Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden BV.
152596-2030807
Activiteitenplan Ruimtelijke Ingrepen ter onderbouwing van de ontheffingsaanvraag FF-wet
Renovatie 163 woningen Albert Verweijstraat Leiden
In opdracht van Ballast Nedam Bouw & Ontwikkeling West
Activiteitenplan Ruimtelijke Ingrepen Albert Verweijstraat Leiden
Marloes van Delft en Evert-Jan Slot
Activiteitenplan Ruimtelijke Ingrepen Albert Verweijstraat Leiden
In opdracht van Ballast Nedam Bouw & Ontwikkeling West, Oktober 2015
© 2015 Ecologisch Adviesbureau Viridis bv, Culemborg Ecologisch Adviesbureau Viridis bv Beesdseweg 3-18 4104 AW Culemborg T 0345 753 275
[email protected] www.bureau-viridis.nl KvK 110 557 87 Btwnr NL 8212 39 119 BO1 IBAN NL46 TRIO 0198 4486 00 Tekst en samenstelling: Afbeeldingen in rapport: Projectnummer:
Marloes van Delft en Evert-Jan Slot Adviesbureau Mertens BV 2015-91
Wijze van citeren:
Delft van M., 2015. Activiteitenplan Ruimtelijke Ingrepen Albert Verweijstraat Leiden. Adviesbureau Viridis, Culemborg.
In opdracht van:
Ballast Nedam Bouw & Ontwikkeling Mw. Nicole Verschure
Contactpersoon: Status: Ondertekening: Paraaf:
Definitief 19 oktober 2015 Th. de Jong, directeur
Dit rapport is vervaardigd op verzoek van de opdrachtgever zoals hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit deze rapportage mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt worden door middel van scanning, druk, internet, fotokopie of andere wijze zonder schriftelijke toestemming van de opdrachtgever en Ecologisch Adviesbureau Viridis bv, noch mag het zonder deze toestemming voor een ander doel gebruikt worden dan waarvoor het vervaardigd is. Ecologisch Adviesbureau Viridis is niet aansprakelijk voor vervolgschade, alsmede schade die voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van de werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Ecologisch Adviesbureau Viridis. De opdrachtgever vrijwaart Ecologisch Adviesbureau Viridis voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Omdat ecologisch onderzoek een momentopname is, kan de aanwezigheid van beschermde soorten soms niet worden uitgesloten of bevestigd. Daarnaast is de natuurwetgeving aan verandering en jurisprudentie onderhevig. Ecologisch Adviesbureau Viridis is mede om die redenen lid van het Netwerk Groene Bureaus, brancheorganisatie voor kwaliteitsbevordering en belangenbehartiging van ecologische adviesbureaus. Hierdoor zijn wij zo goed mogelijk op de hoogte van de nieuwste ontwikkeling op het gebied van ecologie en wetgeving. Door de inzet van conform de wet ter zake kundige ecologen, waarborgen wij onze onderzoekskwaliteit. Wij zijn echter niet aansprakelijk voor de gevolgen van onverwacht verschijnende of verdwijnende flora of fauna, noch voor de gevolgen van veranderende wetgeving of jurisprudentie.
Inhoud
1 Inleiding 1 1.1 1.2 1.3
Aanleiding en context 1 Onderhavig Activiteitenplan 1 Wettelijk belang 1
2 Locatie, ingrepen en alternatieven 2 2.1 2.2
Uitvoeringslocatie 2 Ingrepen 2
3 Ontheffingsaanvraag 4 3.1 3.2 3.3
Aanwezige strikt beschermde soorten 4 Negatieve effecten op soorten 4 Aanvragen ontheffing 6
4 Mitigatieplan 7 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Algemeen 7 Algemene Broedvogels 7 Vleermuizen 8 Huismussen 9 Gierzwaluw 10
5 Literatuur 11 Bijlage 1: Dakvoetdetail met mogelijkheid tot vogelnesting Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
1 Inleiding
1.1
Aanleiding en context
Ballast Nedam is voornemens om grootonderhoudswerk aan 163 woningen aan de Albert Verweijstraat in Leiden uit te voeren. De woningen zijn in eigendom van Woningbouwvereniging De Sleutels. Uit de resultaten van de eindrapportage “Vleermuizen en vogels met vaste rust- en verblijfplaatsen ter plaatste van en direct rond Albert Verweijstraat te Leiden” (Mertens, 2015) blijkt dat verblijfplaatsen van vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen aanwezig zijn welke verloren gaan door de renovatiewerkzaamheden. Mertens adviseert om een activiteitenplan op te stellen en een ontheffing van de Flora- en faunawet aan te vragen.
1.2
Onderhavig Activiteitenplan
Ballast Nedam Bouw & Ontwikkeling West heeft Bureau Viridis gevraagd het Activiteitenplan op te stellen en aansluitend een ontheffingsaanvraag van de Flora- en faunawet in te dienen conform de adviezen in de eindrapportage van Mertens (2015). Onderhavig Activiteitenplan Ruimtelijke Ingrepen voldoet aan de eisen die het bevoegd gezag, Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland, stelt. Niet alle benodigde onderwerpen worden in het Activiteitenplan beschreven. Voor een uitgebreide beschrijving van het plangebied, de onderzoeksmethode en onderzoeksresultaten wordt verwezen naar de eindrapportage “Vleermuizen en vogels met vaste rust- en verblijfplaatsen ter plaatste van en direct rond Albert Verweijstraat te Leiden” (Mertens, 2015).
Ecologisch Adviesbureau Viridis |
Het wettelijk belang, de voorgenomen werkzaamheden, de alternatievenafweging, de aan te vragen artikelen van de FF-wet en het mitigatieplan worden in onderhavig Activiteitenplan beschreven.
1.3
Wettelijk belang
Om een ontheffing van de Flora- en faunawet te kunnen ontvangen moet het project aan een aantal criteria voldoen. Zo mag de activiteit geen afbreuk doen aan de gunstige staat van instandhouding van een soort en moet er sprake zijn van een in of bij de wet genoemd belang. Onderhavig project wordt uitgevoerd op grond van het belang j en e. Belang e staat voor “Dwingende reden van groot openbaar belang". Dit belang heeft betrekking op activiteiten die van algemeen, breed maatschappelijk belang zijn, zo ook activiteiten met een voor het milieu gunstig effect. Het doel van de renovatiewerkzaamheden is het verbeteren van de woningen zodat wordt voldaan aan de nieuwe eisen op het gebied van duurzaamheid en energiebesparing. Daarnaast wordt het leefcomfort van de bestaande woningen verbeterd. Belang j staat voor “De uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling”. Onder dit belang wordt een breed scala aan werkzaamheden geschaard. Het gaat doorgaans om ingrijpende veranderingen die leiden tot functieverandering of uiterlijke veranderingen van een gebied. Sloop van bebouwing, renovatie, aanleg van infrastructuur, kap van bosschages etc. zijn voorbeelden van werkzaamheden onder belang j.
Activiteitenplan Albert Verweijstraat Leiden
| 1
2 Locatie, ingrepen en alternatieven
2.1
Uitvoeringslocatie
Het plangebied bestaat uit de 163 te renoveren woningen aan de Albert Verweijstraat in Leiden. De woningen zijn gelegen binnen de bebouwde kom van Leiden. Aan de oostzijde wordt de wijk begrensd door een rij nieuwbouwwoningen en het spoor. Aan de westzijde is een aantal sportcomplexen gelegen. De woningen zijn in eigendom van Woningbouwvereniging De Sleutels.
2.2
Dakisolatie, dit gebeurt via de buitenzijde door de pannen te verwijderen, een isolatiepakket te plaatsen en hierna de pannen weer terug te plaatsen. Kruipruimte isolatie door het inblazen van EPS isolatie parels. Gevelisolatie door de spouw te vullen met isolatiemateriaal. Vervangen van alle gevelkozijnen. De werkzaamheden worden uitgevoerd in de periode januari 2016 t/m december 2016.
Ingrepen
De volgende werkzaamheden zullen worden uitgevoerd:
Figuur 1 | Overzicht van de uitvoeringslocatie (OpenStreetMap).
Ecologisch Adviesbureau Viridis |
Activiteitenplan Albert Verweijstraat Leiden
| 2
2.3
Alternatieven afweging
Er is geen andere bevredigende oplossing om het project te realiseren dan op de voorgestelde manier. Hierna volgt de alternatievenonderbouwing. Locatie Het project is locatie specifiek. Het op een andere locatie uitvoeren van renovatiewerkzaamheden veroorzaakt niet de gewenste doelen in deze woningen. Daarbij komt dat ervaring leert dat renovatiewerkzaamheden op andere locaties vergelijkbare effecten veroorzaken op strikt beschermde soorten. Inrichting Door het nemen van de juiste mitigerende maatregelen wordt bij de inrichting rekening gehouden met de
aanwezige beschermde soorten. In de woningen worden voorzieningen getroffen voor huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen. Uitvoering Tijdens de werkzaamheden worden alle mogelijke mitigerende uitvoeringsmaatregelen getroffen om effecten op beschermde soorten te voorkomen of te verzachten. Zo wordt rekening gehouden met de kwetsbare perioden van de aanwezige soorten en worden maatregelen genomen om effecten tijdens werkzaamheden te voorkomen. Deze maatregelen worden uitgebreid beschreven in het mitigatieplan in hoofdstuk 4. In onderstaande figuur wordt de fasering van de renovatiewerkzaamheden weergegeven.
Figuur 2 | Fasering van de renovatiewerkzaamheden.
Ecologisch Adviesbureau Viridis |
Activiteitenplan Albert Verweijstraat Leiden
| 3
3 Ontheffingsaanvraag
3.1
Aanwezige strikt beschermde soorten
Vleermuizen In het voorjaar/voorzomer van 2015 zijn gewone dwergvleermuizen foeragerend aangetroffen in het plangebied. Er zijn geen kolonieplaatsen of vliegroutes vastgesteld ter plaatste van of direct rond de te renoveren woningen. In de voorherfst van 2015 zijn gewone en ruige dwergvleermuizen foeragerend vastgesteld. Er zijn tevens baltsplaatsen vastgesteld van gewone en ruige dwergvleermuizen. Bij een baltsplaats vliegt een vleermuis rond en zend ondertussen sociale geluiden uit. Daarnaast is één paarplaats van gewone dwergvleermuis vastgesteld (Mertens, 2015). Mertens maakt verschil tussen baltsplaatsen en paarplaatsen. Na analyse van de inventarisatiegegevens is de conclusie dat er vier balts-/paarlocaties aanwezig zijn in het gebied. Op één locatie valt een balts- en paarlocatie samen. Er wordt van uit gegaan dat het hier om hetzelfde dier gaat en dus om één locatie. De paarlocatie is terug te leiden tot een specifieke woning. De baltslocaties worden in de inventarisatie niet gekoppeld aan een woning. Wel zijn ze te herleiden aan een blok woningen. Voor een verspreiding van de balts- en paarplaatsen wordt verwezen naar figuur 3 in de rapportage van Mertens (2015).
Algemene broedvogels Naast de vogelsoorten huismus en gierzwaluw, vogels met een jaarrond beschermd nest, zijn ook broedgevallen van algemeen voorkomende vogels aangetroffen in het plangebied. Het gaat om soorten als kauw, spreeuw en koolmees. De broedlocaties zijn niet op kaart weergegeven. Deze soorten kunnen van jaar tot jaar op andere locaties in het plangebied broeden. Het is zaak om bij werkzaamheden in het broedseizoen vooraf steeds te controleren op de aanwezigheid van broedgevallen.
3.2
Negatieve effecten op soorten
Door de renovatiewerkzaamheden zullen vaste rusten verblijfplaatsen van vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen verdwijnen. Het aantasten van vaste rust- en verblijfplaatsen vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen is in overtreding met artikel 11 van de Flora- en faunawet. Daarnaast kunnen tijdens de renovatiewerkzaamheden aanwezige dieren gewond raken of zelfs worden gedood. Dit is in overtreding met artikel 9 van de Flora- en faunawet.
Huismussen In totaal zijn in het plangebied 42 nestlocaties van huismussen aangetroffen. De meeste locaties zijn gelegen in het oostelijk deel van het plangebied. Voor een verspreidingskaart wordt verwezen naar figuur 5 in de rapportage van Mertens (2015).
Door het nemen van de juiste mitigerende maatregelen worden negatieve effecten op strikt beschermde soorten voorkomen of verzacht. Hierbij kan gedacht worden aan het werken buiten de kwetsbare periodes van de soorten, het vooraf ongeschikt maken van de bebouwing om te zorgen dat tijdens de werkzaamheden geen dieren aanwezig zijn en het aanbieden van goede alternatieve verblijfplaatsen. De aanwezige tuinen blijven allemaal in de huidige staat behouden, het gaat alleen om de renovatie van de woningen. In het volgende hoofdstuk wordt het mitigatieplan beschreven.
Gierzwaluwen In het plangebied zijn drie nestlocaties van gierzwaluw aangetroffen. Alle drie de nestlocaties zijn aanwezig op Frederick van Eedenlaan 24 en 26. De verspreidingskaart is weergegeven in de rapportage van Mertens (2015).
Vleermuizen In het plangebied zijn enkel balts- en paarverblijven van enkele gewone dwergvleermuizen aangetroffen. Zomer- en kraamverblijfplaatsen zijn niet aanwezig (Mertens, 2015). De functionaliteit van het plangebied zal niet verloren gaan. In de te renoveren woningen
Ecologisch Adviesbureau Viridis |
Activiteitenplan Albert Verweijstraat Leiden
| 4
worden vleermuiskokers ingemetseld die geschikt zijn voor zomer- kraam-, winter- en paarverblijf van gewone dwergvleermuis. In eerder door Bureau Viridis uitgevoerde projecten monitoren wij deze vleermuiskokers (Schwegler 2 FR) en de bezetting is bij de gemonitorde projecten zeer hoog, zelfs enkele maanden na plaatsing zien we dat gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis de kokers bewoond. Doordat de vleermuiskokers geschikt zijn voor zomerkraam, paar- en winterverblijf worden de verblijfmogelijkheden voor vleermuizen in de wijk vergroot. De renovatiewerkzaamheden worden zeer gefaseerd uitgevoerd. De fasering wordt aangegeven in figuur 2 van dit activiteitenplan. Om te voorkomen dat aanwezige vleermuizen worden verstoord of zelfs worden beschadigd door de isolatie van de spouwmuren worden exclusion flaps aangebracht. Voorafgaande aan de werkzaamheden worden de stootvoegen van de blokken waarin balts- en paarplaatsen zijn aangetroffen afgeplakt met deze flaps. Op deze wijze worden de woningen ongeschikt gemaakt voor vleermuizen. Vleermuizen kunnen de spouwen wel uit, maar niet meer in. Werkzaamheden worden gedurende de dag uitgevoerd. Verstoring van foeragerende vleermuizen zal daarom tot een minimum beperkt worden. Bij eventueel noodzakelijk gebruik van kunstlicht wordt deze naar beneden gericht gebruikt. Het foerageergebied, tuinen en openbare groenstructuren worden niet aangetast door de renovatiewerkzaamheden. Vleermuizen kunnen tijdens en na de uitvoering van de werkzaamheden foerageren in het plangebied zoals in de huidige situatie. De gunstige staat van instandhouding van de populatie gewone dwergvleermuis zal niet in het geding komen. Huismussen De nestlocaties van huismussen kunnen worden aangetast door de voorgenomen isolatiewerkzaamheden aan het dak. Alle dakpannen worden verwijderd en de daken worden van buitenaf geïsoleerd. Daarna worden de dakpannen weer terug gelegd. Om de 42 nestlocaties conform Soortenstandaard Huismus te mitigeren moeten 84 alternatieve nestlocaties aangeboden worden. In ieder blok (22 blokken) worden bij twee woningen over de breedte van de woningen vogelvides (of vergelijkbaar alternatief) aangebracht welke verblijf kunnen bieden aan nestlocaties voor huismus. Er wordt dus ruimschoots aan deze mitiga-
Ecologisch Adviesbureau Viridis |
tienorm voldaan met circa 220 meter vogelvides verdeeld over de wijk. Door het nemen van deze maatregelen kan het aantal broedparen behouden blijven. De woningen worden gefaseerd gerenoveerd waardoor steeds geschikte woningen aanwezig zijn voor huismussen. Gezien de fasering zullen werkzaamheden ook doorgang vinden in de broedperiode van huismussen. Voorafgaande aan de broedperiode worden maatregelen genomen om de verblijfplaatsen van huismussen ongeschikt te maken. Ondertussen zijn de eerste woningen reeds gerenoveerd en zijn alternatieve verblijfplaatsen volop beschikbaar in de wijk. De woningen die in het komende broedseizoen gerenoveerd worden, worden door middel van netten dichtgemaakt om nieuwe broedgevallen van huismussen en andere broedvogels te voorkomen. De netten worden zo geplaatst dat deze afsluiten voor vogels en nog passeer baar zijn voor vleermuizen die uit vliegen. De netten worden geplaatst in overleg met een ter zake kundige. Het foerageergebied en de schuilmogelijkheden voor huismussen blijven gelijk aan de huidige situatie. Tuien en openbaar groen in de wijk worden niet aangetast. De verstoring van huismussen is van zeer tijdelijke aard, gezien de gefaseerde aanpak en het geschikt maken van alle woningen voor huismussen. De gunstige staat van instandhouding van de populatie huismussen in het plangebied zal niet in het geding komen. Gierzwaluwen Door de werkzaamheden aan het dak kunnen de drie aanwezige nestlocaties van gierzwaluw worden aangetast. De aanwezige verblijfplaatsen dienen conform de Soortenstandaard Gierzwaluwen met de factor vijf gemitigeerd te worden. Er worden 15 gierzwaluwpannen geplaatst op de woningen waar de verblijfplaatsen zijn aangetroffen. De gierzwaluwpannen dienen aangebracht te worden in groepjes bij elkaar maar niet aaneengesloten. De pannen worden geplaats op de dakhelling waaronder de gierzwaluwen in de bestaande situatie aanwezig zijn (westzijde). Het is noodzakelijk de werkzaamheden aan de woningen waar gierzwaluwen zijn aangetroffen uit te voeren voorafgaande aan het broedseizoen van gierzwaluwen. De vogels zijn dan nog niet aanwezig. De eerste gierzwaluwen keren omstreeks half april terug in Nederland. De woningen aan de Frederik van Eedenlaan 24 en 26 worden in de planning direct aangepakt, dus nog voor de gierzwaluwen aankomen in Neder-
Activiteitenplan Albert Verweijstraat Leiden
| 5
land. De functionaliteit van het plangebied blijft behouden voor gierzwaluwen. De gunstige staat van instandhouding van de populatie gierzwaluwen is niet in het geding.
3.3
Aanvragen ontheffing
Er dient een ontheffing aangevraagd te worden voor:
• Gewone dwergvleermuis • Huismus • Gierzwaluw In onderstaande tabel wordt duidelijk aangegeven voor welke soort, artikel en verbodsbepaling ontheffing wordt aangevraagd.
Tabel 1 | Aan te vragen soorten, artikelen en verbodsbepalingen. Soort
FF-wet
Artikel 9 (dieren)
Artikel 11 (verblijfplaatsen)
Gewone dwergvleermuis
Tabel 3 FFwet
- doden - verwonden
- verstoren
Ja
Huismus
Tabel 3 FFwet (vogels)
- doden - verwonden
- verstoren
Ja
Gierzwaluwen
Tabel 3 FFwet (vogels)
- doden - verwonden
- verstoren
ja
Ecologisch Adviesbureau Viridis |
Activiteitenplan Albert Verweijstraat Leiden
Mitigatie
| 6
4 Mitigatieplan
Door het nemen van de juiste mitigerende maatregelen worden negatieve effecten op de aanwezige strikt beschermde soorten zoveel als mogelijk voorkomen. De uit te voeren mitigerende maatregelen worden hierna per soortgroep beschreven. Bij het opstellen van het mitigatieplan is gebruik gemaakt van de Soortenstandaards van gewone dwergvleermuis, huismus en gierzwaluw opgesteld door het Ministerie van EZ.
4.1
Algemeen
• Alle mitigerende maatregelen moeten worden begeleid en/of uitgevoerd door een ter zake kundige op het gebied van de aanwezige soorten (zie kader); • Bureau Viridis heeft veel ervaring met het opstellen van mitigatieplannen en het uitvoeren van ecologische begeleiding. Onze medewerkers voldoen aan de eisen die het bevoegd gezag stelt
aan een ter zake kundige. Al onze medewerkers zijn in het bezit van het diploma VCA 1.
4.2
Algemene Broedvogels
• Om verstoring van algemene broedvogelsoorten te voorkomen moet buiten de broedperiode (15 maart- 15 juli) gewerkt worden; • Ook broedende vogels buiten de broedperiode zijn beschermd; • Indien het noodzakelijk is om in de broedperiode te werken wordt voorafgaande aan de werkzaamheden het plangebied gecontroleerd op de aanwezigheid van broedvogels; • Bij afwezigheid van broedende vogels kunnen werkzaamheden doorgang vinden; • Bij aanwezigheid van broedende vogels worden werkzaamheden nabij de broedlocaties uitgesteld.
Ter zake kundige Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie verstaat onder een deskundige een persoon die voor de situatie en soorten ten aanzien waarvan hij of zij gevraagd is te adviseren en/of te begeleiden, aantoonbare ervaring en kennis heeft op het gebied van soortspecifieke ecologie. De ervaring en kennis dient te zijn opgedaan doordat de deskundige: • op HBO-, dan wel universitair niveau een opleiding heeft genoten met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; en/of • op MBO niveau een opleiding heeft afgerond met als zwaartepunt de Flora- en faunawet, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; en/of • als ecoloog werkzaam is voor een ecologisch adviesbureau, zoals bijvoorbeeld een bureau welke is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; en/of • zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortbescherming en is aangesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland bestaande organisaties (zoals bijvoorbeeld Zoogdier-vereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied) en/of • zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenmonitoring en/of - bescherming.
Ecologisch Adviesbureau Viridis |
Activiteitenplan Albert Verweijstraat Leiden
| 7
4.3
Vleermuizen
• In de periode half april worden de open stootvoegen van de woningblokken afgeplakt waarin paarverblijfplaatsen van vleermuizen zijn aangetroffen. Vleermuizen kunnen de spouw wel verlaten maar er niet meer in; • De exacte datum van afplakken wordt door een vleermuisdeskundige van Bureau Viridis bepaald, afhankelijk van de avond- en nachttemperaturen; • Het afplakken kan uitgevoerd worden wanneer de avondtemperaturen gedurende een aantal nachten hoger zijn dan 10˚C; • Een week na het afplakken van de stootvoegen wordt een vleermuiscontrole uitgevoerd. Wanneer geen vleermuizen meer in de woningen aanwezig zijn worden deze vrijgegeven voor de spouwmuurisolatie; • Wanneer na het afplakken nog steeds vleermuizen in de woningen verblijven worden de woningen
Figuur 3 | Locaties voor de in te metselen vleermuiskokers
Ecologisch Adviesbureau Viridis |
•
•
•
• •
opnieuw gecontroleerd en afgeplakt totdat met zekerheid kan worden uitgesloten dat vleermuizen in de spouwmuren verblijven; Werkzaamheden worden gefaseerd uitgevoerd. Op deze manier is er steeds voor vleermuizen geschikte bebouwing in het plangebied aanwezig. Er wordt gewerkt conform de planning in figuur 3 van dit activiteitenplan; Om de verblijfplaatsen te mitigeren die verloren gaan worden 16 vleermuiskokers ingemetseld op 8 locaties; Deze 16 vleermuiskokers worden per paar (2 kokers gekoppeld) ingemetseld op de kopse kanten van de woningblokken waar paarverblijven zijn aangetroffen; De vleermuiskokers worden ingemetseld voorafgaande aan de isolatiewerkzaamheden; In figuur 3 worden de locaties van de kokers en de af te plakken blokken weergegeven.
Af te plakken blokken in april
Activiteitenplan Albert Verweijstraat Leiden
| 8
4.4
Huismussen
• De werkzaamheden worden zoveel als mogelijk uitgevoerd buiten het broedseizoen van huismussen; • Het is in onderhavig project niet mogelijk om werkzaamheden geheel buiten de broedperiode van huismus en algemene broedvogels uit te voeren; • Door voorafgaande aan het broedseizoen de juiste mitigerende maatregelen te nemen wordt voorkomen dat broedgevallen van huismus en andere vogelsoorten zich gedurende de uitvoering vestigen; • Voorafgaande aan de broedperiode van vogels worden alle woningen waaraan werkzaamheden worden uitgevoerd gedurende de broedperiode afgesloten;
• Het afsluiten wordt uitgevoerd met netten, in woningen waar vleermuizen verwacht kunnen worden, worden deze zo opgehangen dat vleermuizen nog uit kunnen vliegen; • Voorafgaande aan de werkzaamheden wordt gecontroleerd of broedgevallen aanwezig zijn; • Wanneer broedgevallen niet aanwezig zijn worden woningen vrij gegeven voor het uitvoeren van de renovatiewerkzaamheden; • Per blok (22 blokken) worden over de breedte van twee woningen (circa 10 meter) vogelvides of een vergelijkbaar alternatief aangebracht (zie bijlage 1); • Bij de plaatsing is rekening gehouden met de huidige broedlocaties; • In figuur 4 wordt de locatie van de voorzieningen aangegeven.
Figuur 4 | Indicatie voor de locaties huismusvoorzieningen
Ecologisch Adviesbureau Viridis |
Activiteitenplan Albert Verweijstraat Leiden
| 9
4.5
Gierzwaluw
De woningen aan de Frederik van Eerdenlaan 24 en 26 worden voorafgaande aan het broedseizoen van gierzwaluwen gerenoveerd, dus voor half april; De 15 gierzwaluwpannen worden geplaatst op de dakhelling waar in de huidige situatie de gierzwaluwen aanwezig zijn (westzijde);
De gierzwaluwpannen dienen in groepjes van 5 aangebracht te worden, op de adressen Frederik van Eerdenstraat 24, 26 en 28; Er dient ruimte tussen de gierzwaluwpannen gehouden te worden; In figuur 5 worden de locaties voor de gierzwaluwvoorzieningen aangegeven.
Figuur 4 | Locaties voor de gierzwaluwpannen
Ecologisch Adviesbureau Viridis |
Activiteitenplan Albert Verweijstraat Leiden
| 10
5 Literatuur
Mertens, 2015. Vleermuizen en vogels met vaste rust- en verblijfplaatsen ter plaatste van en direct rond Albert Verweijstraat te Leiden. Adviesbureau Mertens BV, Bureau voor natuur, ruimtelijke ordening en ecotoxicologie. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, 2014
Ecologisch Adviesbureau Viridis |
Soortenstandaard Gierzwaluw (Apus apus) Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, 2014 Soortenstandaard, Gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus). Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. 2014 Soortenstandaard Huismus (Passer domesticus).
Activiteitenplan Albert Verweijstraat Leiden
| 11
Bijlage 1:
Ecologisch Adviesbureau Viridis |
Activiteitenplan Albert Verweijstraat Leiden
| 12