1 september 2006 - 57e jaargang no. 34
Daily Management, inclusief het gebruik van het Daily Management Board moet ook in het Powerhouse een geïntegreerd onderdeel worden van de werkcultuur. Op maandag 28 augustusj.l. heeft deze afdeling zich gevoegd in de rij van Refinery – afdelingen die dagelijks met het bord ‘aan de slag gaan’. Enkele dagen eerder gaf Thermal Power Superintendent Dewperkash Bhagwandin al een eerste aanzet door uit te leggen hoe het bord werkt en welke rol deze tool moet innemen in de dagelijkse activiteiten. Nu moet het standaard worden dat er elke ochtend vergaderd wordt over de afdelingsactiviteiten, met inzet van de metrics die op het bord zijn aangegeven. Het zal wel behoorlijk wennen zijn, want in het Powerhouse werden tot voor kort twee maal per week pass down meetings gehouden waarin de activiteiten van de afdeling door medewerkers en management onder de loep werden genomen. Er is dus in feite sprake van een paradigm shift.
De eerste officiële daily management meeting werd bijgewoond door ABS Manager Meredith Mac Arthur. Ze constateerde een karakter van ‘wennen’, zowel bij de medewerkers als bij de presentatoren. Er moet een goede balans zijn tussen ‘aandacht geven’ en ‘aandacht trekken’. De toehoorders moeten aandacht geven door goed te luisteren naar wat er aan informatie wordt verstrekt. Die informatie en de tools die hierbij worden aangereikt, moeten aandacht trekken, een trigger zijn. Het gaat dan om de key metrics, de gehanteerde standaarden, en de performance van de afdeling. Interactie in de meeting is belangrijk en is een manier om betrokkenheid tot uiting te brengen. Samengevat kan worden gesteld, dat er een goede start is gemaakt met daily management in het Powerhouse. Zo’n start alleen is niet voldoende, het moet een proces van continuous improvement worden. ‘Al doende leert men’ is een gevleugelde uitspraak binnen ABS, die zeker ook van toepassing is op Daily Management in het Powerhouse.
Aandacht geven aan en aandacht trekken voor key metrics - essentiële begrippen in Daily Management. De metrics worden op het bord aangegeven.
1 Bauxco Nieuws no. 34 - 1 september 2006
Boiler # 2 van het Powerhouse is op vrijdag 25 augustus j.l. na een grote overhaul (onderhoudsbeurt) weer in gebruik genomen. De hogedrukstoomketel was enkele weken uit bedrijf in verband met schoonmaak, inspectie en vernieuwing van de skin casing. Er zijn ook kleine refractory-reparaties verricht (refractory is hittebestendig materiaal ter bescherming tegen hoge temperatu-
De wanden van de boiler tubes werden, na gegritblast te zijn, voorzien van een hittebestendige verflaag.
ren). De ‘skin casing’, die de afdichting vormt van de pijpenbundels in de boiler, werd grotendeels vervangen. Delen van de 40 jaar oude casing waren aangetast door corrosie, hetgeen leidde tot gaslekkages. De overhaul werd uitgevoerd door medewerkers van het Powerhouse, Services en de contractorbedrijven Kier/ CCC en Cobo.
Een deel van de pas geïnstalleerde skin casing.
De boiler tubes werden op hun reliability geïnspecteerd.
IN MEMORIAM Het stoffelijk overschot van Erwin Demon wordt morgen, zaterdag 2 september, aan de schoot der aarde toevertrouwd. Erwin Demon, die districtscommissaris was, belast met het beheer over Para, overleed op woensdag 23 augustus. Hij werd 46 jaar. Suralco betreurt zijn heengaan. Tot de notabelen die maandag op het districtscommissariaat te Onverdacht attentie betoonden in verband met het verscheiden, behoorde Suralco’s Managing Director. Ons bedrijf is al tientallen jaren operationeel in het district Para en heeft daardoor veel contact gehad met districtscommissarissen. Erwin Demon voegde extra dy-
namiek toe aan het ambt door zijn aanpak en zienswijze. Hij trad veelvuldig in overleg met de leiding van ons bedrijf om hulpmiddelen te krijgen voor kleine projecten. Suralco heeft zich er steeds voor ingezet die te verstrekken om de goede samenwerking met de bestuurlijke leiding van het district in stand te houden. Suralco zal proberen in het spoor dat Erwin Demon heeft achtergelaten, door te gaan met het helpen ontwikkelen van het district Para. Naast de overheid hebben we een aanvullende rol te vervullen als het gaat om zaken in de community waarin we bedrijfsactiviteiten ontplooien.
2 Bauxco Nieuws no. 34 - september 2006
We moeten de trend in het aantal ongelukken en bijna – ongelukken keren. Refinery Manager Peter de Wit doet een ernstig beroep op alle Suralconiërs en contractors om hun werkomgeving en opgedragen taken zeer kritisch te bekijken met het oog op SAFETY. ,,Het belangrijkste is dat iedereen weer gezond naar huis gaat ... nul ongelukken is onze goal.” Tijdens zijn oriëntaties ‘in het veld’ heeft de Refinery Manager vaak situaties gezien die vroeg of laat tot ongelukken kunnen leiden. Deze situaties worden echter niet door werknemers gemeld en gecorrigeerd. ,,Safety gaat vóór productie, ik geef iedereen het recht om het werk te
stoppen als hij of zij denkt dat het niet veilig is.” Als een medewerker/contractor enigszins twijfelt aan de veiligheid bij het uitvoeren van een job, moeten vragen gesteld worden aan het afdelingshoofd of de supervisor. De Refinery Manager gaf eind vorige week een SAFETY ALERT uit. Hij deed dit naar aanleiding van het feit dat er in juli vier first aids, in augustus een lost work day case en een restricted case werden genoteerd. Ook neemt het aantal meldingen van blikschade aan bedrijfsvoertuigen snel toe. ,,We moeten ons ernstig zorgen maken, we moeten deze trend stoppen”.
Security – mededeling aan Suralconiërs en contractors: Î
Het is streng verboden honden, katten en andere dieren op de plant te houden/te eten te geven. Î Het moet aan Security (toestel 355) worden doorgegeven als er dieren op de werkplek worden gesignaleerd die medewerkers letsels kunnen laten oplopen of het arbeidsproces op de één of andere manier kunnen verstoren. Î Medewerkers en contractors moeten de restanten van hun voedsel in de beschikbare, gesloten afvalbakken doen, zodat dieren er niet aan kunnen. Î Als de afvalbakken niet dagelijks door COBO worden opgeruimd, moet dat doorgegeven worden aan de afdelingshoofden. De mededeling vloeit voort uit het feit dat employés en contractors jaarlijks verwondingen/letsels oplopen als gevolg van beten van slangen en steken van bijen. Dieren, zoals awari’s, katten en vogels vormen vaak de root cause voor kortsluitingen, die in het verleden zelfs tot onderbreking van het productieproces hebben geleid.
In case of an emergency, dial the alarm number
333
In geval van nood, bel het alarmnummer 333 3 Bauxco Nieuws no. 34 - 1 september 2006
5S: een tool om de werkomgeving te standaardiseren en organiseren. De 5S-en staan voor: Sort, Simplify, Sweep, Standardize en Sustain. 4 Bauxco Nieuws no. 34 - 1 september 2006
Revival van 5S binnen onze organisatie is al vanaf het begin van dit jaar aan de orde. Vanaf volgende week zal ook zichtbaar worden hoe er wordt “gescoord” als het gaat om 5S, wanneer er labels zullen worden geplaatst bij werkruimten die reeds geaudit en gecertificeerd zijn. De approach die is gekozen om 5S nieuw leven in te blazen, is gefocust en gefaseerd. Focus is allereerst op kantoorruimten en in tweede instantie op de work areas. Fasering houdt in dat in eerste instantie 3S ten doel wordt gesteld en vervolgens 5S. Dit betekent niet dat 3S als een definitieve/ permanente milestone moet worden gezien. Er moet een korte tijdspanne
zijn tussen de 3S en de 4S, immers: het 5S proces kenmerkt zich door standaardisatie en standaardisatie van 1S, 2S en 3S vindt plaats in 4S. In de flowpath die thans geldt voor de 5S certificering is de Plan, Do, Check, Act cyclus ingebed, waarbij de nadruk op de check wordt gelegd in de vorm van continuous auditing (self auditing en auditing door derden). Het zal te merken zijn als een employé de certificering - op welk level van 5S dan ook - niet kan waarmaken. Het nieuwe label biedt hiertoe de mogelijkheid, want het kan worden omgedraaid indien de medewerker niet voldoet aan de standaarden waarvoor in eerste instantie is afgetekend (zie voorzijde label). Het aftekenen gebeurt door ge-
kwalificeerde auditors bij 3S, 4S en 5S. Tenslotte willen wij benadrukken dat 5S niet gelijk staat aan housekeeping. Het beperkt zich ook niet alleen tot het schoonmaken van de office. Dat zijn misvattingen. 5S is een fundamentele tool om “Stability” binnen een organisatie te bereiken. 5S is namelijk geen ‘event driven’ tool, maar een tool die continu toegepast moet worden om het werk te standaardiseren en organiseren. Daarbij is 5S als objective geincorporeerd in OpEx ASAT en is het een vereiste voor Autonomous Maintenance. Het is dus van groot belang dat wij als organisatie 5S in place hebben!
In het kader van het door Suralco op gang gebrachte oriëntatieprogramma rond haar 90-jarig bestaan in december a.s. bracht minister Drs. Maurits Hassankhan - daartoe uitgenodigd - op vrijdag 25 augustus j.l. een bezoek aan het bedrijfscomplex te Paranam. Hij was hierbij vergezeld van de directeur van Binnenlandse zaken, Mr. Adjaykoemar Moensi, en enkele onderdirecteuren. Het gezelschap werd ontvangen door Suralco’s Managing Director, Warren Pedersen. Hij en enkele van zijn stafmedewerkers verzorgden een bijna twee uren durende presentatie ten behoeve van de gasten. Hierbij kwamen de jongste bedrijfsontwikkelingen en plannen voor de toekomst aan de orde. De bewindsman deelde in reactie hierop enkele van zijn voornemens mee, waaronder zijn intentie tot stadsverfraaiing door middel van het planten van bomen. Hij vroeg hiervoor steun uit het Alcoa Ten Million Trees programma. Onze Managing Director deed de bewindsman de toezegging dat hij kan rekenen op Suralco’s ondersteuning. Het ministerieel gezelschap keerde na het nuttigen van de lunch terug naar Paramaribo. 5 Bauxco Nieuws no. 34 - 1 september 2006
Alcoa Chairman and CEO Alain Belda heeft een wereldwijde personeelsenquête aangekondigd in het streven om meer inhoud te geven aan het creëren van werkplekken waar medewerkers het beste uit zichzelf kunnen halen en er alles aan doen om een bijdrage te leveren aan de winstgevende groei. De eerste “Global Voices, One Company” wordt deze maand gehouden door een extern onderzoeksbedrijf. ,,Wij zullen de resultaten van de enquête gebruiken om zowel sterke punten te identificeren als gebieden waar verbetering mogelijk is. De managers van de business en resource units zullen worden belast met de ontwikkeling van actieplannen om de specifieke knelpunten aan te pakken die worden geïdentificeerd tijdens de enquête en die op enigerlei wijze de persoonlijke en professionele groei van mensen belemmeren.” Het gaat er in de enquête voorna-
melijk om trends te meten, vergelijken en analyseren die ervoor zorgen dat: Alain Belda
♦ elke medewerker van Alcoa wordt betrokken bij het realiseren van onze doelstellingen; ♦ medewerkers van Alcoa en hun managers begrijpen en actief werken aan de factoren die de grootste invloed hebben op de betrokken-
heid, motivatie en prestaties van de medewerkers; ♦ het management luistert naar wat medewerkers te zeggen hebben, en ♦ iedereen begrijpt hoe belangrijk hij of zij is voor Alcoa. Alleen als alle 129.000 medewerkers van Alcoa actief meedoen kunnen wij onze wereldwijde doelstellingen bereiken, zegt Alain Belda. ,,Zoals altijd, leren we van alles wat we doen en werken we hard om niet alleen de resultaten maar ook het proces zelf te verbeteren. We willen immers het beste bedrijf ter wereld zijn!!! En dat is alleen mogelijk als iedereen naar beste kunnen functioneert.”
Kosmische reuzenknal toont donkere materie Sterrenkundigen hebben het beste bewijs tot nu toe gevonden dat donkere materie echt bestaat. Dat laten opnames zien die met verschillende telescopen gemaakt zijn van een megabotsing tussen twee clusters van sterrenstelsels. Links: Compositiefoto van de cluster 1E 0657-56, ook wel bekend als de ‘kogelcluster’, naar het (rode) kogelvormige uitstulpsel aan de rechterkant. In de afbeelding zijn opnames gecombineerd die gemaakt zijn met gewoon licht, met röntgenlicht en met de zwaartekrachtlensmethode. Rechts: Het stukje sterrenhemel in ‘gewoon’ licht. De uitvergroting toont de positie van de twee clusters. 6 Bauxco Nieuws no. 34 - 1 september 2006
Animatietekening. De vier plaatjes tonen verschillende stadia van de botsing, waarbij de twee clusters door elkaar heen vliegen. Het hete gas (rood) blijft achter bij de donkere materie (blauw).
Alsof je op het strand met zijn tweeën een schep zand naar elkaar gooit. Met dit verschil: elk zandkorreltje is een melkwegstelsel, en bevat ontelbare sterren. ,,De grootste explosie sinds de oerknal”, noemt Maxim Markevitsch de megabotsing dan ook. Daarbij botsten honderd miljoen jaar geleden twee clusters van sterrenstelsels met een snelheid van 4.700 kilometer per seconde op elkaar. Kosmisch vuurwerk, waar astronomen verlekkerd hun telescopen op richten. En bij deze megabotsing zaten ze helemaal op de eerste rang: de clusters vlogen precies in de goede richting door elkaar. De één kwam van links, de ander van rechts. Alsof je op een klapstoeltje naast de weg twee auto’s frontaal op elkaar ziet botsen. De megabotsing heeft de twee clusters uit elkaar gerafeld, zo maakten de onderzoekers bekend op een door de Nasa georganiseerde persconferentie. De gewone materie is daarbij gescheiden geraakt van de mysterieuze donkere materie, zo laten de opnames zien die met verschillende telescopen zijn gemaakt. Het is het beste bewijs tot nu toe voor het bestaan van donkere materie, zeggen de onderzoekers. Donkere materie bezorgt astronomen al 70 jaar kopzorgen. Toen werd ontdekt dat het grootste deel van de massa in het heelal ‘kwijt’ is. Uit de snelheid waarmee bepaalde sterrenstelsels rondtollen, kan namelijk worden afgeleid dat er veel méér massa in die sterrenstelsels moet zitten dan we zien. En het is niet weinig: naar schatting is de hoeveelheid ‘donkere materie’, zoals het mysterieuze goedje wordt genoemd, vijf keer zo hoog als de hoeveelheid zichtbare materie. Maar hoe het eruit ziet, en, fundamenteler, of het werkelijk bestaat, daarover verschillen astronomen van mening. Sommige astronomen geloven zelfs helemaal niet in donkere materie. De Israëlische natuurkundige Mordehai Milgrom van het befaamde Weizman Instituut formuleerde 25 jaar geleden een
alternatief. Daarvoor deed hij iets wat bijna heiligschennis is: hij paste de zwaartekrachtwetten van Newton aan. Want wellicht, zo opperde hij, waren die wetten helemaal niet zo universeel als we tot dan toe hadden aangenomen. Op echt lange, astronomische afstanden zouden er wel eens andere wetmatigheden kunnen gelden dan hier in ons kleine hoekje van het heelal. Milgrom formuleerde zijn alternatief in een eigen theorie, MOND genaamd. Dat staat voor ‘Modification of Newtonian Dynamic’. En hij komt een heel eind. Met zijn aangepaste wetten van de zwaartekracht kan hij een flink aantal waarnemingen verklaren. Zónder donkere materie. En wat in het voordeel van Milgrom pleit: tot nu toe heeft niemand het bestaan van donkere materie echt kunnen aantonen. Maxim Markevitsch en zijn collega’s denken daar nu verandering in te hebben gebracht. Op hun opnames is te zien hoe, tijdens de botsing, donkere materie en gewone materie van elkaar gescheiden worden. Met de Chandra röntgensatelliet is het superhete gas in beide clusters gevolgd. Dat gas bestaat uit gewone, zichtbare huis- tuin- en keukenmaterie: atomen waar ook bananen en bezemstelen van zijn gemaakt. Bij de botsing blijkt het gas een beetje te vertragen. Zoals armbewegingen in een zwembad ook wat moeizamer gaan dan op de kant, zo ondervindt het gas hinder van de cluster waar het doorheen beweegt. Donkere materie daarentegen vliegt ongehinderd overal dwars doorheen. Het is niet voor niets zo moeilijk te ‘grijpen’. Het heeft ‘geen wisselwerking’ met gewone materie, zoals dat heet, en trekt zich alleen iets aan van de zwaartekracht. Het afgeremde gas loopt dus een beetje achter op de vooruitsnellende donkere materie. En dat is precies wat de astronomen op hun plaatjes zagen. Met een techniek die bekend staat als het gravitatielenseffect bepaalden ze waar zich de meeste massa ophield in
Het gravitatielenseffect maakt gebruik van het feit dat licht afgebogen wordt door een massief object. Zoals de zon, een melkwegstelsel, of, nóg groter, een cluster van melkwegstelsels. Daardoor lijkt een object wat daarachter staat, zich op een andere plek te bevinden dan in werkelijkheid.
de kogelcluster. Daarbij wordt één van de effecten van de zwaartekrachttheorie van Einstein gebruikt: het verschijnsel dat licht afgebogen wordt door een massief object. Zoals de zon, een melkwegstelsel, of, nóg groter, een cluster van melkwegstelsels. Daardoor lijkt een object wat daarachter staat, zich op een andere plek te bevinden dan in werkelijkheid. Die schijnbare verplaatsing is afhankelijk van de sterkte van de ‘lens’, en dat laatste wordt weer bepaald door de hoeveelheid samengeklonterde materie. Zo konden de onderzoekers vaststellen dat de grootste bulk van de massa zich aan de buitenzijde van de kogelcluster bevindt. Het zijn de voortsnellende frontgolven van donkere materie, gefotografeerd op het moment dat de clusters grotendeels door elkaar heen zijn. De tragere hete gasmassa’s, gefotografeerd met de Chandra-telescoop, bevinden zich daarachter, nog in het centrum van de kogelcluster. Door beide plaatjes over elkaar heen te leggen, ontstaat een fascinerende opname waarin gewone materie en donkere materie gescheiden zijn. Het bestaat dus echt, dat rare goedje. Is daarmee ook het einde in zicht van Milgroms alternatieve theorie? ,,Nee”, lieten de onderzoekers op een persconferentie weten. ,,We hebben aangetoond dat donkere materie bestaat. Maar het kan nog steeds zo zijn dat MOND ook juist is.”
Noorderlicht Nieuws 7
Bauxco Nieuws no. 34 - 1 september 2006
Het schoudergewricht wordt gevormd door het opperarmbeen en het schouderblad. De kop van het opperarmbeen beslaat ongeveer 40 procent van een bol, waarvan de straal zo’n 25 millimeter is. Het gewrichtsvlak van het opperarmbeen en het schouderblad verhouden zich ongeveer als 4 : 1. De gewrichtskom van het schouderblad heeft een ellipsachtige vorm, waarbij het kraakbeen in het midden dun is, maar aan de randen dikker wordt en zelfs buiten de benige randen uitsteekt. Deze kraakbeenrand, die om de gewrichtskom heen ligt, is ongeveer 5 millimeter breed. Het ruime, slappe gewrichtskapsel is aan de kraakbeenrand van de gewrichtskom gehecht en omvat ook de hals van het opperarmbeen. Bij dit gewricht doet zich een bijzondere situatie voor. De lange pees van de tweehoofdige armspier bevindt zich namelijk ten dele binnen het gewrichtskapsel, om zich te kunnen vasthechten aan het schouderblad. Het kapsel wordt aan de bovenkant versterkt door een stevige band, terwijl aan de voorzijde nog een drietal zwakkere banden loopt. Het schoudergewricht is omgeven door een aantal slijmbeurzen, waarvan de be-
langrijkste gelegen zijn onder de deltaspier, tussen het kapsel en de pees van de onderschouderbladspier, onder de schoudertop en bij de aanhechting van de grote borstspier. Opperarmbeen en schouderblad vormen een kogelgewricht en het opperarmbeen kan dan ook ten opzichte van het schouderblad bewegingen uitvoeren om drie assen. Indien het schouderblad zelf niet zou mee bewegen, dan kan het opperarmbeen de volgende bewegingen uitvoeren: Voorwaarts 80° – 100° Achterwaarts ca. 30° Afvoeren 90° – 105° Aanvoeren 5° – 10° Buitenwaarts draaien 70° – 90° Binnenwaarts draaien 120° – 130°. Uiteraard zijn de bewegingsmogelijkheden van de arm veel groter omdat normaal het schouderblad mee beweegt met de arm. Daardoor is b.v. het afvoeren van de arm mogelijk tot ca. 160° in plaats van 90° – 105°, zoals eerder vermeld, indien het schouderblad niet mee beweegt.
De gewrichten tussen borstbeen en sleutelbeen (1) en tussen sleutelbeen en schouderblad (2). De botstukken zijn geel, het kraakbeen en de randen blauw. 3. borstbeen, 4. kraakbeen van de ribben, 5. eerste rib, 6. sleutelbeen, 7. schouderblad.
Bovenaanzicht van de schoudergordel met de bewegingsassen. a. borstbeen, b. sleutelbeen, c. schouderblad. 1. dwarse assen voor bewegingen omhoog en omlaag, 2. assen voor voor- en achterwaartse bewegingen, 3. lengteas van het sleutelbeen voor de draaibeweging. Winkler Prins Medische Encyclopedie 8 Bauxco Nieuws no. 34 - 1 september 2006