemiddelde gemeten concentratie van minimaal 25 m3 bodemvolume in het geval van bodemof sedimentverontreiniging, of 100 m3 poriënverzadigd bodemvolume in het geval van een grondwaterverontreiniging, hoger is dan de interventiewaarde. Toelichting milieuhygiënisch saneringscriterium Indien sprake is van een geval van ernstige verontreiniging dat voor 1987 is ontstaan, dient te worden bepaald of de sanering al dan niet spoedig dient te worden uitgevoerd. Voor landbodems dient hiervoor de systematiek van het milieuhygiënisch saneringscriterium te worden gevolgd. Deze systematiek is beschreven in de Circulaire bodemsanering 2006 (Staatscourant 2006, nr. 83) en bestaat uit drie stappen. Stap 1 is het vaststellen van het geval van ernstige verontreiniging, de stappen 2 en 3 bestaan uit de bepaling van de risico’s bij het huidig of toekomstig gebruik. Hierbij is stap 2 een standaard risicobeoordeling die altijd dient te worden uitgevoerd en is stap 3 een locatiespecifieke risicobeoordeling die facultatief is. Stap 3 kan worden uitgevoerd als er in stap 2 is bepaald dat er sprake is van onaanvaardbare risico’s maar de standaard risicobeoordeling sluit niet voldoende aan bij de huidige of toekomstige situatie op de locatie. Stap 3 kan ook worden uitgevoerd als men met specifieke technieken het risico beter wil bepalen. Als stap 3 is uitgevoerd, is het resultaat van stap 3 bepalend voor de beslissing omtrent de spoed van de sanering. Bij een risicobeoordeling wordt onderscheid gemaakt in risico’s voor de mens, risico’s voor het ecosysteem en risico’s van verspreiding van de verontreiniging. In bijlage 1 van de Circulaire bodemsanering 2006 is de methode weergegeven waarmee de risico’s kunnen worden bepaald. Ter ondersteuning is het computermodel Sanscrit door het Van Hall Instituut ontwikkeld. In principe dient de sanering van een geval van ernstige verontreiniging spoedig te worden uitgevoerd tenzij is aangetoond dat er in de huidige of toekomstige situatie géén sprake is van onaanvaardbare risico’s. Er moet dan aan alle drie de hieronder beschreven criteria worden voldaan: risico’s voor de mens • het MTR humaan wordt ten gevolge van deze verontreiniging in de locatiespecifieke situatie niet overschreden; • mensen ondervinden géén aantoonbare hinder (bv huidirritatie en stank) van de bodemverontreiniging. Dit geldt alleen voor de huidige situatie; risico’s voor het ecosysteem • de HC50 wordt over een bepaald oppervlakte (afhankelijk van het gebruik van de locatie) niet overschreden of er is op basis van ecologische meetmethoden aangetoond dat er géén sprake is van onaanvaardbare risico’s voor het ecosysteem; risico’s voor verspreiding • er is geen kwetsbaar object binnen een straal van 100 m van de interventiewaardecontour in het grondwater; • er is geen sprake van een drijflaag van waaruit verspreiding plaatsvindt; • er is geen sprake van een zaklaag van waaruit verspreiding plaatsvindt • het totale bodemvolume waarbinnen het grondwater is verontreinigd met een of meer stoffen in gehalten boven de interventiewaarden is niet groter dan 6.000 m3 of als het wel groter is
13/99075760/NG, revisie D1
dan 6.000 m3 dient de jaarlijkse verspreiding van de verontreiniging met een of meer stoffen boven de interventiewaarde in het grondwater binnen een kleiner bodemvolume dan 5.000 m3 plaats te vinden. Toelichting saneringstijdstip Een geval van ernstige verontreiniging waarbij sprake is van onaanvaardbare risico’s dient spoedig te worden gesaneerd. Dit houdt in dat de onaanvaardbare risico’s zo snel mogelijk dienen te worden weggenomen. Als indicatie voor de termijn waarop de (deel)sanering dient aan te vangen geldt als richtlijn: binnen 4 jaar na het afgeven van de beschikking ernst en spoed. Zorgplicht Los van het toetsingkader is in 1987, bij de inwerkingtreding van de Wet bodembescherming, het zorgplichtartikel van kracht geworden. Iedereen die vanaf 1987 handelingen verricht die de bodem (verder) verontreinigen, is verplicht direct saneringsmaatregelen te treffen, zodat de oude situatie wordt hersteld.
13/99075760/NG, revisie D1
Bijlage 8
Kwaliteitsborging Grontmij
13/99075760/NG, revisie D1
Kwaliteitsborging De kwaliteit van de door Grontmij uitgevoerde onderzoeken en gegeven adviezen op het gebied van bodembeheer wordt op de volgende manieren gewaarborgd: NEN-EN-ISO-9001 Het managementsysteem van Grontmij Nederland bv is gecertificeerd tegen NEN-EN-ISO-9001: 2000. Deze norm geeft een model voor externe kwaliteitsborging en voor certificatie. Er wordt een aantal activiteiten aangegeven, die voor het geven van vertrouwen in de relatie klant/leverancier worden aangetoond. Dit omvat zowel randvoorwaarden voor kwaliteitsverbetering als eisen voor kwaliteitsborging. NEN-EN-ISO-14001 Het managementsysteem van Grontmij Nederland bv is gecertificeerd tegen NEN-EN-ISO-14001: 1996. Deze norm geeft eisen en richtlijnen voor het gebruik van milieuzorgsystemen. Met het certificaat toont Grontmij Nederland bv aan dat zij de zorg voor het milieu in haar dienstverlening en interne bedrijfsvoering goed heeft georganiseerd. Kernpunten daarbij zijn het naleven van wet- en regelgeving en de voortdurende verbetering van milieuprestaties. VCA Grontmij Nederland bv voldoet aan de veiligheidsmanagementnorm VCA** van de Stichting Samenwerken voor Veiligheid. De norm betreft “het uitvoeren van bodemonderzoek op het gebied van civiele techniek, cultuurtechniek, milieu, winning van zand, grind en klei en werken in de risicogebieden railinfrastructuur”. Bouwstoffenbesluit Grontmij Nederland bv is gecertificeerd voor het uitvoeren van keuringen volgens het Bouwstoffenbesluit (BRL SIKB 1000). Grontmij is aangewezen door de ministers van VROM en V&W voor monsterneming voor de volgende categorieën: • Grond (partijkeuringen); • Materialen verhardingsconstructies; • Niet-vormgegeven bouwstoffen uit statische partijen; • Vormgegeven bouwstoffen uit statische partijen. Met dit logo op offertes en in rapportages wordt aangegeven dat de werkzaamheden conform de SIKB BRL 1000 zijn uitgevoerd en dat de werkzaamheden voldoen aan het bouwstoffenbesluit. Bij afwijkingen op kritische punten wordt het logo niet gevoerd. Zie voor motivatie dan de tekst. SIKB De Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) is een samenwerkingsverband van markt en overheid, met als doel de kwaliteit van besluitvorming, dienstverlening en realisatie van bodembeheer te verhogen. Grontmij Nederland bv is actief betrokken bij het werk van SIKB. Grontmij Nederland bv is gecertificeerd voor: • Het uitvoeren van veldwerk (BRL SIKB 2000); • Milieukundige begeleiding van bodemsaneringen (BRL SIKB 6000). Met dit logo op offertes en in rapportages wordt aangegeven of het werk conform de SIKB BRL 2000 of 6000 is uitgevoerd. Bij afwijkingen op kritische punten wordt het logo niet gevoerd. Zie voor motivatie dan de tekst. BRL 5052 Grontmij Nederland bv beschikt over het KOMO Procescertificaat voor asbestonderzoek volgens de Nationale Beoordelingsrichtlijn (BRL 5052) en is daarmee wettelijk gerechtigd tot het uitvoeren van asbest inventarisaties. VKB Grontmij Nederland bv is actief lid van de Vereniging Kwaliteitsborging Bodemonderzoek (VKB). Deze vereniging van milieuadvies- en veldwerkbureaus werkt aan de kwaliteitsborging van bodemonderzoek en bodemadvies door o.a. het stellen van eisen inzake opleiding en ervaring, toepassing van normen en voorschriften en certificatie. Onze advies- en veldwerkzaamheden worden uitgevoerd conform de kwaliteitseisen van deze vereniging. Milieukundig laboratoriumonderzoek De laboratoria, die door Grontmij worden ingeschakeld voor het uitvoeren van milieukundig laboratoriumonderzoek, voldoen aan de accreditatiecriteria van de Raad van Accreditatie conform NEN-EN-ISO/IEC 17025: 2000. 13/99075760/NG, revisie D1