Activiteiten over Licht Opmerking Dit werkblad is bedoeld als een snelle introductie op de natuurkunde achtergrond van de spiegelmodule. De activiteiten kunnen als circuitpracticum gebruikt worden op de Pabo of in nascholing. De laatste activiteiten over kleuren horen niet bij de spiegelmodule, maar probeer eens en zoek eventuele extra uitleg op het internet onder “color addition” (mengen van lichtbundels) en “color subtraction” (combineren van kleurfilters of mengen van verschillende kleuren verf). ------------------------
Activiteiten 1 – 3 kunnen als start van de training gedaan worden ------------------------
Activiteit 1: twee soorten terugkaatsing van licht Nodig: zaklamp of laserpointer, papier (A4), spiegel Veiligheid: Bij gebruik van laser NOOIT laser stralen rechtstreeks in het oog laten komen, ook niet gespiegelde stralen. Altijd opvangen op papier. 1. Schijn met de zaklamp of laser op het papier. Is de lichtvlek van alle kanten te zien? (Bij gebruik van zaklamp, wikkel de lamp in een cilinder van papier opdat de lichtbundel recht vooruit is. 2. Maak de spiegel goed schoon. Schijn nu op de spiegel. Is de lichtvlek van alle kanten te zien? Waar wel, waar niet? 3. Verklaar.
Activiteit 2: Richting veranderen van licht Nodig: zaklamp of laserpointer, lens, spiegel, bak water met druppel melk. Bij gebruik van zaklamp ook een diafragma gebruiken (kaart met een gaatje) om een mooie lichtstraal te krijgen. 1. Creëer een lichtstraal (bij zaklamp een diafragma gebruiken) 2. Op welke manieren kan de richting van de lichtstraal veranderd worden? 3. Wat zijn de fysische verschijnselen waarmee de richting van licht veranderd wordt? 4. Houd de zaklamp op een paar meter afstand, knijp nu de ogen samen totdat de oogleden bijna dicht zijn. Wat zie je? Verklaring?
Activiteit 3: Welke kleur is het beste als achtergrond voor een spiegel? Nodig: ½ A4 OHP sheet, ½ A4 papier in verschillende kleuren
1
1. Een spiegel kan geïmproviseerd worden door een OHP sheet te nemen met als achtergrond een stuk gekleurd papier. Welke kleur achtergrond is het best om een maximaal spiegeleffect te krijgen? 2. Leg uit. 3. Lees bijgaand transcript van een discussie van een groep 1&2 kleuterklas met de juf over de achtergrond kleur. Is dit een opdracht die kinderen van groep 1&2 goed kunnen doen? Is dit de manier waarop je dit met kleuters zou doen, of zou je het anders aanpakken? Zo ja, hoe? -----------------------
Activiteit 4 wordt voor de pauze gedaan -----------------------
Activiteiten 4: Dubbele spiegel Nodig: dubbele spiegel, 1 wit A4 1. Ontdek zo veel mogelijk verschijnselen met de dubbele spiegel, speel ermee! 2. Welke vragen kun je stellen over de dubbele spiegel? Welke van deze zijn “onderzoekbaar”? Kun je niet-onderzoekbare vragen veranderen zodat ze onderzoekbaar worden? 3. Neem een vraag, hoe zou je die met een onderzoekje kunnen beantwoorden? 4. Trek een rechte lijn op een blad papier. Houd de spiegels zo dat je een driehoek ziet, een vierhoek, een vijfhoek… 5. Als je toevallig gekleurde pennen hebt, maak een patroon en vermenigvuldig het.
Activiteiten 5 en 6 worden na de pauze gedaan, zie workshop beschrijving Activiteit 5: Letters en symmetrie 1. Doe het werkblad over symmetrie op pagina 17 – 20 van het lesmateriaal.
Activiteit 6: Periscoop Nodig: twee losse spiegels 1. Zit op de grond met het hoofd onder het niveau van de tafel. Hoe kun je op tafel kijken met een spiegel? 2. Gebruik nu twee spiegels en maak een periscoop om op tafel te kijken. Hoe moet je de spiegels houden t.o.v. elkaar om maximaal effect te krijgen? Probeer wat verschillende standen en zie wat er gebeurt. ---------------------
Activiteiten 7 en 8 kunnen thuis gedaan worden op de computer ---------------------
2
Activiteit 7: Optellen van kleuren (additive colors) 1. Ga naar http://www.cbu.edu/~jvarrian/applets/color1/colors_g.htm 2. Speel met de regelaars voor rood, groen, en blauw. Hiermee kun je rode, blauwe, en groene lampen aanzetten waarvan het licht dan gemengd wordt (opgeteld). a. Welke kleur krijg je als je rood en groen op maximaal zet? b. Rood en blauw? c. Groen en blauw? d. Rood, groen, en blauw?
Activiteit 8: Aftrekken van kleuren (subtractive colors) 1. Ga naar http://mc2.cchem.berkeley.edu/java/absorption/java%20classes/absorption.html 2. Speel met de regelaars voor rood, groen, en blauw, nu zijn het filters die in een bundel wit licht worden gezet en daaruit kleuren absorberen. 3. Wit licht door een blauwfilter geeft: 4. Wit licht door een groenfilter geeft: 5. Wit licht door een rood filter geeft: 6. Wit licht door een roodfilter en een blauwfilter geeft: 7. Wit licht door een roodfilter en een groenfilter geeft: 8. Wit licht door een blauwfilter en groenfilter geeft:
3
Welke kleur is het beste?
(uit onderzoek Welmoet Damsma en Gerda Manneveld)
Juf: hoe kan dit, dat je jezelf kunt zien in deze spiegel? Noemi: omdat het een beetje een soort van glas is, maar dat is het niet. Het is een beetje een soort van plastic. Juf: is het een beetje een soort van plastic? Luca: ja, omdat het plastic is Juf: zal ik laten zien waar het van gemaakt is? Het is gemaakt van toverspul. Willen jullie dat zien? Is wel bijzonder hoor, dat mogen jullie niet verklappen, dat we toverspul in de klas hebben. Juf: tada Jongen: ik zie het niet Anna: ik zie mezelf er niet in. Juf: je ziet jezelf er niet in he, als ik zo doe {houd stukje overheadsheet voor zich}. Finn: maar wel wat anders Juf: wel wat anders. Wat zie je er dan in? kind: jou Juf: mij?! Komt dat doordat je mij erin ziet of kun je er doorheen kijken? Kinderen: doorheen kijken Juf: hoe kunnen we er nu voor zorgen dat je jezelf ziet en dat je niet erdoorheen kijkt? Anna: als je er een kleurtje achter doet Juf: een kleurtje d'rachter? Anna: eentje Juf: één kleur. Welke kleur? Kinderen door elkaar: blauw, zwart, rood, blauw, geel, etc. Juf: rood. Houd hem er eens achter. Kan je nu jezelf zien? Anna probeert het: klein beetje Juf laat het aan de rest van de klas zien. Finn: nu zie je het rode papier Juf: welke kleur kunnen we nog meer proberen? Kinderen: blauw, zwart, oranje, oranje Juf: blauw. Goed idee, blauw. Juf: blauw. Zie je jezelf dan beter of minder goed dan toen het met rood zat. Kinderen: beter. Meisje: helemaal niet! Kinderen: geel, geel, zwart Juf: geel. Ik hoor geel, dan gaan we geel doen. Juf: en ik denk dat dit de allerbeste is. Jongen: ja, dat is de allerbeste! Juf: je hebt het nog helemaal niet gezien. Kinderen: ik zie mezelf d'rin, ik zie de buiten d'rin kind: zwart! zwart, zwart Juf: zwart? Finn: ja kind: zwart zie je niet Lisa: ja het werkt Finn: ik zie het zwart. Die doet het beste! Juf: alle kleuren zie je het, maar welke was het beste? Finn: zwart! Kinderen: oranje, oranje Juf: oranje nog doen, de laatste kleur, die hebben we nog niet gedaan. kind: oranje!
4
Finn: nee Juf: nee, dit is hem niet?
5