Actualiserend onderzoek Locatie Tiendweg 22 te Zeist Voormalige adres: Tiendweg 1d te Zeist
Gegevens opdrachtgever de heer S. de Vos Tiendweg 22 3709 JP Zeist Contactpersoon: de heer S. de Vos Contactpersoon CSO Dhr. S.F. Uiterwijk Dhr. G. Hoekstra Projectcode: 12M443 Rapportnummer: 12M433 Versiedatum: 29 maart 2013 Status: Definitief
Inhoudsopgave 1. 2.
3.
4.
5. 6.
Inleiding ...............................................................................................................................................................1 Achtergronden.....................................................................................................................................................2 2.1 Locatiegegevens...........................................................................................................................................2 2.2 Reeds uitgevoerde (bodem)onderzoeken..................................................................................................3 2.3 Regionale bodemopbouw en geohydrologie.............................................................................................3 2.4 Hypothese en onderzoeksstrategie............................................................................................................4 Uitgevoerd onderzoek.........................................................................................................................................5 3.1 Onderzoeksopzet..........................................................................................................................................5 3.2 Veldonderzoek en laboratoriumonderzoek...............................................................................................5 Resultaten............................................................................................................................................................7 4.1 Veldonderzoek..............................................................................................................................................7 4.2 Laboratoriumonderzoek .............................................................................................................................7 4.2.1 Grond..................................................................................................................................................8 Evaluatie onderzoeksresultaten.........................................................................................................................9 Conclusies en aanbevelingen...........................................................................................................................11 6.1 Conclusies...................................................................................................................................................11 6.2 Aanbevelingen............................................................................................................................................11
Bijlagen Bijlage 1: Regionale ligging van de onderzoekslocatie Bijlage 2: Situatietekening met boorpunten Bijlage 3: Kadastrale kaart Bijlage 4: Boorprofielbeschrijvingen (asbestgaten) Bijlage 5: Analysecertificaten grond Bijlage 6: Wettelijke toetsingskader Bijlage 7: Grondverzet, sloop en asbest Bijlage 8: Lijst van gebruikte afkortingen en begrippen Bijlage 9: Bepaling gehalte asbest grond
12M433 29 maart 2013 Definitief
1.
Inleiding
In opdracht van de heer S. de Vos heeft CSO Adviesbureau een actualiserend onderzoek asbest op het maaiveld en in de grond uitgevoerd aan de Tiendweg 22 te Zeist (voorheen Tiendweg 1d). De regionale ligging van de locatie is weergegeven op de kaart, bijgevoegd als bijlage 1. Uit informatie van de opdrachtgever is gebleken dat de eigenaar van het aangrenzend perceel (Tiendweg 28) aangegeven heeft bezwaar te zullen maken tegen de bouw van ecologische woningen. De aanleiding hiervoor is het ontbreken van een recentelijk uitgevoerd onderzoek naar de aanwezigheid van asbesthoudend materiaal op het maaiveld en in de bodem. Het doel van het uitvoeren van dit onderzoek is: • Het vaststellen van de kwaliteit van de bodem (asbest) en het beoordelen of de kwaliteit van de bodem geschikt is voor het voorgenomen gebruik; • Derden ervan overtuigen dat de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem (voor wat betreft asbest), bij het huidige gebruik en het toekomstige gebruik (woningen met tuin), geen risico's voor de mens veroorzaakt. Het uitgevoerde onderzoek heeft bestaan uit een bodemonderzoek conform NEN 5707. Tevens zijn de beschikbare gegevens geëvalueerd. Het onderzoek heeft zich beperkt tot het zuidwestelijk deel van de locatie (aangrenzend aan het perceel met huisnummer 28). In hoofdstuk 2 worden de gegevens van de locatie gepresenteerd alsmede de resultaten van het vooronderzoek en de daaruit voortvloeiende onderzoeksstrategie. In hoofdstuk 3 worden de uitgevoerde werkzaamheden besproken, de certificering en de kwaliteitsborging. In hoofdstuk 4 zijn de resultaten weergegeven. In hoofdstuk 5 worden de onderzoeksresultaten geëvalueerd en in hoofdstuk 6 volgen de conclusies en aanbevelingen. Voor een uitleg van de in dit rapport gebruikte begrippen en afkortingen wordt verwezen naar bijlage 8.
12M433 29 maart 2013 Pagina 1 Definitief
2.
Achtergronden
Voorafgaand aan het bodemonderzoek is op basisniveau historisch vooronderzoek verricht, conform de NEN 5725 (strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek, januari 2009). Daarnaast zijn gegevens over de bodemopbouw en geohydrologie en gegevens over de (financieel-)juridische situatie verzameld (via het Kadaster). De kadastrale gegevens zijn opgevraagd bij het Kadaster. Tijdens de locatie-inspectie heeft een interview plaatsgevonden met de huidige eigenaar en opdrachtgever. De resultaten van het vooronderzoek zijn in onderstaande paragrafen opgenomen.
2.1
Locatiegegevens
Op de locatie is een nertsenfokkerij aanwezig geweest. In onderstaand overzicht zijn de algemene gegevens van de locatie opgenomen: • adres : Tiendweg 22 te Zeist • oppervlakte : Circa 8.800 m² • kadastrale gegevens : Kadastrale gemeente Zeist, sectie F, perceelsnummer 1064. • voormalig gebruik : Bos en nertsenfokkerij • toekomstig gebruik : Woningen met tuin en natuur • verhardingen : Grotendeels onverhard • gedempte sloten : Voor zover bekend zijn geen gedempte sloten op de locatie aanwezig De oppervlakte van het perceel bedraagt circa 8.800 m² en is onderverdeeld in: – Twee bouwpercelen nrs. 24 en 26 (oppervlakte circa 3.000 m²). – Woning nr. 22 met tuin en schuur (oppervlakte circa 3.400 m²). – Overig deel tussen de schuur en de twee bouwpercelen 2.400 m²). Aan de noordzijde van het perceel is een woning aanwezig. Het overig deel van het terrein is grotendeels begroeid (braakliggend). In de directe omgeving bevinden zich één woning (nr. 28), weilanden en een spoor. Een overzicht van de locatie is weergegeven in bijlage 2. In bijlage 3 is de kadastrale kaart bijgevoegd. Voor zover bekend zijn op de onderzoekslocatie geen ondergrondse tanks geïnstalleerd (geweest). De huidige eigenaar wil op een deel van de locatie twee woningen realiseren aan de zuidwestzijde van de locatie (oppervlakte per perceel circa 1.500 m²). Bij het ontwerp is rekening gehouden met de omgeving. De woningen worden ecologisch ontworpen.
12M433 29 maart 2013 Pagina 2 Definitief
Dit houdt onder andere in: ● Realisatie van een groen dak. ● Nul energie (energie neutraal). ● Het gebruik van duurzame materialen. ● Vogelvriendelijke natuurtuinen. Bij het ontwerp is rekening gehouden met de aanleg van vogelvriendelijke natuurtuinen. Aan de noordwestzijde van de locatie bevindt zich nu nog een betonnen schutting. Deze wordt vervangen door een wal van natuurlijke materialen afkomstig van de locatie (hout etc). Ten opzichte van de huidige situatie zullen de natuurwaarden toenemen.
2.2
Reeds uitgevoerde (bodem)onderzoeken
Op de locatie zijn reeds enkele (bodem)onderzoeken verricht. In het kader van de herziening van een bestaande hinderwetvergunning is door CSO adviesbureau in 1993 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (rapportnummer 93.191). Dit onderzoek diende als 'nul-situatie'. In 2001 is door CSO tevens een eind-situatie onderzoek verricht (projectnumer 01L234.10). Dit onderzoek is uitgevoerd op basis van de richtlijnen, zoals aangegeven door de NVN 5740. Door Fibrecount is in oktober 2002 reeds een asbestonderzoek verricht (dossiernummer DN02-0310X). Aanleiding voor dit onderzoek was de asbestsanering. Hierbij zijn golfplaten van de daken van de nertsenkooien verwijderd. Een nabije omwonende heeft bezorgdheid over de aanwezigheid van asbest kenbaar gemaakt. Alle verharde delen van het terrein en de weg zijn visueel geïnspecteerd. Veegmonsters van de weg, de buitenplaats en de schuur zijn genomen. Van het overig deel van het terrein zijn bodemmonsters van de toplaag genomen. In de veeg- en mengmonsters is geen asbest aangetroffen. In de grondmonsters is eveneens geen asbest aangetroffen. Bij de visuele inspectie is asbesthoudend plaatmateriaal op het maaiveld aangetroffen (chrysotiel 10-15%). Geconcludeerd is dat er geen direct gevaar is voor het vrijkomen van asbestvezels. Door CSO adviesbureau is in augustus 2007 een actualiserend bodemonderzoek uitgevoerd. Hierbij is tevens een indicatief onderzoek naar de aanwezigheid van asbest verricht. In de grond is geen asbest aangetoond. Naar aanleiding hiervan is de grond onverdacht voor de aanwezigheid van asbest.
2.3
Regionale bodemopbouw en geohydrologie
De navolgende gegevens zijn ontleend aan de Grondwaterkaart van Nederland, blad Utrecht (TNO-Dienst Grondwaterverkenning, 1978). De maaiveldhoogte in de gemeente Zeist varieert van 2 tot 10 m+NAP en bedraagt gemiddeld circa 8 m+NAP.
12M433 29 maart 2013 Pagina 3 Definitief
De regionale bodemopbouw in de gemeente Zeist kan globaal als volgt worden geschematiseerd: Meters t.o.v. NAP
geologische omschrijving
8 tot 3 3 tot –35
Slecht doorlatende deklaag 1e watervoerend pakket
-35 tot –40
1e slecht doorlatende laag
Vanaf –40
2e watervoerende pakket
lithostratigrafie
grondsoort
Klei/veen Formaties van Twente, Kreftenheije, Urk (matig) grof zand en Sterksel Eemformatie Klei (matig) grof zand
De slecht doorlatende deklaag is aanwezig in het zuidelijke en zuidwestelijke deel van de gemeente. Het eerste watervoerend pakket heeft een doorlaatvermogen (transmissiviteit) van 2.000 tot 6.000 m2/dag. De locatie ligt in een gebied waar regionaal infiltratie optreedt. Het ondiepe grondwater staat op circa 2 tot 5 mmv. Het grondwater in het eerste watervoerend pakket stroomt regionaal in westelijke tot zuidwestelijke richting. In de gemeente Zeist worden op enkele punten relatief grote hoeveelheden grondwater onttrokken. De stromingsrichting in het eerste watervoerend pakket wordt hierdoor op regionale schaal echter niet beïnvloed.
2.4
Hypothese en onderzoeksstrategie
Het asbestonderzoek grond is uitgevoerd conform de NEN 5707 – Bodem: inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem (2003). Indien zich in de bodem meer dan 20 volumeprocent puin bevindt, dient het onderzoek te worden uitgevoerd conform de NEN 5897, monsterneming en analyse van asbest in onbewerkt bouw- en sloopafval en recyclinggranulaat (2005). Uit de voorgaande onderzoeken blijkt dat zich waarschijnlijk niet meer dan 20% puin in de bodem bevindt en dat derhalve de NEN 5707 van toepassing is. In 2007 is op het maaiveld en in de bodem geen asbest aangetroffen (indicatief onderzoek). De bodem is onverdacht voor de aanwezigheid van asbest in de bodem. Het zuidwestelijk deel, aangrenzend aan het perceel met huisnummer 28, is actualiserend onderzocht (bouwpercelen). De oppervlakte van de deellocatie bedraagt circa 5.000 m². De bovenstaande hypothese is met het bodemonderzoek getoetst. In de volgende hoofdstukken komen de uitgevoerde werkzaamheden, alsmede de resultaten daarvan aan bod.
12M433 29 maart 2013 Pagina 4 Definitief
3.
Uitgevoerd onderzoek
3.1
Onderzoeksopzet
Het perceel bij de woning aan de Tiendweg nr. 22 en de schuur zijn niet onderzocht. Op basis van de in § 2.4 vastgestelde hypothese en onderzoeksstrategie is het volgende onderzoeksprogramma uitgevoerd:
Tabel 3.1:
Onderzoeksprogramma
Oppervlakte deellocatie
Gaten tot 0,5 m diep (actuele contactzone)
Boringen tot ondergrond (max. 2m-mv)
Analyse asbest grond NEN 5707
Analyse matariaalmonster
Circa 5.000 m²
11
3
2
1
3.2
Veldonderzoek en laboratoriumonderzoek
CSO Adviesbureauis door SGS Intron gecertificeerd volgens VCA**, ISO 9001 en ISO 14001. CSO Adviesbureau vestiging Bunnik is tevens gecertificeerd voor BRL SIKB 1000, BRL SIKB 2000 en BRL SIKB 6000. De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd door CSO Adviesbureau onder het certificaat (protocollen 2018). De veldwerkzaamheden zijn op 22 november 2012 uitgevoerd door CSO Adviesbureau vestiging Bunnik onder het BRL SIKB 2000 certificaat (protocol 2018) door de erkende veldwerker, de heer S. Corton. Aangezien de onderzoekslocatie geen eigendom is van CSO Adviesbureau of de overige aan deze bedrijven gelieerde ondernemingen, wordt voldaan aan de eisen van onafhankelijkheid uit de BRL SIKB 2000. Tijdens de uitvoering van het veldwerk zijn geen kritieke afwijkingen opgetreden van de protocollen beschreven in de BRL SIKB 2000. Ten eerste is een visuele inspectie van het maaiveld uitgevoerd, waarbij het maaiveld (daar waar niet afgedekt) rastergewijs is geïnspecteerd (conform NEN 5707). Op het maaiveld is zintuiglijk op twee plaatsen asbestverdacht materiaal aangetroffen (plaatmateriaal). Ten tweede zijn, in het kader van het asbestonderzoek grond, verspreid over de locatie met een schep 11 gaten gegraven (G01 t/m G11; minimaal 30 x 30 x 50 cm). De locatie van de gaten is mede bepaald aan de hand van de resultaten van de visuele inspectie van het maaiveld. De asbestgaten zijn afgedicht met de ontgraven grond. Indien te weinig grond voorhanden was, zijn de gaten met klei afgedicht.
12M433 29 maart 2013 Pagina 5 Definitief
De gaten zijn conform VKB-protocol 2018 geïnspecteerd en bemonsterd. De uit de asbestgaten vrijgekomen grond is gezeefd over 20 mm. Van de fijne fractie (< 20 mm) zijn (meng)monsters samengesteld (circa 10 kg) voor analytisch onderzoek op asbest door middel van lichtmicroscopie conform de NEN 5707. Bij gat 1 is in de grond asbestverdacht plaatmateriaalmateriaal aangetroffen. Volgens de NEN 5707 is de analyse van grondmonsters (de fijne fracties) bij een verkennend asbestonderzoek niet noodzakelijk. Echter, om een goed beeld te krijgen van de asbestconcentratie in de bodem zijn 2 (meng)monsters geanalyseerd. De grondmonsters zijn kwantitatief geanalyseerd op asbest met behulp van lichtmicroscopie conform de NEN 5707. De selectie van de bodemmonsters heeft plaatsgevonden op basis van zintuiglijke waarnemingen en herkomst. De selectie van monsters voor analyse en de wijze waarop de mengmonsters zijn samengesteld, is weergegeven in de onderstaande tabel. Tabel 3.2:
Analyseprogramma verkennend onderzoek asbest grond
Monsternummer
Afkomstig uit gaten
Traject (mmv)
Analyse asbest grond (NEN5707)
Analyse materiaalmonsters
Opmerkingen
G01
G01
0,5
1x
-
Noordoostzijde locatie
MM01
G06 en G07
0,5
1x
-
Zuidwestzijde locatie (bouwperceel)
PL-01
G07
0
-
1x
Asbesthoudend plaatje op maaiveld
* Stereo electronen microscopie
De situering van de gaten is op de kaartbijlage, bijgevoegd als bijlage 2, weergegeven. De analyses zijn uitgevoerd door ALcontrol Laboratories te Rotterdam. Dit laboratorium is geaccrediteerd conform de IEC 17025 en gecertificeerd volgens ISO 9001 door Lloyd’s Register Quality Assurance. Daarnaast is ALcontrol Laboratories AS3000 gecertificeerd. De asbestverdachte materialen afkomstig van het maaiveld en afkomstig uit de gaten zijn per materiaalsoort in het laboratorium geanalyseerd met behulp van lichtmicroscopie conform de NEN 5896.
12M433 29 maart 2013 Pagina 6 Definitief
4.
Resultaten
4.1
Veldonderzoek
Het opgeboorde materiaal is beoordeeld op kleur, textuur, bijmenging en eventuele bijzonderheden. De beschrijvingen van de gaten zijn opgenomen in bijlage 4.
4.2
Laboratoriumonderzoek
De analyseresultaten zijn getoetst aan de door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu vastgestelde achtergrond- en interventiewaarden voor grond en de streef- en interventiewaarden voor grondwater. De achtergrondwaarden voor grond (AW2000) zijn vastgelegd in de Regeling bodemkwaliteit. De interventiewaarden voor grond en de streef- en interventiewaarden voor grondwater zijn vastgelegd in de Circulaire bodemsanering 2009, zoals gewijzigd op 3 april 2012 (Staatscourant 2012, 6563). De betekenis van deze waarden is als volgt: • Achtergrondwaarde grond / streefwaarde grondwater: bij een gehalte lager dan de achtergrondwaarde voor grond en de streefwaarde voor grondwater wordt gesproken over niet verontreinigde bodem. Wanneer een gemeten gehalte de achtergrondwaarde of de streefwaarde overschrijdt, wordt gesproken over een licht verhoogd gehalte of een lichte verontreiniging. • tussenwaarde (criterium voor nader onderzoek): dit is het gemiddelde van de achtergrond- of streefwaarde en de interventiewaarde. Overschrijding van de tussenwaarde wordt een matig verhoogd gehalte of matige verontreiniging genoemd. • interventiewaarde: wanneer een gemeten gehalte hoger is dan de interventiewaarde wordt gesproken over een sterke verontreiniging of sterk verhoogd gehalte. De gewogen asbestconcentratie zijn getoetst aan de vigerende norm. De landelijke normen die voor asbest in grond, bodem en puingranulaat van toepassing zijn vastgesteld op 100 mg/kg gewogen (serpentijnconcentratie vermeerderd met 10 maal de amfiboolasbestconcentratie). De interventiewaarde en hergebruikswaarde voor asbest zijn opgenomen in de circulaire bodemsanering en de Regeling bodemkwaliteit. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage 6.
12M433 29 maart 2013 Pagina 7 Definitief
4.2.1
Grond
De analysecertificaten van de grondmonsters en het materiaalmonster zijn opgenomen in bijlage 5. In gat G01 zijn in de grond 4 plaatjes aangetroffen die asbestverdacht zijn. Bij G06 is op het maaiveld een asbestverdacht plaatje aangetroffen. Het plaatmateriaal is bemonsterd en geanalyseerd. De hoeveelheid asbest in de grond is bepaald (zie bijlage 9). In de onderstaande tabel is een samenvatting van de resultaten van de analyses weergegeven: Tabel 4.1: Monsternummer
Concentraties asbest in (grond)mengmonsters Traject (m-mv)
Gewicht (gram)
Concentratie asbest (mg/kg ) Grove fractie (> 16 mm) veld
Fijne fractie (< 16 mm) lab
Serpentijn
Amfibool
Serpentijn
Amfibool
G01
0,0-0,5
123,16
121,88
-
1,2
-
MM01
0,0-0,5
-
-
-
1,2
0,3
12M433 29 maart 2013 Pagina 8 Definitief
5.
Evaluatie onderzoeksresultaten
Ter plaatse van de Tiendweg 22 te Zeist (voormalig Tiendweg 1d) is een nertsenfokkerij aanwezig geweest. Enkele opstallen zijn nog aanwezig. Het terrein ligt momenteel grotendeels braak en is nagenoeg volledig begroeid met bomen, struiken en pioniersbegroeing. De huidige eigenaar is voornemens op een deel van de locatie twee ecologische woningen te realiseren. De daken bij voormalige nertsenfokkerij bestonden deels uit asbesthoudende golfplaten. Dergelijke platen zijn jarenlang gebruikt voor stallen en schuurtjes en komen nog steeds veel voor. Zolang men geen verspanende handelingen verricht, zoals zagen en slijpen, zal dit geen risico's opleveren. In principe mag een particulier dergelijke asbestplaten zelf verwijderen, mits deze geschroefd zijn en het oppervlakte niet groter is dan 34 m². Tijdens de asbestsanering, door een gecertificeerd bedrijf, is enig asbesthoudend materiaal op het maaiveld terechtgekomen. Tijdens de visuele inspectie, in november 2012, is op het maaiveld nog een asbesthoudend plaatje aangetroffen. Het betreft een plaatje met hechtgebonden asbest. Bij hechtgebonden asbest zitten de vezels sterk verankerd in het dragermateriaal. Dit betekent dat nauwelijks vezels zullen vrijkomen indien het materiaal in goede staat verkeert en niet wordt bewerkt. Door Fibrecount is in oktober 2002 reeds een asbestonderzoek verricht (dossiernummer DN02-0310X). Veegmonsters van de weg, de buitenplaats en de schuur zijn genomen. Van het overig deel van het terrein zijn bodemmonsters van de toplaag genomen. In de veeg- en mengmonsters is geen asbest aangetroffen. In de grondmonsters is eveneens geen asbest aangetroffen. Geconcludeerd is dat er geen direct gevaar is voor het vrijkomen van asbestvezels. In totaal zijn 11 asbestgaten onderzocht, verdeeld over het terrein. De situering van de gaten is weergegeven op kaartbijlage 2. Ter plaatse van de asbestgaten aan de zuidwestzijde van het perceel, grenzend aan de Tiendweg 28, is visueel geen asbest aangetroffen; zowel op het maaiveld als in de bodem (actuele contactzone). Bij 1 asbestgat is in de grond zowel visueel asbestverdacht materiaal als analytisch asbest aangetroffen. G01 is ter plaatse van de grondwal verricht aan de noordoostzijde van de onderzoekslocatie. Hier zijn geen woningen gepland. De bepaling toetsing asbest is bijgevoegd als bijlage 9. De restconcentratienorm wordt overschreden (omgerekend 123,1 mg/kg ds). Bij G07 is op het maaiveld een plaatje aangetroffen wat asbesthoudend is. Het plaatje is verwijderd in verband met analyse. Uit het analysecetrificaat, met rapportnummer 11842630, blijkt dat het asbest hechtgebonden is.
12M433 29 maart 2013 Pagina 9 Definitief
Om te bepalen of in de grond aan de zuidwestzijde asbest aanwezig is, is een mengmonster van de grond uit G06 en G07 samengesteld. Uit het veld en chemisch onderzoek kan worden geconcudeerd dat de concentratie ruim binnen de norm blijft (serpentijnconcentratie vermeerderd met 10 maal de amfiboolasbestconcentratie; zie bijlage 9). Het chemische en fysische karakter van asbest heeft tot gevolg dat alleen sprake is van schadelijke blootstelling ten gevolge van het inademen van asbestvezels1. Verspreiding via het grondwater zal niet plaatsvinden omdat de vezels niet in grondwater oplossen. Effecten op het (bodem)ecosysteem zijn naar verwachting niet relevant Derhalve is geen sprake van ecologische- en verspreidingsrisico's. De aan- of afwezigheid van onaanvaardbare risico's voor de mens gebeurt in stappen (conform de circulaire bodemsanering): ● Stap 1. Vastgesteld wordt of sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Hiervan is sprake indien de gemiddelde concentratie binnen een ruimtelijke eenheid hoger is dan de interventiewaarde van 100 mg/kg ds (gewogen). Hierbij dient opgemerkt te worden dat het volumecriterium voor een bodemverontreiniging met asbest niet van toepassing is, bij het vaststellen van de ernst. ● Stap 2. In onderhavig onderzoek is vastgesteld dat asbest aanwezig is in de bovenste 0,5 meter van de bodem (enkele stukjses plaatmateriaal). Uit het veld- en chemisch onderzoek kan worden geconcludeerd dat de concentratie hechtgebonden asbest zich beneden de 1.000 mg/kg ds bevindt en de concentratie niet hechtgebonden asbest beneden de 100 mg/kg ds. Op basis van het veld- en chemisch onderzoek kan worden geconcludeerd dat er geen onaanvaardbare risico's aanwezig zijn, bij het huidige en toekomstige gebruik (bouwpercelen).
1
Circulaire bodemsanering 2009, Staatscourant 2009, nr. 67, d.d. 7 april 2009
12M433 29 maart 2013 Pagina 10 Definitief
6.
Conclusies en aanbevelingen
6.1
Conclusies
In opdracht van de heer S. de Vos heeft CSO Adviesbureau een actualiserend asbestonderzoek grond conform de NEN 5707 uitgevoerd op de locatie Tiendweg 22 te Zeist. Uit informatie van de opdrachtgever is gebleken dat de eigenaar van het aangrenzend perceel (Tiendweg 28) aangegeven heeft bezwaar te zullen maken tegen de bouw van ecologische woningen. De aanleiding hiervoor is het ontbreken van een recentelijk uitgevoerd onderzoek naar de aanwezigheid van asbesthoudend materiaal op het maaiveld en in de bodem. Het doel van het uitvoeren van dit onderzoek is: • Het vaststellen van de kwaliteit van de bodem (asbest) en het beoordelen of de kwaliteit van de bodem geschikt is voor het voorgenomen gebruik; • Derden ervan overtuigen dat de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem (voor wat betreft asbest), bij het huidige gebruik, geen actuele risico's voor de mens veroorzaakt. De belangrijkste bevindingen uit het onderzoek zijn onderstaand weergegeven: • plaatselijk is op het maaiveld en in de grond asbesthoudend plaatmateriaal aangetroffen (hechtgebonden); • analytisch is asbest in de grond aangetoond. Bij 1 gat (G01) wordt de rstconcentratienorm overschreden. Dit gat bevindt zich aan dee noordoostzijde van de locatie. Hier worden geen woningen gerealiseerd. Uit het veld- en chemisch onderzoek kan worden geconcludeerd dat de concentratie hechtgebonden asbest zich beneden de 1.000 mg/kg ds bevindt en de concentratie niet hechtgebonden asbest beneden de 100 mg/kg ds. In de grond is plaatselijk asbest aangetoond. Op basis van het uitgevoerde veld- en chemisch onderzoek kan worden geconludeerd dat er geen onaanvaardbare risico's aanwezig zijn (circulaire bodemsanering 2009).
6.2
Aanbevelingen
Voorafgaand aan de sloop van een object op de locatie dient een type A asbestinventarisatie te worden uitgevoerd (schuren, betonnen schutting etc). Bij de herontwikkeling van het terrein dient rekening te worden gehouden met de aanvraag van de benodigde vergunningen en de proceduretijd.
12M433 29 maart 2013 Pagina 11 Definitief
Er gelden wettelijke beperkingen bij het verplaatsen en elders toepassen van (verontreinigde) grond, welke kunnen leiden tot extra kosten. Derhalve wordt aanbevolen om bij grondverzet zoveel mogelijk grond op de locatie zelf te laten. Bij grondverzet dient rekening te worden gehouden met de aangetroffen verontreiniging (o. (voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage 7. Indien er geen sprake is van onaanvaardbare risico's kan bij het huidige of toekomstige terreininrichting worden volstaan met een beperkingenregistratie van de bodemverontreiniging. Hierbij dient de plaats, mate en omvang van de bodemverontreiniging nauwkeurig te worden geregistreerd in het gemeentelijk beperkingeregister. Ook kan het bevoegd gezag voorschrijven om beheersmaatregelen te treffen om blootstelling aan de verontreiniging te voorkomen. Als de inrichting van de locatie wijzigt, dienen de locatiespecifieke risico's opnieuw te worden beoordeeld. Voor verdere informatie over de mogelijkheden hiervan kunt u zich tot CSO Adviesbureau wenden.
12M433 29 maart 2013 Pagina 12 Definitief
Bijlage 1:
Regionale ligging van de onderzoekslocatie
12M433 29 maart 2013 Definitief
Kartografie: Topografische Dienst
Opdrachtgever
Dhr. S. de Vos
Project nummer
12M433 Tiendweg 22 te Zeist
Locatie
BIJLAGE
Titel Subtitlel
Ligging onderzoekslocatie
Tekenaar
Q. Jaeger
Regiokantoor Midden
2de Tekenaar
-
Postbus 2
Gezien door
S. Uiterwijk
3980 CA Bunnik
Datum Schaal
0
13-02-2013 1: 1.000 Formaat A3 10
20
30m
Tel: 030-6594321 Fax: 030-6571792 http://www.cso.nl
1
Bijlage 2:
Situatietekening met boorpunten
12M433 29 maart 2013 Definitief
LEGENDA Asbestsleuf Betonverharding Betonwand Begrenzing onderzoekslocatie
G02 G01
G03 G04 G05
G06 G07
G09
G08
G11
G10
Opdrachtgever
Dhr. S. de Vos
Project nummer
12M433 Tiendweg 22 te Zeist
Locatie
BIJLAGE
Titel Subtitlel
Overzicht onderzoekslocatie
Tekenaar
Q. Jaeger
Regiokantoor Midden
2de Tekenaar
-
Postbus 2
Gezien door
S. Uiterwijk
3980 CA Bunnik
Datum Schaal
0
13-02-2013 1: 500 Formaat A3 5
10
15m
Tel: 030-6594321 Fax: 030-6571792 http://www.cso.nl
2
Bijlage 3:
Kadastrale kaart
12M433 29 maart 2013 Definitief
Uw referentie: 12M441
en dw eg
Uittreksel Kadastrale Kaart
Ti
956
24
979 26
25
0
1064
1063
28
958 980
0m
Deze kaart is noordgericht Perceelnummer 25 Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 13 februari 2013 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers
12345
10 m
50 m
Schaal 1:1000 Kadastrale gemeente Sectie Perceel
ZEIST F 1064
Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.
Bijlage 4:
Boorprofielbeschrijvingen (asbestgaten)
12M433 29 maart 2013 Definitief
G01
G02
tuin
0
0-50: zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruin, bruin, sporen grind, zwak puin, zwak asbest
50
50-120: klei, zwak siltig, bruin, beige
0
bosgrond 0-50: zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, bruin, bruin, sporen grind
50
Datum 22-11-2012 Boormeester Sander Corton
120
120-150: klei, sterk zandig, bruin, beige
150
150-200: zand, matig fijn, zwak siltig, beige, bruin
200
Datum 22-11-2012 Boormeester Sander Corton
G03
G04
bosgrond
0
0-50: zand, matig fijn, zwak siltig, matig grindig, zwak humeus, beige, bruin
50
0
50
bosgrond 0-50: zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruin, bruin, sporen grind, resten hout
50-120: klei, zwak siltig, bruin, beige
Datum 22-11-2012 Boormeester Sander Corton
120 130
120-130: klei, matig zandig, bruin, beige 130-200: zand, matig fijn, zwak siltig, beige, bruin
200
Datum 22-11-2012 Boormeester Sander Corton
Boorprofielen
Getekend conform NEN 5104
Projectnaam
Asbestonderzoek Tiendweg 22 te Zeist
Projectnummer
12M443
Opdrachtgever
-
Pagina
1 van 3
G05
G06
bosgrond
0
0-50: zand, matig fijn, zwak siltig, sterk humeus, bruin, bruin, zwak puin
50
0
bosgrond 0-50: zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig, zwak humeus, bruin, bruin
50
Datum 22-11-2012
Datum 22-11-2012
Boormeester Sander Corton
Boormeester Sander Corton
G07
G08
bosgrond
0
0-50: zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig, zwak humeus, bruin, bruin
50
50-80: klei, zwak siltig, bruin, beige
0
bosgrond 0-50: zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, bruin, bruin
50
Datum 22-11-2012 Boormeester Sander Corton
80
80-100: klei, matig zandig, grijs, grijs
100
100-200: zand, matig fijn, zwak siltig, beige, bruin
200
Datum 22-11-2012 Boormeester Sander Corton
Boorprofielen
Getekend conform NEN 5104
Projectnaam
Asbestonderzoek Tiendweg 22 te Zeist
Projectnummer
12M443
Opdrachtgever
-
Pagina
2 van 3
G09
G10
bosgrond
0
0-50: zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, bruin, bruin
50
0
bosgrond 0-50: zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, bruin, bruin
50
Datum 22-11-2012
Datum 22-11-2012
Boormeester Sander Corton
Boormeester Sander Corton
G11
bosgrond
0
0-50: zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, bruin, bruin
50
Datum 22-11-2012 Boormeester Sander Corton
Boorprofielen
Getekend conform NEN 5104
Projectnaam
Asbestonderzoek Tiendweg 22 te Zeist
Projectnummer
12M443
Opdrachtgever
-
Pagina
3 van 3
Bijlage 5:
Analysecertificaten grond
12M433 29 maart 2013 Definitief
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
C.S.O. Bunnik Dhr. S. Uiterwijk Postbus 2 3980 CA BUNNIK
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer Rapport verificatie nummer
Blad 1 van 4
: Tiendweg 22 te Zeist : 12M443.1 : 11842630, versie nummer: 1 : 1Z9Q3IC3
Rotterdam, 06-12-2012
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 12M443.1. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 4 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
R. van Duin Laboratory Manager
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
C.S.O. Bunnik Dhr. S. Uiterwijk Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 2 van 4
Analyserapport Tiendweg 22 te Zeist
Orderdatum 27-11-2012 Startdatum 27-11-2012 Rapportagedatum 06-12-2012
12M443.1 - 1
11842630
Analyse
Eenheid
ASBESTONDERZOEK aangeleverd materiaal
g
Q
001
336.0
ASBEST IN MATERIAALMONSTERS amosiet % (m/m) actinoliet % (m/m) tremoliet % (m/m) crocidoliet % (m/m) chrysotiel % (m/m) anthophylliet % (m/m) hechtgebondenheid
Q Q Q Q Q Q Q
<0.1 <0.1 <0.1 3.5 12.5 <0.1 hechtgebonden
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Asbestverdacht
PL-01
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
C.S.O. Bunnik Dhr. S. Uiterwijk Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 3 van 4
Analyserapport Tiendweg 22 te Zeist
Orderdatum 27-11-2012 Startdatum 27-11-2012 Rapportagedatum 06-12-2012
12M443.1 11842630
- 1
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
aangeleverd materiaal amosiet actinoliet tremoliet crocidoliet chrysotiel anthophylliet hechtgebondenheid
Asbestverdacht Asbestverdacht Asbestverdacht Asbestverdacht Asbestverdacht Asbestverdacht Asbestverdacht Asbestverdacht
Conform NEN 5896 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001
E1006887
22-11-2012
22-11-2012
ALC291
Theoretische monsternamedatum
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
C.S.O. Bunnik Dhr. S. Uiterwijk Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 4 van 4
Analyserapport Tiendweg 22 te Zeist
Orderdatum 27-11-2012 Startdatum 27-11-2012 Rapportagedatum 06-12-2012
12M443.1 11842630
- 1
Monsternummer:
001
Monster beschrijvingen
PL-01
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Rotterdam Tel.: +31 (0)10 231 47 00 · Fax: +31 (0)10 416 30 34 www.alcontrol.nl
Analyserapport
C.S.O. Bunnik Dhr. S. Uiterwijk Postbus 2 3980 CA BUNNIK
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer Rapport verificatie nummer
Blad 1 van 6
: Tiendweg 22 te Zeist : 12M433 : 11842639, versie nummer: 1 : 1KV541JU
Rotterdam, 11-12-2012
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 12M433. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 6 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
R. van Duin Laboratory Manager
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
C.S.O. Bunnik Dhr. S. Uiterwijk Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 2 van 6
Analyserapport Tiendweg 22 te Zeist
Orderdatum 27-11-2012 Startdatum 27-11-2012 Rapportagedatum 11-12-2012
12M433 - 1
11842639
Analyse
Eenheid
Q
ASBESTONDERZOEK aangeleverd materiaal grond
kg
S
KWALITATIEF ASBESTONDERZOEK gemeten totaal mg/kgds asbestconcentratie chrysotiel mg/kgds amosiet mg/kgds crocidoliet mg/kgds anthophylliet mg/kgds tremoliet mg/kgds actinoliet mg/kgds KWANTITATIEF ASBESTONDERZOEK gewogen asbestconcentratie mg/kgds gewogen nietmg/kgds hechtgebonden asbestconcentratie ondergrens (95% mg/kgds betrouwb.interval) bovengrens (95% mg/kgds betrouwb.interval) Concentratie chrysotiel mg/kgds (ondergrens) Concentratie chrysotiel mg/kgds (bovengrens) Concentratie amosiet mg/kgds (ondergrens) Concentratie amosiet mg/kgds (bovengrens) Concentratie crocidoliet mg/kgds (ondergrens) Concentratie crocidoliet mg/kgds (bovengrens) Concentratie anthophylliet mg/kgds (ondergrens) Concentratie anthophylliet mg/kgds (bovengrens) Concentratie tremoliet mg/kgds (ondergrens) Concentratie tremoliet mg/kgds (bovengrens)
001
002
11.34
10.60
1.2
1.6
1.2 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1
1.2 <0.1 0.3 <0.1 <0.1 <0.1
1.2 <0.1
4.6 <0.1
0.7
1.1
1.7
2.1
0.7
0.9
1.7
1.6
<0.1
<0.1
<0.1
<0.1
<0.1
0.2
<0.1
0.5
<0.1
<0.1
<0.1
<0.1
<0.1
<0.1
<0.1
<0.1
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Asbestverdachte grond AS3000 Asbestverdachte grond AS3000
G01
002
MM01 (G06 en G07)
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
C.S.O. Bunnik Dhr. S. Uiterwijk Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 3 van 6
Analyserapport Tiendweg 22 te Zeist
Orderdatum 27-11-2012 Startdatum 27-11-2012 Rapportagedatum 11-12-2012
12M433 - 1
11842639
Analyse
Eenheid
Q
001
Concentratie actinoliet (ondergrens) Concentratie actinoliet (bovengrens) gemeten serpentijnasbestconcentratie gemeten amfiboolasbestconcentratie gemeten bepalingsgrens
mg/kgds
<0.1
<0.1
mg/kgds
<0.1
<0.1
mg/kgds
1.2
1.2
mg/kgds
<0.1
0.3
mg/kgds
0.5
0.9
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Asbestverdachte grond AS3000 Asbestverdachte grond AS3000
G01
002
002
MM01 (G06 en G07)
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
C.S.O. Bunnik Dhr. S. Uiterwijk Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 4 van 6
Analyserapport Tiendweg 22 te Zeist
Orderdatum 27-11-2012 Startdatum 27-11-2012 Rapportagedatum 11-12-2012
12M433 11842639
- 1
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
gemeten totaal asbestconcentratie chrysotiel amosiet crocidoliet anthophylliet tremoliet actinoliet gewogen asbestconcentratie gewogen niet-hechtgebonden asbestconcentratie ondergrens (95% betrouwb.interval) bovengrens (95% betrouwb.interval) Concentratie chrysotiel (ondergrens) Concentratie chrysotiel (bovengrens) Concentratie amosiet (ondergrens) Concentratie amosiet (bovengrens) Concentratie crocidoliet (ondergrens) Concentratie crocidoliet (bovengrens) Concentratie anthophylliet (ondergrens) Concentratie anthophylliet (bovengrens) Concentratie tremoliet (ondergrens) Concentratie tremoliet (bovengrens) Concentratie actinoliet (ondergrens) Concentratie actinoliet (bovengrens) gemeten serpentijnasbestconcentratie gemeten amfiboolasbestconcentratie gemeten bepalingsgrens
Asbestverdachte grond AS3000
conform NEN5707 en/of NEN5897
Asbestverdachte grond AS3000 Asbestverdachte grond AS3000 Asbestverdachte grond AS3000 Asbestverdachte grond AS3000 Asbestverdachte grond AS3000 Asbestverdachte grond AS3000 Asbestverdachte grond AS3000 Asbestverdachte grond AS3000
Conform NEN 5896 Idem Idem Idem Idem Idem conform NEN5707 en/of NEN5897 Idem
Asbestverdachte grond AS3000
Idem
Asbestverdachte grond AS3000
Idem
Asbestverdachte grond AS3000
Idem
Asbestverdachte grond AS3000
Idem
Asbestverdachte grond AS3000
Idem
Asbestverdachte grond AS3000
Idem
Asbestverdachte grond AS3000
Idem
Asbestverdachte grond AS3000
Idem
Asbestverdachte grond AS3000
Idem
Asbestverdachte grond AS3000
Idem
Asbestverdachte grond AS3000
Idem
Asbestverdachte grond AS3000
Idem
Asbestverdachte grond AS3000
Idem
Asbestverdachte grond AS3000
Idem
Asbestverdachte grond AS3000
Idem
Asbestverdachte grond AS3000
Idem
Asbestverdachte grond AS3000
Idem
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 002
E1006881 E1006885
22-11-2012 22-11-2012
22-11-2012 22-11-2012
ALC291 ALC291
Theoretische monsternamedatum Theoretische monsternamedatum
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
ALcontrol rapportnummer
11842639 - 1
Blad 5 van 6
ALcontrol rapportnummer
11842639 - 1
Blad 6 van 6
Bijlage 6:
Wettelijke toetsingskader
Door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is voor een groot aantal mogelijk verontreinigende stoffen een lijst met richtwaarden vastgesteld als toetsingskader voor de beoordeling van de kwaliteit van grond en grondwater. In de Circulaire bodemsanering 2009, zoals gewijzigd op 3 april 2012 (Staatscourant 2012, 6563), zijn voor grond interventiewaarden en voor grondwater streef- en interventiewaarden vastgesteld. De streefwaarden voor grond zijn vervangen door de achtergrondwaarden, zoals opgenomen in bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant 2007, 247). De analyseresultaten van het onderhavig onderzoek zijn getoetst aan de bovengenoemde normen, te weten: Achtergrondwaarde grond: het gehalte dat is vastgesteld op basis van het gemeten gehalte van die stof zoals die voorkomt in de bodem van natuur- en landbouwgronden in Nederland, die niet zijn belast door lokale verontreinigingsbronnen; Streefwaarde grondwater: het gehalte waarbij sprake is van duurzame bodemkwaliteit. Deze referentiewaarde wordt gegeven voor de milieukwaliteit op de lange termijn, uitgaande van Verwaarloosbare Risico’s voor het ecosysteem; Interventiewaarde grond / grondwater: het gehalte waarbij sprake is van ernstige of dreigende ernstige vermindering van de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier. Tussenwaarde (nader bodemonderzoek): gemiddelde waarde van de achtergrond- of streefwaarde en de interventiewaarde, waarbij mogelijk sprake is van ernstige of dreigende ernstige vermindering van de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier. Bij de bespreking van de analyseresultaten worden de volgende begrippen gehanteerd: • Niet verontreinigd: concentratie is kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde of streefwaarde; • Licht verontreinigd: concentratie is kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde en groter dan de achtergrondwaarde of streefwaarde; • Matig verontreinigd: concentratie is kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde en groter dan de tussenwaarde; • Sterk verontreinigd: concentratie is groter dan de interventiewaarde. De achtergrondwaarden en interventiewaarden voor grond worden berekend op basis van het humus- en lutumgehalte. Achtergrondinformatie berekeningen De achtergrondwaarden en de interventiewaarden voor grondmonsters worden berekend op basis van het humus (organische stof) en lutum- (fractie minerale bodemdeeltjes < 2 µm) gehalte, vanwege de adsorptieve eigenschappen van deze parameters. De relaties zijn vastgelegd in zogenaamde bodemtype-correctiefactoren. Voor organische stoffen (zoals minerale olie en polycyclische aromatische koolwaterstoffen - PAK) is alleen het organische stofgehalte van belang.
12M433 29 maart 2013 Definitief
Berekeningen interventiewaarden grond: Voor organische parameters: I(b) = I(s) * Voor anorganische parameters:
% organische stof 10
I(b) = I(s) *
A + (B% lutum) + C% organische stof A + (B25) + (C10)
waarbij: I(b) = berekende interventiewaarde I(s) = interventiewaarde standaardbodem (25% lutum en 10% organische stof) Voor toepassing van de bodemtypecorrectie bij achtergrondwaarden wordt in bovenstaande formules interventiewaarde -I(b) en I(s)- vervangen door streefwaarde -AW(b) en AW(s)-. Indien sprake is van een achtergrondwaarde voor een individuele stof die onder de bepalingsgrens ligt, is sprake van een overschrijding van de achtergrondwaarde indien de bepalingsgrens wordt overschreden. Dit komt bijvoorbeeld geregeld voor bij de parameter minerale olie (GC). De A, B en C-waarden zijn stofafhankelijke constanten en zijn weergegeven in onderstaande tabel: Stofnaam
A
Barium
30
B
C
5
0
Cadmium
0,4
0,007
0,021
Kobalt
2
0,28
0
Koper
15
0,6
0,6
Kwik
0,0034
0,0017
50
1
1
Nikkel
10
1
0
Zink
50
3
1,5
Lood
0,2
Molybdeen
PAK Voor de interventiewaarde PAK wordt geen bodemtypecorrectie toegepast voor bodems met een organisch stofgehalte tot 10% en bodems met een organisch stofgehalte boven de 30%. Voor bodems met een organisch stofgehalte tot 10% wordt een interventiewaarde van 40 mg/kg ds en voor bodems met een organisch stofgehalte vanaf 30% een interventiewaarde van 120 mg/kg ds. Tussen de 10% en 30% organische stof gehalte kan gebruik worden gemaakt van de volgende bodemcorrectieformule: I(b) = 40 *
% organische stof 10
waarbij: I(b) = berekende interventiewaarde
12M433 29 maart 2013 Definitief
Grondwater Ten aanzien van de zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, molybdeen, nikkel, lood, zink en kwik) wordt onderscheid gemaakt tussen de streefwaarden voor diep en ondiep grondwater. Als grens tussen diep en ondiep grondwater wordt (een arbitraire grens van) 10 meter beneden maaiveld aangehouden. Voor zowel het ondiepe grondwater (<10 m) als het diepe grondwater (>10 m) zijn streef- en interventiewaarden opgenomen in de Circulaire bodemsanering 2009. In het kader van een verkennend onderzoek wordt vooralsnog alleen onderzoek verricht in het ondiepe grondwater (< 5,0 meter beneden het maaiveld). In onderstaande tabel zijn de toetsingswaarden voor grondwater weergegeven. Tabel:
Grondwaternormen uit de Circulaire bodemsanering 2009 in µg/l S
Antimoon
T
I
-
-
Arseen (As)
10
35
Barium (Ba)
50
Cadmium (Cd)
0,4
Chroom (Cr)
1
Kobalt (Co)
20
Koper (Cu)
15
Kwik (Hg) Lood (Pb) Molybdeen (Mb)
0,05
S-diep 20 60 625
3,2 16
45 0,18
0,15 7,2 200
6
0,06
30
2,5
100
0,7
75
1,3
0,3
0,01
15
45
75
1,7
5
35
300
3,6
Nikkel (Ni)
15
45
75
2,1
Zink (Zn)
65
433
800
Benzeen
0,20
15
30
Ethylbenzeen
4,0
77
150
Naftaleen (GC)
0,010
35
70
Tolueen
7,0
504
1000
Xylenen (som)
0,20
35
70
1,1,1-Trichloorethaan
0,010
150
300
1,1,2-Trichloorethaan
0,010
65
130
1,2-Dichloorethaan
7,0
204
400
Dichloorbenzenen (som)
3,0
27
50
Monochloorbenzeen
7,0
94
180
Tetrachlooretheen (Per)
0,010
20
40
Tetrachloormethaan (Tetra) Trichlooretheen (Tri)
0,010
5,0
10,0
24,0
262
500
Trichloormethaan (Chloroform)
6,0
203
400
cis-1,2-Dichlooretheen
0,010
Minerale olie (totaal)
50
10,0 325
24
20 600
12M433 29 maart 2013 Definitief
Asbest De restconcentratienorm voor de toepassing en het hergebruik van alle asbestbevattende materialen is in de Circulaire bodemsanering vastgesteld op 100 mg/kg gewogen (serpentijnasbestconcentratie vermeerderd met 10 maal de amfiboolasbestconcentratie). Ernst en spoed Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging indien in meer dan 25 m3 bodemvolume in het geval van grond- of sedimentverontreiniging, of in meer dan 100 m3 bodemvolume in het geval van grondwaterverontreiniging, de gemiddelde concentratie de interventiewaarde overschrijdt. Bij asbestverontreinigingen is het volumecriterium niet van belang, volgens de Circulaire bodemsanering; indien de restconcentratienorm voor asbest van 100 mg/kg gewogen wordt overschreden in de bodem, is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. De spoedeisendheid van de sanering is onder andere afhankelijk van de actuele risico's van de ernstige verontreiniging voor de volksgezondheid, het ecosysteem en verspreiding via het grondwater. Indien geen sprake is van actuele risico's, dan hebben saneringsmaatregelen geen spoed. Zorgplicht Voor bodemverontreinigingen welke zijn ontstaan na 1 januari 1987 geldt het zorgplichtartikel (artikel 13 Wet bodembescherming). Hierin wordt bepaald dat een ieder verplicht is alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem/haar kunnen worden gevergd om aantasting van de bodem te voorkomen, danwel de bodem te saneren en de gevolgen van verontreiniging te beperken of zo veel mogelijk ongedaan te maken. De saneringsnoodzaak bij zorgplichtsaneringen is in principe onafhankelijk van de ernst van de verontreiniging of de spoedeisendheid.
12M433 29 maart 2013 Definitief
Bijlage 7:
Grondverzet, sloop en asbest
Grondverzet Grond kan om diverse redenen vrijkomen op een locatie. Voordat grond (elders) kan worden toegepast dan wel kan worden hergebruikt, dient duidelijk te zijn of het gaat om: • schone grond (vrij toepasbaar); • licht en matig verontreinigde hergebruiksgrond (kan op locatie en/of buiten de locatie worden toegepast als bodem of worden toegepast in een werk); • sterk verontreinigde grond met immobiele verontreiniging (kan onder speciale voorwaarden worden herschikt binnen het terrein); • niet toepasbare grond (dient te worden gereinigd of gestort door een hiertoe erkend bedrijf). Onderhavig bodemonderzoek is steekproefsgewijs uitgevoerd en geeft een indicatie van de kwaliteit van de grond. Voor toepassing van schone of hergebruiksgrond kan door het bevoegd gezag een partijkeuring worden vereist. Of dit nodig is kan per gemeente en per gebied verschillen. Indien gewenst kan CSO Adviesbureau aanvullend advies gegeven over hergebruik van eventueel vrijkomende grond en zonodig een partijkeuring uitvoeren. Indien sprake is van overschrijding van de interventiewaarde is voor grondverzet veelal ook een saneringsplan noodzakelijk. CSO Adviesbureau kan desgewenst aanvullend aan dit onderzoek een saneringsplan voor u opstellen en afstemmen met het bevoegde gezag. Sloop en Asbest Voor het verkrijgen van een sloopvergunning is het uitvoeren van een asbestinventarisatie verplicht. Tijdens een dergelijke inventarisatie wordt het gebouw geïnspecteerd op de aanwezigheid van asbest. Aanwezige asbest kan bij sloop vrijkomen in de vorm van schadelijke vezels en zo een risico vormen voor de slopers of de omgeving. Tijdens de inventarisatie worden de risico’s in kaart gebracht. Een asbestinventarisatie dient te worden uitgevoerd conform de SC 540. Een dergelijke inventarisatie kan CSO Adviesbureau voor u uitvoeren. Desgewenst kunnen wij tevens sloopbestekken voor u opstellen en de sloop voor u begeleiden.
12M433 29 maart 2013 Definitief
Bijlage 8:
Lijst van gebruikte afkortingen en begrippen
Algemeen Bodem: Drie-dimensionaal lichaam dat een deel van het bovenste gedeelte van de aardkorst beslaat en eigenschappen heeft die verschillen van het onderliggende gesteente als gevolg van interacties tussen klimaat, levende organismen (met inbegrip van menselijke activiteit), moedermateriaal en reliëf. Bodemverontreiniging: Het totale bodemvolume waarvan de concentraties van één of meer stoffen boven de streefwaarde (WBB) of lokale achtergrondwaarde liggen. Vooronderzoek: Het verzamelen van beschikbare gegevens over bodemgesteldheid, geohydrologische situatie alsmede het vroeger, huidig en toekomstig gebruik van de locatie en de directe omgeving. Verkennend bodemonderzoek: Een bodemonderzoek dat ten doel heeft met een relatief geringe onderzoeksinspanning vast te stellen of op een bepaalde locatie bodemverontreiniging aanwezig is. Nader bodemonderzoek: Onderzoek in het kader van de saneringsparagraaf van de Wet bodembescherming met als doel het vaststellen van de aard en concentraties van de verontreinigende stoffen en de omvang van de bodemverontreiniging om, in het licht van de (potentiële) mogelijkheden van blootstelling en verspreiding, te bepalen of er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging en om urgentie van de sanering vast te stellen. Bodemsanering: Technische maatregelen die tot doel hebben bodemverontreiniging te verwijderen, te isoleren of te beheersen. m-mv: meter beneden het maaiveld
Geohydrologie Geohydrologie: Samenhang tussen de bodem van een gebied en het gedrag (bijv. stroming) van het grondwater. Afzetting: In bepaald geologisch tijdperk ontstaan bodemmateriaal, dat door wind of water is afgezet. Deklaag: Slecht doorlatende bovenste bodemlaag. Eerste watervoerende pakket: Minst diep gelegen goed waterdoorlatende bodemlaag. Infiltratie: Het binnentreden van water in de bodem door het grondoppervlak. Inzijging: Neerwaarts gerichte grondwaterstroming. Kwel: Opwaarts gerichte grondwaterstroming.
12M433 29 maart 2013 Definitief
Bodemkunde Achtergrondgehalte: Gemiddeld gehalte aan een bepaalde verontreinigde stof, zoals dat algemeen in de omgeving van de locatie wordt aangetroffen. Locatiespecifieke omstandigheden: Terreinsituatie, bodemopbouw, terreingebruik e.d., die bepalend zijn voor de risico's, die een verontreiniging kan opleveren. Lutumgehalte: Gehalte aan klei in de bodem. Humusgehalte: Gehalte aan organisch stof in de bodem. Vergraven laag: Bodemlaag, die door (menselijke) activiteiten verstoord is en daardoor niet meer de oorspronkelijke gelaagdheid vertoont. Verontreinigingskenmerken: Kenmerken in de bodem, zoals afwijkende geuren en kleuren, die mogelijk duiden op de aanwezigheid van verontreinigde stoffen.
Laboratoriumonderzoek Mengmonster: Grondmonster dat is samengesteld uit meerdere monsters van verschillende locaties bestemd voor chemische analyse. Chromatogram: Grafiek, die het resultaat is van een bepaalde analysemethode in het laboratorium en waarmee de aard en de concentratie van de te onderzoeken stoffen kunnen worden bepaald. Detectiegrens: Laagst meetbare gehalte/concentratie met een bepaalde analysemethode. GC/MS: Gas-chromatografie met Massa-Spectrometrie, methode om in het laboratorium aard en gehalte aan vooraf onbekende stoffen te bepalen. pH: Zuurgraad, hoe lager de pH, hoe zuurder. EC: Elektrisch geleidingsvermogen
Stoffen Aromaten: Benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen zijn stoffen die behoren tot de chemische familie van de aromaten. Ze worden gewonnen uit steenkoolteer en aardolie en gebruikt als oplosmiddel voor verf, rubber, was en oliën. Ook worden aromaten toegevoegd aan brandstoffen, zoals benzine, ter verhoging van het octaangehalte. Aromaten zijn vluchtig en lossen goed op in het grondwater. Ze worden in het algemeen relatief snel met het grondwater verspreid. Aromaten zijn biologisch redelijk afbreekbaar. Benzeen is kankerverwekkend en wordt als zeer giftig beschouwd. De overige aromaten zijn minder giftig.
12M433 29 maart 2013 Definitief
PCB’s: PCB’s zijn een uitgebreide familie van polychloorbifenylen. PCB’s zijn doorgaans wit kristallijne stoffen met een lage dampspanning en slechte oplosbaarheid in water. De stoffen lossen goed op in olie. De stoffen zijn biologisch slecht afbreekbaar en hopen op in vetweefsel. Sinds 1985 is de productie van deze stoffen verboden. Door de slechte brandbaarheid zijn deze stoffen gebruikt in de industrie als bijmenging in smeermiddel en koelvloeistoffen in transformatoren en isolatoren. Ook zijn PCB’s in het verleden gebruikt in verven en lakken. De stoffen zijn carcinogeen en kunnen o.a. leverschade veroorzaken. De giftigheid verschilt per verbinding. Halogeenkoolwaterstoffen: Halogeenkoolwaterstoffen zijn vluchtige organische verbindingen waarin één of meer chloor- of broomatomen voorkomen. Zij worden veel gebruikt als ontvettingsmiddel voor metalen, als verfafbijtmiddel, als chemisch reinigingsmiddel ('dry-cleaning'), als brandblusmiddel of als oplosmiddel voor verf, lak of lijm. Halogeenkoolwaterstoffen zijn zeer vluchtig en goed oplosbaar in grondwater. Omdat deze stoffen zwaarder zijn dan water kunnen ze tot zeer diep in de bodem doordringen. Halogeenkoolwaterstoffen zijn biologisch afbreekbaar. Halogenen zijn giftig. Acute effecten zijn geïrriteerde slijmvliezen en een narcotisch effect. Bij langdurige blootstelling kan schade aan het (centrale) zenuwstelsel optreden. Minerale olie: Minerale olie bestaat uit een mengsel van koolwaterstofketens met een lengte van 10 (C-10) tot 40 (C40) koolstofatomen en wordt gewonnen uit aardolievelden. Onder minerale olie worden verstaan: brandstoffen (diesel, benzine, huisbrandolie, stookolie), smeerolie, motorolie, snij-en walsolie, oplosmiddelen (terpentine, thinner) en teerolie. Aan het voorkomen en de verdeling van de ketenlengtes kan men zien om wat voor olie het gaat. Lichte oliesoorten als thinner en benzine zijn zeer vluchtig, relatief goed oplosbaar en vrij mobiel in de bodem. Zware oliesoorten zijn minder vluchtig en veel minder mobiel in de bodem. Minerale olie is redelijk goed biologisch afbreekbaar. Minerale olie is in vergelijking tot de overige hier genoemde stoffen weinig giftig, maar kan wel stankoverlast en hoofdpijnklachten veroorzaken. PAK's: PAK staat voor Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen; voorbeelden zijn naftaleen en benzo(a)pyreen. PAK's zijn roetachtige stoffen, die ontstaan bij de onvolledige verbranding van koolwaterstoffen, bijvoorbeeld bij de productie van cokes of steenkoolgas. PAK's worden toegepast bij de productie van rubber, verf, kunststoffen, lakken, minerale oliën en teer- en asfaltproducten. In de uitlaatgassen van motoren komen PAK als roetdeeltjes voor. In verkeersrijke gebieden worden daarom vaak relatief hoge achtergrondgehalten in de bodem aangetroffen. PAK's zijn niet vluchtig, vrijwel onoplosbaar in grondwater en zeer slecht biologisch afbreekbaar. Ze worden niet tot nauwelijks met grondwater verspreid. Sommige PAK's, waaronder benzo(a)pyreen, zijn kankerverwekkend en giftig en komen daarom op de zwarte lijst voor. Zware metalen: Zware metalen zijn metalen met een soortelijk gewicht groter dan 5.000 kg/m3. Voorbeelden zijn barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink. Zware metalen komen in Nederland van nature in de bodem voor in gehalten van 0,1 tot maximaal ongeveer 100 mg/kg (achtergrondwaarden). Ze worden gebruikt in de metaalindustrie, in de galvanische industrie, in de chemische industrie als katalysator en pigment en in de elektronische industrie. Lood is tot voor kort als anti-klopmiddel aan benzine toegevoegd. In verkeersrijke gebieden worden daarom relatief hoge achtergrondgehalten lood in de grond aangetroffen. Zware metalen zijn niet vluchtig en slecht oplosbaar. Ze worden sterk gebonden aan klei- en humusdeeltjes in de grond en worden relatief langzaam getransporteerd met het grondwater. Zware metalen zijn niet biologisch afbreekbaar. De giftigheid van zware metalen loopt uiteen. Cadmium en kwik zijn vanwege hun giftigheid op de zwarte lijst geplaatst. Metalen als kobalt, koper, molybdeen en zink vervullen een belangrijke rol bij de stofwisseling in het menselijk lichaam en zijn pas giftig bij relatief hoge doses. Meestal gaat het bij de giftigheid ook om de combinatie van diverse stoffen. Bariumzouten kunnen giftig zijn. Dit hangt echter samen met de oplosbaarheid van dit zout.
12M433 29 maart 2013 Definitief
Bijlage 9:
Bepaling gehalte asbest grond
12M433 29 maart 2013 Definitief
Bepaling en toetsing asbest in grond / Bouwstof (volgens NEN 5707, mei 2003 en NEN5897, december 2005) Projectnummer Oppervlakte locatie Mengmonster fijne fractie (< 16 mm)
Locatie Oppervlakte RE Beschrijving RE
12M443 2200 m2 G01
massa veldvochtig (Ma)
11,340 kg
(in laboratorium bepaald)
massa droog (Mva)
9,369 kg
(in laboratorium bepaald)
verhouding (Ma/Mva)
0,826
inspectie-efficiëntie (veld)
(bij gaten/sleuven altijd 100%, alleen aan maaiveld 50-100%; zie tabel 3 en tekst op blz 30 NEN 5707)
100 %
dichtheid van de grond/Bouwstof
1,6 ton/m3 Afmeting sleuven/gaten
lengte
G01 2 3 4 5 6
m2
0-05
traject (m-mv)
sleuf/gatnr
Tiendweg 22 0 RE1
(m)
0,3
breedte (m)
0,3
dieptetraject
gekozen waarde! (geconsolideerde grond (stortgewicht) tussen 1,5 en 2,0 ton/m3) Geinspecteerde grond/materiaal Betrouwbaarheidsinterval (95%) Volume (m3)
(m)
0,5
efficient gewicht
aantal stukjes
ondergrens (mg/kg)
Resultaten grove fractie
bovengrens (mg/kg)
gewicht asbest per soort (in gram !!)
Mlok (kg)
0,045 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
Totalen
59,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0
serpentijn
10
59,5
10
58,45
224,15
58,4
amfibool
Totaal
Totaal
Totaal
serpentijn
amfibool
serpentijn /
analyseresultaten Totaal Totaal
Totaal
Totaal
serpentijn bovengrens mg/kg ds
serpentijn ondergrens mg/kg ds
amfibool bovengrens mg/kg ds
amfibool ondergrens mg/kg ds
gemeten gewicht
gemeten bovengrens
gemeten ondergrens
gemeten gewicht
gemeten bovengrens
gemeten ondergrens
mg/kg ds
mg/kg ds
amfibool mg/kg ds
7,25
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00
121,88 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
121,88 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Grove Fractie > 16 mm
121,88
0,00
121,88
0,00
0,00
0,00
0,00
Fijne Fractie < 16 mm (laboratorium) Totaal
1,20 123,08
0,00 0,00
1,20 123,08
0,80 0,80
0,50 0,50
1,80 1,80
0,20 0,20
224,1
Analyseresultaten fijne fractie < 16 mm mengmonster grond / Bouwstof
G01
Toetsing homogeniteit / heterogeniteit sleuven (zie toelichting) heterogene asbestverdeling sleuven
Concentratie gewogen ([serpentijn]+10*[amfibool]) Interventiewaarde / restconcentratienorm
123,1 100
gewogen bovengrens 18,80 mg/kg ds mg/kg ds (gewogen)
gewogen ondergrens 2,50
Toelichting: toetsing homogeniteit / heterogeniteit: Er is sprake van een significant verschil wanneer één van de sleufgehalten niet valt binnen de betrouwbaarheidsintervallen van de andere sleuven binnen dezelfde RE. In dat geval dient getoetst te worden aan het hoogst gemeten asbestgehalte aangetroffen in de sleuven.
Asbest in grond revisie 5.0
Bepaling en toetsing asbest in grond / Bouwstof (volgens NEN 5707, mei 2003 en NEN5897, december 2005) Projectnummer Oppervlakte locatie Mengmonster fijne fractie (< 16 mm)
12M443 2200 m2 MM01
massa veldvochtig (Ma)
10,600 kg
(in laboratorium bepaald)
massa droog (Mva)
8,422 kg
(in laboratorium bepaald)
verhouding (Ma/Mva)
0,795
inspectie-efficiëntie (veld)
100 %
dichtheid van de grond/Bouwstof
(bij gaten/sleuven altijd 100%, alleen aan maaiveld 50-100%; zie tabel 3 en tekst op blz 30 NEN 5707)
1,6 ton/m3 Afmeting sleuven/gaten
lengte
MM01 (G06 en G07) 2 3 4 5 6
m2
0-05
traject (m-mv)
sleuf/gatnr
Tiendweg 22 0
Locatie Oppervlakte RE Beschrijving RE
(m)
0,3
breedte (m)
0,3
dieptetraject
gekozen waarde! (geconsolideerde grond (stortgewicht) tussen 1,5 en 2,0 ton/m3) Geinspecteerde grond/materiaal Betrouwbaarheidsinterval (95%) Volume (m3)
aantal stukjes
ondergrens (mg/kg)
Resultaten grove fractie
bovengrens (mg/kg)
gewicht asbest per soort (in gram !!)
Mlok (kg)
(m)
0,5
efficient gewicht
0,045 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
Totalen
57,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0
serpentijn
1
57,2
1
0,00
0,00
0,0
amfibool
Totaal
Totaal
Totaal
serpentijn
amfibool
serpentijn /
analyseresultaten Totaal Totaal
Totaal
Totaal
serpentijn bovengrens mg/kg ds
serpentijn ondergrens mg/kg ds
amfibool bovengrens mg/kg ds
amfibool ondergrens mg/kg ds
gemeten gewicht
gemeten bovengrens
gemeten ondergrens
gemeten gewicht
gemeten bovengrens
gemeten ondergrens
mg/kg ds
mg/kg ds
amfibool mg/kg ds
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Grove Fractie > 16 mm
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Fijne Fractie < 16 mm (laboratorium) Totaal
1,20 1,20
0,30 0,30
1,50 1,50
0,80 0,80
0,50 0,50
1,80 1,80
0,20 0,20
0,0
Analyseresultaten fijne fractie < 16 mm mengmonster grond / Bouwstof
MM01
Toetsing homogeniteit / heterogeniteit sleuven (zie toelichting) heterogene asbestverdeling sleuven
Concentratie gewogen ([serpentijn]+10*[amfibool]) Interventiewaarde / restconcentratienorm
4,2 100
gewogen bovengrens 18,80 mg/kg ds mg/kg ds (gewogen)
gewogen ondergrens 2,50
Toelichting: toetsing homogeniteit / heterogeniteit: Er is sprake van een significant verschil wanneer één van de sleufgehalten niet valt binnen de betrouwbaarheidsintervallen van de andere sleuven binnen dezelfde RE. In dat geval dient getoetst te worden aan het hoogst gemeten asbestgehalte aangetroffen in de sleuven.
Asbest in grond revisie 5.0