Achtergrondinformatie in gebruik zijnde methodes. Taal Vanaf schooljaar 2008-2009 wordt vanaf groep 4 de methode "Taal in beeld” gebruikt. De methode kent een leergang Taal, Spelling en Woordenschat, waarbij de methode steeds meer in de richting gaat van instructief naar constructief leren. De werkwijze sluit aan bij de ontwikkeling van zelfstandig naar het zelfverantwoordelijk en coöperatief leren. De volgende fundamentele voorwaarden hebben onze keuze voor Taal in beeld bepaald: Werkbaarheid: een methode die voor zowel de leerkracht als de leerling te behappen moet zijn. Komt tegemoet aan verschillen tussen kinderen. Biedt mogelijkheden tot het gebruik van verschillende leerstrategieën. De leerlijnen moeten zich goed tot elkaar verhouden, doorlopend en opbouwend. Authentieke leertaken: geloofwaardig, betrouwbaar en echt. Mogelijkheden tot gebruik van moderne media. Biedt een rijke leeromgeving. Leerlingen worden gestimuleerd tot het gebruiken van taal (functioneel). Spelling + aanbod / didactiek. De rol van de leerkracht gaat in de richting van coach en begeleider. De mondelinge taalvaardigheid heeft een prominente plaats binnen de methode. De methode biedt open opdrachten, waarbij plaats is voor inbreng van kinderen. Het lesaanbod is interactief / coöperatief. Woordenschat is structureel geïntegreerd in het lesaanbod. Technisch lezen In groep 3 werken we met "Veilig leren lezen" (de zon en maan versie), een methode voor het aanvankelijk leesproces. Deze methode biedt ruime mogelijkheden om kinderen op verschillende wijze kennis te laten maken en te laten oefenen met klanken, letters (tekens), woorden en zinnen. Deze methode biedt gelegenheid om in tempo en moeilijkheidsgraad te differentiëren. Bij het voortgezet lezen in de daaropvolgende groepen, wordt er in het belang van het goed kunnen begrijpen van teksten, verder gewerkt aan een goede leestechniek. Het begrijpend lezen is een belangrijk facet bij alle andere vakken. Voor het voortgezet technisch lezen maken we gebruik van de methode “Estafette”. Begrijpend lezen Voor het begrijpend, lezen, werken we met de methode “Nieuwsbegrip”. Een interactieve en aansprekende manier om aan de kerndoelen voor begrijpend lezen te werken. Er zijn wekelijks teksten en opdrachten aan de hand van het nieuws. Nieuwsbegrip besteedt structureel aandacht aan lees- en woordenschatstrategieën. (Technisch) Schrijven Bij het schrijfonderwijs staat het plezier hebben in schrijven voorop, want plezier hebben in schrijven levert de beste handschriften op. Om te komen tot een vlot en soepel handschrift wordt er veel aandacht besteed aan de totale motorische ontwikkeling. Het technisch schrijven loopt synchroon met stimulering van de grote en kleine motoriek in alle groepen. De stelregel bij al het schriftelijk werk is “een zodanig handschrift ontplooien dat de ander zonder moeite kan lezen wat je geschreven hebt.” Wij maken hierbij gebruik van de methode “Schrijven in de basisschool”. Rekenen Het rekenonderwijs wordt binnen het basisonderwijs, naast taal en lezen, als een van de belangrijke vakken ervaren. Van de beschikbare lestijd wordt naar verhouding een groot deel aan het rekenonderwijs besteed. Voor het rekenonderwijs op onze school hebben we gekozen voor de methode "Pluspunt". In deze methode zijn de inzichten op het gebied van realistisch rekenonderwijs verwerkt. Bij het vakgebied "rekenen - wiskunde" gaat het
erom dat de kinderen: Inzicht verwerven in de structuur van getallen en in het rekensysteem. Zich vaardigheden eigen maken bij het oplossen van rekenkundige problemen. Een aantal wiskundige problemen leren hanteren en toepassen. Probleemsituaties leren omzetten in schema's en modellen en op die manier vertrouwd raken met een wiskundige aanpak van problemen. Aardrijkskunde Bij het aardrijkskundeonderwijs laten we de kinderen vanaf groep 1-2 kennis maken met diverse onderwerpen, die dicht bij de kinderen staan. Dit gebeurt onder andere binnen het thema “Ik en mijn omgeving”. Hier komen onderwerpen aan bod zoals: mijn omgeving (het gezin, de school, de klas, de weg van thuis naar school, enz.) en mijn lichaam. Daarnaast komen er allerlei zaken die leerlingen in hun dagelijkse leven tegenkomen aan bod. In groep 3-4 wordt er m.b.v. Huisje Boompje Beestje gewerkt rondom de thema’s: huizen, de dag, beestjes, kaarten, tuinen, enz. Groep 3 en 4 gebruiken “De Grote Reis” als bronnen- en informatieboek. In groep 5 t/m 8 is er aandacht voor: plattegronden, kaartlezen, kaartverkenning en kaartkennis. De thema’s Turkije, Suriname, Marokko en een wereldreis komen eveneens uitgebreid aan bod. We maken hierbij gebruik van de methode “De grote Reis”; een methode die een beroep doet op de natuurlijke leergierigheid van kinderen en van daaruit de belangstelling en interesse voor de wereld te ontwikkelen. Als toekomstige wereldburgers zullen kinderen kennismaken en leren omgaan met verschillende culturen. De methode De Grote Reis sluit aan bij onze schoolontwikkeling: van zelf leren naar zelfstandig leren. Geschiedenis Tijdens de geschiedenislessen laten wij de kinderen kennismaken met historische feiten van belangrijke gebeurtenissen in het dagelijkse leven van de mensen door de jaren heen. We besteden aandacht aan het gebruik van historische bronnen en we leren kinderen aanduidingen van tijd en tijdsindelingen hanteren. De kinderen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: Grieken en Romeinen, monniken en ridders, steden en staten, ontdekkers en hervormers, regenten en vorsten, pruiken en revoluties, burgers en stoommachines, wereldoorlogen en de Holocaust, televisie en computer. De leerlingen maken kennis met belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis. Kinderen kunnen deze historische personen voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis. We maken gebruik van de methode “De Grote Reis.” Canon Een culturele en historische canon met 50 vensters: belangrijke personen, creaties en gebeurtenissen die samen laten zien hoe Nederland zich ontwikkeld heeft tot het land waarin we nu leven. Deze vensters dienen als uitgangspunt ter illustratie voor de behandeling van de tijdvakken. De canon heeft een plaats binnen de kerndoelen van het vak geschiedenis, maar het is meer. Naast het historische zien we ook andere dimensies bijv. cultureel, geografisch, taalkundig, natuurkundig en religieus. Natuur Al op jonge leeftijd komen kinderen in aanraking met onderwerpen en verschijnselen uit de levende en levenloze natuur. In de groepen 1 t/m 4 worden de wereldoriënterende vakken niet afzonderlijk gegeven, maar worden er onderwerpen behandeld die voor jonge kinderen interessant zijn en goed aansluiten bij hun belevingswereld. Daarbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van TV en internet (o.a. Huisje Boompje Beestje), omdat d.m.v. beelden, mits goed gebruikt, onderwerpen heel duidelijk gemaakt kunnen worden. In groep 3 en 4 wordt het leerlingenboek uit de methode “De Grote Reis” eveneens gebruikt als bronnen- en ideeënboek. Voor groep 5 t/m 8 maken wij gebruik van de methode “De grote Reis” en “Nieuws uit de natuur”. Onze aandacht richt zich er onder andere op dat kinderen de in de eigen omgeving voorkomende planten en dieren kunnen onderscheiden en benoemen, leren hoe ze functioneren in hun omgeving. We leren kinderen over de bouw van planten, dieren en mensen, over de vorm en de
functie van hun onderdelen. We leren kinderen onderzoek te doen met materialen en naar natuurkundige verschijnselen. Bij zowel aardrijkskunde, geschiedenis als natuur maken we in het kader van een lesthema met regelmaat met de groep een uitstapje. (o.a. kinderboerderij, oorlogsmonument, bedevaart, museumboerderij, kasteel) Onze nog nader te ontwikkelen Natuur-Speel-Leer-Tuin zal, door het educatieve karakter, een grote toegevoegde waarde hebben voor het natuuronderwijs op onze school. Techniek We maken gebruik van de techniektorens voor de groepen 1 t/m 8. De Techniek Torens zijn het meest complete lesconcept dat voldoet aan de kerndoelen voor techniek in het basisonderwijs. Alle thema's en domeinen (constructie, transport, productie, communicatie, elektrotechniek, chemie, duurzame energie, etc.) worden in doorlopende leerlijnen behandeld. Het is vooral veel "zelf doen" voor de kinderen. De Techniek Torens zijn drie opvallende en vrolijk gekleurde kasten in de vorm van middeleeuwse kasteeltorens, waarin alle materialen, leskisten en lesbeschrijvingen zijn opgeborgen voor tenminste 80 technieklessen voor groep 1 t/m groep 8 van de basisschool. De techniektorens bieden doorlopende leerlijnen voor alle onderwerpen en leerlingen werken veelal zelfstandig in kleine groepjes. Ook andere, leergebied overstijgende, kerndoelen komen in dit lesconcept aan de orde. Denk daarbij aan: zelfstandig in groepjes werken, samen oplossingen zoeken, taken verdelen, een werkend eindproduct maken, creëren, zelfvertrouwen opbouwen, ontwikkeling van de fijne motoriek, precies werken, meten, driedimensionaal inzicht, op schaal werken, analyseren, testen, overleggen, ontwerpen, plannen, evalueren, doorzetten, etc. Veel lessen zijn zeer geschikt om kinderen te leren samenwerken en het oplossingsgericht denken, het analytische vermogen en het driedimensionale inzicht te bevorderen. Expressie – activiteiten Met expressieactiviteiten worden de volgende vakgebieden bedoeld: tekenen, handvaardigheid, drama en muziek. Om bij tekenen en handvaardigheid de fantasie en creativiteit te kunnen uiten, laten wij de kinderen kennismaken met verschillende soorten materialen en technieken. We vinden het belangrijk dat de diverse opdrachten op een speelse en creatieve wijze uitgevoerd kunnen worden. We gebruiken hierbij, als bronnenboek, de methodes: Tekenvaardig en Moet je doen Om de expressie activiteiten van kinderen extra te stimuleren worden er 2 keer per jaar een crea-middag c.q. -ochtend gehouden. Hierin worden verschillende accenten gelegd. In zowel de groepen 1 t/m 4, als in de groepen 5 t/m 8 wordt er groep overstijgend volgens een bepaalde cyclus gewerkt, zodat kinderen met allerhande technieken in hun schoolloopbaan kennis maken. We besteden aandacht aan dramatische expressie. Hierbij maken wij veel gebruik van de suggesties die opgenomen zijn in de taalmethode en uit het jaarlijkse aanbod van de werkgroep kunstzinnige vorming. De kinderen hebben hun eigen inbreng bij de maandsluitingen en -openingen. In het muziekonderwijs is er aandacht voor de verschillende vormen en mogelijkheden van muziek, muziekinstrumenten en zingen. Via cd’s kunnen de kinderen stapsgewijs leren een lied te beluisteren, mee te zingen of ritmisch te begeleiden. De methode Moet je doen, die hiervoor wordt gebruikt, kent een levendig, gevarieerd en eigentijds aanbod. Tevens organiseren we jaarlijks met de leerlingen van groep 4, 5 en 6, in samenwerking met fanfare St. Cecilia en MIK, het project Windkracht 6. Kunstzinnige oriëntatie en cultureel erfgoed Alle kinderen maken kennis met allerlei vormen van kunst en cultureel erfgoed zoals voorstellingen, tentoonstellingen, een bezoek aan een museumboerderij etc. In de
gemeente Veghel worden school-overstijgende activiteiten gecoördineerd door Plein 23, een marktplaats voor kunsteducatie. Via Plein 23 wordt ook het Kunst-menu afgenomen, waardoor alle kinderen in een periode van acht jaar een aanbod krijgen in: muziek, drama, literatuur, dans, beeldende vorming, film en fotografie. Bewegingsonderwijs De kinderen van groep 3 t/m 8 krijgen twee keer per week een gymles in de gymzaal of, bij mooi weer buiten. Onze kleuters zijn tijdens deze lessen te vinden in de speelzaal. Tijdens het bewegingsonderwijs wordt er aandacht besteed aan diverse bewegingsvormen zoals: lopen, klimmen, springen, duikelen en aan spel- en teamsporten. Tijdens alle activiteiten in de gym- , speelzaal of buiten, spelen sportiviteit en samenwerking een belangrijke rol. Voor de lessen in de gymzaal en de buitengym maken wij gebruik van de methode "Basislessen bewegingsonderwijs/basislessen spel”. Deze methode biedt een overzichtelijk jaarplan om de gymlessen volgens een goede opbouw en met veel variatie en afwisseling, aan te bieden. Verkeer /BVL / verkeerswerkgroep / thema’s / methode De veiligheid van onze leerlingen in het verkeer, in en rondom de school, staat bij ons hoog in het vaandel. We besteden uitgebreid aandacht aan het verkeersonderwijs en de zelfredzaamheid van onze leerlingen. We laten de kinderen kennismaken met echte situaties die dicht bij hun belevingswereld liggen. Fietsen op het school(verkeers)plein, projecten als ANWB Streetwise, controle fietsverlichting, dode hoek spiegel etc. Eveneens gebruiken we de verkeersmethode “Klaar….over” in groep 3 en 7 aangevuld met diverse praktische materialen. De overige groepen maken gebruik van de verschillende verkeerskrantjes. Met groep 7 nemen we deel aan het (schriftelijk)verkeersexamen van VVN en de praktische verkeersproef. Verkeerswerkgroep Een leerkracht en een ouder vormen de verkeerswerkgroep. De ouder coördineert het brigadieren. Zij bekijken samen de verkeersveiligheid rondom de school en ondernemen acties om deze te verbeteren, hetzij wat er preventief ondernomen kan worden. We worden hierbij ondersteund door de gemeente, politie en Veilig Verkeer Nederland (VVN). Sinds 1 juni 2005 heeft onze school het Brabants Verkeersveiligheid Label (BVL). Relationele en seksuele vorming In schooljaar 2008-2009 zijn we van start gegaan met een methode voor relationele en seksuele vorming. De doorgaande en opbouwende lijn vormen de voorwaarden om ons doel te bereiken: kinderen ondersteunen bij hun ontwikkeling tot een persoon die respect heeft voor zichzelf en anderen en zich bewust is van eigen en andermans gevoelens, wensen, opvattingen en mogelijkheden en steeds beter gefundeerde beslissingen kan nemen op het gebied van seksualiteit. We behandelen drie domeinen: Lichamelijke en emotionele ontwikkeling. Sociale ontwikkeling en relaties. Seksualiteit en gezondheid. De thema’s vallen in grote lijnen binnen de kerndoelen van “Gezond en redzaam gedrag”, “Samenleving” en “Natuuronderwijs”. Relationele en seksuele vorming bevat verschillende aspecten die allen te maken hebben met het overdragen van bepaalde kennis en het bevorderen van een positieve attitude ten aanzien van seksualiteit en het aanleren van een aantal vaardigheden: Informatie over lichamelijke ontwikkeling. Informatie over voortplanting. Informatie over de functie en het gebruik van verschillende soorten voorbehoedsmiddelen. Aandacht voor de sociaal emotionele ontwikkeling: onderscheiden van en betekenis geven aan verschillende gevoelens die te maken hebben met relaties en
seksualiteit. Stimuleren van een positief zelfbeeld. Een positief zelfbeeld is de basis voor een gezonde relationele ontwikkeling: een kind dat niet een beetje van zichzelf heeft leren houden, kan zich niet voorstellen dat anderen wel van hem houden. Stimuleren van een positieve houding t.a.v. seksualiteit in het algemeen en de eigen seksuele gevoelens in het bijzonder. Seksualiteit is een gewoon onderdeel van ieders leven. Seksuele gevoelens zijn positief en kun je delen met een ander of bewaar je zelf. Leren van seksuele en relationele “regels” of normen en waarden: vriendschap, respect, grenzen aangeven en respecteren, maar ook maatschappelijke en culturele waarden uit de eigen en andere culturen. Leren van relationele vaardigheden: leren omgaan met elkaar (elke seksuele relatie is immers ook een sociale relatie) Leren van communicatieve en onderhandelingsvaardigheden zoals het opkomen voor jezelf, aangeven van eigen grenzen, kunnen signaleren van andermans grenzen, aan kunnen geven wat je wilt en wat je niet wilt, kunnen handelen in seksueel bedreigende situaties, enz.