AANGENOMEN RESOLUTIES PARTIJCONGRES 7 NOVEMBER 2015 TE UTRECHT
1. Resolutie: Duits op het VMBO Resolutie ingediend door: CDA Limburg en CDJA Het CDA Partijcongres op 7 november 2015 bijeen te Utrecht: A. Constateert dat: het, op de sector economie na, niet mogelijk is binnen de basisberoeps en kaderberoepsgerichte leerweg van het VMBO te kiezen voor het vak Duits; veel leerlingen aan de volledige Nederlandse oostgrens nu baankansen hebben in Duitsland. B. Overweegt dat: het voor een grensoverschrijdende arbeidsmarkt van belang is om elkaars taal te spreken; om leerlingen in een ondernemende modus te brengen om grensoverschrijdend te kijken zij al in een vroegtijdig stadium kennis moeten maken met hun buurtaal; leerlingen in de gelegenheid moeten worden gesteld om op zijn minst hun buurtaal te kunnen leren, ongeacht onderwijsrichting. C. Spreekt uit dat: de CDAfractie zich tot het uiterste zal inzetten om Duits als keuzemogelijkheid aan te bieden voor alle richtingen binnen het VMBO. En gaat over tot de orde van de dag.
2. Resolutie: Meer aandacht voor muziek, kunst en cultuuronderwijs Resolutie ingediend door: CDA Drenthe Het CDA Partijcongres op 7 november 2015 bijeen te Utrecht: A. Constateert dat: in het basis en voortgezet onderwijs de focus ligt op basisvaardigheden en het verwerven van kennis met meetbare doelen; daardoor de creatieve vakken in het gedrang komen; hierdoor de rationele kant van de leerling beter ontwikkeld wordt dan de emotionele en creatieve vaardigheden; er sprake is van een veranderende samenleving waarin meer creativiteit van mensen verlangd wordt; in het huidige onderwijssysteem steeds minder tijd en geld beschikbaar is voor muziek, kunst en cultuur onderwijs; we op de goede weg zijn met de impuls muziekonderwijs die op 14 oktober van start is gegaan; gemeenten veelal bezuinigen op Kunst&Cultuur; docenten vaak nauwelijks in staat zijn creatieve vakken te doceren. B. Overweegt dat: vormen van Kunst&Cultuur , naast taal, belangrijke aspecten zijn om zich te uiten; het basisonderwijs alsmede het voortgezet onderwijs een cruciale rol speelt in de algemene ontwikkeling van jonge mensen; muziek, Kunst&Cultuur onderwijs onderdeel behoort te zijn van de algemene ontwikkeling; muziek, Kunst&Cultuur lessen door goed opgeleide leerkrachten vanaf groep 1 van de basisschool tot en met het voortgezet onderwijs moeten worden ingevoerd, omdat dit zorgt voor de noodzakelijke balans in het leven van jonge mensen; de impuls muziek onderwijs een tijdelijke maatregel is die in 2019 afloopt; de impulsen vanuit de landelijke overheid vaak niet stroken met de bezuinigingen op lokaal niveau. C. Spreekt uit dat: het CDA zich verzet tegen alleen maar denken in nut, maakbaarheid, beheersing en effectiviteit in het onderwijs;
muziek, kunst en cultuur onderwijs hoort bij de algemene ontwikkeling van mensen; er in de opleiding op de PABO meer aandacht besteed moet worden aan muziek, kunst en cultuur onderwijs; de impuls muziekonderwijs een structureel karakter moet krijgen, verankerd in de lerarenopleiding, met name de PABO’s; het CDA zich sterk gaat maken voor een betere samenwerking tussen de verschillende overheden op het gebied van Kunst&Cultuur; het CDA de samenwerking tussen overheden, onderwijs, plaatselijke muziekverenigingen en centra voor Kunst&Cultuur gaat bevorderen.
En gaat over tot de orde van de dag.
3. Resolutie: Ruimte voor de universiteit Resolutie ingediend door: CDJA Het CDA Partijcongres op 7 november 2015 bijeen te Utrecht: A. Constateert dat: sinds de bezetting van het Maagdenhuis in februari 2015 het universitair onderwijs weer onder de aandacht staat, in het bijzonder het zogenoemde 1 rendementsdenken; in januari 2015 de basisbeurs voor studenten is afgeschaft, waartegen zowel 2 het CDA als het CDJA fel gestreden hebben; het universitair onderwijs grootschaliger is geworden en meer gericht is 3 geraakt op de kenniseconomie; het Hoger Beroeps Onderwijs vermengd is geraakt met universitair onderwijs; 4 de verantwoordingsplicht door middel van accreditatie een last is voor universiteiten, en voorgestelde verbeteringen nog niet voldoende hebben 5 uitgewerkt. B. Overweegt dat: het CDA onderwijs als meer beschouwt dan het klaarstomen voor de arbeidsmarkt; maar juist plek tot vorming van een student tot een zelfbewust en reflectief persoon die een positieve bijdrage aan de maatschappij levert; het CDA vanuit de solidariteit tussen generaties vindt dat investeren in onderwijs de moeite waard is, zodat iedereen de kans heeft te gaan studeren;
http://www.nrc.nl/nieuws/2015/04/08/uvasommeertbezettersommaagdenhuisteverlaten http://duo.nl/particulieren/studievoorschot/maatregelen.asp 3 Zo is in de periode van 2000 tot 2010 de rijksbijdrage per student, het geld dat de overheid aan een instelling betaalt per student, gedaald van €18.800 naar €14.100. Het aantal studenten is echter toegenomen. Eveneens zijn er bijvoorbeeld prestatieafspraken gemaakt tussen de minister van OCW en de universiteiten waarin vastgesteld is hoeveel procent studenten moet afstuderen. Een deel van de financiering van de universiteit is afhankelijk van het behalen van die doelen. Deze ontwikkelingen staan onder andere in context van de toegenomen concurrentie tussen Europese universiteiten. 4 Het is bijvoorbeeld mogelijk om te promoveren op het HBO, http://www.hu.nl/Nieuws/Promovendikiezenbewustvoorpraktijkgerichtonderzoek.aspx . Tevens is de aandacht en financiering op universiteiten verschoven naar zogenoemde ´excellente´ projecten, en ´gewone´ opleidingen kwalitatief minder zijn geworden. 5 1 2
http://www.vsnu.nl/files/documenten/Overig/13254%20U%20OCW%20Evaluatie%20accreditatiestelsel%20HO.P DF
het universitair onderwijs strikter gescheiden mag worden van het Hoger Beroepsonderwijs vanuit de gedachte dat iedere opleiding zijn eigen waarde 6 heeft; het CDA terughoudend is met bureaucratische processen maar de verantwoordelijkheid bij de mens en zijn eigen kringen wil leggen; het CDA kleinschaligheid en persoonlijke aandacht in het onderwijs hoog in het vaandel heeft staan.
C. Spreekt uit dat: het geld dat het hoger onderwijs erbij heeft gekregen door afschaffing van de basisbeurs niet wegbezuinigd mag worden, en de prijs per student niet af mag nemen; het Nederlandse universitaire onderwijs niet primair ten dienste moet staan van de kenniseconomie, maar gericht moet zijn op kennis en vorming van de student die daarmee een bijdrage kan leveren aan de samenleving; er een striktere scheiding moet komen tussen het HBO en het WO; het gesprek over de kwaliteit van het onderwijs in de eerste plaats met studenten en staf moet worden gevoerd via de medezeggenschapsorganen, en daarom daar geen nieuwe prestatieafspraken met de overheid bij passen; bij het controleren van universitaire studies uitgegaan moet worden van het principe van ‘verdiend vertrouwen’: als bij een controle blijkt dat het goed gaat, wordt de verantwoordingsverplichting verminderd. En gaat over tot de orde van de dag.
6
Of zoals voormalig voorzitter van de HBO Raad Doekle Terpstra het ooit uitdrukte: ‘‘De academische collegebanken zijn gevuld, maar we verliezen er veel goede beroepsbeoefenaars mee.’’
4. Resolutie: Gelijkwaardige verdeling van infrastructurele middelen Resolutie ingediend door: CDA Limburg Het CDA Partijcongres op 7 november 2015 bijeen te Utrecht: A. Constateert dat: verbindingen met het buitenland essentieel zijn voor grensprovincies en daarmee voor Nederland; een goed functionerende infrastructuur van groot belang is voor de gehele Nederlandse economie; er in de regio's nog grote infrastructurele opgaven liggen; er grote projecten in de Randstad zijn, zoals het Fyradebacle en de HSLlijn, die door tekorten extra druk leggen op middelen die beschikbaar zijn voor de regio's. B. Overweegt dat: bereikbaarheid, zowel in binnen als buitenland, cruciaal is voor de regionale economie en het leef en vestigingsklimaat; we midden in Europa liggen en onze grensoverschrijdende verbindingen achterblijven, waardoor we de kansen die dit zou bieden niet kunnen benutten wat nadelig is voor de regio en daarmee voor heel Nederland. C. Spreekt uit dat: we moeten focussen op een gelijkwaardige verdeling van infrastructurele middelen over het gehele land; er bij deze focus bijzondere aandacht moet zijn voor (regionale) grensoverschrijdende infrastructuur. En gaat over tot de orde van de dag.
5. Resolutie: Onderhoud aan het regionale spoor Resolutie ingediend door: CDA Drenthe Ondersteund door: CDA Overijssel Het CDA Partijcongres op 7 november 2015 bijeen te Utrecht: A. Constateert dat: tengevolge van de door het kabinet Rutte ingediende rijksbegroting voor het jaar 2016 er een flinke bezuiniging zal plaats vinden bij de spoorweg beheerder Prorail; dat door deze bezuiniging het onderhoud aan de regionale spoorlijnen extra zwaar zullen worden getroffen. B. Overweegt dat: door deze bezuinigingen het onderhoud aan de regionale spoorlijnen onevenredig wordt getroffen; dit negatieve ( economische) consequenties heeft voor zowel de burgers alsmede de bedrijven in de regio die afhankelijk zijn van het gebruik van het vervoer per spoor in de regio / grensstreek; dit in strijd is met de het aloude principe “gelijke monniken, gelijke kappen”. C. Spreekt uit dat: de CDAfractie in de Tweede Kamer der Staten Generaal dringend te vragen de negatieve gevolgen van deze onevenredige bezuinigingen op het onderhoud voor de regionale spoorlijnen aanhangig te maken bij het kabinet Rutte 2 en deze problematiek aan de orde te stellen in de Tweede Kamer der Staten Generaal. En gaat over tot de orde van de dag.
6. Resolutie: Verhoging bruggen en andere infrastructuur Resolutie ingediend door: CDA Maastricht Het CDA Partijcongres op 7 november 2015 bijeen te Utrecht: A. Constateert dat: in buurlanden wordt geïnvesteerd in bruggen, sluizen en binnenhavens om deze geschikt te maken voor vierlaagse containervaart. B. Overweegt dat: we in het belang van een goede concurrentiepositie voor de binnenvaart op hetzelfde niveau moeten zitten als onze buurlanden. C. Spreekt uit dat: de CDAfractie alles in het werk zal stellen om, in lijn met Europese wetgeving, de Nederlandse vaarwateren en infrastructuur klaar te maken voor de nieuwe normen. En gaat over tot de orde van de dag.
8. Resolutie: Gelijk speelveld voor Nederlandse ondernemers Resolutie ingediend door: CDA Limburg De overheid moet zich inspannen voor een eerlijk level playing field. Nederlandse ondernemers moeten in staat gesteld worden te concurreren binnen Europa. De overheid moet terughoudend zijn met het opleggen van aanvullende regelgeving, bovenop de verplichte regelgeving uit Brussel. Het kan niet zo zijn dat Nederlandse ondernemers de dupe worden van nationale regelgeving die de kostprijs onevenredig hoog maakt ten opzichte van andere landen. Het CDA Partijcongres op 7 november 2015 bijeen te Utrecht: A. Constateert dat: we een verantwoordelijkheid hebben voor een goed ondernemersklimaat in Nederland; we het belang van Europa inzien en vertrouwen op de Europese werkwijze als het gaat om de totstandkoming van wet en regelgeving; gelijke spelregels in onze internationaal opererende context zeer relevant zijn; nationale overheden de Europese wet en regelgeving op een eigen manier implementeren waardoor er grote verschillen tussen de lidstaten ontstaan; coördinatie en samenwerking met buurlanden van groot belang is bij het implementeren van Europese richtlijnen om verschil in regelgeving tot een minimum te beperken. B. Overweegt dat: het belangrijk is dat onze ondernemers kunnen concurreren met omliggende landen; we een exporterend land zijn en in het kader van de concurrentiepositie extra regelgeving niet mag leiden tot een kostprijsverhogend effect ten opzichte van ons omringende landen. C. Spreekt uit dat: het CDA kritisch kijkt naar alle wet en regelgeving die we als Nederland zelf toevoegen aan de verplichte wet en regelgeving vanuit Brussel; het CDA zich na deze inventarisatie inspant om extra regelgeving vanuit onze nationale overheid ten opzichte van de bestaande Europese regelgeving tot een minimum te beperken; er bij nieuw nationaal beleid een en bij de implementatie van Europese richtlijnen een Grenseffecten rapportage ("grenstoets") wordt uitgevoerd om
mogelijke negatieve gevolgen in de grensregio's in kaart te brengen en te voorkomen. En gaat over tot de orde van de dag.
9. Resolutie Recht op recht Resolutie ingediend door: CDA ZuidHolland Het CDA Partijcongres op 7 november 2015 bijeen te Utrecht: A. Constateert dat: voor de komende jaren is voorzien in bezuinigingen op de rechtspraak die oplopen van € 32 miljoen volgend jaar tot € 88 miljoen in 2020; tevens is voorzien in een verhoging van griffierechten in civiele en bestuursrechtelijke zaken; er elk jaar 1,7 miljoen rechtszaken worden behandeld en er nu al forse achterstanden zijn; de Raad voor de Rechtspraak en de presidenten van de rechtbanken invulling willen geven aan de bezuinigingen door zwaardere zaken niet meer te behandelen op de locaties in Assen, Almelo, Alkmaar, Lelystad, Dordrecht, Zutphen en Maastricht, waarna het onvermijdelijk lijkt dat de volgende stap sluiting van de gerechtsgebouwen in die steden zal zijn. B. Overweegt dat: in een rechtstaat rechtspraak één van de belangrijkste functies van de overheid is en dat burgers er recht op hebben dat zij geschillen kunnen voorleggen aan een onafhankelijke rechter; de notie dat de rechtspraak zichzelf voor een groot deel of zelfs geheel zou moeten bedruipen door hoge of zelfs kostendekkende griffierechten daarom even dwaas is als de gedachte dat brandweer, politie of defensie slechts zouden uitrukken bij een kostendekkende vergoeding voor hun dienstverlening; steeds hogere griffierechten er toe leiden dat burgers met beperkte middelen zich niet tot de rechter kunnen wenden, terwijl de kern van de rechtstaat juist is dat het recht de doorslag geeft en niet wie het meeste geld heeft; de toegang tot rechtspraak daarnaast ook wordt beperkt wanneer verder moet worden gereisd voor de behandeling van zaken; de kwaliteit en de duur van de behandeling van zaken ontegenzeggelijk te lijden hebben onder verdere bezuinigingen op de rechtspraak; deze ontwikkelingen in strijd zijn met het uitgangspunt in het CDAverkiezingsprogramma dat de rechter voor iedereen toegankelijk en 7 betaalbaar blijft. 7
CDA verkiezingsprogramma 2012 – 2017, pag. 78
C. Spreekt uit dat: het CDA van mening is dat verdere bezuinigingen op de rechtspraak en verhogingen van het griffierecht achterwege dienen te blijven om zo de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de rechter voor iedereen te garanderen. En gaat over tot de orde van de dag.
11. Resolutie: Vluchtelingen Resolutie ingediend door: CDA Limburg, CDA provincie Utrecht en CDA ZuidHolland Het CDA Partijcongres op 7 november 2015 bijeen te Utrecht: A. Constateert dat: de afdeling ZuidHolland op 2014 in Alkmaar een resolutie over Syrische vluchtelingen heeft ingediend en aangenomen gekregen waarin onder meer gepleit werd voor opvang in de regio volgens een Europees verdelingsmechanisme; sindsdien het aantal vluchtelingen uit het Middellandse Zeegebied, in het bijzonder Syrië drastisch is toegenomen; de beoogde verdeling er is gekomen, maar slechts ten dele en te laat; de snelle toename ongekend is en vraagt om regie, krachtige maatregelen, gericht op zowel de korte als lange termijn aanpak, iets dat bij de regering volledig ontbreekt; Nederlanders bereid zijn de vluchtelingen te hulp te staan en velen zich aanmelden als vrijwilliger; mensen zich terecht afvragen of de inspanning die nu geleverd wordt vol te houden is. B. Overweegt dat: wij, christendemocraten, een humaan, barmhartig en rechtvaardig asielbeleid voorstaan voor die mensen die onze naastenliefde hard nodig hebben; we tegelijkertijd pal voor onze eigen burgers, onze JoodsChristelijke tradities en onze westerse normen en waarden dienen te staan; voorvallen als in het Drentse dorpje Oranje 140 inwoners waar dit Kabinet eenzijdig, onverwachts en zonder enig overleg verordonneert dat dit dorpje 1400 vluchtelingen moet opnemen in een fatsoenlijke rechtstaat en eerlijke democratie als Nederland niet thuishoren; wij de soms onbarmhartige wijze waarop migranten over één kam worden geschoren afwijzen en onze bewondering uitspreken voor de velen die nu niet klagen maar doen en vinden dat anderen daar een voorbeeld aan zouden kunnen nemen; dat er al veel vluchtelingen in de eigen regio worden opgevangen onder dikwijls erbarmelijke omstandigheden en dat dit betekent dat interne solidariteit en samenwerking in alle Europese landen voorop moet staan;
structurele hulp en investeringen in ontwikkelingslanden nodig zijn om de voedingsbodem van conflict, terrorisme en migratie aan te pakken en te werken aan economisch perspectief en een menswaardig bestaan; C. Spreekt uit dat: wij vanuit onze beginselen van harte bereid zijn en blijven vluchtelingen op te vangen; aan gemeenten nooit eenzijdig van bovenaf opgelegd kan worden asielzoekers op te nemen maar dat overleg voorop staat; de prioriteit voor vluchtelingen ligt bij (bij)scholing, waarbij de opleiding zowel in Nederland als ten behoeve van terugkeer in het land van herkomst wordt erkend; dat vluchtelingen uit als veilig beschouwde landen zo spoedig mogelijk moeten worden teruggezonden; de CDAfractie het voortouw neemt om zo snel mogelijk tot een herinvoering van de ontheemdenstatus te komen; de aanleiding van de huidige migrantenstroom bij IS, falende regimes, en gewetenloze smokkelaars moet worden gezocht en dat vergaande, zo nodig ook militaire, Europese inspanning nodig is om de problemen bij de bron aan te pakken ook als dit betekent dat (permanente) inzet van Nederland buiten de landsgrenzen nodig blijkt; dit ook noodzakelijk is om ook in de toekomst vluchtelingen te kunnen blijven opvangen omdat ten aanzien van de aanleiding en de fundamentele oorzaken van de crisis een duurzame inzet nodig is, met bijbehorende middelen, want net zoals de stroom Syrische vluchtelingen niet onverwacht komt, zo bestaat ook de kans op nieuwe stromen uit het Midden Oosten en Afrika; er sprake moet zijn van een strengere controle aan de Europese buitengrenzen en dat Nederland hier een actieve bijdrage aan moet leveren ook in relatie tot het Europees voorzitterschap in 2016; de toenemende kosten van opvang van vluchtelingen in Nederland niet alleen ten laste komen van het budget voor ontwikkelingssamenwerking maar een verantwoordelijkheid zijn voor de hele Rijksoverheid en over deze extra kosten ten opzichte van 2014 door het kabinet snel duidelijkheid gegeven moet worden. En gaat over tot de orde van de dag.
12. Resolutie: Pak grondoorzaken vluchtelingencrisis aan Resolutie ingediend door: F. Bakkerde Jong, A. Frey, J. Nijman, M. Vogelaar, E. Wermuth, T. Brinkel, M. SijtsemaTolsma, E. KlapVan Strien, H. Bruning, J. Bakker, H. van de Streek, M. van Butselaar, W. Postma, K. Ferrier, J. van Butselaar, J. van Gennip, E. Schoustra, D. Ensberg, M. Stolk, J. Verheijen, M. van ButselaarVisser, E. van Asselt, M. Wagner, T. Wijffels, G. Karsenberg, P. Bukman, W. van der Kruijs, K. Wagner, W. Marchal, A. van Veen, M. van der Veen, M. Vroom, J. Ensing, R. Blesgraaf, M. Brouwer de Koning, E. Wunderle, A. Zonneveld, D. Knieriem, L. van Heest, Y.Ulenaers, A.Roetgerink, L.Frissen, J.Biskop Het CDA Partijcongres op 7 november 2015 bijeen te Utrecht A. Constateert dat: er veel onrust is wereldwijd: oorlog, terrorisme en radicalisering, met een van de grootste vluchtelingenstromen sinds WO II als gevolg; het aantal vluchtelingen dat aankomt in Nederland dit jaar oploopt naar 60.000 en de toestroom naar verwachting de komende jaren zonder verdere maatregelen niet zal afnemen; de kosten hiervan toenemen naar ruim 1 miljard euro in 2015, deze volledig worden gefinancierd uit het budget voor ontwikkelingssamenwerking en oplopen tot 20% van dat budget; er tegelijk fors wordt bezuinigd op het ontwikkelingsbudget door dit kabinet; het CDA in zijn Verkiezingsprogramma 20122017 heeft bepaald vast te willen houden aan de 0,7% norm voor ontwikkelingssamenwerking. B. Overweegt dat: iedereen recht heeft op een menswaardig bestaan; het CDA in het verleden altijd een proactieve rol heeft gespeeld in het Nederlandse internationale beleid; instabiliteit elders in de wereld, effect heeft op onze veiligheid hier; de grenzen van de opvang in de buurlanden van Syrië zijn bereikt en dat we ook in Nederland worstelen met de toenemende vraag naar opvang; we moeten investeren in het tegengaan en beteugelen van de grondoorzaken van conflict om derhalve de noodzaak tot vluchten weg te nemen, en perspectief op vrede en veiligheid te faciliteren in die conflictzones; gelet op de huidige crisis in de wereld het CDA zich conform het verkiezingsprogramma inzet dat Nederland zich weer committeert aan de afspraak in OESOverband om 0,7% van haar BNP te besteden aan ontwikkelingssamenwerking.
C. Spreekt uit dat: het partijbestuur een lange termijn visie ontwikkelt op internationale samenwerking met inachtneming van de basisprincipes van het CDA en waarin rekenschap wordt genomen van bovenstaande en deze visie voorlegt aan het volgende congres; de kosten van de eerstejaarsopvang van vluchtelingen in Nederland niet alleen uit het ontwikkelingsbudget gehaald worden. En gaat over tot de orde van de dag.
13. Resolutie: Aanpak vuurwerkafval via een schoon nieuwjaar Resolutie ingediend door: G. Hartholt, A. Huitzing, E.J. Stokking, C. RigholtDam, J. Molendijk, J. van Alphen, H. Haarsma, A.A. Jacobs, A.C. de Jager, A. Diamantis, A. Olde, C.L.C. WingerdenBeen, M. van den Brink, J.G. Brinkhorst, F. Kemerink, J.G.M. Put, F.J. Evers, R. Busschers, A. Zandvoort, A. Pierik, R. Compagner, J.D. VeddersDekker, G. VehofBusger op Vollebroek, J. Beumer, C. Doeschot, A.H. Mulder, B.M.J. Eshuis, Y. Nijhof, B. van Vlijmen, N. van der Stappen, T. Reijn, A. Kleinjan, A. Hammenga, J. de Vries, R. Meijer, J.H. Kreuze. Het CDA Partijcongres op 7 november 2015 bijeen te Utrecht A. Constateert dat: het afsteken van vuurwerk in Nederland met Oud en Nieuw een traditie is; vuurwerkafval soms maanden later nog rondslingert als zwerfafval; er op veel plaatsen initiatieven zijn om vuurwerkafval in te zamelen, een voorbeeld is het project 'Vuurwerk knallen? Opruimen doen we met z'n allen!' http://www.schoongooienvecht.nl/vuurwerkcampagne2014.aspx (zo zijn er nog veel meer voorbeelden); er jaarlijks voor circa €65 miljoen aan legaal vuurwerk afgestoken wordt in Nederland met Oud en Nieuw; er bij het herafsteken van niet afgegaan vuurwerk soms ongelukken gebeuren; er van het laten liggen van vuurwerkafval het signaal uit gaat dat zwerfafval oke is, iets wat het niet is. B. Overweegt dat: in het kader van duurzaamheid het wenselijk is om vuurwerkafval en zwerfafval terug te dringen; het jaar schoon beginnen de rest van het jaar positief doorwerkt; een ieder die op 31 december een vent of dame is, dat op 1 januari ook is; het tijdig opruimen van vuurwerkafval kan helpen ongelukken voorkomen; we m.b.t. zwerfafval toe moeten naar het principe de vervuiler ruimt op. C. Spreekt uit dat: het CDA partijbestuur de CDA afdelingen oproept om te gaan bevorderen dat vuurwerkafval aan het begin van het jaar wordt opgeruimd; hier wellicht een nieuwe traditie uit kan voortkomen te weten een schoon nieuwjaar.
En gaat over tot de orde van de dag.
14. Resolutie: Scheve verdeling cultuurgelden Resolutie ingediend door: CDA Limburg en CDA NoordBrabant Het CDA Partijcongres op 7 november 2015 bijeen te Utrecht: A. Constateert dat: de gemeente Rotterdam onderzoek heeft gedaan naar de regionale verdeling van Rijkssubsidies aan cultuurinstellingen; uit dit onderzoek blijkt dat er sprake is van een scheve verdeling: Amsterdam krijgt €145,00 subsidie per inwoner, Den Haag €81,00 Rotterdam €31,00 en de regio ZuidNederland €1,33(!!). B. Overweegt dat: enige verschillen in de regionale verdeling van cultuurgelden onvermijdelijk en logisch zijn; een verhouding van 100 : 1 echter onacceptabel is; het culturele veld in ZuidNederland net als in de Randstad veel moois te bieden heeft en hierbij erkenning en ondersteuning vanuit het Rijk verdient. C. Spreekt uit dat: de CDAfractie zich zal inzetten voor het meer rechttrekken van de kromme verdeling van de Rijkssubsidies aan culturele instellingen. En gaat over tot de orde van de dag.
15. Resolutie: Europees Defensiebeleid Resolutie ingediend door: CDJA Het CDA Partijcongres op 7 november 2015 bijeen te Utrecht: A. Constateert dat: de huidige politieke situatie, zoals de instabiliteit van staten als Libië, de macht van IS in Syrië en Irak, de spanning tussen Rusland en de Europese Unie enzovoorts, om samenwerking tussen de Europese lidstaten vraagt; de wereld steeds verder globaliseert en ‘kleiner’ wordt, waardoor Nederland steeds meer afhankelijk raakt van andere naties; het Nederlands defensiebudget van 1,11% van het Bruto Nationaal Product ver onder de NAVOnorm van 2% ligt en Nederland geen enkele zelfstandige missie zou kunnen ondernemen; het aandeel van de Europese Unie in de NAVO slechts 25% bedraagt; Amerikaans president Barack Obama een oproep heeft gedaan aan alle Europese landen zich te verenigen op het gebied van defensie en niet langer te blijven leunen op het defensiebudget van de Verenigde Staten. B. Overweegt dat: het CDA conform haar Europees verkiezingsprogramma een positieve houding heeft tegenover de Europese Unie en haar een belangrijk instrument 8 vindt voor het creëren en behouden van veiligheid; het CDA volgens haar grondbeginselen – rentmeesterschap, gespreide verantwoordelijkheid, solidariteit en publieke gerechtigheid – moet streven naar het behoud van een vredevol en stabiel Europa, behoud en bescherming van haar democratische waarden en normen en bevordering van de vrijheid en veiligheid; onze vrijheid en veiligheid afhankelijk is van de bereidheid van andere landen om samen te werken; het CDA grote waarde hecht aan het behoud van nationale soevereiniteit van de EUlidstaten. C. Spreekt uit dat: het CDA tegen een Europees leger is omdat het een inbreuk vormt op nationale soevereiniteit; de Europese Unie het Europees defensiebeleid hoger op de agenda zet;
8
Zie verkiezingsprogramma CDA Europees Parlement, 20142019: ‘Naar een slagvaardig Europa’.
de Europese Unie haar focus moet leggen op het verkrijgen van een groter aandeel binnen de NAVO, en een appèl doet op haar huidige en toekomstige nieuwe lidstaten tot lidmaatschap van NAVO om hiermee free rider gedrag onmogelijk maken'; de Europese Unie haar lidstaten moet oproepen zich te conformeren aan de 2% NAVOnorm. En gaat over tot de orde van de dag.
17. Resolutie: Onvoorwaardelijk basisinkomen Resolutie ingediend door: CDJA Het CDA Partijcongres op 7 november 2015 bijeen te Utrecht: A. Constateert dat: de discussie omtrent het onvoorwaardelijke basisinkomen (hierna: OBI) weer aan actualiteit gewonnen heeft; het CPB heeft becijferd dat het belastingtarief voor werkenden tenminste 56,5% moet bedragen om een OBI in haar meest sobere variant te 9 bekostigen; het CPB in datzelfde rapport tot de conclusie komt dat door het hoge belastingtarief de arbeidsparticipatie afneemt; het CDA (nog) geen stelling heeft genomen omtrent het OBI. B. Overweegt dat: het CDA vanuit het principe van gespreide verantwoordelijkheid het verstrekken van onvoorwaardelijk inkomen geen overheidstaak vindt; het CDA de intrinsieke waarde van arbeid als uitgangspunt neemt, namelijk een manier om als mens te ontwikkelen en waarde toe te kunnen voegen aan 10 de samenleving; het CDA staat voor een verhoging van de arbeidsparticipatie door een meer activerende sociale zekerheid, terwijl het OBI dit overlaat aan de 11 keuzevrijheid; het CDA van opvatting is dat het beslag van de overheid op economie en 12 maatschappij moet afnemen. C. Spreekt uit dat: het CDA zowel op nationaal als lokaal niveau tegen een OBI alsmede 13 vergelijkbare vormen is. En gaat over tot de orde van de dag. Zie het CPB policy brief 2015 ´De effectiviteit van fiscaal participatiebeleid.´ Zie het WI rapport ‘Mens waar ben je’, pagina 69. 11 CDA SB “Nieuwe wegen, vaste waarden” 12 CDA WI “Op weg naar houdbare overheidsfinanciën” 13 Negatieve inkomstenbelasting, doorlopende bijstandsuitkering etc. 9
10
18. Resolutie: Snel internet Resolutie ingediend door: CDA Teylingen Ondersteund door: CDA ZuidHolland en CDA Overijssel Het CDA Partijcongres op 7 november 2015 bijeen te Utrecht: A. Constateert dat: wij in Nederland bij de installatie van snel Internet bijna volledig afhankelijk zijn van slechts enkele marktpartijen; normaliter alleen daar snel internet wordt geïnstalleerd waar voldoende aantallen potentiële gebruikers worden voorzien; hele wijken, dorpen, buitengebieden, grensgebieden en delen van de Randstad (en daarmee zorg, onderwijs, overig maatschappelijk middenveld waaronder kleine zelfstandige, ondernemers en burgers) veelal geen afslag naar de snelste digitale snelweg krijgen; in een aantal provincies en via lokale initiatieven installatie van snel internet succesvol wordt ondersteund; het van belang is dat Next Generation Access (NGA) zo snel mogelijk overal wordt gerealiseerd. B. Overweegt dat: snel internet een onmisbare schakel is voor kenniseconomie, vestigingsklimaat en concurrentiepositie van het bedrijfsleven; thuiswerken en robotisering een vlucht zullen nemen; digitalisering van de zorg noodzakelijk is en de “nieuwe zorg” mogelijk maakt; Nederland zijn voorsprong qua internetaansluitingen niet mag verliezen; snel internet nog steeds hoge eigen bijdragen kent; snel internet als een basisvoorziening zou moeten worden gezien; het CDA alle initiatieven vanuit de samenleving van harte ondersteunt. C. Spreekt uit dat: alle inwoners, bedrijven en instellingen in Nederland de mogelijkheid moet worden geboden om op niet al te lange termijn over snel internet te beschikken; onze fractie aandacht blijft vragen voor het stimuleren van het installeren van snel internet waar dat nodig en mogelijk is; tegelijkertijd lokale initiatieven op dit punt ondersteund zullen worden door alle betrokken CDAafdelingen;
lokale snelinternetkampioenen zullen worden aangewezen om als lichtende voorbeelden te dienen.
En gaat over tot de orde van de dag.
19. Resolutie: CO reductiedoelen internationaal vastleggen 2 Resolutie ingediend door: CDA Duurzaamheidsberaad H.J. Wijnants, R.M. Vos, E.W. Tilanus, W. Braakman, J.C. Molendijk, A.H. Huitzing, G.J. Hartholt, G. Leushuis, T.J. Senden, J.W.P.H. van Alphen, A.M.T.G. van der Bijl, C.G. de Kok, D. Moolenburgh, A.M. Kleine Staarman, C.L.C. van WingerdenBeen, K. Neutel, A.J.M. Schelwaldvan der Kley, M. van den Brink, P. Zwinkels, A. Hammenga, E.A.J. Bouwhuis, C.J.M. van der Stappen, D.M. van Elk, W.P.F. Rutten, J. Grovenstein Het CDA Partijcongres op 7 november 2015 bijeen te Utrecht: A. Constateert dat: klimaatverandering in de pauselijke encycliek Laudato Si’ gezien wordt als een belangrijk ethisch vraagstuk voor de mensheid; de studie "Roadmap 2050 low carbon economy in Europe (Mc Kinsey, 2010)" aantoont dat een reductie van 80% in 2050 haalbaar is voor Europa; de Nederlandse rechter uitspraak heeft gedaan dat de Nederlandse overheid meer maatregelen moet nemen om de CO doelstelling voor 2020 te 2 realiseren; de raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur in haar advies aan minister Kamp aangeeft dat wettelijke borging van de CO reductiedoelstelling van 2 80% 95% voor 2050 noodzakelijk is. B. Overweegt dat: CDA vanuit haar kernwaarden en de 7 principes rentmeesterschap en zorg voor toekomstige generaties nastreeft; Nederland als delta onder de zeespiegel een levensgroot belang heeft bij het verminderen van de mondiale temperatuurstijging; navolging van bestaande wetgeving voor CO reductie (in het Verenigd 2 Koninkrijk en de staten British Columbia en Californië) door Nederland een belangrijk signaal geeft aan de andere Europese landen en de wereld; de voorzitter van de Confederation of British Industry aangeeft dat “ between 2010 and 2013, the green economy grew at more than 7% a year, compared to less than 2% a year over the same period for the UK economy as a whole ” 14 waardoor het een aantrekkelijke, opkomende markt is geworden;
14
http://news.cbi.org.uk/news/whatagoodclimatedealwillmeanforbritainandtheworld/
Nederlandse bedrijven eveneens gebaat zijn bij duidelijke doelstellingen en heldere spelregels om investeringen in zogenaamde l ow carbon technologies te doen.
C. Spreekt uit dat De CDA Tweede Kamerfractie zich inzet voor: het internationaal verankeren van de CO doelstelling om in 2050 in 2 Nederland ten minste 80% minder CO te emitteren; 2 het internationaal vastleggen van realistische doelstellingen per decennium in de tussenliggende periode tot 2050. En gaat over tot de orde van de dag.
20. Resolutie: Verdienmodellen toepassen bij natuurbeleid Resolutie ingediend door: CDA Limburg Het CDA Partijcongres op 7 november 2015 bijeen te Utrecht: A. Constateert dat: bepaalde rijksdoelen te realiseren zijn op het gebied van natuur; natuur in bepaalde mate belangrijk is voor het maatschappelijk welgenoegen, echter de regelgeving hier niet geheel aan bijdraagt. B. Overweegt dat: met de kennis van vandaag in het verleden genomen besluiten wellicht moeten worden herzien; de problemen van de huidige samenleving zich bevinden op andere terreinen dan het tekort aan hectares natuur; het oplossen van deze problemen geld kost; in het kader van goed rentmeesterschap gelden die voor natuur bestemd zijn, aan andere doelen uitgegeven kunnen worden. C. Spreekt uit dat: er gekeken moet worden naar het slimmer investeren in natuur en recreatie; ook in overleg met terreinbeherende organisaties gekeken moet worden naar bepaalde verdienmodellen voor natuur (economisch en maatschappelijk rendement). En gaat over tot de orde van de dag.