Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
Abstract This report describes a project concerning the reduction of transportation cost and environment pollution, which are caused by the supply of raw materials (peat) and the distribution of finished products in the potting soil production industry. An analyse of the initial logistic structure of the potting soil chain points out that an important part of the price of potting soil is transportation cost, due to an inefficient place of some production factories. By redesigning some of the logistic streams within the chain, it’s possible to minimise the costs.
i
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
Samenvatting Inleiding en opdrachtformulering Deze samenvatting beschrijft een afstudeerproject van de studie Technische bedrijfskunde aan de Technische Universiteit Eindhoven. Deze afstudeeropdracht is uitgevoerd voor de VPN (Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland). Deze vereniging heeft als doel de individuele krachten te bundelen, zodat door samenwerking op bepaalde vlakken voordelen kunnen worden behaald. Deze potgrondfabrikanten produceren potgronden voor de professionele sector, tuinders (telers en kwekers) en de hobbysector (consumenten). Het project Potgrondfabrikanten Productgerichte Milieuzorg (PPM) waarmee de VPN zich samen met SV&A (consultancy and research) momenteel mee bezighoudt zal als onderdeel dit afstudeerproject bevatten. Dit PPM-project is een Productgericht Milieuzorgproject (PMZ) voor potgrondfabrikanten wat bedoeld is en uitgevoerd wordt voor de VPN. De Productgerichte Milieuzorg is een management-instrument gericht op het continu verbeteren van de milieuprestatie van producten en diensten. Inhoud en aanpak vertonen veel gelijkenis met kwaliteitszorg en milieuzorg conform ISO 14.000. Kernelementen PMZ zijn: • het kennen van de milieubelasting en de wettelijke eisen op dit terrein; • het beheersen van die milieubelasting en voldoen aan die wettelijke eisen; • het op gestructureerde wijze verminderen van die milieubelasting in de gehele keten; • het structureren/organiseren van bovengenoemde punten en; • het rapporteren/communiceren hierover. Het doel van het PPM project luidt als volgt: Middels een gezamenlijke inzet van de leden wordt getracht een milieuzorgsysteem te ontwikkelen en bij de leden te implementeren. De afstudeeropdracht die volgt uit het PPM-project luidt als volgt: Ontwerp een logistieke structuur om transportkosten en milieubelasting te verminderen die het gevolg zijn van de aanvoer van grondstoffen en de distributie van het gereed product. Nadere uitleg van de opdracht komt op het volgende neer: • Welke verbeteringen zijn er op korte en lange termijn te realiseren in de aanvoer van grondstoffen naar het potgrondbedrijf? Optimalisatie van bestaande transportsystemen; kansen en knelpunten; • Welke verbeteringen zijn er op korte en lange termijn te realiseren in de distributie van potgrond naar afnemers? Optimalisatie van bestaande transportsystemen, andere transportsystemen, bundeling transport verschillende bedrijven; kansen en knelpunten. Tijdens de uitvoering van het PPM project wordt door EVO (Eigen Vervoerders Organisatie), in het kader van het overheidsprogramma Transactie/Modal Shift (TMS) een onderzoek gedaan naar optimalisatie van de mogelijkheden van de bestaande logistieke structuren binnen de potgrondsector. Bij TMS wordt derhalve met name gekeken naar meer efficiency in de bestaande structuur, terwijl deze afstudeeropdracht voornamelijk zal kijken naar een nieuwe verbeterde distributiestructuur. Het is de bedoeling dat deze studie naar nieuwe geïntegreerde logistieke concepten en de Modal Shift studie elkaar aanvullen. Voor het uitvoeren van deze opdracht is de volgende aanpak gebruikt: Fase 1: Oriëntatie- en doorlichtingsfase (Externe oriëntatie; eerste gesprekken; oriënterende interviews; analyse huidige situatie; terugkoppeling contractering) Fase 2: Doorlichtings- en oplossingsfase (Voorbereiding diepte-onderzoek; diepteonderzoek). Fase 3: Invoeringsfase (Oplossingsplan; invoering; afronding)
ii
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Huidige situatie Potgrond wordt volgens de RHP als volgt gedefinieerd: Potgrond is een substraat dat wordt samengesteld uit verschillende grondstoffen. De belangrijkste grondstof is veen (80%-85%). Daarnaast kunnen er andere materialen zoals boomschors of perlite aan toegevoegd worden. Potgrondmeststoffen en kalk zijn altijd een onderdeel van potgrond. Potgrond wordt toegepast als een groeimedium voor een grote reeks gewassen. In deze definitie wordt gezegd dat potgrond een substraat is. Hiervoor bestaan meerdere definities, waarvan de volgende een goede omschrijving geeft: Substraat is een kunstmatig groeimedium voor de hele teeltperiode. Potgrond is dus een substraat zoals ook steenwol, veen, kokos, perlite enz. De markt waarvoor de potgrond gebruikt wordt, is te verdelen in de professionele tuindersmarkt en in de consumentenmarkt. De verdeling van de verschillende marken waarvoor potgrond wordt gebruikt (en waar de potgrond verkocht wordt) is hieronder weergeven: professionele markt (tuinders): potplanten; perkplanten, opkweekmateriaal groenteplanten, opkweekmateriaal bloemkwekerijgewas, boomkwekerij, dekaarde champignons. consumentenmarkt: tuincentra, hobbymarkten, supermarkten. Product- en distributiestromen Er is een verdeling van de verschillende product- en distributiestromen van potgrond gemaakt na productie op basis van verschillende kenmerken die voor de distributie van belang zijn. Hier komt duidelijk in naar voren dat potgrond een divers product is. A Professionele tuinbouwmarkt: Eén van de drie hoofdstromen is de professionele tuinbouwmarkt, verreweg de grootste stroom met 60%, bestaande uit specifieke klantgerichte producten (48%) en standaard klantgerichte producten (12%). Specifieke klantgerichte producten in de professionele tuinbouwmarkt hebben de volgende belangrijke kenmerken: • Deze soorten potgrond zijn specifiek samengesteld voor bepaalde klanten, aangepast aan de geteelde producten, bedrijfs- en omgevingsomstandigheden. • Het recept (samenstelling) van de potgrond wordt door de klant vaak voor zichzelf gehouden; • Bij het produceren van deze producten is het van belang op welke manier men dit doet en wie het product produceert. • De service die de potgrondbedrijven verlenen aan deze klanten gaat erg ver, omdat het vaak om lange en vertrouwelijke klantenrelaties gaat. • Voor de klant en ook voor de producent is het uiterst belangrijk dat het product goed is, omdat dit een hele oogst kan beschadigen, vernielen of extra werkzaamheden kan veroorzaken. De professionele tuinbouwmarkt bestaat naast de zojuiste besproken specifieke klantgerichte producten ook uit standaard klantgerichte producten, deze hebben de volgende belangrijke kenmerken: • Deze producten hebben een vrij algemeen mengsel van hoofdzakelijk tuinturf, een klein percentage witveen en een klein percentage basis toevoegingen, geschikt voor bijvoorbeeld meerdere tuinbouwdoeleinde. • Service bij deze producten gaat minder ver, waardoor de prijs ook minder hoog is dan bij specifieke klantgerichte producten. Er is ook een indeling van potgrond naar teelt of kweek. B Consumentenmarkt (10%):De tweede hoofdstroom betreft de consumentenmarkt; dit is een stroom waarin minder stromen te onderscheiden zijn. Deze markt heeft de volgende kenmerken:
iii
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland •
Bij deze producten zijn de eisen die men aan het product stelt minder hoog dan bij de professionele markt. • Het leveren van deze producten gebeurd nagenoeg alleen in verpakte vormen op pallets. Deze markt bestaat uit standaard (8%) en specifieke potgrond (2%). Dit is een indeling waarvoor de potgrond uiteindelijk gebruikt gaat worden. Er is algemeen gebruikte potgrond voor meerdere (of alle) soorten planten, bomen en bloemen. De specifieke potgrond wordt gebruikt door de consument voor één of slechts enkele soorten planten, bomen of bloemen.
C Export (30%) : De laatste hoofdstroom is de export. Kenmerken: • Deze stroom betreft hoofdzakelijk standaard producten en weinig klantspecifiek. Dit verschuift wel richting specialities omdat ook de tuinbouw in het buitenland op een hoger niveau komt. • De exportproducten worden over een grote afstand getransporteerd. • Distributie van exportproducten wordt vaak uitbesteed aan een transporteur die een betere bezettingsgraad kan realiseren dan een individueel productiebedrijf. De exportmarkt bestaat uit de professionele markt (27%) en de consumentenmarkt (3%). Deze markt bevat voornamelijk producten voor de professionele tuinbouwmarkt, het betreft hier zowel standaard als specifieke potgrond. De consumentenmarkt bestaat echter alleen uit standaard producten. Export ingedeeld naar Landen Er wordt met name geëxporteerd naar landen in Zuid-Europa. De technologische kennis omtrent de tuinbouw wordt steeds beter in deze landen, waardoor het een groei-effect heeft op het gebruik van potgrond. Het zwartveen wat hoofdzakelijk gewonnen wordt in Duitsland, wordt steeds schaarser voor import, omdat er steeds minder veen beschikbaar is en omdat de kleine hoeveelheid die nog wel beschikbaar is in Duitsland zelf gebruikt zal gaan worden. Hierdoor zal het voor Nederlandse potgrondbedrijven moeilijker worden om zwartveen te verkrijgen, waardoor men genoodzaakt is het veen te importeren vanuit met name de Baltische Staten. Omdat de weersomstandigheden in de Noordelijk gelegen veenproductielanden extremer zijn dan in Duitsland, is dit een kwetsbaar punt. Daar staat tegenover dat de veenreserves in de Baltische Staten zeer groot zijn. Enkele belangrijke logistieke handelingen in de potgrondketen met de belangrijkste kenmerken zijn de volgende: Transport (2) (weg-, binnenvaart-, en zeetransport) Het transport van veen vindt op drie manieren plaats: per vrachtwagen (Duitsland, Zweden, Baltische Staten, Rusland); per zeeschip (Baltische Staten, Ierland, Noorwegen, Rusland, Finland); per binnenvaartschip (Duitsland). Tijdens het transport van het veen zijn er een aantal punten van belang. Zo stelt men strenge eisen aan het veen voor wat betreft het bevatten van onkruid, zaden of andere stoffen die er niet in thuis horen. Zo moeten alle transportmiddelen ‘schoon’ zijn. Potgrond met het RHP keurmerk bevat veen dat aan de eisen in het schema voldoet en wat voor een professionele kweker of tuinder erg belangrijk is in verband met het niet mislukken van zijn oogst. De transportkosten in de keten zijn onderverdeeld in vervoerskosten en pijplijnkosten. Hiervan kunnen voor zowel veen als potgrond de pijplijnkosten worden verwaarloosd, omdat procentueel gezien deze kosten ten opzichte van vervoerskosten <1%. Dit komt omdat de
iv
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland waardedichtheid van het te vervoeren goed laag is en de vervoerskosten de waarde van het product sterk beïnvloeden. Productieplaats potgrond (5) Het grootste deel van de potgrondfabrikanten hebben hun productieplaats in het westen van Nederland. Hier bevinden zich ook de meeste professionele gebruikers (tuinders) van vroeger, met name in het Westland en Boskoop, of op vroegere winplaatsen in Nederland. Distributie (6) Bij de distributie van de potgrond speelt de productielocatie een belangrijke rol. De locatie bepaalt de optimale aanvoer- en distributieroutes en de positie ten opzichte van de klant, het afzetgebied. De gemiddelde beladingsgraad binnen regionale afzet is circa 50%, met andere woorden vol beladen naar klant en leeg terug. Bij de distributie over korte afstanden (regionaal) worden de eventuele kosten- en/of milieuvoordelen voor gecombineerd vervoer tenietgedaan door de extra kilometers en benodigde handling. (Inter)- Nationale afzet/distributie wordt in de regel uitbesteed aan transporteurs, omdat zij er beter in slagen de belading te optimaliseren. De mogelijkheid om snel en flexibel op bestellingen van de klant in te spelen wordt door potgrondbedrijven gezien als een vorm van serviceverlening en klantenbinding. Bij de distributie van potgrond naar de klant heeft men te maken met seizoensinvloed, die gelijk loopt met het produceren (telen en kweken) van de producten voor de klant, de tuinder en in mindere mate de consument. Globale kosten opbouw in de potgrondketen In de kostenopbouw voor de drie belangrijkste veenherkomstlanden is duidelijk te zien dat een aanzienlijk percentage van de aanvoerkosten van veen tot de productieplaats veroorzaakt worden door het transport, circa 39% tot wel 62,5%. Het transport van de haven tot aan de productieplaats komt hier nog bij. De grondstofkosten bepalen voor het belangrijkste deel de kosten bij de activiteit 5, de productie (64,6%). Deze grondstofkosten zijn voornamelijk opgebouwd uit transportkosten en overslagkosten. Milieubelastende aspecten in de logistieke keten Als we het over milieubelastende aspecten hebben in de logistieke keten van veen met grondstof en potgrond als eindproduct, zijn de volgende aspecten van belang: landschap verruïnering en het vrijkomen van vervuilende stoffen als gevolg van afgraving; energiegebruik met als gevolg vrijkomende warmte, emissie CO2, CO, SO2 en NOx gassen door transport en gebruik machines. Met name het transport van veen naar de productieplaatsen en de distributie van het eindproduct naar de klanten is het meest milieubelastend.
Probleembeschrijving Zowel bij de aanvoerlogistiek van veen als bij de distributielogistiek van potgrond is er geen optimale logistieke structuur voor wat betreft de transportkosten en milieubelasting van de VPN als geheel. Door de toenemende transportafstand van de aanvoer van veen, de lage waardedichtheid van deze grondstof en de grote volumestroom van veen en potgrond zijn transportkosten en in mindere mate opslag- en handlingkosten voor het grootste deel verantwoordelijk voor de uiteindelijke prijs (waarde) van potgrond. De vervoerskosten van veen tot aan de terminal in Nederland kunnen oplopen tot 62,5% van de prijs op dat moment. De vervoerskosten van de aanvoer van veen naar productieplaats en distributie van eindproduct naar de klant met de vrachtwagen, is sterk afhankelijk van de afstand tussen productie van potgrond en klant. Door de logistieke structuur te veranderen kunnen de transportkosten en de milieubelasting worden geminimaliseerd binnen de keten. De belangrijkste oorzaken/knelpunten van het probleem zijn: • De plaatsen waar veen gewonnen wordt zijn verder weg gelegen van de Nederlandse potgrondfabrikanten. Men moet dus veen van verder weggelegen landen halen. Hierdoor
v
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland neemt de afstand tussen de plaatsen waar men het veen wint en de plaats van de productie van potgrond sterk toe. • De belangrijkste grondstof van potgrond, veen en in mindere mate de potgrond zelf zijn laagwaardige producten per volume-eenheid. Hierdoor zijn met name de transportkosten en in mindere mate de opslag- en handlingkosten voor het grootste deel verantwoordelijk voor de uiteindelijke prijs (waarde) van potgrond. • Veen kan maar tijdelijk worden opgeslagen als bulk in een terminal, omdat er bij te lange opslag broei kan ontstaan en het onbruikbaar wordt voor de productie van potgrond. • Bij een ongunstige ligging van de productieplaatsen van potgrond rijdt men veel onnodige kilometers. • De export van potgrond gebeurt vanuit de huidige productieplaatsen, waardoor in een aantal gevallen deze productieplaats te ver van de markt gesitueerd is. Hier ligt door het KOOP-punt te ver stroom opwaarts, zodat men niet snel kan reageren op veranderingen, men minder goede service kan leveren aan klanten en men hoge transportkosten moet maken voor de distributie. • Men maakt bij de distributie van potgrond voor het grootste deel gebruik van vrachtwagens, wat een grotere milieubelasting geeft dan vervoer per schip. • De leden binnen de VPN zijn in veel gevallen concurrenten van elkaar waardoor de bereidheid tot samenwerking wordt bemoeilijkt. Om te komen tot bepaalde toekomstige modellen/situaties kan een aantal hoofdactiviteiten in de keten verschoven worden, zodat de logistieke structuur verandert en daarmee de kosten in de keten geminimaliseerd worden. De meest voor de hand liggende hoofdactiviteit om te verschuiven is de productieplaats van potgrond. Deze activiteit kan eigenlijk maar naar een aantal plaatsen in de keten verplaatst worden, namelijk bij de veenwinning, bij de afnemer (klant) van potgrond of in combinatie met het overslagpunt in bijvoorbeeld een haven. Het ontkoppelpunt wordt in de keten verschoven door deze verplaatsing. Er kan ook binnen de keten gekeken worden naar de meest optimale vorm van transport. Met deze wetenschap in het achterhoofd zijn een zestal voorstellen gedaan waarvan bepaald is dat drie voorstellen acceptabel zijn. Deze worden achtereenvolgens beschreven.
Mogelijke alternatieve modellen/situaties Alternatief A: Produceren van ‘nieuwe standaard potgrond’ op veenwinplaats in de Baltische Staten Bij alternatief A is het de bedoeling om de totale standaard potgrond circa (23%) die momenteel in Nederland wordt geproduceerd, in de voorgestelde situatie te verplaatsen naar de haven in de Baltische Staten. Weliswaar met het verschil dat deze ‘nieuwe standaard potgrond’ uit alleen die soorten veen bestaat die gewonnen worden in de Baltische Staten en niet zoals de standaard potgrond zoals die thans in Nederland is, bestaande uit een aantal verschillende soorten veen. Alle huidige standaard soorten potgrond zullen derhalve worden vervangen door andere nieuwe standaard potgrond met dezelfde of verbeterde kwaliteit. Vanuit deze nieuwe productielocatie kan men deze ‘nieuwe standaard potgrond’ direct leveren aan alle de klanten. Het KOOP-punt komt in de nieuwe situatie verder stroomopwaarts te liggen. Er is voor de Baltische Staten gekozen voor de aanvoer, omdat in deze streek, na Duitsland, het meeste veen geproduceerd en geëxporteerd wordt en omdat de veenreserves in deze landen groot zijn. Positieve punten • In veel gevallen kan op deze manier de logistieke keten van de veenproductie tot aan de klant korter en efficiënter zijn, minder handelingen worden verricht en de transportafstanden zijn korter. • De bezettingsgraad kan worden verhoogd, vanwege de grote volumestroom omdat men makkelijker eventuele retourvrachten kan combineren.
vi
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland •
De kwaliteit van de potgrond is gelijk of wellicht zelfs beter, doordat er gebruik wordt gemaakt van het witveen. • Loonkosten van productiemedewerkers zijn een stuk lager dan in Nederland. Knelpunten en problemen van het alternatief • Men kan aan de klanten minder snel en flexibel leveren als gevolg van de verschuiving van het KOOP-punt verder stroomopwaarts. • Men zal extra kosten moeten maken om het risico van schaarste te verlagen, wat het gevolg is van het niet kunnen winnen van veen. De beperkte houdbaarheid van veen is hierbij een belangrijke knelpunt. • De klanten van deze potgrond trachten zover te krijgen dat ze deze producten kopen en accepteren met één of enkele soorten veen. • Het risico dat bestaat, in het geval dat er in een bepaald jaar door weersomstandigheden weinig of geen veenproductie mogelijk is, is groter dan in de oude situatie. • De productiviteit van productiepersoneel is lager vergeleken met die in Nederland. Tegenover deze lagere productiviteit staan de lagere lonen. Dit alternatief levert volgens de berekening een redelijke besparing op, ongeveer € 260.000. Het aantal transportkilometers wat wordt bespaard bij 10% kilometervermindering is ongeveer 118.833 km. Voor wat de leverbetrouwbaarheid betreft wordt het risico van veenschaarste groter en zal er dus extra voorraad aangehouden moeten worden om de leverbetrouwbaarheid te garanderen. Alternatief B: Produceren van potgrond voor de export op een centrale plaats waar de klant zich bevindt in het buitenland; voor de afzetmarkt in Zuid-Europa. Het is bij alternatief B de bedoeling om de potgrond die geëxporteerd wordt op één gezamenlijke plaats te produceren in het buitenland. De plaats of land waar dit het beste kan gebeuren is afhankelijk van het grootste export (afzet) gebied na Duitsland en België, ZuidEuropa. De productieplaats ligt dan aan een goede verbindingsroute voor de aanvoer van grondstoffen en distributie van het eindproduct (bijvoorbeeld in de zeehaven in Marseille (F)). Men komt hierdoor dichterbij de klant te zitten. De grondstofaanvoerstroom voor veen van veenwinplaats tot aan de productieplaats zal dan rechtstreeks per schip gebeuren. Het KOOP-punt komt in de nieuwe situatie verder stroomafwaarts te liggen, dichterbij de klant.
Positieve punten • De Zuideuropese markt is een markt waar door de ontwikkeling van de tuinbouw het veengebruik zal toenemen. • Het voordeel dat men heeft indien men in Frankrijk produceert is dat men dichter op de markt zit en je derhalve snel, flexibel en efficiënt kan leveren, waardoor de service naar de klant toe kan worden vergroot. • Minder transportkilometers over de weg, wat minder milieubelasting tot gevolg heeft, omdat een deel van deze wegkilometers wordt vervangen door het schonere zeetransport. Knelpunten en problemen van alternatief • Er is sprake van een relatief kleine stroom potgrond in m³ die nu nog geëxporteerd wordt naar dit gebied. • Weinig specifieke kennis op het gebied van de productie van potgrond. • Aanvoerkosten van veen tot aan de productieplaats zijn hoger, doordat er nog geen echte vaste vaarroutes zijn. De besparing van circa € 200.000 is redelijk groot, zeker gezien de groeiende Zuideuropese markt en gezien de lage gebruikte kosten per km, die in toekomst alleen maar zal toenemen. Er is ook sprake van een grote besparing vrachtwagenkilometers, namelijk 9 miljoen per jaar.
vii
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Alternatief C: Gezamenlijk produceren en distribueren van standaard losse en verpakte potgrond op een overslagpunt in Nederland Het betreft hier het gezamenlijk produceren van standaard losse en verpakte potgrond op een overslagpunt in Nederland (productieplaats in zeehaven, bijvoorbeeld Moerdijk of Rotterdam). De standaard potgrond wordt van deze productieplaats direct naar de verschillende klanten van de diverse VPN-leden gedistribueerd. Distributie van deze producten gebeurt dan door één transporteur. Men zal ieder zijn eigen merk willen blijven voeren; dit kan door middel van het gebruik van zakken op pallets met de naam van het desbetreffende VPN-lid. Als we gebruik maken van dit alternatief kunnen de productiekosten en de transportkosten gezamenlijk worden opgebracht. Het KOOP-punt komt in de nieuwe situatie in enkele gevallen verder stroomopwaarts te liggen. Het aantal handelingen in de keten wordt minder omdat men in de haven produceert. Kosten van de productieplaats in de haven zal met name ten aanzien van de afschrijvingskosten iets hoger liggen dan in de huidige situatie. Positieve punten • Er kan optimaler geproduceerd worden, als gevolg van een groot volume; er zal dan efficiënter gewerkt kunnen worden in plaats van dat elk VPN-lid afzonderlijk produceert. • Er is sprake van een efficiënter transport indien deze wordt uitgevoerd door één transporteur, doordat men beter vrachten kan combineren in verband met de grote productstroom om zo de beladingsgraad trachten te verhogen wat kan leiden tot lagere transportkosten. • De transportafstand die in een aantal gevallen afgelegd wordt van haven naar productieplaats en dan naar klant, kan korter worden. Minder gereden transportkilometers heeft minder milieubelasting tot gevolg. • Doordat de productie in de haven zit vervallen een aantal handelingen. • Het veen wordt in de toekomst alleen nog over zee aangevoerd als gevolg van de veranderende samenstelling van standaard potgrond zodat de ligging van dit alternatief gunstiger wordt. • Eindproducten die geëxporteerd worden en per schip Nederland verlaten kunnen direct geladen worden, zodat er geen of heel weinig voortransport nodig is. Knelpunten en problemen van alternatief • De acceptatie dat de verschillende merken potgrond van de diverse VPN-leden in één fabriek gemaakt worden. • Goede onderlinge afspraken maken tussen de VPN-leden over de samenwerking en samenstelling van de potgrond zal moeilijk zijn; het blijven concurrenten van elkaar. • Door de distributie te laten uitvoeren door één transporteur zal het contact met klant minder worden dan in het geval men het zelf distribueert. Dit leidt tot een lagere service en men is minder goed op te hoogte van de wensen en /of klachten van de klant. Dit is een aantrekkelijk alternatief, omdat men volgens de berekening met een 10% kilometerbesparing en een bezettingsgraad van 60% circa € 370.000 kan besparen. Verder uitwerken lijkt dus zinvol; er is een kleine kilometerbesparing van 118.833 kilometer, bij deze 10% besparing. Voor de lange termijn kan dit een goed alternatief zijn omdat het veen in de toekomst steeds vaker uit landen als de Baltische Staten zal komen en dus de zeehaven een goede productieplaats in de keten voor aanvoer van grondstoffen en distributie van eindproduct kan zijn. De leverbetrouwbaarheid wordt in deze situatie beter, omdat er sneller geleverd kan worden als gevolg van het wegvallen van een aantal handelingen in de keten. Om een keuze te maken welke van deze alternatieven verder uitgewerkt dient te worden zullen de gevoeligheid, toekomstverwachting en het bestaansrecht van deze alternatieven moeten worden uitgezocht.
viii
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Gevoeligheid alternatief A Bij alternatief A is het heel belangrijk om te weten hoeveel de afschrijvingskosten en overheadkosten bedragen, omdat deze kosten de uiteindelijke besparing sterk kunnen beïnvloeden. Een lichte stijging van deze kosten heeft een sterke daling van de besparing tot gevolg. De kosten voor afschrijving en overhead zijn echter moeilijk te bepalen, omdat deze of niet bekend zijn of niet te achterhalen zijn. De gevoeligheid van de kilometerbesparing en de beladingsgraad is relatief laag, omdat meer dan 15% winst op beide punten niet te verwachten is. Een beladingsgraad groter dan 60% is wellicht niet erg realistisch, gezien het feit dat er alleen RHP-toegelaten materialen worden vervoerd tijdens de retourrit. De transportkosten per kilometer zullen in de toekomst toenemen als gevolg van energieprijsstijgingen zodat, het van belang is het aantal te maken kilometers tot een minimum te beperken. Een te behalen besparing van ongeveer € 260.000 is gezien de gevoeligheid van de eerste twee punten wellicht iets te voorbarig. Gevoeligheid alternatief B Bij dit alternatief zijn met name de afzethoeveelheid (de te produceren hoeveelheid) en de samenstelling van belang, omdat deze parameters de berekeningen sterk kunnen beïnvloeden. Het is belangrijk om de parameters 1 en 3 goed te weten. De hoeveelheid af te zetten potgrond zal in de toekomst gaan groeien volgens kenners in de markt en tevens zal de samenstelling veranderen. Door deze ontwikkelingen beïnvloeden deze parameters de besparingen aanzienlijk. Zeker als de productiecapaciteit goed is afgestemd op de afzethoeveelheid. De parameter kosten per km is een vaste waarde van € 0,5 per km en is vrij laag gehouden, zodat de berekening met deze waarde niet sterk zal beïnvloeden. Met het oog op de toekomst, het duurder worden van de kosten per km, kan deze parameter belangrijk zijn voor wat de groei van de besparing betreft. De distributieafstand in Frankrijk, parameter 2, kan de berekening beïnvloeden omdat niet precies duidelijk is waar de klanten zich in Frankrijk bevinden. Met name voor die klanten die zich in Zuid-Frankrijk bevinden, omdat dit land het grootste afzet gebied is qua m³. Door een redelijk grote distributieafstand van 800 km (heen & terug) te nemen, is heel Zuid-Frankrijk afgedekt. Voor alternatief B is de groei van de afzetmarkt, de plaats van de klant en de samenstelling in de toekomst, erg bepalend. Gevoeligheid alternatief C Bij alternatief C zijn met name de samenstelling, kilometerbesparing en in iets mindere mate de beladingsgraad, van belang. De veranderende samenstelling beïnvloed de besparing positief. In de toekomst zal verschuiving van de samenstelling doorzetten. Tevens is er sprake van een lichte afname van standaard potgrond, of anders gezegd, een verschuiving van standaard potgrond naar iets specifiekere potgrond. De gevoeligheid van de kilometerbesparing en de beladingsgraad is relatief laag, omdat meer dan 15% winst op beide punten niet te verwachten is. Een beladingsgraad groter dan 60% is wellicht niet erg realistisch, gezien het feit dat er alleen RHP-toegelaten materialen worden vervoerd tijdens de retourrit. De transportkosten per kilometer zullen in de toekomst toenemen als gevolg van energieprijsstijgingen, waardoor het van belang is het aantal te maken kilometers tot een minimum te beperken. Afname van de vraag naar standaard potgrond heeft weinig invloed op de besparingen. Dit alles in ogenschouw genomen is voor dit alternatief de samenstelling bepalend. Gevolgen voor de VPN-leden na eventuele invoering acceptabele alternatieven De consequenties die na de invoering van de diverse alternatieven plaatsvindt heeft weinig tot geen invloed op het primaire proces van de verschillende VPN-leden. Bij alternatief A en C en in mindere mate bij B zal een deel van de productiecapaciteit moeten worden ingekrompen of er zal voor dat deel vervangende arbeid moeten worden gevonden. De
ix
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland gevolgen van het invoeren van de diverse alternatieven zullen voor het transport niet erg van invloed zijn voor de diverse VPN-leden, omdat een groot deel van het transport wordt uitbesteed. Keuze van alternatief De keuze van een acceptabele alternatieven A, B en C is voorgelegd aan de heren Aarts en Swinkels. Hierbij is alternatief B gekozen om verder uit te werken, om volgende redenen: • Dit alternatief is in de praktijk het best realiseerbaar lijkt. • Het alternatief is gericht op penetratie van een groeimarkt. • Het financiële perspectief van alle opties lijkt bij B het meest aantrekkelijk. • De basisaannames ten aanzien van afzetvolume, distributie-afstranden, aandeel Duits veen en transportprijzen zijn conservatief ingeschat. • Dat de bate sterk zullen groeien bij te verwachten trendontwikkelingen (groei afzetmarkt, kleinere distributie-afstanden, dalend aandeel Duits veen en stijgende transportkosten).
Bedrijfsplan alternatief B Ten aanzien van het opgestelde “Bedrijfsplan” van alternatief B kan gezegd worden dat er openheid van zaken moeten worden gegeven voor wat betreft gevoelige informatie, die nodig is voor het verder onderzoeken van dit alternatief. Tevens zullen er goede afspraken tussen de leden moeten worden gemaakt, voor het verdere onderzoek wie wat gaat doen en hoe de uiteindelijke structuur van de organisatie eruit zal komen te zien. Een gezamenlijke productie en verkoop van één assortiment zal uiteindelijk de meeste voordelen opleveren. Het is ook belangrijk om een goed inzicht te krijgen ten aanzien van afnemers en concurrentie in de markt. Dan pas kan er goed ingespeeld worden op de kansen die aanwezig zijn op de Zuideuropese marktEr zal circa 2½ jaar nodig zijn voordat de productie gestart kan worden en in totaal circa 5 jaar voor het alternatief volledig produceert. Met het realiseren van het beschreven alternatief kan er voor de toekomst efficiënter transport en productie plaatsvinden, waardoor een besparing optreedt die in de toekomst toeneemt. Tevens is er een aanzienlijke milieubelasting vermindering als gevolg van het aantal wegtransportkilometers dat bespaard wordt.
Conclusies en aanbevelingen Alternatief B lijkt het meest meest voor de hand liggende alternatief vergeleken met de andere alternatieven. Dit kwam naar voren naar aanleiding van de keuzecriteria, gevoeligheid en in het overleg met de opdrachtgevers. De verplaatsing van de productieplaats binnen de logistieke keten van potgrond voor de Zuideuropese markt naar Zuid-Frankrijk, zorgt ervoor dat de kosten van deze stroom potgrond duidelijk verminderen. Dit komt doordat een aantal handelingen vervallen als gevolg van het feit dat de grondstoffenaanvoer naar de productielocatie direct wordt gedaan. Men zit hierdoor ook dichterbij de afzetmarkt, waardoor een groot aantal dure vrachtwagenkilometers gedeeltelijk vervangen wordt door zeetransport. In deze nieuwe situatie zit men dichterbij de klant en kan er flexibeler en efficiënter geleverd worden. De leverbetrouwbaarheid en de service naar de klant toe wordt hierdoor vergroot. Bij alternatief B is een aantrekkelijke besparing te behalen doordat een kilometerbesparing van circa 9 miljoen kan worden behaald. Hiervan kan gezegd worden dat de eerder genoemde besparingen voor de toekomst erg gunstig zijn. De verwachte toename van veengebruik in Zuid-Europa heeft een aanzienlijke stijging van de kostenbesparing en kilometerbesparing tot gevolg.
x
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland De distributieafstand tussen de nieuwe productieplaats in Zuid-Europa en de klant moet kan de kostenbesparing zeer negatief beïnvloeden. De productielocatie zal derhalve een belangrijke rol hierin spelen. Vanuit milieuoogpunt is dit alternatief aantrekkelijk, omdat de kilometerbesparing een vermindering van de milieubelasting tot gevolg heeft. Alternatief B is tevens aantrekkelijk door de toekomstige ontwikkelingen binnen de potgrondbranche. Er is namelijk sprake van een: groeiende afzetmarkt, veranderende samenstelling potgrond, toenemende energieprijzen (vervoerskosten per as) en toenemende kennis op tuinbouwgebied in Zuid-Europa (met toenemende klanteisen als gevolg). Bijkomend voordeel is dat dit alternatief voor een beperkt aantal VPN-leden al aantrekkelijk zou kunnen zijn, omdat de Zuideuropese markt vanuit Nederland reedswordt gedomineerd door een beperkt aantal VPN-leden. Deze leden hebben allen nog geen productieplaats in Zuid-Europa wat een dergelijk stap wellicht vergemakkelijkt. Van alternatief A kan gezegd worden dat dit wel verbeteringen geeft, maar dat deze erg onzeker zijn doordat het een geheel nieuw product betreft. Ten aanzien van alternatief C kan worden opgemerkt dat dit alternatief op papier en financieel aantrekkelijk is, maar dat dit in praktijk zeer moeilijk tot niet haalbaar is. “Overall” conclusie Door dit onderzoek is duidelijk geworden dat de positie van de productieplaats van potgrond binnen de potgrondketen van essentieel belang is voor een optimale logistieke structuur. Om de kosten binnen de keten zoveel mogelijk te beperken is men genoodzaakt om de productieplaats met een overslagpunt in een zeehaven te hebben en tegelijkertijd dichtbij de afzetmarkt te zitten. Omdat je in de haven produceert, vallen er een aantal handelingen weg, doordat deze nu maar één keer worden uitgevoerd en niet twee keer zoals in de oude situatie het geval is. Doordat de afstand van productieplaats tot afzetmarkt zo klein mogelijk wordt gehouden, kunnen voordelen worden behaald ten aanzien van de kilometerbeperking in distributieafstand, de leverbetrouwbaarheid groter en tevens kan men een betere service bieden aan de klant, omdat er sneller en flexibeler geleverd kan worden. Het laatst genoemde punt speelt goed in op de steeds hoger wordende eisen van de klant. Een tweede belangrijk punt dat in dit onderzoek naar voren komt, is het creëren van grotere volumestromen potgrond. De voordelen van schaalvergroting zijn kostenbesparend. Dit kan alleen als de VPN-leden samenwerken, of zoals je nu steeds meer ziet gebeuren, door overnames of samenvoegingen. Door de toekomstige ontwikkelingen van veenschaarste in Duitsland, waardoor een nieuwe samenstelling van potgrond ontstaat en door de verschuiving van veengebruik naar ZuidEuropa, wordt de potgrond duurder door hogere transportkosten. Dit dwingt de potgrondfabrikanten tot het zo efficiënt mogelijk inrichten van de logistieke stroom van grondstof tot klant. Het efficiënter inrichten van de logistieke stroom heeft een vermindering van de milieubelasting tot gevolg in vergelijking met de oude situatie, omdat er minder onnodige transportkilometers over de weg gemaakt worden, minder dubbele handelingen plaatsvinden en minder schadelijk transport wordt gebruikt (vervoer per zeeschip van grondstof naar ZuidEuropa). Aanbevelingen Er dient gekeken te worden naar de mogelijkheid om als vereniging (VPN) zelf afzetgegevens van alle leden bij te houden. Dit zou dan zeer zorgvuldig moeten gebeuren zodat het betrouwbare gegevens oplevert. De klanten of afnemers van potgrond moeten enthousiast gemaakt worden voor potgrond met een samenstelling van meer witveen in plaats van zwartveen, gezien de toekomstige ontwikkelingen van de schaarste van Duits zwartveen (tuinturf).
xi
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
Voorwoord Dit afstudeerproject “Logistieke verbeteringen in de potgrondketen”, is uitgevoerd in het kader van de Studie Technische Bedrijfskunde aan de Technische Universiteit Eindhoven (TUE). Het project is onderdeel van het project Potgrondfabrikanten Productgerichte Milieuzorg (PPM)-project dat is uitgevoerd door SV&A onderzoek en advies, in opdracht van de Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland (VPN). Primasta B.V. in Asten heeft als lid van de VPN als afstudeerstageplaats gediend, gezien de gunstige ligging ten opzichte van de TUE. Ik wil alle leden van VPN bedanken en in het bijzonder de medewerkers van Primasta. Hun bijdragen aan dit project waren onmisbaar en hebben bovendien van mijn afstudeerperiode tot een prettige en leerzame periode gemaakt. Speciale dank gaat uit naar de heren van Ooijen en Schaart, en mijn begeleiders bij de VPN en SV&A, de heer Aarts en de heer Swinkels. Tevens wil ik de heren Schipper, van Dieën, Keijzer en van Schie bedanken voor de prettige samenwerking.
Eindhoven, maart 2002 Erik Uijen de Kleijn
xii
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
Inhoud
ABSTRACT.............................................................................................................................................. I SAMENVATTING ................................................................................................................................... II VOORWOORD .....................................................................................................................................XII INHOUD ...............................................................................................................................................XIII HOOFDSTUK 1 1.1 1.2 1.3 1.4
INLEIDING .............................................................................................................. 1
VERENIGING VAN POTGRONDFABRIKANTEN IN NEDERLAND (VPN) ............................................... 1 POTGRONDFABRIKANTEN & PRODUCTGERICHTE MILIEUZORG (PPM)........................................... 2 OPDRACHTFORMULERING .......................................................................................................... 4 W IJZE VAN AANPAK DOOR MIDDEL VAN TIJDGEFASEERDE STAPPEN............................................... 5
HOOFDSTUK 2
HUIDIGE SITUATIE ................................................................................................ 6
2.1 INLEIDING .................................................................................................................................. 6 2.2 W AT IS POTGROND PRECIES EN HOE WORDT HET GEMAAKT? ....................................................... 6 2.3 MARKTSEGMENT EN AFZETREGIO’S POTGROND ........................................................................... 8 2.3.1 Marktsegment.................................................................................................................. 8 2.3.2 Huidige tuinbouwregio’s Nederland .................................................................................... 8 2.4 KANSEN EN BEDREIGINGEN VEEN EN POTGROND IN DE TUINBOUW ................................................ 9 2.5 LOGISTIEKE KETEN POTGROND, VAN GRONDSTOFFENAANVOER (VEEN) TOT DISTRIBUTIE VAN POTGROND NAAR KLANT ................................................................................. 10 2.6 PRODUCT- OF DISTRIBUTIESTROOM POTGROND......................................................................... 12 2.7 GLOBALE KOSTEN OPBOUW IN DE POTGRONDKETEN .................................................................. 15 2.8 MILIEUBELASTENDE ASPECTEN IN DE LOGISTIEKE KETEN............................................................ 17 HOOFDSTUK 3 3.1 3.2 3.3 3.4
INLEIDING ................................................................................................................................ 18 PROBLEEMSTELLING ................................................................................................................ 18 OORZAKEN/KNELPUNTEN PROBLEEM ........................................................................................ 18 VOORSTELLEN TOEKOMSTIGE ALTERNATIEVE MODELLEN/SITUATIES ........................................... 19
HOOFDSTUK 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
4.6 4.7 4.8
PROBLEEMBESCHRIJVING ............................................................................... 18
BESCHRIJVING MOGELIJKE ALTERNATIEVE MODELLEN/SITUATIES ....... 21
INLEIDING ................................................................................................................................ 21 ALTERNATIEF A: PRODUCEREN VAN ‘NIEUWE STANDAARD POTGROND’ OP VEENWINPLAATS IN DE BALTISCHE STATEN ............................................................................... 21 ALTERNATIEF B: PRODUCEREN VAN POTGROND VOOR DE EXPORT OP EEN CENTRALE PLAATS WAAR DE KLANT ZICH BEVINDT IN HET BUITENLAND; VOOR DE AFZETMARKT IN ZUID-EUROPA. ...... 24 ALTERNATIEF C: GEZAMENLIJK PRODUCEREN EN DISTRIBUEREN VAN STANDAARD LOSSE EN VERPAKTE POTGROND OP EEN OVERSLAGPUNT IN NEDERLAND .................................................. 25 ALTERNATIEF D: AANLEGGEN OF GEBRUIK MAKEN VAN EEN GEZAMENLIJKE INLANDSE VEENOVERSLAGTERMINAL (VOORRAADPUNT) VOOR COASTERS CENTRAAL GELEGEN IN OOSTNEDERLAND ............................................................................................................................ 27 ALTERNATIEF E: DISTRIBUEREN MET BEHULP VAN BINNENVAART (DISTRIVAART) VOOR PALLETS MET VERPAKTE POTGROND ............................................................................................................. 29 ALTERNATIEF F: GECOMBINEERDE VRACHTEN MET BETREKKING TOT DE DISTRIBUTIE VAN POTGROND DOOR EEN GEZAMENLIJK TE GEBRUIKEN INFO-SYSTEEM (ALLEEN VOOR DE EXPORT) .. 30 OVERZICHT KOSTENBESPARINGEN ALTERNATIEVEN ................................................................... 31
xiii
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland HOOFDSTUK 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
KEUZE UIT VERSCHILLENDE ALTERNATIEVEN ............................................ 32
INLEIDING ................................................................................................................................ 32 BELANGRIJKSTE VERSCHILLEN ALTERNATIEVEN ......................................................................... 32 BEPALEN VAN ACCEPTABELE ALTERNATIEVEN ........................................................................... 32 GEVOELIGHEID BESPARINGEN VAN ACCEPTABELE ALTERNATIEVEN ............................................. 34 GEVOLGEN VOOR DE VPN-LEDEN NA EVENTUELE INVOERING ACCEPTABELE ALTERNATIEVEN ...... 36 MOTIVATIE KEUZE VERDER UIT TE WERKEN ALTERNATIEF .......................................................... 39
HOOFDSTUK 6
ALTERNATIEF B.................................................................................................. 42
6.1 INLEIDING ................................................................................................................................ 42 6.2 VOORBEREIDINGEN EN AANDACHTSPUNTEN VPN ALVORENS EEN BEDRIJFSPLAN OP TE STELLEN . 42 6.3 BEDRIJFSPLAN VAN ALTERNATIEF B .......................................................................................... 42 6.3.1 Inleiding bedrijfsplan ......................................................................................................... 42 6.3.2 Organisatieomschrijving .................................................................................................... 43 6.3.3 De markt............................................................................................................................ 45 6.3.4 Marketing Mix .................................................................................................................... 49 6.3.5 De marketing- en verkooporganisatie ............................................................................... 50 6.3.6 Sleutelissues voor het management ................................................................................. 51 6.3.7 Financiën........................................................................................................................... 51 6.4 IMPLEMENTATIEPLAN ............................................................................................................... 51 6.4.1 Inleiding ............................................................................................................................. 51 6.4.2 Uit te voeren handelingen voor implementatie.................................................................. 52 6.5 HAALBAARHEID........................................................................................................................ 53 HOOFDSTUK 7 7.1 7.2 7.3
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ................................................................ 54
INLEIDING ................................................................................................................................ 54 CONCLUSIES ........................................................................................................................... 54 AANBEVELINGEN...................................................................................................................... 56
LITERATUURLIJST ............................................................................................................................. 57 VERKLARING VAN DE AFKORTINGEN ............................................................................................ 58 BIJLAGEN ............................................................................................................................................ 59 BIJLAGE 1 BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 BIJLAGE 4 BIJLAGE 5 BIJLAGE 6 BIJLAGE 7 BIJLAGE 8 BIJLAGE 9 BIJLAGE 10 BIJLAGE 11 BIJLAGE 12 BIJLAGE 13 BIJLAGE 14 BIJLAGE 15 BIJLAGE 16 BIJLAGE 17 BIJLAGE 18 BIJLAGE 19 BIJLAGE 20 BIJLAGE 21
10-STAPPENPLAN ............................................................................................................ 60 SAMENSTELLING POTGROND ............................................................................................ 62 DIVERSE PRODUCTIEMETHODEN VAN POTGROND .............................................................. 63 CBS DE LANDBOUWTELLINGEN 2000................................................................................ 64 DE GRONDSTOF, HET SUBSTRAAT VEEN ............................................................................ 66 BULKDICHTHEDEN VAN VERSCHILLENDE VEENSOORTEN ..................................................... 70 VERDELING VAN GEÏMPORTEERD VEEN (IN M³) NAAR LAND VAN HERKOMST, TYPE VEEN EN SOORT TRANSPORT .................................................................................... 71 NADERE TOELICHTING HANDELINGEN POTGRONDKETEN..................................................... 74 HOUDBAARHEID VEEN + BROEI IN VEEN + FACTOREN VAN INVLOED OP BROEI...................... 77 VERDELING VAN DE VERSCHILLENDE STROMEN VAN DE GEHELE POTGRONDBRANCHE (RHP GEKEURDE PRODUCTEN) .................................................... 78 PRODUCTKARAKTERISTIEKEN POTGROND ..................................................................... 81 UITLEG KOSTEN SOORTEN............................................................................................ 82 TRANSPORTKOSTEN .................................................................................................... 83 ALGEMENE AANNAMES EN ESSENTIËLE RANDVOORWAARDEN ......................................... 85 GEDETAILLEERDERE KOSTEN VERDELING ACTIVITEIT 3, 4 EN 5 ....................................... 90 KOSTEN VERDELING IN KETEN VOOR 3 VEENPRODUCTIE LANDEN .................................... 94 DRUKKE PERIODEN VAN AFZET POTGROND .................................................................... 95 BEKNOPTE RESULTATEN ENQUÊTE ............................................................................... 96 CO2 EMISSIE IN DE KETEN ............................................................................................ 99 BEREKENING BESPARING ALTERNATIEF A ................................................................... 100 BEREKENING BESPARING ALTERNATIEF B ................................................................... 101
xiv
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland BIJLAGE 22 BIJLAGE 23 BIJLAGE 24 BIJLAGE 25 BIJLAGE 26 BIJLAGE 27
BEREKENING BESPARING ALTERNATIEF C ................................................................... 102 BEREKENING BESPARING ALTERNATIEF D ................................................................... 103 BEREKENING BESPARING ALTERNATIEF E.................................................................... 104 ARBEIDSKOSTEN EN PRODUCTIVITEIT.......................................................................... 105 GEVOELIGHEID ALTERNATIEVEN A, B EN C.................................................................. 106 TERUGVERDIENTIJD INVESTERING .............................................................................. 122
xv
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
Hoofdstuk 1
Inleiding
In dit hoofdstuk zal het één en ander verteld worden over de opdrachtgever van dit project. Vervolgens wordt toegelicht binnen welk groter project deze opdracht zich afspeelt en wat de opdracht precies inhoudt. Tot slot wordt kort het plan van aanpak belicht. Zo geeft dit hoofdstuk aan binnen welke omgeving het project wordt uitgevoerd.
1.1
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland (VPN)
De VPN is de Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland die werd opgericht op 29 mei 1978 om individuele krachten te bundelen, zodat door op bepaalde vlakken samen te werken voordelen konden worden behaald. Het doel van de VPN is als volgt omschreven: Het behartigen van de belangen van fabrikanten van potgrond in de ruimste zin van het woord. Deze potgrondfabrikanten produceren potgronden voor de professionele sector, tuinders en de hobbysector. Onder deze tuinders verstaan we: kwekers en telers van potplanten, perkplanten, bomen, bloemen en groenten. Potgrond voor de hobbysector wordt hoofdzakelijk verkocht in tuincentra en wordt door de consument gebruikt voor potplanten, perkplanten, in tuinen, groentetuinen en bloemkweker-hobbyisten. Binnen de vereniging zijn op dit moment 25 bedrijven aangesloten. Dat zijn voor het grootste deel potgrondfabrikanten en enkele veenimporteurs. Alle binnen de vereniging aangesloten bedrijven zijn lid van de stichting RHP1 en daarmee ook deelnemers van het RHP-keurmerk. Voornemens waarmee de vereniging in het begin startte waren de volgende: • Opstellen algemene verkoop- en betalingsvoorwaarden voor collectieve toepassing; • Afspraken maken met leveranciers en importeurs over continuïteit in kwaliteit en levering; • Contacten leggen met de Nederlandse Vereniging van Groenteplantenkwekers en met vertegenwoordigers van werkgroepen van de Nederlandse TuinbouwStudieclubs (NTS); De werkzaamheden die de VPN onder andere heeft uitgevoerd of waar men zich mee bezig heeft gehouden tot nu zijn de volgende: 1 Stichting RHP staat voor Regeling Handels Potgronden. Stichting RHP verricht de volgende zaken voor haar leden: • Uitgifte RHP keurmerk (De Stichting RHP richt zich op kwaliteitshandhaving en controle van veenproducten, grondstoffen, potgrondsamenstellingen en substraten) • Advisering (Aan bedrijven die voldoen aan alle eisen van het certificatieschema kan het onafhankelijke RHP keurmerk in licentie worden uitgegeven. De eisen van het keurmerk hebben niet alleen betrekking op het product, maar ook op het proces van winning, transport en de verwerking ervan. Het keurmerk wordt door een onafhankelijke certificerende instantie gecontroleerd) • Onderzoek (Bedrijven die het RHP keurmerk willen gaan voeren, kunnen ondersteuning krijgen van de technische medewerkers van Stichting RHP) • Raad voor accreditatie (Het RHP-keurmerk is opgenomen in het certificatiepakket van ECAS (Europese Certificatie-instelling voor de Agrarische Sector) en getoetst door de Raad voor Accreditatie op onafhankelijkheid, de eigen kwaliteit en de effectiviteit. Acceptatie door de Raad voor Accreditatie betekent dat het keurmerk ook internationaal erkend is. Deze status van het RHP-keurmerk is een belangrijke toegevoegde waarde voor de afnemers van potgronden en substraten in alle landen van Europa)
1
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland • Privatisering (grond)onderzoek en RHP; • De Kwavepro2; • Overleg met Potplantencommissie NTS; • De cursus Potgrond; • Gedragscodes; • Aansprakelijkheid en handelsvoorwaarde; • Kwaliteitsbewaking; • Excursies en trainingen. Het project Potgrondfabrikanten Productgerichte milieuzorg waarmee de VPN zich samen met SV&A3 momenteel mee bezighoudt zal als onderdeel dit afstudeerproject bevatten. Dit project zal in de nu komende paragraaf worden toegelicht.
1.2
Potgrondfabrikanten & Productgerichte Milieuzorg (PPM)
Potgrondfabrikanten & Productgerichte Milieuzorg (PPM) is een Productgericht Milieuzorgproject (PMZ) voor potgrondfabrikanten wat bedoeld is en uitgevoerd wordt voor de VPN. De Productgerichte Milieuzorg is een management-instrument gericht op het continu verbeteren van de milieuprestatie van producten en diensten. Inhoud en aanpak vertonen veel gelijkenis met kwaliteitszorg en milieuzorg conform ISO 14.000. Kernelementen PMZ zijn: • het kennen van de milieubelasting en de wettelijke eisen op dit terrein; • het beheersen van die milieubelasting en voldoen aan die wettelijke eisen; • het op gestructureerde wijze verminderen van die milieubelasting in de gehele keten; • het structureren/organiseren van bovengenoemde punten en; • het rapporteren/communiceren hierover. Wat heeft Productgerichte Milieuzorg (PMZ) tot gevolg? Invoering van PMZ zorgt voor een rationele, planmatige aanpak van milieu-activiteiten en markeert voor veel bedrijven de overgang van een volgend naar een anticiperend milieubeleid. Kenmerkende elementen die het gevolg zijn van PMZ: • Integratie van milieu-aspecten in de 'normale', reguliere bedrijfsvoering; • Een cyclische benadering gericht op continue verbetering; • Aandacht voor alle hoofdprocessen; • Het volgen van een ketenbenadering (van de wieg tot het graf).
2 Kwavepro houdt simpel gezegd in dat de VPN een beslissing nam om kwaliteitsonderzoek en -controle veilig te stellen voor de toekomst. 3 SV&A (Sasburg Visser en Aarts) is een onafhankelijk onderzoek- en adviesbureau voor duurzaam ondernemen. Sinds 1993 ondersteunt SV&A vanuit een bedrijfskundige oriëntatie een breed spectrum van organisaties met de volgende producten: strategie-ontwikkeling en beleidsondersteunend onderzoek; invoering van milieumanagementsystemen; marketing- en communicatie ondersteuning; milieugerichte productontwikkeling; projectmanagement.Onder andere voerde SV&A onderzoek uit voor Stichting Milieukeur naar Milieukeurcriteria voor teeltsubstraten en potgrond. Verder beschikt SV&A over uitgebreide ervaring met de implementatie van productgerichte milieuzorg, onder meer bij een collega-producent van teeltsubstraten.
2
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Redenen van invoering Productgerichte Milieuzorg (PMZ) Enkele redenen waarom de invoering van PMZ van belang kan zijn voor de VPN en haar leden: • PMZ sluit direct aan op het toenemende belang dat in de professionele tuinbouw wordt gehecht aan milieuzorg. De populariteit van initiatieven als het Milieuproject Sierteelt (MPS), het milieukeur voor diverse gewassen, diverse vormen van gecontroleerde teelt en de invoering van integraal ketenbeheer in diverse teeltsectoren vraagt om een antwoord van de substraatleveranciers. Als toeleverancier van hoogwaardig gekwalificeerde grondstoffen zullen de substraat- en potgrondproducenten ook hun milieu-kwaliteit doorlopend moeten blijven bewaken en waar mogelijk verbeteren; •
PMZ sluit aan bij het sterk productgeoriënteerde karakter van de sector. Daarbij richt PMZ zich niet primair op bedrijfsinterne processen, maar nadrukkelijk op de gehele productieketen, met name op die schakels waar het zwaartepunt van de milieubelasting ligt. Voor de leden van de VPN is dit van belang, omdat het grootste deel van de milieubelasting niet zozeer binnen de eigen bedrijfsmuren maar elders in de productieketen tot stand komt;
•
PMZ levert een bijdrage aan de verdere professionalisering van de potgrondbranche en bevordert een pro-actieve houding van de leden ten opzicht van hun bedrijfsvoering in het algemeen en ten opzichte van milieu-issues in het bijzonder. Potgrondbedrijven zijn gebaat bij het ontwikkelen/verder uitbouwen van een actieve houding ten aanzien van vergunningverlening en -handhaving, zodat een goed functionerend milieuzorgsysteem daarin een belangrijke rol kan spelen. In de praktijk blijkt zo’n actieve, constructieve houding de meest praktische manier om met de diverse milieuverplichtingen om te gaan. Bovendien zou de sector daarmee een belangrijk deel van het initiatief, dat nu bij de vergunningverlener en -handhaver ligt, naar zich toe kunnen trekken;
•
PMZ geeft de potgrondbranche een beter imago en wil informeren wat en waar de branche mee bezig is. Het grote publiek heeft veelal geen beeld of een verkeerd beeld bij de potgrondbranche. Er bestaat vaak de gedachte dat men milieuonvriendelijk bezig is, met name bij het afgraven bij de turfwinning (ruïneren van het landschap, vervuiling enz). Deze gedachte speelt ook met name in Duitsland waar milieuorganisaties hier erg tegen strijden. Ook klanten maken opmerkingen over te veel plastic afval. Daardoor wordt een eenzijdige beeld van de potgrondbranche geschetst. Per bedrijf zal moeten worden bezien of men al dan niet milieu(on)-vriendelijk bezig is, waarna je er samen over kunt discuteren wat wel of niet kan en waar oplossingen of alternatieven mogelijk zijn. Het PMZ kan dus gezien worden als een actieve houding van de branche ten aanzien van het milieu, een maatschappelijke verantwoording die je hebt en die er in de toekomst komt ten aanzien van schaarse middelen.
•
Het PMZ kan ook gezien worden als een soort management-tool naar de verschillende bedrijven toe, binnen de branche en wat er samen gedaan kan worden. Indien men krachten bundelt kan dit bovendien zowel kosten- als milieubesparingen opleveren. Er zal in de toekomst een milieuhandboek dienen te komen (door strengere milieueisen). Als vereniging ben je min of meer verplicht een handreiking naar je leden te doen, door middel van een PMZ handleiding, waarin duidelijk het één en ander is verwoord.
•
Er worden voor dit soort projecten subsidies gegeven, waardoor men eerder aan zo’n project begint.
3
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 1.3
Opdrachtformulering
Het afstudeerproject valt binnen het PPM -project van de VPN. Het doel van het PPM project luidt als volgt: Middels een gezamenlijke inzet van de leden wordt getracht een milieuzorgsysteem te ontwikkelen en bij de leden te implementeren. Dit systeem moet de leden in staat stellen de milieubelasting te kennen, te beheersen en waar mogelijk te beperken, zowel binnen het eigen bedrijf als elders in de productieketen. De VPN zal tijdens dit project worden begeleid door SV&A, een onafhankelijk adviesbureau voor duurzaam ondernemen. Binnen het PPM project zijn verschillende werkgroepen gevormd, waaronder de werkgroep logistiek waarbinnen het afstudeerproject wordt uitgevoerd, als zijnde een studie naar nieuwe geïntegreerde logistieke concepten. De opdracht luidt als volgt: Ontwerp een logistieke structuur om transportkosten en milieubelasting te verminderen die het gevolg zijn van de aanvoer van grondstoffen en de distributie van het gereed product. Nadere uitleg van de opdracht komt op het volgende neer: • Welke verbeteringen zijn er op korte en lange termijn te realiseren in de aanvoer van grondstoffen naar het potgrondbedrijf? Optimalisatie van bestaande transportsystemen; kansen en knelpunten; • Welke verbeteringen zijn er op korte en lange termijn te realiseren in de distributie van potgrond naar afnemers? Optimalisatie van bestaande transportsystemen, andere transportsystemen, bundeling transport verschillende bedrijven; kansen en knelpunten. Het is met andere woorden de bedoeling de transportkosten te verminderen, met als bijkomend feit dat de milieubelasting vermindert. Omdat de transportkosten de prijs (waarde) van potgrond voor het belangrijkste deel bepalen, probeert men deze te verminderen door het gebruik van andere transportmodaliteiten of een andere logistieke structuur binnen de gehele potgrondketen. De milieubelasting wordt hierdoor ook verminderd. Het PPM project waarbinnen de milieubelasting centraal staat, heeft als belangrijk punt dat het gedeeltelijk gesubsidieerd wordt. Hierdoor is de combinatie van transportkostenvermindering en milieubelastingvermindering mogelijk. Tijdens de uitvoering van het PPM project wordt door EVO (Eigen Vervoerders Organisatie), in het kader van het overheidsprogramma Transactie/Modal Shift (TMS)4 een onderzoek gedaan naar optimalisatie van de mogelijkheden van de bestaande logistieke structuren binnen de potgrondsector. Het TMS project zal zich met name richten op de huidige stand van zaken van de individuele potgrondbedrijven en niet zozeer op de toekomstige, meer conceptuele innovaties. Bij TMS wordt derhalve met name gekeken naar meer efficiency in de bestaande structuur, terwijl deze afstudeeropdracht voornamelijk zal kijken naar een nieuwe slimmere distributiestructuur. Het is de bedoeling dat de studie naar nieuwe geïntegreerde logistieke concepten (deze afstudeeropdracht) en de Modal Shift studie elkaar aanvullen.
4 TMS onderzoek staat voor het Transactie/Model Shift onderzoek. Hiermee wordt bedoeld het onderzoeken van de mogelijkheid huidige goederenstromen die nu nog via het wegvervoer verlopen om te buigen naar andere modaliteiten zoals railvervoer, binnenvaart, shortsea en buisleidingen (Model Shift in praktijk, (1999), Ministerie van Verkeer en Waterstaat, [15]).
4
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 1.4
Wijze van aanpak door middel van tijdgefaseerde stappen
Voor een gedetailleerde beschrijving van de methode van het onderzoek wordt verwezen naar bijlage 1, hier zal worden volstaan met een globale indeling. Bij de gevolgde methode is gebruik gemaakt van het 10-tal stappen uit de syllabus Organisatie adviesprocessen (Kempen, 1995, [10]). De globale tijdsverdeling van de fases en stappen over afstudeerperiode die er als volgt uitziet: Fase 1: Oriëntatie- en doorlichtingsfase Stap 1 t/m 5 Externe oriëntatie; Eerste gesprekken; Oriënterende interviews; Analyse; Terugkoppeling contractering. Fase 2: Doorlichtings- en oplossingsfase Stap 6 t/m 7 Voorbereiding diepte-onderzoek; Diepte-onderzoek. Fase 3: Invoeringsfase Stap 8 t/m 10 Oplossingsplan; Invoering; Afronding.
+/- 3 mnd
+/- 3 mnd
+/- 2 mnd
Onder de leden van de VPN heb ik aan het begin van mijn afstudeeropdracht (stap 1 t/m 5) een enquête gehouden met het doel een beeld te verkrijgen van de bedrijven binnen de VPN in het algemeen, hoe men werkt op gebied van de aanvoer van grondstoffen- en distributielogistiek en waar de problemen zitten binnen de sector volgens de VPN leden. De uitkomsten van de enquête zijn in dit onderzoek gebruikt. In de komende hoofdstukken zal het volgende aan bod komen. Hoofdstuk 2 zal een beschrijving geven van de huidige situatie binnen de potgrondbranche. Punten als wat is potgrond, wie zijn de klanten, grondstofwinning en alles wat hier tussen zit en van belang is bij dit onderzoek zullen worden beschreven. In hoofdstuk 3 wordt de probleemstelling geformuleerd, samen met de oorzaken en knelpunten van het probleem die spelen in de potgrondbranche. Tevens zullen in dit hoofdstuk de voorgestelde toekomstige alternatieven worden aangedragen. Hoofdstuk 4 zal een beschrijving geven van de mogelijke alternatieve modellen/situaties. Vervolgens zal er in hoofdstuk 5 een keuze gemaakt worden welk alternatief of welke alternatieven acceptabel zijn aan de hand van een aantal criteria. Hierna zal van elk acceptabel alternatief de gevoeligheid van de berekening van de besparing worden bepaald en zal worden nagegaan wat de gevolgen zijn voor de VPN-leden als geheel, mocht dit alternatief worden ingevoerd. Tot slot van dit hoofdstuk zal de keuze van het uit te werken alternatief worden gemaakt, in overleg met de opdrachtgevers. In hoofdstuk 6 zal voor alternatief B een bedrijfsplan en implementatieplan opgesteld worden. De conclusies en aanbevelingen zullen vervolgens in hoofdstuk 7 worden gedaan.
5
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
Hoofdstuk 2 2.1
Huidige situatie
Inleiding
Om het probleem goed te kunnen beschrijven is het noodzakelijk om de belangrijkste aspecten te weten te komen binnen de huidige situatie van de potgrondketen die in dit hoofdstuk aan de orde zullen komen. In dit hoofdstuk zal eerst uitgelegd worden wat potgrond is en hoe het gemaakt wordt. Vervolgens wordt in paragraaf 2.3 belicht wie de gebruikers zijn, waar ze zich bevinden en wat de ontwikkelingen zijn in deze markt. Paragraaf 2.4 beschrijft de kansen en bedreigingen van zowel veen als potgrond in de tuinbouw. In de volgende paragraaf van dit hoofdstuk wordt de logistieke keten potgrond, van grondstoffenaanvoer (veen) tot distributie van eindproduct naar klant beschreven. Tevens wordt de product- of distributiestroom van potgrond toegelicht. In paragraaf 2.7 wordt de globale kostenopbouw in de potgrondketen beschreven. De laatste paragraaf beschrijft de milieubelastende aspecten in de logistieke keten.
2.2
Wat is potgrond precies en hoe wordt het gemaakt?
Potgrond wordt volgens de RHP als volgt gedefinieerd: Potgrond is een substraat dat wordt samengesteld uit verschillende grondstoffen. De belangrijkste grondstof is veen. Daarnaast kunnen er andere materialen zoals boomschors of perlite aan toegevoegd worden. Potgrondmeststoffen en kalk zijn altijd een onderdeel van potgrond. Potgrond wordt toegepast als een groeimedium voor een grote reeks gewassen. (Keijzer, 2000, [11]) In deze definitie wordt gezegd dat potgrond een substraat is. Hiervoor bestaan meerdere definities, waarvan de volgende een goede omschrijving geeft: Substraat is een kunstmatig groeimedium voor de hele teeltperiode. Potgrond is dus een substraat zoals ook steenwol, veen, kokos, perlite enz. Zoals al in de definitie vermeld is, bestaat potgrond uit verschillende grondstoffen. Bij de productie van potgrond mengt men verschillende grondstoffen om zo tot een homogeen mogelijk product te komen. De samenstelling van potgrond kan als volgt worden ingedeeld:
Grondstoffen Percentages per m³ : Veentypen 85% - 90% Toeslagstoffen: 10% - 15% Natuurlijke mineralen Kunstmatige mineralen Kunstmeststoffen: < 1% Enkelvoudige of samengestelde meststoffen Langzaam werkende meststoffen Tabel 2.1
Gebruik veen voor tuinbouwdoeleinden in 1999
Zie voor een meer gedetailleerde samenstelling van potgrond bijlage 2.
6
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland De belangrijkste bestandsdelen van een potgrond mengsel zijn dus de verschillende veentypen en soorten. Men gebruikt in één mengsel potgrond veen uit meerdere landen om twee redenen. Ten eerste om door combinaties van verschillende soorten veen de goede eigenschappen van elk soort het beste in de potgrond naar voren te laten komen en ten tweede om het risico van veengebrek in een bepaald land, als gevolg van het niet kunnen winnen door weersomstandigheden, te kunnen opvangen (of vervangen) door veen uit een ander land. Het mengen van de grondstoffen voor de productie van potgrond wordt bemoeilijkt doordat de turf te vochtige is, een te grove structuur heeft of doordat de turf te veel is samengedrukt. Met name deze factoren maken het ogenschijnlijke eenvoudige mengen lastig. De kwaliteit van potgrond erg belangrijk dat de verschillende grondstoffen goed gemengd zijn en dat elk gedeelte van de gemaakte potgrond ook even veel van elke grondstof bevat. Voor een uitleg van de diverse productiemethoden wordt verwezen naar bijlage 3. De stijgende trend van productie van potgrond volgens figuur 2.1, zal in de toekomst niet op deze manier doorzetten. Vanaf 1996 is een duidelijke stabilisatie opgetreden van iets boven de 3.000.000 m³. De verwachting is dat het gebruik van veen, als belangrijkste grondstof voor deze potgrondproductie, minimaal zal toenemen (Keijzer, 2000, [11]).
3500
x 1000 m3
3000 2500 2000 1500 1000 500 0 1985 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999
Figuur 2.2
Productie van potgrond in Nederland in de periode 1986-1999
Bron: Stichting RHP.
7
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 2.3
Marktsegment en afzetregio’s potgrond
In deze paragraaf zal achtereenvolgens het marktsegment en de afzet regio’s (tuinbouwregio’s) van potgrond worden besproken. 2.3.1 Marktsegment De markt waarvoor de potgrond gebruikt wordt is te verdelen in de professionele tuinders (telers en kwekers) markt en in de consumentenmarkt. De verdeling van de verschillende marken waarvoor potgrond wordt gebruikt (en waar de potgrond verkocht wordt) is hieronder weergeven: professionele markt(tuinders): • Potplanten • Perkplanten • Opkweekmateriaal groenteplanten • Opkweekmateriaal bloemkwekerijgewas • Boomkwekerij • Dekaarde champignons consumenten markt: • Tuincentra • Hobbymarkten • Supermarkten Er vindt zowel voor de professionele- als de consumenten producten export plaats. In paragraaf 2.6 zal een indeling worden gegeven naar verschillende soorten potgrond en de hoeveelheden in aantal m³ potgrond. 2.3.2 Huidige tuinbouwregio’s Nederland De afnemers van potgrond zijn voor 80% tot 85% van de totale afzetmarkt de Tuinders (telers en kwekers). De tuinders en kwekers in Nederland zijn op de volgende plaatsen/regio’s geconcentreerd: • Het Westland; • Boskoop; • Aalsmeer; • Oost-Brabant en Noord-Limburg (doorlopend begin van Duitsland) • Drenthe; • Uitgestrekte regio West-Brabant; • Gebied rond Arnhem; • Noorden van Noord-Holland. In bijlage 4 is een kaart te zien van het CBS met de landbouwtellingen in Nederland, hierin zijn de diverse tuinbouwregio’s en de ontwikkeling weergegeven (CBS, 2000, [4]). Voor de resterende 15%-20% van de afname zijn tuincentra, hobbymarkten en supermarkten verantwoordelijk; deze bedrijven zijn verspreid over geheel Nederland en andere landen.
8
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 2.4
Kansen en bedreigingen veen en potgrond in de tuinbouw
Het lijkt erop dat veen het als puur substraat voor groenten en snijbloemen het niet gaat maken, niet in Nederland en ook niet in andere Europese landen. Veen zal voornamelijk gebruikt blijven worden voor de traditionele teelten zoals opkweek van jonge planten voor groenten en sierteelt, potplantenteelt en boomkwekerij. Dit blijft echter toch een aanzienlijke hoeveelheid materiaal en afhankelijk van de economische situatie zal dit blijven groeien, gelijk blijven, of afnemen. Veen is zoals gezegd de belangrijkste grondstof van potgrond, voor de diverse veentypen, veenwinmethoden en informatie over het gebruik van veen wordt verwezen naar bijlage 5. Gezien de ontwikkelingen zal het gebruik van veen in Nederland stabiliseren. Er zal waarschijnlijk sprake zijn van een verschuiving van het gebruik van veen van Noord naar Zuid-Europa. Deze ontwikkeling is naar verwachting voor groot aantal traditionele productielanden van toepassing. Het product veen heeft de volgende kansen en bedreigingen: Kansen (positief): • Beschikbaarheid wereldwijd (erg groot); • Goede eigenschappen, chemisch, fysisch, fytosanitair; • Natuurlijk imago; • Afvoerkosten/hergebruik substraten. Bedreigingen (negatief): • Afhankelijk weersomstandigheden; • Alternatieve materialen; • Milieubezwaren. (Keijzer, 2000, [11]) De veenproductie is sterk afhankelijk van de weersomstandigheden, teveel regen en of teveel vorst. Het zwartveen in Duitsland wordt steeds schaarser voor import, omdat er steeds minder veen beschikbaar is en omdat de kleine hoeveelheid die nog wel beschikbaar is in Duitsland zelf gebruikt zal worden. Hierdoor zal het voor Nederlandse potgrondbedrijven moeilijker worden om zwartveen te verkrijgen, waardoor men genoodzaakt is het in andere landen te halen, waaronder met name in de Baltische Staten. Omdat de weersomstandigheden in de Noordelijk gelegen veenproductielanden extremer zijn dan in Duitsland, is dit een kwetsbaar punt. Daar staat tegenover dat de veenreserves in de Baltische Staten zeer groot zijn. Men kan hier nog tientallen jaren veen winnen, dit geldt ook in mindere mate voor Ierland. In Nederland en Duitsland vindt een verschuiving plaats van het gebruik van meer turven en blokken veen in plaats van freesturf/strooisel voor de productie van potgrond. Dit komt omdat de potgrondfabrikanten het veen dan zelf kunnen breken en malen waardoor men de structuur kan bepalen. Men is dan niet afhankelijk van reeds gebroken en gemalen veen waardoor het veen al aan kwaliteit heeft verloren (zoals een te fijne structuur bij freesturf). Doordat de productie van het steken van turf een steeds groter aandeel wordt, zal het punt “afhankelijk van weersomstandigheden” belangrijker worden.
9
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 2.5
Logistieke keten potgrond, van grondstoffenaanvoer (veen) tot distributie van potgrond naar klant
De logistieke keten van potgrond begint bij de grondstoffen en in het geval van potgrond is veen de voornaamste grondstof. Dit komt omdat potgrond voor 85% tot 90% van het totale volume uit veen bestaat. Andere grondstoffen van potgrond worden niet meegenomen in dit overzicht. Gezien de kleine volumes van deze grondstofstromen worden de meeste van deze grondstoffen waaronder bijvoorbeeld kalk gewoon in Nederland ingekocht. Het traject na de veenwinning blijkt voor wat betreft de CO2 emissie het meest bepalend voor het milieuprofiel van veensubstraten (Stichting Milieukeur). Dus met name het transport van de aanvoer van grondstoffen naar de productielocatie en de distributie van eindproduct naar de klant. In figuur 2.2 hieronder zijn de handelingen in de potgrondketen weergeven, de 6 activiteiten zullen in bijlage 8 nader worden toegelicht.
1. VEENWINNING
Drainage veenland
2. TRANSPORT
4. OVERSLAG
5. PRODUCTIEPLAATS
6. DISTRIBUTIE
Graven en evt. boren kanalen drainage; ontwateren d.m.v. pompen
Veenwinmachines
Horizontale - of verticale winning
m.b.v. heftruck of kooiaap d.m.v. vaste kraan en via lopende band in terminal
Verzamelen omleggen blokken en turven of gefreesd veen
Transport veen naar haven (zeetransport)
Zeetransport (2)
m.b.v. walking-floors of kiepbakken
Lossen veen Bij terminal
d.m.v machine
d.m.v. kraan of schofel
Laden wagons
Afvoeren veen van winplaats naar centraal punt Transport op veenwinplaats
Laden veen in haven
d.m.v. schofel en lopende band of d.m.v. containerkraan
Lossen van huifwagens of containers Lossen veen in haven
Transport d.m.v. Lopende band
Transport d.m.v. lopendeband
Laden veen op vrachtwagen of binnenvaart
Laden van vrachtwagen (verpakt en bulk)
Transport naar klant
Verpakken potgrond (zakken op pallets, bigbags, bigbales)
d.m.v. schofel en lopende band of d.m.v. containerkraan Produceren potgrond (mengen witveen&zwartveen + toeslagstoffen + meststoffen)
Binnenvaarttransport (2) Transport veen naar productieplaats (weg- & BinnenVaarttransport)
d.m.v. kiepsysteeem+ lopende band
Figuur 2.2
Breken van veenblokken/turven
Zeven in fracties
Transport veen naar haven (wegtransport)
Overladen van wagons in huifwagens, containers of trekker+oplegger
Pallets m.b.v. heftruck Bulk m.b.v. schofel en lopendeband
Grof zeven bij binnenkomst
Lossen van vrachtwagen bij klant
- Breken blokken & turven - Zeven in verschillende fracties - samenbrengen grondstoffen in bunker - mengen grondstoffen - transport via lopendeband naar wagen/opslag
Handelingen in de Potgrondketen
10
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Waar nodig zal per activiteit zal kort de belangrijkste kenmerken worden beschreven. Veenwinning (1) Verschillende weersomstandigheden, zoals veel neerslag, korte dagen en strenge winters, kunnen de winning of veenproductie bemoeilijken en schaarste aan de grondstoffen (veen) opleveren. De houdbaarheid of wel de maximale opslagduur van jonge witte veensoorten is gemiddeld 30 dagen in bulkpartijen van circa 5.000 m³ in een terminal. Door temperatuursstijgingen kan er broei optreden in het veen, waardoor er kwaliteitsverlies ontstaat en het niet meer bruikbaar is voor potgrond. In bijlage 9 staat een uitgebreidere beschrijving van de houdbaarheid van veen en gegevens over broei. Transport (2) (weg-, binnenvaart-, en zeetransport) Tijdens het transport van het veen en de bulk potgrond is het van belang dat de transportmiddelen schoon zijn. Onkruiden, zaden of andere stoffen kunnen de oogst van een tuinder schade toebrengen, mislukken of extra werkzaamheden bezorgen. Ook kunnen de verschillende weersomstandigheden, zoals zachte winters (veel neerslag) of erg strenge winters (dichtgevroren zeeën), voor problemen zorgen tijdens het transport. Overslag in Nederland (4) Het lossen bij de terminal moet snel gebeuren om het schip niet te lang laten te wachten in verband met eventuele boeteclausules. Ook is het belangrijk dat de kraan een hoge bezettingsgraad heeft, omdat het een zeer dure investering betreft. Productieplaats potgrond (5) Het grootste deel van de potgrondfabrikanten hebben hun productieplaats in het westen van Nederland liggen, waar ook de meeste professionele gebruikers (tuinders) van vroeger zich bevinden, in het Westland en Boskoop. Of in het andere geval op de vroegere veenwinplaatsen in Nederland. Na het produceren (mengen van de grondstoffen) van de potgrond wordt het verpakt in zakken of als bulk product opgeslagen. Distributie (6) Bij de distributie van de potgrond speelt de productielocatie een belangrijke rol. De locatie bepaalt de optimale aanvoer- en distributieroutes en de positie ten opzichten van klant, het afzetgebied. De gemiddelde beladingsgraad binnen regionale afzet is circa 50%, met andere woorden vol beladen naar klant, leeg terug. De markt dwingt zo continu tot het optimaliseren van de vervoersprestatie; veel leveringen vinden plaats op afroep, de afnemer hoeft niet vooraf te reserveren of bestellen. De mogelijkheid om snel en flexibel op bestellingen van de klant in te spelen wordt door potgrondbedrijven gezien als een vorm van serviceverlening en klantenbinding. De beperkte planbaarheid van leveranties leidt echter ook tot extra transportkilometers en hogere operationele kosten (voorraadhoogte, benutting capaciteit), niet alleen in het distributietraject, maar ook in de aanvoer van grondstoffen. Bij de distributie van potgrond naar de klant heeft men te maken met seizoensinvloed. De drukste periode qua afzet periode loop van eind februari tot en met eind juni. Dit is logisch omdat de meeste producten die op potgrond gekweekt worden in het voorjaar groeien en de consument dan voornamelijk in de tuin werkt en dan potgrond gebruikt (bijlage 18, Drukke periodes afzet potgrond).
11
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 2.6
Product- of distributiestroom potgrond
Er is een verdeling van de verschillende product- of distributiestromen van potgrond gemaakt na de productie op basis van verschillende kenmerken die voor de distributie van belang zijn. De stromen zijn ingedeeld in 3 hoofdstromen: • Professionele tuinbouwmarkt (A) • Consumentenmarkt (B) • Export (C) Hierbinnen bevinden zich een aantal specifieke stromen, wat de enorme diversiteit van het product potgrond aangeeft. Een gedetailleerder overzicht van de stromen en de grootte qua volume is te vinden in een figuur in bijlage 10. Er zal nu per stroom worden ingegaan op de kenmerken.
A Professionele tuinbouwmarkt (60%): Eén van de 3 hoofdstromen is de professionele tuinbouwmarkt, verreweg de grootste stroom met 60%. Deze stroom is in te delen in 10 kleinere stromen, 5 specifieke klantgerichte producten en 5 standaard producten. De verschillende kenmerken van deze 2 stromen zijn van belang indien je kijkt naar eventuele nieuwe logistieke modellen en /situaties. Specifieke klantgerichte producten (48%) Specifieke klantgerichte producten in de professionele tuinbouwmarkt hebben de volgende belangrijke kenmerken: • Deze soorten potgrond zijn specifiek samengesteld voor bepaalde klanten, aangepast aan de geteelde producten, bedrijfs- en omgevingsomstandigheden. Het betreft hier ook specifieke wensen van de klant omtrent de manier van telen en kweken en specifiek(e) kennis/advies van potgrondfabrikanten; • Het recept of de samenstelling van de potgrond wordt door de klant vaak voor zichzelf gehouden; • Bij het produceren van deze producten is het van belang op welke manier men dit doet en wie het product produceert. Het wil bijvoorbeeld niet zeggen dat je met goede ingrediënten een goede maaltijd kan maken en dus een goede kok bent; • De service die de potgrondbedrijven verlenen aan deze klanten gaat erg ver. Dit komt omdat het vaak om lange en vertrouwelijke klantenrelaties gaat. Als de klant tevreden is over het product en de service die men hem geeft, zal hij zeker niet om het minste of geringste overstappen naar een andere leverancier; • Voor de klant en ook voor de producent is het uiterst belangrijk dat het product goed is. Er mogen geen onkruiden of andere schadelijke materialen in de potgrond aanwezig zijn, omdat dit een hele oogst kan beschadigen, vernielen of extra werkzaamheden kan veroorzaken. Standaard klantgerichte producten (12%) De standaard klantgerichte producten in de professionele tuinbouwmarkt hebben de volgende belangrijke kenmerken: • Deze producten hebben een vrij algemeen mengsel van hoofdzakelijk tuinturf, een klein percentage witveen en een klein percentage basis toevoegingen, geschikt voor bijvoorbeeld meerdere tuinbouwdoeleinde. • Service bij deze producten gaat minder ver, waardoor de prijs ook minder hoog is dan bij specifieke klantgerichte producten.
12
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Leveringsvorm professionele tuinbouwmarkt Dit kenmerk heeft betrekking op hoe het product geleverd wordt. In de professionele specifieke klantgerichte producten is dit voornamelijk bulk los gestort (43,2%), terwijl dit voor de professionele standaardproducten voornamelijk verpakt worden geleverd (4,8%), inclusief big bales5, big bags6. Bij leveringen van potgrond aan klanten heeft men met veel dingen rekening te houden, zoals het lossen van potgrond. In verband met de beperkte ruimte bij tuinders is het voor bulk leveringen moeilijker lossen dan voor verpakte producten op pallets. Dit komt bij deze vorm van leveren omdat de vrachtwagen dichtbij het opslagvak van de tuinder moet lossen. Bij producten op pallets kan dit door heftrucks of pallet wagens gedaan worden. Standaard producten voor de professionele markt zijn voornamelijk verpakt in zakken op pallets (10,8%). Voor welk gebruik (teelt) wordt de potgrond gemaakt Deze indeling kan gezien de samenstelling van de potgrond voor verschillende teelten van belang zijn. Tevens is het mogelijk dat gezien deze samenstelling een aantal van deze indelingen samen genomen kunnen worden afhankelijk van de hoeveelheid en schaalgrootte die dan ontstaat. De meeste specifieke klantgerichte potgrond in de professionele tuinbouwmarkt wordt gebruik voor de potplanten (17,28%).
B Consumentenmarkt (10%) De tweede hoofdstroom betreft de consumentenmarkt; dit is een stroom waarin minder stromen te onderscheiden zijn, namelijk alleen standaard en specifieke potgrond. De kenmerken van deze markt zijn de volgende: • Bij deze producten zijn de eisen die men aan het product stelt minder hoog dan bij de professionele markt, omdat er minder risico wordt gelopen qua gevolgschade mocht er iets mis zijn met het product. • Het leveren van deze producten gebeurd nagenoeg alleen in verpakte vormen op pallets. Standaard (8%)/specifieke potgrond (2%) Dit is een indeling waarvoor de potgrond uiteindelijk gebruikt gaat worden. Er is algemeen gebruikte potgrond voor meerdere (of alle) soorten planten, bomen en bloemen. Dit is universele potgrond, die in grote series geproduceerd wordt (8%). De specifieke potgrond wordt gebruikt door de consument voor één of slechts enkele soorten planten, bomen of bloemen. Het betreft hier potgrond met een meerwaarde, vaak in kleine series geproduceerd, wat 2% bedraagt. Een goed bijvoorbeeld is potgrond voor rozen.
5 Big bale is een verpakkingsvorm waarbij potgronden met behulp van een persmachine worden geperst tot een volume-afname van 20-50%. De potgrond is hierbij geplaatst op een pallet en omwikkeld met folie. Volume van Big bale is circa 4 m³ . 6 Big bag is een verpakkingsvorm waarbij de potgrond in een grote zak van zo’n 1,6 m³ wordt gestort, waarbij de zak geplaatst is op een pallet met aan de onderkant van deze zak een opening die kan worden geopend door de verwijdering van een lus.
13
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland C Export (30%) De laatste hoofdstroom is de export. Bij deze stroom zijn de volgende kenmerken van belang: • Het betreffen hoofdzakelijk standaard producten, weinig klantspecifiek. Dit verschuift wel iets meer richting specialities omdat ook de tuinbouw in het buitenland op een hoger niveau komt. In Nederland is het kennisniveau in de tuinbouw betreft hoog. • De exportproducten worden over een grote afstand getransporteerd. Met name de vervoersvorm en de vorm het product wordt aangeleverd zijn dan belangrijk. • Distributie van export producten wordt vaak uitbesteed aan een transporteur die een betere bezettingsgraad kan realiseren dan een individueel productiebedrijf. Deze transporteur is beter in staat te combineren met andere ritten of vrachten. Professionele markt (27%)/Consumentenmarkt (3%) De export bevat voornamelijk producten voor de professionele tuinbouwmarkt, het betreft hier zowel standaard als specifieke potgrond. Voor de consumentenmarkt is dit eigenlijk alleen maar standaard producten. Leveringsvorm totale exportmarkt De vorm waarin ze verpakt of vervoerd worden is voornamelijk op pallets verpakt in zakken (inclusief big bags en big bales) (16,5%) en tevens worden vervoerd in bulk (10,8%). Soort vervoer Van deze indeling (de manier van vervoer) zijn uiteraard samenvoegingen mogelijk door het combineren van hetzelfde soort vervoer. Hierbij valt op dat het grootste deel vervoerd wordt per vrachtwagen (23,52%). Tenslotte kan het onderscheid naar vervoer op pallets of in containers gemaakt worden voor het combineren van vrachten. Export ingedeeld naar Landen Dit is een indeling in geschatte afzet van potgrond in m³, van de meest belangrijke landen binnen europa en daarbuiten. Alle percentages hebben betrekking op de totale stroom potgrond geproduceerd in Nederland, die naar schatting 3.100.000 m³ bedraagt. Naast het vervoeren van bulk potgrond en verpakte potgrond in zakken op pallets, worden ook zoals al eerder genoemd ook big bales, big bags of kisten gebruikt. Dit is het geval voor 12% van de geproduceerde potgrond in Nederland. Voor verpakt op pallets bedraagt dit 33% en voor bulk circa 55% (Zie bijlage 18, Beknopte resultaten enquête). Big bales is alleen interessant voor distributie over grote afstanden naar bijvoorbeeld ZuidEuropa. Het volume van de potgrond kan dan sterk beperkt worden, afhankelijk van de mengsels, de luchtigheid en de samenstelling. Hierdoor kan men meer potgrond in één keer meenemen, mits het mengsel de maximale beladingtonnage van de vrachtwagen niet overschrijdt. Voor de lichtere mengsels potgrond is deze vorm van vervoer dus meer geschikt dan voor zwaardere mengsels. De investeringen in de persmachine en met name de investering voor de tuinder om de potgrond weer los te maken, zijn redelijk groot en dus is deze oplossing eigenlijk alleen interessant voor grote afstanden. Het is gezien de investeringen alleen zinvol bij vaste klanten, die veel potgrond afnemen. Ook staat het mogelijk kwaliteitsverlies van de structuur van de potgrond door het samenpersen een aantal klanten tegen.
14
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 2.7
Globale kosten opbouw in de potgrondketen
De belangrijke karakteristieken voor wat betreft de fysieke distributie van een product zijn waardedichtheid en verpakkingsdicht (zie bijlage 11, Productkarakteristieken Potgrond). Bij potgrond hebben we te maken met een laagwaardig product, grofweg tussen de € 27/m³ en € 70/m³. Wanneer we het product potgrond indelen volgens kostencriteria in de onderstaande figuur, is duidelijke te zien dat het accent ligt op transport & opslag- en handlingkosten. Waardedichtheid (euro/m³) 4500 interest
450
Transport & Opslag
handling
45
10
Figuur 2.3
100
verpakkingsdichtheid (zakken/m³)
Indeling potgrond naar kostencriteria
Bron: Goor, (1996) [5], Fysieke distributie denken in toegevoegde waarde
Voor de verdeling van de kosten van de activiteiten binnen de keten worden de volgende kosten soorten gebruikt: • Afschrijvingskosten (inclusief interest); • Directe loonkosten; • Energiekosten; • Overheadkosten; • Grond(stof)kosten • Transportkosten. In bijlage 12 worden de verschillende kostensoorten beschreven. De transportkosten in de keten zijn onderverdeeld in vervoerskosten en pijplijnkosten7, hiervan kunnen voor zowel veen als potgrond de pijplijnkosten worden verwaarloosd omdat procentueel gezien deze kosten ten opzichte van vervoerskosten kleiner zijn dan 1% (zie bijlage 13). Dit komt omdat de waardedichtheid van het te vervoeren goed laag is zoals al te zien was in figuur 2.3. Voor veen is dit iets sterker dan voor potgrond omdat de waardedichtheid van potgrond hoger ligt. Vervoerskosten van de verschillende soorten van vervoer per m³ zijn ook gegeven in de bijlage 13.
7 Pijplijnkosten zijn de kosten die samenhangen met de tijd dat het goederenvervoer onderweg is (Goor, 1996 [5]).
15
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Waar mogelijk zijn de kosten van de handelingen per activiteit geschat bij een bepaalde hoeveelheid m³, zodat er uiteindelijk een overzicht ontstaat van alle kostensoorten per m³ en per stap in de keten van veenwinning tot en met de productieplaats. Deze kostenopbouw is alleen geschat ten aanzien van de 3 belangrijkste veenproducerende landen (veen grondstof landen) voor Nederland en dat zijn: Duitsland (1), Baltische Staten (2) en Ierland (3). Voor de veenwinning is het niet mogelijk de handeling per activiteit goed uit te werken, omdat deze gegevens niet voor handen zijn. Middels schattingen8 heb ik deze kosten aangenomen. De winstmarges per activiteit zijn niet bekend en zullen ook een klein deel binnen deze kosten vertegenwoordigen. Vanuit Duitsland gaat het veen rechtstreeks per as naar de productieplaats, deze kosten zijn afhankelijk van de afstand. Dus hier is alleen de verdeling van de kosten van veenwinning gegeven, inclusief het veen geladen op de vrachtwagen. Bij Baltisch en Iers veen is dit gegeven tot en met het geladen zijn op de vrachtwagen bij de terminal (activiteit 1 t/m 4). Voor een meer gedetailleerde beschrijving per activiteit en voor een overzicht van de veenaanvoer van de eerder genoemde landen verwijs ik u naar bijlage 16 en 17. Duidelijk is dat de directe arbeidskosten bij de veenwinning het grootste deel van de kosten bepalen en deze procentueel per land niet erg verschillen. Wel is er een verschil in de overheadkosten; deze zijn het hoogst in Ierland (25%), vervolgens de Baltische Staten (20%) en het laagst in Duitsland (14%). De kosten voor de grond zijn daarentegen in Duitsland het hoogst; dit komt vanwege de dure grond in dit land en de eisen en voorwaarden waaraan moet worden voldaan bij de veenwinning, zoals het beschikbaar stellen van grond aan de grondeigenaar gedurende de winning. Terminalkosten worden voornamelijk bepaald door de afschrijvingskosten als gevolg van de grote investeringen in loskranen en het bouwen van de terminal, circa 62% van de totale kosten van deze stap. Het is duidelijk te zien dat een groot percentage van de aanvoerkosten van veen veroorzaakt worden door het transport, circa 39% (€ 9 van € 23) bij Iers veen tot wel 62,5% (€ 10 van € 16) voor Baltisch veen. Het transport van de haven tot aan de productieplaats komt hier nog bij. Voor activiteit 5 (de productie) is de kostenschatting in bijlage 16 gerekend met een grondstofprijs van alleen veen van € 21 per m³, bij aankomst op productieplaats. De grondstofkosten bepalen voor het belangrijkste deel de productiekosten (64,6%). Deze grondstofkosten zijn voornamelijk opgebouwd uit transportkosten en overslagkosten (laden en lossen). Tevens is in de tabel van bijlage 16 te zien dat de overheadkosten, waaronder onderzoeks- en controlekosten, indirecte arbeid en dergelijke circa 16% bedragen. De afschrijvingskosten inclusief interest van machines, productiemiddelen en gebouwen, ligt iets onder de 16%.
8 De heer Schipper; Nevema B.V., 2001.
16
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 2.8
Milieubelastende aspecten in de logistieke keten
Als we het over milieubelastende aspecten hebben in de logistieke keten van veen met grondstof en potgrond als eindproduct, zijn de volgende aspecten van belang: • Landschap verruïnering als gevolg van afgraven van veen en het vrijkomen van zware metalen en zuren. • Energiegebruik met als gevolg vrijkomende warmte. • Emissie CO2, CO, SO2 en NOx gassen door transport en gebruik machines. Van deze emissies komt CO2 het meeste vrij. Bij de veenwinning kan als gevolg van het afgraven van veen schade ontstaan aan het milieu, maar doordat men tegenwoordig vrijwel altijd het afgegraven gebied moet terug brengen in goede staat (bijvoorbeeld als landbouwgrond), zit de milieubelasting in de machines (shovels) die dit moeten bewerkstelligen (emissie van schadelijke gassen). Tevens kunnen er bij het afgraven van veen stoffen vrijkomen, zoals zware metalen en zuren, die in grondwater of oppervlaktewater terechtkunnen komen. Er zijn onduidelijkheden over de gevolgschade die het afgraven van veen veroorzaakt. De emissie van CO2 gassen na de veenwinning zijn volgens de Stichting Milieukeur het meest bepalend voor het milieuprofiel van veensubstraten. Dit zit met name in het transport van veen naar de productieplaatsen en de distributie van het eindproduct naar de klanten. Het transport naar de productieplaatsen gebeurt hoofdzakelijk per zeeschip en het laatste deel per vrachtwagen. In de bijlage 20 zullen voor een aantal stappen de CO2 emissie worden weer gegeven (Maanen, 1998, [14]). De uitkomsten geven aan dat het transport hier het meeste CO2 uitstoot, met name het wegtransport. Hoewel dit sterk afhankelijk is van de afstand. Over het algemeen is de uitstoot CO2 bij zwartveen groter gezien de hogere bulkdichtheid (hogere massa), maar omdat het zwartveen over een veel kleinere afstand vervoerd wordt, is de CO2 uitstoot lager dan die voor witveen.
17
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
Hoofdstuk 3 3.1
Probleembeschrijving
Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft welk probleem er speelt binnen de potgrondketen. Tevens zullen de belangrijkste oorzaken en /of knelpunten van het probleem worden weergeven. Tot slot wordt aangegeven tot welke alternatieve modellen/situaties ik ben gekomen.
3.2
Probleemstelling
Probleemstelling: Zowel bij de aanvoerlogistiek van veen als bij de distributielogistiek van potgrond is er geen optimale logistieke structuur, wat betreft de transportkosten en milieubelasting van de VPN als geheel. Door de toenemende transportafstand van de aanvoer van veen, de lage waardedichtheid van deze grondstof en de grote volumestroom van veen en potgrond zijn transportkosten en in mindere mate opslag- en handlingkosten voor het grootste deel verantwoordelijk voor de uiteindelijke prijs (waarde) van potgrond. De vervoerskosten van veen tot aan de terminal in Nederland kunnen oplopen tot 62,5% van de prijs op dat moment. De vervoerskosten van de aanvoer van veen naar productieplaats en distributie van eindproduct naar de klant met de vrachtwagen, is sterk afhankelijk van de afstand tussen productie van potgrond en klant. Door de logistieke structuur te veranderen kunnen de transportkosten en de milieubelasting worden geminimaliseerd binnen de keten.
3.3
Oorzaken/knelpunten probleem
De belangrijkste oorzaken/knelpunten van het probleem zijn: • De plaatsen waar veen gewonnen wordt zijn steeds verder weg van de Nederlandse potgrondfabrikanten. Vroeger was er nog veen in Nederland zelf, waardoor ook nu nog op deze plaatsen een aantal potgrondbedrijven gevestigd zijn (op plaats van veenwinning). De veenwinning van zwartveen in Duitsland wordt kleiner omdat er steeds minder beschikbaar veen zal komen voor de Nederlandse potgrondmarkt. Men moet dus veen van verder weggelegen landen halen, bijvoorbeeld in de Baltische Staten, Ierland, Rusland, Finland en Zweden waar nog wel voldoende aanwezig is. Hierdoor neemt de afstand tussen de plaatsen waar men het veen wint en de plaats van de productie van potgrond sterk toe. De aanvoer van veen en dus de grondstof veen wordt hierdoor duurder. • De belangrijkste grondstof van potgrond, veen en in mindere mate potgrond zelf zijn laagwaardige producten per volume-eenheid. Hierdoor zijn met name de transportkosten en in mindere mate de opslag- en handlingkosten voor het grootste deel verantwoordelijk voor de uiteindelijke prijs (waarde) van potgrond. • Veen kan maar tijdelijk worden opgeslagen als bulk in een terminal, omdat er bij te lange opslag broei kan ontstaan en het onbruikbaar wordt voor de productie van potgrond. • Sommige potgrondfabrikanten hebben hun productieplaats op plaatsen in Nederland liggen waar vroeger veen werd gewonnen en dus ook vrij dicht bij Duitse veenderijen Hierdoor kan het zijn dat deze locaties ongunstig liggen ten opzichte van de
18
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
•
•
• •
3.4
toekomstige veenaanvoer en de distributie naar klanten toe. Bij een ongunstige ligging rijdt men veel onnodige kilometers. De export van potgrond gebeurt vanuit de huidige productieplaatsen, waardoor men in een aantal gevallen te ver van de markt gesitueerd is. Hierdoor ligt door het KOOP9-punt te ver stroomopwaarts. Zodat men niet snel kan reageren op veranderingen, minder goede service kan leveren aan klanten en hoge transportkosten moet maken voor de distributie. Gezien de sterke concurrentie binnen de branche is men genoodzaakt snel te leveren. Dit komt het verbeteren van de logistiek situatie niet ten goede, omdat het combineren van vrachten (zodat men zo weinig mogelijk “lege” kilometers rijdt) erg moeilijk kan zijn voor een individueel bedrijf. Men maakt bij de distributie van potgrond voor het grootste deel gebruik van vrachtwagens, wat een grotere milieubelasting geeft dan vervoer per binnenvaartschip of eventueel per coaster. De leden binnen de VPN zijn in veel gevallen concurrenten van elkaar waardoor de bereidheid tot samenwerking wordt bemoeilijkt.
Voorstellen toekomstige alternatieve modellen/situaties
De voorstellen voor toekomstige alternatieve modellen/situaties kun je indelen in verschillende fasen van de logistieke keten van potgrond: • • •
Als keten in zijn geheel (1); Van de aanvoer van veen naar potgrondproductieplaats (2); Distributie van eindproduct (3) (potgrond).
Om te komen tot bepaalde toekomstige modellen/situaties kan een aantal hoofdactiviteiten in de keten verschoven worden, zodat de logistieke structuur veranderd en daarmee de kosten in de keten geminimaliseerd worden. De meest voor de hand liggende hoofdactiviteit om te verschuiven is de productieplaats van potgrond. Deze activiteit kan eigenlijk maar naar een aantal plaatsen in de keten verplaatst worden, namelijk bij de veenwinning, bij de afnemer (klant) van potgrond (op een centrale plaats in de buurt van de afnemers), of in combinatie met het overslagpunt in bijvoorbeeld een haven. Het ontkoppelpunt wordt in de keten verschoven door deze verplaatsing. Er kan ook binnen de keten gekeken worden naar de meest optimale vorm van transport, maar in veel gevallen zijn hier weinig kostenbesparingen te behalen, omdat dit vaak redelijk optimaal gebeurt. Met deze wetenschap in het achterhoofd, zijn de volgende voorstellen gedaan: Keten als geheel (1): A. Produceren van ‘nieuwe standaard potgrond’ op veenwinplaats in de Baltische Staten; B. Produceren van potgrond voor de export op een centrale plaats waar de klant zich bevindt in het buitenland; voor de afzetmarkt in Zuid-Europa; C. Gezamenlijk produceren en distribueren van standaard losse en verpakte potgrond op een overslagpunt in Nederland.
9 KOOP is Klant Order OntkoppelPunt. Het ontkoppelpunt kan worden omschreven als het punt dat aangeeft hoe ver (stroomopwaarts in een bedrijfskolom) een klantorder doordringt in het productie- of distributieproces van de aanbieder van een product of dienst (Hoekstra & Romme, 1993); (Goor, 1996, [5]).
19
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Aanvoer van veen naar potgrondproductieplaats (2): D. Aanleggen of gebruik maken van een gezamenlijke inlandse veenoverslagterminal (voorraadpunt) voor coasters gelegen in Oost-Nederland. Distributie van eindproduct (potgrond) (3): E. Distribueren met behulp van binnenvaart (distrivaart) voor pallets met zakken; F. Gecombineerde vrachten met betrekking tot de distributie van potgrond door een gezamenlijk te gebruiken info-systeem (alleen voor de export). Deze voorstellen zullen in het volgende hoofdstuk nader worden toegelicht.
20
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
Hoofdstuk 4
4.1
Beschrijving mogelijke alternatieve modellen/situaties
Inleiding
In dit hoofdstuk zullen in de eerste paragraaf alle in hoofdstuk 3 geïntroduceerde mogelijke alternatieve modellen/situaties worden beschreven aan de hand van een toelichting/uitleg van de situatie, eventuele besparingen, positieve punten en knelpunten.
4.2
Alternatief A: Produceren van ‘nieuwe standaard potgrond’ op veenwinplaats in de Baltische Staten
Toelichting/uitleg alternatief model of alternatieve situatie Bij alternatief A is het de bedoeling om de totale afzet standaard potgrond circa (23%) die momenteel in Nederland wordt geproduceerd, in de voorgestelde situatie op de veenwinplaats of haven in de Baltische Staten te produceren. Weliswaar met het verschil dat deze ‘nieuwe standaard potgrond’ uit alleen die soorten veen bestaat die gewonnen worden in de Baltische Staten. Dus niet een standaard potgrond zoals die in Nederland nu is, bestaat uit een aantal verschillende soorten veen. Dus alle huidige standaard soorten potgrond zullen worden vervangen door andere nieuwe standaard potgrond met dezelfde of verbeterde kwaliteit. Vanuit deze nieuwe productielocatie kan men deze ‘nieuwe standaard potgrond’ als bulk of in zakken op pallets, direct leveren aan de klanten in Nederland, de rest van Europa en eventueel de rest van de wereld. Als we de oude en nieuwe situatie schematische weergeven ziet dat er als volgt uit: Oude Situatie: Veenaanvoer
Voorraadpunten veen(importeurs) in Nederland
Productie potgrondfabrikanten in Nederland
Distributie
Klanten
O.P.
21
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Nieuwe Situatie:
Veenaanvoer
Gezamenlijk produceren potgrondfabrikanten in de Balitische Staten
Voorraadoverslagpunt nieuwe standaard potgrond in Nederlandse haven
Klanten
Veenstroom
O.P.
Eindproduct (potgrond) Voorraadoverslagpunt Productieplaats+ voorraadpunt veen en potgrond o.p.
Ontkoppelpunt
Het KOOP-punt komt in de nieuwe situatie verder stroomopwaarts te liggen. Voor de aannames en randvoorwaarde van dit alternatief wordt verwezen naar bijlage 14. Uitwerking wat het alternatief oplevert qua kostenbesparing De besparing is circa € 260.000, als gevolg van de berekening van de kostenbesparing volgens alternatief A, zie bijlage 20. Het aantal vrachtwagenkilometers dat wordt bespaard indien men de 10% besparing haalt, is 118.833 km als gevolg van het feit dat men nu vanuit de haven distribueert. Positieve punten • In veel gevallen kan op deze manier de logistieke keten van de veenproductie tot aan de klant korter en efficiënter zijn. Hierdoor kunnen kosten worden bespaard in transport en productie (zie bijlage 14 bij Positieve punten alternatief A, punt 1). • Ook kan het extra transport wat in sommige gevallen gemaakt wordt van haven naar productieplaats en vervolgens naar klant, korter worden omdat men direct vanuit de haven aan de klanten kan leveren. (Zie bijlage 14; Positieve punten alternatief A, punt 2). • Omdat men nu een grote volumestroom potgrond vervoert vanuit de haven uitgevoerd door 1 transporteur, zal men de bezettingsgraad van kunnen verhogen, omdat men makkelijker eventuele retourvrachten kan combineren. • De kwaliteit van de potgrond is gelijk of wellicht zelfs beter, door dat er gebruik wordt gemaakt van het witveen. • Invoerrechten10 voor het product potgrond zijn dezelfde als voor de grondstof veen Zie bijlage 14; Positieve punten alternatief A, punt 3). 10 Gegevens hieromtrent verkregen via Kamer van Koophandel Eindhoven; de heer Schregardus, jan 2002.
22
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland •
•
Mogelijke voordelen ten aanzien van de te betalen vennootschapbelasting in de Baltische Staten, hoewel deze belasting sterk aan veranderingen onderhevig is. In het kader van dit onderzoek gaat het te ver om dit aspect verder uit te werken, maar mocht men dit alternatief invoeren, dan dient men alsnog te onderzoeken wat de consequenties hiervan zijn. Loonkosten van productiemedewerkers zijn een stuk lager dan in Nederland.
Knelpunten en problemen van het alternatief • Het KOOP-punt komt verder stroomopwaarts te liggen. Hierdoor is het moeilijker aan klanten snel en flexibel te leveren. • Men zal extra kosten moeten maken om het risico van schaarste te verlagen, wat het gevolg is van het niet kunnen winnen van veen. De beperkte houdbaarheid van veen is hierbij een belangrijke knelpunt. • De klanten van deze potgrond trachten zover te krijgen dat ze deze producten kopen en accepteren met één of enkele soorten veen. Dus niet meer zoals met het oude product wat een mix is van verschillende soorten veen. • Het risico, in het geval dat er in een bepaald jaar door weersomstandigheden weinig of geen veenproductie mogelijk is, is groter dan in de oude situatie. • Het produceren van de potgrond in de Baltische Staten vormt een knelpunt, omdat er toch bepaalde keurmerken aanzitten waar men rekening mee moet houden. Dit probleem is te verhelpen door te produceren met behulp van Nederlandse leidinggevenden, die het geheel kunnen sturen, regelen en in staat zijn de kwaliteit te controleren, hoewel dit extra kosten met zich mee brengt. • De productiviteit van productiepersoneel is lager vergeleken met die in Nederland. Tegenover deze lagere productiviteit staan de lagere lonen (zie bijlage 25, Arbeidskosten en productiviteit). • De stabiliteit (zowel politiek als economisch) in dit land is lager dan in Nederland. Uitleg in verband met uitwerking van het alternatief Dit alternatief levert volgens de berekening een redelijke besparing op, ongeveer € 260.000. Het aantal transportkilometers wat wordt bespaard bij 10% kilometervermindering is ongeveer 118.833 km. Voor wat de leverbetrouwbaarheid betreft, wordt het risico van veenschaarste groter en dus zal er extra voorraad aangehouden moeten worden om de leverbetrouwbaarheid te garanderen. Het KOOP-punt zal verder stroomopwaarts verschuiven, waardoor de logistieke stroom van dit product korter zal zijn in vergelijking tot de huidige standaard potgrond.
23
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 4.3
Alternatief B: Produceren van potgrond voor de export op een centrale plaats waar de klant zich bevindt in het buitenland; voor de afzetmarkt in Zuid-Europa.
Toelichting/uitleg alternatief model of situatie Het is bij alternatief B de bedoeling om de potgrond die geëxporteerd wordt op één gezamenlijke plaats te produceren in het buitenland. De plaats of land waar dit het beste kan gebeuren is afhankelijk van het grootste export (afzet) gebied. De export naar Duitsland en België wordt vanuit Nederland gedaan. Het betreft hier het, na Duitsland en België, grootste afzetgebied, namelijk Zuid-Europa (Frankrijk, Italië, Spanje en Oostenrijk). De productieplaats ligt dan aan een goede verbindingsroute voor de aanvoer van grondstoffen en distributie van het eindproduct (bijvoorbeeld in de zeehaven in Zuid-Frankrijk, Marseille). Men komt hierdoor dichterbij de klant te zitten. De grondstofaanvoerstroom voor veen van veenwinplaats tot aan de productieplaats zal dan rechtstreeks per schip gebeuren. De nieuwe situatie ziet er als volgt uit: Nieuwe Situatie:
Veenaanvoer
Gezamenlijke productie potgrondfabrikanten voor export in Frankrijk
Distributie vanuit Frankrijk voor Zuideuropese markt
Klanten
O.P.
Het KOOP-punt komt in de nieuwe situatie verder stroomafwaarts te liggen, dichterbij de klant. Voor de aannames en randvoorwaarde van dit alternatief wordt verwezen naar bijlage 14. Uitwerking wat het alternatief oplevert De besparing is ongeveer € 215.000 als gevolg van de berekening van de kostenbesparing volgens alternatief B, zie in bijlage 21. Het aantal kilometers dat bespaard kan worden is circa 9 miljoen per jaar. Positieve punten • De Zuideuropese markt is een markt waar door de ontwikkeling van de tuinbouw het veengebruik zal toenemen voor traditionele teelten. De technologische kennis hieromtrent wordt steeds beter in deze landen, waardoor het een groei-effect heeft op het gebruik van potgrond. • Het KOOP-punt ligt verder stroomafwaarts, zonder extra voorraadkosten. Het voordeel van produceren in Frankrijk is dat men dichter op de markt zit en je derhalve snel, flexibel en efficiënt kan leveren. De service naar de klant toe wordt hierdoor vergroot.
24
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland •
Minder transportkilometers over de weg, geeft minder milieubelasting, omdat een deel van deze wegkilometers wordt vervangen door het schonere (of minder milieubelastende) zeetransport.
Knelpunten en problemen van het alternatief • Er is sprake van een relatief kleine stroom potgrond in m³ die nu nog geëxporteerd wordt naar dit gebied. • Weinig specifieke kennis op het gebied van de productie van potgrond in Frankrijk. • Aanvoerkosten per schip van veen tot aan de productieplaats zijn in beginsel hoog, doordat er nog geen echte vaste vaarroutes zijn. Uitleg in verband met eventuele uitwerking van het alternatief De besparing van circa € 215.000 is redelijk groot, zeker gezien de groeiende Zuideuropese markt, mede gezien de lage gebruikte kilometerkosten of kilometerprijs, die in toekomst alleen maar zal toenemen. Er is ook sprake van een grote besparing ten aanzien van vrachtwagenkilometers, namelijk 9 miljoen per jaar.
4.4
Alternatief C: Gezamenlijk produceren en distribueren van standaard losse en verpakte potgrond op een overslagpunt in Nederland
Toelichting/uitleg alternatief model of alternatieve situatie Het betreft hier het gezamenlijk produceren van standaard losse en verpakte potgrond op een overslagpunt in Nederland (productieplaats in zeehaven, bijvoorbeeld Moerdijk of Rotterdam). De standaard potgrond wordt van deze productieplaats direct aan de verschillende klanten van de diverse VPN-leden gedistribueerd. Distributie van deze producten gebeurt dan door één transporteur. Dit zou eventueel ook door VPN-leden zelf gedaan kunnen worden, maar hier wordt niet van uitgegaan, omdat je dan een aantal voordelen van schaalvergroting misloopt. Men zal toch ieder zijn eigen merk (naam) willen blijven voeren; dit kan door middel van het gebruik van zakken met de naam van het desbetreffende VPN-lid. Als we gebruik maken van dit alternatief kunnen de productie- en de transportkosten worden verlaagd. De nieuwe situatie ziet er als volgt uit: Nieuwe Situatie:
Veenaanvoer
Gezamenlijke productie standaard potgrond door potgrondfabrikanten in de haven in Nederland
Distributie
Klanten
O.P.
25
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Het KOOP-punt komt in de nieuwe situatie in enkele gevallen verder stroomopwaarts te liggen. Het aantal handelingen in de keten wordt minder. Voor de aannames en randvoorwaarde van dit alternatief wordt verwezen naar bijlage 14. Uitwerking wat het alternatief oplevert De besparing is ongeveer € 368.382,- , volgens de berekening van de kostenbesparing van alternatief C, zie bijlage 22 berekening alternatief C. Het aantal bespaarde vrachtwagenkilometers met 10% kilometerbesparing is 118.833 km, als gevolg van het feit dat men nu vanuit de haven distribueert. Positieve punten • Door een groter volume bij gezamenlijke productie in plaats van per VPN-lid wordt de productie effectiever. De loonkosten en kapitaalkosten worden minder in vergelijking tot de huidige productiekosten. • Er is sprake van een efficiënter transport indien dit wordt uitgevoerd door één transporteur, omdat men beter vrachten kan combineren bij een grote productstroom en zo de beladingsgraad verhoogt, wat leidt tot lagere transportkosten. • Doordat de productie in de haven zit, vervallen een aantal handelingen zoals ook het geval is bij alternatief A (bijlage 14; Positieve punten alternatief A, punt 1). • Ook wordt het extra transport van haven naar productieplaats en dan naar de klant in een aantal gevallen korter, omdat men vanuit de haven direct aan de klant kan leveren (Zie bijlage 14; Positieve punten alternatief A, punt 2). • Er worden minder onnodige transportkilometers gereden, wat minder milieubelasting tot gevolg heeft. • In de toekomst zal er steeds meer witveen gebruikt worden (zwartveen in Duitsland wordt op den duur schaarser). Dit wordt gewonnen in de Baltische Staten, Ierland en andere landen en wordt over zee aangevoerd via de zeehaven in Nederland (Moerdijk of Rotterdam). De samenstelling van standaard potgrond zal zo veranderen dat er minder tuinturf (zwartveen) in zit, zodat dit alternatief gunstiger wordt qua kilometerbesparing. • Eindproducten die geëxporteerd worden en per schip Nederland verlaten naar bijvoorbeeld andere continenten, kunnen direct geladen worden, zodat er geen of heel weinig voortransport nodig is. • Een belangrijk positief punt zijn de toekomstige veranderingen van de samenstelling van potgrond. Omdat de veenvoorraden in de toekomst in Duitsland schaarser worden zal dit leiden tot minder en uiteindelijk tot geen veenwinning. Daardoor zal de potgrond dus steeds minder zwart (Duits) veen gaan bevatten wat vervangen zal worden door witveen. Het witveen komt voor het grootste deel per schip in Nederland aan en dat zorgt ervoor dat de productieplaats in de haven in de toekomst erg gunstig ligt voor de aanvoer van het veen. Knelpunten en problemen van het alternatief • De acceptatie dat de verschillende merken potgrond van de diverse VPN-leden in één fabriek gemaakt worden en derhalve hetzelfde kunnen zijn of voor een groot deel hetzelfde. • Goede onderlinge afspraken maken over de samenwerking tussen de VPN-leden kan moeilijk zijn; het zijn toch concurrenten van elkaar. Ook zullen er afspraken gemaakt moeten worden over de samenstelling van potgrond en vorm van productie, iets wat niet altijd even makkelijk zal zijn. • De reactie van klanten als er potgrond geleverd wordt van verschillende merken, die gemaakt worden in één fabriek.
26
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland •
Door de distributie te laten uitvoeren door één transporteur zal het contact met klant minder worden dan wanneer men het zelf distribueert. Dit leidt tot een lagere service en men is minder goed op te hoogte van de wensen en /of klachten van de klant.
Uitleg in verband met eventuele uitwerking van het alternatief Dit is een aantrekkelijk alternatief, omdat men volgens de berekening met een 10% kilometerbesparing en een bezettingsgraad van 60% circa € 370.000 kan behalen. Verder uitwerken lijkt dus zinvol; er is een kleine kilometerbesparing haalbaar van 118.833 km, bij deze 10% besparing. Voor de lange termijn kan dit een goed alternatief zijn omdat het veen in de toekomst steeds vaker uit landen als de Baltische Staten zal komen en dus de zeehaven een goede productieplaats in de keten voor aanvoer van grondstoffen en distributie van eindproduct kan zijn. De leverbetrouwbaarheid wordt in deze situatie beter omdat er sneller geleverd kan worden als gevolg van het wegvallen van een aantal handelingen in de keten.
4.5
Alternatief D: Aanleggen of gebruik maken van een gezamenlijke inlandse veenoverslagterminal (voorraadpunt) voor coasters centraal gelegen in Oost-Nederland
Toelichting/uitleg alternatief model of situatie Bij dit alternatief ga je als het ware een deel van de veenoverslagterminal, die nu in de zeehaven ligt, verplaatsen naar een bestaande of gezamenlijk op te zetten terminal landinwaarts. Het veenoverslagpunt komt voor een aantal VPN-leden dichterbij hun productieplaats te liggen. Door gebruik te maken van coasters die op de grote rivieren kunnen varen kan de terminal bevoorraad worden. De capaciteit van deze coasters is ongeveer 5.000 m³ inhoud. Potgrondfabrikanten in het midden en oosten van Nederland hoeven op deze manier hun veen niet meer in zeehavens in het westen van Nederland te halen, het geen tijd bespaart en waardoor de transportkilometers verminderen. De nieuwe situatie ziet er als volgt uit: Nieuwe Situatie: Veenaanvoer
Voorraadpunten veen (importeurs) in Nederland
Productie potgrondfabrikanten in Nederland
Distributie
Klanten
Terminal landinwaarts O.P.
Het KOOP-punt verschuift niet in de nieuwe situatie.
27
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Voor de aannames en randvoorwaarde van dit alternatief wordt verwezen naar bijlage 14. Uitwerking wat het alternatief oplevert Er is geen sprake van een kostenbesparing, voor de berekening van de besparing, zie bijlage 23 alternatief D. Het aantal kilometers dat bespaard wordt bedraagt circa 500.000 km. Positieve punten • Er worden minder vrachtwagenkilometers gereden, die het milieu meer belasten dan transportkilometers over het water. • Capaciteit over het water kent minder beperkingen dan transport over de weg. De schepen op de vaarroutes veroorzaken weinig opstoppingen. • Er blijven in deze situatie evenveel overslagpunten als dat men het op de oude manier zou doen. • Het is eventueel mogelijk om ladingen vanuit Nijmegen mee te nemen naar de zeehaven (bijvoorbeeld verpakte potgrond of andere goederen tegen vergoeding). Knelpunten en problemen van alternatief • Er zal minder veen binnenkomen bij de huidige terminals in de zeehaven, waardoor deze een capaciteitsoverschot krijgen en te duur worden. Men zal hierdoor binnen de VPN onenigheid kunnen krijgen, door tegenstrijdige belangen onder de verschillende VPN-leden. • De extra kosten om landinwaarts te lossen met een coaster zijn te hoog, namelijk € 3 per m³. • De kleine aanvoerstroom van veen voor dit alternatief. • De samenwerking tussen de verschillende VPN-leden kan eventueel een knelpunt vormen, maar is gedeeltelijke op te lossen door de terminal te laten exploiteren door de veenimporteur, waar veen wordt ingekocht. • Voor de lange termijn is dit een minder goede oplossing, omdat de bedrijven die in het oosten zitten, hier oorspronkelijk veen winnen en nu nog voordeel halen uit het feit dat er zwartveen uit Duitsland komt. Over een tiental jaren zal er echter weinig of geen veen meer uit Duitsland komen en voor de meeste Nederlandse bedrijven niet meer te verkrijgen zijn, waardoor een ligging in het oosten van Nederland ongunstig is. Dit komt omdat de meeste afnemers (tuinders) in het westen zitten. Wel is er een tendens naar een kleine verplaatsing van tuinders richting Oost-Nederland, wat positieve wending is, of kan zijn voor dit alternatief. • Door kortere afstanden per rit in vervoer per vrachtwagen, zal het moeilijker worden om iets voor de heen-lading te vinden, om zo de beladingsgraad te verhogen. Dit is in de oude situatie beter, hoewel dit moeilijk blijft. Uitleg in verband met uitwerking van alternatief in detail Er is geen sprake van een kostenbesparing bij dit alternatief omdat met name de meerkosten van het veen aanvoeren erg hoog zijn, ondanks dat de besparing vanuit een gunstig uitgangspunt is bekeken. Aan de hand van deze berekening kan door deze methode wel een aantal vrachtwagenkilometers worden bespaard, circa 500.000 km. Voor de toekomst is dit alternatief niet optimaal, omdat een aantal potgrondfabrikanten met hun huidige productieplaats niet altijd op een even gunstige plaats zitten; veelal zijn zij gevestigd op de oude veenwinplaatsen. De leverbetrouwbaarheid neemt iets toe omdat er een grotere voorraad veen dichterbij de productieplaats is gebracht. Al met al is dit geen goed alternatief, met name omdat het moeilijk is een besparing te behalen.
28
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 4.6
Alternatief E: Distribueren met behulp van binnenvaart (distrivaart) voor pallets met verpakte potgrond
Toelichting/uitleg alternatief model of situatie: Met dit alternatief kunnen zakken potgrond op pallets worden vervoerd met een nieuwe soort binnenvaart, de distrivaart. Dit gebeurt samen met andere goederen op pallets. In het concept distrivaart worden wegtransport en binnenvaart gecombineerd door een flexibel operend landelijk netwerk van knooppunten. Deze knooppunten worden volgens een vast tijdschema door binnenvaartschepen aangedaan. De schepen zijn uitgerust met een geavanceerd pallet opslag- en sorteersysteem voor het makkelijk laden en lossen van pallets. Het beperkt tevens het aantal transportkilometers over de weg. Voor de aannames en randvoorwaarde van dit alternatief wordt verwezen naar bijlage 14. Uitwerking wat alternatief oplevert In de uitwerking in bijlage 24 (berekening alternatief E) is een grove berekening gemaakt waarin duidelijk wordt dit alternatief het alleen zinvol is wanneer producent en klant direct gevestigd zijn aan de knooppunten. Er zijn verder te weinig gegevens bekend om een betere berekening te maken. Positieve punten • Het transport is goedkoper dan in huidige situatie, waardoor men het product goedkoper kan aanbieden, mits de producent en klant gelegen zijn aan de knooppunten van de distrivaart. • Er is sprake van minder vrachtwagenkilometers, die het milieu meer belasten dan de transportkilometers over het water (brandstofverbruik is een fractie van 20 vrachtwagens). • Men kan just-in-time varen en er zijn geen onverwachte files. • Men garandeert 95% betrouwbaarheid in vertrek- en aankomsttijden (KvK Kamerkrant, September 2000, [13]). Knelpunten en problemen van het alternatief • Er is in bijna alle gevallen voor- en natransport nodig, van producent naar de terminal (distriknooppunt) en van terminal (distriknooppunt) naar klant. • Het netwerk van de distrivaart moet zeer uitgebreid zijn en voldoende ‘opstappunten’ bevatten, zodat het aanvoertransport naar de opstapplaats en het afvoertransport naar de klant niet te groot wordt. • De distrivaart zal er meestal langer over doen dan het vervoer over de weg (langere, maar wel betrouwbare levertijd). • Minder contact met de klant dan in het geval men zelf distribueert (lagere service). Uitleg in verband met uitwerking van het alternatief Besparingen zullen er voor dit alternatief niet of nauwelijks zijn, omdat er maar weinig potgrondfabrikanten direct aan het water gevestigd zijn en dit is ook niet het geval voor de meeste klanten. Deze manier van vervoer kan geschikt zijn voor het bevoorraden van distributie centra die aan de knooppunten liggen. Het is met dit alternatief wel mogelijk om tot een kleine kilometerbesparing te komen gezien de niet al te grote volumestroom. Ten aanzien van de leverbetrouwbaarheid van de distrivaart kan gezegd worden dat deze, mits er een uitgebreid netwerk ligt, beter is dan transport over de weg, omdat de schepen nauwelijks vertraging oplopen door opstoppingen. Bij vervoer over de weg is hier veel meer kans op. Op basis van de weliswaar beperkte gegevens en logische beredenering lijkt dit alternatief niet erg zinvol.
29
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 4.7
Alternatief F: Gecombineerde vrachten met betrekking tot de distributie van potgrond door een gezamenlijk te gebruiken info-systeem (alleen voor de export)
Toelichting/uitleg alternatief model of alternatieve situatie Bij dit alternatief, het combineren van alle vrachten die geëxporteerd worden, kan men voordelen behalen door middel van de schaalvergroting, waardoor men een hogere beladingsgraad kan bereiken. Dat kan bijvoorbeeld door het combineren/samenvoegen van vrachten, maar ook door de potgrond te gebruiken als retourvracht voor buitenlandse transporteurs die fruit hebben getransporteerd vanuit landen rond de Middellandse Zee. Je kunt door middel van een computersysteem deze transporteurs inschrijven op zijn/haar route en dan kunnen ze worden ingedeeld op de meeste efficiënte retourvracht. Deze retourvrachten worden door elk VPN-lid tevens ingegeven in het computersysteem. Je kunt dit laten uitvoeren door één onafhankelijk bevrachtingskantoor voor de transportplanning. Voor de aannames en randvoorwaarde van dit alternatief wordt verwezen naar bijlage 14. Uitwerken wat alternatief oplevert Het aantal ritten wordt als volgt berekend: (2/3 *366.420 m³) /60 m³ per rit = 4.072 ritten Stel dat er sprake is van een 2% besparing op een rit met transportkosten van € 2.400,(€ 1/km*2*1200 km) wat uitkomt op een bedrag van € 48,- per rit. De totale besparing zou dan 4.072 * € 48 = € 195.456 zijn (minus alle kosten om systeem op te zetten). De kosten om een dergelijk systeem op te zetten bedragen waarschijnlijk veel meer dan € 195.456 per jaar, waardoor er geen besparing kan plaatsvinden bij dit alternatief. Hoeveel kilometerbesparing er optreedt is moeilijk te zeggen. Dit is afhankelijk van de beladingsgraad, omdat je met een hogere beladingsgraad over het geheel genomen minder kilometers maakt. De extra kilometers die gereden worden om een retourvracht op te halen zijn veel kleiner dan het aantal kilometers dat een volle retourvracht oplevert. Positief punt • Er is efficiënter transport mogelijk, als gevolg van hoger percentage retourvrachten (betere beladingsgraad) en het combineren van diverse vrachten van verschillende VPN-leden. Knelpunten en problemen van alternatief • Men kan minder snel reageren en leveren ten aanzien van de eisen van klanten, omdat de transporteur de vrachten moet combineren (verzamelen). Dit vergt enige tijd, waarbij men moet toegeven op de flexibiliteit. • Minder contact met klanten dan in het geval men het zelf distribueert (lagere service). • De samenwerken tussen de VPN-leden is erg moeilijk, omdat de leden op de exportmarkt concurrenten van elkaar zijn. • Je kunt jezelf de vraag stellen of de kosten wel op wegen tegen de minimale opbrengsten, zeker omdat de opbrengsten verdeeld worden over meerdere bedrijven.
30
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland •
De vrachten die nu naar landen rond de Middellandse Zee worden getransporteerd zijn vaak volle vrachten per vachtwagen, met andere woorden in dat opzicht valt weinig te combineren met vrachten van andere bedrijven.
Uitleg in verband met uitwerking van alternatief in detail Waarschijnlijk is dit alternatief niet kostenbesparend althans niet voldoende gezien alle tijd en geld dat er in geïnvesteerd wordt. Tevens is het onzeker of het systeem buitenlandse vervoerders aantrekt, omdat er te weinig gegevens bekend zijn omtrent dit alternatief en er hieromtrent veel onzekerheden bestaan. Vooralsnog lijkt dit geen geschikt alternatief.
4.8
Overzicht kostenbesparingen alternatieven
Onderstaande tabel bevat een overzicht van de geschatte kostenbesparingen van de diverse alternatieven. De kostenbesparing van een alternatief is uiteraard één van de vereisten voor een goed alternatief. Alternatieven A B C D E F Tabel 4.1
Besparing € 260.000 € 215.000 € 370.000 geen besparing (- € 490.000) geen besparing geen besparing
Besparingen alternatieven
In bovenstaande tabel is te zien dat er kostenbesparingen zijn voor de alternatieven A, B en C. De andere alternatieven D, E en F zijn niet kostenbesparend en of leiden zelfs tot extra kosten. Hoewel alternatief C de hoogste kostenbesparing geeft, zijn voor het maken van een keuze voor het meeste aantrekkelijke alternatief meerdere aspecten van belang. Zoals onder andere de gevoeligheid van de kostenbesparingen, haalbaarheid etc. Dit komt in het volgende hoofdstuk aan de orde.
31
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
Hoofdstuk 5 5.1
Keuze uit verschillende alternatieven
Inleiding
In dit hoofdstuk zal bepaald worden welk alternatief het meest aantrekkelijk is om vervolgens verder uit te werken. Ten eerste zullen kort de belangrijkste verschillen tussen de diverse alternatieven worden aangegeven. Vervolgens zal door middel van een checklist met keuze aspecten een selectie worden gemaakt tussen acceptabele en niet acceptabele alternatieven. Vervolgens wordt van de acceptabele alternatieven de gevoeligheid van de berekening van de kostenbesparing bekeken. Alle in dit hoofdstuk beschreven elementen moeten bijdragen aan het vergemakkelijken van de keuze voor één bepaald alternatief. Waarom gekozen is voor verdere uitwerking van het desbetreffende alternatief zal als laatste aan de orde komen. Deze keuze is tevens voorgelegd aan de opdrachtgevers en zij hebben ook na onderling overleg voor dit alternatief gekozen.
5.2
Belangrijkste verschillen alternatieven
In deze paragraaf zullen de belangrijkste verschillen kort worden opgesomd: • Het verschil qua kostenbesparing tussen de alternatieven is dat alleen A, B en C een redelijke positieve besparing opleveren, terwijl E, F en in het bijzonder D geen kostenbesparing tot gevolg hebben; • Als we naar alternatief A kijken, verschilt dit alternatief met B en C dat hier juist het KOOP-punt verder stroomopwaarts verschuift ten opzichte van de huidige situatie. Bij B en C verschuift het KOOP-punt juist verder stroomafwaarts vergeleken met de huidige situatie; • Alternatieven B en C zijn het meeste kilometerbesparend en leveren daarmee de meeste vermindering van de milieubelasting op; • Voor de lange termijnvisie zijn met name A en B aantrekkelijk, in tegenstelling tot alternatief D en F; • Ten aanzien van de goede leverbetrouwbaarheid zijn met name alternatief B, C en E gunstig en van alternatief A is het tegenovergestelde het geval; • Voor wat de haalbaarheid en de animo van de alternatieven voor de VPN-leden betreft, zal B het meeste aanspreken en C, E en F duidelijk minder.
5.3
Bepalen van acceptabele alternatieven
De keuze welke van de alternatieven acceptabel is, wordt gedaan aan de hand van een checklist met keuze-aspecten. Deze aspecten zijn naar mijn mening belangrijk zijn ten aanzien van de probleemstelling en opdrachtformulering van dit onderzoek. Omdat niet alle aspecten even belangrijk zijn heb ik elk aspect voorzien van een weegfactor. Vervolgens ga ik de diverse alternatieven aan de hand van de checklist beoordelen met betrekking tot de weegfactoren, waarvan de score loopt van 1 (voldoet slecht) tot 5 (voldoet uitstekend). De alternatieven worden vergeleken ten opzichte van de huidige situatie.
32
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Checklist met aspecten (in volgorde van belangrijkheid): 1 Kostenbesparend, met andere woorden hoe hoger de opbrengst des te aantrekkelijker het alternatief (weegfactor 4); 2 Kilometerbesparend en de daarmee samenhangende vermindering van de milieubelasting (weegfactor 3); 3 Alternatief moet voor lange termijn aantrekkelijk zijn (weegfactor 2); 4 De leverbetrouwbaarheid moet gelijk blijven (weegfactor 2); 5 Kwaliteit van product moet constant blijven, zeker niet minderen (weegfactor 2); 6 Alternatief moet enigszins haalbaar zijn voor de gezamenlijke VPN-leden, met name gezien de concurrentie (weegfactor 1); 7 Bestaat er animo voor dit alternatief onder de VPN-leden (weegfactor 1). Bij de weegfactoren zijn de laatste 2 punten, 6 en 7, bewust laag gehouden om deze aspecten niet te veel te laten beïnvloeden bij de keuze van het beste alternatief. Met name de eerste twee factoren moet de VPN overtuigen van het alternatief. Alternatieven: A Produceren van ‘nieuwe standaard potgrond’ op veenwinplaats in de Baltische Staten; B Produceren van potgrond voor de export op een centrale plaats waar de klant zich bevindt in het buitenland, voor de afzetmarkt in Zuid-Europa; C Gezamenlijk produceren en distribueren van standaard losse en verpakte potgrond op overslagpunt in Nederland; D Aanleggen of gebruik maken van een gezamenlijke inlandse veenoverslagterminal (voorraadpunt) voor coasters centraal gelegen in Oost-Nederland; E Distribueren met behulp van binnenvaart (distrivaart) voor pallets met zakken; F Gecombineerde vrachten met betrekking tot de distributie door een gezamenlijk gebruikte distributeur (alleen voor export). Een neutrale totaal score is 45, dat is een score van 3 (voldoet wel & niet) voor elk aspect op de checklist. Dit is de situatie dat er voor het alternatief geen positieve of negatieve verandering plaats vindt. Deze situatie is vergelijkbaar met de huidige situatie. Voor het uiteindelijk te kiezen alternatief dient de totaal score ruim boven deze score van 45 te liggen, om zo een goed alternatief te zijn. Er moet duidelijk een verbetering te zijn ten opzichte van de huidige situatie.
Checklist 1 2 3 4 5 6 7 Totaal score:
Weegfactor 4 3 2 2 2 1 1
Score: voldoet slecht (1)
Alternatieven: A score x score weegfactor 4 16 4 12 5 10 2 4 2 4 2 2 2 2 50
B score 4 5 5 4 3 3 2
voldoet minder goed (2)
score x weegfactor 16 15 10 8 6 3 2 60
C score 5 5 4 4 3 2 1
voldoet wel&niet (3)
score x weegfactor 20 15 8 8 6 2 1 60
D score 2 4 3 3 3 2 1
voldoet goed (4)
score x weegfactor 8 12 6 6 6 2 1 41
E score x score weegfactor 2 8 4 12 4 8 4 8 3 6 1 1 1 1 44
F score 3 4 3 3 3 2 1
score x Neutrale situatie weegfactor score score x weegfactor 12 3 12 12 3 9 6 3 6 6 3 6 6 3 6 2 3 3 1 3 3 45 45
voldoet uitstekend (5)
Tabel 5.1: keuzetabel voor uitwerking alternatieven in detail
Op basis van de totaal score van de alternatieven, zoals weergegeven in de bovenstaande tabel, vallen alternatieven D, E en F af. De totaal score van deze alternatieven ligt gelijk of zelfs onder de neutrale totaal score.
33
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Dit wil dus zeggen dat er weinig tot geen verbetering is ten opzichte van de situatie zoals hij nu is, waardoor het geen goed alternatief is. De alternatieven die over blijven zijn A, B en C; de totaal score van deze alternatieven ligt duidelijk boven de totale neutraal score. Om een keuze te maken welke van deze alternatieven verder uitgewerkt dient te worden, zal een aantal zaken dieper moeten worden uitgezocht, te weten: 1. Wat is de gevoeligheid van het alternatief (gevoeligheidsanalyse); bij sterke gevoeligheid is de nauwkeurigheid van de gegevens erg belangrijk; 2. In samenhang met de gevoeligheid van dit alternatief dient men rekening te houden met de verschillende alternatieven in de komende jaren; 3. Het derde punt wat bepalend is voor het maken van een keuze voor het beste alternatief, is het bestaansrecht ofwel de eventuele gevolgen voor de VPN-leden na invoering van het alternatief. Nadat de bovengenoemde punten zijn behandeld, wordt bepaald, welk alternatief volgens de opdrachtgevers de meeste kans van slagen heeft. Dat alternatief zal dan verder worden uitgewerkt in hoofdstuk 6.
5.4
Gevoeligheid besparingen van acceptabele alternatieven
Gevoeligheid alternatief A Als er gekeken wordt naar de gevoeligheid van alternatief A (zie bijlage 26), zijn de volgende 4 parameters van belang, waarbij de besparing telkens in meer of mindere mate wordt beïnvloed door: 1. Afschrijvingen in kosten per m³ (lagere productiviteit geven hogere afschrijvingskosten). De kosten per m³ voor afschrijving worden hetzelfde genomen als in Nederland; 2. Overheadkosten in kosten per m³. Deze kosten zijn waarschijnlijk hoger dan de thans geldende overheadkosten in Nederland; 3. Maximale productiehoeveelheid in m³; 4. Het percentage kilometerbesparing wat het alternatief oplevert; 5. Het beladingsgraadpercentage van de vrachtwagens in de nieuwe situatie. Bij alternatief A is het heel belangrijk om te weten hoeveel de afschrijvingskosten en overheadkosten bedragen, omdat deze kosten de uiteindelijke besparing sterk kunnen beïnvloeden. Een lichte stijging van deze kosten heeft een sterke daling van de besparing tot gevolg. De kosten voor afschrijving en overhead zijn echter moeilijk te bepalen, omdat deze òf niet bekend òf niet te achterhalen zijn. Een wisselende maximale productie geeft ook diverse uitkomsten, als er veel capaciteit over blijft zal er weinig of geen besparing zijn en bij weinig overcapaciteit is er een grote besparing. Maar de gebruikte maximale productie van 75.000 m³ als uitgangspunt kan aangepast worden aan de totale vraag per jaar bij een nieuw te bouwen productieplaats, dit beïnvloedt de besparing positief. De gevoeligheid van de kilometerbesparing en de beladingsgraad is relatief laag, omdat meer dan 15% winst op beide punten niet te verwachten is. Een beladingsgraad groter dan 60% is wellicht niet erg realistisch, gezien het feit dat er alleen RHP-toegelaten materialen worden vervoerd tijdens de retourrit. De beladingsgraad zal hoger worden in toekomst, maar het zal telkens langzamer stijgen tot uiteindelijk het maximum is bereikt. De transportkosten per kilometer zullen in de toekomst toenemen als gevolg van de stijgende energieprijzen, zodat het van belang is het aantal kilometers tot een minimum te beperken.
34
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Een te behalen besparing van ongeveer € 260.000 is gezien de gevoeligheid van de eerste twee punten wellicht wat te voorbarig is, geizen de onzekerheid ten aanzien van de afschrijving- en overheadkosten. Gevoeligheid alternatief B Als er gekeken wordt naar de gevoeligheid van alternatief B (zie bijlage 26), zijn de volgende 5 parameters van belang, waarbij de besparing telkens in meer of mindere mate wordt beïnvloed door: 1. De totale hoeveelheid te produceren potgrond (verdeeld over de verschillende exportlanden). Je zou ook afzethoeveelheid kunnen zeggen, dit is afhankelijk van de groei van het potgrondgebruik in de verschillende landen (bij maximale productiebenutting); 2. Distributieafstand naar de klanten in Zuid-Frankrijk, met andere woorden, waar bevinden zich de klanten precies; 3. De samenstelling van potgrond in de verschillende % van de 3 gebruikte soorten veen. Deze samenstelling zal in de toekomst veranderen als gevolg van het schaarser worden van zwartveen afkomstig uit Duitsland; 4. De gebruikte kosten per km voor transport van potgrond per as; 5. De gebruikte hoeveelheid m³ potgrond per vracht. Er is ook nog naar de combinatie van 1 en 3 gekeken, omdat met name deze parameters in de toekomst zullen veranderen. Dit is te zien in de bijlage. Voor de andere parameters is een vaste waarde reëler, omdat deze niet of slechts in kleine mate zullen toenemen. Bij dit alternatief zijn met name de afzethoeveelheid (de te produceren hoeveelheid) en de samenstelling van belang, omdat deze parameters de besparing sterk kunnen beïnvloeden. De gebruikte maximale productiehoeveelheid per keer kan worden aangepast, omdat de productieplaats opnieuw gebouwd moet worden. Een maximale productiehoeveelheid van 75.000 m³ , bij een afzet van ongeveer 400.000 m³, komt voor de besparing ongunstig uit, omdat je dan bij 6 keer deze productiecapaciteit veel capaciteit zou overhouden. Hierdoor valt de besparing lager uit dan werkelijk het geval zal zijn. Het is belangrijk om te weten wat de parameters 1 en 3 in de toekomst gaan doen. De hoeveelheid af te zetten potgrond zal in de toekomst gaan groeien naar de mening van kenners van de markt en tevens zal de samenstelling veranderen in minder tuinturf (zwartveen) dan nu het geval is. Door deze ontwikkelingen beïnvloeden deze parameters de besparingen aanzienlijk positief, zeker indien de productiecapaciteit goed is afgestemd op de afzethoeveelheid. De parameter kosten per kilometer is een vaste waarde van € 0,5 per km; deze is vrij laag gehouden, zodat deze waarde de besparing hierdoor niet sterk wordt beïnvloedt. Mede met het oog op de toekomst, de stijging van de kosten per kilometer, kan deze parameter belangrijk zijn voor wat de groei van de besparing betreft. De distributieafstand in Frankrijk, parameter 2, kan de berekening beïnvloeden omdat niet precies duidelijk is waar de klanten zich in Frankrijk bevinden, met name in Zuid-Frankrijk (dit land heeft het grootste afzetgebied qua m³). Door een redelijk grote distributieafstand van 800 km (heen en terug) te nemen, is heel Zuid-Frankrijk “afgedekt”. Voor alternatief B is de groei van de afzetmarkt, de plaats van de klant en de samenstelling in de toekomst, bepalend voor de besparing.
35
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Gevoeligheid alternatief C Als er gekeken wordt naar de gevoeligheid van alternatief C (zie bijlage 26), zijn de volgende 4 parameters van belang, waarbij de besparing telkens in meer of mindere mate wordt beïnvloed door: 1. De samenstelling van de potgrond is van belang in verband met de kostenbesparing op de prijs van de soort grondstof ofwel de verschillen in aanvoerkosten van de grondstof (vervoer en lossen en opslag en opladen); 2. Het percentage kilometerbesparing wat het alternatief zal gaan opleveren; 3. Het beladingsgraadpercentage van de vrachtwagens in de nieuwe situatie; 4. De afzet van standaard potgrond per jaar. Er wordt verwacht dat er een kleine verschuiving gaande is naar meer specifieke soorten potgrond en dat het gebruik hiervan zal gaan toenemen. Er is ook gekeken naar de gevoeligheid van de combinatie van parameters 1, 2 en 3 en naar de combinatie van 1 en 4 met oog op de toekomstverwachtingen, zoals te zien is de bijlage. Bij alternatief C zijn met name de samenstelling, kilometerbesparing en in iets mindere mate de beladingsgraad, van belang. Als de samenstelling verschuift van veel Duits veen (tuinturf) naar meer Baltisch en Iers veen en minder Duitse veen, zal dat de besparing positief beïnvloeden. In de toekomst zal verschuiving van de samenstelling doorzetten, minder Duits veen (tuinturf) en meer Baltisch en Iers veen en andere veensoorten. Ook is er sprake van een lichte afname van standaard potgrond, of anders gezegd, een verschuiving van standaard potgrond naar iets specifiekere potgrond. De gevoeligheid van de kilometerbesparing en de beladingsgraad is relatief laag, omdat meer dan 15% winst op beide punten niet te verwachten is. Een beladingsgraad groter dan 60% is wellicht niet erg realistisch, gezien het feit dat er alleen RHP-toegelaten materialen worden vervoerd tijdens de retourrit. De transportkosten per kilometer zullen in de toekomst toenemen als gevolg van de stijgende energieprijzen, waardoor het van belang is het aantal kilometers tot een minimum te beperken. Afname van de vraag naar standaard potgrond heeft weinig invloed op de besparingen. Dit alles in ogenschouw genomen is voor dit alternatief de samenstelling het meest bepalend.
5.5
Gevolgen voor de VPN-leden na eventuele invoering acceptabele alternatieven
Voor een keuze van de alternatieven A, B en C, is het van belang om te weten wat de eventuele gevolgen kunnen zijn voor de VPN-leden. Met andere woorden, wat zijn de consequenties voor de bedrijven na invoering van het alternatief, waardoor er wellicht een bepaald deel van de productie en distributie anders moet worden ingericht.
Alternatief A: Produceren van ‘nieuwe standaard potgrond’ op veenwinplaats in de Baltische Staten. Er wordt ervan uitgegaan dat de nieuwe standaard potgrond de huidige standaard potgrond met dezelfde hoeveelheid vervangt. Bij dit alternatief hebben we te maken met een volumestroom van circa 700.000 m³ (23% van de totale potgrondmarkt). Dit is een aanzienlijke stroom, wat een aantal gevolgen heeft voor de bedrijven binnen de VPN.
36
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland De bedrijven/leden die veel van dit soort potgrond leveren en derhalve sterk afhankelijk zijn van dit product, zullen hetzelfde blijven verkopen (afzetten), alleen zal een groot deel van de productie verplaatst moeten worden. Dit wil zeggen, dat er op de huidige productieplaats productiecapaciteit over zal blijven, doordat een deel van de productie is verplaatst naar een nieuwe productieplaats. Er zal derhalve voor deze bedrijven dienen te worden gezocht naar òf een nieuwe invulling van de overgebleven productiecapaciteit òf de productiecapaciteit zal moeten worden verkleind. Voor een deel van de productiecapaciteit zal dus weinig of geen invulling meer zijn, maar voor de bedrijven zelf wel. Binnen de VPN zijn er dan 2 tot 3 bedrijven waarvoor geldt dat dit alternatief gevolgen heeft voor een deel van de productiecapaciteit. Ten aanzien van de distributie zal er niet zoveel veranderen. De distributie zal door één transporteur gedaan worden, wat betekent dat de VPN-leden een deel van het transport gaan verliezen. Dit is voor 5 VPN-leden van invloed op hun huidige transport, omdat men geheel werkt met eigen vrachtwagens en chauffeurs. De consequentie is dat een deel hiervan niet meer nodig zal zijn. Voor de andere leden die een deel van het vervoer zelf doen en het resterende uitbesteden of voor degenen die alles uitbesteden, zal dit alleen betekenen dat ze geen gebruik meer hoeven te maken van het inhuren van transporteurs.
Alternatief B: Produceren van potgrond voor de export op een centrale plaats waar de klant zich bevindt in het buitenland; voor de afzetmarkt in Zuid-Europa. Bij dit alternatief zal de export voor wat standaard en specifieke potgrond betreft naar landen in Zuid-Europa niet meer in Nederland worden geproduceerd, maar in Zuid-Frankrijk. Dit betekent dat ongeveer 400.000 m³ exportpotgrond zal komen “te vervallen” (worden verplaatst). Zeker voor bedrijven die zich volledig op deze export richten zal dit van invloed zijn op de productiecapaciteit; dit betreft een drietal bedrijven. Er zal dus voor deze bedrijven in Nederland moeten worden gezocht naar òf een nieuwe invulling van de overtollige productiecapaciteit òf de productiecapaciteit zal moeten worden verkleind. Het percentage van de afzet naar Zuid-Europa zal gewoon blijven bestaan, met het verschil dat er nu in Zuid-Frankrijk wordt geproduceerd in plaats van in Nederland. Er vindt derhalve alleen een verplaatsing van productiecapaciteit plaats. De export wordt met name gedaan door de grotere bedrijven. Omdat het grote bedrijven betreft en de totale volumestroom niet al te groot is zullen deze bedrijven in staat zijn de verplaatsing zonder al te veel moeite te realiseren. Op grond van de hierboven genoemde redenen, zullen de gevolgen voor het voortbestaan van de verschillende bedrijven niet in gevaar komen. De gevolgen voor wat de distributie betreft is afhankelijk van hoe het dit transport zal worden georganiseerd, zelf of uitbesteden. De bedrijven die exporteren naar Zuid-Europa besteden het transport in de regel uit. Het invoeren van het alternatief zal weinig of geen gevolgen hebben voor de diverse VPN-leden. Er zal eerder bestaansrecht worden gecreëerd in het geval men het zelf de potgrond gaat distribueren vanuit Zuid-Frankrijk.
37
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Alternatief C: Gezamenlijk produceren en distribueren van standaard losse en verpakte potgrond op overslagpunt in Nederland. Bij alternatief C wordt 23% van de standaard losse en verpakte potgrond niet meer bij de verschillende potgrondfabrikanten gemaakt, maar gezamenlijk op één centraal punt. De stroom van 23 % is verdeeld in 12% voor de professionele markt, 8% voor de consumentenmarkt en 3% heeft betrekking op de export. In principe geldt voor dit alternatief hetzelfde als voor de gevolgen bij alternatief A, zowel voor de productiecapaciteit als voor de distributie (het transport) van de potgrond.
De consequenties die na de invoering van de diverse alternatieven plaats vindt heeft weinig tot geen invloed op het primaire proces van de verschillende VPN-leden. Bij alternatief A en C en in mindere mate bij B zal een deel van de productiecapaciteit moeten worden ingekrompen of er zal voor dat deel vervangende arbeid moeten worden gevonden. De gevolgen van het invoeren van de diverse alternatieven zullen voor het transport niet erg van invloed zijn voor de diverse VPN-leden, omdat een groot deel van het transport wordt uitbesteed. Mogelijke invulling voor de overgebleven productiecapaciteit Voor een goede invulling van de productiecapaciteit kan gedacht worden aan het mengen en het verpakken van andere producten dan potgrond. Dit is echter niet gemakkelijk, omdat men rekening dient te houden met de RHPvoorschriften ten aanzien van het RHP-keurmerk. De controlepunten11 (Keijzer, 2000, [11]) bij de potgrondproductieplaats zijn een onderdeel in een certificatieschema, als hieraan wordt voldaan kan het RHP-keurmerk in licentie worden afgegeven. Men kan derhalve niet zomaar andere producten maken (mengen) of verpakken. Er zal goed overleg gevoerd moeten worden met de stichting RHP hoe een situatie valt te creëren om dit toch mogelijk te maken, bijvoorbeeld te denken aan strengere reinigingseisen.
11 Controlepunten bij de potgrondproductieplaats: •
Kwaliteit gebruikte grondstoffen;
•
Opslagsituatie;
•
Registratie van dosering;
•
Zuiverheid productieapparatuur;
•
Naspeurbaarheid geproduceerde partijen;
•
Eindproduct;
•
Achterhouden van contramonters.
38
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 5.6
Motivatie Keuze verder uit te werken alternatief
Als eerste zullen de belangrijkste voor- en nadelen van de alternatieven A, B en C op een rijtje worden gezet, alvorens deze alternatieven voor te leggen aan de opdrachtgevers. Voordelen alternatief A: • Er is een redelijk grote besparing mogelijk; • De toekomstige verschuiving van potgrond samenstelling van hoofdzakelijk zwartveen naar hoofdzakelijk witveen; • Er is een kortere logistieke keten, waardoor het aantal handelingen verminderd wordt; • Bij de distributie van het eindproduct is er een hogere beladingsgraad en meer kilometerbesparing mogelijk; • Het milieu wordt minder belast als gevolg van minder transportkilometers over de weg; • Er zijn binnen de VPN weinig bedrijven, die zich volledig richten op standaard potgrond. Nadelen alternatief A: • De acceptatie van de nieuwe standaard potgrond door de klanten (marktbewerkingsprobleem); • De samenwerking tussen de VPN-leden om gezamenlijk te produceren in de Baltische Staten; • Het KOOP-punt komt verder stroomopwaarts te liggen; • De onzekerheid ofwel de sterke gevoeligheid van de besparing voor wat betreft de overhead- en afschrijvingskosten; • Er zal een deel van de capaciteit vrijkomen, waarvoor men òf een nieuwe bestemming moet zoeken òf men kiest ervoor deze vrijgekomen capaciteit af te stoten; • Het risico van veenschaarste is groter en dus zal er extra voorraad aangehouden moeten worden om de leverbetrouwbaarheid te garanderen.
Voordelen alternatief B: • Aanzienlijk minder transportkilometers over de weg, doordat de aanvoer van de grondstoffen voor het grootste deel worden overgenomen door vervoer per schip. Dit heeft minder milieubelasting tot gevolg, door een gunstigere ligging van de nieuwe productieplaats; • KOOP-punt verschuift verder stroomafwaarts en men dichterbij de afzetmarkt komt te zitten, waardoor men in staat is sneller, flexibeler en betrouwbaarder te leveren. Tevens geeft dit een beter contact met de klant vanwege de kortere transportafstand. Dit alles draagt bij aan een verbetering van de service; • Vrachtwagenkosten per kilometer zullen in de toekomst sterker stijgen dan aanvoerkosten per schip als gevolg van de stijgende energieprijzen en grotere afzet; • Afzet van potgrond naar Zuid-Europa zal gezien de toenemende kennis ten aanzien van de tuinbouw in de komende jaren stijgen, waardoor de kostenbesparing zal toenemen. Nadelen alternatief B: • De grondstofaanvoerroute is nog geen vaste aanvoerroute, waardoor deze kosten in het begin vrij hoog zullen zijn; • De samenwerking tussen de VPN-leden om gezamenlijk te produceren in Frankrijk; • Een deel van de productiecapaciteit voor export zal in Nederland moeten worden afgestoten en verschoven worden naar Frankrijk; • Het alternatief is alleen aantrekkelijk voor de bedrijven binnen de VPN, die zich op de exportmarkt begeven.
39
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Voordelen alternatief C: • Er zijn optimalere productiemogelijkheden door schaalvergroting geeft goede besparing; • Bij de distributie van het eindproduct is er een hogere beladingsgraad en meer kilometerbesparing mogelijk; • Het milieu wordt minder belast als gevolg van minder transportkilometers over de weg; • Er ontstaat een kortere logistieke keten, waardoor het aantal handelingen wordt verminderd; • Het KOOP-punt ligt in sommige gevallen verder stroomafwaarts; • De gunstige ligging van de productieplaats ten aanzien van de toekomstige samenstelling van potgrond voor de aanvoer van grondstoffen. Nadelen alternatief C: • Animo onder de VPN-leden voor dit alternatief is laag • De samenwerking en afspraken tussen de VPN-leden om gezamenlijk te produceren in Nederland zal moeilijk zijn, omdat het elkaars concurrenten zijn; • Een negatieve reactie van de klant voor wat de gezamenlijke productie betreft; • De service zal verminderen, doordat de distributie wordt uitgevoerd door één transporteur.
Keuze van alternatief De keuze van de acceptabele alternatieven A, B en C is voorgelegd aan de opdrachtgevers. Alternatief B bleek na overleg het meest interessant om uit te werken. De volgende redenen zijn hiervoor gegeven: • Dit alternatief is in de praktijk het best realiseerbaar. De uitvoering kan immers samenwerking vereisen van een beperkt aantal potgrondproducenten, die bovendien nog geen of nauwelijks productiecapaciteit ter plaatse hebben; • Het alternatief is gericht op penetratie van een groeimarkt. De andere opties zouden samenwerking van (aanzienlijk) meer partijen vergen en zich bovendien richten op de stabiele Nederlandse markt. Om alternatief A en C tot een succes te maken, moet men marktaandeel veroveren ten koste van de bestaande aanbieders (tevens VPNleden). Dit is geen vrolijk vooruitzicht; • Optie B lijkt financiële het meest aantrekkelijk. Het voordeel van B is kleiner maar gekeken naar aannames en gevoeligheden valt op dat: a) De basisaannames ten aanzien van afzetvolume, distributieafstanden, aandeel Duits veen en transportprijzen zijn conservatief ingeschat; b) Dat de baten sterk zullen groeien bij te verwachten trendontwikkelingen (groei afzetmarkt, kleinere distributieafstanden, dalend aandeel Duits veen en stijgende transportkosten). Als je goed kijkt naar de aannames en gevoeligheden bij de opties A en C dan zie je dat ook hier weliswaar een leuke winst te boeken is, maar dat de rek er al snel uit is (in termen van verhogen beladingsgraad etc.). De alternatieven A en C zijn niet gekozen omdat deze alternatieven de volgende specifieke knelpunten bevatten: Bij alternatief A: Het is de vraag in hoeverre met de grondstoffen die in de Baltische Staten aanwezig zijn (met name witveen) een product kan worden geproduceerd waarvoor in Nederland een interessante markt bestaat. Voor de meeste potgrondproducten is er bovendien de trend van voortschrijdende diversificatie (meer productmixen) en kortere leadtimes, die het
40
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland noodzakelijk maken dichtbij de klant te produceren. In het geval dat er aanvullende gronden toeslagstoffen van elders zouden moeten worden aangevoerd, zou dit leiden tot een ernstige aantasting van de financiële en logistieke haalbaarheid van deze optie. Bij alternatief C: Het is zeer de vraag in hoeverre leden van de VPN bereid zouden zijn in deze vorm van samenwerking te investeren. In feite zie je al enkele jaren een concentratie rond drie grote partijen (Tref groep, Klassman en BvB) die deze optie binnen hun eigen bedrijvengroep via acquisities realiseren (en daarmee het kostenvoordeel van schaalgrootte cashen). Deze optie zal dus eigenlijk alleen openstaan voor de overige potgrondproducenten. Aangezien de meeste van deze producenten een min of meer regionale afzet hebben (straal < 100 km) lijken de logistieke voordelen van deze optie volgens de heer Aarts van SV&A (intuïtief bepaald) beperkt. Ondanks de redelijk grote besparing niet het meeste aantrekkelijke alternatief. Van het gekozen alternatief B zullen in hoofdstuk 6 de volgende punten aan de orde komen: • Voorbereidingen, aanpassingen en aandachtspunten voor de VPN alvorens een bedrijfsplan op te stellen; • Marketing georiënteerd bedrijfsplan van alternatief B voor de VPN als geheel.
41
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
Hoofdstuk 6 6.1
Alternatief B
Inleiding
Het gekozen alternatief B zal in dit hoofdstuk verder worden uitgewerkt middels een bedrijfsplan en tevens wordt een implementatieplan opgesteld.
6.2
Voorbereidingen en aandachtspunten VPN alvorens een bedrijfsplan op te stellen
Alvorens een bedrijfsplan voor alternatief B wordt opgesteld, dient er met de volgende punten rekening te worden gehouden: • Alle VPN-leden of tenminste die leden die potgrond produceren voor en exporteren naar de Zuideuropese markt, zullen achter het idee van alternatief B moeten staan met de bedoeling om het later wellicht in te voeren. Alleen als men samen als een eenheid handelt, door de krachten te bundelen, zal het alternatief kans van slagen hebben. De grootte van de totale stroom potgrond van de gehele groep speelt een belangrijke rol. • Er zal openheid van zaken moeten worden gegeven voor wat betreft gevoelige informatie, die nodig is voor het verder onderzoeken van dit alternatief. Dit zal niet gemakkelijk zijn, maar wel noodzakelijk voor het slagen van het verdere onderzoek. • Goede afspraken tussen de leden over het verdere onderzoek wie het gaat uitvoeren en wie per bedrijf optreedt als vertegenwoordiger.
6.3
Bedrijfsplan van alternatief B
6.3.1 Inleiding bedrijfsplan Ten eerste zal voor alternatief B een zo uitgebreid mogelijk bedrijfsplan opgezet moeten worden om als voorbereiding van het implementatieplan te dienen. Na het bedrijfsplan zal duidelijk zijn welke informatie er reeds aanwezig is en welke eventueel nog nodig is voor het opzetten van het implementatieplan. Tevens wordt in het bedrijfsplan zichtbaar wat de belangrijkste aandachtspunten zijn van het alternatief. In theorie wordt een bedrijfsplan als volgt omschreven: Een bedrijfsplan wordt beschouwd als een document dat als uitgangspunt dient bij het formuleren en concretiseren van operationele beslissingen waarmee de toekomst van de organisatie gecreëerd wordt (Waalewijn, 1995, [19]). Voor het opstellen van een bedrijfsplan van alternatief B zal zoveel mogelijk het marketinggeoriënteerde bedrijfsplan van het boek “Blauwdruk voor het opstellen van een bedrijfsplan” worden gevolgd (Waalewijn, 1995, [19]). De volgende aspecten worden daarin genoemd: ♦ Organisatie omschrijving • Imago en doelstellingen • Sterkten en zwakten, kansen en bedreigingen (SWOT-analyse) • De toekomst
42
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland ♦ De markt • Omgevingsinvloeden • Doelmarkt(en) • De afnemer- /prospectbeschrijving • De concurrentie ♦ Marketing Mix • Het product of de service • Prijsstrategie • Verkoop- en distributiestrategie • Promotiestrategie • Afnemersondersteuning ♦ De marketing- en verkooporganisatie • Doelstellingen • Organisationele factoren • Sleutelpersoneel • Operationele processen ♦ Sleutelissues voor het management ♦ Planning belangrijke gebeurtenissen ♦ Financiën Waar mogelijk zullen achtereenvolgens deze aspecten voor alternatief B beschreven worden. 6.3.2 Organisatieomschrijving 1. Imago en doelstellingen organisatie: Het imago van de organisatie dat ontstaat na invoering van alternatief B, zal goed moeten aansluiten op de doelstelling van de organisatie. De doelstelling kan als volgt omschreven worden: “het produceren en leveren vanuit ZuidFrankrijk van kwalitatief goede potgrond die voldoet aan alle RHP eisen, aan voornamelijk de professionele tuinbouwmarkt en in mindere mate de consumentenmarkt in Zuid-Europa. Deze huidige exportmarkt vanuit Nederland naar dit gebied is circa 400.000 m³ groot. In de nieuwe situatie is het doel deze productstroom in Frankrijk te produceren en vandaar te leveren naar de klant. Tevens dient de afzet vergroot te worden, het betreft hier een groeimarkt. Het imago van de nieuwe organisatie zou vertrouwen, degelijkheid, kwaliteit en service gerichtheid moeten uitstralen. Dit in het licht van de verschuiving van standaard potgrond naar steeds meer klantspecifieke soorten potgrond en kant-en-klaar substraat. 2. Sterkten en zwakten, kansen en bedreigingen van de nieuwe organisatie: De sterkten en zwakten geven aan waar de knelpunten in de nieuwe organisatie zitten en op welke punten ‘business as usual’ volstaat voor de voortgang (Waalwijn,1995, [19]). Sterkten • Hoogstaand niveau Nederlandse tuinbouw in combinatie met advisering van potgrond aan de klant; • Zeer goede technologische kennis op gebied van potgrondproductie; • Gezamenlijk hebben de VPN-leden een groot afzetvolume van potgrond in ZuidEuropa; • Zeer uitgebreid assortiment tot hun beschikking; • De investeringen zijn beter rendabel te maken dan in de huidige situatie (kortere afstand fabriek <-> klant; dit geeft minder transportkosten en meer flexibiliteit).
43
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Zwakten • De diverse VPN-leden zijn onderling concurrenten van elkaar; • De diverse VPN-leden zijn gehecht aan hun eigen product; • Personeel in Frankrijk is niet geschoold in het produceren van potgrond. De kansen en bedreigingen hebben betrekking op trends en toekomstige ontwikkelingen. Een kans is een voor het bedrijf gunstige situatie of mogelijkheid in de omgeving. Veelal zal een kans de vorm hebben van een mogelijkheid tot verbetering of versterking van de marktpositie. Een bedreiging is een ongunstige situatie in de omgeving, die de potentie heeft de haalbaarheid van de doelen van het bedrijf te verminderen (Waalwijn,1995, [19]). Kansen • Het alternatief is al mogelijk met een beperkt aantal VPN-leden, omdat bijna alle export gedaan wordt door een klein deel van de leden; • De toenemende kennis op tuinbouwgebied in Zuid-Europa heeft een positief effect op de afzet van potgrond aldaar; • Er zijn schaalvergrotingsvoordelen te behalen ten aanzien van de productiekosten door een groter gezamenlijk volume potgrond; • Lokaal voorhanden zijnde toeslagstoffen (bijvoorbeeld Franse boomschors); • De verandering van de samenstelling van potgrond (minder Duits zwartveen en meer witveen), waardoor kosten van dit alternatief aanzienlijk lager worden; • Er kunnen aanzienlijke kosten bespaard worden op transportkilometers over de weg en tegelijkertijd zal dit het milieu minder belasten; • Het KOOP-punt ligt verder stroomafwaarts. Omdat men in Frankrijk produceert zit men dichterbij de afzetmarkt en kan je snel, flexibel en efficiënt leveren, waardoor de service naar de klant toe vergroot kan worden; • Logistieke voordelen zijn te behalen als men in de haven produceert, hierdoor vervallen een aantal handelingen. Dit bespaart aanzienlijke kosten; • Toenemende eisen van klanten ten aanzien van de service. Bedreigingen • De VPN-leden ondervinden steeds meer concurrentie van de Duitse potgrondindustrie op de Zuideuropese markt; • Concurrentie van andere soorten substraten dan potgrond, bijvoorbeeld steenwol; • Men zal goed op één lijn moeten zitten met de diverse VPN-leden (bedrijven); • Beperking van het aantal voorhanden zijnde veengrondstoffen. 3. De toekomst: Voor de toekomst ziet dit alternatief er goed uit. De veranderende samenstelling, de toenemende afzet en de toenemende wegtransportkosten zullen de kosten van de huidige situatie doen toenemen en de besparingen van het alternatief in de komende jaren alleen maar vergroten. De Zuideuropese markt is een markt waar door de ontwikkeling van de tuinbouw, het veengebruik zal toenemen voor traditionele teelten, zoals opkweek van jonge planten, voor groenten en sierteelt, potplantenteelt en boomkwekerij. Het is de verwachting dat de tuinbouw zich in Zuid-Europa zal uitbreiden. De klimatologische omstandigheden in combinatie met de groeiende kennis op tuinbouwgebied (knowhow) zullen zeker leiden tot groei in deze regio.
44
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Als de afzet toe gaat nemen worden er meer transportkilometers gemaakt en zullen de transportkilometers over de weg derhalve toenemen. Het wordt daarom belangrijker om dichtbij de afzetmarkt te zitten. Daardoor kan snel, flexibel en betrouwbaar geleverd worden. De klant vraagt dit.
6.3.3 De markt 1. Omgevingsinvloeden: Onder de omgevingsinvloeden worden macrofactoren bedoelt die invloed uitoefenen op de organisatie. De externe omgevingsvariabelen die de markt beïnvloeden en hun weerslag hebben op de prestatie van de organisatie zijn de volgende: de overheid (wet- en regelgeving), socio-demografische, economische en technologische factoren. Het betreft hier dan het productieland Frankrijk. Franse overheid: Hiervan kan gezegd worden dat de wetgeving voor de klanten van potgrond (tuinbouw) over het algemeen minder streng zijn dan in Nederland. Er zal natuurlijk wel zoveel mogelijk worden gewerkt naar een gelijke wetgeving binnen de Europese Unie. Het is noodzakelijk om goed uit te zoeken wat de verschillen in wet- en regelgeving zijn van Frankrijk en Nederland. In dit onderzoek wordt dit niet uitgezocht, maar is wel van belang bij invoering van het alternatief. Socio-demografische factoren: Cultuur en gewoontes Frankrijk in 4 dimensies a) Machtsafstand12: In Frankrijk is sprake van relatief hoge machtsafstanden. De Franse manier van managen is meer hiërarchisch en strakker dan in Nederland. De baas wordt niet tegengesproken en er bestaat respect voor deze hiërarchie in beide richtingen. Als manager wordt verwacht dat je een bepaalde afstand houdt tot de werknemers. Er wordt dan ook niet verwacht dat je elkaars gelijken bent, heel vriendelijk bent of socialiseert buiten werktijd met je werknemers. b) Onzekerheidsvermijding13: Frankrijk vertoont een sterke vermijding van onzekerheid in combinatie met een grote machtsafstand. Men probeert de onzekere toekomst met wetten/regels te beheersen. Daarentegen hebben de Fransen een hekel aan regels en overeenkomsten die nergens op slaan. c) Individualisme14: Men is in Frankrijk sterk individualistisch. Men werkt erg individualistisch, is trots op zijn werk, werkt hard en is sterk gemotiveerd. Op school wordt teamwork niet bijzonder gestimuleerd.
12 Deze dimensie meet het verschil in macht tussen een leidinggevende en zijn ondergeschikte, gepercipieerd door de ondergeschikte. Het gaat om de mate van ongelijkheid tussen mensen die de bevolking van een land als normaal beschouwt (Jagersma, 2000,[9]). 13 Deze dimensie is een maatstaf voor de manier waarop men omgaat met onzekerheid en risico’s. Gedefinieerd als de mate waarin mensen de voorkeur geven aan duidelijk geschreven en ongeschreven gedragsregels (Jagersma, 2000,[9]). 14 Deze dimensie is het tegenovergestelde van collectivisme. Het zegt iets over de mate waarin mensen meer als individu dan als lid van een groep willen handelen (Jagersma, 2000,[9]).
45
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland d) Masculiniteit15: In Frankrijk is de masculiniteit sterk, men heeft een veel ambitie en verwacht niet gemotiveerd te moeten worden door de manager. Er bestaat ook een sterk gevoel voor solidariteit, ondanks hun individualistische instelling. Met de zojuist beschreven dimensies moet men zoveel mogelijk proberen rekening te houden. Met deze wetenschap hoeft het verschil in cultuur en gewoontes ook geen problemen te geven, men kan er goed op inspelen. Andere kenmerken van Fransen die belangrijk zijn in de omgang: • Men is vaak vrij pessimistisch en ziet obstakels eerder dan oplossingen; • Ten aanzien van communiceren geeft men de voorkeur aan geschreven woorden en face to face, in plaats van telefonische communicatie; • Men heeft een hekel aan grootspraak (opscheppen) over hoe goed iets of iemand wel niet is; • De Fransen zijn erg gehecht aan hun privé-leven en houden werk en privé strikt gescheiden; • Franse leidinggevende zijn moeilijk te bewegen tot een snelle beslissing dit heeft tijd en geduld nodig. Dit is ook het geval bij kennismakingen, dit kost tijd en geduld. Men wil echt weten wie je bent en wat je denkt. Economische factoren: Beloning: Het beloning voor arbeiders in Frankrijk ligt circa 10% lager dan in Nederland en voor het management circa 20% hoger dan in Nederland. In Frankrijk is de arbeidsproductiviteit in de industriesector nagenoeg gelijk aan die van Nederland (2% hoger in Frankrijk). Prijzen: Het prijspeil in Frankrijk ligt iets hoger dan in Nederland. Technologische factoren: De productie van de potgrond kan niet plaats vinden als het veen bevroren is en /of te nat is, omdat het mengproces dan niet goed werkt. In Zuid-Frankrijk is hierop minder kans, omdat de weersomstandigheden daar beter zijn dan in Nederland. Andere technologische factoren zullen niet erg verschillen van die in Nederland.
2. Doelmarkt(en): Met de doelmarkten worden de diverse tuinbouwgebieden in Zuid-Europa bedoeld. Belangrijkste tuinbouwgebieden in Zuid-Europa: • Frankrijk: Zuid-Frankrijk; Bretagne; • Italië: Noord-Italië; San Remo; Sicilië; • Spanje: Regio rond Barcelona; Almeria (groenteteelt);
15 Deze dimensie geeft inzicht in de mate van mannelijkheid en vrouwelijkheid in een maatschappij en een organisatie. De dimensie zegt iets over waarden als assertiviteit, prestatiedrang, succes en concurrentie (masculiniteit) tegenover kwaliteit van het leven, zorg voor de zwakken, dienstbaarheid en solidariteit (feminiteit) (Jagersma, 2000,[9]).
46
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
In de geografische kaart hieronder zijn de verschillende gebieden aangegeven.
Bretagne
Noord-Italië Zuid-Frankrijk SanRemo
Regio Barcelona
Almeria
Figuur 6.1
Sicilië
Belangrijkste tuinbouwgebieden voor afzet potgrond Zuid-Europa
3. De afnemer- /prospectbeschrijving: Hierin zullen zo goed mogelijk de kenmerken en wensen van de afnemers (klanten) worden geformuleerd. De potgrond op de Zuideuropese markt wordt hoofdzakelijk afgenomen door de professionele afnemers en een klein deel door consumenten afnemers. De professionele markt betreft opkweek van jonge planten voor groenten en sierteelt, potplantenteelt en boomkwekerij.
47
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 4. De concurrentie: Concurrentie wordt ondervonden van organisaties die zich met een vergelijkbaar product of dienst op dezelfde markt begeven. De concurrenten die actief zijn in de diverse landen op Zuideuropese markt zijn in de onderstaande tabel weergeven, in volgorde van de geschatte grootte qua afzet (marktaandeel). Land: Zuid-Frankrijk: 1. Klasmann-Deilmann (VPN-lid) (D) 2. Agrofino (locale productie in Arles) (F) 3. Tref (VPN-lid) (NL) 4. Floragard (D) 5. Peltracom (B) 6. BvB/Vriezenveen (VPN-lid) (NL) 7. Stender (D) 8. Hawita (D)
Producenten:
Locale producenten:
Florentaise (F) Du Mona (F) Humuland (F) Scotts (Vs) Etc.
Italië: 1. Klasmann-Deilmann (VPN-lid) (D) 2. Floragard (D) 3. Brill (D) 4. BvB/Vriezenveen (VPN-lid) (NL) 5. Hawita (D) 6. Tref (VPN-lid) (NL) 7. Stender (D) 8. Pindstrup (Dk) 9. Vapo/Kekkilä (Fi) 10. Biolan (Fi) 11. Scotts (Vs) 12. Gramoflor (D) groeiend aantal locale producenten
Spanje: 1. Pindstrup (locale productie) (Dk) 2. Floragard (D) 3. Klasmann-Deilmann (VPN-lid) (D) 4. Tref (VPN-lid) (NL) 5. Gramoflor (D) 6. Hawita (D) 7. BvB/Vriezenveen (VPN-lid) (NL) 8. Stender (D)
Projar (Sp) Prodeasa (Sp) Cantabra `de Turbas (Sp) Etc.
Herkomstland van producent: D = Duitsland Dk = Denemarken F = Frankrijk Fi = Finland NL = Nederland Sp = Spanje Vs = Verenigde Staten
Tabel 6.1
Concurrenten Zuideuropese markt
Bijna alle bovengenoemde bedrijven richten zich op alle markten in de diverse gebieden. Klasmann-Deilmann, Tref, Brill, Floragard en BvB zijn met name de bedrijven die nog actief zijn in de vechtmarkt van de perspottengrond (groenteopkweek). De overige bedrijven leggen zich met name toe op meer witveen gebaseerde mengsels voor perkplanten, bloemisterij, zaai-/traysubstraat en in mindere mate boomkwekerij. De spelers op de perspottenmarkt zijn overigens ook actief in deze segmenten. Boomkwekerij wordt vooral bediend door locale producenten doordat toeslagstoffen zoals bijvoorbeeld schors lokaal voorhanden zijn. Ditzelfde geldt ook voor hobbypotgronden die bestemd zijn voor consumenten (hobbyisten). In tabel 2.9 is duidelijk te zien dat de meeste concurrentie komt uit Duitsland, deze producenten zijn sterk vertegenwoordigd op de Zuideuropese markt. Een grote Duitse concurrent die niet bij de VPN is aangesloten, is Floragard. Deze producent exporteert vanuit Duitsland naar alle drie de Zuideuropese landen en heeft in deze landen een groot marktaandeel. Het product potgrond ondervindt ook concurrentie van andere soorten substraten dan veensubstraten. De potgrond voor groenteteelt ondervindt bedreiging/concurrentie van: • Steenwol; in de groenteteelt is steenwol een begrip en eigenlijk niet langer een bedreiging. Het kan overigens wel nog een bedreiging vormen in bijvoorbeeld Turkije als vanuit vollegrond wordt overgeschakeld op dit substraat; • Perlite; dit substraat kan een beperkt deel overnemen van diverse teelten; • Cocos; dit substraat kan een beperkt deel overnemen van diverse teelten. De potgrond voor potplanten ondervindt alleen bedreiging/concurrentie van cocos.
48
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 6.3.4 Marketing Mix 1. Het product of de service: Het productassortiment dat de potgrondfabrikanten nu leveren vanuit Nederland is zeer uitgebreid, bijna alle potgrondfabrikanten leveren in principe alle soorten potgronden die de klant vraagt. Dit geldt ook voor de producten die in Frankrijk geproduceerd worden, omdat de technologische kennis op tuinbouw gebied in Zuid-Europa toeneemt en de klanten hogere eisen stellen aan de potgrond. De potgrond wordt steeds beter afgestemd op een bepaalde teelt. Daarmee komt men tegelijkertijd tegemoet aan de vraag naar betere service vanuit de klanten. De service wordt ook beter, omdat er sneller en flexibeler geleverd kan worden door de kleinere distributieafstand. De kwaliteit van de potgrond op de Zuideuropese markt naar Nederlandse normen wordt momenteel nog als minder belangrijk gezien. Het is in eerste instantie mogelijk om met de huidige diverse merken van de verschillende potgrondfabrikanten te werken. Daarnaast zal men één nieuw breed assortiment moeten opzetten. Dit wordt uiteindelijk het grootste deel van de afzet. De klanten moeten overtuigd worden, dat het nieuwe assortiment even goed is of beter dan het product dat ze nu gebruiken. Als men minder verschillende merken produceert spaart dit productiekosten. 2. Prijsstrategie: Er wordt gebruik gemaakt van speciale prijzen en handelskortingen. Zeker in de markt voor perspottengrond is de prijsdruk enorm. Daarnaast wordt door veel concurrenten substraat geleverd, wat niet onder (RHP) keurmerk wordt geleverd. Daardoor zijn ze in staat goedkopere grondstoffen van niet gecontroleerde bronnen te verwerken. De prijsverschillen die hierdoor ontstaan zijn vaak moeilijk aan de kwekers uit te leggen, maar met de toekomstige toenemende kennis op tuinbouwgebied zal een goed keurmerk belangrijk zijn. De gevoeligheid van de prijs van potgrond op de gehele Zuideuropese markt is sterk. Tevens dient men in deze markt bereid te zijn een langere betalingstermijn te accepteren. Het screenen van de potentiële afnemers op betalingsgedrag en kredietwaardigheid is momenteel zeer belangrijk. Dit komt met name omdat men in de huidige situatie ver van de klant af zit en men weinig kan ondernemen tegen wanbetalers in het buitenland. Omdat men er niet gevestigd is, is het moeilijk veel invloed uitoefenen op deze klanten.
3. Verkoop- en distributiestrategie: Verkoop via persoonlijk contact door een vertegenwoordiger heeft de voorkeur. Goed contact met de klant is erg belangrijk in verband met het geven van advies en voorlichting over het product. Dit draagt tevens bij aan een verhoging van de service en klantenbinding Een tevreden klant stapt in deze branche niet snel over op producten van concurrenten. De productielocatie is belangrijk voor de distributie, hierdoor wordt de distributie afstand bepaald. De productieplaats wordt bepaald door: • Ligt in een plaats met een zeehaven in Zuid-Frankrijk; • Heeft de kortste distributieafstand naar grootste afzetgebied in Zuid-Frankrijk; • Kosten van plaats/grond in de haven; • Faciliteiten in de haven ten aanzien van losmogelijkheden; je moet dan denken aan de diepte voor het lossen van grote zeeschepen, loscapaciteit en reparatie mogelijkheden voor de loskranen en dergelijke. De distributie kan het beste in eigen beheer gehouden worden, omdat men dan met de juiste vervoermiddelen (bijvoorbeeld Walking-floor voor bulk potgrond) de klant kan leveren en beter contact met de klant kan onderhouden. Het nadeel is wel dat de VPN-leden minder goed bekend zijn met de Zuideuropese transportbranche vergeleken met een lokale transporteur.
49
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 4. Promotiestrategie: De promotie van de producten zal intensiever moeten worden en ook nauwkeuriger, dan tot op heden het geval is. Zeker omdat het hier een groeimarkt betreft. Als men één nieuw breed assortiment voert hoeft men alleen hiervoor promotie te maken en niet meer zoals in de huidige situatie voor alle producten van diverse potgrondfabrikanten afzonderlijk. Veel promotie kan gemaakt worden door de vertegenwoordigers.
6.3.5 De marketing- en verkooporganisatie 1. Doelstellingen • Vergroting van het marktaandeel in Zuid-Europa; • Verbetering van de service naar de klant; • Scherp gezamenlijk inkopen van grondstoffen door groot volume; • Komen tot één uitgebreid assortiment van de VPN-leden gezamenlijk; • Produceren van potgrond op “Nederlandse leest”, maar met aandacht naar de vraag op de Zuideuropese markt. 2. Organisationele factoren Wat voor een soort organisatie wordt het nieuwe bedrijf en op welke manier moet de organisatie geleid worden (organisatiestructuur). De samenwerking tussen de VPN-leden is van essentieel belang en tegelijk kan het een knelpunt vormen. Het is erg belangrijk dat de juiste bedrijfsvorm gekozen wordt. Een Joint venture16 zou een optie zijn, de samenwerking zou dan plaats kunnen vinden in een gemeenschappelijke dochteronderneming, met gedeeld aandeelhouderschap. In de gezamenlijke onderneming kan know-how of kunnen financiële middelen worden in gebracht, zodat ongelijksoortige partners kunnen worden verenigd en een grote mate van risicospreiding voor de afzondelijke bedrijven tot stand kan worden gebracht (Keuning, 1993, [12]). 3. Sleutelpersoneel Het is belangrijk om na te gaan wat de personeelsaantallen zullen worden, gesplitst naar diverse afdelingen, opleidingsniveau en leeftijd. 4. Operationele processen Het productieproces zal moeten worden aangepast aan de vraag die er op de Zuideuropese markt is. Er zal gekeken moeten worden welke productie- of mengmethode het beste aansluit bij de soort en kwaliteit van de benodigde potgrond en de snelheid waarmee geproduceerd kan worden.
16 Joint venture is een vorm van gedeeltelijke samenwerking tussen een aantal zelfstandig blijvende bedrijven. De samenwerking tussen de partners vindt dan plaats in een gemeenschappelijke dochteronderneming (Keuning, 1993, [12]).
50
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 6.3.6 Sleutelissues voor het management Verkooptechnisch zal het maken van afspraken tussen de diverse VPN-leden gecompliceerd liggen, omdat er conflicterende belangen zullen bestaan. Het maken van afspraken over verkoopprijzen en verkoopstructuren zal derhalve moeilijk zijn. Het is dus erg belangrijk om te komen tot één gezamenlijk belang en goede, duidelijke afspraken ten aanzien van de verkoopstructuur. Het management van de nieuwe organisatie dient de volgende kwaliteiten te bezitten: • Organisatorisch en leidinggevend vermogen; dit is voor elk bedrijf van belang, dus ook hier; • Conflicthantering; dit is erg belangrijk omdat er in het begin bij de productie van veel verschillende merken zullen worden gemaakt van de diverse VPN-leden wat tot conflicten kan leiden; • Communicatieve vaardigheden zijn erg belangrijk, men werkt veelal met Franse werknemers en het is derhalve van belang de in paragraaf 6.3.3 genoemde Franse cultuur, gewoontes te kennen en uiteraard de taal te beheersen; • Sturend optreden is belangrijk omdat zeker in bij de start van het bedrijf veel zal moeten worden bijgestuurd om de verschillende producties van de diverse producenten op elkaar af te stemmen. Ook zullen er veel onverwachte problemen opdoemen, die niet voorzien zijn; • Beschikbaarheid van en omgang met informatie. Dit is belangrijk om snel en adequaat te reageren op nieuwe ontwikkelingen.
6.3.7 Financiën Voor het opzetten van een productievestiging in Zuid-Frankrijk is aan de hand van een schatting van de investering en een schatting van de cash flows17 per jaar een terugverdientijd18 berekend (berekening tabel 6.2, bijlage 27). Van de nettowinst plus de afschrijvingen wordt per jaar de contante waarde berekend en daarna verrekend met de investering. Op die manier is te zien hoelang het duurt voordat de investering is terug verdient. Bij de schattingen van de nettowinst is uitgegaan dat deze elk jaar stijgen als gevolg van de stijgende afzet, kilometerbesparingen en veranderende samenstelling potgrond. De terugverdientijd zou iets meer dan 11 jaar zijn. Dit is vrij lang maar het betreft hier een investeringsbeslissing op strategisch niveau.
6.4
Implementatieplan
6.4.1 Inleiding In deze paragraaf zal worden beschreven wat er daadwerkelijk moet gebeuren om het alternatief in praktijk te brengen. Tevens zal een globaal tijdsbestek worden gegeven waarbinnen de uitwerking van het alternatief plaats zou kunnen plaatsvinden. Tot slot zal worden geschetst wat de haalbaarheid van dit alternatief is en wat het invoeren van het alternatief aan voordelen oplevert.
17 Cash flow wordt in het algemeen omschreven als de nettowinst plus de afschrijving op duurzame productiemidden (Beek, 1993, [1]). 18 Terugverdientijd is de tijdsduur die nodig is om het investeringsbedrag terug te ontvangen uit de cashflowes (Beek, 1993, [1]).
51
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 6.4.2 Uit te voeren handelingen voor implementatie Achtereenvolgens moeten de volgende handelingen worden uitgevoerd om het gekozen alternatief in praktijk te brengen:
+/- 1½ jaar
+/- 1 jaar
1 jaar tot 3 jaar
1. Ten eerste zal er een werkgroep moeten worden opgericht bestaande uit één of twee vertegenwoordigers per geïnteresseerd VPN-lid. Er dient nagestreefd te worden dat veel leden meedoen om zo de afzetstroom zo groot mogelijk te maken. De taken van deze werkgroep zijn als volgt: • Ten eerste dienen er vooraf goede afspraken gemaakt te worden over de taakverdeling van de vertegenwoordigers binnen de werkgroep; • Het verzamelen van alle data en kennis over export van de deelnemende leden en hun concurrenten, hiermee kan een uitgebreider bedrijfsplan worden opgesteld waarin de punten in paragraaf 6.2 aan de orde komen. Belangrijke zaken in het bedrijfsplan zijn: Er zullen afspraken moeten worden gemaakt over de inrichting van de structuur van de nieuwe organisatie en hoe het bestuurd gaat worden; Het bepalen van de optimale productieplaats in ZuidFrankrijk, rekening houdend met vooraf gestelde eisen; Het maken van voorspellingen ten aanzien van de toekomstige afzet; Nagaan wat de wet- en regelgeving, cultuur en gewoontes zijn in productieland Frankrijk. 2. De definitieve beslissing nemen wie wel en wie niet meedoet, men kan hierna niet meer terug. De werkgroep zal verder gaan met de volgende zaken: • Eisen opstellen ten aanzien van de te ontwerpen productieplaats; • Laten ontwerpen van productieplaats; • Uitzoeken welke aannemer de bouw van de productieplaats het beste kan gaan uitvoeren en welke benodigdheden zoals productiemachines, loskranen en dergelijke tijdig besteld dienen te worden; • Opdracht geven tot de bouw en het bestellen benodigdheden; • Starten met werven van personeel; • Onderzoek starten hoe het vervoer in te vullen: zelf, uitbesteden of een mix. Informeren en contact leggen met locale transporteurs; • Contact leggen en mogelijk afspraken maken met toeleveranciers over aanvoer grondstoffen; 3. In gebruik nemen van productieplaats. Het bestuur of de leiding van het bedrijf zal het volgende moeten doen: • Reclame maken over de goede producten en tevens klanten informeren dat men snel en flexibel kan gaan leveren omdat men in Zuid-Europa produceert; • Opleiden van personeel, ten aanzien van eisen en voorschriften voor produceren van potgrond en tevens voor de kennis op tuinbouw gebied (voor vertegenwoordigers/adviseurs van klanten); • Produceren en leveren producten; • Aanpakken van problemen die in de aanloopfase ontstaan en verder optimaliseren van de productie; • Opzetten van uitgebreid kwaliteitsassortiment en tevens overschakelen van de diverse individuele merken naar een nieuw assortiment en gezamenlijk verkoop.
52
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 6.5
Haalbaarheid
Dit alternatief is alleen haalbaar als de VPN-leden het gezamenlijk belang voorop blijven stellen. Geen van de VPN-leden heeft een volledig ingerichte productieplaats op de Zuideuropese markt. Er kan dus wat dat betreft best één gezamenlijk productieplaats gebouwd worden, met later een gezamenlijke verkoop van één assortiment. Men dient wel vooraf open tegen elkaar te zijn en gezamenlijk als groep op te treden, men moet als concurrenten het gezamenlijk belang goed in het oog blijven houden. Met het realiseren van het beschreven alternatief kan er voor de toekomst efficiënter transport en productie plaatsvinden, wat noodzakelijke is gezien de ontwikkelingen zoals toenemende kosten wegtransport en veranderende samenstelling (grondstofschaarste). Tevens zal met de invoering van dit alternatief een kilometerbesparing van het wegtransport circa 9 miljoen km opleveren, wat de milieubelasting aanzienlijk vermindert. Gezien de verwachte toenemende afzet in Zuid-Europa zal de besparing alleen maar groter worden.
53
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
Hoofdstuk 7 7.1
Conclusies en aanbevelingen
Inleiding
In het laatste hoofdstuk van dit verslag zal de conclusie van het gekozen alternatief B worden beschreven. Tevens zal er een “overall” conclusie worden gegeven. Tot slot zullen er enkele aanbevelingen worden gedaan aan de VPN naar aanleiding van de genoemde alternatieven die buiten dit onderzoek vallen.
7.2
Conclusies
De aanleiding van het project was het feit dat de transportkosten in de potgrondketen bepalend zijn voor de uiteindelijk prijs van potgrond. Verbeteringen binnen de logistieke keten om de kosten tot een minimum te beperken zijn gevonden door het verschuiven van de hoofdactiviteit productieplaats en door een meer optimaal transport. Nadat een aantal mogelijke alternatieve oplossingen/situaties zijn bekeken in hoofdstuk 4, hieruit is naar voren gekomen dat van de acceptabele alternatieven A, B en C, alternatief B de meeste voordelen lijkt te hebben en het meeste aanspreekt. Binnen het milieuzorgproject zal dit rapport dan ook een aanvulling zijn voor de verbeteringen in de logistiek potgrondketen. Dat alternatief B het meest beste alternatief is, komt naar voren naar aanleiding van de keuzecriteria, gevoeligheid en in het overleg met de opdrachtgevers. De verplaatsing van de productieplaats binnen de logistieke keten van potgrond voor de Zuideuropese markt naar Zuid-Frankrijk, zorgt ervoor dat de kosten van deze stroom potgrond duidelijk verminderen. Dit komt doordat een aantal handelingen vervallen als gevolg van het feit dat de grondstoffenaanvoer naar de productielocatie direct wordt gedaan. Men zit hierdoor ook dichterbij de afzetmarkt zit, waardoor een groot aantal vrachtwagenkilometers gedeeltelijk vervangen wordt door goedkoper zeetransport. Omdat men in de nieuwe situatie dichterbij de klant zit en kan er flexibeler en efficiënter worden geleverd. De leverbetrouwbaarheid en de service naar de klant toe wordt hierdoor vergroot. Bij alternatief B is een aantrekkelijke besparing te behalen door een kilometerbesparing van circa 9 miljoen. Hiervan kan gezegd worden dat de eerder genoemde besparingen voor de toekomst erg gunstig zijn. De verwachte toename van veengebruik in Zuid-Europa heeft een aanzienlijke stijging van de kostenbesparing en kilometer besparing tot gevolg. De distributieafstand tussen de nieuwe productieplaats in Zuid-Europa en de klant kan de kostenbesparing zeer negatief beïnvloeden en daarom zal de ligging van de productielocatie ten opzichte van de klant een belangrijke rol spelen. Vanuit milieuoogpunt is dit alternatief aantrekkelijk omdat de aanzienlijke kilometerbesparing (9 mln.) een vermindering van de milieubelasting tot gevolg heeft. Zeker met de gedachte in het achterhoofd dat het aantal ritten/vrachten in de toekomst zal toenemen, doordat de afzet naar Zuid-Europa toeneemt en de kosten van vrachtwagenkilometers toeneemt als gevolg van stijgende energieprijzen.
54
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Alternatief B is aantrekkelijk door de toekomstige ontwikkelingen binnen de potgrondbranche, namelijk: groeiende afzetmarkt, veranderende samenstelling potgrond, toenemende energieprijzen (vervoerskosten over de weg) en toenemende kennis op tuinbouwgebied Zuid-Europa (met toenemende klanteisen als gevolg). Bijkomend voordeel is, dat dit alternatief voor een beperkt aantal VPN-leden al aantrekkelijk zou kunnen zijn, omdat de Zuideuropese markt vanuit Nederland wordt gedomineerd door een beperkt aantal VPN-leden. Deze leden hebben allen nog geen productieplaats in ZuidEuropa wat een dergelijk stap wellicht vergemakkelijkt. Ten aanzien van het opgestelde “Bedrijfsplan” van alternatief B kan gezegd worden dat er openheid van zaken moeten worden gegeven voor wat betreft gevoelige informatie, die nodig is voor het verder onderzoeken van dit alternatief. Tevens zullen er goede afspraken tussen de leden moeten worden gemaakt, voor het verdere onderzoek wie wat gaat doen en hoe de uiteindelijke structuur van de organisatie eruit zal komen te zien. Een gezamenlijke productie en verkoop van één assortiment zal uiteindelijk de meeste voordelen opleveren. Het is ook belangrijk om een goed inzicht te krijgen ten aanzien van afnemers en concurrentie in de markt. Dan pas kan er goed ingespeeld worden op de kansen die aanwezig zijn op de Zuideuropese markt. Er zal circa 2½ jaar nodig zijn voordat de productie gestart kan worden en in totaal circa 5 jaar voor het alternatief volledig produceert. Met het realiseren van het beschreven alternatief kan er voor de toekomst efficiënter transport en productie plaatsvinden, waardoor een kostenbesparing en milieubelasting vermindering optreedt die in de toekomst toeneemt. Van alternatief A kan gezegd worden dat dit wel verbeteringen geeft, maar dat deze verbeteringen erg onzeker zijn doordat het een geheel nieuw product betreft. Ten aanzien van alternatief C kan worden opgemerkt dat dit alternatief op papier en financieel aantrekkelijk is, maar dat dit in praktijk zeer moeilijk tot niet haalbaar is. “Overall” conclusie Door dit onderzoek is duidelijk geworden dat de positie van de productieplaats van potgrond binnen de potgrondketen van essentieel belang is voor een optimale logistieke structuur. Om de kosten binnen de keten zoveel mogelijk te beperken is men genoodzaakt om de productieplaats met een overslagpunt in een zeehaven te hebben en tegelijkertijd dichtbij de afzetmarkt te zitten. Omdat je in de haven produceert vallen een aantal handelingen weg, ze worden nu maar één keer uitgevoerd en niet twee keer zoals in de oude situatie. Doordat de afstand van productieplaats tot afzetmarkt zo klein mogelijk wordt gehouden, kunnen voordelen worden behaald ten aanzien van de kilometerbeperking in distributieafstand, de leverbetrouwbaarheid groter en tevens kan men een betere service bieden aan de klant, omdat er sneller en flexibeler geleverd kan worden. Het laatst genoemde punt speelt goed in op de steeds hoger wordende eisen van de klant. Een tweede belangrijk punt dat in dit onderzoek naar voren komt, is het creëren van grotere volumestromen potgrond. De voordelen van schaalvergroting zijn kostenbesparend. Dit kan alleen als de VPN-leden samenwerken, of zoals je nu steeds meer ziet gebeuren, door overnames of samenvoegingen van bedrijven. Door de toekomstige ontwikkelingen van de veenschaarste in Duitsland, waardoor een nieuwe samenstelling ontstaat en door de verschuiving van veengebruik naar Zuid-Europa, wordt de potgrond duurder door hogere transportkosten. Dit dwingt de potgrond fabrikanten tot het zo efficiënt mogelijk inrichten van de logistieke stroom van grondstof tot klant. Het efficiënter inrichten van de logistieke stroom heeft een vermindering van de milieubelasting tot gevolg in vergelijking met de oude situatie, omdat er minder onnodige transportkilometers over de weg gemaakt worden, minder dubbele handelingen plaatsvinden en minder schadelijk transport wordt gebruikt (vervoer per zeeschip van grondstof naar Zuid-Europa).
55
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 7.3
Aanbevelingen
Er zal kort worden ingegaan op een aantal verbeteringen die mogelijk zijn buiten het kader van dit onderzoek. Kijk of het mogelijk is om als vereniging (VPN) zelf afzet gegevens van alle leden bij te houden. Dit zou dan zeer zorgvuldig moeten gebeuren zodat het betrouwbare gegevens oplevert. Het zou hier gaan om gegevens met betrekking tot aantal m³ per soort voor de diverse markten en dergelijke. Deze gegevens zijn belangrijk voor verder onderzoek naar nieuwe ontwikkelingen of bepaalde trends in de markt. Op bepaalde ontwikkelingen in nieuwe markten/afzetgebieden kan dan sneller gereageerd worden. Tevens is het van belang om meer onderzoek te doen naar de ontwikkelingen van de klanten in de Zuideuropese markt, ten aanzien van nieuwe tuinbouwgebieden, afzet in m³ potgrond etc. De klanten of afnemers van potgrond moeten enthousiast gemaakt worden voor potgrond met een samenstelling van meer witveen in plaats van zwartveen, gezien de toekomstige ontwikkelingen van de schaarste van Duits zwartveen (tuinturf). Het verder onderzoeken wat de mogelijkheden zijn van het primaire proces, het maken van de potgrond (mengen van de grondstoffen). Als precies duidelijk is welk mengproces het beste is voor welke soort, dan zou men misschien bij de klanten zelf kunnen mengen. Een vergelijking met de verfbranche is hier wellicht een goed voorbeeld. Er is een mengmachine in de verfwinkel die bijna alle soorten (kleuren) kan maken uit een aantal basis grondstoffen. Het KOOP-punt wordt dan nog verder stroomafwaarts geplaatst.
56
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
Literatuurlijst [1] Beek, A. van, Dam, C. van, Bel, F.P.D. van, (1993), Financieel Management; analyse, planning en beheer, Houten. [2] Boertje, G.A., Klapwijk, D., Maa, J. de, (1998), Kroniek van 50 jaar Potgrond, Naaldwijk. [3] Blox, J.T.H.M., Enden, C. van der, Hart, H.W.C. van der,(1993), Bedrijfseconomie, Economisch handelen in bedrijfskundig perspectief, Leiden. [4] Centraal Bureau voor de Statistiek, (2000), CBS de landbouwtellingen 2000, Doetinchem. [5] Goor, A.R. van, Ploos van Amstel, M.J., Ploos van Amstel, J., (1996), Fysieke distributie, denken in toegevoegde waarde, Utrecht. [6] Herel, G.L.H van, (1997), Economische besturing, Syllabus Tue,Eindhoven. [7] IMD international auteur(s)(2000) The World Competitiveness Yearbook 2000, Lausanne. [8] Iribarne, P. ‘d, (1998), Eer, contract en consensus, Amsterdam. [9] Jagersma, P.K., (2000), Internationaal Management, Houten. [10] Kempen, P.M., Keizer, J.A., (1995), Organisatie-Adviesprocessen, Syllabus Tue, Eindhoven. [11] Keijzer, R.A.W., Schie, W.L. van, Verhagen, J.B.G.M., Zevenhoven, M.A., (2000), Potgrond en Substraten Cursus, Naaldwijk. [12] Keuning, D., (1993), Bedrijfskunde, bedrijfsontwikkeling en –beslissingsgebieden, Houten. [13] KvK Kamerkrant, (September 2000), Artikel: Riverhopper wordt concurrent van de vrachtwagen. [14] Maanen, V. van, (1998), Production of horticultural peat in the Netherlands: A life cycle analysis, IVEM-doctoraalverslag, Groningen. [15] Ministerie van Verkeer en Waterstaat, (1999), Model shift in praktijk, Verslagen van een praktijkexperiment naar de mogelijkheden om een model shift te realiseren bij 100 verladende bedrijven, Nijmegen/Arnhem/Zoetermeer. [16] Nederland Distributieland, 08/06/01,Artikel: Binnenvaart schakel tussen producent en supermarkt [17] Ven, A.D.M. van de, (1996), Internationaal produceren, Utrecht. [18] Vries, C.J. de, (2000), Goederenvervoer over water, Achtergronden bij een bedrijfstak in beweging, Assen. [19] Waalewijn, Ph., (1995), Bedrijfsplanner, Blauwdruk voor het opstellen van een bedrijfsplan, Rotterdam.
57
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
Verklaring van de afkortingen CBS
= Centraal Bureau Statistiek
ECAS = Europese Certificatie-instelling voor de Agrarische Sector EVO
= Eigen Vervoerders Organisatie
FAS
= Free alongSide
FOB
= Free On Board
FOT
= Free On Truck
KOOP = Klant Order OntkoppelPunt NTS
= Nederlandse TuinbouwStudieclub
OP
= Ontkoppelpunt
PPM
= Potgrondfabrikanten & Productgerichte Milieuzorg
RHP
= Regeling Handels Potgronden
SV&A = Sasburg Visser en Aarts TMS
= Transactie Model Shift
V.IMP = Veenimporteur VPN
= Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
VW
= Vrachtwagen
58
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
Bijlagen
59
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 1
10-stappenplan
De opdracht heeft plaats gevonden middels een tiental stappen uit de syllabus Organisatie adviesprocessen (Kempen, 1995, [10]): 1. Externe oriëntatie Doel: Goede gesprekspartner zijn bij eerste gesprekken • Sector opdrachtgever, VPN • Ontwikkelingen van veen en substraten(potgrond)sector • Relatie sector ontwikkeling en opdracht • Positie verschillende VPN-leden Door middel van het raadplegen van de volgende informatiebronnen is de externe oriëntatie gedaan: • Algemene informatie over Milieuzorg projecten • Informatie over PPM-project, met name wat er tot nu toe reeds gedaan is. • Informatie over potgrond en substraten • Afstudeerverslag van energie levenscyclus van productie van potgrond • Kroniek van 50 jaar potgrond • Informatie over Model Shift in praktijk 2. Eerste gesprekken Doel: onderzoeken basis voor samenwerking Gesprekken met de heer Aarts (consultant SV&A) en de heer Swinkels (vertegenwoordiger milieuzaken VPN) begeleiders vanuit de VPN met betrekking tot probleem/afstudeeropdracht. 3. Oriënterende interviews Doelstellingen: 1. Bedrijven, personen en cultuur leren kennen 2. Vraagstelling verder kennen 3. Stand van probleemoplossing bepalen 4. Inzicht krijgen in afstudeeropdracht 5. Aandacht en acceptatie De volgende gespreken, lezingen en bedrijfsbezoeken zijn uitgevoerd: • Informele gesprekken met bedrijfsspecialisten, van waaruit de afstudeeropdracht wordt uitgevoerd. • Bezoeken van 5 bedrijven binnen de VPN en rondgeleid worden aldaar uitleg krijgen en mogelijkheid tot vragen stellen. Waarom? Om een beeld te krijgen van deze bedrijven in het algemeen, hoe men werkt op het gebied van de aanvoer van grondstoffen- en distributielogistiek en waar de problemen zitten binnen de sector volgens hen. Waarom deze bedrijven? Na de eerste externe analyse is gebleken dat deze bedrijven qua afzet van potgrond, zowel op de professionele als op de consumenten markt, actief zijn. De bezochten bedrijven zijn: - Bas van Buuren (onderdeel van “BVB groep”) - Bol Peat import + Trio Potgrond (Onderdeel van “Klasmann-Deilmann groep”) - Tref Moerdijk (onderdeel van “Tref groep”)
60
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
• • •
- EGO Moerdijk - Naturado Bijwonen van lezing/uitleg Transactie Model Shift (TMS). Gesprek met voorzitter van Stichting RHP. Maken van enquête en versturen onder alle leden van de VPN. Waarom? De VPN bestaat uit 25 bedrijven, waarvan er een klein aantal bezocht is. Het is niet zinvol deze 25 bedrijven te bezoeken aangezien er, onder andere bij de VPN, erg weinig informatie omtrent de niet bezochten bedrijven te verkrijgen is. Er zal geprobeerd/getracht worden om een beeld te krijgen van deze bedrijven in het algemeen, hoe men werkt op gebied van de aanvoer vangrondstoffen- en distributielogistiek en waar de problemen of knelpunten zitten binnen de sector volgens de VPN-leden middels deze enquête. De uitkomsten van de enquête kunnen gebruikt worden om bepaalde indelingen te maken binnen de VPN, om zo mogelijke toekomstige alternatieven modellen/situaties uit te werken voor de desbetreffende bedrijven. Tevens zijn een aantal feiten en cijfers die zijn voort gekomen uit de enquête gebruikt in het onderzoek.
4&5 Analyse/ terugkoppeling Doel: Opstellen terugkoppelingspresentatie na analyse huidige situatie De volgende onderdelen zijn uitgevoerd: • Uitwerken en analyseren op grond van verkregen gegevens stap 3; • Opstellen en houden van tussenpresentatie; • Verantwoording geven omtrentverkregen informatie en inzichten; • Eenheid van opvatting bevorderen rond adviesopdracht; • Projectvoorstel; • Werkafspraken maken. 6. Voorbereiding diepteonderzoek Onderzoeksaanpak • Huidige model/situatie aanvoer grondstoffen- en distributielogistiek qua tijd en kosten doorrekenen. • Voorstellen toekomstige alternatieven modellen/situaties opstellen en uitwerken. 7. Diepte-onderzoek • Verder uitwerken doorrekenen alternatieven modellen situaties 8. Oplossingsplan • Beste keuze maken uit alternatieven; • Gevolgen voor organisatie, na het maken van deze keuze(s); • Haalbaarheid en bottlenecks; • Voor- en nadelen veranderingen. 9. Invoering 10. Afronding
61
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 2
Samenstelling potgrond
Grondstof: Percentages per m³: 85% - 90% • Veentypen: 1. Veenmosveen 2. Turfstrooisel 3. Bontturf 4. Tuinturf 5. Bonkveen 6. Zwartveen • Toeslagstoffen: 10% - 15% 1. Natuurlijke mineralen • Zand • Klei • Leem • Puimsteen • Lava 2. Kunstmatige mineralen • Perliet • Vermiculiet • Gebakkenkleikorrels • Steenwolgranulaat 3. Organische afvalstoffen (kan van alles zijn, mits goed onderzocht is wat de werking is) • Boomschors • Rijstkaf • Houtmot • Houtvezel • Naaldengrond • Kokosafval • Koffie- en papier afval • Beender-, bloed- en ledermeel • Kunstmeststoffen: < 1% 1. Enkelvoudige of samengestelde meststoffen • Stalmest • Kalkammonsalpeter • Patentkali • Superfosfaat • Kalk • PG-Mix 2. Langzaam werkende meststoffen • Ledermeel • Minerale stikstof (Met zwavel omhulde ureum, magamp, nutriform, floranid) • Plantosan (samengestelde meststof) • Nutricote (samengestelde meststof) • Osmocote (samengestelde meststof) 3
Meststoffen voor spoorelementen • Chelaten (samengestelde meststof) • Gemalen silicaten (samengestelde meststof) • PG-Mix (samengestelde meststof) • Koolzure magnesiakalk (samengestelde meststof) + 100%
62
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 3
Diverse productiemethoden van potgrond
Er worden bij de productie van potgrond grofweg 4 verschillende methoden gebruikt: 1. Op de vloer mengen (“in batches”); door circa 30% van de VPN leden gebruikt; 2. Mengen met mixer op tijd, op basis van ervaring en inschatting (“in batches”); door circa 4% van de VPN leden gebruikt; 3. Mengen met mixer die mengt op basis van constante controle van de verhouding van veen en toevoegingen (“in batches”); door circa 8% van de VPN leden gebruikt; 4. Volledig computer gestuurde productielijn met een continue doorstroom van veen en toevoegingen (“continue stroom”); door circa 25% van de VPN leden gebruikt; Het percentage van 33% wat overblijft, zijn combinaties van de boven genoemde 4 methoden. Onder de leden van de VPN wordt de klassieke methode 1 (mengen op de vloer in batches), door de meeste VPN leden gebruikt. Wel is te zien dat methoden 3 & 4, de modernere en vooral kapitaalintensievere methoden, toch al een aanzienlijk deel van de leden vertegenwoordigen. Deze methoden worden vaak nog gebruikt in combinatie met methode 1. Het is niet geheel duidelijk welke methode het beste is, daarover zijn de meningen verdeeld. (Enquête gehouden onder leden VPN, 2001)
63
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 4
CBS de landbouwtellingen 2000
Ontwikkelingen tuinbouw Nederland In de tuinbouwsector is een duidelijke verschuiving waarneembaar. Met name bedrijven die nu in het westen zijn gevestigd, zoals in het Westland, Boskoop en Aalsmeer, verplaatsen zich onder invloed van de steeds schaarser wordende beschikbare grond (niet of nauwelijks uitbreidingsmogelijkheden) en de verkeersdrukte (files) richting het Oosten van Nederland. Gebieden waar een sterke toename in de tuinbouw is, zijn gebieden in het oosten van Brabant, noorden van Limburg en Oost-Drenthe. Ook is een toename te zien in kleinere gebieden als het noorden van Noord-Holland, Bommelerwaard en een gebied onder de Biesbosch. Een tweede ontwikkeling die met de eerste samenhangt, is dat er steeds meer grote tuinders komen (>5 hectare), maar dat het aantal tuinders neemt af. De samenhang zit hem in het feit dat er enerzijds bij grote tuinders voor de uitbreiding vaak geen plaats meer is en anderzijds deze tuinbouw grond veel te duur is in het westen. Voor tuinders worden arbeidskrachten duurder en zijn moeilijker te vinden, hierdoor is men genoodzaakt de productie volledig te automatiseren. Dit automatiseren is alleen aantrekkelijk (rendabel) bij grote bedrijven met veel hectaren. Als gevolg hiervan zijn er steeds meer grote tuinders en steeds minder kleine tuinders.
64
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
65
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 5
De grondstof, het substraat veen
Wereldproductie veen Van de gehele veenproductie in de wereld 105 miljoen m³, wordt 36%, 38 miljoen m³, gebruikt voor tuinbouwdoeleinden, de rest 64% voor energie doeleinden. Land Canada Duitsland Estland Engeland Finland Ierland Letland USA Zweden Rusland Litouwen Polen Wit Rusland Oekraïne Noorwegen Totaal Tabel 2.3
# (x 1000 m³ ) % van de totale wereldproductie 10.317 27 9.473 24 3.484 9 2.500 7 2.420 6 1.650 4 1.600 4 1.421 4 1.400 4 1.115 3 869 2 800 2 764 2 315 1 120 0 38.248 100 Wereldproductie van veen voor tuinbouwdoeleinden in 1999
Bron: Stichting RHP
Het veen dat in Canada gewonnen wordt, wordt eigenlijk alleen gebruikt voor de Canadese en Amerikaanse markt. Naast Canada neemt Duitsland nog steeds een prominente plaats in, in de wereld productie van veen voor tuinbouwdoeleinde met ruim 20%. Opvallend is het grote aandeel van Estland wat vooral de laatste jaren enorm heeft uitgebreid, op de voet gevolgd door Letland en Litouwen (Keijzer, 1995, [11]). Veentypen Voor veen zijn een 5-tal verschillende typen te onderscheiden 1. Veenmosveen; jong, weinig verteerd sphagnumveen. 2. Turfstrooisel; bovenste laag veenpakket, mengsel van veenmossen. 3. Bontturf; laag tussen witveen en zwartveen. 4. Tuinturf en bonkveen; doorgevroren zwartveen (tuinturf), bolsterveen dat in vroegere jaren is afgegraven en op de veenbodem is teruggezet (bonkveen) 5. Zwartveen; gewonnen uit de onderlaag van het veenprofiel en eigenlijk onvoldoende is door gevroren. De eerste 2 typen behoren tot het witte licht wegende veen, typen 4 en 5 tot het zwarte zwaarder wegende veen. Zie voor bijlage 6 voor bulkdichtheden verschillende soorten veen.
66
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland In de onderstaande afbeelding is een overzicht gegeven van de verschillende soorten veen, dikte en leeftijd.
Veenmosveen Witveen Turfstrooisel Turven
Variërend rond 0,75 m Tot 5.000 jaar
Bontturf
Overgangsveen Variërend rond 0,25 m
Tuinturf Tuinturfvezel Brandturf
Zwartveen
Variërend rond 1,50 m Tot 10.000 jaar
Onbruikbaar
Figuur 2.1
Dragveen Zand
Veentypen overzicht
Veenwinmethoden Er zijn voor het machinale winnen van veen 2 methoden, de horizontale winning en de verticale winning. De horizontale winning gebeurt door middel van loswoelen en frezen, er ontstaat veenmosveen en turfstrooisel. De kwaliteit wordt in de eerste plaats beïnvloed door het type machine wat gebruikt wordt, maar ook door de weersomstandigheden. Bij de verticale winning ontstaan turven en blokken door middel van het graven of steken van veen. De kwaliteit van deze methode is afhankelijk van een aantal factoren: • Goede ontwatering veenderij; • Type sphagnum; • Vochtgehalte veen; • Verteringsgraad veen; • Tijdstip van graven.
67
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Gebruik veen tuinbouwdoeleinden Europa In de onderstaande tabel is het gebruik van veen voor tuinbouwdoeleinden door de diverse Europese landen weergegeven (Keijzer, 1995, [11]). Land Totaal x 1000 m³ Duitsland 4200 Nederland 3400 Engeland 2500 Finland 1500 Zweden 1000 Italië 1000 België 800 Frankrijk 800 Denemarken 650 Ierland 500 Spanje 300 Totaal 16650 Tabel 2.3
% van totaal EU gebruik 25% 20% 15% 9% 6% 6% 5% 5% 4% 3% 2% 100%
Gebruik veen voor tuinbouwdoeleinden in 1999
Bron: Stichting RHP.
Uit tabel 2.3 blijkt dat Duitsland het meeste veen gebruikt, op de voet gevolgd Nederland en Engeland. Met name in Frankrijk is het veengebruik sterk toegenomen in de laatste 2 jaar en staat voor nu te laag in deze tabel (’99), omdat de gegevens enigszins verouderd zijn. Een deel van het gebruikte veen wordt geëxporteerd naar andere landen, onder andere naar Zuideuropese landen in de vorm van de grondstof of als (veen)substraat. Het gebruik van veen en substraten in Nederland In Nederland is het gebruik van venige substraten vooral van toepassing in de glastuinbouw en in de containerteelt in de boomkwekerij. Gezien de ontwikkelingen zal het areaal glastuinbouw in Nederland jaarlijks toenemen met enkele procenten. Dit geldt ook voor het areaal pot- en containerteelt. Dit betekent een geringe toename van het gebruik van substraten, waaronder veen. De ontwikkelingen in andere delen van Europa en met name Zuid-Europa is veel explosiever en de verwachting is dat het gebruik van substraten daar sterk zal blijven toenemen. De groei van het gebruik van veen zit vooral in de opkweek van planten, potplanten, pot- en containerteelt boomkwekerij en niet in de substraatteelt voor groenten en snijbloemen. In de onderstaande tabel wordt de import van veen in Nederland vanuit diverse landen weergegeven. Land Duitsland Baltische St. Ierland Zweden Rusland Finland Noorwegen Polen Totaal Tabel 2.4
Hoeveelheid (m³) 1.500.000 1.000.000 300.000 100.000 50.000 50.000 25.000 25.000 3.050.000 m³
Import in Nederland van veen met RHP keurmerk uit diverse landen, periode 1-7-1999 tot 17-2000
68
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
Tabel 2.5
Type veen Turven/blokken fracties (witveen) Freesturf Tuinturf
Hoeveelheid (m³) 600.000
Totaal witveen Totaal zwartveen Totaal
1.650.000 1.400.000 3.050.000 m³
1.050.000 1.400.000
Verdeling type veen met RHP keurmerk geïmporteerd in Nederland periode 1-7-1999 tot 1-7-2000
Bron: Stichting RHP.
Ten aanzien van verdeling van witveen en zwartveen kan worden genoemd dat het veen uit Duitsland voor 90%-100% bestaat uit zwartveen. Het veen uit de overige landen bestaat praktisch geheel uit witveen wat met name afkomstig is uit de Baltische Staten. Dit betekent dat de import in Nederland voor meer dan 50% bestaat uit witveen (zie tabel 2.5).
69
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 6
Bulkdichtheden van verschillende veensoorten
Dit zijn ruwe schattingen bulkdichtheid: Type veen Blokken/turven Witveenfracties Freesturf Witveenvezel Bonkveen Tuinturf Tuinturfvezel Tabel 2.6
Bulkdichtheid 250 - 350 kg/m³ 250 - 350 kg/m³ 200 - 375 kg/m³ 200 - 300 kg/m³ 400 - 500 kg/m³ 450 - 550 kg/m³ 300 - 400 kg/m³
Bulkdichtheden
De gewichten zijn afhankelijk van het vochtgehalte en het type veen. Witveen is hierbij een veelomvattende term; er zijn lichtere/zwaardere witveentypen. Dit geldt ook voor blokken/ turven en de term freesturf (Baltisch of bijvoorbeeld Iers). (Keijzer, 1995, [11]).
70
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 7
Verdeling van geïmporteerd veen (in m³) naar land van herkomst, type veen en soort transport
Bij de import van veen in Nederland zijn een aantal stromen in te delen, waarbij de volgende kenmerken van belang zijn: land van herkomst van het veen, vervoersmodaliteit, vervoersvorm veen en de verschillende typen veen (De heer Schipper, Nevema BV, 2001). Voor het vervoer van veen worden de volgende drie vervoersmodaliteiten: A. Zeeschepen: 1.300.000 m³ B. Binnenvaartschepen: 600.000 m³ C. Vrachtwagencombinaties gebruikt: 1.150.000 m³ + 3.050.000 m³ De landen van herkomst die van belang zijn naar grootte van import: 1. Duitsland: 1.500.000 m³ 2. Baltische Staten: 1.000.000 m³ 3. Ierland: 300.000 m³ 4. Zweden: 100.000 m³ 5. Finland: 50.000 m³ 6. Rusland: 50.000 m³ 7. Noorwegen: 25.000 m³ 8. Polen: 25.000 m³ 3.050.000 m³
+
Het laatste kenmerk dat van belang is, zijn de verschillende typen veen die bestaan uit: (samengevoegd tot 3 soorten qua m³) • • • • • •
Blokken en turven Witfreesveen Witveenvezel Bonkveen Tuinturf Tuinturfvezel
1.
600.000 m³
(witveen)
2.
1.050.000 m³
(witveen)
3.
1.400.000 m³
(zwartveen) +
3.050.000 m³
De vorm waarin het veen wordt vervoerd is beperkt tot twee hoofdvormen: 1. los in bak als bulk: 2.800.000 m³ 2. per container: 250.000 m³ + 3.050.000 m³
71
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland A1.1.1 Los in bak als bulk (0%) A1.1 Blokken en turven 100.000 m³ (3%) A1.1.2 Container 100.000 m³ (3%) A1 Baltische Staten 875.000 m³ (28%)
A1.2 Wit freesveen en witveen vezel 775.000 m³ (25%)
A1.3. Bonkveen en tuinturf en turfvezel (0%)
A1.2.1 Los in bak als bulk 775.000 m³ (25%) A1.2.2 Container (0%) A2.1.1 Los in bak als bulk (0%)
A2.1 Blokken en turven 150.000 m³ (5%) A2 Ierland 300.000 m³ (10%)
A2.2 Wit freesveen en witveen vezel 150.000 m³ (5%) A2.3 Bonkveen en tuinturf en turfvezel (0%)
A aanvoer per zeeschip 1.300.000 m³ (42%)
A2.1.2 Container 150.000 m³ (5%) A2.2.1 Los in bak als bulk 150.000 m³ (5%) A2.2.2 Container (0%)
A3.1 Blokken en turven (0%) A3.2.1 Los in bak als bulk 50.000 m³ (1,6%) A3 Finland 50.000 m³ (1,6%)
A3.2 Wit freesveen en witveen vezel 50.000 m³ (1,6%) A3.2.2 Container (0%) A3.3 Bonkveen en tuinturf en turfvezel (0%) A4.1 Blokken en turven (0%)
A4 Rusland 50.000 m³ (1,6%)
A4.2 Wit freesveen en witveen vezel 50.000 m³ (1,6%)
A4.2.2 Container (0%)
A4.3 Bonkveen en tuinturf en turfvezel (0%)
A5 Noorwegen 25.000 m³ (0,8%)
A4.2.1 Los in bak als bulk 50.000 m³ (1,6%)
A4.3.1 Los in bak als bulk (0%)
A5.1 Blokken en turven (0%)
A4.3.2 Container (0%)
A5.2 Wit freesveen en witveen vezel 25.000 m³ (0,8%)
A5.2.1 Los in bak als bulk 25.000 m³ (0,8%)
A5.3 Bonkveen en tuinturf en turfvezel (0%)
A5.2.2 Container (0%)
72
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
B1.1 Blokken en turven 100.000 m³ (3,5%)
B1.1.1 Los in bak als bulk 100.000 m³ (3,5%) B1.1.2 Container (0%)
B1 Duitsland 900.000 m³ (30%)
B1.2 Wit freesveen en witveen vezel B1.3 Bonkveen en tuinturf en turfvezel 800.000 m³ (26,5%)
B2 Baltische Staten 125.000 m³ (4%)
B1.3.2 Container (0%)
B2.1 Blokken en turven 125.000 m³ (4%)
B2.1.1 Los in bak als bulk 125.000 m³ (4%)
B2.2 Wit freesveen en witveen vezel (0%)
B2.1.2 Container (0%)
B2.3 Bonkveen en tuinturf en turfvezel (0%) B aanvoer per vrachtwagen 1.150.000 m³ (38%)
B1.3.1 Los in bak als bulk 800.000 m³ (26,5%)
B3.1 Blokken en turven 100.000 m³ (3%)
B3.1.1 Los in bak als bulk 100.000 m³ (3%) B3.1.2 Container (0%)
B3 Zweden 100.000 m³ (3%)
B3.2 Wit freesveen en witveen vezel (0%)
B3.3 Bonkveen en tuinturf en turfvezel (0%) B4.1 Blokken en turven 25.000 m³ (1%)
B4.1.1 Los in bak als bulk 25.000 m³ (1%) B4.1.2 Container (0%)
B4 Polen 25.000 m³ (1%)
B4.2 Wit freesveen en witveen vezel (0%)
B4.3 Bonkveen en tuinturf en turfvezel (0%)
C1.1 Blokken en turven (0%)
C aanvoer per binnenvaartschip 600.000 m³ (20%)
C1 Duitsland 600.000 m³ (20%)
C1.2 Wit freesveen en witveen vezel (0%)
C1.3 Bonkveen en tuinturf en turfvezel 600.000 m³ (20%)
C1.3.1 Los in bak als bulk 600.000 m³ (20%) C1.3.2 Container (0%)
73
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 8
Nadere toelichting handelingen potgrondketen
Veenwinning (1) Voordat er echt veen gewonnen wordt, zal eerst het stuk veengrond ontwaterd moeten worden. Door middel van het aanleggen van kanalen draineert men de grond. Dit proces duurt zo’n 2 tot 3 jaar. De verschillende weersomstandigheden, zoals veel neerslag, korte dagen en strenge winters, kunnen de winning of veenproductie bemoeilijken en schaarste aan de grondstoffen (veen) opleveren. Schaarste aan bepaalde soorten veen zal leiden tot stijging van de grondstofprijzen. Gemiddeld kan er ongeveer 4 maanden per jaar veen gewonnen worden, tussen 01-05’ en 01-10’ (begin mei tot begin oktober) in de landen als Baltische Staten en Zuid-Scandinavië. Als men noordelijker en meer naar het Oosten komt zal de productieduur korter worden en in Zuidelijkere landen zoals Ierland iets langer, men heeft hier minder last van vorst, maar wel van veel neerslag. De houdbaarheid of wel de maximale opslagduur van jonge witte veensoorten is gemiddeld 30 dagen in bulkpartijen van circa 5.000 m³ in een terminal. Door temperatuursstijgingen kan er broei optreden in het veen. Er ontstaat dan kwaliteitsverlies, omdat de fysische toestand van het veen negatief wordt beïnvloed. Verpakte veenbalen (big bales) zijn in tegenstelling tot bulkveen, veel langere houdbaar, ongeveer een halfjaar tot één jaar, mits er geen vocht kan toetreden. In bijlage 9 staat een iets uitgebreidere beschrijving van de houdbaarheid van veen en gegevens over broei. Dus nadat het veen gewonnen en verzamelt is op grote hopen, kan het niet onbeperkt opgeslagen worden. Wel kan door goed de temperatuur in te gaten te houden en het veen op tijd uit elkaar te halen de broei tegengegaan worden. Ook wordt veen op minder grote hopen of als losse laag op het land bewaard, zodat er minder kans is op broei. Daarna wordt het verzameld voor vervoer in grote partijen. Transport (2) (weg-, binnenvaart-, en zeetransport) Het transport van veen vindt op 3 manieren plaats: Aanvoer per vrachtwagen vanuit: • Duitsland • Zweden • Baltische Staten • Rusland Aanvoer per zeeschip vanuit: • Baltische Staten • Ierland • Noorwegen • Rusland • Finland Aanvoer per binnenvaartschip vanuit: • Duitsland Voor een gedetailleerdere verdeling van m³ naar land, type veen en soort vervoer zie bijlage 7. Tijdens het transport van het veen zijn er een aantal punten van belang. Zo stelt men strenge eisen aan het veen voor wat betreft het bevatten van onkruid, zaden of andere stoffen die er niet in thuis horen. Zo moet alle transport middelen ‘schoon’ zijn of vrij zijn van de genoemde stoffen, als er bijvoorbeeld graan in een zeeschip heeft gezeten zal deze eerst goed gereinigd moeten worden alvorens er veen in mag. Aan bedrijven die voldoen aan alle eisen van het certificatieschema kan het onafhankelijke RHP keurmerk in licentie worden uitgegeven. De eisen van het keurmerk hebben niet alleen betrekking op het product, maar
74
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland ook op het proces van winning, transport en de verwerking ervan. Het keurmerk wordt door een onafhankelijke certificerende instantie gecontroleerd. Potgrond met het RHP keurmerk bevat veen dat aan de genoemde eisen in het schema voldoet en wat voor een professionele kweker of tuinder erg belangrijk is in verband met het niet mislukken van zijn oogst. Ook kunnen de verschillende weersomstandigheden, zoals zachte winters (veel neerslag) of erg strenge winters (dichtgevroren zeeën), voor problemen zorgen tijdens het transport. Erg vochtige veengronden zorgen voor problemen op het veen gebied zelf, doordat machines en transportmiddelen wegzakken. Dichtgevroren wateren in de Baltische zee zorgen voor problemen bij de zeeschepen. IJsbrekers en schepen die in een hogere ijsklasse vallen (sterkere, beter schepen om door ijs te varen) kunnen dit probleem voor een deel oplossen, maar ze zorgen er wel voor dat de vervoerskosten duurder worden. Het volgende punt wat bij de aanvoer van veen bij wegtransport van belang is, zijn de verschillende bulkdichtheden van veen (zie bijlage 6) die erg kunnen verschillen. De bulkdichtheden zijn afhankelijk van het type veen en de vochtigheid. De witte veensoorten hebben een lagere bulkdichtheid dan donkere, zwarte veensoorten. Een hoog vochtigheidsgehalte van het veen als gevolg van veel neerslag, zorgt voor een hogere bulkdichtheid. Zo kan er bijvoorbeeld 120 m³ Zweeds witveen vervoerd worden per vrachtwagen, deze vrachtwagens zijn qua volume dan wel volledig benut en overschrijden door het lage gewicht van Zweeds veen de maximale beladingtonnage niet. Terwijl men bij transport per as van 60 m³ Duits zwartveen (hoge bulkdichtheid) al gauw aan het maximale beladingtonnage zit. Tijdens het transport “zak het veen in” dat wil zeggen dat de structuur minder luchtig wordt en meer samengepakt, dit komt met name voor bij zeetransport, maar ook in mindere mate bij weg- en binnenvaarttransport. Vaak probeert men bij zeetransport het veen aan te duwen met loaders om zo meer veen te kunnen vervoeren. Aanvoer van bulkgrondstoffen over water verdient zowel vanuit kosten- als milieu-oogpunt vaak de voorkeur. Overslag in herkomstland veen (3) Overslag van veen in land waar het veen gewonnen wordt, gebeurd in een zeehaven waar het veen door middel van schofels op een lopende band wordt geplaatst en vervolgens in het schip wordt geladen. Middels een loader wordt het veen aangedrukt in het schip. In sommige gevallen neemt men als deklading nog verpakte balen turf mee. Turfblokken uit Ierland zijn verpakt in zeecontainers die middels een kraan of speciale containerlader op het schip geplaatst worden. Overslag in Nederland (4) Als het zeeschip in Nederland in de haven aankomt wordt het gelost met een kraan op de wal en eventueel een loader in het schip. Dit lossen moet snel gebeuren om het schip niet te lang laten te wachten in verband met eventuele boeteclausules. Ook is het belangrijk dat de kraan een hoge bezettingsgraad heeft, omdat het een zeer dure investering betreft. De kraan lost het veen op een lopende band waarna het langs een grove zeef de terminal in komt. Na eventueel het zeven in verschillende fracties wordt het veen tijdelijk in de hal opgeslagen containers worden op de wal geplaatst en vervolgens op vrachtwagens geladen. Het meeste veen komt via deze terminals in Nederland aan bij de veenimporteurs, die al dan niet onderdeel zijn van een grote potgrondfabrikant. Productieplaats potgrond (5) Het grootste deel van de potgrondfabrikanten hebben hun productieplaats in het westen van Nederland liggen, waar ook de meeste professionele gebruikers (tuinders) van vroeger zich
75
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland bevinden, in het Westland en Boskoop. Of in het andere geval op de vroegere veenwinplaatsen in Nederland. In bijna alle gevallen wordt het veen vanuit de haven (hoofdzakelijk geïmporteerd witveen) of vanaf veenwinplaatsen in Duitsland per vrachtwagen naar de productieplaats vervoerd. Sommige bedrijven laten het veen rechtstreeks per coaster of binnenvaartschip (uit Duitsland) lossen op het bedrijf, dit kan omdat men gelegen is aan een zeehaven of een grote rivier/kanaal. Na het produceren (mengen van de grondstoffen) van de potgrond wordt het verpakt in zakken of als bulk product opgeslagen. Bulkopslag kan tijdelijk 1 tot 2 maanden in verband met eventuele broei, in zakken kan dit wel tot 18 maanden. Distributie (6) Bij de distributie van de potgrond speelt de productielocatie een belangrijke rol. De locatie bepaalt de optimale aanvoer- en distributieroutes en de positie ten opzichten van klant, het afzetgebied. Er is een belangrijk onderscheid tussen: • Regionale afzet (straal van 50 km rond bedrijf) • (inter-)nationale afzet (afstanden vanaf 100 km). Regionale afzet betreft meestal standaardproducten. Bij nationale distributie gaat het in de regel om speciale mengsels, verpakte producten en producten met een hogere toegevoegde waarde. De gemiddelde beladingsgraad binnen regionale afzet is circa 50%, met andere woorden vol beladen naar klant, leeg terug. Bij de distributie over korte afstanden (regionaal) worden de eventuele kosten- en/of milieuvoordelen voor gecombineerd vervoer tenietgedaan door de extra kilometers en benodigde handling. Fijn distributie vindt voor bulk potgrond plaats op basis van één soort bulk potgrond. Dus geen combinaties van verschillende soorten potgrond, voor meerdere klanten per vracht. Voor verpakte potgrond op pallets wordt waar mogelijk gecombineerd met verschillende klanten en eventueel verschillende soorten potgrond per vracht of vrachtwagen. (Inter)- Nationale afzet/distributie wordt in de regel uitbesteed aan transporteurs. De mate waarin die transporteur er in slaagt zijn belading te optimaliseren en vrachten te combineren is in hoge mate bepalend voor zijn kostenniveau en dus ook voor zijn concurrentiepositie. De markt dwingt zo continu tot het optimaliseren van de vervoersprestatie; veel leveringen vinden plaats op afroep, de afnemer hoeft niet vooraf te reserveren of bestellen. De mogelijkheid om snel en flexibel op bestellingen van de klant in te spelen wordt door potgrondbedrijven gezien als een vorm van serviceverlening en klantenbinding. De beperkte planbaarheid van leveranties leidt echter ook tot extra transportkilometers en hogere operationele kosten (voorraadhoogte, benutting capaciteit), niet alleen in het distributietraject, maar ook in de aanvoer van grondstoffen. Bij de distributie van potgrond naar de klant heeft men te maken met seizoensinvloed. Afname hiervan loopt gelijk met het produceren (telen en kweken) van de producten voor de klant, de tuinder en in mindere mate de consument. Middels een enquête gehouden onder de VPN-leden zijn de drukste periodes achterhaald, aangegeven door de VPN-leden (bijlage 17, Drukke periodes afzet potgrond) . De drukste periode loop van eind februari tot en met eind juni. De top van de drukste periode is in het midden van mei, wat logisch is omdat de meeste producten die op potgrond gekweekt worden in het voorjaar groeien en de consument dan voornamelijk in de tuin werkt en dan potgrond gebruikt. Vanaf midden mei neemt de afzet af tot een dieptepunt in midden september, waarna de afzet weer groeit tot en met midden december. Na deze periode vindt nagenoeg constante afzet plaats tot midden februari, waarna de cyclus opnieuw begint.
76
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 9
Houdbaarheid veen + Broei in veen + factoren van invloed op broei
Houdbaarheid van witte veensoorten (De heer Schipper, Nevema BV, 2002) Bulk witveen: Ongunstig: 15 dagen (bij aankomst veen al tegen de 30º C) Gunstig: 45 dagen (bij aankomst veen tegen +/- 15º C, wekelijkse metingen) Gemiddelde: 30 dagen Dit betreft de houdbaarheid of anders gezegd de tijd waarna broei optreedt van partijen in een terminal van circa 5.000 m³ . Verpakte balen (big bales): ½ jaar tot 1 jaar Mits geen vocht kan toetreden (van boven ‘hemelwater’ en van onder ‘spatwater’) en goed van boven afgedekt tegen onkruid, insecten enzovoort.
(Keijzer, 2000 [11], Citaat uit Potgrond en Substraten Cursus, paragraaf 3.6) 3.6.1 Broei in veen Broei in voorraadhopen is reeds lang bekend in Duitsland, maar was geen algemeen probleem. Door het toenemend gebruik van veenmosveen uit Finland, Zweden, Baltische Staten, Rusland en Canada is het probleem van broei tijdens de opslagperiode echter toegenomen. Broei kan tot gevolg hebben dat het veen onbruikbaar wordt voor potgrondproductie. Verbroeid veen is te herkennen aan de typische broeigeur. Na beluchting gedurende lange tijd verdwijnt deze geur echter. Broei in veen wordt veroorzaakt door microorganisme die warmte produceren waardoor de temperatuur stijgt. Het is een verschijnsel waarvan de oorzaak niet altijd met zekerheid is aan te geven. Kennis over het broeiproces is van groot belang om te trachten broei te voorkomen. De schade door broei kan namelijk zeer groot zijn. 3.6.2 Factoren van invloed op broei Uit onderzoek, maar ook uit praktijk is een aantal factoren naar voren gekomen die broei kunnen bevorderen: De winningsmethode is van belang. Veenmosveen, afkomstig van horizontale veenwinning is gevoeliger voor broei dan veen gestoken in turven of blokken. De leeftijd van het veen speelt een rol. Jonger veen is gevoeliger dan sterker verteerd veen. Dus veen uit Scandinavië en de Baltische Staten is gevoeliger, maar er is ook wel broei geconstateerd in Duits bolsterturven. De aanwezigheid van groene plantenresten kan de broei aan de gang zetten. Door de aanwezigheid van groene delen van planten, zoals heideplanten en bentgras, pijpenstrootje e.d. kan broei worden gestimuleerd. Deze planten resten fungeren als stikstofbron voor de micro-organismen. Ook is bekend dat de aanwezigheid van hout of veel vezels het veen gevoeliger maakt voor broei. Verschil in vochtgehalte in een voorraadhoop beïnvloed de broei. Door verschil in vochtigheidgehalte ontstaat vochttransport (warmtetransport) in een hoop. Verschillende in botanische samenstelling van het veen zijn van belang. Veen bestaande uit verschillende soorten sphagnum, is gevoeliger voor broei dan veen met een homogene samenstelling.
77
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 10
Verdeling van de verschillende stromen van de gehele potgrondbranche (RHP gekeurde producten)
Er is een verdeling van de verschillende stromen van potgrond gemaakt na de productie op basis van verschillende kenmerken die voor de distributie van belang zijn. De stromen zijn ingedeeld in 3 hoofdstromen, waarbinnen zich een aantal specifieke stromen bevindt. Een schatting in percentage van de verschillende stromen afzet van RHP gekeurde potgrond is hieronder weergegeven, de totale stroom ligt rond de 3.100.000 m³. Deze schatting is verkregen door middel van interviews/navraag bij specialisten (De heer van Schie, de heer Keijzer, Stichting RHP) in deze branche. De exportverdeling naar landen (C3) is een inventarisatie van afzet potgronden in 2000 (Stichting RHP, 14-02-2002). A1.1.1 potplanten 535.680 m³ (17,32%) A1.1.2 perkplanten 267.840 m³ (8,64%) A1.1 Bulk los gestort 1.339.200 m³ (43 2%) A1 Specifieke klantgerichte producten 1.488.000 m³ (48%)
A1.1.3 Opkweekmateriaal groenteplanten 133.920 m³ (4,32%) A1.1.4 Opkweekmateriaal bloemen 133 920 m³ (4 32%) A1.1.5 Boomkwekerij 267.840 m³ (8,64%)
A1.2 Verpakt in zakken op pallets (inclusief big bags en big bales) 148.800 m³ (4,8%)
A Professionele tuinbouwmarkt 1.860.000 m³ (60%)
A2 Standaardproducten 372 000 m³ (12%)
A2.1 Bulk los gestort 37.200 m³ (1,2%)
A1.2.1 Potplanten 29.760 m³ (0,96%) A1.2.2 Perkplanten 29.760 m³ (0,96%) A1.2.3 Opkweekmateriaal groenteplanten 14.880 m³ (0,48%) A1.2.4 Opkweekmateriaal bloemen 59.520 m³ (1,92%) A1.2.5 Boomkwekerij 14.880 m³ (0,48%)
A2.2 Verpakt in zakken op pallets (inclusief big bags en big bales) 334.800 m³ (10,8%)
B1 Algemeen gebruikte potgrond voor meerdere (of alle) soorten planten, bomen en bloemen; universele potgrond. Deze standaard soort potgrond wordt vaak geproduceerd in grotere series. 248.000 m³ (8%) B Consumentenmarkt 310.000 m³ (10%)
Verpakte potgrond op pallets
B2 Potgrond specifiek gebruikt door consument voor één of enkele soorten planten, bomen of bloemen; potgrond met meerwaarde. Deze potgrond wordt vaak in kleinere series geproduceerd (bijvoorbeeld potgrond voor rozen). 62.000 m³ (2%)
78
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
C1.1.1 Per vrachtwagen 133.920m³ (4,32 %) C1.1 Losse bulk 334.800 m³ (10,8%) C1.1.2 vrachtwagen en binnenvaartschip 200.880 m³ (6,48%)
C1.2 Verpakt in zakken 418.500 m³ (3,5%)
C1.2.1 Per vrachtwagen 418.500 m³ (13,5%)
C1 Professionele tuinbouwmarkt 837.000 m³ (27%)
C Exportmarkt 930.000 m³ (30%)
C1.3 Big bales 41.850 m³ (1,35%)
C1.4 Big bags 41.850 m³ (1,35%)
C2 Consumentenmarkt (standaard potgrond) 93.000 m³ (3%)
C2.1 Verpakt in zakken 93.000 m³ (3%)
C1.3.1 Per vrachtwagen 41.850 m³ (1,35%)
C1.2.1.1 Op pallets 209.250 m³ (6,75%) C1.2.1.2 In containers 209.250 m³ (6,75%)
C1.3.1.1 Op pallets 41.850 m³ (1,35%) C1.3.1.2 In containers (0%)
C1.4.1.1 Op pallets 41.850 m³ (1,35%) C1.4.1 Per vrachtwagen
C1.4.1.2 In containers (0%)
C2.1.1.1 Op pallets 93.000 m³ (3%) C2.1.1 Per vrachtwagen C2.1.3.2 In containers (0%)
79
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
C Exportmarkt 930.000 m³ (30%)
C3.1 Frankrijk 197.273 m³ (6,36%)
C3.2 Duitsland 169.091 m³ (5,45%)
C3.3 Italië 140.909 m³ (4,55%)
C3.4 België 112.727m³ (3,64%)
C3.5 Spanje 28.182 m³ (0,91%)
C3.6 Oostenrijk 28.182 m³ (0,91%)
C3.7 Overige Europese landen 112.727 m³ (3,63%) C3.8 Midden Oosten 28.182 m³ (0,91%)
C3.9 Azië 56.364 m³ (1,82%)
C3.10 Overige 56.364 m³ (1,82%)
80
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 11
Productkarakteristieken Potgrond
In het boek ‘Fysieke Distributie’ worden een vijftal productkarakteristieken in enge zin onderscheiden (Goor, 1996, [5]). De vijf karakteristieken zijn waardedichtheid, houdbaarheid, verpakkingsdichtheid, verschijningsvorm en volume/gewicht-verhouding. Voor het product potgrond zijn deze karakteristieken als volgt te omschrijven: 1. De waardedichtheid is de waarde van een product per gehanteerde volume-eenheid. Voor de potgrondbranche (in de logistieke keten) is het ingekochte veen en de geproduceerde potgrond van belang. De prijs is afhankelijk van de winmethode (veen, gestoken turfblokken of gefreesd veen) het type en het soort veen. De laatstgenoemde is vaak goedkoper, omdat de productiemethode hiervan minder arbeidsintensief is. Dit veen is vaak minder gewild, omdat door het frezen van veen de kwaliteit van de structuur van het veen achteruit gaat. Witveen: +/- € 16/m³ - € 23/m³ (globale prijzen bij Nederlandse veenimporteurs) Fractie van verschillende witveensoorten zijn duurder Zwartveen (tuinturf) +/- € 9/m³ - € 14/m³ (prijzen af veenderij in Duitsland) Potgrond +/- € 27 /m³ - € 70/m³ (globale prijzen bij potgrondfabrikanten) 2. De houdbaarheid wordt gedefinieerd als de periode, uitgedrukt in tijdseenheid, gedurende welke de fysieke eigenschappen die het product op het moment van verkoop dient te bezitten aanwezig blijven. Voor veen- en potgrondopslag in bulk geldt in principe hetzelfde, al zijn ze in het slechtste geval maximaal 2 maanden houdbaar (mogelijk kwaliteitsverlies door broei). Verpakte potgrond is in tegenstelling tot bulk potgrond, veel langer houdbaar, circa 1 tot 1,5 jaar. 3. De verpakkingsdichtheid is het aantal verpakkingseenheden per gehanteerde volumeeenheid. In het geval van potgrond kan het beste gekeken worden in zakken per m³. Er worden veel verschillende maten van zakken gebruikt, variërend van 5 liter zakken tot big bags (1,6 m³/zak), tot big bales (4 m³/zak) en bulk (max +/- 80 m³). Het is tevens een volumineus product, dat in de volgende formaten verpakt kan worden: • vanaf 5 liter voor de kleinste zak; • 70 liter of soms 150 liter voor de grootste zak; Klein • Big Bags (1,6 m³); • Big Bale (4 m³); • Vrachtwagen; bulk potgrond (+/- 30 m³ tot 40 m³); Groot • Combinatie, trekker + oplegger; bulk potgrond (+/- 60 m³ tot 100 m³); • Vrachtwagen + aanhanger; bulk potgrond (+/- 60 m³ tot 100 m³). 4. De verschijningsvorm van een product is de fysieke toestand waarin het product voorkomt, veelal vast, vloeibaar of gasvormig. Zowel veen als potgrond komt voor als vaste stof. 5. De volume/gewicht-verhouding van het product. Dit is voor potgrond afhankelijk van welke type veen gebruikt zijn. Doordat de samenstelling van veen per soort erg verschillend kan zijn, qua grofheid (structuur), vochtigheid, luchtigheid enzovoort. (zie bijlage 6 voor bulkgewicht) is de volume/gewicht-verhouding nooit hetzelfde.
81
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 12
Uitleg kosten soorten
Afschrijvingskosten (incl. Interestkosten): Onder afschrijving verstaan we: het tot uitdrukking brengen van de waardevermindering van een productiemiddel in de administratieve verslaglegging (Blox, 1993, [3]). Afschrijvingskosten = ((aanschafwaarde – restwaarde)/levensduur) + interestkosten De interestkosten (of rentekosten) houden verband met het vermogensbeslag dat het duurzame productiemiddel met zich brengt gedurende zijn levensduur. In plaats van geld uit te geven voor de aankoop van een productiemiddel hadden we dit geld ook alternatief kunnen aanwenden door het bijvoorbeeld op een depositorekening bij de bank te storten. In dit geval brengt het rente op. Bij de berekeningen is voor de interestkosten 10% per jaar gebruikt van de aanschafkosten. De interestkosten zijn opgenomen in de afschrijvingskosten. (Blox, 1993, [3]). Directe arbeidskosten: De arbeidskosten die direct te relateren zijn aan het te produceren product, inclusief alle sociale lasten, bonussen, vakantiegeld enz. Energiekosten: De energiekosten zijn de kosten van het energieverbruik van de verschillende productiemiddelen en transportmiddelen. Grond- of grondstofkosten: De grond- of grondstofkosten zijn de kosten van respectievelijk de veenwingrond en de kosten (of waarde) van de grondstoffen (veen) op een bepaalde plaats in de keten. Overheadkosten: Deze kosten worden vaak berekend als een percentage bovenop de totale kosten. Overheadkosten kunnen echter concreter gemaakt worden. Typische overheads zijn: 1. Productieoverheads als indirecte lonen, inkopen (bijvoorbeeld kantoorartikelen) en onderhoud; 2. Administratieveoverheads als indirecte lonen, huren, verzekeringen en belastingen; 3. Communicatiemiddelen als reclame. (Goor, 1997, [5]) Transportkosten: Zie bijlage 13.
82
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 13
Transportkosten
Bij transportkosten spelen in het algemeen de volgende variabelen een rol: • De af te leggen afstand; het aantal kilometers of mijlen (de vervoersafstand); • De tijd die de verplaatsing over de af te leggen weg vergt (de vervoersafstand gedeeld door de vervoerssnelheid) en de wachttijden die onderweg optreden ten gevolge van onder meer douaneactiviteiten en goederenoverslag. De kosten die gepaard gaan met het vervoer worden hier vervoerskosten genoemd, de kosten die samenhangen met de tijd dat het goederenvervoer onderweg is zijn de pijplijnkosten. Aldus geldt: Transportkosten = vervoerskosten + pijplijnkosten T T= H= p= a= w= t= r=
= H * p * a + H * w * t * r/12
totale transportkosten hoeveelheid te transporteren goederen in gewichten of volumes ( in m³ bij veen en potgrond van toepassing) kilometer- of mijltarief per eenheid (gewicht of volume) afstand (kilometers of mijlen) economische waarde per eenheid van het te transporteren goed transporttijd in maanden (inclusief handling, overslag en wachttijden) rentevoet voor kortlopende kredieten
(Goor, 1997, [5]) Voorbeeld ter verduidelijking van de verwaarloosbaarheid van de pijplijnkosten uitgaande van klein schip, omdat dan uitgegaan wordt van een ongunstige situatie zodat de pijplijnkosten zullen dan het hoogste zullen zijn: Transportkosten bekeken van veenaanvoer per schip (5.000 m³) vanuit de Baltsche staten p*a = € 7/m³ H = 5.000 m³ p = +/- 1.800 km w = € 9/m³ (FOB prijs) r = 10% per jaar t = 200 uur T
= € 7/m³ *5.000 m³ = € 35.000 = € 35.102,74
+ +
5.000 m³ * € 9/m³ *(200/(365 dg*24 uur)*0,10) € 102,74
% pijplijnkosten € 102,74 / € 35.102,74 = 0,29 %
83
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Er vinden in de keten op de volgende plaatsen transport van veengrondstoffen plaats, te weten: 1. Transport van veen van veenwinplaats naar haven: • Wegvervoer (huifwagen, truck+oplegger, of vrachtwagen met container) 2. Transport van veen van veenwinplaats rechtstreeks naar productieplaats (potgrondfabrikant): • Wegvervoer (huifwagen, truck en oplegger of vrachtwagen met container) • Binnenvaartschip 3. Transport van veen uit haven van land van herkomst naar overslagterminal Nederland: • Zeeschip 4. Transport van terminal Nederland naar productieplaats: • Wegvervoer (huifwagen, truck en oplegger of vrachtwagen met container) • Binnenvaartschip Voor de belangrijkste veenherkomst landen qua import in Nederland zijn de reële aannames voor de kosten per kilometers of per m³ in de onderstaande tabel weergegeven.
Duitsland Baltische Staten Ierland
1 wegvervoer
2 wegvervoer
X € 0,5/km/100 m³
€ 1/km/60 m³ € 0,5/km/100 m³
binnenvaartschip € 6,8/m³ X
€ 1/km/ 85 m³
X
X
3 zeeschip
4 wegvervoer
X € 7/m³
binnenvaartschip X X € 1/km/100 m³ X
€ 5/m³
€ 1/km/85 m³
X
X = Geen import van veen op deze manier uit dit land De afstanden waarover het veen in de Baltische Staten vervoerd wordt, van veenwinplaats naar haven, zijn groter dan de afstanden in Ierland. Daarentegen zijn de kosten per kilometer in Ierland hoger, doordat het witveen in Ierland zwaarder is en er dus minder per vracht meegenomen kan worden. Tevens liggen de loonkosten in Ierland hoger. Voor het zeetransport en binnenvaarttransport zijn dit geschatte gemiddelde prijzen omdat deze nog al kunnen schommelen, door al eerder genoemde weersomstandigheden en een andere belangrijke factor, als olieprijzen. Bij de transportkosten per as is uitgegaan van vaste prijs per kilometer bij een bepaalde hoeveelheid m³ in Nederland van € 1. Er is zonder dat er spraken is van een retour (of heen)-vracht waardoor men de kosten kan besparen doordat men efficiënter kan rijden.
84
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 14
Algemene aannames en essentiële randvoorwaarden
Algemene aannames en essentiële randvoorwaarden alternatief A: • De nieuwe standaard potgrond bestaat alleen uit veensoorten gewonnen in de Baltische Staten en dus niet een mix van verschillende soorten veen uit diverse landen. Dit heeft een aantal consequenties tot gevolg die nu beschreven worden. Ten eerste wordt het risico van veentekort groter als gevolg van de beperkte veenwinning (+/- 4 maanden) door de weersomstandigheden omdat men afhankelijk is van één of slechts enkele soorten veen uit 1 land. Het eventuele tekort wordt verder vergroot door het aanleggen van veiligheidsvoorraden, wat extra kosten met zich meebrengt, zeker gezien de beperkte houdbaarheid van veen. De kosten hiervan zijn in één van de onderstaande punten beschreven. Een ander belangrijk punt is dat het nieuwe product verandert van samenstelling. Dit geeft voor de kwaliteit van het nieuwe product geen problemen; deze blijft gelijk of wordt zelfs beter, doordat het uit alleen uit witveen bestaat. En niet zoals de huidige standaard potgrond die hoofdzakelijk uit tuinturf (zwartveen) bestaat afkomstig uit Duitsland en een kleiner deel witveen uit voornamelijk Baltische Staten. Het belangrijkste van de verandering is echter dat de klanten ook overtuigd moeten zijn van het eerder genoemde feit en men bereid zal moeten zijn over te stappen van de traditionele standaard potgrond (zwarte zware potgrond) naar de nieuwe standaard potgrond (licht van kleur en gewicht). Dit is een marktbewerkingsprobleem, waarvan wordt aangenomen dat het succesvol zal gaan verlopen. Bijkomend voordeel is dat de eisen van standaard potgrond niet extreem hoog liggen, zeker als je kijkt naar de lagere prijs ten opzichte van specifiekere soorten potgrond. • Er is voor aanvoer uit de Baltische Staten gekozen. Deze streek produceert na Duitsland het meeste veen en exporteert totaal 1.000.000 m³ waarvan 225.000 m³ blokken en turven, 775.000 m³ witveen en witfreesveen. De veenreserves in deze landen zijn zo groot dat men nog tientallen jaren veen kan winnen. Dit is goed voor de continuïteit van de investering. De veenwinning in Duitsland, waar veel veen vandaan komt voor standaard potgrond, zal in de toekomst minder worden, zoals beschreven in het vorige hoofdstuk. • Er zal tussen begin mei en begin oktober, derhalve in 4 uit 5 maanden, 713.000 m³ veen gewonnen worden (uitgangspunt is dat er 1 maand niet gewonnen kan worden als gevolg van de weersomstandigheden). Over deze periode van 4 maanden bedraagt dit 178.250 m³ per maand. De afname van veen, tussen 1 februari en 1 augustus is grofweg verspreid over 6 maanden; dat is volluit dan 118.833 m³ per maand. We gaan uit van 1 maand veiligheidsvoorraad in de terminal, wat tevens productieplaats is in de haven³ in verband met het niet kunnen winnen van veen gedurende 1 maand. Het langer opslaan van veen dan 1 maand kan niet, als gevolg van de houdbaarheid in terminal met partijen van 5.000 m³. Voor de opslagkosten van dit veen in een terminal in de Baltische Staten wordt € 1,50/m³ gerekend. • De in de toelichting/beschrijving gegeven 23% is tot stand gekomen door alle soorten standaard potgrond van de in bijlage 10 beschreven stromen op te tellen. 12% professionele markt 8% consumentenmarkt 3% exportmarkt Er wordt ervan uitgegaan dat voor deze nieuwe standaard potgrond met deze samenstelling de markt even groot is als voor de traditionele soort standaard potgrond. De 23% van de standaard potgrond is 713.000 m³, waarbij voor het gemak gerekend wordt dat dit alleen bulk potgrond is, dus zonder het verpakken. Eventueel wordt het
85
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
• • •
• •
verpakken wel berekend als dit alternatief later wordt gekozen om het verder uit te werken. Er wordt geproduceerd in de haven, omdat van daaruit alles direct kan worden verscheept en men bepaalde handelingen kan combineren, bijvoorbeeld een combinatie van het laden van het schip en laden van de machine die potgrond produceert. Transport van de nieuwe standaard potgrond die geproduceerd wordt in de Baltische Staten, wordt per schip vervoerd naar een haven in Nederland voor de Nederlandse markt (21%) en de exportmarkt (2%). Het verschil tussen transport van het eindproduct vanuit de zeehaven in Nederland (in nieuwe situatie) en transport vanuit iedere productieplaats afzonderlijk is, dat er wordt uitgegaan van een kilometerbesparing van 10% en dat de bezettingsgraad van de huidige 50% naar 60% verschuift, indien men deze gehele stroom door 1 transporteur laat uitvoeren. Ten aanzien van de productiekosten is uitgegaan van een kostenschatting zoals die in Nederland worden gemaakt op basis van een maximale capaciteit van 75.000 m³ van bulk gestorte potgrond. Voor de toeslagstoffen is € 1/m³ gerekend.
Uitleg bij positieve punten alternatief A: 1. In veel gevallen kan op deze manier de logistieke keten van de veenproductie tot aan de klant korter en efficiënter zijn. Hierdoor kunnen kosten worden bespaard in transport en productie. Dit komt doordat de productie dan in de haven zit, waardoor een aantal handelingen zullen komen te vervallen. In de huidige situatie (1) worden de volgende handelingen gedaan bij aankomst van het veen in de haven: lossen vrachtwagen laden schip met veen lossen schip bij terminal laden vrachtwagen lossen bij productieplaats (+productie) laden bij productieplaats lossen bij klant De toekomstige situatie (2) betreft de volgende handelingen: lossen vrachtwagen (+productie) laden schip met potgrond lossen schip bij terminal laden vrachtwagen lossen bij klant 2. Het extra transport wat gemaakt wordt van haven naar productieplaats en dan naar klant, kan in een aantal gevallen korter worden omdat men vanuit de haven direct de klanten kan leveren. Zeehaven (veenbinnenkomst In oude situatie of standaard potgrond binnenkomst nieuwe situatie)
Oude situatie Nieuwe situatie
Productieplaats huidige situatie
Klant
86
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 3. Er worden namelijk, geen invoerrechten geheven, ongeacht het feit of de potgrond is voorzien van een Eur-1 certificaat of niet. De BTW is 19%, wat bij inklaring van de goederen voldaan dient te worden. Er zitten geen beperkingen op de invoer van de potgrond. Het enige dat wellicht nodig is, is dat de goederen voorzien moeten worden van een gezondheidscertificaat afgegeven in de Baltische Staten. Algemene aannames en essentiële randvoorwaarden alternatief B: • Het betreft de productie van standaard potgrond en specifieke potgrond, bedoeld voor de Zuideuropese markt. Bestaande uit de volgende landen zijn: Frankrijk, Italië, Spanje en Oostenrijk (totaal 42% van de exportmarkt). Landen in het Midden Oosten worden niet meegenomen in de berekeningen, omdat het kleine hoeveelheden betreffen en verwaarloosbaar zijn. Ook is het moeilijk aan te geven wat het kostenvoordeel is van de te vervoeren potgrond naar dit gebied. De export naar Duitsland en België zal ook niet meegerekend worden. Export naar deze landen kan het beste vanuit Nederland zelf worden gedaan. Voor de export van potgrond naar andere landen binnen en buiten Europa wordt de volgende aanname gedaan: het maakt voor deze producten geen verschil in de kosten voor het leveren/produceren van potgrond vanuit Nederland dan wel Frankrijk, zeker gezien de kleine hoeveelheden die geëxporteerd worden. Zie voor de verdeling export potgrond bijlage 10. • Voor de productie wordt als uitgangspunt een haven in Zuid-Frankrijk genomen. In dit geval de haven van Marseille, omdat de huidige export naar dit land, na Duitsland en België, het grootste is in waarde en m³. Tevens is de centrale ligging gunstig voor zowel aanvoer van grondstoffen als de afvoer van eindproducten naar andere exportlanden zoals Italië, Spanje en Oostenrijk. • De samenstelling 60% Duits veen, 30% Baltisch veen en 10% Iers veen is als uitgangspunt genomen, omdat dit een veel voorkomend standaard mengsel is. • We gaan er vanuit dat de transportkosten (exclusief laden en lossen) voor aanvoer van veen over zee uit Baltische Staten en Ierland naar Zuid-Frankrijk 2 keer zo duur is vergeleken met de huidige zeetransportkosten (exclusief laden en lossen) naar Nederland. Er wordt uitgegaan van € 10 per m³ zeetransportkosten voor veel (exclusief laden en lossen) vanuit Duitsland naar Zuid-Frankrijk. Tevens wordt aangenomen dat deze route naar Zuid-Frankrijk in de toekomst een min of meer vaste of meer gebruikelijke vaarroute wordt, wat tot op heden nog niet het geval is. Je ziet nu met name routes van Noord-Europa naar Midden-Europa en vervolgens naar Zuid Europa, maar je ziet heel weinig vaarroutes van Noord-Europa naar Zuid-Europa. Omdat de kosten van laatst genoemde route moeilijk te bepalen zijn, zijn de geschatte kosten hoog aangehouden. • De kosten van aanvoer van andere grondstoffen dan veen naar Zuid-Frankrijk is gelijk gesteld met de kosten van aanvoer van deze grondstoffen bij productie in Nederland. • De productiekosten in Frankrijk zijn gelijk gesteld aan de kosten zoals die in Nederland gelden. • In dit model is alleen de veenaanvoer vanuit de Baltische Staten en Ierland weergegeven. • Voor de kosten van vrachtwagentransport per kilometer is als uitgangspunt € 0,5 per km aangenomen, wat erg laag is zodat de eventuele besparing wat dit betreft laag zal uitvallen. • Bij de distributie van potgrond vanuit Nederland is voor het aantal kilometers uitgegaan van vertrek vanuit Utrecht, in verband met de centrale ligging. • Er wordt uitgegaan van een distributieafstand in Frankrijk van 400 km heen en terug. Dit wordt alleen bij dit land gedaan, omdat het hier duidelijk het grootste afzet gebied betreft.
87
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Algemene aannames en essentiële randvoorwaarden alternatief C: • Het betreft de productie van standaard potgrond voor de Nederlandse markt en de exportmarkt. • Aangenomen wordt dat 23% van totale potgrondmarkt (3.100.000 m³) in aanmerking komt voor dit alternatief: - 12% standaard potgrond voor professionele markt is 372.000 m³ (62.000 m³ bulk los gestort; 334.800 m³ verpakt in zakken op pallets) 8% standaard potgrond voor consumentenmarkt is 248.000 m³ (248.000 m³ verpakt in zakken op pallets) 3% standaard potgrond voor exportmarkt is 93.000 m³ (93.000 m³ verpakt in zakken op pallets) • De kostenbesparing zit in het feit dat er in de haven geproduceerd gaat worden, zodat er één keer lossen (vw), opslaan en opladen vervalt. De kosten van deze handelingen zijn € 4 per m³ en zullen in de nieuwe situatie vervallen. • De afschrijvingskosten van de productieplaats in de haven zullen iets hoger liggen dan in de huidige situatie; hiermee is rekening gehouden in de berekening. • De transportkosten per vrachtwagen met volle bezetting heen en lege bezetting terug (50%) zullen € 1 per km per 60 m³ zijn. De transportkosten per vrachtwagen met volle bezetting heen en volle bezetting terug (100%) zullen € 0,5 per km per 60 m³ zijn. Deze kosten zijn de helft van vol heen en leeg terug, omdat met een retourvracht een gedeelte van de kosten van de gehele rit kan worden terugverdiend. Algemene aannames en essentiële randvoorwaarden alternatief D: • Het betreft hier alleen de aanvoer van veen dat over zee wordt aangevoerd naar Nederlandse havens uit de volgende landen: 1. Baltische Staten 875.000 m³ 2. Ierland 300.000 m³ 3. Finland 50.000 m³ 4. Rusland 50.000 m³ 5. Noorwegen 25.000 m³ + 1.300.000 m³ (dit is alleen witveen) • Voor de totale veenstroom die op deze manier wordt overgeslagen, wordt alleen met de bedrijven in het oosten van Nederland gerekend. Aangenomen wordt dat 25% van de totale veenimport die over zee wordt vervoerd voor een achttal bedrijven is; 325.000 m³ in zijn totaliteit. Er wordt aangenomen dat dit gelijkmatig is verdeeld over de bedrijven; derhalve 40.625 m³ per bedrijf. • Er wordt er vanuit gegaan dat deze potgrondfabrikanten dit witveen, afkomstig uit de bovengenoemde landen, eerst haalden bij een terminal in Moerdijk en nu bij de nieuwe terminal in Nijmegen. • Het extra transport per coaster op rivier kost € 3 per m³. Dit komt doordat de afstand groter wordt, omdat het veen nu wordt gelost in Nijmegen in plaats van in Moerdijk. Tevens is de mee te nemen hoeveelheid veen per schip (max. 5000 m³) lager in vergelijking tot de oude situatie. • Er wordt uitgegaan van een nieuw te bouwen laagdrempelige terminal in Nijmegen. Ligging aan de Waal is nodig om grote schepen te kunnen lossen. Het betreft hier coastertransport -> wegtransport terminal voor bulk materiaal. • Er zijn een achttal bedrijven die in aanmerking komen om gebruik te maken van deze terminal met een vaste volumestroom veen. Er bestaat een vaste kilometerafstand en route, vanaf de bestaande terminal tot aan de productieplaats en terug.
88
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland •
Er is aangenomen dat de transportkosten per as, € 1 per kilometer bedragen, zodat er voor de besparing uitgegaan is van een gunstig uitgangspunt.
Algemene aannames en essentiële randvoorwaarden alternatief E: • Het betreft alleen standaard zakken potgrond op pallets (inclusief big bags en big bales) voor de Nederlandse consumentenmarkt (8% van totale markt; 248.000 m³) omdat aan deze producten minder eisen worden gesteld met betrekking tot snel leveren. Van dit gedeelte worden alleen die vrachten genomen waarvan de distributie afstand groter is dan 100 km gerekend vanaf producent naar klant. Dit is 11% van 248.000 m³, wat neer komt op 27.280 m³, een schatting gebaseerd op basis van de gehouden enquête. • Gemiddeld gaat er 2,5 m³ standaard potgrond op 1 pallet. • Het pallettransport per vrachtwagen ligt rond de € 10 per pallet. • Het eerste deel van het transport van productieplaats naar distriknooppunt is 30 km voor de heen- en terugreis. • Het laatste deel van het transport van distriknooppunt naar de klant is 30 km de heen- en terugreis. • In het artikel “Binnenvaart schakel tussen producent en supermarkt” (Nederland Distributie, 2001, [16])19 wordt gezegd dat er tot 20% bespaard kan worden op de kosten. • De kosten per pallet voor de distrivaart is niet bekend, maar wel is globaal aan te geven hoeveel de kosten per pallet ongeveer moeten zijn voor de haalbaarheid van dit alternatief. Algemene aannames en essentiële randvoorwaarden alternatief F: • Dit alternatief wordt alleen gebruikt voor export van verpakte potgrond naar Zuideuropese landen. Alleen deze landen komen in aanmerking, omdat vanuit deze landen veel fruit naar Nederland wordt vervoerd. In totaal zal deze export ongeveer 366.420 m³ bedragen, dit is het totaal van Frankrijk, Italië en Spanje samen, hiervan is ongeveer 2/3 verpakte potgrond. Er wordt geen bulk meegenomen bij deze berekening, omdat bulk potgrond moeilijk te combineren is, zeker gezien de strikte RHP-keur voorschriften. • Het is niet goed aan te geven wat dit alternatief oplevert, maar er wordt ervan uitgegaan dat een besparing van maar 2% wordt behaald op één rit naar ZuidEuropa en terug. Er is voor de transportkosten per kilometer voor een trekker plus oplegger met ε 1/m³ gerekend. Een volle vracht potgrond heen en leeg terug. Hierdoor zijn de kosten per rit vrij hoog, er wordt niks verdient op de terug rit. De besparing van 2% is bewust laag gehouden omdat het percentagebesparing wordt genomen van de vrij hoge transportkosten.
19 Artikel: Binnenvaart schakel tussen producent en supermarkt; Nederland Distributieland 08/06/01.
89
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 15
Gedetailleerdere kosten verdeling activiteit 3, 4 en 5
Hoofdactiviteit 3: Overslag in haven Overslag haven Baltische Staten (witveen):
Activiteit directe handelingen 2 x schofel
Directe arbeidskosten Afschrijvingskosten (euro) (euro) incl. interest
Laden schip lopende band + laadinstallatie voor schip
Energiekosten Overhead kosten (euro) (euro)
7.714
46.667
12.460
14.000
7.714
16.667
3.000
5.000
indirecte handelingen Kantoor+inboedel (afschrijving 5% van totale afschrijving) 2 werknemers (indirecte arbeidskosten 1,5 x directe arbeidskosten) kosten aan derde (bv.erfpacht) Totaal: Totaal/m³ : % van totaal: Volume in m³ per jaar: 200.000 Arbeidskosten Baltische Staten (euro): 3.857 1 x schofel lopende band + laadinstallatie schip
kosten veen bij aankomst terminal (euro)
2.000 11.571 50.000 15.428 0,077 0,9%
Aanschafwaarde (euro) 140.000 100.000 240.000
63.333 0,317 3,6%
Afschrijvingskosten (euro) incl. interest 23.333 16.667 40.000
15.460 0,077 0,9%
Energiekosten (euro/m³): 0,0312 0,0150
82.571 0,413 4,6%
1.600.000 8 90,0%
1.776.792 8,884 100%
*
Linaire afschrijvings methode Afschrijving per jaar = (aanschafwaarde - restwaarde) / looptijd Afschrijvingsduur machines 15 jaar (restwaarde 0 euro) Interest 10% per jaar van aanschafwaarde Onderhoud 5% per jaar van aanschafwaarde Kosten veen/m³ tot aan haven: 8 Kosten 1 liter diesel in euro: 0,5 * Aanname 1 m³ zwartveen is 2 x gewicht witveen en dat resulteert in 2 x zoveel energieverbruik van machines die ook bij witveen wordt gebruikt.
90
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Hoofdactiviteit 3: Overslag in haven Overslag haven Ierland (witveen):
Activiteit directe handelingen loods in haven 1 x schofel
Directe arbeidskosten (euro's)
Afschrijvingskosten incl.interest (euro)
Energiekosten (euro)
26.708
100.000 23.333 123.333
6.230
30.000 7.000 37.000
26.708
16.667
3.000
5.000
Laden schip lopende band + laadinstallatie voor schip
Overhead kosten (euro)
indirecte handelingen Kantoor+inboedel (afschrijving 5% van totale afschrijving) 1 werknemer (indirecte arbeidskosten 1,5 x directe arbeidskosten) kosten aan derde (bv.erfpacht) Totaal: Totaal/m³ : % van totaal: Volume in m³ per jaar: 200.000 Arbeidskosten Ierland (euro): 26.708 loods 1 x schofel lopende band + laadinstallatie schip
kosten veen bij aankomst terminal (euro)
7.000 40.062 50.000 53.416 0,267 1,5%
Aanschafwaarde (euro) 600.000 140.000 100.000 840.000
140.000 0,700 4,0%
9.230 0,046 0,3%
139.062 0,695 3,9%
3.200.000 16 90,4%
3.541.708 17,709 100%
Afschrijvingskosten (eur Energiekosten incl.interest (euro/m³): 100.000 verwaarloosbaar klein 23.333 0,0312 * 16.667 0,0150 140.000
linaire afschrijvings methode afschrijving per jaar = (aanschafwaarde - restwaarde) / looptijd afschrijvingsduur machines 15 jaar (restwaarde 0 euro) Interest 10% per jaar van aanschafwaarde onderhoud 5% per jaar van aanschafwaarde Kosten veen /m³ tot aan haven: 16 Kosten 1 liter diesel in euro: 1 * Aanname 1 m³ zwartveen is 2 x gewicht witveen en dat resulteert in 2 x zoveel energieverbruik van machines die ook bij witveen wordt gebruikt.
91
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Hoofdactiviteit 4: Overslag Nederlandse terminal Overslag Nederlandse terminal: Activiteit directe handelingen Lossen van veen bij terminal (bulk of container) met kraan transport naar loods+zeefbewerkingen+interntransport (d.m.v.lopende band) opslag veen (grond+loods) laden laadsysteem vrachtwagens, 1 x schofel laden door laadsysteem
Kosten Directe arbeidskosten Afschrijvingskosten (euro) incl.interest (euro) 83.182
41.591 124.773
Energiekosten (euro)
Overheadkosten (euro)
166.667 233.333
52.500 10.500
50.000 70.000
280.000 23.333 75.000 778.333
18.690 4.500 86.190
105.000 7.000 22.500 254.500
Indirecte handelingen Kantoor+inboedel (afschrijving 5% van totale afschrijving) 2 werknemers (indirecte arbeidskosten 1,5 x directe arbeidskosten) kosten aan derde (bv.erfpacht, onderzoekskosten veen) Totaal: Totaal/m³ : % van totaal: Min. productievolume in m³ per jaar: 300.000 Salarissen (euro's): 41.591 kraan bunker+lopende band+zeef grof+zeef klein+zeef fracties grond+loods schofel laadsysteem vrachtwagens
kosten veen bij aankomst terminal (euro)
Totaal (euro)
5.100.000 17 80%
6.352.986 21,177 100%
38.917 124.773 100.000 124.773 0,416 2%
Aanschafwaarde (euro's) 1.000.000 1.400.000 2.100.000 140.000 450.000 5.090.000
778.333 2,594 12%
86.190 0,287 1%
263.690 0,879 4%
Afschrijvingskosten Energiekosten (euro's) incl. interest (euro/m³): 166.667 0,1750 233.333 0,0350 * 280.000 verwaarloosbaar 23.333 0,0623 75.000 0,0150 778.333
linaire afschrijvingsmethode Afschrijving per jaar = (aanschafwaarde - restwaarde) / looptijd Afschrijvingsduur machines 15 jaar (restwaarde 0 euro); grond 30 jaar (restwaarde 0 euro) Interest 10% per jaar van aanschafwaarde Onderhoud 5% per jaar van aanschafwaarde Kosten veen bij aankomst terminal (euro/m³); bijvoorbeeld vanaf +/- 17 euro (gem. Ierland en Bal.St): 17 Kosten 1 liter diesel in euro: 1 * Aannamen (schatting) Overheadkosten zijn: 1. Productieoverheads als indirecte lonen, inkopen (bijvoorbeeld kantoorartikelen) en onderhoud; 2. Administratieveoverheads als indirecte lonen, huren, verzekeringen en belastingen; 3. Communcatiemiddelen als reclame.
92
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Hoofdactiviteit 5: Productie potgrond (alleen bulk): Activiteit Directe handelingen productie mengen met schofel op vloer; 2 x schofel mengen grondstoffen in mixer opslag bulk producten; grond + loods laden vrachtwagens; lopende band + laadsysteem Grondstofkosten toevoegingen
Kosten Directe arbeidskosten Afschrijvingskosten Energiekosten (euro) incl. interest (euro) (euro) 83.182
1.125
14.000 12.500 75.000 10.000
334.167
5.715
111.500
66.667
83.182 1,109 3,3%
Aanschafwaarde (euro) 140.000 250.000 1.500.000 200.000 400.000 2.490.000
schofel mixer+bunker grond + loods lopende band + laadsysteem vrachtwagens kantoor + inboedel
46.667 54.167 200.000 33.333
Grondstofkosten (euro)
kosten veen bij productieplaats (euro)
75.000 83.182
Indirecte handelingen productie kosten kantoor + inboedel + 2 werknemers kosten vertegenwoordigers 2 werknemers+extra kosten auto Overig (kosten aan derde, zoals reclame, researche)
Totaal: Totaal/m³ : % van totaal: Volume in m³ per jaar: 75.000 Directe arbeidskosten (euro per jaar) 41.591 Indirecte arbeidskosten (euro per jaar) 62.387
2.340 2.250
Overheadkosten (euro)
400.833 5,344 15,7%
103.182 148.773 50.000
5.715 0,076 0,2%
413.455 5,513 16,2%
75.000 1,000 2,9%
1.575.000 21 61,7%
2.553.185 34,042 100%
Afschrijvingskosten (Energiekosten incl. interest (euro) (euro/m³): 23.333 0,0156 41.667 0,0300 200.000 verwaarloosbaar 33.333 0,0150 66.667 verwaarloosbaar 365.000
linaire afschrijvings methode afschrijving per jaar = (aanschafwaarde - restwaarde) / looptijd afschrijvingsduur machines 15 jaar (restwaarde 0 euro); grond 30 jaar (restwaarde 0 euro) Interest 10% per jaar van aanschafwaarde onderhoud 5% per jaar van aanschafwaarde Kosten veen bij aankomst bij productieplaats (euro/m³); vanaf +/-: 21 Kosten 1 liter diesel in euro's: 1 Het zeefproces is achterwege gelaten, men koopt het veen gezeefd in bij importeur tegen een iets hogere prijs. Kosten van andere toevoegstoffen zijn niet meegenomen; deze zijn sterk afhankelijk van het soort mengsel. Van de normale toevoegingen zijn de kosten per m³ (0,05-0,55 euro). Alleen bij zeer speciale mengsels is sprake van een duurdere toevoeging ongeveer 3,2 euro per kg, waarvan er max. 3 kg in gaat, derhalve 9,6 euro/m³ meer kost. Prijs per m³ voor toevoeging bijvoorbeeld (x euro/m³): 1 Overheadkosten zijn: 1. Productieoverheads als indirecte lonen, inkopen (bijvoorbeeld kantoorartikelen) en onderhoud; 2. Administratieveoverheads als indirecte lonen, huren, verzekeringen en belastingen; 3. Communicatiemiddelen als reclame.
Voor activiteit 5 (de productie) is de kostenschatting in gerekend met een grondstofprijs van alleen veen van € 21 per m³, bij aankomst op productieplaats. Directe arbeidskosten euro/m ³ 3,3%
Tabel 2.6
Afschrijvingskosten kapitaal (incl.interest) euro/m ³ 15,7%
Energiekosten euro/m ³ 0,2%
Overheadkosten Grondstofkosten euro/m ³ euro/m ³ 16,2%
64,6%
Totaal euro/m ³ 100%
Activiteit 5: productiekosten in %
93
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 16
Kosten verdeling in keten voor 3 veenproductie landen
Duits veen euro/m³ Product (veen geladen op vrachtwagen na veenwinning) FOT (Free on truck) prijs
Directe arbeidskosten Afschrijvingskosten Energiekosten Overheadkosten Grondstofkosten euro/m³ kapitaal (incl.interest) euro/m³ euro/m³ euro/m³ euro/m³ 14 7 2 1 2 2 100% 50% 14% 7% 14% 14%
Baltisch veen Directe arbeidskosten Afschrijvingskosten Energiekosten Overheadkosten Grondstofkosten euro/m³ euro/m³ kapitaal (incl.interest) euro/m³ euro/m³ euro/m³ euro/m³ Product (veen geladen op vrachtwagen na veenwinning) 5 2,5 0,5 0,5 1 0,5 100% 50% 10% 10% 20% 10% Binnenlands transport naar zeehaven 3 Laden (geen opslag in haven) 1 FOB (Free on Board) prijs 9 Zeetransport
7
kosten voor de wal
16
Terminal: Lossen Opslaan, opladen enz. FOT (Free on truck) prijs
1 3 20
10% 0,40
62% 2,48
7% 0,28
21% 0,84
Iers veen euro/m³
Binnenlands transport naar zeehaven Laden+opslag in haven FOB (Free on Board) prijs
Directe arbeidskosten Afschrijvingskosten Energiekosten Overheadkosten Grondstofkosten euro/m³ kapitaal (incl.interest) euro/m³ euro/m³ euro/m³ euro/m³ 12 6 1 1 3 1 100% 50% 8% 8% 25% 8% 4 2 18
Zeetransport
5
kosten voor de wal
23
Terminal: Lossen Opslaan, opladen enz. FOT (Free on truck) prijs
1 3 27
Product (veen geladen op vrachtwagen na veenwinning)
Tabel 2.5
10% 0,40
62% 2,48
7% 0,28
21% 0,84
Kosten verdeling in keten voor 3 veenproductie landen tot en met terminal Nederland of FOT(Free On Truck) Duits veen
94
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 17
Drukke perioden van afzet potgrond
Drukste perioden qua afzet potgrond 25
aantal
20 15 10 5
Ja n 1 Ja n 2 Ja n 3 Fe b 1 Fe b 2 Fe b 3 M rt 1 M rt 2 M rt 3 Ap r1 Ap r2 Ap r3 M ei 1 M ei 2 M ei 3 Ju ni Ju 1 ni Ju 2 ni 3 Ju li 1 Ju li 2 Ju li 3 Au g Au 1 g Au 2 g 3 Se p Se 1 p Se 2 p 3 O kt 1 O kt 2 O kt N 3 ov N 1 ov 2 N ov D 3 ec De 1 c D 2 ec 3
0
periode
De drukste perioden qua afzet bij de potgrondfabrikanten en enkele importeurs is te verdelen in drie perioden per maand. Er is in de enquête gevraagd de drukste periode aan te geven qua afzet. Aan de hand van het aantal keer noemen van een drukke periode per bedrijf is de grafiek opgesteld. Er is duidelijk sprake van een seizoenspatroon, waarvan de drukste periode loopt van eind februari tot en met begin juli. De top van de drukste periode is in het midden van mei, wat logisch is omdat de meeste producten die op potgrond gekweekt worden in het voorjaar groeien. Vanaf midden mei neemt de afzet af tot een dieptepunt in midden september, waarna de afzet weer groeit tot en met midden december. Na deze periode vindt er een vrij constante afzet plaats tot midden februari, waarvan de cyclus opnieuw van start gaat. (Enquête gehouden onder leden VPN, 2001)
95
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 18
Beknopte resultaten enquête
Onder de leden van de VPN heb ik aan het begin van mijn afstudeeropdracht een enquête gehouden met het doel een beeld te verkrijgen van de bedrijven binnen de VPN in het algemeen, hoe men werkt op gebied van de aanvoer van grondstoffen- en distributielogistiek en waar de problemen zitten binnen de sector volgens de VPN leden. De uitkomsten van de enquête zijn gebruikt bij de beschrijving van de huidige situatie binnen de potgrondbranche en worden waar mogelijk ook gebruikt bij de toekomstige alternatieve modellen/situaties in het vervolg van deze opdracht. Van de 25 verstuurde enquêtes zijn er 22 teruggestuurd, een response van 88%. De VPN bestaat uit 22 bedrijven die aangesloten zijn als lid. Dit zijn hoofdzakelijk potgrondbedrijven en een 5-tal veenimporteurs. Van deze 5 importeurs is één hiervan een zelfstandig bedrijf, de andere zijn overgenomen of maken deel uit van een grotere groep bedrijven bestaande uit potgrondbedrijven en veenimporteurs. Binnen de VPN zijn 3 bedrijven die een soort groep vormen:" van Buuren groep" horizontaal georiënteerd; “TREF groep” verticaal georiënteerd en "Klasmann Deilmann groep" horizontaal en verticaal georiënteerd. Bedrijf / Groep
Bestaat uit (vestigingen)
ASEF B.V. "van Buuren groep" Bas van Buuren B.V.(Incl.Ev+Kv) Nic. Haasnoot B.V. Potgr.bedr.Vriezenveen B.V. "Klasmann Deilmann groep"
F.W. Meeuwisse B.V. Firma J. Dobbe & ZN GROVA Groeibodems HOLLAND Potgrond B.V. J.C. BOL & ZN. B.V. E.G.O.Potgrond Bleiswijk
Klasmann Benelux B.V.Opm. Bol Grondhandel B.V.V.imp. Trio potgrond centrum Vest.Ned.Duitsl., Pl., Bal.St.*
Plaats
# wn
Didam
20 - 50
Maasland Zaltbommel Vriezenveen
50 - 100 10 - 20 10 - 20 880 Schiedam 10 - 20 Schiedam+(Pb.Dtsl.) < 10 Schiedam 10 - 20 n.v.t. n.v.t. Den Hoorn 10 - 20 Roelofarendsveen
10 - 20
Naaldwijk Wateringen
JONGKIND Grond B.V. LEGRO Potgrond B.V. Lentse Potgrond
3,5,6 5,6 3,5,6
15.000 m³ - 20.000 m³ 5.000 m³ - 10.000 m³ 5.000 m³ - 10.000 m³
100 - 200 vr.(1); 5 - 10 vr.(2); < 5 vr.(3) 25 - 50 vr.(1); 10 - 25 vr.(2) 100 - 200 vr.(1)
1+3; 1+4 3 1+3; 1+4
1,2,3,4,5,6 1,2,3,4,5 1,4,6
5.000 m³ - 10.000 m³ 15.000 m³ - 20.000 m³ 2.000 m³ - 5.000 m³
?? < 5 vr.(2);< 5 vr.(3) 25 - 50 vr.(1); < 5 vr.(2); < 5 vr.(3)
4 n.v.t. 4
6
2.000 m³ - 5.000 m³
10 - 25 vr.(1)
1
6
< 2.000 m³
25 - 50 vr.(1)
1+2
< 10
6
< 2.000 m³
10 - 25 vr.(1)
1
3,6
2.000 m³ - 5.000 m³
50 - 100 vr.(1)
1
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
20 - 50
6
5.000 m³ - 10.000 m³
50 - 100 vr.(1)
1
Bleiswijk Moerdijk Aalsmeer
10 - 20
3,4,5,6
2.000 m³ - 5.000 m³
5 - 10 vr.(1); < 5vr.(2)
4
Asten
10 - 20
6
< 2.000 m³
25 - 50 vr.(1)
1
Elst
10 - 20
6
5.000 m³ - 10.000 m³
50 - 100 vr.(1)
1+4
20 - 50
1,2,3,4,5
5.000 m³ - 10.000 m³
10 - 25 vr.(1);5 - 10 vr.(2);< 5 vr.(3)
1
n.v.t.
NATURADO B.V. Veenendaal Stopwijk(gm.L'dam) Tilburg Zwolle
10 - 20
1
> 25.000 m³
5 - 10 vr.(3)
PRIMASTA B.V.
Asten
10 - 20
3,6
2.000 m³ - 5.000 m³
25 - 50 vr.(1)
3
Slingerland Potgrond TREFGROUP
Zoeterwoude
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
100 20 - 50
3,6
2.000 m³ - 5.000 m³
10 - 25 vr.(1);5 - 10 vr.(2)
10 - 20 20 - 50 < 10
6 5 1,3,5,6
2.000 m³ - 5.000 m³ 5.000 m³ - 10.000 m³ < 2.000 m³
25 - 50 vr.(1) 25 - 50 vr.(1); < 5 vr.(2) 10 - 25 vr.(1)
4 n.v.t. 4 4 1
NEVEMA B.V.
Hoofdvestiging Vestiging Stopwijk Vestiging Tilburg V.imp.
Productiemeth. (1;2;3;4) 2
10 - 20
Hoek van Holland
Vestiging Bleiswijk Vestiging Moerdijk
Aanvoer Binnenkomst # m³ veen Binnenkomst gem.# vrachten (1=vw, grondstoffen gem. per in hoogseizoen ;2=bv;3=coa) gem./week in hoogseizoen 6 > 25.000m³ 50 - 100 vr.(1)
Tref Trade B.V.(De Baat) V.imp Tref Moerdijk (De Baat&GV)V.imp. Tref Substrates Schoonebeek B.V. Tref Substrates Delft+lage Zwaluwe VAN DER GAAG Potgr.B.V.
Coevorden Moerdijk Schoonebeek Delft Maasland
V.imp. = Veenimporteur * =individueel geen lid VPN (wel via groep)
n.v.t. = niet van toepassing (bijvoorbeeld veenimporteur in relatie tot
1.Per coaster# + rechtstreeks naar productielocatie 2.Per coaster#+ binnenvaartschip rechtstreeks naar productielocatie 3.Per coaster# + vrachtwagen rechtstreeks naar productielocatie 4.Per binnenvaartschip rechtstreeks naar productielocatie 5.Per binnenvaartschip + vrachtwagen rechtstreeks naar productielocatie
1. Op de vloer mengen (“in batches”) 2. Mengen met mixer op tijd, op basis van ervaring en inschatting (“in batches”) 3. Mengen met mixer die mengt op basis van constante controle van de verhoudingvan veen en
vraag over product potgrond of niet ingevuld of enquete niet teruggekregen)
6.Per vrachtwagen
toevoegingen (“in batches”)
Opmerking: Klasmann Benelux is een verkooporganisatie en betrekken de producten van de diverse Klassmann-Deilmann productie-vestigingen
1= vrachten per vrachtwagen 2=vrachten per binnenvaartschip 3=vrachten per coaster
4. Volledig computer # inclusief coasters die voor een deel op de binnenwateren kunnen varen
gestuurde productielijn met een continue doorstroom van veen en toevoegingen (“continue stroom”)
96
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bedrijf / Groep
Bestaat uit (vestigingen) Marktsegment
ASEF B.V. "van Buuren groep"
Afzet gebied (% van afzet)
Consumentenmarkt(tuinc.40%-50%;Hob.m.20%-30%;Sup.m.10%-20%);exp.50%-60%
<25km(5%);<50km(5%);<100km(20%);>100km(10%);exp<100km(10%);exp>100km(45%);exp.Buit.EU(5%)
Bas van Buuren (Incl.Ev+Klv)
Professionele Tuinbouw(80%-90%);Consumentenmarkt(10%-15%);exp.(30%-40%)
<25km(30%);<50km(15%);<100km(10%);>100km(5%);exp<100km(10%);exp>100km(20%);exp.Buit. EU(10%)
Nic. Haasnoot B.V.
Professionele Tuinbouw(70%-80%);Consumentenmarkt(20%-30%);exp.(30%-40%)
<25km(3%);<50km(8%);<100km(27%);>100km(19%);exp<100km(0%);exp>100km(40%);exp.Buit.EU(3%)
Potgr.bedr.Vriezenveen B.V.
Professionele Tuinbouw(80%-90%);Consumentenmarkt(10%-20%);exp.(60%-70%)
<25km(15%);<50km(10%);<100km(5%);>100km(0%);exp<100km(0%);exp>100km(50%);exp.Buit.EU(20%)
Klasmann Benelux B.V. Bol Grondhandel B.V.V.imp.
Professionele Tuinbouw(60%-70%);Consumentenmarkt(30%-40%);exp.(20%-30%)
<25km(10%);<50km(30%);<100km(10%);>100km(10%);exp<100km(10%);exp>100km(30%);exp.Buit.EU(0%)
n.v.t.
<25km(50%);<50km(10%);<100km(10%);>100km(0%);exp<100km(20%);exp>100km(0%);exp.Buit.EU(10%)
Trio potgrond centrum
Professionele Tuinbouw(100%);exp.(50%-60%)
<25km(7,5%);<50km(10%);<100km(5%);>100km(22,5%);exp<100km(5%);exp>100km(49%);exp.Buit.EU(1%)
Professionele Tuinbouw(100%);Potpl.(60%-70%);Perkpl.(20%-30%),Boomkwek.(<10%)
<25km(0%);<50km(0%);<100km(80%);>100km(20%);exp<100km(0%);exp>100km(0%);exp.Buit.EU(0%)
"Klasmann groep"
Vest.Ned.Duitsl,Pl.,Bal.St.*
F.W. Meeuwisse B.V. Firma J. Dobbe & ZN GROVA Groeibodems HOLLAND Potgrond B.V. J.C. BOL & ZN. B.V. E.G.O.Potgrond Bleiswijk
Export(<10%) Professionele Tuinbouw(100%);Potpl.(30%-40%);perkpl.(10%-20%);opkweekmat.
<25km(80%);<50km(10%);<100km(10%);>100km(0%);exp<100km(0%);exp>100km(0%);exp.Buit.EU(0%)
bloemkwekerijgew.(50%-60%);export(10%-20%) Professionele Tuinbouw(100%);Potplanten(>70%);Gerbera(20%-30%);Anjer(20%-30%)
<25km(45%);<50km(35%);<100km(15%);>100km(0%);exp<100km(0%);exp>100km(10%);exp.Buit.EU(0%)
Professionele Tuinbouw(100%);exp.(<10%)
<25km(50%);<50km(30%);<100km(15%);>100km(4%);exp<100km(1%);exp>100km(0%);exp.Buit.EU(0%)
n.v.t.
n.v.t.
Professionele Tuinbouw(100%);Potpl.(30%-40%)Boomkw.(40%-50%);exp.(20%-30%)
<25km(30%);<50km(10%);<100km(10%);>100km(15%);exp<100km(5%);exp>100km(5%);exp.Buit. EU(25%)
Professionele Tuinbouw(??%);exp.(??%)
<25km(20%);<50km(30%);<100km(10%);>100km(40%);exp<100km(0%);exp>100km(0%);exp.Buit. EU(0%)
Professionele Tuinbouw(70%-80%);Consumentenmarkt(20%-30%);exp.(??%)
<25km(20%);<50km(20%);<100km(25%);>100km(10%);exp<100km(15%);exp>100km(8%);exp.Buit. EU(2%)
Professionele Tuinbouw(100%);Potpl.(50%-60%);Boomkw.(30%-40%);exp.(20%-30%)
<25km(25%);<50km(22%);<100km(20%);>100km(12%);exp<100km(10%);exp>100km(10%);exp.Buit. EU(1%)
Consumentenmarkt(tuinc.> 70%;Hob.m.(10%-20%);sup.m.(<10%);exp.(<10%);Prof..Tb.(<10%)
<25km(10%);<50km(15%);<100km(50%);>100km(17%);exp<100km(0%);exp>100km(5%);exp.Buit. EU(3%)
Professionele Tuinbouw(>90%);Consumentenmarkt(<10%);exp.(<10%)
<25km(30%);<50km(20%);<100km(15%);>100km(15%);exp<100km(0%);exp>100km(18%);exp.Buit.EU(2%)
PRIMASTA B.V.
Professionele Tuinbouw(40%-50%);Consumentenmarkt(50%-60%);exp.(10%-20%)
<25km(25%);<50km(30%);<100km(20%);>100km(10%);exp<100km(10%);exp>100km(5%);exp.Buit.EU(0%)
Slingerland Potgrond TREFGROUP
n.v.t.
n.v.t.
Professionele Tuinbouw;exp.(< 70%)
<25km(0%);<50km(0%);<100km(0%);>100km(0%);exp<100km(0%);exp>100km(95%);exp.Buit.EU(5%)
Vestiging Bleiswijk Vestiging Moerdijk
JONGKIND Grond B.V. LEGRO Potgrond B.V. Lentse Potgrond NATURADO B.V. Hoofdvestiging Vestiging Stopwijk Vestiging Tilburg
NEVEMA B.V.
V.imp.
Tref Trade B.V.(De Baat) Tref MoerdijkV.imp.
VAN DER GAAG Potgr.B.V.
n.v.t.
Tref Substrates Schoonebeek B. > 70% export;
<25km(0%);<50km(0%);<100km(0%);>100km(0%);exp<100km(0%);exp>100km(0%);exp.Buit. EU(100%)
Tref Substrates Delft+lZ
Professionele Tuinbouw(>90%);Consumentenmarkt(<10%);exp.(??)
<25km(50%);<50km(15%);<100km(15%);>100km(7%);exp<100km(2%);exp>100km(10%);exp.Buit. EU(1%)
Professionele Tuinbouw(100%);Potpl.(60%-70%);Athurium(60%-70%);exp.(<10%)
<25km(20%);<50km(30%);<100km(20%);>100km(15%);exp<100km(0%);exp>100km(5%);exp.Buit. EU(10%)
V.imp. = Veenimporteur * =individueel geen lid VPN (wel via groep)
1e binnen straal van 25 km van bedrijf binnen Nederland (%) 2e binnen straal van 50 km van bedrijf binnen Nederland (%) 3e binnen straal van 100 km van bedrijf binnen Nederland (%) 4e buiten straal van 100 km van bedrijf binnen Nederland (%) 5e export niet verder dan 100 km van bedrijf binnen EU (%) 6e export verder dan 100 km van bedrijf binnen EU (%) 7e export buiten de EU (%)
n.v.t. = niet van toepassing (bijvoorbeeld veenimporteur in relatie tot vraag over product potgrond of niet ingevuld of enquete niet teruggekregen)
97
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bedrijf / Groep
Bestaat uit (vestigingen)
Verpakkings/ Distributie Distributie m³ potgrond in Distributie gem.# vrachten/wk in hoogseizoen leveringsvorm: grondst. hoogseizoen gem.per week (1=vrachtw.2=binnenvaartschip;3=coaster) 1(100%),2(0%),3(0%),4(0%) 2 5.000 m³ - 10.000 m³ 50 - 100 vr.(1)
Bas van Buuren (Incl.Ev+Klv) Nic. Haasnoot B.V. Potgr.bedr.Vriezenveen B.V.
1(25%),2(10%),3(5%),4(60%) 1(70%),2(0%),3(0%),4(30%) 1(70%),2(0%),3(10%),4(20%)
3,5 1 6
15.000 m³ - 20.000 m³ 2.000 m³ - 5.000 m³ 5.000 m³ - 10.000 m³
> 500 vr.(1) 100 - 200 vr.(1) > 500 vr.(1)
Integratie/versterking(nadruk op diff.) n.v.t. Integratie/versterking(nadruk op diff.)
Klasmann Benelux B.V. Bol Grondhandel B.V.V.imp. Trio potgrond centrum Vest.Ned.Duitsl,Pl.,Bal.St.*
1(30%),2(2%),3(3%),4(65%) 1(0%),2(0%),3(0%),4(100%) 1(26%),2(4%),3(12%),4(58%) n.v.t. 1(0%),2(40%),3(0%),4(60%)
2 2,3,5 2 n.v.t. 1
10.000 m³ - 15.000 m³ ?? 2.000 m³ - 5.000 m³
200 - 500 vr.(1) 50 - 100 vr.(1); 5 - 10 vr.(2);< 5 vr.(3) 100 - 200 vr.(1)
Integratie/versterking Integratie/versterking Integratie/versterking
10.000 m³ - 15.000 m³
100 - 200 vr.(1)
Integratie/versterking
1(0%),2(20%),3(0%),4(80%)
1
< 2.000 m³
100 - 200 vr.(1)
Integratie/versterking
1(0%),2(25%),3(0%),4(75%)
5
< 2.000 m³
25 - 50 vr.(1)
Kostenleiderschap
1(0%),2(35%),3(0%),4(65%)
1
2.000 m³ - 5.000 m³
25 - 50 vr.(1)
Differentiatie
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
1(15%),2(15%),3(15%),4(55%)
2,3
10.000 m³ - 15.000 m³
200 - 500 vr.(1)
Differentiatie
ASEF B.V. "van Buuren groep"
Concurrentie strategie Integratie/versterking
"Klasmann groep"
F.W. Meeuwisse B.V. Firma J. Dobbe & ZN GROVA Groeibodems HOLLAND Potgrond B.V. J.C. BOL & ZN. B.V. E.G.O.Potgrond Bleiswijk
Vestiging Bleiswijk Vestiging Moerdijk
JONGKIND Grond B.V. LEGRO Potgrond B.V. Lentse Potgrond
1(50%),2(4%),3(1%),4(45%)
3,6
2.000 m³ - 5.000 m³
50 - 100 vr.(1)
Integratie/versterking
1(40%),2(5%),3(0%),4(55%)
2
< 2.000 m³
50 - 100 vr.(1)
1(5%),2(20%),3(0%),4(75%)
2
2.000 m³ - 5.000 m³
100 - 200 vr.(1)
NATURADO B.V.
1(95%),2(0%),3(0%),4(5%)
6
10.000 m³ - 15.000 m³
200 -500 vr.(1)
Integratie/versterking (nadruk op diff.) Integratie/versterking (nadruk op diff.) Integratie/versterking (nadruk op diff.)
1(0%),2(0%),3(0%),4(100%)
2
20.000 m³ - 25.000 m³
100 - 200 vr.(1); < 5 vr.(2);< 5 vr.(3)
Integratie/versterking
1(50%),2(2%),3(0%),4(48%)
5
2.000 m³ - 5.000 m³
50 - 100 vr.(1)
Integratie/versterking
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
2
10.000 m³ - 15.000 m³
100 - 200 vr.(1);10 en 25 vr.(2)
Integratie/versterking
6 1,2,4 1
< 2.000 m³ 5.000 m³ - 10.000 m³ < 2.000 m³
25 - 50 vr.(1) 100 - 200 vr.(1) 50 - 100 vr.(1)
Integratie/versterking Differentiatie Integratie/versterking
NEVEMA B.V.
Hoofdvestiging Vestiging Stopwijk Vestiging Tilburg V.imp.
PRIMASTA B.V. Slingerland Potgrond TREFGROUP Tref Tref Tref Tref VAN DER GAAG Potgr.B.V.
Trade B.V.(De Baat) V.imp 1(68%),2(0%),3(2%),4(30%) MoerdijkV.imp. Substrates Schoonebeek 1(5%),2(10%),3(0%),4(85%) Substrates Delft+lZ 1(10%),2(10%),3(0%)4(80%) 1(0%),2(10%),3(10%)4(80%)
V.imp. = Veenimporteur 1.Verpakt in zakken op pallets(%) * =individueel geen lid VPN (wel via gro2.Big-bags(%) 3.Big-bales(%) 4.Bulk los gestort(%)
1. 2. 3. 4. 5. 6.
1= vrachten per vrachtwagen 2=vrachten per binnenvaartschip 3=vrachten per coaster Zelf transporteren met eigen wagens en chauffeurs Inhuren van verschillende vaste transporteurs Inhuren van verschillende transporteurs Combinatie 1 (+/-50%) & 2 (+/-50%) Combinatie 1 (+/-75%) & 2 (+/-25%) Combinatie 1 (+/-25%) & 2 (+/-75%)
n.v.t. = niet van toepassing (bijvoorbeeld veenimporteur in relatie tot vraag over product potgrond of niet ingevuld of enquete niet teruggekregen)
98
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 19
CO2 emissie in de keten
Stappen Veenwinning
witveen zwartveen wit- en zwartveen
Land in oude staat brengen
CO2 emissie (kg CO2/m³) witveen 1,755 0,19
CO2 emissie (kg CO2/m³) zwartveen 2,273 0,19
Transport vrachtwagen : witveen (343 km) zwartveen (194 km)
28,5
witveen (1355 km) zwartveen (219 km) witveen (1355 km) zwartveen (219 km) Los Verpakt
9,2
26
Schip:
Lossen of laden schip:
Productie van potgrond Totaal
2,1 0,4 0,8 2,871 3,36 46,3
2,871 3,36 37,6
Totaal is exclusief het transport naar productieplaats en distributie naar klant. Tabel 2.7
CO2 emissie in de keten
(Maanen, 1998, [14])
99
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 20
Berekening besparing Alternatief A
Alternatief A: Kosten Aantal Grondstofkosten veen (bij aankomst in haven) 713.000 Kosten veiligheidsvoorraad veen 713.000 Toeslagstoffen standaard potgrond 713.000 arbeidskosten (direct+indirect) 18 Afschrijvingskosten 750.000 (incl. interest) Energiekosten 713.000 Overheadkosten 750.000 Totaal: Totaal/m³: Deze gegevens (kosten in m³) zijn voor een maximale productie in m³ van: Totaal te produceren volumestroom: Totale benodigde capaciteit: Aaname: # werknemers bij max. productie (in NL.): Productieproductiviteit arbeiders t.o.v. die in Nederland: Totale productie voorgesteld als geheel bulk losse potgrond. Totale toeslagstoffen voor standaard potgrond zijn laag, maar voor de berekening is uitgegaan van een vrij hoge waarde van x euro/m³ : Aantal laden zeeschip 713.000
m³ m³ m³ werkn. m³
prijs (euro) 8,00 1,50 1,00 3.857 5,344
m³ m³
0,076 5,513
9,507
totaal 5.704.000 1.069.500 713.000 69.426 4.008.000 54.188 4.134.750 15.752.864 22,09 75.000 713.000 10 750.000
6 35%
1,00 m³
prijs 1,00
totaal 713.000
Transport kosten (zeeschip)
Aantal 713.000
m³
prijs 7,00
totaal 4.991.000
Overslag in haven (Nederland)
Aantal 713.000
m³
prijs 4,00
totaal 2.852.000
Totale kosten van dit alternatief:
713.000
m³
34,09
24.308.864
Opbrengsten Totaal
Aantal 713.000
m³
Prijs 34,042
Totaal 24.271.946
(Nieuwe standaard potgrond bevat alleen Baltische veen) Kostprijs 'nieuwe standaard potgrond' berekend door bij productieplaats alleen Baltisch veen te gebruiken:
Aantal Besparing: Voordelen t.a.v. km-besparing en beladingsgraad Distributiekosten Bij gezamelijke productie: Professionele markt Consumentenmarkt Exportmarkt
Huidige manier van productie: Professionele markt Consumentenmarkt Exportmarkt
713.000
m³
Gem. afstand in km
aantal
90,00 90,00 90,00 afstand heen en terug
100 100 100
Prijs -0,05
34,042
Totaal -36.918
prijs
372000 248000 93000
m³ m³ m³
0,013888833 0,013888833 0,013888833
372000 248000 93000
m³ m³ m³
0,0166666 0,0166666 0,0166666
totaal 464.998 309.999 116.250 891.246
619.998 413.332 154.999 1.188.329 Kosten besparing distributie: 297.082 De afstanden in de nieuwe situatie in km voor transport (vanaf een nieuwe productielocatie in haven van bijv. R'dam naar de klant en terug) is X % korter dan voor de huidige situatie (van terminal naar productielocatie en terug + distributie eindproduct naar de klant en terug) In de nieuwe situatie 'vervalt' het wegtransport van terminal naar productielocatie, dit wordt interntransport in fabriek. In te vullen voor X % (km besparing): 10% De transportkosten zijn 1 euro/km/ 60 m³ voor 50% bezetting (vol heen en leeg terug): De transportkosten zijn 0,5 euro/km/ 60 m³ voor 100% bezetting (vol heen en vol terug): Op de retourvracht wordt de helft van de transportkosten (0,5 euro/km/ 60 m³ ) terug verdient. Beladingsgraad oude situatie van: 50% Beladingsgraad nieuwe situatie van: 60% Totale besparing nieuwe situatie: Het totaal aantal vrachtwagen km's dat wordt bepaard bij dit percentage is:
0,0166666 0,0083333
260.164 118.833
100
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 21
Berekening besparing Alternatief B
Alternatief B: Totale te produceren in Frankrijk van standaard en specieke potgrond voor Frankrijk, Italie, Spanje en Oostenrijk: Kosten productie van standaard- en niet al te specifieke potgrond Grondstofkosten (FOB): Zwartveen (Duitsland)* 60% (geladen op schip) Witveen (Baltische Staten) 30% Witveen (Ierland) 10% Zeetransport: Zwartveen (Duitsland)** 60% Witveen (Baltische Staten) 30% Witveen (Ierland) 10% Overslag in haven (alleen lossen) Arbeidskosten (direct+indirect) kosten toeslagstoffen standaard potgrond Afschrijvingskosten (incl.interest) Overheadkosten Energiekosten Totaal: Totaal/m³: Deze gegevens (kosten in m³) zijn voor een maximale productie in m³ van: Totaal te produceren volumestroom: Totale benodigde capaciteit:
394.546 aantal 236.728 118.364 39.455 236.728 118.364 39.455 394.546 36 394.546 450.000 450.000 394.546
m³ m³ m³ m³ m³ m³ m³ werkn. m³ m³ m³ m³
prijs 19,00 9,00 18,00 10,00 16,00 10,00 1,00 36.932 1,00 5,344 5,513 0,076
totaal 4.497.824 1.065.274 710.183 2.367.276 1.893.821 394.546 394.546 1.329.552 394.546 2.404.800 2.480.850 29.985 17.963.204 45,53 75.000 394.546 6 450.000
34,564
13.637.088 -4.326.116
5,2606133
* incl.transport naar haven met vrachtwagen ( 300 km/60m3 *1 euro/km = 5 euro) ** transport vanuit Duitsland van 10 euro/m³ per schip FAS = Free at shore; liggend in haven om geladen te worden. Voor totale toeslagstoffen voor standaard potgrond is uitgegaan van een hoge waarde van x/m³ :
1,00
Kosten veengrondstoffen bij aankomst productieplaats Nederland: Samenstelling: FOT prijs/m³ bij terminal NL: Prijs/m³ op productiepl. NL: Gewogen Prijs/m³ : 60% 14 20,67 12,402 30% 20 21 6,3 10% 27 28,2 2,82 100% 21,522 Transportkosten Duits veen vanaf terminal -> productieplaats in NL ; 400 km (op en neer) a 1 euro/km met 60 m³ = 6,67 euro/m³ Transportkosten Baltisch veen vanaf terminal -> productieplaats in NL ; 100 km (op en neer) a 1 euro/km met 100 m³ = 1 euro/m³ Transportkosten Iers veen vanaf terminal -> productieplaats in NL ; 100 km (op en neer) a 1 euro/km met 85 m³ = 1,2 euro/m³ Kosten op productieplaats: 13,042 minimale kostprijs (zonder transport) met dezelfde samenstelling vanaf x euro: 34,564 Zwartveen (Duitsland) Witveen (Baltische St.) Witveen (Ierland)
Kosten productie van standaard- en niet al te specifieke potgrond NL: Hogere kosten ten gevolg van productie in Frankrijk:
394.546
m³
Er wordt uitgegaan van het feit dat er bij allebei altijd retour vrachten kunnen worden meegenomen wat de kosten per kilometer halveert. Van 1 euro/km/60m3 -> 0,5 euro/km/60m3 . Door deze aanname zal er dus uitgegaan worden van een minimale besparing van de kosten, als men produceert in Frankrijk, omdat de km-besparing maar 0,5 euro/km oplevert. Kosten per km per m³ : 0,50 Distributiekosten Land m³ # km distributie # ritten met vw / x m³ Totaal # kosten/m³/km Totaal (met productie in Fr) en retour 60 km met vw Frankrijk* 197.273 800 3288 2.630.307 0,0083 1.315.153 Italië** 140.909 1720 2349 4.040.280 0,0083 2.019.696 Spanje*** 28.182 2180 470 1.024.600 0,0083 511.973 Oostenrijk**** 28.182 2640 470 1.240.800 0,0083 620.004 Totaal: 394.546 7340 8.935.987 4.466.826 Overige landen: zijn niet van toepassing omdat deze distributiekosten gelijk zijn gesteld aan,de distributiekosten als ze vanuit Nederland zouden zijn vervoerd. * Afstand Marseille -> klant -> Marseille (heen&terug 800 km genomen) ** Afstand Marseille -> Rome -> Marseille *** Afstand Marseille -> Madrid -> Marseille **** Afstand Marseille -> Wenen -> Marseille Distributiekosten Land m³ # km distributie/rit # ritten met vw per x m³ Totaal # kosten/m³/km Totaal (met productie in NL) (heen&terug) 60 km met vw Frankrijk* 197.273 2.380 3288 7.825.440 0,0083 3.912.581 Italië** 140.909 3.200 2349 7.516.800 0,0083 3.757.573 Spanje*** 28.182 3.510 470 1.649.700 0,0083 824.323 Oostenrijk**** 28.182 2.190 470 1.029.300 0,0083 514.321 Totaal: 394.546 11.280 18.021.240 9.008.799 * Afstand Utrecht -> Marseille -> Utrecht ** Afstand Utrecht -> Rome -> Utrecht # km dat bespaard wordt: *** Afstand Utrecht -> Madrid -> Utrecht 9.085.253 **** Afstand Utrecht -> Wenen -> Utrecht Kostenbesparing transport d.m.v. productie in Frankrijk: 4.541.973 Uiteindelijk kostenvoordeel productie in Frankrijk:
215.858
101
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 22
Berekening besparing Alternatief C
Alternatief C: Totale gezamelijk te produceren in NL is, het % standaard potgrond van totale afzet verdeelt over de verschillende markten: Totale markt potgrond % m³ standaard potgrond % Bulk los gestort 3.100.000 m³ Professionele markt 12,00% 372.000 10,80% 334.800 Consumentenmarkt 8% 248.000 0% 0 Exportmarkt 3% 93.000 3% 93.000 Totaal: 23,00% 713.000 13,80% 427.800
Verhouding standaard potgrond: Zwartveen (Duitsland) Witveen (Baltische Staten) Witveen (Ierland)
Afname vraag 0%
60,00% 30,00% 10,00% 100,00%
% 1,20% 8% 0% 9,20%
Verpakt op pallets 37.200 248.000 0 285.200
100%
Kosten besparing gezamenlijke productie: 1 x lossen(vw)+opslaan+opladen minder, alleen voor Baltische en Iers veen. (als gevolg van het produceren in de haven, i.p.v. bij leden individueel) Geen productiekosten voordeel in apparatuur en mensen meegenomen
aantal 285.200
m³
prijs 4
totaal 1.140.800
Extra kosten gezamelijke productie: Duurdere locatie 1,5 euro/m³
aantal 713.000
m³
prijs 1,5
totaal 1.069.500 71.300
Distributiekosten Bij gezamelijke productie: Professionele markt Consumentenmarkt Exportmarkt
Gem. afstand in km
aantal
prijs
90,00 90,00 90,00
372.000 248.000 93.000
m³ m³ m³
0,01388883 0,01388883 0,01388883
464.998 309.999 116.250 891.246
100 100 100
372.000 248.000 93.000
m³ m³ m³
0,0166666 0,0166666 0,0166666
619.998 413.332 154.999 1.188.329
afstand heen en terug Huidige manier van productie: Professionele markt Consumentenmarkt Exportmarkt Kosten besparing distributie:
totaal
297.082
De afstanden in de nieuwe situatie in km voor transport (vanaf een nieuwe productielocatie in haven van bijv. R'dam naar de klant en terug) is X % korter dan voor de huidige situatie (van terminal naar productielocatie en terug + distributie eindproduct naar de klant en terug) In de nieuwe situatie 'vervalt' het wegtransport van terminal naar productielocatie, dit wordt interntransport in fabriek. In te vullen voor X % (km besparing):
10%
De transportkosten zijn 1 euro/km/ 60 m³ voor 50% bezetting (vol heen en leeg te 0,0166666 De transportkosten zijn 0,5 euro/km/ 60 m³ voor 100% bezetting (vol heen en vol 0,0083333 Op de retourvracht wordt de helft van de transportkosten (0,5 euro/km/ 60 m³ ) terug verdient. Beladingsgraad oude situatie van: 50% Beladingsgraad nieuwe situatie van:
60%
Totale besparing nieuwe situatie:
368.382
Het totaal aantal vrachtwagen km's dat wordt bepaard bij dit percentage is:
118.833
102
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 23
Berekening besparing alternatief D
Alternatief D: Bedrijven
Volumestroom # ritten per m³ van: Afstand in km tot Afstand in km tot Km-besparing per rit Totale Kostenbesparing op km(euro/km) Besparing veenaanvoer /jr (m³) 100 terminal Nijmegen terminal Moerdijk (heen en terug) km-besparing 1 per m³ Asef 40.625 406 32 134 204 82.875 82.875 2,04 BvB Vriezenveen 40.625 406 99 194 190 77.188 77.188 1,90 Legro 40.625 406 57 102 90 36.563 36.563 0,90 Lentse 40.625 406 3 100 194 78.813 78.813 1,94 Naturado* 40.625 406 30 90 120 48.750 48.750 1,20 Primasta 40.625 406 57 102 90 36.563 36.563 0,90 Tref Coevorden 40.625 406 149 225 152 61.750 61.750 1,52 Tref Schoonebeek 40.625 406 159 234 150 60.938 60.938 1,50 Totaal 325.000 3.250 483.438 483.439 * laat zelf gedeelte van veen komen per coaster aan binnenrivier (Lek) De berekening gaat uit van vrachtwagenkosten van 0,5 euro/km per 100 m³ en en een beladingsgraad van 100% (dit betekent vol heen en vol terug) Dit levert de laagst, ongunstigste besparing op. Besparing:
483.439
De extra kosten die je maakt bij dit alternatief zijn: A. Veen aanvoer is duurder dan in huidige situatie, om twee redenen: 1. Afstand wordt groter, Nijmegen i.p.v. Moerdijk. 2. De mee te nemen hoeveelheid veen per schip (max. 5000 m³) is lager. Extra kosten voor watertransport op rivier :
3
975.000
Totale besparing:
-491.562
103
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 24
Berekening besparing alternatief E
Distributie van 30 pallets van 1 vrachtwagen (truck en oplegger) naar bijvoorbeeld 3 klanten. Totale distributieafstand heen en terug bedraagt 300 km. Beladingsgraad 50% (vol heen en leeg terug). Kosten per kilometer van 1 euro Kosten per pallet: 300 km * 1 euro/km *1/30 = 10 euro/pallet De distrivaart moet zeker onder 10 de euro/pallet komen, zeker omdat er in bijna alle gevallen nog vooren natransport nodig is, omdat men niet direct aan een distrivaartknooppunt zit. Een artikel op internetsite http://www.agriholland.nl/nieuws/2001/24/25211.html , geeft aan dat een besparing van de kosten tot 20% kan worden behaald. Dat betekent dat de kosten op 8 euro/pallet komen. Stel voortransport 15 km en natransport 15 m, enkele reis. Dus totaal 60 km * 1 euro/km *1/30 = 2 euro/pallet. Je zit dan weer op de prijs van 10 euro/pallet.
(Nederland Distributieland, 2001, [16])
104
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 25
Arbeidskosten en productiviteit
Loonkosten: Jaar: 1999
Arbeidskosten productie sector
€ 1 dollar = 1,098 euro $ Nederland 37.882 41.591 Duitsland 50.093 54.998 Ierland 24.326 26.708 Frankrijk 33.638 36.932 Rusland 2.342 2.571 Baltsche Staten 3.513 3.857 (1,5 x hoger dan in Rusland) Bron: The World Competitiveness Yearbook 2000
Arbeidskosten afdelingsmanager $ 59.090 91.029 60.398 72.342 7.000 10.500
€ 64.876 99.942 66.312 79.426 7.685 11.528
(IMD international auteur(s), 2000, [5]) Arbeidsproductiviteit t.o.v. Nederland (100): Arbeidsproductiviteit agrarische sector Nederland 100 Duitsland 95 Ierland 97 Frankrijk 72 Rusland 21 Bron: The World Competitiveness Yearbook 2000
Arbeidsproductiviteit in industrie sector 100 95 34 102 35
(IMD international auteur(s), 2000, [7])
105
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 26
Gevoeligheid alternatieven A, B en C
Alternatief A: 1. Afschrijvingen in kosten/m³ Uitgangspunt: Overheadkosten € 5,513/m³ Maximale productie 75.000 m³ Beladingsgraad 50% km-besparing 0%
Afschrijvingskosten /m³ (in €) Totale besparing (in €) 5,344 -36.918 -411.918 5,844 -786.918 6,344 -1.161.918 6,844
tot. besparing (euro)
afschrijving 2200000 2000000 1800000 1600000 1400000 1200000 1000000 800000 600000 400000 200000 0 -200000 -400000 -600000 -800000 -1000000 -1200000 -1400000
5,344
6,344
6,844
5,844
afschrijving in kosten/m3 (euro)
106
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 2. Overheadkosten Uitgangspunt: Afschrijvingskosten € 5,344/m³ Maximale productie 75.000 m³ Beladingsgraad 50% km-besparing 0%
Overheadkosten/m³ (in €) Totale besparing (in €) -36.918 5,513 -411.918 6,013 -786.918 6,513 -1.161.918 7,013
tot. besparing (euro)
overheadkosten 2200000 2000000 1800000 1600000 1400000 1200000 1000000 800000 600000 400000 200000 0 -200000 -400000 -600000 -800000 -1000000 -1200000 -1400000
5,513
6,013
6,513
7,013
overhead in kosten/m3 (euro)
3. Maximale productiehoeveelheid Maximale productie Totale besparing (in €) -36.918 Uitgangspunt: 50.000 Afschrijvingskosten € 5,34/m³ 288.792 60.000 Overheadkosten € 5,513/m³ -245.058 70.000 288.792 Beladingsgraad 50% 80.000 288.792 km-besparing 0% 90.000 -579.768 100.000 -254.058 110.000 288.792 120.000 362.628 130.000 -1.014.048 140.000 -36.918 150.000
107
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
tot. opbrengst (euro)
maximale productie 2.800.000 2.600.000 2.400.000 2.200.000 2.000.000 1.800.000 1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0 -200.000 -400.000 -600.000 -800.000 -1.000.000 -1.200.000 -1.400.000
maximale productie hoeveelheid
4. Percentage km-besparing Uitgangspunt: Afschrijvingskosten € 5,34/m³ Overheadkosten € 5,513/m³ Beladingsgraad 50%
% km-besparing Totale besparing (in €) -36.918 0 22.498 5 81.915 10 141.331 15 200.748 20 260.164 25 319.581 30 378.997 35 438.413 40 497.830 45 557.246 50
108
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
tot. besparing (euro)
kilometerbesparing 2.200.000 2.000.000 1.800.000 1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0 0 -200.000
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
% kilometerbesparing
5. Beladingsgraad percentage Uitgangspunt: Afschrijvingskosten € 5,34/m³ Overheadkosten € 5,513/m³ km-besparing 0%
% Bezettingsgraad Totale besparing (in €) -36.918 50 71.112 55 161.137 60 237.312 65 302.604 70 359.192 75 408.705 80 452.394 85 491.228 90 525.974 95 557.246 100
109
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland
tot. besparing (euro)
beladingsgraad 2.200.000 2.000.000 1.800.000 1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0 50 -200.000
55
60
65
70
75
80
85
90
95
100
% beladingsgraad
110
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Alternatief B:
1. Productiehoeveelheid (exportafzet) Uitgangspunt: Distributieafstand 800 km (heen en terug) samenstelling 60%-30%-10% € 0,50/km 60 m³/vracht
Totale productie (exportafzet) in m³ 225.000 300.000 375.000 450.000 525.000 600.000 675.000 750.000
Totale besparing (in €) 559.876 746.502 933.127 1.119.752 1.306.378 1.493.003 1.679.628 1.866.254
Werkelijke afzet 394.546 215.858 Werkelijke afzet heeft ongunstige productiehoeveelheid van 450.000 m³, maar de productie kan worden aangepast omdat er nieuw bouw zal moeten plaatsvinden.
tot. besparing (euro)
export hoeveelheid en verdeling over landen 2.200.000 2.000.000 1.800.000 1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0 225.000
300.000
375.000
450.000
525.000
600.000
675.000 750.000
aantal m3 productiehoeveelheid (exportafzet)
111
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 2. Distributieafstand Frankrijk Uitgangspunt: Productiehoeveelheid 450.000 m³ samenstelling (60%-30%-10%) € 0,50/km 60 m³/vracht
# Km-distributieafstand (heen en terug) 400 600 800 1000 1200 1400
Totale besparing (in €) 873.434 544.646 215.858 -112.931 -441.719 -770.507
tot. besparing (euro)
distributieafstand Frankrijk 2200000 2000000 1800000 1600000 1400000 1200000 1000000 800000 600000 400000 200000 0 -200000 400 -400000 -600000 -800000 -1000000
600
800
1000
1200
1400
# km
112
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 3. Samenstelling Uitgangspunt: Productiehoeveelheid 450.000 m³ Distributieafstand 800 km (heen en terug) € 0,50/km 60 m³/vracht
Samenstelling (Dui/BSt/Ier) 60% - 30% - 10% 50% - 35% - 15% 40% - 40% - 20% 30% - 45% - 25% 20% - 50% - 30% 10% - 55% - 35% 0% - 60% - 40%
Totale besparing (in €) 215.858 469.551 723.244 976.937 1.230.630 1.484.323 1.738.016
tot. besparing (euro)
samenstelling 2.200.000 2.000.000 1.800.000 1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0 60% - 30% 10%
50% - 35% 15%
40% - 40% 20%
30% - 45% 25%
20% - 50% 30%
10% - 55% 35%
0% - 60% 40%
samenstelling (Dui/BSt/Ier)
113
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 4. Kosten/kilometer Uitgangspunt: Productiehoeveelheid 450.000 m³ Distributieafstand 800 km (heen en terug) Samenstelling (60%-30%-10%) 60 m³/vracht
€/km 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0
Totale besparing (in €) -1.600.932 -692.537 215.858 1.124.252 2.032.647 2.941.042 3.849.437 4.757.831
0,476237 5
0
tot. besparing (euro)
kosten/kilometer 2.200.000,0 2.000.000,0 1.800.000,0 1.600.000,0 1.400.000,0 1.200.000,0 1.000.000,0 800.000,0 600.000,0 400.000,0 200.000,0 0,0 0,3 -200.000,0 -400.000,0 -600.000,0 -800.000,0 -1.000.000,0 -1.200.000,0 -1.400.000,0 -1.600.000,0 -1.800.000,0
1,0 0,9 0,8 0,7
0,6 0,5 0,4
kosten/kilometer in euro
114
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 5. Volume/vracht Uitgangspunt: Productiehoeveelheid 450.000 m³ Distributieafstand 800 km (heen en terug) Samenstelling (60%-30%-10%) € 0,50/km
Volume in m³ per vracht 50 55 60 65 70 75 80
Totale besparing (in €)
62,99379
0
1.124.252 628.764 215.858 -133.525 -432.996 -692.537 -919.636
tot. besparing (euro)
# m3 per vracht 2.200.000 2.000.000 1.800.000 1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 50 m³ 800.000 600.000 400.000 200.000 0 -200.000 -400.000 -600.000 -800.000 -1.000.000 -1.200.000
55 m³ 60 m³
65 m³
70 m³
75 m³
80 m³
hoeveelheid m³ per vracht
115
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Alternatief C: 1. Samenstelling Uitgangspunt: Bezettingsgraad 50% Km-besparing 0%
Samenstelling (Dui/BSt/Ier) 60% - 30% - 10% 50% - 35% - 15% 40% - 40% - 20% 30% - 45% - 25% 20% - 50% - 30% 10% - 55% - 35% 0% - 60% - 40%
Totale besparing (in €) 368.382 653.582 938.782 1.223.982 1.509.182 1.791.382 2.079.582
tot.besparing(euro)
samenstelling 2.200.000 2.000.000 1.800.000 1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0 60% - 30% - 50% - 35% - 40% - 40% - 30% - 45% - 20% - 50% - 10% - 55% 10% 15% 20% 25% 30% 35%
0% - 60% 40%
samenstelling (Dui/BSt/Ier)
116
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 2. Percentage km-besparing Uitgangspunt: Bezettingsgraad 50% Samenstelling (60%-30%-10%)
% Km-besparing Totale besparing (in €) 0 71.300 5 130.716 10 190.133 15 249.549 20 308.966 25 368.382 30 427.799 35 487.215 40 546.631 45 606.048 50 665.464
tot. besparing (euro)
kilometerbesparing 2.200.000 2.000.000 1.800.000 1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0 0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
% kilometerbesparing
117
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 3. Beladingsgraad percentage Uitgangspunt: km-besparing 0% Samenstelling (60%-30%-10%)
% Bezettingsgraad Totale besparing (in €) 50 71.300 55 179.330 60 269.355 65 345.530 70 410.822 75 467.410 80 516.923 85 560.612 90 599.446 95 634.192 100 665.464
tot. besparing (euro)
beladingsgraad 2.200.000 2.000.000 1.800.000 1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0 50
55
60
65
70
75
80
85
90
95
100
% beladingsgraad
118
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 4. Afzet standaard potgrond
Afname vraag standaard potgrond(%) 0 5 10 15 20 25 30 35 40
Uitgangspunt: Bezettingsgraad 50% Km-besparing 0% Samenstelling (60%-30%-10%) Afname met x% van 713.000 m³
Totale besparing (in €) 71.300 67.735 64.170 60.605 57.040 53.475 49.910 46.345 42.780
tot. besparing (euro)
vraag afname 2.200.000 2.000.000 1.800.000 1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0 0
5
10
15
20
25
30
35
40
% vraag afname
119
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 1(Samenstelling)+ Combinatie 2(kmbesparing)+ 3(beladingsgraad) Uitgangspunt: 1 vraag of productie 2 713.000 m³ 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Samenstelling (Dui/BSt/Ier) 60% - 30% - 10% 55% - 32,5% - 12,5% 50% - 35% - 15% 45% - 37,5% - 17,5% 40% - 40% - 20% 35% - 42,5% - 22,5% 30% - 45% - 25% 25% - 47,5% - 27,5% 20% - 50% - 30% 15% - 52,5% - 32,5% 10% - 55% - 35%
% Km% Totale besparing besparing Bezettings(in €) graad 0 50 71.300 5 55 375.945 10 60 653.582 15 65 910.445 20 70 1.150.984 25 75 1.378.464 30 80 1.595.335 35 85 1.803.468 40 90 2.004.319 45 95 2.199.039 50 100 2.388.546
tot. besparing (euro)
combinatie samenstelling en kilometerbesparing en bezetingsgraad 2.200.000 2.000.000 1.800.000 1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
combinatienummers
120
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland 1(samenstelling)+4(afzet)
Combinatie
Uitgangspunt: Afzet, vraag van 713.000 m³ Bezettingsgraad 50% Km-besparing 0%
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Samenstelling (Dui/BSt/Ier) 60% - 30% - 10% 55% - 32,5% - 12,5% 50% - 35% - 15% 45% - 37,5% - 17,5% 40% - 40% - 20% 35% - 42,5% - 22,5% 30% - 45% - 25% 25% - 47,5% - 27,5% 20% - 50% - 30%
Vraag (m³) Totale besparing (in €) 713.000 71.300 677.350 203.205 641.700 320.850 606.050 424.235 570.400 513.360 534.750 588.225 499.100 648.830 463.450 695.175 427.800 727.260
In de toekomst zal de samenstelling verschuiven van samenstelling 1 naar 9. Ook zal het gebruik van standaard potgrond iets afnemen, hier genomen 5%, 10%, 15% enz van 713.000 m³ per periode (of per combinatie).
combinatie samenstelling en vraagafname 2.200.000
tot. besparing (euro)
2.000.000 1.800.000 1.600.000 1.400.000 1.200.000 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
combinaties
121
Vereniging van Potgrondfabrikanten in Nederland Bijlage 27 jaar
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Terugverdientijd investering Investering Nettowinst Afschrijving Cash flow -5.500 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 215 300 350 400 450 500 550 600 650 700 750 800 850 900 950
0 367 367 367 367 367 367 367 367 367 367 367 367 367 367 367
-5.500 582 667 717 767 817 867 917 967 1017 1067 1117 1167 1217 1267 1317
CW (contante waarde Investering+ cash flows) Cash flow -5.500 529 551 539 524 507 489 471 451 431 411 392 372 353 334 315
-4.971 -4.420 -3.881 -3.357 -2.850 -2.360 -1.890 -1.439 -1.007 -596 -205 167 520 853 1.169
(x €1000) Tabel 6.2
Terugverdientijd
Cash flow = nettowinst plus afschrijvingen Restwaarde is gelijk aan 0 Levensduur 20 jaar i = 10% € 367.000 Afschrijving (lineair): (Beek, A. van, 1993, [1]) (Herel, 1997, [6]) De terugverdientijd is iets meer dan 11 jaar.
122