Amsterdam, 24 augustus 2012
ABN AMRO rapporteert onderliggende nettowinst van EUR 827 miljoen over H1 2012 en EUR 341 miljoen over Q2 2012
De onderliggende nettowinst, exclusief integratie- en separatiekosten, daalde in de eerste helft van 2012 tot EUR 827 miljoen (vergeleken met EUR 974 miljoen in H1 2011) als gevolg van hogere voorzieningen
Het onderliggende bedrijfsresultaat steeg in de eerste helft van 2012 met 4% en de onderliggende efficiëntieratio verbeterde tot 59%, tegen 63% in de eerste helft van 2011
De onderliggende nettowinst nam in het tweede kwartaal van 2012 af tot EUR 341 miljoen (tegen EUR 486 miljoen in Q1 2012), omdat de voorzieningen bijna verdubbelden
De gerapporteerde nettowinst bedroeg EUR 289 miljoen in het tweede kwartaal van 2012 en EUR 743 miljoen in de eerste helft van 2012
Per 30 juni 2012 verbeterde de Core Tier 1 ratio naar 11,9%. De Tier 1 ratio en de total capital ratio waren iets lager met respectievelijk 12,7% en 16,2%
De resterende klantgerelateerde integratieactiviteiten zullen naar verwachting eind dit jaar worden afgerond
Gerrit Zalm, Bestuursvoorzitter ABN AMRO Group: “In de eerste helft van 2012 was, zoals verwacht, nog steeds sprake van lastige marktomstandigeheden. De recessie, die in de tweede helft van 2011 begon, blijft de Nederlandse economie beïnvloeden. Dit blijkt uit een scherpe stijging van het aantal bedrijfsfaillissementen vergeleken met de eerste zes maanden van 2011 en uit het werkloosheidscijfer dat, hoewel nog steeds relatief laag, in de afgelopen drie kwartalen is opgelopen. De bank behaalde over de eerste zes maanden van 2012 een bevredigend resultaat in dit moeilijke bedrijfsklimaat, dat vooral de Nederlandse activiteiten beïnvloedde. De bijdrage van de internationale activiteiten bleef onveranderd ten opzichte van vorig jaar. De onderliggende nettowinst bedroeg EUR 827 miljoen, 15% lager dan in de eerste zes maanden van 2011. Een bescheiden verbetering van het bedrijfsresultaat werd meer dan tenietgedaan door een stijging van de kredietvoorzieningen in het merendeel van onze activiteiten. Kostenbeheersing en integratievoordelen droegen bij aan een verbeterde efficiëntieratio van 59%. Het Core Tier 1 kapitaal nam beduidend toe na de met Ageas getroffen schikking. Een Tier 2 transactie werd in juli 2012 uitgevoerd om, vooruitlopend op de invoering van Basel III, het Tier 2 kapitaal en het total capital verder te versterken. Inclusief deze transactie is tot nu toe dit jaar voor EUR 14,6 miljard aan langetermijnleningen uitgegeven, terwijl alle in 2012 aflopende langetermijnleningen in afgelopen april reeds zijn geherfinancierd. De bank heeft haar leidende positie in retail banking verder uitgebouwd en verbeterd, met extra aandacht voor mobiel en internetbankieren. Onze verbeterde website is goed ontvangen en voor het eerst zijn er maandelijks meer transacties via mobiel bankieren dan via internet bankieren. Dit getuigt van een aanhoudende verschuiving in klantengedrag. Voor de rest van 2012 verwachten wij dat de markten zwak blijven, de kredietvoorzieningen verder toenemen en de bankbelasting een aanzienlijke invloed uitoefent (circa EUR 100 miljoen). Onze voornaamste aandacht gaat, net als voorheen, uit naar onze klanten, de kwaliteit van onze dienstverlening, kostenbeheersing, de kwaliteit van de activa en de laatste onderdelen van het integratieproces.”
1
Winst- en verliesrekening De gerapporteerde nettowinst van ABN AMRO Group bedroeg in de eerste helft van 2012 EUR 743 miljoen, inclusief separatie- en integratiekosten van EUR 84 miljoen na belasting. De onderliggende nettowinst, exclusief deze kosten, was EUR 827 miljoen. De in dit persbericht gepresenteerde analyse is gebaseerd op de onderliggende resultaten, tenzij anders aangegeven. Een meer gedetailleerd overzicht van de gerapporteerde geconsolideerde winst- en verliesrekening is opgenomen in bijlage 1. Een meer gedetailleerd overzicht van de separatie- en integratiekosten en een aansluiting van de gerapporteerde en de onderliggende resultaten is opgenomen in bijlage 2.
Eerste helft 2012 vergeleken met eerste helft 2011 Onderliggende resultaten (in EUR miljoen)
Nettorentebaten Nettoprovisiebaten Overige baten
Eerste helft 2012
Eerste helft 2011
2.515
2.566
-2%
788
973
-19%
Mutatie
510
571
-11%
Operationele baten
3.813
4.110
-7%
Personeelslasten
1.154
1.414
-18%
Overige lasten
1.093
1.184
-8%
Operationele lasten
2.247
2.598
-14%
Bedrijfsresultaat
1.566
1.512
4%
554
310
79%
1.012
1.202
Voorzieningen voor kredieten en overige vorderingen
Resultaat voor belastingen
-16%
Belastingen
185
228
-19%
Winst over de periode
827
974
-15%
Overige gegevens Eerste helft 2012
Eerste helft 2011
Onderliggende efficiëntieratio
59%
63%
Rendement op gemiddeld eigen vermogen
14%
16%
Rendement op gemiddelde RWA (in bp)
135
174
Netto rentebaten / gemiddelde totale activa (in bp)
122
133
Cost of risk (in bp) FTE (einde van de periode)
90
55
23.863
24.225*
* Per 31 december 2011
Desinvesteringen beïnvloedden de ontwikkeling van de operationele baten en lasten vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, maar hadden slechts een gering effect op de ontwikkeling van de nettowinst. De daling van de onderliggende nettowinst hield verband met hogere voorzieningen voor kredieten en 1 andere vorderingen. Deze daling werd deels gecompenseerd door de vrijval van de Credit Umbrella en andere voorzieningen uit hoofde van de EC Remedy van in totaal EUR 129 miljoen na belasting in de eerste helft van 2012. Verdere bijzonderheden over omvangrijke posten en desinvesteringen zijn opgenomen in bijlage 4. Vergeleken met de eerste helft van 2011 daalden de operationele baten met 7% tot EUR 3.813 miljoen. Exclusief desinvesteringen daalden deze baten met 4%. 1
Financiële garantie ter dekking van een deel van de potentiële kredietverliezen op een ten tijde van de afwikkeling van de verkoop uit hoofde van de EC Remedy bestaande portefeuille.
2
De nettorentebaten namen af met 2%. Hoewel de concurrentie op de Nederlandse spaarmarkt in het tweede kwartaal van 2012 enigszins is afgenomen, bleven de spaarmarges onder druk staan. De lagere marges werden deels gecompenseerd door hogere volumes: de klantendeposito‟s stegen in de eerste zes maanden van 2012 met EUR 7,9 miljard. Daarnaast stegen de fundingkosten door een verdere verlenging van het looptijdenprofiel. De daling van de nettorentebaten werd deels gecompenseerd door de volgende ontwikkelingen: de marges op een deel van de hypotheekportefeuille verbeterden, de kredietportefeuille van ECT (LC&MB) steeg ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar en ook waren volumes in securities financing (Markets) hoger. Desinvesteringen hadden een licht negatief effect op de nettorentebaten. De nettoprovisiebaten gingen met 19% omlaag, hetgeen vooral te wijten was aan lagere transactievolumes als gevolg van de onzekerheid op de markten en diverse positieve omvangrijke posten in 2011. In alle bedrijfsonderdelen deed zich een daling voor, behalve in Merchant Banking waar met name werd geprofiteerd van hogere provisies bij ECT. Exclusief desinvesteringen gingen de nettoprovisiebaten met 12% omlaag. De overige baten kwamen 11% lager uit vergeleken met de eerste helft van 2011. Dit was het gevolg van 2 een combinatie van minder gunstige Credit Valuation Adjustments (CVA) en lagere resultaten in verband met de ineffectiviteit van hedge accounting door de volatiliteit in de rentecurve. Exclusief desinvesteringen daalden de overige baten met 9%. Deze daling werd deels gecompenseerd door de vrijval van de Credit Umbrella en andere voorzieningen uit hoofde van de EC Remedy in de eerste helft van 2012. Van de totale operationele baten werd 83% gerealiseerd in Nederland, 11% in de rest van Europa en 6% in de rest van de wereld. De operationele lasten daalden met 14% oftewel EUR 263 miljoen. Exclusief een in de eerste helft van 2011 genomen herstructureringslast van EUR 200 miljoen en het effect van desinvesteringen bleven de operationele lasten vrijwel onveranderd. Het positieve effect van herclassificaties (zie voor meer informatie de toelichting op Commercial Banking in bijlage 3) werd tenietgedaan door gestegen operationele verliezen als gevolg van internetcriminaliteit en door diverse geringe kostenstijgingen, waaronder toevoegingen aan juridische en andere voorzieningen. Het bedrijfsresultaat toonde een lichte stijging tot EUR 1.566 miljoen, terwijl de efficiëntieratio met 4 procentpunt verbeterde naar 59%. De voorzieningen voor kredieten en overige vorderingen stegen met EUR 244 miljoen. Reden was dat de economische neergang aanleiding gaf tot hogere voorzieningen, met name in sectoren zoals de bouwnijverheid, (zakelijk) vastgoed en de detailhandel. De voorzieningen voor hypotheken stegen van 8 tot 11 basispunten (ten opzichte van de gehele hypotheekportefeuille) als gevolg van een daling van de huizenprijzen en lagere veilingopbrengsten. Ook de voorzieningen voor consumentenleningen stegen licht, terwijl de voorzieningen voor MKB-leningen op een hoog niveau bleven. De totale voorzieningen ten opzichte van de gemiddelde naar risico gewogen activa (‘cost of risk’) bedroegen 90 basispunten in de eerste helft van 2012, tegen 55 basispunten in de eerste helft van 2011. De onderliggende effectieve belastingdruk liet in de eerste helft van 2012 een lichte daling zien van 19% naar 18%. Het aantal fulltime equivalents (FTE’s) exclusief tijdelijk personeel daalde met 362 ten opzichte van ultimo 2011. Dit viel grotendeels toe te schrijven aan de voortgang van de integratie binnen Group Functions en de verdere optimalisatie van het kantorennetwerk. Het aantal FTE‟s daalde in Retail Banking (217), Private Banking (48) en Group Functions (298). Dit werd deels gecompenseerd door een toename van FTE‟s in Commercial Banking (76) en Merchant Banking (125). De stijging bij Merchant Banking is het gevolg van de uitbreiding van de buitenlandse activiteiten en de versterking van bepaalde producten. 2
Marktwaardeaanpassingen voor tegenpartijkredietrisico.
3
In de eerste zes maanden van 2012 steeg het beheerd vermogen met EUR 8,4 miljard tot EUR 155,0 miljard. Circa driekwart van de stijging hield verband met de marktontwikkeling en de rest kan worden toegeschreven aan een stijging van netto nieuw vermogen, voornamelijk deposito‟s.
Resultaten per bedrijfssegment Nadere segmentinformatie over Retail Banking, Private Banking, Commercial Banking, Merchant Banking en Group Functions wordt gegeven in bijlage 3. Retail Banking boekte een nettowinst van EUR 396 miljoen, tegen EUR 476 miljoen in de eerste helft van 2011. Deze daling was het gevolg van lagere operationele baten door margedruk op spaarproducten en hogere voorzieningen. Private Banking behaalde een winst van EUR 63 miljoen, vergeleken met EUR 116 miljoen in de eerste helft van 2011. Deze daling hield verband met lagere netto provisies en hogere voorzieningen.
Commercial Banking boekte een nettowinst van EUR 35 miljoen, vrijwel onveranderd ten opzichte van de eerste helft van 2011. De voorzieningen bleven op een hoog niveau, vooral voor MKB-bedrijven. Merchant Banking behaalde een nettowinst van EUR 206 miljoen, vergeleken met EUR 283 miljoen in de eerste helft van 2011. Een sterke verbetering van het bedrijfsresultaat werd meer dan tenietgedaan door hogere voorzieningen. Group Functions boekte een nettowinst van EUR 127 miljoen, tegen een winst van EUR 63 miljoen in de eerste helft van 2011. De operationele baten kwamen lager uit, maar dit werd ruimschoots gecompenseerd door een daling van de operationele lasten, aangezien in de eerste helft van 2011 een omvangrijke herstructureringsvoorziening was genomen.
4
Tweede kwartaal 2012 vergeleken met eerste kwartaal 2012 De gerapporteerde nettowinst bedroeg EUR 289 miljoen in het tweede kwartaal, inclusief separatie- en integratiekosten van EUR 52 miljoen na belasting. De onderliggende nettowinst, exclusief deze kosten, bedroeg EUR 341 miljoen.
Onderliggende resultaten Tweede kwartaal 2012
Eerste kwartaal 2012
1.278
1.237
Nettoprovisiebaten
385
403
-4%
Overige baten
235
275
-15%
1.898
1.915
-1%
Personeelslasten
584
570
2%
Overige lasten
545
548
-1%
Operationele lasten
1.129
1.118
1%
Bedrijfsresultaat
769
797
-4%
Voorzieningen voor kredieten en overige vorderingen
367
187
96%
Resultaat voor belastingen
402
610
-34%
61
124
-51%
341
486
-30%
(in EUR miljoen)
Nettorentebaten
Operationele baten
Belastingen
Winst over de periode
Mutatie 3%
Overige gegevens Tweede kwartaal 2012
Eerste kwartaal 2012
Onderliggende efficiëntieratio
59%
58%
Rendement op gemiddeld eigen vermogen
11%
17%
Rendement op gemiddelde RWA (in bp)
111
160
Netto rentebaten / gemiddelde totale activa (in bp)
122
122
Cost of risk (in bp)
119
61
30 juni 2012 Naar risico gewogen activa / totale activa Beheerd vermogen (in EUR miljard) Naar risico gewogen activa (in EUR miljard) FTE's
31 maart 2012
30%
30%
155,0
155,5
Mutatie
0%
124,4
121,1
3%
23.863
23.997
-1%
De onderliggende nettowinst in het tweede kwartaal van 2012 daalde met EUR 145 miljoen, vanaf een niveau van EUR 486 miljoen in het eerste kwartaal, met name als gevolg van beduidend hogere voorzieningen in zowel Commercial Banking als Merchant Banking. In beide kwartalen vond een vrijval plaats van de Credit Umbrella en andere voorzieningen uit hoofde van de EC Remedy: EUR 48 miljoen na belasting in het eerste kwartaal van 2012 en EUR 81 miljoen na belasting in het tweede kwartaal van 2012. De operationele baten bleven vrijwel onveranderd ten opzichte van het eerste kwartaal van 2012 en bedroegen EUR 1.898 miljoen. De nettorentebaten gingen met 3% omhoog. Dit hield hoofdzakelijk verband met een hoger mismatch-resultaat en een stijging van de zakelijke kredietportefeuille. Ondanks de aanzienlijke stijging van de spaardeposito‟s in Retail Banking en Private Banking (in totaal EUR 7,7 miljard) stonden de spaarmarges onder druk. De nettoprovisiebaten daalden met 4%, voornamelijk als gevolg van lagere transactievolumes. De overige baten namen met 15%, oftewel EUR 40 miljoen, af, vooral vanwege lagere resultaten in verband met de ineffectiviteit van hedge accounting en CVA‟s. Dit werd deels gecompenseerd door een hogere vrijval van de Credit Umbrella en andere voorzieningen uit hoofde van de EC Remedy alsmede hogere resultaten uit deelnemingen. 5
De operationele lasten namen met 1% toe. De initiële lasten van EUR 13 miljoen uit de Nederlandse 3 bankenbelasting in het eerste kwartaal zijn in het tweede kwartaal weer teruggedraaid. De personeelslasten stegen met 2% als gevolg van de reguliere loonstijging, terwijl de overige lasten in het tweede kwartaal 1% lager waren ondanks de hogere kosten voor internetcriminaliteit. Het bedrijfsresultaat daalde met 4% tot EUR 769 miljoen en de efficiëntieratio bedroeg 59% ten opzichte van 58% in het eerste kwartaal van 2012. De voorzieningen voor kredieten en overige vorderingen stegen naar EUR 367 miljoen, tegen EUR 187 miljoen in het eerste kwartaal. De stijging vond vooral plaats bij Commercial Banking alsmede bij Merchant Banking, waar aanzienlijk hogere voorzieningen en IBNI (Incurred But not Identified)-voorzieningen werden geboekt, onder meer voor de bouwnijverheid, de zakelijke vastgoedsector en de publieke sector. De voorzieningen in Commercial & Merchant Banking zullen naar verwachting dit jaar hoog blijven. De voorzieningen voor hypotheken stegen licht ten opzichte van het eerste kwartaal. De onderliggende effectieve belastingdruk daalde in het tweede kwartaal van 2012 van 20% naar 15%, vooral door een stijging van de belastingvrije baten vergeleken met het eerste kwartaal. Retail Banking droeg EUR 195 miljoen bij (tegen EUR 201 miljoen), Private Banking EUR 8 miljoen (tegen EUR 55 miljoen), Merchant Banking EUR 71 miljoen (tegen EUR 135 miljoen) en Group Functions EUR 80 miljoen (tegen EUR 47 miljoen). Commercial Banking boekte een verlies van EUR 10 miljoen (vergeleken met een winst van EUR 45 miljoen in het eerste kwartaal).
3
ABN AMRO verwacht dat de Nederlandse bankbelasting later dit jaar met terugwerkende kracht wordt ingevoerd. Dit heeft naar verwachting een negatief effect op de winstgevendheid van circa EUR 100 miljoen na belasting dat waarschijnlijk in het vierde kwartaal van 2012 wordt verantwoord.
6
Balans Verkort geconsolideerd overzicht van de financiële positie 30 Jun 2012
31 Dec 2011
Kasgelden en kasequivalenten
13.928
7.641
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
32.429
29.523
Financiële beleggingen
18.555
18.721
Kredieten en vorderingen - bankiers
51.269
61.319
(in EUR miljoen)
Waarvan securities financing-activiteiten
28.107
27.825
288.069
272.008
25.687
16.449
17.055
15.470
421.305
404.682
Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
23.925
22.779
Verplichtingen bankiers
31.160
30.962
11.994
12.629
229.357
213.616
33.434
25.394
94.617
96.310
Kredieten en vorderingen - private en publieke sector Waarvan securities financing-activiteiten Overig
Totaal activa
Waarvan securities financing-activiteiten Verplichtingen private en publieke sector Waarvan securities financing-activiteiten Uitgegeven schuldbewijzen Achtergestelde schulden Overig
Totaal verplichtingen Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders Belang van derden
Totaal eigen vermogen Totaal verplichtingen en eigen vermogen
6.789
8.697
21.915
20.898
407.763
393.262
13.524
11.400
18
20
13.542
11.420
421.305
404.682
Voornaamste ontwikkelingen in de totale activa De totale activa namen met EUR 16,6 miljard toe tot EUR 421,3 miljard per 30 juni 2012. De toename was vooral toe te schrijven aan hogere klantvolumes in securities financing, groei van de zakelijke kredietportefeuille en wijzigingen in de reële waarde van rentederivaten. De kasgelden en kasequivalenten stegen met EUR 6,3 miljard, voornamelijk als gevolg van een stijging van de bij DNB geplaatste deposito‟s. De financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden stegen met EUR 2,9 miljard, vooral door een aanzienlijke verschuiving in de rentecurve, die een mutatie in de reële waarde van rentederivaten tot gevolg had. Een vergelijkbare mutatie vond plaats in de derivatenposities die in de financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden zijn opgenomen. De post kredieten en vorderingen – bankiers daalde met EUR 10,1 miljard, met name omdat lagere termijndeposito‟s werden aangehouden bij (centrale) banken. Dit werd deels gecompenseerd door hogere onderpandeisen voor de derivatenposities. De post kredieten en vorderingen – private en publieke sector steeg met EUR 16,1 miljard tot EUR 288,1 miljard. De stijging hield grotendeels verband met volumegroei in securities financing transacties met professionele tegenpartijen. Exclusief securities financing nam de kredietportefeuille toe met EUR 6,8 miljard, vooral als gevolg van groei bij Merchant Banking. De hypotheekportefeuille bleef stabiel op EUR 155,4 miljard; het marktaandeel van ABN AMRO in nieuwe hypotheekproductie tot meer 4 dan 20% in de eerste zes maanden van 2012.
4
Bron: Kadaster (www.kadaster.nl).
7
Kredieten en vorderingen - private en publieke sector 30 Jun 2012
31 Dec 2011
262.382
255.559
R&PB
179.123
178.507
C&MB
78.207
72.075
5.052
4.977
25.687
16.449
288.069
272.008
(in EUR miljoen)
Kredieten en vorderingen - private en publieke sector overig (incl. voorzieningen)
Group Functions Securities financing-activiteiten
Totaal kredieten en vorderingen - private en publieke sector
Voornaamste ontwikkelingen in de totale verplichtingen De totale verplichtingen zijn met EUR 14,5 miljard gestegen tot EUR 407,8 miljard, voornamelijk door een aanzienlijke stijging in de post verplichtingen private en publieke sector. De financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden stegen met EUR 1,1 miljard, vooral door een aanzienlijke verschuiving in de rentecurve, die wijzigingen in de reële waarde van rentederivaten tot gevolg had. Deze werd gecompenseerd door een daling van de shortposities. De verplichtingen private en publieke sector stegen met EUR 15,7 miljard tot EUR 229,4 miljard. Voor een groot deel hield deze stijging verband met de volumegroei in securities financing (EUR 8,0 miljard) en de toename van klant deposito‟s (EUR 7,9 miljard). De grootste instroom vond plaats bij Retail Banking (EUR 4,1 miljard) en Private Banking (EUR 3,2 miljard), hoofdzakelijk als gevolg van vakantiegelduitkeringen en de succesvolle uitrol van MoneYou in Duitsland.
Verplichtingen private en publieke sector 30 Jun 2012
31 Dec 2011
(in EUR miljoen)
Totaal deposito's
195.673
187.797
R&PB
133.602
126.279
C&MB
58.523
54.855
3.548
6.663
Group Functions Overig (inclusief securities financing-activiteiten)
Totaal verplichtingen private en publieke sector
33.684
25.819
229.357
213.616
De uitgegeven schuldbewijzen daalden met EUR 1,7 miljard tot EUR 94,6 miljard. De daling werd vooral veroorzaakt doordat minder gebruik werd gemaakt van kortetermijnfunding (CP/CD), terwijl de nieuw uitgegeven langetermijnfunding de afgeloste langetermijnfunding in de eerste helft van 2012 overtroffen. De achtergestelde verplichtingen liepen met EUR 1,9 miljard terug tot EUR 6,8 miljard, vooral door de schikking van juridische geschillen met Ageas. Deze leidde tot opheffing van de verplichting van EUR 2,0 miljard die voortvloeide uit de conversie van Mandatory Convertible Securities (MCS). Het totale eigen vermogen steeg met EUR 2,1 miljard. Dit was vooral toe te schrijven aan een toename van het eigen vermogen met EUR 1,6 miljard na afwikkeling van de bovengenoemde juridische geschillen en aan de gerapporteerde nettowinst van EUR 0,7 miljard.
8
Kapitaalpositie Per 30 juni 2012 verbeterde de Core Tier 1 ratio onder Basel II naar 11,9%. De Tier 1 en de total capital ratio bedroegen respectievelijk 12,7% en 16,2%. Regulatory capital Basel II (in miljoenen)
Total Equity (IFRS)
30 Jun 2012
31 Dec 2011
13.542
11.420
Participations in financial institutions
- 304
- 299
Other regulatory adjustments
1.504
1.484
14.742
12.605
-
1.750
993
994
15.735
15.349
Subordinated Debt
4.769
4.887
Participations in financial institutions
- 304
- 299
- 34
- 80
20.166
19.857
124.380
118.286
101.605
101.609
15.461
13.010
Market Risk (RWA)
7.314
3.667
Core Tier 1 ratio
11,9%
10,7%
Tier 1 ratio
12,7%
13,0%
Total Capital ratio
16,2%
16,8%
Core Tier 1 capital Non-innovative hybrid capital instruments Innovative hybrid capital instruments
Tier 1 Capital
Other regulatory adjustments
Total Capital Risk-Weighted Assets Credit Risk (RWA) Operational Risk (RWA)
N.B. De Core Tier 1 ratio is gedefinieerd als Tier 1 kapitaal exclusief alle hybride kapitaalinstrumenten gedeeld door de naar risico gewogen activa.
Voornaamste veranderingen in de wettelijk vereiste kapitaalpositie In juni kwamen ABN AMRO en Ageas een schikking overeen met betrekking tot alle uitstaande juridische 5 geschillen . Als onderdeel van de schikking heeft ABN AMRO eenmalig een bedrag in contanten van EUR 400 miljoen aan Ageas betaald. De MCS-verplichting stond eerder op de balans voor EUR 2 miljard, waarvan EUR 1,75 miljard als Tier 1 kapitaal werd aangemerkt. Met deze schikking nam het Core Tier 1 kapitaal toe met EUR 1,6 miljard, terwijl het Tier 1 kapitaal en daarmee ook het total capital met EUR 150 miljoen daalde. De gerapporteerde nettowinst toe te rekenen aan aandeelhouders bedroeg in de eerste helft van 2012 EUR 745 miljoen, waarvan 60% oftewel EUR 447 miljoen is opgenomen in het Core Tier 1 kapitaal. De kapitaalpositie wordt berekend in overeenstemming met het dividendbeleid dat streeft naar een uitkering van 40% van de gerapporteerde nettowinst. Gezien het huidige economische klimaat en de komende invoering van Basel III achtte het management het prudent geen interim-dividend in 2012 uit te keren. Een stijging van de naar kredietrisico gewogen activa door groei van de activiteiten (EUR 3,5 miljard) en toepassing van de standaardbenadering op een deel van de portefeuille grootzakelijke klanten (EUR 3,8 miljard) werd met name tenietgedaan door een vrijval volgend op de voltooiing van de IT-migratie eind 2011 (EUR 4,8 miljard). De naar operationeel risico gewogen activa en de naar marktrisico gewogen activa stegen met name in afwachting van de overgang van de standaardbenadering naar de geavanceerde benadering. Basel III /CRD IV 5
Deze omvatten tevens de geschillen betreffende de Mandatory Convertible Securities (MCS) en ABN AMRO Capital Finance Ltd (voorheen Fortis Capital Company Ltd.). Voor nadere bijzonderheden wordt verwezen naar het persbericht van 28 juni 2012 en noot 14 in het Condensed Consolidated Interim Financial Statement 2012.
9
Bij de invoering van Basel III in CRD IV (Europese regelgeving) worden de huidige kapitaalratio‟s onder Basel II vertaald in lagere ratio‟s. Onder de nieuwe conceptregels worden de kapitaaleisen verhoogd, worden aanvullende kapitaalaftrekposten ingevoerd en prudentiële filters aangepast. De CRD IVconcepttekst schrijft voor dat een deel van de nieuwe regels gefaseerd wordt ingevoerd. Uitgaande van de toepassing van de CRD IV-conceptregels met gefaseerde invoering vertaalt de kapitaalpositie van 30 juni 2012 zich in een Common Equity Tier 1 (CET1) ratio van 10,8%, boven ABN AMRO‟s doelstelling van ten minste 10% vanaf 2013. De „fully-loaded‟ CET1 ratio (na volledige toepassing van alle in te voeren regels) zou uitkomen op 9,3%.
Regulatory capital Basel III Basel II
Basel III phase-in 2013
Basel III full phase-in 2013*
Core Tier 1 / Common Equity Tier 1 ratio
11,9%
10,8%
9,4%
Tier 1 ratio
12,7%
11,5%
10,1%
Total capital ratio
16,2%
13,1%
11,7%
Volledige toepassing van alle in te voeren regels inclusief de overgangsregels voor kapitaalinstrumenten.
Verder wordt onder Basel III een leverage ratio voorgesteld van ten minste 3% in 2018. De berekening van deze ratio is gewijzigd naar aanleiding van een verfijning in de interpretatie van de conceptregels van de wettelijke richtlijnen. Uitgaande van het huidige Tier 1 kapitaal onder Basel II bedroeg de leverage ratio van ABN AMRO op basis van de herziene berekening 3,1% per 30 juni 2012 (onveranderd vergeleken 6 met 3,1% ultimo 2011). Invloed van wijzigingen in IAS 19 De Europese Commissie heeft de wijzigingen van IAS 19 bekrachtigd. Deze nieuwe regels voor de verwerking van personeelsbeloningen zijn van kracht voor rapportage perioden die op of na 1 januari 2013 beginnen. Voor transparantie doeleinden is het potentiële effect van eerdere invoering berekend. Indien in 2012 ingevoerd, zouden de wijzigingen in IAS 19 het totaal eigen vermogen per 30 juni 2012 met EUR 0,5 miljard (na belasting) hebben verhoogd. De wijzigingen in IAS 19 Personeelsbeloningen hebben geen invloed op de CET1 ratio onder „fully-loaded‟ Basel III zolang de pensioenactiva de pensioenverplichtingen overtreffen. Indien sprake is van een netto pensioenactief, wordt verwacht dat onder de gefaseerde toepassing van Basel III, het positieve effect van dit pensioenactief gedurende een periode van vijf jaar geleidelijk tot nul wordt teruggebracht met ingang van 2013. Een verplichting onder een toegezegde-pensioenregeling (activa lager dan verplichtingen) wordt direct verwerkt in het CET1 kapitaal. Het effect van de wijzigingen in IAS 19 op het totale eigen vermogen zal naar verwachting zeer volatiel zijn omdat die afhankelijk is van de verdisconteringsvoet.
6
Deze ratio is herberekend op basis van de herziene rekenmethode en verschilt derhalve van de leverage ratio die in het Annual Report 2011 is vermeld.
10
Liquiditeitsbeheer en funding De meeste funding wordt aangetrokken via spaargelden en deposito‟s van klanten van Retail & Private Banking en Commercial & Merchant Banking. De volatiliteit op de markten voor wholesale-funding heeft de concurrentieslag om spaargelden en deposito‟s verhevigd en druk op de spaarmarges veroorzaakt. Per 30 juni 2012 waren de totale klantendeposito‟s met EUR 7,9 miljard toegenomen, van een niveau van EUR 187,8 miljard ultimo 2011. Dit was vooral het gevolg van hogere deposito‟s van Retail Banking, Private Banking en Commercial Banking klanten. Alle in 2012 aflopende wholesale-funding in april 2012 geherfinancierd. De na die datum aangetrokken wholesale-funding wordt voornamelijk gebruikt als pre-funding van een deel van de fundingbehoefte voor 2013. In de eerste helft van 2012 werd voor in totaal EUR 10,7 miljard geplaatst in diverse benchmark-transacties en onderhandse plaatsingen in alle belangrijke valuta‟s en diverse looptijden. Van het totaal geplaatste bedrag in de eerste helft van 2012 was 74% in Senior Unsecured Bonds, 17% in Covered Bonds en 9% in LT-repo‟s. De gemiddelde oorspronkelijke looptijd van de nieuw uitgegeven leningen in de eerste helft van 2012 was circa 6,2 jaar, waardoor de gemiddelde resterende looptijd van de langetermijnleningen is gestegen naar 4,1 jaar. In juli en augustus is voor nog eens EUR 3,9 miljard aan leningen uitgegeven, inclusief EUR 1 miljard aan 10-jaars subordinated notes. Liquidity parameters Loan-to-deposit ratio Available Liquidity buffer (in miljarden)
30 Jun 2012
31 Dec 2011
129%
130%
52,6
58,5
De loan-to-deposit ratio verbeterde naar 129% op 30 juni 2012, een daling ten opzichte van 130% ultimo 2011. Dit was het gevolg van depositogroei (vooral in Retail & Private Banking), die deels werd geneutraliseerd door een stijging van met name zakelijke kredieten. Een onbezwaarde liquiditeitsbuffer wordt aangehouden als buffer voor het geval zich ernstige liquiditeitsproblemen voordoen. De liquiditeitsbuffer werd teruggebracht van het verhoogde niveau van ultimo 2011 tot EUR 52,6 miljard, met name door een reductie van de cash component. De absolute bedragen van de overige componenten van de liquiditeitsbuffer bleven vrijwel onveranderd. Na een herrekening, met uitsluiting van bepaalde activa en toepassing van conservatievere stressscenario‟s, kwam de wettelijk vereiste liquiditeitsrapportage uit op EUR 7 miljard per 31 december 2011, in plaats van de in het jaarverslag 2011 (blz. 118) gerapporteerde EUR 25 miljard. Hoewel het cijfer lager was, lag de wettelijk vereiste liquiditeit nog steeds boven de minimumeis. De wettelijk vereiste liquiditeit wordt gebruikt voor de berekening van de LCR (Liquidity Coverage Ratio) en deze ratio is derhalve ook herberekend: per 31 december 2011 bedroeg de herziene LCR 57%. Daarnaast is de methodiek voor het berekenen van de survival period verbeterd, waarmee de gevoeligheden op dit punt in de balans beter worden weergegeven. De herrekende survival period per 31 december 2011 was >11 maanden in plaats van >365 dagen zoals vermeld in het jaarverslag 2011 (blz. 119).
11
Kredietwaardigheid Per de datum van dit persbericht waren de kredietratings van ABN AMRO Bank als volgt: Credit ratings ABN AMRO Bank NV Ratingbureau DBRS Fitch Ratings Moody‟s S&P
Long term Ahigh A+ A2 A+
Outlook Stable Stable Stable Negative
Short term R-1middle F1+ P-1 A-1
Mutatie Ongewijzigd Ongewijzigd 15 juni 2012 Ongewijzigd
In januari 2012 heeft S&P de outlook van de rating van ABN AMRO aangepast naar „negatief‟ volgend op de aanpassing van de outlook van de rating van de Nederlandse staat. In juni 2012 heeft Moody‟s in zijn beoordeling van ruim 100 Europese financiële instellingen zowel de „long term‟ als de „stand-alone unsupported‟ rating van ABN AMRO, in lijn met die van branchegenoten, verlaagd naar respectievelijk „A2„ en „Baa2‟.
Risicomanagement ABN AMRO zag in de eerste helft van 2012 een geringe stijging (EUR 0,1 miljard) van de „impaired‟ portefeuille (leningen waarvoor voorzieningen zijn getroffen) tot EUR 8,7 miljard per 30 juni 2012. De voorzieningen zijn echter toegenomen vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, als gevolg van de verslechterende economische omstandigheden in en buiten Nederland. De MKB-markt heeft te lijden van de lagere investeringen en het teruggelopen consumentenvertrouwen, zoals te zien in de toename van de voorzieningen in Commercial Banking vanaf de tweede helft van 2011. De dekkingsratio voor on balance krediet risico toonde een lichte daling van 60,5% ultimo 2011 tot 59,6% op 30 juni 2012.
Nederlandse huizenmarkt, hypotheken en consumentenleningen De Nederlandse huizenmarkt zwakte in 2012 verder af, met een voortgaande daling van de huizenprijzen. Onzekerheid over de toekomst van de hypotheekrenteaftrek heeft nog steeds een negatieve invloed op de huizenmarkt. De woninghypotheekportefeuille bleef in de eerste helft van 2012 stabiel op EUR 155,4 miljard. De nieuwe hypotheekproductie bedroeg EUR 6 miljard, waarvan zo‟n 55% onder de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) viel. De gemiddelde geïndexeerde loan-to-market value van de woninghypotheekportefeuille bedroeg per 30 juni 2012 79% (2 procentpunten hoger ten opzichte van 31 december 2011). NHG-hypotheken maakten 22% uit van de totale hypotheekportefeuille. De portefeuille van woninghypotheken met betalingsachterstanden daalde in de eerste helft van 2012 met EUR 145 miljoen, omdat de hoge instroom van achterstallige posten afnam. Daarnaast zijn extra maatregelen genomen (zoals het aftoppen van hypotheken en meer specifieke klantenondersteuning) om het toegenomen risico te beperken. Als gevolg daarvan keerde de instroom in de portefeuille van hypotheken met betalingsachterstanden terug naar het normale niveau van vóór de crisis. De impaired ratio voor woninghypotheken bleef vergeleken met ultimo 2011 onveranderd op 0,9%. De impaired portefeuille toonde een lichte stijging, aangezien de huidige economische omstandigheden onder meer tot hogere werkloosheid hebben geleid. Een verdere stijging van het werkloosheidscijfer in Nederland kan in de toekomst leiden tot hogere voorzieningen. In de portefeuille consumentenleningen, die onveranderd bleef op EUR 16,3 miljard per 30 juni 2012, deed zich een lichte stijging voor in de portefeuille leningen met voorzieningen, die per 30 juni 2012 EUR 0,5 miljard bedroeg. Zakelijke kredieten De voorzieningen voor zakelijke kredieten namen vergeleken met dezelfde periode vorig jaar toe als gevolg van de daling van de waarde van het onderpand, zoals van gebouwen en inventaris die door kredietnemers als zekerheid worden verstrekt. De verslechtering is in de gehele zakelijke kredietportefeuille zichtbaar, maar het meest in de bouwnijverheid, de detailhandel en (zakelijk) vastgoed.
12
De portefeuille van zakelijke kredieten zonder voorzieningen met betalingsachterstanden (inclusief meer dan 90 dagen betalingsachterstand) daalde van EUR 1,1 miljard naar EUR 0,8 miljard per 30 juni 2012 als gevolg van een verscherpte controle op kredietdossiers. De impaired portefeuille voor zakelijke kredieten bleef onveranderd op EUR 6,7 miljard. De dekkingsratio voor de totale zakelijke kredietportefeuille toonde een lichte daling, van 69,8% ultimo 2011 tot 69,1% op 30 juni 2012. Per 30 juni 2012 bedroeg de „Exposure at Default‟ (uitstaand bedrag bij wanbetaling, EAD) van vastgoed, inclusief zakelijk vastgoed en vastgoed voor eigen gebruik door klanten, EUR 9,8 miljard. Dit was 3,2% hoger dan ultimo 2011, met name in Commercial Banking. Het grootste deel van het zakelijke vastgoed bestaat vooral uit beleggingen in Nederlands vastgoed en betreft professionele klanten van Merchant Banking, Commercial Banking (inclusief de publieke sector) en Private Banking. Op beperkte schaal worden belangen in zowel kantoorgebouwen als grondbanken gefinancierd. Als reactie op de negatieve vooruitzichten voor de Nederlandse vastgoedsector heeft ABN AMRO een grondige screening uitgevoerd van de zakelijke vastgoedleningen. Hierbij werd zowel de kwaliteit van de activa als de kredietkwaliteit van de kredietnemer doorgelicht. De screening omvatte tevens een analyse van de loan-to-value ratio‟s (schulden ten opzichte van de waarde van het vastgoed) en de capaciteit tot aflossing en rentebetaling. Een Incurred But Not Identified (IBNI)-kredietvoorziening van EUR 44 miljoen werd genomen voor alle vastgoedleningen met een hoog risico. Dientengevolge is de verhouding voorzieningen ten opzichte van EAD in de vastgoedportefeuille gestegen van 5,3% ultimo 2001 naar 6,7%. Het management heeft het acceptatiebeleid voor zakelijke vastgoedleningen aangescherpt en schenkt extra aandacht aan het beheer van de huidige portefeuille. De totale kredietportefeuille van ECT besloeg zo‟n 4% van de totale kredietportefeuille per 30 juni 2012. De helft van de ECT-kredietportefeuille bestond uit de sector Commodities en de andere helft uit Transportation (1/3) en Energy (1/6). De off-balance kredietfaciliteiten hadden met name betrekking op klanten in de sector Commodities en maakten rond 20% uit van de totale off-balance posities van ABN AMRO. De off-balance faciliteiten en garanties van Commodities zijn in de eerste helft van 2012 gestegen. Dit betrof grotendeels niet gecommitteerde kortetermijnfaciliteiten. De kredietportefeuille van Commodities nam licht toe en de voorzieningen bleven op een laag niveau. De portefeuille van Transportation is gespreid over segmenten zoals tankers, droge/natte bulk en containerschepen. De nadruk ligt op de grote vaart (vooral moderne, zuinige schepen) en de containerindustrie. Het grootste deel van de portefeuille stamt uit de periode na 2008, een periode van relatief lage waarderingen. In de eerste helft van 2012 toonde de portefeuille van Transportation een lichte toename, deels als gevolg van de stijging van de Amerikaanse dollar. Ondanks de moeilijke marktomstandigheden in bepaalde delen van de scheepvaartsector, met name de tanker- en droge bulkmarkt, bleven de voorzieningen op een gematigd niveau. De portefeuille van Energy heeft een gespreid klantenbestand in de olie- en gassector en de offshore dienstverlening en wordt doorgaans gekenmerkt door langetermijncontracten met grote oliemaatschappijen. De voorzieningen op de portefeuille van Energy bleven in de eerste helft van 2012 op een verwaarloosbaar niveau.
Europese posities Per 30 juni 2012 waren de kredietposities (gebaseerd op EAD) geconcentreerd in Nederland (79%) en de rest van Europa (13%), met name in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Het grootste deel van de kredietposities in de rest van Europa was geconcentreerd in bedrijven (51%), terwijl instellingen 29% en centrale overheden en centrale banken 20% voor hun rekening namen. De leningen aan Italiaanse en Spaanse overheden bleven onveranderd op respectievelijk EUR 0,3 miljard en EUR 0,1 miljard. Er waren geen noemenswaardige uitzettingen op Italiaanse en Spaanse instellingen en bedrijven. De positie in Griekse overheidsgegarandeerde leningen bedroeg per 30 juni 2012 EUR 0,4 miljard na aftrek van voorzieningen (bruto EUR 1,2 miljard).
Integratie De meeste integratieprojecten zijn thans met succes afgewikkeld. De resterende klantgerichte integratieactiviteiten, die veel kleiner van omvang zijn, liggen op schema en worden naar verwachting in 2012 volgens de planning en binnen het oorspronkelijke totaalbudget van EUR 1,6 miljard afgerond. In de eerste helft van 2012 bedroegen de integratiekosten EUR 111 miljoen voor belasting (EUR 84 miljoen na 13
belasting), waardoor de totale integratiekosten tot eind juni 2012 EUR 1,3 miljard bedroegen. De integratiesynergieën kwamen aan het eind van de eerste helft van 2012 uit op circa EUR 0,8 miljard en de verwachting is dat vanaf 1 januari 2013 de synergiedoelstelling van EUR 1,1 miljard per jaar wordt gehaald.
Gebeurtenissen na 1 juli 2012 De verkoop en overdracht van de intermediaire verzekeringsactiviteiten voor grootzakelijke klanten aan Aon werd op 2 juli 2012 afgerond. De verzekeringsactiviteiten voor het midden- en kleinbedrijf werden tegelijkertijd ondergebracht bij ABN AMRO Verzekeringen. Op 6 juli 2012 heeft ABN AMRO voor EUR 1 miljard aan 10-jaars subordinated notes geplaatst. De notes zullen het totale vermogen onder Basel II in het derde kwartaal versterken en komen naar verwachting vanaf januari 2013 in aanmerking voor het overgangsregime van CRD IV. Of deze notes definitief kwalificeren voor Basel III, hangt af van de toekomstige opname van de Crisis Management Directive (CMD) in de Nederlandse regelgeving. Op 13 juli 2012 hebben ABN AMRO, Pensioenfonds Fortis Bank Nederland en ABN AMRO Pensioenfonds een overeenkomst gesloten om de twee pensioenfondsen te fuseren. Alle in het Pensioenfonds Fortis Bank Nederland opgebouwde rechten zullen worden overgedragen aan ABN AMRO Pensioenfonds. ABN AMRO faciliteert de fusie door middel van compensatiebetalingen om te garanderen dat de opgebouwde rechten niet worden aangetast. De kosten van de overdracht van de beleggingsportefeuille komen eveneens voor rekening van ABN AMRO. Verder vrijwaart ABN AMRO beide pensioenfondsen tegen een mogelijk negatief effect van de fusie. De totale kosten worden op dit moment geraamd op rond EUR 175 miljoen en maken deel uit van het totale budget van EUR 1,6 miljard voor integratiekosten. De fusie is onder voorbehoud van goedkeuring door DNB en bepaalde opschortende voorwaarden, waaronder een due diligence-onderzoek. De fusie wordt naar verwachting op 1 januari 2013 van kracht.
Dit persbericht is een vertaling van het Engelse persbericht. Bij verschillen tussen de Engelse en de Nederlandse versie is het Engelse persbericht leidend. De bijlagen zijn in het Engels bijgevoegd.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: ABN AMRO Press Office
[email protected] +31 20 6 288 900
ABN AMRO Investor Relations
[email protected] +31 20 6 282 282
14
Annex 1: Reported Consolidated Income Statement Reported results H1 2012
H1 2011
Change
Interest income
6,870
6,903
0%
Interest expense
4,355
4,337
0%
2,515
2,566
-2%
1,308
1,315
-1%
(in millions)
Net interest income Fee and commission income Fee and commission expense
520
342
52%
Net fee and commission income
788
973
-19%
Net trading income
207
119
74%
48
269
-82%
Results from financial transactions Share of result in equity accounted investments
33
46
-28%
222
137
62%
Operating income
3,813
4,110
-7%
Personnel expenses
1,139
1,388
-18%
General and administrative expenses
1,089
1,172
-7%
131
184
-29%
2,359
2,744
-14%
Other income
Depreciation and amortisation of tangible and intangible assets Operating expenses
1,454
1,366
6%
Impairment charges on loans and other receivables
554
310
79%
Operating profit before taxes
900
1,056
-15%
Income tax expenses
157
192
-18%
Profit for the period
743
864
-14%
Owners of the company
745
856
Non-controlling interests
-2
8
62%
67%
Operating result
Attributable to:
Reported cost/income ratio
15
Annex 2: Reconciliation from reported to underlying results The reported figures were impacted by several items related to the integration of ABN AMRO Bank and 7 FBN. To ensure a better understanding of the underlying trends, the 2012 and 2011 figures have been adjusted for these items. Income Statement Separation & integrationrelated costs
Reported
Underlying
H1 2012
H1 2011
H1 2012
H1 2011
H1 2012
H1 2011
2,515
2,566
-
-
2,515
2,566
Net fee and commission income
788
973
-
-
788
973
Other non-interest income
510
571
-
-
510
571
Operating income
3,813
4,110
-
-
3,813
4,110
Operating expenses
2,359
2,744
112
146
2,247
2,598
Operating result
1,454
1,366
- 112
- 146
1,566
1,512
(in millions)
Net interest income
Impairment charges on loans and other receivables
554
310
-
-
554
310
Operating profit before taxes
900
1,056
- 112
- 146
1,012
1,202
Income tax
157
192
- 28
- 36
185
228
Profit for the period
743
864
- 84
- 110
827
974
Gross
Net
Gross
Net
R&PB
12
9
13
10
C&MB
1
1
6
4
98
74
126
95
Integration costs
111
84
145
109
Separation costs
1
-
1
1
Separation and integration related costs H1 2012 (in millions)
Group Functions (incl. restructuring provisions)
Closing EC Remedy
Total
7
H1 2011
-
-
-
-
112
84
146
110
The integration of the two banks follows the separation of ABN AMRO Bank from RBS N.V. and Fortis Bank Nederland N.V. (FBN) from Fortis Bank SA/NV.
16
Annex 3: Segmented underlying results ABN AMRO is organised into Retail & Private Banking (R&PB), Commercial & Merchant Banking (C&MB) and Group Functions. For financial reporting purposes, the Managing Board has adopted the following segment reporting: Retail Banking, Private Banking, Commercial Banking, Merchant Banking and Group Functions.
Breakdown of underlying result of Retail & Private Banking R&PB consists of Retail Banking and Private Banking, each of which serves a different client base with a tailored proposition.
Underlying results R&PB Retail Banking (in millions)
Net interest income Net fee and commission income Other non-interest income Operating income
Private Banking
R&PB Total
H1 2012
H1 2011
Change
H1 2012
H1 2011
Change
H1 2012
H1 2011
1,286
1,337
-4%
275
261
5%
1,561
1,598
231 13
248 22
-7% -41%
253 39
317 34
-20% 15%
484 52
565 56
1,530
1,607
-5%
567
612
-7%
2,097
2,219
Personnel expenses Other expenses
234 616
244 608
-4% 1%
218 221
242 222
-10% 0%
452 837
486 830
Operating expenses
850
852
0%
439
464
-5%
1,289
1,316
Operating result Impairment charges on loans and other receivables
680
755
-10%
128
148
-14%
808
903
153
125
22%
54
11
207
136
Operating profit before taxes
527
630
-16%
74
137
-46%
601
767
Income tax expenses
131
154
-15%
11
21
-48%
142
175
Profit for the period
396
476
-17%
63
116
-46%
459
592
Other indicators Retail Banking
Private Banking
R&PB Total
H1 2012
H1 2011
H1 2012
H1 2011
H1 2012
H1 2011
56%
53%
77%
76%
61%
59%
252
287
88
169
201
252
97
75
75
16
91
58
30 Jun 2012
31 Dec 2011
30 Jun 2012
31 Dec 2011
30 Jun 2012
31 Dec 2011
Loan-to-deposit ratio Loans and receivables - customers (in billions)
206%
218%
28%
28%
131%
137%
162.3
162.6
0%
16.8
16.0
5%
179.1
178.5
Of which mortgages Due to customers (in billions)
151.8 76.1
151.5 72.0
0% 6%
3.5 57.5
3.6 54.3
-2% 6%
155.3 133.6
155.1 126.3
RWA (in billions) FTEs (end of period)
29.4 6,463
32.3 6,680
-9% -3%
14.0 3,698
13.8 3,746
1% -1%
43.4 10,161
46.1 10,426
Underlying cost/income ratio Return on average RWA (in bp) Cost of risk (in bp)
Change
17
Change
Retail Banking 8
Retail Banking serves Mass Retail and Preferred Banking clients and offers a wide variety of banking and insurance products and services through the branch network, online, via contact centres and through subsidiaries. Retail Banking‟s net profit in the first half of 2012 was down by EUR 80 million to EUR 396 million as a result of lower operating income and higher impairment charges. Operating income for the first half of 2012 showed a decline of EUR 77 million or 5% to EUR 1,530 million. Net interest income decreased by EUR 51 million to EUR 1,286 million, as savings revenues were under pressure. Even though average savings volumes increased significantly, margins were lower as interest rates fell compared to a year ago. The average consumer loan book increased. Margins on the mortgage book improved, even though the average size of the mortgage book was slightly lower. Net fee and commission income showed a EUR 17 million decrease to EUR 231 million, due to lower transaction volumes as a result of unfavourable market conditions. Operating expenses were flat compared to the same period in 2011. Personnel expenses decreased by 4% due to a lower number of FTEs as the branch network was further optimised. Other expenses showed a marginal increase as higher losses for cybercrime were compensated by a decrease in temporary staff expenses and intersegment costs. The operating result declined by EUR 75 million or 10%, and the cost/income ratio rose to 56% from 53% in the same period in 2011. Impairment charges on loans and other receivables increased by EUR 28 million to EUR 153 million. The increase in impairment charges is mainly related to the residential mortgage portfolio and to a lesser extent to consumer loans, reflecting a deterioration in the economic environment in the Netherlands compared to a year ago. The combination of increased impairment charges and a decrease in RWA pushed up the cost of risk by 22bp to 97bp. Loans and receivables – customers showed a slight decrease compared to year-end 2011 to EUR 162.3 billion. This decrease was predominantly apparent in consumer loans, as households used (part of) their holiday payments to reduce their borrowing. The residential mortgage book (more than 90% of Retail Banking´s loan book) was stable at EUR 151.8 billion.. Although the number of mortgage transactions remained at low levels, new mortgage production picked up in May and June due to an anticipated increase in the transfer tax. Gross new production in first half of 2012 was EUR 6 billion. Due to customers rose by EUR 4.1 billion to EUR 76.1 billion at 30 June 2012. The increase (recorded mainly in savings deposits) was partly attributable to holiday payments and the successful roll-out of MoneYou in Germany. FTEs in Retail Banking decreased by 217 in the first six months of 2012 to 6,463, due mainly to further optimisation of the branch network and the transfer of several Business Banking account managers to Commercial Banking.
8
Preferred Banking is ABN AMRO‟s servicing concept for clients with a net monthly income exceeding EUR 5,000 or EUR 50,000 – EUR 1 million in investable assets.
18
Private Banking Private Banking provides global wealth management solutions to its clients and offers a rich array of products and services designed to address their individual needs. Private Banking operates under the brand name ABN AMRO MeesPierson in the Netherlands and internationally under the name ABN AMRO Private Banking and local brands such as Banque Neuflize OBC in France and Bethmann Bank in Germany. The Private Banking segment includes the activities of the International Diamond & Jewelry Group (ID&JG). Private Banking‟s net profit declined by EUR 53 million to EUR 63 million as a result of lower fee levels and higher impairment charges. Divestments influenced the analysis of both operating income and expenses, but had only a small positive impact on net profit in 2011. Operating income showed a decrease of 7% to EUR 567 million. Excluding the divestment of the Swiss Private Banking activities, operating income was almost unchanged. Net interest income increased by 5% to EUR 275 million as clients switched out of investments into cash, partly offset by the divestment. Net fee and commission income decreased significantly by 20% due to volatile stock markets and structurally lower fee income following the divestment of the Swiss Private Banking activities. Other non-interest income rose by EUR 5 million to EUR 39 million as a EUR 12 million provision related to the divestment in Switzerland was released in Q1 2012. Operating expenses declined by 5% or EUR 25 million. Excluding the divestment, costs increased somewhat as a result of higher intersegment costs. The operating result fell by 14% to EUR 128 million, while the cost/income ratio deteriorated to 77% from 76%. Impairment charges on loans and other receivables showed a sharp increase to EUR 54 million for the first half of 2012. Impairment charges were taken for commercial real estate-linked exposures, the diamond financing activities and some legacy products. Loans and receivables – customers rose 5% to EUR 16.8 billion, due in particular to an increase in international private banking activities. Due to customers increased by EUR 3.2 billion as a result of deposit inflow, mainly in the international private banking activities, and clients switching from securities to cash. Assets under Management (AuM) increased by EUR 8.4 billion to EUR 155.0 billion as a result of improved market performance of the securities portfolios and net new assets of EUR 2.3 billion, mainly in international private banking. Net new assets comprised mainly cash. Assets under Management developments (in billions)
Balance on 1 January Net new assets Market performance Divestments/Acquisitions Other Closing balance*
H1 2012
2011
146.6 2.3 6.1 155.0
164.2 0.9 -9.3 -5.0 -4.2 146.6
* Closing balance 2011 is 31 December
19
Breakdown of underlying result of Commercial & Merchant Banking
C&MB is organised into Commercial Banking and Merchant Banking, each of which serves a different client base with tailored business propositions.
Underlying results C&MB Commercial Banking
Merchant Banking
C&MB Total
H1 2012
H1 2011
Change
H1 2012
H1 2011
Change
H1 2012
H1 2011
Net interest income
614
627
-2%
320
253
26%
934
880
Net fee and commission income
160
195
-18%
193
174
11%
353
369
10
45
-78%
282
280
1%
292
325
Operating income
784
867
-10%
795
707
12%
1,579
1,574
Personnel expenses
160
176
-9%
155
139
12%
315
315
Other expenses
336
410
-18%
295
283
4%
631
693
Operating expenses
496
586
-15%
450
422
7%
946
1,008
Operating result Impairment charges on loans and other receivables
288
281
2%
345
285
21%
633
566
(in millions)
Other non-interest income
241
229
5%
106
- 38
347
191
Operating profit before taxes
47
52
-10%
239
323
-26%
286
375
Income tax expenses
12
16
-25%
33
40
-18%
45
56
Profit for the period
35
36
-3%
206
283
-27%
241
319
Other indicators Commercial Banking
Merchant Banking
C&MB Total
H1 2012
H1 2011
H1 2012
H1 2011
H1 2012
H1 2011
63%
68%
57%
60%
60%
64%
26
27
100
179
71
110
177
172
51
- 24
102
66
30 Jun 2012
31 Dec 2011
30 Jun 2012
31 Dec 2011
30 Jun 2012
31 Dec 2011
126%
122%
135%
137%
130%
128%
42.2
41.9
1%
61.7
46.6
32%
103.9
88.5
Due to customers (in billions)
33.0
34.0
-3%
59.2
46.6
27%
92.2
80.7
RWA (in billions)
26.5
28.3
-6%
45.0
36.1
25%
71.5
64.4
3,623
3,547
2%
2,123
1,998
6%
5,746
5,545
Underlying cost/income ratio Return on average RWA (in bp) Cost of risk (in bp)
Loan-to-deposit ratio Loans and receivables - customers (in billions)
FTEs (end of period)
Change
Change
Commercial Banking Commercial Banking serves commercial clients with annual turnover up to EUR 500 million and clients in the public sector, commercial finance and leasing. Commercial Banking consists of two business lines: Business Banking and Corporate Clients. Net profit for Commercial Banking continues to be impacted by high impairment charges on loans and other receivables. Net profit for the first half of 2012 amounted to EUR 35 million (compared to EUR 36 million in the first half of 2011). To align with market practice, as from 2012 lease costs are recorded in operating income (other non-interest income) and no longer in (other) operating expenses. Operating income amounted to EUR 784 million, down by EUR 83 million, due mainly to the divestment of FCF International (FCF), and the abovementioned reclassification of lease costs. Net interest income decreased by EUR 13 million to EUR 614 million. Excluding the impact of the divestment of FCF, net interest income would have increased marginally, mainly as a result of volume growth in the Corporate Clients commercial loan portfolio as well as growth of the lease portfolio. Net fee and commission income declined by EUR 35 million, due chiefly to the abovementioned divestment. The decrease in other non-interest income related predominantly to the abovementioned reclassification of lease costs from other expenses. 20
Operating expenses declined by EUR 90 million, due mainly to the abovementioned reclassification, divestment as well as lower intersegment costs. Personnel expenses decreased by EUR 16 million to EUR 160 million, primarily as a result of the divestment of FCF. Excluding the divestment, personnel expenses increased marginally. Other expenses fell by EUR 74 million to EUR 336 million, largely due to the abovementioned reclassification. Excluding these effects, other expenses decreased by 3%, primarily reflecting lower intersegment costs for Business Banking.
The operating result showed a marginal increase and the cost/income ratio improved to 63% (from 68% for the first half of 2011).
Impairment charges on loans and other receivables amounted to EUR 241 million in the first half of 2012, up EUR 12 million compared to the same period in 2011. Impairment charges are still at elevated levels, with cost of risk at 177bp. The construction, retail and (commercial) real estate-related sectors are amongst those affected.
Loans and receivables – customers increased by EUR 0.3 billion compared to year-end 2011 to EUR 42.2 billion, due mainly to EUR 1.3 billion volume growth in both Business Banking and Corporate Clients, offset by re-allocation of certain Markets-related product positions to Markets.
Due to customers declined by 3% to EUR 33.0 billion, partly on the re-allocation of positions to Markets. Business Banking showed a decline in volume, but this was offset to some extent by growth in Corporate Clients.
The number of FTEs increased by 75 to 3,623, due mainly to the internal transfer of Business Banking account managers from Retail Banking.
Merchant Banking Merchant Banking serves Netherlands-based corporates, financial institutions and real estate investors as well as international companies active in Energy, Commodities & Transportation (ECT). Merchant Banking is organised into two business lines: Large Corporates & Merchant Banking (LC&MB) which includes ECT and Private Equity, and Markets which includes the Clearing activities. Net profit for the first half of 2012 amounted to EUR 206 million, down from EUR 283 million in the first half of 2011, as a result of higher impairment charges, partly offset by a higher operating result. Operating income improved by 12% or EUR 88 million compared to the first half of 2011. Net interest income increased by 26% to EUR 320 million, due mainly to higher interest income in the Markets activities. The remainder of the growth came from ECT and Clearing. Net fee and commission income increased by 11% to EUR 193 million, mainly reflecting growth in the ECT business which, together with Clearing, is the main source of fee income within Merchant Banking. Other non-interest income was EUR 282 million, in line with the previous year. However Markets sales and trading showed better results, which was offset by lower private equity results and a one-off gain last year in Clearing. Operating expenses increased by EUR 28 million to EUR 450 million, due primarily to higher staff costs. Personnel expenses rose 12% to EUR 155 million, mainly as a result of growth in foreign operations as well as the acquisition of approximately 60 merchant banking professionals from RBS N.V. Other expenses were up 4% to EUR 295 million, mainly reflecting higher depreciation and operational losses from cybercrime, offset by slightly lower intersegment costs. The operating result rose 21% to EUR 345 million and the cost/income ratio improved to 57% from 60% in the first half of 2011. Impairment charges on loans and other receivables over the first half of 2012 amounted to EUR 106 million. The same period in 2011 showed a release of EUR 38 million. No significant releases were
21
recorded in the first half of 2012, and several impairments were recorded in the public and real estate sectors. Cost of risk increased to 51bp. Loans and receivables – customers amounted to EUR 61.7 billion, an increase of EUR 15.1 billion. Client volumes in securities financing activities increased, while growth was recorded in LC&MB‟s commercial loan portfolio and current accounts in Clearing. In addition to this business growth, reallocation of certain positions from Commercial Banking to Merchant Banking (Markets) also contributed to the increase in Loans and receivables – customers. Due to customers rose EUR 12.6 billion to EUR 59.2 billion. This increase too was mainly attributable to increased client volumes in the securities-financing activities and to the re-allocation of certain positions from Commercial Banking. FTEs were up 125 to 2,123, due to growth in foreign operations and the acquisition of RBS professionals to strengthen certain product capabilities.
Breakdown of underlying result of Group Functions Group Functions supports the business segments and consists of Technology, Operations & Property Services (TOPS); Finance; Risk Management & Strategy; Integration, Communication & Compliance (ICC); Group Audit and the Corporate Office. The majority of Group Functions‟ costs are allocated to the businesses. Group Functions‟ results include the results of ALM/Treasury. Underlying results Group Functions (in millions)
Net interest income
H1 2012
H1 2011
Change -78%
20
89
Net fee and commission income
- 49
38
Other non-interest income
166
190
-13%
Operating income
137
317
-57%
Personnel expenses
387
614
-37%
- 375
- 340
-10%
12
274
-96%
125
43
-
- 17
-100% 108%
Other expenses Operating expenses Operating result Impairment charges on loans and other receivables Operating profit before taxes
125
60
Income tax expenses
-2
-3
33%
Profit for the period
127
63
102%
change
Other indicators 30 Jun 2012
31 Dec 2011
Loans and receivables - customers (in billions)
5.1
5.0
2%
Due to customers (in billions)
3.5
6.7
-47%
Risk-weighted assets (in billions)
9.5
7.8
22%
7,956
8,254
-4%
FTEs (end of period)
The net result rose to EUR 127 million from EUR 63 million. Operating income declined by EUR 180 million, of which EUR 20 million resulted from the divestment of activities. Net interest income decreased by EUR 69 million to EUR 20 million. The decline was due mainly to increased funding costs resulting from the lengthening of the funding maturity profile. Net fee and commission income dropped by EUR 87 million to EUR 49 million negative. Excluding divested activities, the drop amounted to EUR 67 million. This decline mainly reflected several positive large items in the first half of 2011 and a reclassification of international payment fees from other expenses in the first half of 2012. Other non-interest income was down by EUR 24 million, as the positive impact of releases from the credit umbrella and other EC Remedy-related provisions was more than 22
offset by the impact of hedge accounting ineffectiveness, the results of movements in foreign exchange and interest rates, and negative credit value adjustments. Operating expenses decreased by EUR 262 million to EUR 12 million. Excluding divested activities, operating expenses were down by EUR 219 million. The decrease in personnel expenses was due primarily to a restructuring provision of EUR 200 million taken in the first half of 2011, combined with lower FTE levels in the first half of 2012. Excluding divested activities, other expenses declined by EUR 5 million, due mainly to lower maintenance and depreciation expenses following the positive effect of the disposal of property, the abovementioned reclassification of payment fees, and higher intersegment revenues, which resulted in lower expenses in Group Functions. The number of FTEs fell by 298 to 7,956. The decrease in FTEs relates primarily to integration within Group Functions and natural attrition.
23
Annex 4: Large items and divestments Impact of large items H1 2012: Several positive large items were recorded, totalling EUR 141 million after tax. These relate to releases from the credit umbrella and other EC Remedy-related provisions totalling EUR 129 million net of tax, with the remainder attributable to a release of a provision related to the sale of the private bank in Switzerland. H1 2011: Net profit for the first half of 2011 includes a restructuring provision of EUR 149 million after tax (EUR 200 million pre-tax), which was offset by several one-offs (totalling approximately EUR 150 million after tax).
Impact of divestments A number of divestments were completed during 2011. The results of these entities and the transaction results are included in the financial results up to the completion date of the sale and transfer. The sale of Prime Fund Solutions (PFS) was completed on 2 May 2011. The sale did not materially impact earnings or regulatory capital. The results of PFS were recorded in Group Functions; The sale of the international division of Fortis Commercial Finance to BNP Paribas Fortis was completed on 3 October 2011. The sale led to a small book loss and did not have a material impact on earnings or on regulatory capital. The results of the international division of Fortis Commercial Finance were recorded in Commercial Banking; The sale of the Swiss Private Banking activities to Union Bancaire Privée, UBP SA was finalised on 31 October 2011. The sale of these activities led to a solid book gain.
24
Annex 5: Quarterly results Quarterly underlying results (in millions)
Net interest income
Q2 2012
Q1 2012
Q4 2011
Q3 2011
Q2 2011
Q1 2011
1,278
1,237
1,191
1,241
1,302
1,264
Net fee and commission income
385
403
415
423
486
487
Other non-interest income
235
275
239
175
290
281
Operating income
1,898
1,915
1,845
1,839
2,078
2,032
Operating expenses
1,129
1,118
1,235
1,162
1,422
1,176
Operating result
769
797
610
677
656
856
Impairment charges on loans and other receivables
367
187
768
679
185
125
Operating profit before taxes
402
610
- 158
-2
471
731
Income taxes
Underlying profit for the period Separation and integration costs (net of tax)
Reported profit for the period
61
124
- 135
- 11
80
148
341
486
- 23
9
391
583
52
32
98
63
66
44
289
454
- 121
- 54
325
539
Attributable to: Non-controlling interests
-2
-
-
16
2
6
Owners of the company
291
454
- 121
- 70
323
533
25
Cautionary statement on forward-looking statements We have included in this press release, and from time to time may make certain statements in our public filings, press releases or other public statements that may constitute “forward-looking statements” within the meaning of the safe harbour provisions of the United States Private Securities Litigation Reform Act of 1995. This includes, without limitation, such statements that include the words „expect‟, „estimate‟, „project‟, „anticipate‟, „should‟, „intend‟, „plan‟, „probability‟, „risk‟, „Value-at-Risk (“VaR”)‟, „target‟, „goal‟, „objective‟, „will‟, „endeavour‟, „outlook‟, 'optimistic', 'prospects' and similar expressions or variations on such expressions. In particular, this document includes forward-looking statements relating, but not limited, to ABN AMRO Group‟s potential exposures to various types of operational, credit and market risk, such as counterparty risk, interest rate risk, foreign exchange rate risk and commodity and equity price risk. Such statements are subject to risks and uncertainties. These forward-looking statements are not historical facts and represent only ABN AMRO Group‟s beliefs regarding future events, many of which, by their nature, are inherently uncertain and beyond our control. Other factors that could cause actual results to differ materially from those anticipated by the forward-looking statements contained in this document include, but are not limited to:
The extent and nature of future developments and continued volatility in the credit and financial markets and their impact on the financial industry in general and ABN AMRO Group in particular; The effect on ABN AMRO Group ‟s capital of write-downs in respect of credit exposures; Risks related to ABN AMRO Group‟s merger, separation and integration process; General economic, social and political conditions in the Netherlands and in other countries in which ABN AMRO Group has significant business activities, investments or other exposures, including the impact of recessionary economic conditions on ABN AMRO Group 's performance, liquidity and financial position; Macro-economic and geopolitical risks; Reductions in ABN AMRO‟s credit rating; Actions taken by governments and their agencies to support individual banks and the banking system; Monetary and interest rate policies of the European Central Bank and G-20 central banks; Inflation or deflation; Unanticipated turbulence in interest rates, foreign currency exchange rates, commodity prices and equity prices; Liquidity risks and related market risk losses; Potential losses associated with an increase in the level of substandard loans or non-performance by counterparties to other types of financial instruments, including systemic risk; Changes in Dutch and foreign laws, regulations and taxes; Changes in competition and pricing environments; Inability to hedge certain risks economically; Adequacy of loss reserves and impairment allowances; Technological changes; Changes in consumer spending, investment and saving habits; Effective capital and liquidity management; and The success of ABN AMRO Group in managing the risks involved in the foregoing.
The forward-looking statements made in this press release are only applicable as at the date of publication of this document. ABN AMRO Group does not intend to publicly update or revise these forward-looking statements to reflect events or circumstances after the date of this report, and ABN AMRO Group does not assume any responsibility to do so. The reader should, however, take into account any further disclosures of a forward-looking nature that ABN AMRO Group may make in ABN AMRO Group‟s reports.
26