AANGETEKEND & PER GEWONE POST
BIBF T.a.v. De Secretaris van de Kamer van Beroep Legrandlaan 45 1050 BRUSSEL Bellegem, 20 juni 2005
Geachte , Betreft : Beroep tegen schrapping VAN BELLE Jean Marc, BIBF lidnr. 203-385; Uw ref. AVD/05/203385 Ik ontving uw schrijven van schrapping in goede orde, en maak van mijn beroepsmogelijkheid gebruik om zowel de ongeldigheid van de proceduriële schrapping aan te gaan, alsook een aantal esentiële zaken recht te zetten en duidelijkheid te eisen voor mezelf èn collega’s naar de toekomst toe. Ik geef de namen van de eventuele advocaten nog niet door die mij desgewenst in beroep zullen assisteren, maar laat deze mogelijkheid expliciet open omdat ik niet weet of mijn interesse in uw instituut nog voldoende hoog is, na de triestige vertoning van de leden van de Uitvoerende Kamer en omdat ik niet weet of er nog mensen in het BIBF zijn die nog objectief KUNNEN optreden, gezien het feit dat ze ofwel verloond worden door het BIBF (voorzitterswedde is bijv. zo’n 3 mio BEF, voor zover ik vernam, mag weerlegd worden met werkelijke bedrag hoor) ofwel omdat er terreur en verschrikking gezaaid wordt met de dreiging tot intrekking van de erkenning als boekhouder/fiscalist. Dit verweer en of verduidelijking bestaat uit twee stukken. Primo een weerleggen punt per punt zoals uw verslag, samen met een begeleidende toelichting omtrent de opzettelijke en grove nalatigheid van het instituut tegenover mij als lid in dezelfde materie en het mij expliciet toestaan van informatica-activiteiten sinds het begin alsook het stijgende intens gebruik van cumul door het instituut zelf (verzekeringen; samenwerkingen met o.a. index, sociale bureaus, winstgevende opleidingsinstanties). Secundo volgt een aantal proceduriële bedenkingen. BIJLAGE Î blijft het belangrijkste document dat bij u ontbreekt! De uitgebreide bijlagen vindt u apart in .pdf’s, met aparte nummering. Vooraf maar zeer belangrijk dien ik op te merken dat mijn handelsregister ouder is dan het instituut zelf en dat er dus ook broodroof wordt gepleegd door een externe maatregel van decumul die bovendien niet alleen haar basisdoelstelling voorbijgaat maar ze zelfs in omgekeerde zin tegenwerkt: De onpartijdigheid van een boekhouder waarborgen in zijn kwalitatieve relatie met zijn cliënten. Ook de internetsite van mij is een van de oudste van België en bestaat al van jaren voor het BIB zelf goed wist wat een internetsite was. Daarnaast zal ik aantonen dat er nog heel wat handelsdaden zijn die GEBRUIKELIJK zijn bij boekhouders. Het hoofdpunt dat ik hierbij zal aanhalen zijn de commissies die aan alle boekhouders & accountants worden gegeven omdat zij als medewerkers geregistreerd staan bij meestal één favoriet, bij sommigen ook meerdere sociale bureau’s en hiervoor bij de belastingen in het Belcotax-systeem massaal commissienota’s voor bestaan.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 1/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Essentieel is ook dat in deze procedure dat mijn letterlijke en duidelijke vraag om het kernbegrip ‘handelsactiviteiten te omschrijven’ nergens wordt beantwoord, en dat volgens mij het voeren van boekhouding voor derden NIET verschilt en zelfs steeds minder zal verschillen van INTELLECTUELE DIENSTVERLENING VOOR DERDEN (informatica bestaat nog steeds uit het kernwoord ‘informatie’). Omgekeerd betekent dit bovendien dat als u dit nu niet omschrijft, u mij dit in de toekomst ook als ex-lid niet zult kunnen omschrijven of mij daarin beperken. Ook roep ik de wraking van een aantal leden in van de Uitvoerende Kamer bij de beslissing, omwille van het feit dat een heel aantal leden niet bekend hebben gemaakt dat er reeds informele contacten zijn geweest tussen die leden en mijzelf en zij dus niet objectief (noch voor, noch tegen) kunnen optreden en zichzelf buiten de beslissingsvorming dienden te stellen. In bijlage Î vindt u uw eigen schrijven van uw toenmalige algemeen directeur Lenaerts terug van mijn onmiddellijk aangifte van mijn activiteiten. Dit document geeft mij expliciet de toestemming dat “het advies dat U aan uw klanten geeft inzake informaticatoepassingen in de boekhouding verenigbaar met de activiteiten als erkend boekhouder.” Na een telefonisch gesprek op 25/09/1998 om verdere toelichting te krijgen, wordt zelfs expliciet beweer:
& Informatica op zich: NEE. & Wel: PC + pakket + verbintenis tot opleiding en opvolging van de administratie; Maar meteen wordt mij de reden gegeven dat daar veiligheidshalve best ook wordt vermeld dat ook de fiscale afsluiting bijhoort die zal worden gedelegeerd aan Logocom (mezelf). Op hetzelfde document vindt u ook de melding dat “activiteiten als informaticus die geen uitstaans hebben met boekhoudkundige activiteiten na 31/12/2003 niet meer mogelijk zijn; wat impliceert dat mijn activiteiten die ‘an sich’ altijd met boekhoudkundige activiteiten te maken hebben, dus wèl mogelijk zijn, terwijl de Kamer tot een omgekeerde conclusie komt en het beginsel der rechtszekerheid schendt en dit zou impliceren dat het BIB mij dus onterecht heeft aangesloten van bij het begin. Omdat dit document zéér, zéér belangrijk is, en niet zou verdwalen tussen de andere, voeg ik het ook in deze bundel als ingescand document in.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 2/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 3/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Om vervolgens misschien omgekeerd te starten met mijn uitgebreide toelichting, volgt eerst de bijvoeging van mijn informele contacten met of opmerkingen naar een aantal leden BIBF (op welk niveau dan ook). Zij hebben duidelijk nagelaten dit te vermelden. Bovendien moet het eens duidelijk worden dat de belangenvermenging tussen de opleidingscentra voor boekhouders met het instituut zelf zodanig hoog ligt, dat ook hier geen enkele garantie op objectief optreden vanuit het instituut gewaarborgd is. Er is bij mijn weten geen enkel bestuurslid BIBF dat NIET actief is in een of andere beroeps- of opleidingsfederatie. Tot slot zal ik in dit betoog ook zeer sterk uithalen naar de leiding die de rechtskundig assessor naar zich toe haalt, terwijl het hier intrinsiekeen boekhoudersdispuut betreft en dat ik niet door een advocaat uit een ander vrij beroep, maar door eigen collega’s boekhouders wens te worden beoordeeld, eventueel veroordeeld. In mijn toelichting hierna, zal blijken dat ik met volgende leden reeds contact heb gehad:
Martine Missotten: Zij ontving van mij o.a. een mail op o.a. 27/02/2004 over mijn combinatie met informaticaactiviteiten, en een opmerking over het feit dat in het o.a. door haar opgerichte WestVlaams Interprofessioneel Forum voor Fiscale Beroepsbeoefenaars maar liefst 5 IAB’ers tegen 3 BIBF’ers voorkwamen: “Dag Martine, Ik kreeg vandaag jullie WVIFFB-blaadje vandaag, maar geen coöördinaten. Ik zie dat de verhouding bij jullie groep 5 IAB'ers tegen 3 BIBF'ers is, maar dat het mijns inziens wèèl goede Westvlamingen betreft. Kan ik jullie op informatica-vlak èèn als BIBF'er misschien nog van dienst zijn om de gelederen te versterken en de verhouding te handhaven? Ik ben echter niet geïïnteresseerd in recepties àà la BAB (waar ik ook lid van ben, maar daar wellicht uit stap), maar in functioneel en tijdsbeperkt handelen (ik leef 6 X zo snel als de meesten en plan alles op een activiteitsduur van max. 60 jaar, dat is dan nog 360 jaar). Wat zijn jullie doelstellingen, want ik denk dat als we zelf niets ondernemen, we zeer ernstige zaken gaan creëëren voor onze kinderen. Ikzelf zit in de problematiek van informatica, omdat mijn assistentie ook voor fiscale kantoren (backupproblematiek bij o.a. Vero) naar waarde wordt geschat, en qua eigen dossiers zijn de kleine dossiertjes vrij gering in omvang (dat gebeurt met thuiswerkende bediendes), en de grote tot zeer grote dossiers bestaan er voor mij in zelfs boekhouders èèn EDP-verantwoordelijke op te leiden zodat ze ook van mij onafhankelijk zijn.”
Martine Missotten heeft blijbkaar nagelaten dit te vermelden in de procedure èn op de zitting, terwijl de laatste paragraaf dateert van begin 2004 en handelt over de problematiek van informatica duidelijk werd aangehaald maar ook zij zich in stilzwijgen hulde. >>>>
Omdat in de beroepsprocedure staat voorgeschreven dat ik wraking nu op voorhand dien in te roepen, vermeld ik haar in deze zeer beknopte lijst. Het besluit tot schorsing moet hoedanook opnieuw worden genomen.
Zij ontving van mij een mail op o.a. 10/06/2004 over “tegenstroom zwemmen” waarin o.a. volgende tekst voorkwam: “Tegenstroom zwemmen is steeds moeilijk... Mijn excuses dat ik me dan ook aan 'SPAM' bezondig. Schrap dit indien u enkel goed nieuws wenst te lezen. Ik wil een link doorgeven en durf het bijna niet, omdat het taboe is... Veel mensen, tot mijn scha en schande met mezelf inbegrepen, vroegen zich bij de vorige verkiezingen af hoe het mogelijk is dat liberaaldenkende mensen plots sympathie kunnen hebben voor het Vlaams Blok. De VERLAGING van de vennootschapsbelasting, blijkt echter voor het grootste en gezondste deel van de Vlaamse KMO's een regelrechte VERHOGING te worden via complexe bijkomende achterpoortwetten, maar ook de grondlasten, gemeentebelastingen e.d. slaan overal op, om maar van eurovignetten, milieutaksen, bedrijfsbelastingen, sociale bijdragen op vennootschappen, risico- en preventiepremies op personeel, gestegen sociale bijdragen (o.a. verplichte bijdragen echtgenote), billijke vergoeding, reprobel en recupel, jaarlijkse controlekosten op o.a. mazouttanks, veiligheidsdossiers bij verbouwing en nieuwbouw,... het is inderdaad zo dat in de fiscale aangiften de laatste maanden blijkt dat het percentage van de kosten tegenover de (dikwijls gedaalde) omzet STIJGT. De verhoogde bedrijfsvoorheffing in de pers is geen teken van een betere economie,
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 4/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
maar de verplichte aanpassing van de minimum wedde van bedrijfsleiders van 24.500 EUR naar uiteindelijk 36.000 EUR (regering noemt dit 'indexatie'). We vernemen ook dat dezer dagen vooral alle aanslagbiljetten met TERUGGAVES in de bus vallen overal? Moeten wij ook hier in het toeval geloven dat Reynders Minister van Financiëën is? Kijk, misschien worden nu velen weeral zeer kwaad op mij, maar iemand moet het doen. Ik heb een èècht verhaaltje van een verkiezingsbord in volle oorlogstijd beschreven op: http://logocom.be/vlaamsblok Het is niet mijn bedoeling u te beïïnvloeden, maar wou toch even iedereen attent maken op een negatieve evolutie in onze maatschappij, en dat we 3000 jaar streven en evolutie naar vrijheid (stemrecht vrouwen dateert nog maar van na WO II!) moeten opletten om niet achteruit te gaan! De intolerantie komt NIET van het Vlaams Blok, laat dat eens duidelijk zijn ondanks de persaanvallen. “
De andere leden van het WVIFBB vindt u ook in bijlage, u vindt op hetzelfde blad een link naar hun sponsor Acerta. Nagenoeg elk van deze bestuursleden (BIBF/IAB/IBR) ontvangen ook fiches omtrent ontvangen commissies bij de sociale bureaus voor aansluiting van cliënten en vervullen dus handelsactiviteiten tegen betaling. Zie bijlage Ñ-Î met gesponsorde link naar Acerta. Hun overtreding is des te erger, daar ik deze commissies altijd doorstortte aan mijn boekhoudklanten zelf èn dit expliciet vermeld wordt op mijn site. U beschouwt mij als overtreder door op mijn site niet-objectieve informatie te vermelden, zij zijn echter meer in overtreding door deze commissies gewoon te incasseren en hun objectiviteitspositie is wel aangetast hierdoor door niet te vermelden dat zij ook persoonlijke belangen hebben in de keuze van een sociaal secretariaat of sociale kas! Als u met google bijvoorbeeld zoekt op “commissies sociaal bureau boekhouder” zult u op nummer 1 op een onderdeel van mijn internetsite terecht komen waarin informatie wordt verstrekt over wat een boekhouder doet, maar ook wordt aangehaald dat hij hiervoor wervingsvergoedingen krijgt. Gelieve mij tevens aan te duiden waar ik hiermee in overtreding ga, omdat net anderen (dus nagenoeg ALLE BIBF’ers) dit door niet te vermelden volgende artikels overtreden: artikel 3 (bijzondere overeenkomst), artikel 4 ten sterkste (onafhankelijkheid), artikel 10 ten eerste (niet inlichten over professionele samenwerkingsverbanden, de sociale bureaus vragen nu hiervoor een document te ondertekenen, wat ik bovendien nooit gedaan heb!), artikel 13 (“verbod om op enigerlei wijze commissie- of makelaarslonen te ontvangen”), artikel 21 (onverenigbaarheid), artikel 23 (gratis aanbieden deze dienst door ontvangen van ‘aanbrengvergoeding’), artikel 24 (vermelden van specifiek sociaal bureau i.p.v. aanduiden dat er meerdere zijn), artikel 25 (idem), artikel 27 (zie foto naar het einde toe waarop de verschillende activiteiten in een geval waarbij verschillende personen op eenzelfde adres dit wèl conform uw regels uitvoeren, maar het resultaat exact hetzelfde is). Ik denk wel als u artikel 4 hiermee zal uitvoeren, er wellicht bijna geen boekhouders (en hetzelfde voor accountants) meer zullen overschieten en het instituut zichzelf mag ontbinden. Tussenin vermeld ik ook dat de tijdens de tuchtzitting gestelde vraag naar mijn omzetcijfer, omdat dit niet ter zake deed en een inbreuk op mijn privacy vormde (daarom blijf ik net eenmanszaak).
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 5/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
De andere leden die in het vroegere BZRABB/ huidige BBB zetelen (zie hieronder voor detail bij Joseph Pattyn). Het BBB is gekoppeld aan HDP, Hulp Der Patroons. Leden van de Nationale Raad (of andere raden) die van mijn problematiek op de hoogte waren:
Joseph Pattyn: Zie inhoud verder en diverse mails. Oprichter van BZRABB (later BBB) waar ik in aanvang meer contacten dan nu mee had. Heeft in eigen persoon en als BIBboekhouder uitdrukkelijke beloftes gedaan naar zijn leden toe omtrent de problematiek van de cumul van de boekhouders die reeds van den beginne in het instituut zitten. Hij heeft zelf ook een zeer ernstige rel veroorzaakt, die groter van omvang was dan de mijne (met die éne accountant waarvan sprake in de tuchtprocedure), want minstens 20 accountants-collega’s van mij zijn nog steeds zeer kwaad en zijn toen uit het BZRABB gestapt na zijn zeer denigrerende opmerkingen naar accountants toe na een jaar BZRABB. Deze man profileerde zich zelf later als ondervoorzitter BIBF, en onderhoudt nog steeds commerciële belangen en ontvangt ook al zeer lang commissies voor aansluiting bij HDP èn reclame-ontvangsten en moet dan eigenlijk ook gedagvaard worden voor soortgelijke feiten als mij, indien u het eerlijk wil spelen, zowel omwille van de zeer harde kritiek en het op stang jagen van accountants (hij wou bovendien letterlijk alle accountants uit het boekhoudersinstituut, waarin ik hem wel kan volgen, maar waarin ik dan NIET tolereer dat ik alleen op zo’n standpunt word gepakt). Maar zoals vermeld in supra, moet u dan wellicht 95% van de boekhouders dagvaarden voor de tuchtcommissie (de laatste tijd lijkt me dat trouwens de enige activiteiten te zijn waarmee het BIBF zich bezig houdt). Het is ook samen met hèm dat ik persoonlijk zéér actief heb ingespeeld op het feit dat er nagenoeg geen enkele boekhouder zijn stembrieven invulde, laat staan opzond voor de verkiezingen van de bestuursraden van het BIBF, waarna ik een volledige GESLAAGDE email campagne ben gestart in de regio, waarna dan plots zelfs secretariaatsmensen uit het BZRABB/BBB verkozen werden door de BIBF’ers (de opkomst bleef echter bedroevend laag en schetst de apathie van de BIBF’er voor zijn instituut). Hetzelfde moet vermeld worden voor de verkiezingen daarvoor van het bestuur van het IAB, waar ik met maar liefst een 40-tal volmachten van accountants ZELF aanwezig was inde zeer tumultueuze Waals-Vlaamse verkiezing van het IAB en waarin ik een lid van het instituut van Belastingconsulenten, afdeling BAB Kortrijk, om de naam te noemen niemand minder dan de voorzitter Johan De Leenheer himself, en een lid van de BKR promoveerde omdat de Waalse voorzitter plots niet meer bereid was om de periodieke rolwassel Voorzitter/Ondervoorzitter toe te staan. Ik voeg een artikel over deze tumultueuze verkiezing nog in annex bij in Ñ-Ó. Dit artikel komt overigens niet uit de roddelpers of een lokaal krantje, maar is een vervolgartikel in de Tijd geweest. En daarmee kom ik op een accountantslid hieronder (beroepskamer).
Ludo Van Den Bossche (accountant, voorzitter KVABB, is ook link naar BIBF) Bij de onderzoeksrechter te Kortrijk, i.v.m. de fraude/oplichting van de stagiair-boekhouder Bisschop Dominique (die ik zelf opgespoord heb in Zwitserland en via Interpol heb laten in de boeien slaan op zijn hotelkamer; waarvan ik de correctionele procedure tot in Gent heb mede-waargenomen), stelde ik persoonlijk vast dat hij (als accountant niettemin) in naam van het BIBF persoonlijk aanwezig was omdat dit wettelijk zo verplicht zou zijn (aldus zijn melding). Hij was echter bezig de BTW-listings aan het overlopen en alle namen aan het overschrijven van de cliënten zelf, en schrok dan ook duidelijk toen ik hier een persoonlijk een directe opmerking over maakte. Dit is een werkwijze die volledig niet betaamt in de integriteit van het BIBF, want iedereen weet wat het nut is van het inkijken van een BTW-listing, met name het bekomen op onrechtmatige wijze van de namen van de cliënten, of in gewone termen: het “aasgieren”.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 6/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Het is niet de eerste maal dat ik dit tegen kom, maar in andere zaken was er geen onderzoeksrechter bij mij om dit te getuigen. Bovendien heb ik het instituut ook al vermeld dat de stagecommissie van het BIBF zelf bij Dominique BISSCHOP hem enkel gewoon vroeg “hoe het ging met de zaken” en inhoudelijk geen enkele maar geen enkele vraag kreeg. Pas toen bleek dat hij ook volop beleggingen e.d. deed, werden plots dan heel wat vragen gesteld. Mijn stagiaire Nathalie Valcke daarentegen werd zwaar intellectueel op de rooster gelegd met zeer moeilijke en volgens mij dikwijls niet relevante vragen, waardoor dit zeer bekwame meisjes uiteindelijk gestopt is met haar stage en dit betekent opnieuw een verlies aan intellectuelen voor het instituut zelf.
Vanneste John Ik ga de mails aan hem niet vermelden, maar hij kent mij méér dan goed genoeg en weet al van in aanvang dat ik boekhouder ben die zich terecht bijkomend specialiseerde in informatica. Ook werd met hem reeds voorstellen besproken om deze zijde in concreet in opleidingsvorm te brengen.
Voet Ronny & Christian Soens Eveneens verkozen via BZRABB/BBB op 17 maart 2003.
Nagenoeg elk van deze bestuursleden, tenminste dezen die ook zelf boekhouder of accountant zijn, ontvangen ook fiches omtrent ontvangen commissies bij de sociale bureaus voor aansluiting van cliënten en vervullen dus handelsactiviteiten tegen betaling. Zie bijlage Ñ-Î met gesponsorde link naar Acerta. Hun overtreding is des te erger, daar ik deze commissies altijd doorstortte aan mijn boekhoudklanten zelf èn dit expliciet vermeld wordt op mijn site. U beschouwt mij als overtreder door op mijn site niet-objectieve informatie te vermelden, zij zijn echter meer in overtreding door deze commissies gewoon te incasseren en hun objectiviteitspositie is wel aangetast hierdoor door niet te vermelden dat zij ook persoonlijke belangen hebben in de keuze van een sociaal secretariaat of sociale kas! Zie voorheen in het vorige kader de artikels die hiervoor allemaal in overtreding zijn (bijna allemaal), waardoor u - indien u consequent optreedt - eigenlijk 95% van de BIBF’ers moet dagvaarden (zie supra)
Voor de andere namen mag ik hierin nog voorbehoud wegens tijdsgebrek, maar dit kan nog aangevuld worden.
Stolle Luc Ik verwijs wel nog expliciet naar bijlagen Ñ-x waarin ik afdrukken voeg van ook o.a. de leden van de stagecommissie e.d., waar bijvoorbeeld dus ook Luc Stolle op voorkomt, die zich ook moet terugtrekken uit de discussie omdat hij zich net voor de pleidooien teruggetrokken heeft als mijn persoonlijke advocaat voor Meritius Gent bij de procedure in mijn echtscheidingsprocedure (ook omwille van mijn volgens hem ‘eigengereid optreden’, maar zoals u merkt ben ik niet gewoon zaken aan het toeval over te laten, omdat ik gewoon wetenschappelijk niet in toeval geloof, maar eerder als “samenloop van omstandigheden” dien te onderzoeken om steeds zoveel als mogelijk objectief te blijven).
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 7/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Tot slot denk ik dat intern in het BIBF primo Philippe HUYSMANS als informaticus iets beter zou geplaatst zijn om extern te adviseren in deze zaak, en dat secundo Stéphane LIEVIN hopelijk zich nog herinnert hoe bij de profilering van ‘de boekhouder’ naar buiten toe, vroeger ook het informatica-aspect wel degelijk werd vervat in de eerste folders en wellicht zelf ook problemen heeft met het beschouwen van ‘boekhoudactiviteiten’ als niethandelsactiviteiten. Ik wou met deze ook mededelen dat de gebruikte portable tijdens de tuchtraad niet volledig afgeschermd was van de buitenwereld omdat er een map publiekelijk op werd gedeeld en dat er op deze wijze via een naam en een paswoord wel zou kunnen worden ingebroken bij het BIBF (computerkraak, DOS-attack leek ook mogelijk op server van BIBF op bepaald moment, maar ik meende dat nu alle patches terug zijn geïnstalleerd)! Maar ik heb zeer plichtsbewust niet ingebroken op dit IP-adres, want zoiets staat mijn persoonlijke deontologie en de wetgeving natuurlijk niet toe.
Dit schrijven en het beroep heeft als hoofdbedoeling de schrapping procedurieel ongeldig te verklaren door de werkwijze en over te doen, want u schept de indruk dat u nu plots van de ene op de andere maand dynamische mensen als ik buiten het BIBF wenst te plaatsen en met zo’n besluit profileert het BIBF zich als een typisch stug en traag werkend paraplumatisch Belgisch Instituut. Bovendien documenteert dit schrijven zodat ik mij expliciet en op voorhand wapen omtrent mijn dienstverlening naar de toekomst en voor een juridische procedure voor de rechtbank in de toekomst, en waarin we elkaar vermoedelijk nog zullen ontmoeten op diverse niveaus. Hierbij zal ik juridisch niet aarzelen om een aantal mensen die hier in persoon zijn vermeld mee of tegen te dagvaarden indien nodig en dit schrijven zal elke procedure vergelden (vandaar dat ik er wat nachtwerk aan spendeer en bovendien voorbehoud blijf maken voor hier uit tijdsgebrek nog niet vermelde informatie). Hierna kom ik tot de weerlegging per punt (neem hiervoor bijlage Ò-Î, namelijk de beslissing tot schrapping waartegen ik huidig beroep aanteken.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 8/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
I. WEERLEGGING PER PUNT Samengevat concludeer ik uit uw schrijven dat u mij als boekhouder wenst te schrappen, maar dat de Nederlandstalige Uitvoerende Kamer eigenlijk slechts twee (2) redenen aanhaalt voor deze schrapping, die toepasbaar zijn op zeer veel leden en ook al moesten toegepast worden op de agressieve mailing van bijv. het BZRABB/BBB of bestuursleden van ook andere studieverenigingen bij de verkiezingen in 2003 van BIBF, en nog meer moet worden toegepast op alle boekhouders die aanwervingsvergoedingen ontvangen van sociale bureaus. Uw probleem met mij is: Primo
Secundo
Het houden van een van de oudste internet-sites die niet aan uw nadien opgelegde normen zou voldoen. In dit punt zit ook vervat de eenmalige en zeer korte publicatie van een geschil met een IAB-accountant in reactie op een door hem tegen mij ingediende tweede futiele en foutieve klacht, hoewel het BIBF hiervan expliciet en 2 X aangetekend op voorhand was verwittigd en het BIBF al expliciet vermeld had deze klacht van hem te seponeren. Niet alleen heeft mijn site vermeld dat deze publicatie enkel reactie was om de rechten op verdediging te behouden, ook het IAB heeft bovendien expliciet bevestigd dat deze publicatie enkel een reactie was op de futiele herhaalde klachten van deze IAB-accountant en daarnaast doet u een tweede uitspraak, terwijl u de uitspraak aan de rechtbank heeft toegekend en u zichzelf hierin dus onbevoegd hebt verklaard (ik heb correct medegedeeld dat hierover een zaak liep). het beoefenen van zogezegd commerciële activiteiten en het behoud van mijn handelsregister (waarbij het instituut uit het oog verliest dat zij ‘informatica’ zelf in haar originele folders ‘BIB’ als essentiële activiteit bestempelt). Ik kan juridisch perfect aantonen dat net alle andere boekhouders in overtreding is door de schrapping handelsregister, omdat het ontvangen van wervingsvergoedingen een “herhaalde commerciële activiteit is”. Bovendien bestaat het handelsregister als dusdanig niet meer, en werd het een ondernemingsactiviteit, waardoor u eigenlijk ook al qua procedures compleet de fout ingaat.
Daarnaast is er wellicht een andere reden die mij duidelijk werd toen ik opdracht kreeg om mijn ‘zonnepaneel-link’ weg te halen en daar altijd een Vlaamse Vlag heeft opgestaan. U bent een Belgisch Instituut en u weet dat ik van de VLD actief overgeschakeld ben naar het Vlaams Belang en nu ijver voor de Vlaamse onafhankelijkheid omdat onze economie stilvalt, in 2005 naar recessie overschakelt en we misschien zelfs in een werkelijke economische depressie zullen terecht komen (2008?) als we zo apathisch blijven als alle voorgaande jaren. Ik verwijs meteen naar de mail van Joseph Pattyn uit het BZRABB/BBB op 03/03/2003 zelf, dus het zijn niet MIJN woorden: “Maar de vertegenwoordigers van de andere beroerpsverenigingen vonden het niet belangrijk genoeg, vonden dat het te weinig collega’s aanbelangde, of hadden meer oog voor hun persoonlijke belangen in plaats van de belangen van alle Boekhouders en Boekhouders-Fiscalisten”). Bovendien wou ik eens de BA verzekering aanspreken voor een jaarrekeningboete en kreeg ik het bericht dat deze BA die ook dekt, maar dat... de vrijstelling per dossier geldt en er dus geen uitkering naar mijn klant kan gebeuren. Exact twee dagen na mijn opzegging van de BA om over te schakelen, ontving ik de aanvangsbrief van de tuchtprocedure, maar per mail werd mij bevestigd dat dit “toeval” was.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 9/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Uw Belgisch Instituut vertoont dezelfde reactie als de andere gepolitiseerde partijen en volgt mooi het Cordon Sanitaire omdat het zich bedreigt voelt in haar toekomst en bestendigheid. Dat durft u natuurlijk echter niet op papier zetten, maar de persoonlijke hevigheid waarmee u de zwaarste tuchtstraf uitspreekt voor een simpele internetsite en een zaak waarover de rechtbank en het IAB zich al heeft uitgesproken, laat niets aan onduidelijkheid te wensen over. Ik meen dat u met dit een duidelijk signaal heeft gegeven dat de Belgische Instituten sinds de derde staatshervorming inderdaad niet meer functioneel zijn en we dringend een Vlaams Instituut van Boeksturing & Fairplay nodig hebben. Ik overloop hierna de punten zoals u ze aanhaalt in uw ‘beslissing tot schrapping’, en dit ook per artikel uit de ‘plichtenleer’, met verwijziging naar de daaruitvolgende ‘rechtenleer’ echter. Plichten zonder rechten bestaan niet, behalve in bepaalde communistische staten, en ook is er nog een ‘geest van de wet’, tenminste voor intellectuele mensen.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 10/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
A.
Art. 16 reglement van Plichtenleer
Artikel 16 luidt als volgt: “De boekhouder BIB is gehouden tot wederzijdse hulp en hoffelijkheid tegenover zijn confraters en moet zich onthouden van elke houding of handeling, die een confrater schade kan berokkenen. Hij zal de confrater onmiddellijk op de hoogte brengen van de punten, waarover een meningsverschil bestaat, zonder de naam van de confrater hierbij in opspraak te brengen of het beroepsgeheim te schenden.” Hetzelfde artikel bij de accountants luidt als volgt (art. 22): “De accountants zijn gehouden tot wederzijdse hulp en hoffelijkheid. Zij moeten zich onthouden van elke houding of handeling die een confrater schade kan berokkenen. Wanneer een lid van het Instituut het werk of de verklaring van een ander lid zou kunnen in opspraak brengen, moet hij voor zover het beroepsgeheim zich daar niet tegen verzet: - hem onmiddellijk op de hoogte brengen van de punten waarover er een meningverschil bestaat; - oordeelkundig tewerk gaan en eventueel andere adviezen inwinnen.” Deze aanklacht gaat over mijn internetsite gedurende de periode 25/06/2003 tot en met 17/07/2003. Deze bundel is vertrouwelijk geworden daar zij reeds het voorwerp uitmaakte van een procedure in kortgeding door nalatigheid van het BIBF zelf maar is in het bezit van u en kan dus aangewend worden om mijn beroep te weerleggen. Bovendien heeft het BIBF hierin zelf gekozen om het kortgeding en de rechter te laten spreken, waardoor ze zichzelf onbevoegd heeft verklaard in deze materie (kwam ook niet op de rechtbank mij verdedigen, hoewel ik dit expliciet gevraagd had), dus rechtsbijstand bestaat ook niet bij het BIBF (terwijl een verzekering BA dit normaal omvat!). Zie bijlage Î-Ñ Ook het uitgenodigde IAB en HREB zenden hun... kat voor het kortgeding. De echt nodige stukken worden (met respectvolle naamschrapping van de accountant in kwestie, want die zaak is ook voor mij afgehandeld en ik ben niet wraakzuchtig) echter hier ook terug bijgevoegd in de bijlagen beginnend met Î. Tijdskalender & werkelijke toedracht a/ 1998: Een accountant voelt zich bedreigd in twee activiteiten: Boekhouding (hij zelf is erkend accountant, maar heeft op dat moment zelf ook nog een handelsregister) en informatica (zijn zoon heeft een computerwinkel). In plaats van in communicatie met mij te treden dient hij meteen een klacht in bij het BIB (zoiets noemt men ‘nestvervuiling’), die mij op 08 mei 1998 (meer dan een maand na de feiten!) een vraag stelt over een regionale buurtvergadering waarin ik ‘informatie vermelde waarover ik normaal gezien niet kan beschikken’. Ik repliceer dezelfde dag en eindig met volgende paragrafen: Om deze op vorige bladzijde vermelde reden, zal ik daarom echter de kopie van deze brief persoonlijk afgeven aan de heer XXXX, in de hoop deze zaak alsnog in der minne te kunnen regelen. Mocht hij volharden, dan ware het wenselijk dat deze zaak verder besproken wordt in de uitvoerende kamer, zij het bij het IDAC, zij het bij het BIB en kan bewezen worden dat beide instituten in staat zijn deze geschillen binnen hun instituten op te lossen. Kunnen wij echter ook bij u niet tot een vergelijk komen, dan zal ik mij genoodzaakt zien mij burgerlijke partij te stellen en deze zaak verder aan te vullen met getuigenissen en tot op het bot uit te graven.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 11/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Want zo braaf ben ik tenslotte ook weer niet, dat ik zomaar over mijn beroepseer laat lopen. Mag ik de termijn van de fiscale vraag om inlichtingen gebruiken, om van u een antwoord te ontvangen, met name voor 30/06/1998 ? Een lange duur komt niet ten goede aan de essentie van deze zaak en zal waarschijnlijk dit probleem slechts catalyseren.”
De toenmalige directeur van het BIB zelf, Geert LENAERTS, antwoordt mij op 14 mei 1998 met volgende tekst: “Ik heb uw schrijven van 11 mei jl. aangaande de klacht vanwege de Heer XXXXX, in goede orde ontvangen en dank U daarvoor. Een copie hiervan wordt overgemaakt aan de aanklager met de vraag of hij, gezien uw verweer, zijn klacht wenst staande te houden.” Ik verneem hier totaal niets meer van en kan dus concluderen dat hij zijn klacht laat vallen. Over de blijvende roddels door hem en zijn echtgenote naar mijn naam toe intussen, heb ik het hierin niet eens. b/ 2003: Nieuwe, ditmaal echt zéér futiele klacht van dezelfde accountant. Op 14 april 2003 kan hij het niet laten een nieuwe futiele klacht in te dienen (art. 17, overdracht dossier via aangetekend schrijven). In de brief van het BIBF van Paul COOREMEN (toen plaatsvervangend voorzitter Nederlandstalige Uitvoerende Kamer) staat volgende tekst (bewijsstuk Î-Î). De slotbetaling laat niets aan onduidelijkheid over: “In casu achten wij het niet nodig tuchtrechterlijk gevolg te geven aan de opmerking van uw confrater.” Omdat wij intussen wèl ook de vele roddels moe zijn en dit dossier niet eens door ons werd overgenomen maar door een van onze klanten-boekhoudkantoren (die ons wèl psychologische en energieke assistentie had gevraagd), verwijzen wij naar de voorspelling in onze brief van 1998 hierboven: “Een lange duur komt niet ten goede aan de essentie van deze zaak en zal waarschijnlijk dit probleem slechts catalyseren.” Wij besluiten te repliceren met tegenklacht en richten ditmaal ALLE briefwisseling continu gelijktijdig aan het IAB (vroegere IDAC), u (het BIBF, vroeger het BIB) en vragen het eventueel voor te leggen aan de Hoge Raad. Intussen komt uit dat dezelfde accountant volgende grove fouten maakte: • Zeer ernstig schenden beroepsgeheim (niet alleen voor dit dossier); • Oprichting Delaware-vennootschap voor simpele café met gewone omzet en uit gebrek aan eigen kapitaal (mag in zo’n geval NIET opgericht worden) om te ontsnappen aan hoge oprichtingskosten van een normale Belgische vennootschap; • Toepassing van forfaits in dit type vennootschap hoewel dat wettelijk niet kan (inboeken van gedetailleerd financieel kan trouwens niet overeenstemmen met forfaitaire verkopen); • Grotere stortingen op de bank dan de ingeschreven omzetten; niet overeenstemmen van financieel met verkoopdagboek; • Expliciet advies door de accountant aan de klant omtrent verhouding zwarte en officiële verkoop; • Continu zeggen dat de zaak goed draait en dan plots één kort eindadvies mee te geven dat de zaak failliet best failliet zou verklaard worden, en dat deze dan heropgestart kan worden... met zijn andere zoon en de huidige zaakvoerster als gerante aan te stellen (“dat is niet erg, dat is maar een vormfaillissement”). • Een fenomenale wachtrekening die onoplosbaar is op het einde van het boekjaar; • Complete vermenging privé en zakelijke rekeningen; • Niet verwittigen van consequenties en enorme boetes van RSZ en BTW en adviseren om eerste de gewone leveranciers te betalen.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 12/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Op 18 april 2003 schrijf ik mijn eerste aangetekend en per post verzonden antwoord letterlijk en mèt vermelding van termijn (zie ook bijlagen Î-Ï en Î-Ï ’):
Gezien X bewust het kanaal kiest om via de instituten te gaan, zijn deze nu verplicht hun verantwoordelijkheid in deze zaak op te nemen, zodat ze mij niet ertoe nopen dit schrijven publiek te maken (met toestemming van cliënte). Ik verstrek X als de instituten hiervoor een termijn van twee weken, zijnde tot 5 mei 2003. (...) Wij verwijzen intussen ook naar het vroegere geval. (...) Niettemin ben ik toen persoonlijk bij hem geweest, heb toen kopies van alle schrijven bezorgd, maar toen bracht hij geen enkel woord uit en wou nergens op antwoorden. (...) Bij onbereidheid van uwentwege om gezamenlijk voor de raad te komen, zult u mij verplichten om ruchtbaarheid aan deze zaak te geven. Intussen worden heel wat bijkomende blunders ontdekt, waaronder: • De Delaware vennootschap blijkt niet eens juridisch in orde te zijn (bestaat eigenlijk niet meer door het niet betalen van verlengingen) • De accountant bleek oorspronkelijk in april al geweigerd te hebben de boeken aan de cliënte zelf af te geven en dit gebeurde pas nadat deze klant zelf belde naar het IAB dat hem terstond een fax hierover zond (zij kende Logocom toen overigens nog niet). Ik schrijf op 5 mei 2003 dan ook een aanvullend aangetekend en per post verzonden schrijven (zie bijlage Î-Ð waarin ik expliciet vermeld:
Tot slot, mag ik beide instituten nogmaals duiden op het feit dat ik niet zal tolereren dat dit dossier op de lange baan wordt gezet? In mijn vorige brief had ik u hiervoor de datum van 5 mei 2003 aangeduid, en dat is vandaag, terwijl ik NIETS maar dan ook NIETS ontving. Ter info, in hetzelfde schrijven vermeld ik trouwens in de rand ook weeral dat ik me vooral met ‘informatie’ bezig houd (zie andere stukken). c/ Kortgeding, vonnis en beroep Omdat het duidelijk wordt dat ik weer enkel op mijzelf kan rekenen en de accountant in kwestie overal in de buurt op café en bij zijn cliënten-handelaars zit te lachen met mij dat hij al tweemaal een klacht heeft ingediend tegen mij en mij ten gronde wil richten door mij te laten schorsen of schrappen, voer ik op 24 juni 2003 dan ook mijn woorden uit (bij de oprichting van het BIB vernam ik dat het de bedoeling is dat een boekhouder vooral ‘betrouwbaar’ is). Ik verwittig hem daar ook zelf van en ook het BIBF, zodat ik op 25 juni de dagvaarding in kortgeding ontvang hierover. Zie bijlage Î-Ñ. Opmerkenswaard is dat die accountant dan OOK een handelsregister heeft en in zijn aanklacht vermeldt “is - ondermeer - boekhouder” (zie bijlage Î-Ñ. Nadenkertje dat hij wel introk toen ik in beroep ging. Ik voeg hierbij ook het krantenartikel uit De Tijd van 10/06/2005 over ‘klokkenluiders’ in deze context, dat er wel degelijk mensen zoals mij nodig zijn in bijlage Î-Ñ-NIEUW. Ik nodig de instituten en de hogere raad uit om aanwezig te zijn. Zie ook volgende.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 13/40
Î -Ñ
COR en
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
En nu wordt het héél straf: Ik verwittig ook John Vanneste èn meldt via hem aan Joseph Pattyn (= José in die mail; ik was van bij het begin van het BZRABB, dat nu het BBB heet) dat dit online staat en vraag wat zij daarvan denken met het citaat: “Vraag ook eens aan José wat hij ervan vind. Die accountant mag klachten indienen via het IAB over het BIBF en als zij niet antwoorden, moet ik op mijn kop laten zitten? Dan publiceer ik dat.” Voor deze mail zie bijlage Î-Ò. Voor het BIBF zelf reageert Frank Haemers ditmaal wèl zeer snel per post (zie bijlage Î-Ò- B). Daar wordt meteen een opmerking gemaakt over mijn zonnepanelen op mijn site (à propos had ik vergeten te vermelden dat er op 05/06/2000 al door Frank Haemers geantwoord werd op mijn e-mail over mijn site en hij vroeg om die speciale informatie-Nokia-databank-GSM’s en laserprinters van mijn site te halen, en dat heb ik toen wèl gedaan. Telefonisch werd toen overigens nogmaals het aspect van mijn informatica besproken en er werd mij toen ten stelligste geadviseerd door het BIB, e-mail adres was toen nog
[email protected], om alles de naam ‘softwareadvies’ of best zelfs puur ‘advies’ te noemen). Deze mails waren toen al trouwens gecertifieerd van mijn zijde met Globalsign. Terug via mail herhaal ik alles opnieuw eens zodat het dus talloze malen letterlijk werd aangekondigd èn herhaald en dit met alle mogelijke tussenpersonen op alle niveaus in alle drie de instituten. In uw ‘akte tot schrapping’ zwijgt u hierover in alle talen, moedwillig, want het BIB/BIBF is hier duidelijk zèlf de fout ingegaan. Ofwel weet u dit zelf niet meer, omdat u met teveel personeelswissels zit of u documenten uit mijn dossier bent kwijtgeraakt (bewaringstermijn?). In vermelde bijlagen vraag ik ook tijdig aan het BIBF en zelfs het IAB en HREB om mijn rechten te waarborgen en af te komen, maar natuurlijk zie ik niemand en sta ik er weer alleen voor. Ik verlies dit in kortgeding, en besluit in beroep te gaan, eigenlijk vooral omdat noch het BIBF noch het IAB op geen enkele wijze reageren. Dit blijkt echter op een zeer lange agenda te komen. Een volledig jaar later, besluit ik dan nogmaals de registers open te trekken en te dreigen een paar liggende klachten boven te halen, ditmaal van hooggeplaatste mensen die zetelen in het IAB (deze bijlagen zijn verkrijgbaar in de meest strikte discretie). Ik verwijs hiervoor expliciet naar bijlage Î-Ó, waarin ik opnieuw van de gelegenheid gebruik maak om te zeggen dat ik opleidingen geef over documentbeheer aan boekhouders-fiscalisten HANDELSACTIVITEIT en u merkt dus aan de schrijfstijl dat dit al van het eerste moment allemaal bekend is op alle niveaus bij het BIBF (anderen maken daarvoor intussen een of meerdere aparte vennootschappen, ik noem dit echter neigen naar valsheid in geschriften en weiger zo’n constructies op te zetten met ongewenste gevolgen). Het IAB (Instituut der Accountants & Belastingconsulenten) reageert ditmaal wèl correct met de eindconclusie (zie bijlage Î-Ô op de tweede blz.): “Dat uit de gevoerde briefwisseling en de website overduidelijk blijkt dat de tenlasteleggingen van de heer Van Belle lastens XXX louter een reactie zijn op de klacht van XXX lastens de heer Van Belle bij het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten.” U oordeelt in uw beslissing van de Kamer helemaal anders, of de rechtskundig assessor heeft duidelijk andere bedoelingen.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 14/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Omdat ditmaal wèl mijn beoogde doel bereikt is, besluit ik in te gaan op het voorstel van de tegenpartij om de lopende procedure in der minne stop te zetten en wordt het een overeenkomst tussen mijn advocaat en de tegenadvocaat zonder verdere kosten van beide zijden. Het stopzetten ervan heeft niets te zien met gelijk hebben of niet, maar met een normalisatie van de toestand, waarin ik overtuigd ben dat deze accountant het nu niet meer zal proberen nog klachten tegen mij in te dienen, en wel gemotiveerd zal blijven om zijn cliënten met respect te behandelen. Mijn huidige schrapping zal hem natuurlijk wel zéér aangenaam overkomen (voor zover de druk overigens niet via het IAB ook komt, want het BIBF is altijd de ‘underdog’ van het IAB geweest), temeer omdat hij een paar weken voor het starten van de tuchtprocedure opnieuw weer verkondigde dat “ik niet lang meer boekhouder zou zijn” (de persoon in kwestie, een klant van hem die intussen is gestopt na een enorme herziening BTW, belastingen en sociale bijdragen, is overigens bereid dit voor de tuchtraad te komen getuigen, maar ik vind dit voor mijn procedure niet ter zake). Conclusie A:
De publicatie op internet was niets anders dan het in rechte optreden voor mezelf en werd ook zo bevestigd door het IAB, die blijkbaar op dat vlak dan wel beter het dossier kent dan het BIBF.
Art. 16 is in deze zaak dan ook hoedanook niet van toepassing, maar er is hier enkel sprake van grove nalatigheid door het BIB of BIBF zelf.
In hetzelfde punt verwijs ik ook nogmaals naar de in supra vermelde niet-collegialiteit in het standpunt van het BBB en andere beroepsverenigingen bij de verkiezingen waardoor bijv. Joseph Pattyn uiteindelijk het BBB moest verlaten (cumul met BIBF en ook het buitensmijten van de accountants door zijn sterke standpunt). Zie bijlage Ñ-Ð die een massa-mailing betreft en die leidde tot verkiezing van de BBB-leden die het BIBF à de boekhouders beloofde en als tweede punt beloofde de cumul-maatregel te verlengen. Geen van beide beloftes werd nagekomen, nu ik door een assessor veroordeeld wordt en voor mijn cumul, die niet eens een echte cumul betreft maar een kernactiviteit om boekhouder op hoog niveau te blijven. Omtrent die verkiezingen en de kandidaten en het bewijzen van de enorme verbondenheid tussen de instituten BIBF/IAB/IBR en de opleidingsverenigingen BBB/KVABB/BAB/BKR vindt u in bijlagen Ñ-x ook de andere mailings en kandidaatlijsten. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de opleidingen, sinds de invoering van de opleidingscheques die de helft terugbetalen met belastinggelden, VERDUBBELD zijn en ons netto dus evenveel kosten, maar in de verenigingen in kwestie via belastinggelden nogmaals dit bedrag erbovenop vergoed krijgen (en belastingvrij, want zij blijken daar niet op belast te zijn, terwijl dit in mijn ogen ook pure handelsactiviteiten zijn; de sociale bureaus zijn ook VZW’s en dat klopt dus evenmin).
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 15/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
B.
Art. 21 reglement van Plichtenleer
Artikel 21 kan niet los gezien worden van artikel 20 omdat het samen hoofdstuk VI van de kaderwet uitmaakt (publicatie KB 23.12.1997) en door mij zo gekend was en ook werd toegelicht bij de oprichting van het instituut BIB en bij mijn aansluiting daarbij. Art. 20 luidt als volgt: “Naast boekhoudersactiviteiten oefent de boekhouder BIB, behoudens wettelijk bepaalde uitzonderingen, eveneens alle werkzaamheden uit die verband houden met de externe adviesverlening en begeleiding van ondernemingen.” Art. 21 luidt als volgt: “Het beroep van boekhouder BIB is onverenigbaar met elke ambachtelijke of handelsactiviteit welke rechtstreeks of onrechtstreeks, individueel of in verenigings- of vennootschapsverband op zelfstandige basis wordt uitgeoefend.” (...) “De boekhouder BIB, die onder de door de Raad vastgestelde algemene uitzonderingsbepalingen valt, dient de Kamer hiervan schriftelijk op de hoogte te brengen.” a/ Onderscheid handelaar < > vrij beroep Door mij werd van meetafaan declaratie gedaan (zie kerndocument Î) en de voorspelling gemaakt dat boekhouders eigenlijk hun basisboekhoudwerk meestal zullen verliezen door de oprukkende informatisering. Een moderne boekhouder, en zeker een fiscalist, houdt zich niet bezig met het intellectueel vrij eenvoudige werk van input van aankoop- en verkoopfacturen, het afpunten van uittreksels via de financiële dagboeken en het via een paar knopjes genereren van de dagboeken, de BTW-aangiften, de BTWlistings en andere boekhoudkundige documenten. Ik voorzag dit reeds toen ik afstudeerde als gespecialiseerde boekhouder in 1986 en nam door mijn hoogbegaafdheid al snel de wending naar breder beheer met informaticaondersteuning. Door grote kantoren wordt deze basisinput zelfs dikwijls gedaan door stagiairs en laagbetaald en laaggeschoold gekwalificeerd personeel (ik kan het weten; boekhoudkantoren behoren tot mijn cliënteel). Ik heb de oprichting van de instituten dus meegemaakt al van in mijn studies en via mijn vader (die een hoge functie als belastingambtenaar had en 2 X ridder werd bekroond in die context), dus ik weet echt wel waarover het gaat. Er was een probleem dat veel mensen zonder kennis van zaken zich voordeden als ‘boekhouder’ en in werkelijkheid velen van hen ook commercieel verzekeringen, beleggingen en bankzaken aansmeerden. Heel de vestigingsreglementering en het risico op misbruik van vertrouwen, is in deze context te situeren en vormt de volledige geest van deze wetteksten (ook de makelaar is nu erkend). Omgekeerd is er nu plots een hele (en soms terechte) tegenwind tegen deze vestigingswetten in diverse Europese landen.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 16/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Ook het boekhoudersinstituut past perfect in deze evolutie, maar ziet over het hoofd dat we in een tijdperk van overspecialisatie en overreglementering komen (vandaar de afwijziging van de Europese grondwet), waarin een ondernemer een sociaal bureau en een veiligheidscoördinator en een milieucoördinator voor zijn personeel nodig heeft, een boekhouder voor zijn boekhouding, een accountant voor de waarmerking van de jaarrekening, een bedrijfsrevisor voor een inbreng van een goed in de vennootschap, een notaris voor een aanpassing van het doel, een advocaat voor de verdediging van zijn belangen voor de rechtbank, een bankier voor zijn vreemd vermogen, een verzekeraar voor zijn verzekeringen, een software-adviseur voor zijn programma’s, een hardware-adviseur voor de aan te kopen hardware, een gewone preventie-adviseur groothandel voor zijn portables, een preventie-adviseur om zijn computerscherm juist te plaatsen, een branddeskundige voor de blusapparaten, een bodemdeskundige voor zijn parking, een specialist voor de reprobel en recupelbijdragen, een specialist voor de fostplusaansluiting, een specialist voor de Valipackaansluiting als het bedrijf zelf goederen in doosjes stopt of nog liever een verpakkingsdeskundige, een beleggingsadviseur voor de belegging van aandelen nodig heeft, en bij export ook nog een bediende om gedetaillleerd de Intrastat-aangiften te kunnen doen. En dat allemaal om eigenlijk gewoon handel te drijven, terwijl dat in Chinese bedrijven natuurlijk niet het geval is... Dit wordt in ons België tot in het waanzinnige doorgevoerd. Te midden al dit pseudointellectuele geweld zijn er nog praktische mensen zoals wij, die dit allemaal hebben zien groeien en niet enkel specialist zijn maar ook generalist zoals u in uw aanklacht ditmaal wèl tegenover mij correct heb weergeven n.a.v. het verhoor. b/ Chronologisch overzicht Ik stelde mij en u al van meetafaan de vraag waar de grens ligt tussen handelsactiviteiten (zie uw eigen antwoord in bijlage Î hier ook in dit verslag ingevoegd op blz. 3), en meer nog, waar het BIB het lef vandaan haalt om een simpele uitvoerende functie van de verwerking van aankopen en verkopen te beschouwen als een niet handelsdaad. Niettemin bent u met velen die mij al die jaren continu als boekhouder hebben beschouwd en NIET als handelaar, en ook de RSZ-inspectie dit jaar deed daar zelf expliciet uitspraak over (zie bijlage Î-Õ). Als het dan toch als cumul moet worden beschouwd, verwijs ik naar het feit dat de meeste verkozen leden van vooral BZRABB/BBB (de meerderheid) nèt eigenlijk werden verkozen met de verkiezingsslogan dat ze de cumul voor de mensen die dat al deden bij aanvang, zouden toestaan (het lijkt wel op de regerende partijen!). Maar ik beschouw mezelf NIET als cumulant, omdat ik erbij blijf dat het bijhouden van de informatie van bedrijven niet zomaar kan gesplitst worden in de benaming ‘boekhouden’ en ‘informatica’, zoals u zelf ook stelde bij mijn toetreding bij het BIBF. Ik overloop echter mijn persoonlijke historiek bij het BIB chronologisch:
P Ik sluit aan in de tweede helft van de jaren ‘90 en moet u facturen voorleggen om te
bewijzen dat ik al lang boekhouddossiers heb. Op deze neergelegde facturen staan zowel informatica-activiteiten als het voeren van boekhoudingen. U reageert met de lidmaatschapsbijdragen en berichtjes dat ik van harte welkom ben. Mijn bijnaam is reeds op dat moment 'boekhouder-computerdokter' en dat staat inderdaad zo op de achterzijde van mijn wagen (tot op vandaag nog). P In de bijlage Î vermeld op blz. 3 ook in dit verslag, vermeldt u dat ik met mijn extern advies wel degelijk thuishoor bij jullie en me dus moet laten erkennen als ‘erkend boekhouder’ (later ‘erkend boekhouder-fiscalist’).
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 17/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
P Een jaar later zegt u ook dat ik moet aansluiten voor een polis BA, en ik doe dat. Intussen
stel ik mij nog steeds de vraag waar het verschil ligt en wat die BA voor mij van nut heeft, omdat bij een telefoontje naar het BIB verteld wordt dat diskettes en harde schijven of dergelijke informatiedragers NIET gedekt zijn, enkel het papier en het hersamenstellen daarvan! Met de oprichter van het BIB heb ik daarentegen wèl een interessante (Franstalige) discussie waarin hij mij volgt dat alles zal evolueren naar informatie en dus informatica (‘la société de la connaissance’ placht hij dat te noemen). Niemand staat stil bij mijn bedenking dat de meeste boekhouders dan wel talen kennen e.d. maar eigenlijk in hun opleiding bitter weinig wiskunde, statistieken en informatica zien, terwijl dat toch essentieel wordt en dat ik wèl mathematisch en logisch zeer sterk ben. P U werkt een zeer mooie en grote folder uit: “Wat kunnen de Erkende Boekhouders B.I.B. voor u doen?” die op zeer grote bijlagen wordt verdeeld ter promotie van het BIB , zie bijlage Ï-Î. Daarop vermeldt u letterlijk een hele rubriek “De Noodzakelijke Informatica”,en daaron in detail: “Dankzij zijn kennis van de informaticamarkt en zijn veelzijdige ervaring kan de erkende boekhouder BIB u begeleiden in uw keuze.” P Nogmaals, wellicht van daaruit wordt geadviseerd aan mij om alles wat met informatica te maken heeft vooral te facturereren onder de bewoording 'advies in regie' (mocht op dat moment probleemloos zelfs 'software-advies' en 'hardware-advies' zijn), er wordt telefonisch bij vermeld “om eventuele interpretatieproblemen te vermijden” maar zelfs het integrale voorbeeld van een PC + software + opleiding wordt aangehaald, omdat op dat moment natuurlijk er dikwijls maatsoftware was en er nog mensen zoals ik waren die het geheel perfect beheersten (de lat omtrent kennis lag vroeger hoger dan nu, vind ik persoonlijk). P Deze mensen weten op dat moment blijkbaar wel nog allemaal dat het cumulverbod met handelsactiviteiten voornamelijk beoogt het historische vertrouwensmisbruik uit te sluiten of toch te beperken. Zeer specifiek gaat het hierbij over verzekeringen (hoge winstpremies om bepaalde contracten aan te werven zorgt dat niet objectief wordt geadviseerd maar de verzekeringen met de grootste commissies worden aangeraden, de levenslang lopende contracten hierbij zijn nog altijd een probleem voor vele ‘oude’ boekhouders) in combinatie met het vertrouwen dat men geniet als boekhouder van de klant en dat belemmert dat de beste prijs/kwaliteitsverhouding wordt gehanteerd. Ook beleggingen worden geviseerd, vastgoedoperaties e.d. Wat men echter uit het oog verliest, is dat deze sectoren eigenlijk in reactie ook zelf meer en meer beginnen te horen tot het gebied van de vestigingswetten en de een na de andere federatie, die dikwijls lidgelden vragen, maar eigenlijk weinig voor hun leden doen.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 18/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
P De complexiteit van België voor de zelfstandige ondernemer en de overheid zelf neemt
P P
P P
echter ook steeds verder toe. Na een paar ernstige incidenten, waarvan ik u op de hoogte stel (zie ook bijlage Î-Ó, 3de blz.), besluit ik toch mij bij te scholen op zoveel mogelijk vlakken, dit in het besef dat ik enerzijds een zeer sterk structuurvermogen heb, en anderzijds zeer liergierig ben om zowel op het vlak van RSZ, subsidies, internationale en binnenlandse wetgeving, fiscaliteit, informatica, netwerken, internetservers, gemeentelijke software als alle nevendomeinen liefst zoveel mogelijk zelf te weten. Ik was bovendien ook al lid van het toen nog niet erkende Instituut van Belastingconsulenten, dat dreigde een derde gedrocht te worden, maar dan opgesplitst werd waardoor ik plots ook het plakkaatje 'belastingconsulent' niet meer mocht dragen, maar mij nu 'fiscalist' moest noemen (lijkt een beetje op fiscale ontduiking, ik vond consulent beter passen). Intussen kreeg ik geen bijstand van u voor diverse vragen (misbruik van ambt bij zware taxatie in onroerende voorheffing, heb ik dan ook maar helemaal alleen opgelost op de mij gebruikelijke wijze van continu doorgaan), RSZ-fout van zo'n 10.000 EUR waarbij de RSZ in de Waterloolaan zelf niet wist hoe het in elkaar zat en ik moest vinden dat het te zien had met een aansluiting bij een kamer (FBZ-bijdragen), perikelen met de werfaaangiften en dimona-verplichtingen in de bouwsector (zijn zo'n intellectuele prestaties ook nog voor een boekhouder), en eigenlijk ging altijd al het grootste deel van mijn energie in het psychologisch en verstandelijk bijstaan van ondernemers in moeilijke situaties of die het slachtoffer waren van oplichtende boekhouders en witte boordcriminelen. Niettemin bleef ik elk jaar de uitnodiging ontvangen voor mijn lidgelden en BAverzekering, en volgde ik meer dan wie ook zeer veel bijscholingen en vormingen. Voor het verstrijken van de termijn besluit ik mijn opmerkingen voor de zoveelste keer kenbaar te maken eind 2003. U vindt dit uitgebreid in een zeer uitgebreid en helder rapport bijlage ã-ã (bevat wel wat typfouten uit tijdsnood). Ik voorspel trouwens in ditzelfde rapport dat de toekomst in de richting van .asp zal gaan, waarvan ik gisteren 22/06/05 nog in een fiscaal tijdschrift las dat het IAB zal samenwerken met C-Logic hiervoor (handelsactiviteit??). Ook na de periode 2004 volgt bijv. nog de al vermelde mail in bijlage Î-Ó met vermelding van de lessenreeksen Documentbeheer, waarop evenmin wordt gereageerd. En dan moet ik de RSZ-inspectie zelf uitnodigen om te komen vaststellen dat ik in het foutieve Paritair comité zit. Namelijk in dat van de commerciële beroepen, en niet in dat van de boekhouders (218 i.p.v. 200).
P Hierop komt de zéér belangrijke bijlage waarin de RSZ-inspectie mij als
boekhoudkantoor beschouwt (in tegenstelling tot u, wie blaast hier nu warm en wie blaast hier nu koud?). U schuift nu hun professionele classificatie mèt grondig plaatsonderzoek ter zijde! Zie bijlage ã-ä ook.
P En dan moet ik het toch opnieuw beslist eens hebben over alle commissies die
boekhouders allemaal krijgen van sociale bureau's (VZW's = verenigingen zonder winstoogmerk, haha) om hun cliënten hetzij bij Acerta, SVMB/ADMB, Securex/Integrity, Partena of zo aan te sluiten. Of over bijvoorbeeld boekhouders die zelf extra softwaremodules krijgen als ze het kunnen verkopen voor een klant of als ze een bepaald softwarepakket promoten? Of beroepsverenigingen (o.a. BBB) die al op hun briefpapier samenwerken met sociale bureau's en verzekeringsmaatschappijen (de polis BA zit nu IN het lidgeld, is dat geen cumul en waar zit de garantie dan op het objectieve optreden van het BIBF dàn in een schadegeval? Waar is hier de verzekering rechtsbijstand die bij een aparte maatschappij garantie moet bieden?
>>>
Nee, er wordt enkel op mij gereageerd in april 2004, na een aantal kritische uitlatingen van mijnentwege, en misschien ook nog onder invloed van een aanvaring met een advocaat die ook in het BIBF zetel, om meteen namen te noemen: Luc Stolle van Meritius. En deze tuchtzittingen worden blijkbaar in serie gevoerd, waarbij de kwaliteit van mijn dienstverlening niet van belang is.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 19/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Conclusie B:
Mijn activiteiten zijn niet veranderd bij vroeger, maar het instituut heeft nooit vermeld dat die niet zou horen tot het activiteitenpakket van een degelijke boekhouder. Integendeel, zij heeft mij altijd geadviseerd om mijn activiteiten te omschrijven als ‘advies’, wat hier bewezen wordt in bijlage Î ook op blz. 3 ingescand van dit verslag. Ook de Sociale Inspectie zelf oordeelt dat ik tot het vrij beroep behoor door de classifciatie van (onbestaande en dus goedkope en zeer vrije en zich tot misbruik lenende) paritair comité 200 op te leggen en geen 218 (PC handel). Doordat mij bovendien niet eens weerlegd kan worden dat een boekhoudactiviteit of fiscale activiteit geen levering van een intellectuele prestatie mèt winstoogmerk zou uitmaken, kan dit artikel ook niet zomaar worden toegepast in geval van twijfel, waarbij de twijfel juridisch altijd in het voordeel van de betichte moet spelen (Rechten van de Mens, artikel 11, zie uitleg ook in infra). Uw opmerking naar ‘handelsactiviteit’ toe, is zuivere woordenkramerij, en gaat niet naar de essentie van mijn hoogwaardige intellectuele prestaties.
Art. 21 is in deze zaak dan ook naar willekeur toegepast, of indien het BIBF of de uitvoerende kamer dit wil toepassen is ook hier zeer zeker sprake van grove nalatigheid door het BIB of BIBF zelf, en gaat zij tegen een stelling van de RSZ-inspectie zelf die wèl een grondig plaatsonderzoek en onderzoek van onze activiteiten kwam uitvoeren! Het feit dat u tegen de RSZ-inspectie in ageert, wijst terug op eerder persoonlijke, institutionele of zelfs politieke motieven dan naar een open en constructieve dialoog met wederzijds respect. Als u het enkel te doen is om mij het siertiteltje 'boekhouder-fiscalist' af te nemen, mag u het echter houden, maar dan moet dit werken met terugwerkende kracht en met terugbetaling van de lidgelden. Deze wens ik dan echter NIET te ontvangen (daar is het mij hoegenaamd niet om te doen), maar mag u het doorstoren aan het Kinderkankerfonds want met zo’n evolutie zullen nog veel van onze kinderen kanker krijgen op deze manier. Wel eis ik dan desgevallend ook 1 EUR morele schadevergoeding.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 20/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
C.
Art. 23 reglement van Plichtenleer
Art. 23: "De boekhouder BIB kan alle personen, die er om verzoeken, de nodige informatie bezorgen over zijn beroepswerkzaamheden, zijn deskundigheden, diensten en honoraria. Het is hem verboden klanten te ronselen alsook informatie spontaan aan te bieden met het oog op klantenwerving of zich bepaalde titels of deskundigheden onterecht toe te eigenen." "Hij kan evenmin diensten gratis aanbieden, het vermoeden wekken dat bepaalde diensten gratis aangeboden worden of de vergoeding afhankelijk stellen van andere diensten door hem geleverd of door een persoon met wie een beroepsmatig samenwerkingsverband bestaat, of die worden verstrekt in dezelfde onderneming of in een gebonden onderneming." "Bij vermelding van zijn diensten op een publieke wijze dient de boekhouder zich te beperken tot de loutere vermelding van zijn identiteit, de titels van zijn diploma's of getuigschriften, zijn inschrijvingsnummer bij het BIB, zijn beroeps- en adresgegevens. Deze vermeldingen dienen op een discrete en tactvolle manier te gebeuren." "In elk geval zal de boekhouder BIB noch in het openbaar, noch op schriftelijke wijze mogen gewag maken van de naam van zijn klanten." Dit en de volgende artikels zijn lange artikels die een boekhouder in een vakje duwen en die eigenlijk de aansprakelijkheid zeer hoog zouden moeten leggen. Want rechten zonder plichten, bestaan nooit. De bedoeling van de wetgever is hier duidelijk de boekhouder te klasseren als een vrije beroeper en de vrije mededinging of vrije concurrentie zeer scherp aan banden te leggen. Het behoeft geen betoog dat hier op Europees vlak al zeer veel wetgeving tegen in gaat (en dan heb ik het niet alleen over de zaak met de apothekerszakjes in Vlaanderen en alle vervolgzaken die dit expliciet TOESTONDEN). Men verliest hier uit het oog dat een klant wèl recht heeft op informatie over wat een boekhouder precies doet, en dat het de taak is van het boekhoudersinstituut dan zeer zorgvuldig te waken over een hoge kwaliteit van dienstverlening. De tweede paragraaf vermeldt dat de boekhouder zijn/haar diensten niet gratis mag aanbieden, en wijst dus ondubbelzinnig zelf op het noodzakelijke winstaspect en dus rechtstreeks in de richting van handelsactiviteiten (zij het dat het vooral diensten betreft)! De een na de andere site vermeldt nu sinds uw heksenjacht minder en minder meldingen, maar ik blijf duidelijk en luidop voor vrije meningsuiting opkomen en in werkelijkheid wordt mij de pagina kwalijk genomen waarin ik sinds kort ook kritiek lever over deze gang van zaken en over de evolutie binnen en buiten het BIBF en andere Belgische instellingen. Het is NIET in het voordeel van de klant dat hij gebonden wordt aan zijn boekhouder, zonder enige garanties op kwaliteit en vooral informatie. Het internet-medium mag wèl artikels vermelden waarin verwittigd wordt voor negatieve zaken en het meest nuttige aan internet zou net de informatieverspreiding moeten zijn (niet de selectieve informatie). Zo werd mij op de tuchtzitting ook gevraagd naar het puntje “8. Voor- en nadelen van een boekhoudkantoor” op mijn site. Er werd mij dan letterlijk gevraagd: "Welke nadelen kunnen er dan wel zijn aan een boekhoudkantoor", wat voor mij een duidelijke stelling was van onkundigheid door dit lid van de Nederlandstalige uitvoerende kamer. Bovendien kan deze persoon wellicht niet lezen, want de bronvermelding staat daaronder: “Uit Financieel Management, voor Vlaanderen en Brussel, Mei 2000, nr. 5, blz. 12-14" en als ik mij goed herinner was het zelfs Kindt (een van de mede-oprichters van Bamelis-Kindt & C/ die dat nog aangehaald heeft). Het zijn wellicht echter zo'n mensen als dit kamerlid die tegenwoordig altijd spreken over "win-win" situaties, en die niet beseffen dat elk voordeel een nadeel in zich draagt, naargelang de invalshoek en de noodwendigheid.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 21/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Het is mijn rechtsmatige veronderstelling dat bij discussies over een onderdeel van mijn site, dat dan eerst die tekst eens wordt gelezen en dan pas inhoudelijk wordt besproken. Dit stuk is toegevoegd in bijlage Ð-Î, en doet geen enkele afbreuk aan een boekhoudsite, integendeel, ik heb een site met enorm veel bezoekers en vooral met een aantal bezoekers die meer dan één uur lang zitten lezen op mijn site. Ook zeer veel hogere studenten en boekhoudstagiairs vragen mij soms om bepaalde logins en paswoorden te bekomen om ook technische werkdocumenten te mogen consulteren (bijvoorbeeld het onderdeel http://logocom.be/fiscus dat ook door AOIF-inspecteurs wordt bezocht). Ik denk dat de uitvoerende raad zich met dezer in de Middelleeuwen terug op heksenjacht of inquisitie opstelt in dit artikel. Ik doe dan de uitspraak “eppure si muove ” en moet dat afzweren van het BIBF en dat brengt me dan op mijn zonnepanelen. Want ook op de zitting werd opnieuw gevraagd wat de link van de zonnepanelen daar deed (en dat heb ik ook beantwoord per mail, zie hiervoor mijn reeds vermelde bijlage Î-Ó daarover; die zonnepanelen vormen trouwens een stuk van mijn pensioen dat ik als zelfstandige - in tegenstelling tot vet betaalde ambtenaren - nagenoeg niet zal hebben; ik ben zelfs geen kleine risico’s terugbetaald als zelfstandige maar heb gelukkig nog nooit tijd gehad om ziek te zijn!).
Conclusie C:
Mijn internetsite is bedoeld vanuit een nobel informeringsperspectief vanuit art. 4 van de plichtenleer en bovendien ook om zowel klanten als niet klanten, collega's en inspecteurs te informeren, alsook om extra zoekoperaties via google mogelijk te maken, maar dan specifiek naar de Belgische fiscaliteit toe. Aan de stagiairs heeft het BIBF zelf nog een opleiding gegeven ‘Corporate Governance’, een modewoord om “verantwoord ondernemerschap” weer te geven, en daar gaat het inderdaad ook over in een internetsite. Maar een verkoper die alleen maar goede zaken vertelt over zijn product, komt niet meer geloofwaardig over bij een intellectuele klant. Gelijktijdig is het internet een medium waarin ik mensen kan wijzen op ongewenste neveneffecten van diverse fiscale wetten, en op deze wijze kan ik zelf wèl bijdragen tot een rechtvaardigere verdeling van de belastingen. Ook de prijsrubriek was zeer uniek en bevatte forfaits INCLUSIEF AOIFcontroles (als dat geen boekhouding is, weet ik het niet meer). De bezoekersstatistieken bewijzen overigens dat net vooral heel wat boekhouden accountancykantoren deze tariefrubriek bezoeken. Mijn site verwittigt ook voor boekhouders die ‘gratis diensten’ aanbieden, zoals expliciet vermeld in art. 23 of voor boekhouders die ‘goedkoop een vennootschap kunnen oprichten”. Het stimuleert ook KMO’s en bedrijven om zelf de verantwoordelijkheid van de input van hun boekhouding op zich te nemen, om op korte termijn en met zo weinig mogelijk hulp de boekhouding als beleidsinstrument voor deftig bedrijfsbestuur te hanteren. Dat ik op die plaats een (vroeger sterk beveiligd en niet afdrukbaar document, maar ik heb die beveiliging nu weggelaten omdat ik mij niet meer wil verstoppen achter pro-forma-regeltjes om per se binnen de lijntjes te lopen) pagina heb ondergebracht “boekhouding voor derden = handelsactiviteit” is niet meer dan een basisrecht dat vervat is in de Rechten van de Mens) en voor u een bron voor positieve discussie moet zijn, niet een element om bekwamen te schrappen.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 22/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Mijn site is bovendien meer en meer ruime informatieplaats over wetten die werden genomen en de economie in Vlaanderen beknotten en waar ik wijs op de zeer ernstige gevaren. Het BIBF lachtte mij vierkant uit toen ik bij de invoering vennootschapsbelastingsverlaging op http://logocom.be/fiscaal de alarmbel luidde voor de bijwerkingen en de enorme belastingverhogingen die hieruit zouden volgen en een medewerker verklaarde zelfs dat ik paranoïa was op een publieksvergadering met Reynders. Pas na een jaar kwamen schoorvoetend de eerste publicaties die letterlijk toegaven wat ik aanhaalde. België is ook het enige land waar een belasting de naam krijgt van ‘liquidatiebonus’ en reeds aan het hoog tarief belaste gelden nogmaals extra belast onder het mom van ‘compensatie van het verlaagd tarief’. Dit zal op termijn zorgen dat zelfstandigen die planden hun rendabele vennootschap via aandelen te verkopen, enkel nog verkocht zullen worden aan mensen die niet weten dat ze een kat in een zak kopen en hen een ernstige liquidatie’bonus’ boven het hoofd zal hangen. Opnieuw worden de foefelende (en dikwijls verlieslatende Waalse, want daar heeft men bij controles geen zo’n probleem met cumulatieve verliezen als in Vlaanderen) bedrijven, een vrijgeleide bezorgd en de bedrijven die zinvol hun overgedragen winsten in reserves hebben ondergebracht zwaar afgestraft om te werken. Dat ik dit publiek maak, leidt bij u tot het oordeel dat ik een ernstig gevaar uitmaak voor de Belgische Staat en dat zo’n internetsite niet mag voor een dynamische boekhouder die - in tegenstelling tot het BIBF zelf - wèl nog die wetten en haar negatieve gevolgen zeer goed begrijpt en kan inschatten (en ook de nodige uitwijkmaneuvers onmiddellijk ziet, Luc Stolle kon hiervan getuigen bij zijn lectie in het Kennedyhotel te Kortrijk in het bijzijn van een 50-tal andere beroepsbeoefenaars toen ik ook de voor de modale Belg verborgen niet-opzegbaarheid van nieuwe pensioenplannen ten berde bracht die zal zorgen dat dit geld zeker ten goede komt van de pensioenen van de huidige ambtenaren en politici en niet van de betalers zelf), dat vormt de wezenlijke bedreiging die ik vorm voor het BIBF en de reden waarom ik geschrapt moet worden. Art. 23 hinkt jaren achterop, en het instituut heeft zich gehaast met een omzetting van een Europese richtlijn om het 'boekhouden' op zich af te schermen en te monopoliseren. Als dit een reden is om mij te schrappen als boekhouder, heeft het BIB zelf te fout begaan door mij foutief te informeren op dit vlak. Het BIB denkt hierbij enkel aan boekhouding vanuit de noodzaak om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen (BTW-aangiften e.d.), en verliest uit het oog dat de boekhouding nu een essentieel bedrijfsinstrument moet zijn om cybernetisch de economie te volgen en winst te genereren.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 23/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
In dezelfde optiek ben ik tot het besluit gekomen dat Europa inderdaad een totalitaire wetgeving wil, en de dynamiek van de Vlaamse ondernemer met Amerikaanse grootmacht wil overroepen en over-reguleren. Gelukkig hadden ook de Nederlanders dit plots door, en hebben deze duidelijk gemaakt dat veel bedrijven dit tempo niet willen volgen en hun wereldberoemde flexibiliteit willen behouden. Het is trouwens precies die flexibiliteit die de bouwsector momenteel in België en Nederland véél actiever houdt, dan in de andere Europese landen (in het Oostblok is daarentegen een veel groter groeipotentieel, waarvan het grootste deel compleet in het “zwart” en niet officieel; hetzelfde voor transportverrichtingen van de vele camions van daar die nu over de Belgische wegen rijden en de talloze fraude-carrousels met die landen; en de in miljoenen euro lopende RSZ-fraude met het A101-formulier waarin buitenlandse bedrijven geen RSZ moeten betalen in België, maar deze ook niet betalen in het land van zogezegde herkomst van de arbeiders in kwestie - dit artikel staat ook op mijn site onder http://www.logocom.be/fiscaal/, teksten die door u niet worden aangehaald maar met een persoonlijke mening daarop die de werkelijke gepolitiseerde reden naar boven brengt, die u doen leiden tot schrapping, want deze problemen moeten in de doofpot, want daar ziet het BIBF geen doen aan en doet liever mee aan de ‘enkel goed-nieuws show’ (zoals men zou zeggen: “Meneer, uw dochter heeft een zwaar ongeval gehad, maar ze is nog niet helemaal ècht dood, want haar haar groeit nog” [haar is een dode materie en groeit inderdaad nog even door, zelfs na overlijden].
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 24/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
D. Artikel 4 In artikel 4 bent u volgens mij helemaal het noorden kwijt, want artikel 4 zijn de algemene bepalingen terwijl u in de puntjes onder IV.1 tot en met IV.4 in uw schrijven het gewoon weeral heeft over de reeds hiervoor aangevochten concrete uitwerkingen en niet over mijn gedrag, mijn kwaliteit noch inhoud van de site. Artikel 4 gaat daarentegen duidelijk over de kwaliteit van de boekhoudkundige beroepsbeoefenaar en de bescherming van de beroepstitel, maar bij mijn vraag bij het verhoor voor de kamer vroeg ik u letterlijk “speelt de kwaliteit van mijn dienstverlening dan geen rol?” en het antwoord was duidelijk “nee, daar gaat het niet over”. Ik vind dan niet dat u het recht heeft om artikel 4 aan te halen als u de kwaliteit van de dienstverlening NIET ter sprake brengt. Ik citeer het artikel uit de 'algemene bepalingen': Artikel 4:
"De boekhouder BIB(F) moet zijn beroep uitoefenen met de vereiste bekwaamheid, eerlijkheid en waardigheid. Hij dient over de nodige onafhankelijk te beschikken, die de uitoefening van een vrij beroep kenmerkt, om zijn beroep uit te oefenen volgens de voorschriften van de plichtenleer. Hij dient eveneens te waken over de onafhankelijkheid, de onpartijdigheid en de wils- en beoordelingsvrijheid van zijn medwerkers en de personen waarop hij een beroep doet."
Artikel 4 kan overigens niet los gezien worden van het niet aangehaalde artikel 3 daarvoor: "De boekhouder BIB draagt persoonlijk de verantwoordelijkheid, overeenkomstig het gemeen recht, voor iedere bij de oefening van het beroep gestelde daad. Het is hem verboden zich, zelfs gedeeltelijk, aan deze verantwoordelijkheid te onttrekken door een bijzondere overeenkomst." Met algemene bepalingen moet u juridisch zeer voorzichtig zijn om concrete zaken aan te vallen en precies daarom werden de rechten van de mens aangehaald, omdat dit snel kan leiden tot willekeurige processen en in vele landen tot foltering zonder mogelijkheid tot eerlijke verdediging. Een verstandige rechter zal aan de hand van de algemene bepalingen nooit besluiten om iemand bij twijfel ernstige gebreken ten laste te leggen, omdat hij weet dat hier persoonlijke stellingen de bovenhand halen. Maar als u dat toch doet, mag ook ik dat doen. Elke rechter zal artikel 4 gebruiken om een globaal gedrag te beoordelen, niet om als stok te gebruiken om gewoon een hond te slaan.
D.1. OPENBAAR MAKEN VAN EEN BETWISTING MET EEN CONFRATER De openbaarmaking is nèt het naleven van artikel 4 en niet het overtreden van artikel 4! Het BIBF en ikzelf MOETEN volgens dit artikel zelf dus deontologisch waken over mijn eigen bekwaamheid, eerlijkheid en waardigheid. Bij smaad en eerroof, dien ik voor mijzelf en vooral voor mijn cliënten op te komen, zelfs al en vooral omdat het BIBF na aanmaningen zelf duidelijk in gebreke bleef om mijn waardigheid te verdedigen. Het BIBF nam vrede met een simpel zinnetje uit bijlage Î-Î "In casu achten wij het niet nodig tuchtrechterlijk gevolg te geven aan de opmerking van uw confrater" maar dat volstond mij niet, op net dezelfde wijze als het u niet volstaat dat mijn eerlijkheid goed is. U moet dan consequent zijn en dat ook op deze wijze verwoorden naar de accountant die deze klacht indient. Ik verwijs nu naar een andere mail waarin ik een confrater (die inderdaad fouten had gemaakt, maar zichzelf er niet echt mee verrijkt had en daardoor mijn absolutie èn bijstand kreeg) ter hulp kwam en een bestuursfunctie opnam om deze persoon uit diepe miserie te redden en van zelfmoord te behoeden. U meldde mij dat de statuten van die vennootschap niet in orde waren (had ik eerlijk gezegd niet gelezen, omdat ik zaken dikwijls - onterecht - zelf in blind vertrouwen doe).
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 25/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Naar aanleiding hiervan zond het BIBF mij op 03 mei een brief met referte FHS/04/203385/1124 over dit bestuursmandaat in die nieuwe BVBA van dat fiscaal bureau, die ik onmiddellijk beantwoordde per mail om bovenstaande toe te lichten. Daarop kreeg ik op di 04/04 nog als antwoord “Het siert u dat u uw collega’s op dergelijke manier bijstaat.” Dit terwijl ik dezelfde maand maar van 2005 nog veroordeeld wordt tot schrapping???? Als het zo zit, zou het mij wellicht meer sieren, dat ik het aandurf om een schrapping te riskeren door de discussie aan te gaan, denk ik.
Voor de werkelijke behandeling van de openbaarmaking via internet, wordt hier expliciet naar supra voor terug verwezen, dit antwoord is al lang genoeg. Ik herhaal wel nogmaals dat het BIBF hiervoor opeenvolgend over een periode van maar liefst 4 jaren over mijn moderne boekhoudersactiviteiten gedetailleerd werd verwittigd en zelfs goedkeurde, maar halsstarrig weigerde om de schade te voorkomen die mij berokkend werd, en als primaire oorzaak kan beschouwd worden, met een duidelijk causaal verband tussen beiden (ja, basisartikelen burgerlijk wetboek waarop het hele verzekeringsstelsel gebaseerd is, ik weet waarom ik dat hier vermeld). D.2. COMMERCIËLE EN/OF AMBACHTELIJKE ACTIVITEITEN: Zoals vermeld, heeft dit opnieuw meer te zien met art. 4 & 3 samen: Om mijn taak naar behoren voor mijn specifieke boekhoudcliënteel te kunnen uitvoeren, draag ik voor mijn klanten de volledige verantwoordelijkheid over hun administratief systeem en is mijn doel de cliënten zo onafhankelijk als mogelijk te maken, zoals ook op mijn internetsite bovenaan staat: "Vooral als u het zelf wil doen!!" Dit kadert trouwens ook perfect in de discussie die meer en meer voor rechtbanken voorkomt: Heeft de boekhouder een resultaatverbintenis of een middelenverbintenis? Ook die vraag moet hier EERST door de rechtskundig assessor beantwoord worden, wil hij mij (en anderen) weerleggen dat boekhouding GEEN handelsactiviteit is, maar waar hij blijkbaar opnieuw het antwoord schuldig blijft (is de gerechtskundig assesor misschien de middeleeuwse beul in de brandstapels bij de heksenjacht?). Nog meer dient de vraag gesteld te worden wat ook voor de klant èn de boekhouders het meeste voordelen heeft. Is het niet logisch dat de fouten van een boekhouder-handelaar beperkt blijven tot zijn gerekende honoraria of gaat men een onbeperkte aansprakelijkheid invoeren voor het foutief interpreteren van bijvoorbeeld een foutieve toepassing van voordelen in alle aard of de 13% dividend-regel bij de berekening van de toepassing het verlaagde vennootschapstarief (voor zover dat nog zal gebruikt worden in de toekomst)? Of bij een verkeerde invulling van het minimum-loon voor de toepassing van de fiscaal vrijstelbare provisie van toen 150.000 BEF (dikwijls hernieuwd maar door nagenoeg geen enkele fiscalist noch sociaal bureau gekend nèt omwille van hun specialisatie en het feit dat deze wet zowel het RSZ-gebied als het fiscale gebied bestrijkt [aangifte P.B.]?) Ik dacht namelijk dat er wèl een verschil was tussen een dokter en een boekhouder. In dit verband vroeg de voorzitter mij of ik de cliënt [u gebruikte zelf het woord cliënt en klasseert mij hiermee als vrije beroeper ben, want als u consequent was, had u bij mij het woord ‘klant’ moeten gebruiken!] t ook gezonder maakte als hij zich ziek voelde. Hierop heb ik duidelijk gerepliceerd dat dit de taak van een arts met zeer uitgebreide medische opleidingen was, maar dat ik inderdaad wel een groot deel van mijn energie aanwend om cliënten/klanten/patiënten (ik laat in objectiviteit aan u nu de woordkeuze) psychologisch te steunen om op pad te blijven en het parcours van de levensduur van een gezonde zelfstandige onderneming uit te lopen en indien mogelijk ook bij de eersten te eindigen, of al in te schrijven voor de volgende loopparcours. Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 26/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Hierbij heb ik respect voor elk beroep op zich, maar aarzel ik niet steeds zakelijk stelling te nemen en collega’s in te schakelen voor onderdelen, of zelf deze acties te ondernemen mèt de volle aansprakelijkheid op mijn naam voor de door mij gestelde daden en adviezen (ook deemoedig waar nodig en in het besef dat iedereen fouten of verkeerde interpretaties kan nemen, maar dat een gezonde ingesteldheid is dit snel bij te sturen). Concreet voorbeeld: Een grote klant van mij in Brugge had pas een kippenzaak geopend toen de dioxinecrisis uitbrak. De man zat helemaal in de put, ik nam onmiddellijk de wagen om naar hem te rijden, en we wandelden eerst droevig rond in Brugge. Na mijn vraag voor een alternatieve tussenactiviteit, besloot hij de eerste bierzaak te openen waar enorm veel bieren uit het vat getapt worden, dus naar analogie maar toch heel anders dan bijv. het Brugs Beertje. Wel, deze zaak scoort 10 X hoger qua rendement en efficiëntie dan de oorspronkelijke zaak ooit had kunnen renderen. Zelfs de initiële compleet verloren investering van meer dan 1 mio BEF werd in een derde van de tijd integraal opgehaald. Ben ik hier weeral mijn boekje als ‘boekhouder’ te buiten gegaan omdat ik de klant zéér breed begeleid heb als bedrijfsbegeleider en heb ik hier een handelsdaad gesteld? Ook deze klant doet zèlf zijn boekhouding, terwijl ik complexe Excel-spreadsheets met draaitabellen maak èn de fiscale afsluiting verzorg. De uitvoerende kamer blijft dus hier opnieuw ernstig in gebreke door halsstarrig te weigeren te antwoorden op welke wijze ze 'boekhouding voor derden voeren' bij mij als een niethandelsactiviteit wenst te beschouwen en daar een zelf opgelegd criterium voor hanteert. Bovendien concludeer ik hieruit dat de manier waarop ik boekhouding voor derden voer ook door het Instituut zelf als handelsactiviteit wordt erkend, en niet als de het voeren van boekhouding zoals zij dat zien. Als beslist wordt dat ik beter af ben zonder dat stempeltje van ‘boekhouder/fiscalist’ moet men dat duidelijk stellen en stellen dat zij iets anders bedoelen met ‘boekhouding voor derden’ dan wat ik doe. Dan wil ik eventueel constructief zelf de uitdrukking van mijn zoon ter hand nemen toen die op 3-jarige leeftijd in de kleuterschool werd gevraagd wat zijn papa deed: “Hij schrijft boeken en is computerdokter”. Dan wil ik overwegen om mijzelf geen boekhouder meer, maar boekschrijver te noemen dus. Maar niet op deze wijze zoals nu gebeurd met een autoritaire, zeg zelfs dictatoriale houding door een advocaat, rechtskundig assessor (à propos, voor de lezers die Engels niet zo goed kennen: to assess = belasten of aanslaan, die term lijkt me hier héél correct gebruikt; het komt van de mensen die er normaal bijzaten toen bepaalde goederen werden aangeslagen of getaxeerd; nu wordt dat zogezegd onschuldig ‘bijzitters’ genoemd, maar hij is geen bijzitter, hij ageert zich als een bezitter van de Kamer). Ook hier is het BIBF dus ernstig in gebreke gebleven door pas te reageren een heel eind na de feiten zelf, te weigeren af te komen in de kortgeding zitting, wat eerder op institutionele of persoonlijke problemen wijst, dan op een objectieve benadering van de problematiek met enige constructieve ingesteldheid.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 27/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Ik denk dat veel boekhouders bij het effectief uitvoeren van een schrapping in beroep, eigenlijk jaloers zullen worden op de vrijheid die mij daardoor plots zal gegeven worden. Omdat ik dan probleemloos met hen zal kunnen concurreren zoals China tegenover de textiel en doordat ik dan mij veel ruimer mag bekwamen dan zij (ik las net op de site van het BIBF dat e-learning ook nog niet goedgekeurd is; ‘t zal weer een traag en lang BelgischInstituut-beslissing zijn terwijl de werkloosheid nu pas goed gestart is). Als de wetgeving trouwens vereenvoudigd zal worden (en dat zal op termijn niet anders kunnen, anders worden alle zetels naar het buitenland, inclusief Wallonië, verplaatst), en voorspel ik u nu reeds heel wat problemen èn werkloosheid voor boekhouders tegen 2010. Als het ASPverhaal via een linux-versie trouwens op de proppen komt (iets wat ik pas na schrapping weer eigenlijk misschien zelf zou kunnen uitwerken, dan pas zou ik geld kunnen verdienen, maar dat is nooit een doelstelling van mij geweest), keren we terug naar het meest fantastische terminalverhaal uit mijn roots eind de jaren ‘80, waarbij ik toekwam op het werk, het scherm aanzette, <enter> drukte en begon te werken. Op dat moment zullen ook heel wat softwarebedrijven uit de boot vallen, terwijl er nu al niet meer van de marges op hardware voor gewone systemen kan geleefd worden (serverbeheer en ernstige maatsoftware blijft gelukkig nog een vrij beschermde markt met winstmarges). D.3. VERMELDEN HIERVAN OP DE SITE HTTP://LOGOCOM.BE Zie rubriek C. in supra. Ik herhaal terug het kernaspect van onafhankelijkheid "
[email protected] - Vooral als u het zelf wil doen!!" en dat daar al langer staat dan het BIBF zelf oud is. Zoals vermeld duidt artikel 4 op de kwaliteit, en is dat artikel dus VOORSTANDER van een zo informatief mogelijk internetsite, GEEN TEGENSTANDER zoals de rechtskundig assessor poogt te beweren op deze plaats in zijn aanklacht. D.4. NIET BEPERKEN TOT KERNGEGEVENS Het beperken van een internetsite tot deze gegevens, herleidt een boekhoudkantoorvermelding tot de gegevens in de goudengids en maakt elke internetsite van een boekhoudkantoor compleet overbodig en dan moet u starten met alle moderne leden met een internetsite te schrappen, want enkel 23 beperkt dit tot loutere vermelding identiteit - titels van diploma’s of getuigschriften (mag mijn Italiaans, Esperanto, GPB-attest, veiligheidscoördinatie, typtesten van meer dan 400 aanslagen per minuut - daar kan zelfs Bin Laden niet aan - hier ook tussen?) - inschrijvingsnummer bij het BIB - beroeps- en adresgegevens. Het BIBF stuurt dus resolutt aan op boekhouders met pen en papier, en profileert zich duidelijk als een sukkelaar eerste klasse op het vlak van informatica dat als een angsthaas achterloopt op de feiten en wellicht ook de economie in vooral het Oostblok en China zal bekijken, in plaats van een actieve positie in te nemen en onze westers intellect te verdedigen en verder uit te breiden. Het BIBF is ook niet in staat om enige kritiek te incasseren als een volwassen partner, maar reageert kleinzielig en verkrampt, en deze meldingen worden duidelijk genoteerd voor als we elkaar in de toekomst nog op de rechtbank zullen ontmoeten. Zonet loopt nog een mail binnen dat C-Logic & Index samenwerken, en dit samen met het... IAB. Opnieuw van het BIBF geen enkel woord, net alsof er maar een boekhoudersinstituut bestaat, en dat is het IAB. Ook van jaarrekeningenconsultatie was het IAB eerst, en het BIBF papegaaide gewoon achter. Intussen zien we tal van sites van boekhouders braafjes verdwijnen en dat is dom, zeer dom en nog meer kortzichtig in dit digitale tijdperk. Het IAB volgt hopelijk deze route niet. Ook in Nederland gaat men totaal de andere richting uit, en heeft men het door (in ruil voor een betere weerlegging van de aansprakelijkheid van de rekenplichtigen).
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 28/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
De rechtskundig assessor denkt dus zeer duidelijk dat hij dominant is in de uitvoerende kamer en dat de rest van de leden maar braafjes 'ja' moeten knikken' terwijl in het ontwerp van de kaderwet het de bedoeling was tot één instituut te komen, terwijl er nu al drie zijn en zelfs de belastingaangiften nog steeds mogen uitgerekend worden door banken, firma's met fiscale software, of niet erkende boekhouders zolang ze de aangiften niet zelf ondertekenen of hun activiteiten niet beschouwen als pure boekhouding op zich. Ook als ik de aangiften laat ondertekenen door mijn cliënten zelf, voer ik enkel bedrijfsadvies uit, en geen boekhouding voor derden. De grens is typisch Belgisch: voor wie de wetten kent, is er geen grenspost. Misschien zou ik zelf beter in de Nederlandstalige kamer plaatsnemen en wat intellectueel weerwerk bieden voor het voor andere boekhouders soms nefaste gedrag van de rechtskundige assessor?
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 29/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Eindconclusie weerlegging feiten Het BIBF en de uitvoerende kamer besluiten mijn activiteiten blijkbaar zeer plots en ineens NIET meer te beschouwen als boekhoudactiviteiten (vergelijk met hun standpunt op blz. 3 of in bijlage Î), waardoor ik al die jaren eigenlijk een compleet zinloos lidmaatschap heb gehad bij het BIB. Hoewel dit besluit voor mij een serieus kostenbesparend effect zal hebben, en ik mij desnoods zal schikken naar gelijk welke uitspraak in beroep, ga ik niet akkoord met deze agressieve werkwijze door de rechtskundig assessor. Ik werd door het BIB geklasseerd als ‘extern adviseur’ binnen het boekhoudersinstituut, en op deze wijze de stelling veranderen, kan niet zomaar. Daarnaast is het BIB/BIBF zelf ernstig in gebreke gebleven om een van hun leden-boekhouders bij te staan in een discussie met een accountant waardoor ik zelf mijn rechten moest waarnemen om net de goede naam en faam van het boekhoudersinstituut hoger te houden (deze accountant pretendeert nog steeds dat accountants veel beter zijn dan boekhouders). Ik vraag dan ook de beroepskamer de tuchtprocedure over te doen in correcte omstandigheden en met verwijdering van de gewraakte namen alsook een sereen debat te starten, samen met o.a. de verkozen leden van het BBB over de werkelijke toedracht van het begrip ‘handelsactiviteit’ en het begrip ‘cumul’. Mocht de beroepskamer daarentegen beslissen mij toch definitief te schrappen, dan zal ik mij daar naartoe schikken, maar zal ik m ijzelf meer dan ooit volwaardig een Vlaamse boekgever, boekschouder of boekschrijver i.p.v. boekhouder zal noemen. Mijn daaraan geannexeerde en inherente functie als ‘computerdokter’ zal dan echter uitgebreid worden met zoveel mogelijk bijkomende specialisaties als ik maar kan, alsook zal ik blijvend op hoger niveau boekhoudopleidingen en informatica-advies verder verstrekken, maar dan onder de voorwaarde dat ik kenbaar zal maken dat ik een ex-boekhouder/fiscalist ben en geschrapt werd door het Belgische Instituut van Boekhouders en Fiscalisten. In dit opzicht is het eveneens zeer gelukkig te noemen dat ik niet toegegeven heb aan uw opdracht om mijn handelsregister stop te zetten, anders ware deze daad van de uitvoerende kamer een zuiver agressieve daad van broodroof, terwijl ik nu desnoods wel nog een mooi (zoniet zelfs veel mooier) vangnet heb. De beroepskamer zal zich ook dienen uit te spreken over de kwalificatie van de RSZ-inspectie over mijn PC 200 i.p.v. 218, omdat deze dan zal moeten worden weerlegd voor de RSZ zelf.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 30/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Het stuk hierna mag eigenlijk overgeslagen worden, maar het is mijn gewoonte ook op het rechtsvlak even te verwijzen naar onze prachtige cultuur met wetten die van de Egyptenaren, over Kreta, over de partiële democratie bij de Grieken en de codex van de Romeinen, en dan uiteindelijk via Napoleon en zijn codex Napoli eindigden in een hoogtepunt van de verklaring van de Universele (!) rechten van de mens. Het wordt hoog tijd dat zeer veel advocaten deze eens herlezen en begrijpen dat ons wetboek gebaseerd is op wederzijdse rechten en verplichtingen die elkaars tegengewicht vormen. Te zeggen voor waar dat rechten slechts lopen tot waar de rechten van iemand anders beginnen, en dat er feiten moeten zijn voor men veroordeelt. Te proclameren dat de schuld moet bewezen worden aan de hand van bewijsmiddelen. Te verwittigen dat men in België nu zeer snel verglijdt in het veroordelen van ‘meningen’, ‘aanzetten tot’, ‘denkbeelden’, of... internetsites. Ik haal heel wat artikels hieronder aan, u vindt ze natuurlijk ook op internet, behalve bij boekhouders die daartoe verboden werden door de belgicistische Uitvoerende Kamers van het BIBF.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 31/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Verklaring van de Rechten van de mens Dit gaat in in zuivere overtreding van de reeds vrij oude en ruimere maar nog even actuele rechten van de mens , die ik hierna toelicht en aanduidt met vet/cursief. Uit: Universele Rechten van de Mens (1948): Overwegende, dat het van het grootste belang is, dat de rechten van de mens beschermd worden door de suprematie van het recht (het BIBF misbruikt het recht in dezer voor eigenbelang), opdat de mens niet gedwongen worde om in laatste instantie zijn toevlucht te nemen tot opstand tegen tyrannie en onderdrukking; Overwegende, dat de volkeren van de Verenigde Naties in het Handvest hun vertrouwen in de fundamentele rechten van de mens, in de waardigheid en de waarde van de mens en in de gelijke rechten van mannen en vrouwen opnieuw hebben bevestigd, en besloten hebben om sociale vooruitgang en een hogere levensstandaard in groter vrijheid te bevorderen (het BIBF beknot de vrijheid in dezer); Overwegende, dat de Staten, welke Lid zijn van de Verenigde Naties, zich plechtig verbonden hebben om, in samenwerking met de Organisatie van de Verenigde Naties, overal de eerbied voor en inachtneming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden te bevorderen (het BIBF remt de fundamentele vrijheden in dezer); Overwegende, dat het van het grootste belang is voor de volledige nakoming van deze verbintenis, dat een ieder begrip hebbe voor deze rechten en vrijheden; Op grond daarvan proclameert de Algemene Vergadering deze Universele Verklaring van de Rechten van de Mens als het gemeenschappelijk door alle volkeren en alle naties te bereiken ideaal, opdat ieder individu en elk orgaan van de gemeenschap (dus ook het BIBF), met deze verklaring voortdurend voor ogen, er naar zal streven door onderwijs en opvoeding de eerbied voor deze rechten en vrijheden te bevorderen, en door vooruitstrevende maatregelen (het BIBF neemt behoudsgezinde, regressieve maatregelen en beperkt internet gebruik, behalve voor zichzelf), op nationaal en internationaal terrein, deze rechten algemeen en daadwerkelijk te doen erkennen en toepassen, zowel onder de volkeren van Staten die Lid van de Verenigde Naties zijn, zelf, als onder de volkeren van gebieden, die onder hun jurisdictie staan: Artikel 1 Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen. (het BIBF diende de collega accountant hierop te wijzen bij het indienen van zijn klacht en werd expliciet gevraagd om een escalatie door een agressor te voorkomen ik ben nu nog maar in verdedigingsfase, maar kan ook in aanvalsfase overschakelen indien nodig). Artikel 3 Een ieder heeft het recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon. Het BIBF aarzelt niet de ene na de andere tuchtsanctie uit te schrijven tegenover haar eigen leden en broodroof te plegen, terwijl ze het gelijktijdig wel toestaat als het via constructies in diverse vennootschappen gebeurt, zelfs als dezen zich op eenzelfde locatie bevinden.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 32/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Artikel 8 Een ieder heeft recht op daadwerkelijke rechtshulp van bevoegde nationale rechterlijke instanties tegen handelingen, welke in strijd zijn met de grondrechten hem toegekend bij Grondwet of wet. Het BIBF en haar uitvoerende kamer zijn niet meer in staat onafhankelijk op te treden en enige hulp aan haar leden te bieden, door enerzijds de hoge honoraria van haar eigen leden en de ondoorzichtig geworden boekhouding van het instituut zelf, haar betrokkenheid bij de verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid en het aantal leden dat ook apart zetelt in de diverse goedgekeurde centra voor 'erkende opleidingen'. Zij beperkt zich tot een functie van een politioneel apparaat dat zich continu bezig houdt in raden om sancties en tuchtstraffen te vestigen, puur om haar eigen macht krampachtig te blijven vasthouden. Artikel 10 Een ieder heeft, in volle gelijkheid, recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie bij het vaststellen van zijn rechten en verplichtingen en bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde strafvervolging. Het gebrek aan voor- en intrinsieke dossierkennis in huidig geval (nergens worden mijn aangetekende zendingen vermeld in deze procedure!), de talloze wisselingen van bestuurspersonen, en de agressieve monoloog die gevoerd werd bij de tuchtzitting, bewijzen dat er noch van onafhankelijkheid noch van onpartijdigheid sprake kan zijn bij het BIBF. De expliciete vraag om de voicerecorder (mediaplayer in mijn Nokia 9210) af te zetten, staat in schril contrast met de aangekondigde openbaarheid van de zitting. Het weglaten van een groot deel van de antwoorden en het selectief opnemen van de monologen van de rechtskundig assessor, wijst op hetzelfde. Artikel 11 . Een ieder, die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd, heeft er recht op voor onschuldig gehouden te worden, totdat zijn schuld krachtens de wet bewezen wordt in een openbare rechtszitting, waarbij hem alle waarborgen, nodig voor zijn verdediging, zijn toegekend. De vraag om schrapping door de rechtskundig assessor, nota bene een NIET-boekhouder zoals hij zelf bekende bij de aanklacht, en dit al van bij de aanvang van de tuchtprocedure, sprak boekdelen over de voorbedachtheid. De opmerking op het einde "U weet toch wat boven uw hoofd hangt" wijst even duidelijk in de richting van het enkel aanvaarden van slaafse en volgzame boekhoudertjes, zoals het eerder in een communistische staat thuishoort dan in een democratie. . Artikel 12 Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige inmenging in zijn persoonlijke aangelegenheden, in zijn gezin, zijn tehuis of zijn briefwisseling, noch aan enige aantasting van zijn eer of goede naam. Tegen een dergelijke inmenging of aantasting heeft een ieder recht op bescherming door de wet. Het BIBF is ernstig in gebreke gebleven bij de herhaalde aantastingen van mijn goede naam en faam door de accountant in kwestie. Het BIBF beperkte zich tot een gemakshalve louter seponeren van de ingediende klacht, en kwam zelfs na herhaaldelijke aangetekende briefwisseling, e-mails, faxen en telefoongesprekken, niet op na vraag om assistentie door een van haar leden. Artikel 17 . Een ieder heeft recht op eigendom, hetzij alleen, hetzij tezamen met anderen. Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 33/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
. Niemand mag willekeurig van zijn eigendom worden beroofd. Een handelsregister en een zelfstandigenactiviteit behoren tot de essentiële wezenlijke eigendomsrechten van een individu. Het BIBF neemt dit af zonder geldige reden zonder dat er feiten zijn gepleegd die de onafhankelijkheid van de boekhouder in kwestie in het gedrang brachten. . Artikel 19 Een ieder heeft recht op vrijheid van mening en meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid om zonder inmenging een mening te koesteren en om door alle middelen en ongeacht grenzen inlichtingen en denkbeelden op te sporen, te ontvangen en door te geven. Het BIBF wil mij dit recht ontnemen door de site te beperken tot "de loutere vermelding van mijn identiteit, titels van mijn diploma's of getuigschriften, inschrijvingsnummer bij het BIBF, mijn beroeps- en adresgegevens." Kritische denkbeelden en publicaties zijn blijkbaar verboden door het Belgische Instituut der Boekhouders en Fiscalisten, terwijl het zelf haar eigen Pacioli wèl mag aanwenden om een Luikse voorzitter van het IBR op het voorblad in te spannen voor eenheid tussen Walen en Vlamingen, terwijl ze met geen woord rept over de wettelijke uitvoering van de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. Selectiviteit? Selectiviteit! Artikel 22 Een ieder heeft als lid van de gemeenschap recht op maatschappelijke zekerheid en heeft er aanspraak op, dat door middel van nationale inspanning en internationale samenwerking, en overeenkomstig de organisatie en de hulpbronnen van de betreffende Staat, de economische, sociale en culturele rechten, die onmisbaar zijn voor zijn waardigheid en voor de vrije ontplooiing van zijn persoonlijkheid, verwezenlijkt worden. Het BIBF staat op deze wijze dit recht in de weg en aanvaardt enkel strikt gereglementeerde en zeer gespecialiseerde activiteiten, zonder aandacht voor de belangen van de eindklanten en de werkelijke onafhankelijkheid van de bedrijfsadviseur/boekhouder. Artikel 23 . Een ieder heeft recht op arbeid, op vrije keuze van beroep, op rechtmatige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkloosheid. Het BIBF ontneemt een bestaande keuze van een beroep ouder dan haar eigen instituut en door het opdringen van eigen bepalingen, en deze bepalingen bovendien te wijzigen in de duur van haar bestaan en hierdoor rechtszekerheid te ontkrachten. Artikel 27 . Een ieder heeft het recht op de bescherming van de geestelijke en materiële belangen, voortspruitende uit een wetenschappelijk, letterkundig of artistiek werk, dat hij heeft voortgebracht. Het BIBF wil dat boekhouders boeken houden op een oude wijze, niet dat ze nieuwe boeken ontwerpen, maken of schrijven of de boekhouding op een moderne wijze gaan gebruiken als INFORMATIE-instrument om een bedrijf te leiden van de afgrond weg of naar nieuwe markten toe. Artikel 28 Een ieder heeft recht op het bestaan van een zodanige maatschappelijke en internationale orde, dat de rechten en vrijheden, in deze Verklaring genoemd, daarin ten volle kunnen worden verwezenlijkt. Het BIBF verstoort op deze wijze de maatschappelijke orde en creëert op actieve wijze een monopolie zonder mededinging en dictatuur. Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 34/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Artikel 30 Geen bepaling in deze Verklaring zal zodanig mogen worden uitgelegd, dat welke Staat, groep of persoon dan ook, daaraan enig recht kan ontlenen om iets te ondernemen of handelingen van welke aard ook te verrichten, die vernietiging van een van de rechtenvrijheden, in deze Verkaring genoemd, ten doel hebben. Het BIBF legt de deontologische regels zo uit, dat ze alle mogelijke redenen tot kritiek op haar eigen werking ongedaan wil maken. Conclusie:
De rechten van de mens zijn op zéér talloze vlakken ernstig overschreden. De geest van de essentiële beroepsleer van een vrij beroep, werden omgevormd in monopolitische maatregelen, die er alleen op gericht zijn de boekhoudmarkt verder af te splitsen en af te schermen en eerlijke concurrentie tegen te werken. Het winstoogmerk van een boekhouder wordt koste wat koste verzwegen, terwijl net dit punt maakt dat de klant zelf ook rechten opbouwt tegenover de geleverde prestaties.
Ter verlichting een foto van deze morgen met de officiële of wettelijke uitwijkingswerkwijze voor dynamische fiscalisten: geef elkaar werk op kosten van de klant/cliënt/patiënt. De vorm is belangrijker dan de inhoud?
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 35/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
III. PROCEDURIËLE BEDENKINGEN Zoals in aanvang vermeld, moet ik ook qua procedures een zzer ernstig voorbehoud maken. Maar om het kort te houden (dit is misschien toch verloren energie, maar komt binnenkort nog volledig of samengevat op mijn site, u hebt mijzelf trouwens op dat idee gebracht tijdens de hoorzitting: “U zou toch ook niet graag hebben dat deze tuchtprocedure op internet komt?”. Het antwoord verrastte u blijkbaar: “Waarom niet? Want ik denk dat vele boekhouders hierbij belang zouden hebben en niet iedereen zal even assertief als ik reageren.” Om mij te doen zwijgen zult u hetzelfde moeten doen als met Pim Fortuyn: Neerknallen! Mensen met een geweten en die vechten voor de waarheid hebben namelijk geen angst voor het eindpunt, integendeel, dat vormt net hun vechtlust. En er zijn nog mensen zoals ik, ik ben geen unicum. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het onderscheid in de fiscale aangifte personenbelastingen die mijn stelling staaft dat moderne boekhouding eigenlijk onder winsten valt, en dokters e.d. onder ‘baten’!. Maar door uw stelling zou ik dus mijn aangifte moeten opsplitsen in de rubriek baten (en daar lekker gebruik maken van het wettelijke forfait) en in de rubriek winsten (en daar lekker gebruik maken van de bewezen kosten, joepie). Om nog verder te gaan, ik moest al de activiteiten voor vermelde boekhoudkantoor waar ik tijdelijk een bestuursmandaat opnam om hem uit de nood te helpen omwille van het attractiebeginsel overhevelen naar de rubriek bedrijfsleidersinkomsten, waardoor ik ook daar van een (puur fictief) kostenforfait kon gebruik maken, waardoor ik weeral minder belastingen betaal. Door al deze wetten geraakt bovendien ook mijn belastingcontroleur niet meer aan mijn aangifte uit omdat mijn BTW-listing niet meer overeenstemt met de omzet vermeld in de diverse rubrieken en in de klasse 70 door overheveling daarvan, en zo wordt het een pracht van een soep waarin ik - indien ik niet plichtsbewust zou zijn - zou kunnen frauderen en belastingen ontduiken zonder dat de meeste BIBF’ers mij nog zouden kunnen volgen in mijn redeneringen. Ook de fraude met de Miet Smet-banen bij diverse mala fide (kwaadwillige) boekhouders/accountants is in deze context te situeren (loonstaat stemt niet overeen met de terugbetaalde RSZ elke maand, waardoor de belastingen bij eenmanszaken niet konden merken dat deze integraal NIET werd aangegeven in de klasse 7 apart: de loonstaat stemt overeen met de klasse 62 maar mag in zo’n geval eigenlijk niet overeenstemmen of er moet specifiek overgeboekt worden). Is het weeral toeval dat dit een Waalse maatregel was voor laaggeschoolden (het Rozetta-plan werd dan omgekeerd wel weer uit persoonlijke colère door liberale pseudo-Vlaamse politici gesaboteerd omdat hen het vreemdelingenstemrecht door de strot was geduwd).
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 36/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Maar terug naar de kern van slotpunt III. Volgende proceduriële bedenkingen heb ik nog in deze beroepsakte: 1. 2. 3. 4.
5.
6.
7.
8.
BIBF heeft zelf talloze fouten gemaakt en veroorzaakt (fout - schade causaal verband) Rechten van mijn verdediging zijn zwaar en herhaaldelijk geschonden Beginselen behoorlijk bestuur zijn zwaar en herhaaldelijk geschonden Cumul wordt verweten terwijl BIBF zelf cumul uitvoert en nergens standpunt wordt ingenomen tegen de commissies van sociale bureaus, die een vast gebruik geworden zijn bij zowel accountants als boekhouders Letter van de wet tegenover geest van de wet, wetten worden omgekeerd gebruikt: Want de kwaliteit van de boekhoudkundige dienstverlening zelf (dè hele opzet van de kaderwet) komt niet ter sprake Geen uitspraak over mijn activiteiten zelf die niet gewijzigd zijn, dus ofwel geen boekhouder volledige periode en terugbetaling alle lidgelden en BA aan Kinderkankerfonds (aanvaarding van mijn huidige klanten blijkbaar) In tuchtonderzoek neemt gerechtskundige assessor (advocaat) het voortouw en dient zelf woordelijk zelf de klacht in, terwijl het een zaak van het BIBF (boekhouders) betreft en het boekhouders moeten zijn die boekhouders beoordelen. Wat zou de advocaat zeggen als ik als boekhouder eens kom oordelen over zijn optreden in het BIBF? Ik citeer woordelijk uit zijn gesprek voor de uitvoerende kamer van: “Ik ben zelf geen boekhouder, dus ik weet niet hoe ik als boekhouder zou reageren [over deze internetsite], maar als advocaat zou ik zoiets nooit tolereren.” Naar het einde toe, wordt ook zeer smalend gezegd: “U weet toch wat u boven het hoofd hangt?”, waarmee verwezen wordt naar de door deze advocaat geëiste zwaarste straf die kan worden uitgesproken: Schrapping. Ook op mijn vraagstelling naar de omschrijving van het verschil tussen handelsdaden en boekhouddaden, weigert deze advocaat overigens in te gaan, terwijl dit net wèl tot zijn juridische bevoegdheid behoort. Klantenlijst op vandaag werd apart gearchiveerd.
En dan kom ik tot het concrete einde, waarin u misschien even kwijt bent, wat ik van u verwacht.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 37/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Ik verwacht van u in eerste instantie een tijdige en duidelijke uitnodiging voor de behandeling in beroep van mijn, vermoedelijk toch zéér interessant, dossier, waarbij ik hier bovendien reeds de wraking vraag te bespreken van een aantal leden, in concreto Meester Peter DEFREYNE (collega-advocaat van Luc STOLLE, zie supra), Martine MISSOTTEN, Christian SOENS & Ronny VOET. Gelieve nogmaals mijn expliciete en terecht eis te noteren exact te omschrijven wat handelsactiviteiten zijn en welke activiteiten tot het monopolie van een erkende boekhouder behoren die GEEN handelsactiviteiten zijn (vooral dat laatste), gezien het als BIBF al van meetafaan uw plicht was te definiëren waar het onderscheid ligt en te duiden waar de overtreding exact ligt en waar ik de geest van de wet overtreed. Kopie van dit schrijven gaat vanzelfsprekend ook naar de integere Matthias Storme, Gerolf Annemans, de overkoepelende Raad, en normaal ook binnenkort naar alle e-mail adressen van alle boekhouders BIBF in België en de pers via een link naar internet omdat u een definitieve schrapping erop wijst dat de publieke belangen van de Belgische Staat in gevaar zouden zijn, en wij dus de ‘gewone’ burger en ik in het bijzonder mijn eigen cliënten hierover wel moet informeren. Kopie zal ook gaan naar alle mensen die mij mails zonden voor de verkiezingen bij het BIBF in 2003 en die mij beloofden zich in te zetten voor het behoud van de situatie van de eerste boekhouders die zich aansloten wat betreft cumul, voor het geval er geen uitspraak komt wat ‘cumul’ nu eigenlijk is, en waar de grens ligt met ‘handelsactiviteiten’. Omdat het BIBF mijn stellingen de eerste malen blijkbaar niet begreep, meld ik u ditmaal opnieuw dat ik dit zal publiceren, en publicatie betekent mij de moderne vorm van ‘internet’ (site + mail). Met vriendelijke maar steeds Vlaamsere groeten, VAN BELLE Jean Marc voor LOGOCOM -
[email protected] ••• bij telefonische afwezigheid : gelieve een fax te zenden naar +32-(0)56-25.25.20 ••• ••• ons GSM-nummer bij Mobistar is 0495/18.82.82 [handenvrij in de wagen, bel gerust] •••
Bijgevoegde stukken: zie volgende bladzijde.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 38/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Bijgevoegde stukken Î
Belangrijkste stuk: brief van 24/09/98 omtrent mijn informatica-activiteiten (advies).
Î
Î Ï
Ð Ñ
Ò Ó
Ô
Õ
2de tuchtklacht ivm accountant met melding “niet nodig tuchtrechterlijk gevolg te geven” Aantal stukken uit mijn antwoord (volledige versie ter beschikking tè BIBF, maar uit discretie voor de accountant in kwestie heb ik niet alles bijgevoegd; mag bijgevoegd worden door beroepskamer indien gewenst) die van belang zijn om fout bij BIB te leggen voor moedwillig niet verdedigen van mijn positie, hoewel hun eerste brief al duidelijk maakte dat mij niets te verwijten viel. Termijnopgave en melding tot overgaan van publicatie indien BIBF mij aan plan laat. Herhalende brief met herhaling dat publicatie zal gebeuren bij het mij in de steek laten. Dagvaarding kortgeding. Let op handelsregister accountant ook en cumul van activiteiten. Zeer recent persartikel uit de Tijd over klokkenluiders als ik. Vraag aan accountant van zijn klachten af te zien, want dat mijn publicaties daar een reactie op zijn èn vraag om assistentie/advies instituten (die reageren niet). Ibidem bis aan advocaat Uitnodiging BIBF naar kortgeding Uitnodiging IAB naar kortgeding Uitnodiging HREB naar kortgeding (Hoge Raad voor Economische Beroepen) Mail naar BBB (John Vanneste & Joseph Pattyn) ivm kortgeding en ook vraag naar hun standpunt Antwoord van BIBF daarop Antwoord hierop met uitgebreide spontane mail van mij en herhaling dat ik ze verwacht op het kortgeding zelf. Bijlagen van andere onregelmatigheden via mail ontvangen bij andere boekhouders/accountants ter info Bijkomende mail met vermelding van opleidingen ‘documentbeheer’, dateert van 27/05/2004; dit documenteert dat men mij kende en wist dat ik niet alleen over een kernachtige boekhoudkennis beschik, maar hele administraties kan organiseren en adviseer op verscheidene vlakken Conclusie op tegenklacht van mij bij het IAB: bevestiging dat mijn internetpublicatie niet lang online heeft gestaan, dat in kortgeding dit behandeld werd, en dat die publicatie enkel een reactie was op ingediende klachten bij het BIBF door mij! Document RSZ-inspectie bij mij over paritair comité en “boekhouding en advies voor externe klanten” op datum van 30/06/2004!
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 39/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]
Ï
Î
Ï Ð
Originele folder die over heel België verdeeld werd van het BIB met duidelijke vermelding van ‘informatica’ als vakgebied van de boekhouder + nonsens over de ‘bom’ van het jaar 2000 die ik overal las, maar als èchte boekhouder/informaticus wist ik wel beter. Uitgebreid en tijdig schrijven november-december 2003 i.v.m. aflopen termijn van de cumulperiode en mijn specifieke situatie. Verwijzende naar vroegere stukken. Document RSZ-inspectie bij mij over paritair comité en “boekhouding en advies voor externe klanten” op datum van 30/06/2004!
Ð
Î
Extract uit mijn internetsite: Voor- & nadelen extern boekhoudkantoor mèt bronvermelding.
Ñ
Î
Fiscaal forum: West-Vlaams Interprofessioneel Forum voor Fiscale Beroepsbeoefenaars: bestuursleden (incl. MISSOTTEN Martine), mèt sponsorlink van Acerta BBB (vroegere BZRABB): Bestuurslijst met naamvermeldingen; mèt sponsorlink van HDP; Mail van BBB, BIBF-verkiezingen 2003, verkiezingsbeloften: herhaling dat alle IAB’ders buiten BIBF moeten en dat de cumulregeling moet behouden blijven voor de oorspronkelijke boekhouders Mail van BBB met verkozen leden BIBF (ware triomf; als ik echter het aantal stemmen tel dat werd uitgebracht, blijft het een pure ramp van apathie van BIBF-leden, zeker als je weet dat je voor verschillende leden kon stemmen) Namen stagecommissise-leden, met Luc Stolle daarop. Persartikel gemanipuleerde IAB-verkiezingen daarvoor (ik was daar aanwezig met volmachten van accountants) Adviescomité-document van de site van het bibf waarop informatica nog steeds staat vermeld onder de onderwerpen die van het doelgebied van de boekhouders uitmaken (op datum van 23/06/05). Verkiezingsmail 2003 van NOB met programmapunten, ook opnieuw met herbespreken van commerciële activiteiten. Verkiezingsmail 2003 van Luc Vercammen (KVABB, weet niet of hij daar nog zit).
Ï Ð Ñ Ò Ó Ô Õ Ö Ò
Î
Beslissing tot schrapping van de uitvoerende kamer die hier in beroep wordt aangevochten.
Beëdigd lid Belgische kamer Rekenplichtigen 264-1 www.logocom.be - blz. 40/40
Boekhouder bibf 203-385 ibc/bab 416
[email protected]