AANVULLEND ONDERZOEK EFFECT ZOMERSCHOUW OP DE JURIDISCH ZWAARDER BESCHERMDE VISSOORTEN IN HET WESTLAND EN OOSTLAND (ZUID-HOLLAND)
Opdrachtgever: Plaats:
Hoogheemraadschap van Delfland Delft
Adviesbureau: Plaats
VanderHelm Milieubeheer B.V. Berkel en Rodenrijs
Projectcode:
Definitieve versie Verantwoording Datum: 24 september 2011 Projectleider
Dhr. M.P.M. Verkade BSc
Teamleider
Mevr. drs. J. H. Beckers
Kwaliteitscontrole
Dhr. ing. E.L. van den Bosch
HHDE110806
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING ................................................................................................................................................2 1.1 AANLEIDING ............................................................................................................................................................ 2 1.2 DOELSTELLING ......................................................................................................................................................... 2 1.3 DESKUNDIGHEID ...................................................................................................................................................... 2 1.4 KWALITEITSBORGING ................................................................................................................................................ 2 2. PROJECTGEBIED ....................................................................................................................................3 2.1 PROJECTGEBIED ....................................................................................................................................................... 3 2.2 HUIDIGE SITUATIE..................................................................................................................................................... 3 2.3 GESELECTEERDE MONSTERPUNTEN ............................................................................................................................... 3 3. UITGEVOERDE INVENTARISATIES .......................................................................................................5 3.1 METHODIEK ............................................................................................................................................................ 5 3.2 LOGBOEK ................................................................................................................................................................ 5 4. RESULTATEN ..........................................................................................................................................6 5. INTERPRETATIE ONDERZOEKSRESULTATEN ................................................................................ 10 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
ALGEMEEN ........................................................................................................................................................... 10 RELATIE KLEINE MODDERKRUIPER EN ZOMERSCHOUW ................................................................................................... 10 RELATIE BITTERVOORN EN ZOMERSCHOUW ................................................................................................................ 11 BEIDE SOORTEN IN RELATIE TOT ZOMERSCHOUW .......................................................................................................... 11 DISCUSSIE ............................................................................................................................................................ 11
6. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN.................................................................................................. 12 6.1 CONCLUSIES ......................................................................................................................................................... 12 6.2 AANBEVELINGEN ................................................................................................................................................... 12 BRONNEN.................................................................................................................................................. 14
BIJLAGEN: 1. LOKALE SITUATIEKAART PROJECTGEBIED 2. FOTO’S TER PLAATSE
1. INLEIDING VanderHelm Milieubeheer B.V. te Berkel en Rodenrijs heeft van de heer J. Spaan namens het Hoogheemraadschap van Delfland opdracht gekregen voor het uitvoeren van een aanvullend onderzoek naar de effecten van de zomerschouw op de juridisch zwaarder beschermde soorten (Tabel 2 en Tabel 3 soorten van de Flora- en faunawet) in enkele glastuinbouwgebieden in het Westland en Oostland in ZuidHolland. 1.1 AANLEIDING In circa 70% van het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Delfland vindt geen zomerschouw plaats. In ca 30 % van het beheersgebied vindt wel zomerschouw plaats. Dit is onder andere het geval in een deel van de watergangen in de glastuinbouwgebieden. Aanleiding tot dit onderzoek zijn de resultaten uit voorgaand onderzoek, waaruit bleek dat er juridisch zwaarder beschermde vissoorten voorkomen in watergangen van het secundaire systeem in de glastuinbouwgebieden waarop zomerschouw van toepassing is en die mogelijk een nadelige invloed heeft op de aanwezige beschermde soorten flora en fauna. 1.2 DOELSTELLING Doel van dit onderzoek is het verkrijgen van inzicht aangaande de (directe) effecten van de zomerschouw op de juridisch zwaarder beschermde soorten. 1.3 DESKUNDIGHEID Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) verstaat onder een deskundige een persoon die voor de situatie en soorten ten aanzien waarvan hij of zij gevraagd is te adviseren en/of te begeleiden, aantoonbare ervaring en kennis heeft op het gebied van soortspecifieke ecologie. De ervaring en kennis dient te zijn opgedaan doordat de deskundige: • op HBO-, dan wel universitair niveau een opleiding heeft genoten met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; en/of • op MBO niveau een opleiding heeft afgerond met als zwaartepunt de Flora- en faunawet, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; en/of • als ecoloog werkzaam is voor een ecologisch adviesbureau, zoals een bureau welke is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; en/of • zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenbescherming en is aangesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland bestaande organisaties (zoals de Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied); en/of • zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenmonitoring en/of soortenbescherming. De medewerkers van VanderHelm Milieubeheer B.V. voldoen aan tenminste één van de door het Ministerie van EL&I genoemde voorwaarden en zijn daarmee te kwalificeren als deskundige. De werkzaamheden worden dan ook door een deskundige uitgevoerd. 1.4 KWALITEITSBORGING VanderHelm Milieubeheer B.V. is VCA** (versie 2008/05) gecertificeerd. VanderHelm Milieubeheer B.V. is lid van het ‘Netwerk Groene Bureaus (NGB) - Brancheorganisatie voor kwaliteitsbevordering en belangenbehartiging’. De werkzaamheden die door VanderHelm Milieubeheer B.V. worden uitgevoerd zijn dan ook gebaseerd op het door de NGB vastgestelde gedragscode (versie juni 2008, aangevuld in februari 2010).
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op de juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
2
2. PROJECTGEBIED 2.1 PROJECTGEBIED Het projectgebied bestaat uit de glastuinbouwcomplexen in het Westland en Oostland in Zuid-Holland. Zuid Het overgrote deel ligt in het Westland, een gemeente die onder andere de woonkernen De Lier, Naaldwijk, Poeldijk,, Kwintsheul, ’s Gravenzande, Honselersdijk, Monster en Heenweg omvat. Het Oostland ligt in de gemeenten Pijnacker-Nootdorp Nootdorp en Lansingerland en bestaat uit enkele vrij v kleine glastuinbouwgebieden.
Afbeelding 1: Overzicht projectgebied Projectgebied:
2.2 HUIDIGE SITUATIE In de huidige situatie zijn de glastuinbouwcomplexen doorsneden door watergangen. De watergangen zijn er voor de aan- en afvoer van water, maar gelden ook als perceelsgrenzen. De meeste watergangen zijn al lange tijd geleden gegraven. gegraven. Sommige watergangen zijn restanten van oude kreken die in verbinding stonden met zee. Het huidige glastuinbouwgebied is ontstaan na tientallen jaren van innovatie, waarbij men van koude grond, naar plat glas tot steeds hogere kassen is overgegaan voor de teelt van voedselgewassen en siergewassen. De indeling van percelen en watergangen is daarbij grotendeels gespaard gebleven tot de meest recente herstructurering. In de jaren 2000 zijn delen van het Westland opnieuw ingericht, waarbij de smalle watergangen watergangen en kavels zijn vervangen door grote kavels en grote waterpartijen,, zodat er in delen van het Westland geen kleine / secundaire watergangen meer aanwezig zijn. 2.3 GESELECTEERDE MONSTERPUNTEN RPUNTEN Voor het onderhavige onderzoek zijn watergangen geselecteerd, die geschoond dienen te worden voor de zomerschouw. Het betreft watergangen met de kleurcode blauw volgens de indeling van het Hoogheemraadschap. De monsterpunten zijn bepaald aan de hand van de resultaten uit de inventarisatie van 100 watergangen in het Westland estland en Oostland door VanderHelm Milieubeheer B.V. in het voorjaar van 2011. Om te bepalen of er een direct effect van de zomerschouw merkbaar is op de aanwezige beschermde soorten zijn een aantal blauwe watergangen na de zomerschouw opnieuw bemonsterd. Die watergangen zijn geselecteerd, waar uit voorgaand onderzoek is gebleken, dat er beschermde soorten voorkomen. Daarnaast zijn er twee referentiepunten geselecteerd, waar geen beschermde soorten aanwezig waren in het voorgaand onderzoek. De omvang van de de steekproef is in overleg met de opdrachtgever vastgesteld.
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op de juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
3
2.4 Voorgenomen werkzaamheden Het schonen van watergangen gebeurt over het algemeen in de herfst. De herfst is de meest gebruikelijke periode om dergelijke werkzaamheden te ontplooien. In de glastuinbouwgebieden dient in een deel van de watergangen vanwege waterstaatkundige redenen (zorgdragen voor een onbelemmerde aan- en afvoerfunctie van het watersysteem) reeds in de periode 1 juni - 15 juli geschoond te worden ten behoeve van de zomerschouw. Het omvat het verwijderen van belemmerende plantengroei uit de watergangen.
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op de juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
4
3. UITGEVOERDE INVENTARISATIES 3.1 METHODIEK Het onderzoek is gebaseerd op de ethische code van het Netwerk Groene Bureaus - Branchevereniging voor kwaliteitsbevordering en belangenbehartiging (juni 2008 en februari 2010). De inventarisatie is uitgevoerd door VanderHelm Milieubeheer B.V. METHODIEK VISSEN De visseninventarisatie is uitgevoerd via de elektrische vismethode. Door middel van een draagbare generator is gevist met een schepnet dat gelijkstroom ontvangt. Zodra het schepnet contact maakt met het water, komen vissen die zich binnen anderhalve meter van het net bevinden, verdoofd bovendrijven. Deze verdoving houdt bij grote vissen maximaal vijf minuten aan en hoe kleiner de vis, hoe korter de dieren nodig hebben om bij te komen uit de verdoving. De dieren zijn in dezelfde watergang terug gezet. De toestand van de vissen is daarbij scherp in de gaten gehouden. De watergangen in het projectgebied zijn op deze manier bevist. De visinventarisatie is in verband met veiligheidsoverwegingen uitgevoerd in een team van twee personen. METHODIEK MONSTERPUNTEN Ieder monsterpunt is gefotografeerd. In de bijlage zijn foto’s van een watergang voor en na het schonen naast elkaar geplaatst. Ieder monsterpunt is bevist over een lengte van 100 meter. Naast de beschermde soorten zijn alle andere soorten vis en amfibieën geïnventariseerd. Bij ieder monsterpunt is vastgesteld of er geschoond is. De datum van het onderzoek is gekozen na overleg met de opdrachtgever, zodat we er van uit konden gaan dat de onderhavige watergangen geschoond zouden zijn. 3.2 LOGBOEK De tabellen 1 en 2 bevatten respectievelijk de gegevens van het uitgevoerde veldbezoek voor de inventarisatie en de weersgesteldheid. Tabel 1: Uitgevoerd veldbezoek Datum Activiteit 15-08-2011
Visinventarisatie
Tabel 2: Weersomstandigheden* Temperatuur °C Datum min. max. *
Uitvoerende(n) F. van der Lans, B. van Wijk
Windrichting (overheersend)
15-08-2011 12,6 20,7 W2 Weersomstandigheden ter plaatse van weerstation Rotterdam (bron: KNMI)
Bewolking
Neerslag (mm)
Half bewolkt
0,0
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op de juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
5
4. RESULTATEN Tijdens dit onderzoek zijn de watergangen bemonsterd op vis. Bijvangsten zijn tevens genoteerd. Zie tabel 3. De situatie van de watergang is vastgelegd, waarbij steeds gekeken is of de watergang daadwerkelijk geschoond was. De staat waarin de watergangen verkeerden was wisselend: in enkele gevallen was er niet geschoond (zie tabel 4), andere watergangen waren wel geschoond, waarbij over het algemeen weinig vegetatie (afhankelijk van hoeveel vegetatie er in de watergang stond; zie foto’s in de bijlage) verwijderd was. Tabel 3: Resultaten monsterpunten Monsterpunt Adres nummer Westland
19
Langebroekweg 66, Naaldwijk Bijlage foto 5
Resultaten april/mei
Resultaten 15 augustus
Vissen: kleine modderkruiper, bittervoorn, driedoornige stekelbaars, tiendoornige stekelbaars
Vissen: tiendoornige stekelbaars
Overige: kleine watersalamander
20
21
Langebroekweg 54, Naaldwijk Bijlage foto 6
Koningsveld 1, Naaldwijk Bijlage foto 13
Vissen: bittervoorn, blankvoorn, tiendoornige stekelbaars
Vissen: tiendoornige stekelbaars
Overige: meerkikker, bruine kikker
Overige: kleine watersalamander >10 juvenielen. Meerkikker 10.
Vissen: kleine modderkruiper, bittervoorn, blankvoorn, tiendoornige stekelbaars, driedoornige stekelbaars, riviergrondel Overige: meerkikker, zwanenmossel
36
Oude Campsweg 24, De Lier Bijlage foto 14
Vissen: riviergrondel, tiendoornige stekelbaars, blankvoorn, kleine modderkruiper, bittervoorn
Vissen: kleine modderkruiper, bittervoorn, tiendoornige stekelbaars, driedoornige stekelbaars, riviergrondel. Overige: meerkikker
Vissen: riviergrondel, driedoornige stekelbaars, bittervoorn
Overige: bruine kikker
78
79 referentie
83
Bovendijk 46, Kwintsheul Bijlage foto 15
Van Luyklaan, Kwintsheul Bijlage foto 10
Lange Wateringkade 36 C, Kwintsheul Bijlage foto 11
Vissen: kleine modderkruiper, bittervoorn, baars, karper
Vissen: kleine modderkruiper, blankvoorn, baars, riviergrondel, driedoornige stekelbaars
Vissen: tiendoornige stekelbaars niets Overige: groene kikker Vissen: paling, bittervoorn, kleine modderkruiper, giebel, brasem, blankvoorn, riviergrondel, ruisvoorn
Vissen: kleine modderkruiper, karper, giebel, blankvoorn, riviergrondel, baars
Overige: groene kikker
84
Broekkade 2, Kwintsheul Bijlage foto 12
Vissen: bittervoorn, kleine modderkruiper, karper, riviergrondel Overige: meerkikker
85
Middelbroekweg 99, Honselersdijk Bijlage foto 8
Vissen: bittervoorn, kleine modderkruiper, riviergrondel Overige: bastaardkikker
Vissen: bittervoorn, riviergrondel, tiendoornige stekelbaars, baars, snoekbaars Overige: meerkikker
Vissen: bittervoorn, kleine modderkruiper, riviergrondel
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op de juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
6
Vervolg Tabel 3: Resultaten monsterpunten Monsterpunt Adres nummer Westland 89
Broekkade (einde), Kwintsheul Bijlage foto 7
Resultaten april/mei
Resultaten 15 augustus
Vissen: bittervoorn, riviergrondel, kleine modderkruiper, karper
Vissen: karper Overige: gewone pad
Oostland
61
65
Vissen: tiendoornige stekelbaars, driedoornige stekelbaars, kleine modderkruiper, brasem
Nieuwkoopseweg 23, Pijnacker Bijlage foto 3
Schimmelpenninck vd Oyeweg, Delfgauw Bijlage foto 2
Vissen: kleine modderkruiper, tiendoornige stekelbaars
Vissen: zeelt, kleine modderkruiper, tiendoornige stekelbaars Overige: bastaardkikker, rode Amerikaanse rivierkreeft, gewone geelrand Vissen: kleine modderkruiper, tiendoornige stekelbaars, zeelt, baars
Overige: bastaardkikker Overige: bastaardkikker
66
Vissen: bittervoorn, tiendoornige stekelbaars, driedoornige stekelbaars, paling, riviergrondel, karper
Kooltuin 16, Delfgauw Bijlage foto 4
Overige: bastaardkikker 69 referentie
Kleihoogt 40E , Pijnacker Bijlage foto 1
Tiendoornige stekelbaars. Groene kikker
niets
Tabel 4: Resultaten vergelijking voor en na zomerschouw Monsterpunt Adres Schouw nummer uitgevoerd
*Bittervoorn +/-/=/0
*Kleine +/-/=
X (vervuild)
-
-
X
-
0
X
=
=
X
=
-
X
-
=
X (vergraven)
0
0
X
-
=
X X
= =
=
-
-
Nieuwkoopse weg 23, X 0 Pijnacker 65 Schimmelpenninck vd X 0 Oyeweg, Delfgauw 66 Kooltuin 16, Delfgauw X = 69 referentie Kleihoogt 40E , Pijnacker X 0 * Beschermde soorten (bittervoorn, kleine modderkruiper; aanwezigheid): + gevestigd _ verdwenen = gebleven 0 in beide onderzoeken niet aanwezig
=
Westland 19 20 21 36 78 79 referentie 83
84 85 89 Oostland 61
Langebroekweg 66, Naaldwijk Langebroekweg 54, Naaldwijk Koningsveld 1, Naaldwijk Oude Campsweg 24, De Lier Bovendijk 46, Kwintsheul Van Luyklaan, Kwintsheul Lange Wateringkade 36 C, Kwintsheul Broekkade 2, Kwintsheul Middelbroekweg 99, Honselersdijk Broekkade (einde), Kwintsheul
Geen schouw uitgevoerd
Vissen: bittervoorn, tiendoornige stekelbaars, driedoornige stekelbaars, karper, riviergrondel
X
modderkruiper
= 0 0
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op de juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
7
Tabel 5: Waargenomen vissoorten Vissoorten Wetenschappelijke naam Snoekbaars Stizostedion lucioperca Karper Giebel Bittervoorn Blankvoorn Kleine modderkruiper Tiendoornige stekelbaars Driedoornige stekelbaars Baars Riviergrondel Zeelt
Cyprinus carpio Carassius gibelio Rhodeus amarus Rutilus rutilus Cobitis taenia Pungitius pungitius Gasterosteus aculeatus Perca fluviatilis Gobio gobio Tinca tinca
Beschermde status/ opmerkingen tijdens onderzoek voorjaar 2011 niet aangetroffen, in augustus wel geen geen beschermd Ff-wet Tabel 3 geen beschermd Ff -wet Tabel 2 geen geen geen geen geen
Afbeelding 2: Snoekbaars
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op de juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
8
Afbeelding 3: Vervuilde watergang; afgestorven kikkerbeet en witte kleur in het water (monsterpunt 19)
Afbeelding 4: Vervuilde watergang; gestorven stekelbaarsjes (monsterpunt 19)
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op de juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
9
5. INTERPRETATIE ONDERZOEKSRESULTATEN 5.1 ALGEMEEN Er zijn 14 watergangen onderzocht. Van deze 14 watergangen waren er 8 geschoond en 6 niet geschoond. De twee referentiepunten, waar geen beschermde soorten waren vastgesteld in voorgaand onderzoek, waren beide niet geschoond. Eén referentiepunt is afgevallen, omdat de watergang drooggelegd en vergraven is. Van de 8 watergangen die geschoond zijn, bleken er in 7 watergangen beschermde soorten verdwenen te zijn. In één geval was de watergang verontreinigd met een onbekende witgekleurde vloeistof, die geleid had tot sterfte onder de waterplanten en de aanwezige stekelbaarsjes. Er zijn echter geen gestorven beschermde soorten aangetroffen. Van de 6 watergangen die niet geschoond zijn, is één watergang geheel drooggelegd en vergraven. Het ander referentiepunt (zonder beschermde soorten) is niet geschoond. Van de vier overgebleven watergangen met beschermde soorten, die niet geschoond zijn, zijn in twee watergangen beschermde soorten verdwenen (bittervoorn in beide watergangen en kleine modderkruiper in één watergang). Uit het onderzoek komen de volgende resultaten naar voren: • In geen van de 14 onderzochte watergangen zijn beschermde soorten verschenen in de tussenliggende periode; • In 2 van de 14 watergangen is de situatie beïnvloed door externe factoren; • De 2 referentiepunten zonder beschermde soorten zijn beide niet geschoond; • In 8 van de 14 watergangen is geschoond ten behoeve van de zomerschouw; • De steekproef betrof 14 watergangen; in 2 watergangen was er een grote externe invloed en 1 watergang geldt als referentie(geen beschermde soorten); • In de overgebleven 11 watergangen zijn beschermde soorten vastgesteld. Van deze 11 watergangen zijn er 7 geschoond en 4 niet geschoond. Tabel 6: effect schonen op beschermde soorten t.b.v zomerschouw algemeen Watergang geschoond Beschermde soorten Beschermde verschenen gebleven 7 0 2 (29%) Watergang niet geschoond 4 0 2 (50%) Totaal 11 0 4 (36%)
soorten
Beschermde verdwenen 5 (71%)
soorten
2 (50%) 7 (64%)
5.2 RELATIE KLEINE MODDERKRUIPER EN ZOMERSCHOUW De 10 watergangen waar in het voorjaar kleine modderkruipers aanwezig waren, zijn in augustus opnieuw bemonsterd. Hierbij bleek dat de kleine modderkruiper in 6 van de 10 watergangen (60%) onverminderd aanwezig is en in 4 van de 10 watergangen (40%) tussentijds verdwenen is. In 7 van de 10 watergangen, waar de kleine modderkruiper is vastgesteld, is zomerschouw uitgevoerd. Van deze 7 geschoonde watergangen met kleine modderkruipers, zijn 3 watergangen waar de kleine modderkuiper niet meer werd aangetroffen (inclusief het verontreinigde monsterpunt nr.19) dit is 43% van de gevallen en 4 watergangen waar de kleine modderkruiper wel aanwezig is, dat wil zeggen in 57% van de locaties. Van de 3 watergangen waar niet geschoond is, bleek de kleine modderkruiper uit 1 watergang verdwenen (33%). Tabel 7: Effect schonen t.b.v zomerschouw op kleine modderkruiper Watergang geschoond Kleine modderkruiper verschenen 7 0 Watergang niet geschoond 3 0 Totaal 10 0
Kleine modderkruiper gebleven 4 (57%)
Kleine modderkuiper verdwenen 3 (43%)
2 (67%)
1 (33%)
6 (60%)
4 (40%)
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op de juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
10
5.3 RELATIE BITTERVOORN EN ZOMERSCHOUW De 10 watergangen waar in het voorjaar de bittervoorn is aangetroffen, zijn in augustus opnieuw bemonsterd. Hierbij bleek dat de bittervoorn in 5 van de 10 watergangen (50%) aanwezig is en in 5 van de 10 watergangen (50%) tussentijds verdwenen is (inclusief het verontreinigde monsterpunt nr.19). In 7 van de 10 watergangen, waar de bittervoorn is vastgesteld, is zomerschouw uitgevoerd. Van deze 7 geschoonde watergangen met bittervoorns, zijn er 3 waar de bittervoorn niet meer werd aangetroffen (inclusief het verontreinigde monsterpunt nr.19) en op 4 monsterpunten waar de soort nog aanwezig is. Na het schonen ten behoeve van de zomerschouw is de bittervoorn verdwenen in 43% van de gevallen, terwijl de soort in 57% van de gevallen nog aanwezig is. Van de 3 watergangen die niet geschoond zijn, bleek de bittervoorn uit 2 watergangen verdwenen (67%). Tabel 8: Effect schonen t.b.v zomerschouw bittervoorn Watergang geschoond Bittervoorn verschenen 7 0 Watergang niet geschoond 3 0 Totaal 10 0
Bittervoorn gebleven 4 (57%)
Bittervoorn verdwenen 3 (43%)
1 (33%)
2 (67%)
5 (50%)
5 (50%)
5.4 BEIDE SOORTEN IN RELATIE TOT ZOMERSCHOUW In 8 watergangen zijn beide beschermde vissoorten vastgesteld in het voorjaar. Van deze 8 watergangen zijn er 6 geschoond ten behoeve van de zomerschouw. Van de 6 watergangen die geschoond zijn, zijn beide beschermde soorten verdwenen uit 1 watergang (17%). Dit betreft de watergang die vervuild is met een witgekleurde stof (monsterpunt 19). Van de 6 watergangen die geschoond zijn, zijn beide beschermde soorten nog aanwezig in 2 watergangen (33%). Van de 6 watergangen die geschoond zijn, is één van de twee beschermde vissen verdwenen in 3 watergangen (50%). 2 van de 8 watergangen met beide beschermde vissen zijn niet geschoond. Hiervan zijn in 1 watergang beide beschermde vissen niet meer aangetroffen en in de andere watergang is 1 van de beschermde vissen niet meer aangetroffen. Tabel 9: Effect schonen t.b.v zomerschouw op beschermde vissen (kleine modderkruiper en bittervoorn) Watergang geschoond Beide beschermde vissen 1 beschermde vis Beide beschermde vissen gebleven verdwenen verdwenen 6 2 (33%) 3 (50%) 1 (17%) Watergang niet geschoond 2 0 1 (50%) 1 (50%) Totaal 8 2 (25%) 4 (50%) 2 (25%)
5.5 DISCUSSIE De resultaten wijzen erop dat de zomerschouw een negatief effect heeft op de aanwezige juridisch zwaarder beschermde soorten. Watergangen die niet geschoond zijn, vertonen tevens een achteruitgang in het aantal beschermde soorten. Hierbij dienen een aantal kanttekeningen gemaakt te worden: • De steekproef is vrij klein. Er zijn 14 watergangen onderzocht, waarvan 2 watergangen extern beïnvloed zijn. • Ook in watergangen waar geen zomerschouw heeft plaatsgevonden, zijn de beschermde soorten verdwenen. • De watergangen staan altijd in verbinding met andere delen van watergangen, via duikers en dergelijke. Het is mogelijk, dat beschermde soorten zich verplaatst hebben. • De watergangen zijn altijd langer dan de 100 meter die genomen wordt voor de steekproef. Het is mogelijk, dat beschermde soorten zich verplaatst hebben. • Er kan sprake zijn van seizoensgebonden verblijf in bepaalde delen van de watergangen. Het is mogelijk, dat beschermde soorten zich verplaatst hebben.
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op de juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
11
6. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN VanderHelm Milieubeheer B.V. te Berkel en Rodenrijs heeft van de heer J. Spaan namens het Hoogheemraadschap van Delfland opdracht gekregen voor het uitvoeren van een aanvullend onderzoek naar de effecten van de zomerschouw op de juridisch zwaarder beschermde soorten (Tabel 2 en 3 soorten van de Flora- en faunawet) in enkele glastuinbouwgebieden in het Westland en Oostland. Aanleiding tot dit onderzoek zijn de resultaten uit voorgaand onderzoek, waaruit bleek dat er juridisch zwaarder beschermde vissoorten voorkomen in watergangen van het secundaire systeem waarop de zomerschouw van toepassing is, die mogelijk een nadelige invloed heeft op de aanwezige beschermde soorten flora en fauna. Doel van dit onderzoek is het verkrijgen van inzicht aangaande de directe effecten van de zomerschouw op de juridisch zwaarder beschermde soorten. De steekproef bestond uit 14 watergangen. Er zijn 2 watergangen die extern sterk zijn beïnvloed namelijk door vergraving en door een lozing. 6.1 CONCLUSIES De beschermde waterfauna vereist een biotoop waarvan water- en oeverplanten een belangrijk en noodzakelijk onderdeel van uit maken. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat het schonen van watergangen bijdraagt aan het instandhouding van de biotoop, daar verlanding wordt tegengegaan. De waterkwaliteitsdoelstelling waarbij de aanwezigheid van een bepaalde oever- en watervegetatie noodzakelijk is, kan strijdig zijn met de primaire doelstelling van een voldoende aan- en afvoercapaciteit van het watersysteem zoals bij secundaire watergangen die een beperkte breedte hebben. In circa 70% van het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Delfland vindt geen zomerschouw plaats. De zomerschouw wordt enkel uitgevoerd daar waar de vegetatieve groei de aan- en afvoerfunctie van het watersysteem belemmerd (maatwerkbeheer). Dit is onder andere het geval in een deel van de watergangen in de glastuinbouwgebieden. Binnen één watersysteem van met elkaar verbonden watergangen bestaat een differentiatie tussen smalle watergangen met zomerschouw en watergangen zonder zomerschouw. Geschoonde watergangen kunnen op deze manier weer bezet worden door beschermde soorten. Op basis van het aanvullend ecologisch onderzoek wordt geconcludeerd dat direct na het plaatsvinden van de zomerschouw: • De juridisch zwaarder beschermde soorten zijn verdwenen in 64% van het aantal watergangen (tabel 6). • Het verdwijnen van juridisch zwaarder beschermde soorten uit de watergangen geen sterk verband toont met het schonen van de watergang ten behoeve van de zomerschouw. • Het uitgevoerde onderzoek geeft geen definitief beeld van de situatie, vanwege omvang van de steekproef en de (mogelijke) seizoensgebonden verplaatsingen van de vissoorten. • Bij de kleine modderkruiper is vastgesteld dat de soort verdween in 43% van de watergangen die geschoond zijn ten behoeve van de zomerschouw. In 57% van de gevallen is de kleine modderkruiper dus nog aanwezig. De kleine modderkruiper is niet meer aangetroffen in 33% van de watergangen die niet geschoond zijn (tabel 7). • Na het schonen ten behoeve van de zomerschouw is de bittervoorn verdwenen in 43% van de gevallen, terwijl de soort in 57% van de gevallen nog aanwezig is. De bittervoorn is niet meer aangetroffen in 67% van de watergangen die niet geschoond zijn (tabel 8). Het monitoren van de ontwikkelingen van de juridisch zwaarder beschermde soorten gedurende een langere periode is nodig om een volledig beeld te krijgen van de ingrepen (schouw) en het herstel van populaties van juridisch zwaarder beschermde soorten. 6.2 AANBEVELINGEN Het monitoren van de ontwikkelingen van de juridisch zwaarder beschermde soorten (Tabel 2 en 3 soorten van de Flora- en faunawet) gedurende een langere periode is nodig zodat o.a. de effecten van herstel van de populatie na de zomerschouw en de mogelijke (seizoensgebonden) verplaatsingen van deze soorten duidelijk(er) wordt. Hierdoor wordt een beter inzicht verkregen welke effecten de zomerschouw heeft op ’de gunstige staat van instandhouding van de soorten’ in juridische zin.
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op de juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
12
©Dit rapport mag, na kennisgeving aan VanderHelm Milieubeheer B.V., uitsluitend in haar geheel worden vermenigvuldigd of aan derden verstrekt.
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op de juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
13
BRONNEN Onderstaande bronnen zijn geraadpleegd bij de totstandkoming van onderhavig rapport. ARCADIS 2005. Gedragscode Flora- en faunawet voor Waterschappen. Alterra-rapport nr. 1787: “Vissen in de waaien van Eemland – Visbemonstering in het kader van de Flora- en faunawet voor het baggeren van de waaien in Eemland. Wageningen, 2010. Broekhuizen, S. (redactie), 1992. Atlas van de Nederlandse zoogdieren. Uitgeverij KNNV Creemers, RCM & JJCW van Delft (red.) 2009: De amfibieën en reptielen van Nederland.- Nederlandse fauna 9. Leiden. Emmerink, W.A.M. van en Nie, H.W. de, 2006: de zoetwatervissen van Nederland ecologisch. Bekeken. Vereniging Sportvisserij Nederland. Gebiedendocument, februari 2004. Overzicht van habitattypen en soorten waarvoor gebieden zijn aangemeld en begrenzing van gebieden Jong, Th. H. de, 2002: Amfibieën, vissen en baggeren; richtlijnen voor het baggeren van water met betrekking tot het voorkomen van kwetsbare en bedreigde amfibieën en vissen. Bureau Viridis, Culemborg. Lenders, H.J.R., C.C.H. Marijnissen en R.P.W.H. Felix, 1993. Waarnemen en herkennen van e Amfibieën en Reptielen in het veld. RAVON, 4 geheel herziene druk e
Meijden, R. van der, 23 druk 2004. Heukels’ Flora van Nederland, uitgeverij Wolters-Noordhoff Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie, 2002: De Nederlandse libellen. – Nederlandse fauna 4. Leiden. Nie, H.W. de, 1996. Atlas van de Nederlandse Zoetwatervissen. Tabellen soorten Flora- en faunawet, 2005. Geraadpleegde internetbronnen Ministerie van LNV. www.minlnv.nl Provincie Zuid-Holland. http://geo.zuid-holland.nl Stichting Reptielen Amfibieën Vissen Onderzoek Nederland (RAVON). www.ravon.nl Waarnemingen van flora en fauna. www.waarneming.nl http://www.anemoon.org/natura-2000/soorten/platte-schijfhoren http://www.anemoon.org/natura-2000/soorten/platte-schijfhoren/beheeradviesen
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
14
BIJLAGE 1
LOKALE SITUATIEKAART PROJECTGEBIED
Projectgebied:
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
Bijlage
BIJLAGE 2
FOTO’S VOOR EN NA ZOMERSCHOUW
NA ZOMERSCHOUW (AUGUSTUS 2011)
VOOR ZOMERSCHOUW (JUNI 2011)
Foto 1: Kleihoogt 40e(referentie)
Foto 2: Schimmelpenninck van der Oyeweg
Foto 3: Nieuwkoopse weg
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
Bijlage
NA ZOMERSCHOUW (AUGUSTUS 2011)
Foto 4: Kooltuin
VOOR ZOMERSCHOUW (JUNI 2011)
Foto vanuit andere hoek
Foto 5: Lange Broekweg 66
Foto 6: Lange Broekweg 54
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
Bijlage
NA ZOMERSCHOUW (AUGUSTUS 2011)
VOOR ZOMERSCHOUW (JUNI 2011)
Foto 7: Broekkade, einde na stuw.
Foto 8: Middelbroekweg 99
Foto vanuit andere hoek
Foto 10: Van Luijklaan (referentie)
Foto vanuit andere hoek
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
Bijlage
NA ZOMERSCHOUW (AUGUSTUS 2011)
VOOR ZOMERSCHOUW (JUNI 2011)
Foto 11: Lange Wateringkade
Foto 12: Broekkade 2
Foto 13: Koningsveld 1
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
Bijlage
NA ZOMERSCHOUW (AUGUSTUS 2011)
Foto 14: Oude Campsweg 24
VOOR ZOMERSCHOUW (JUNI 2011)
Foto vanuit andere hoek
Foto 15: Bovendijk 46
Aanvullend onderzoek effecten zomerschouw op juridisch zwaarder beschermde soorten in het Westland en Oostland Projectcode: HHDE110806
Bijlage