Datum 1 maart 2012
Aanbodstructurering: strategische partners binnen het Rijk (versie 1.3) Status: Definitief, vastgesteld in ICBR op 20 maart 2012
Besluit ICBR, 20 maart 2012 De ICBR stemt in met de lijn die in de ICCIO is bevestigd en in deze notitie Aanbodstructurering strategische partners binnen het Rijk is beschreven , daarbij rekening houdend met de discussiepunten in bijlage 2. Deze discussiepunten zullen in ICCIO-verband verder worden opgepakt. Mogelijke financiële consequenties van de afgesproken lijn zullen eerst ter besluitvorming aan de ICBR worden voorgelegd. De gemaakte opmerkingen van de ICBR zijn aan het einde van de samenvatting hierna (in cursief-vet) weergegeven. Samenvatting In het kader van de Compacte Rijksdienst worden nieuwe stappen gezet in het samenwerken en delen van voorzieningen van generieke ICT door de afzonderlijke rijksdiensten. Verdere stroomlijning van de bedrijfsvoering en het ontdubbelen van de uitvoering en het toezicht levert efficiency winst op. Het beeld dat daarbij voor ogen staat is dat de generieke ICT voorzieningen gebundeld worden uitgevoerd binnen verzorgingsgebieden door een samenhangend geheel van gespecialiseerde ICT-dienstverleners. Gezamenlijk geven zij vorm aan de informatie-infrastructuur en verzorgen de ICT-dienstverlening op generieke ICT. Dit leidt tot vermindering van circa 40 ICT-dienstverleners ten behoeve van generieke ICT naar circa 10. De maatregelen die genomen worden om dit te bereiken zijn noemen we ‘aanbodstructurering’. Onder ‘aanbodstructurering’ wordt verstaan het geheel van maatregelen en bijbehorende inspanningen om te komen tot een samenhangend geheel van organisaties die generieke ICT-diensten (doen) verlenen binnen het Rijk, en waar noodzakelijk of buiten discussie, de overheid als geheel. In de realisatiefase zal een gemeenschappelijk vastgestelde (Enterprise) Architectuur van het rijk als basis dienen om daarmee de samenhang ook logisch en zoveel mogelijk toekomstvast te borgen. De generieke ICT-diensten worden aangeboden aan verzorgingsgebieden van rijksorganisaties met vergelijkbare kenmerken. Kenmerken die bijvoorbeeld betrekking hebben op de aard van het werk, de behoefte aan hogere veiligheidsniveaus, geografische oriëntatie, bestuurlijke afkadering enzovoort. Gesproken kan worden over verzorgingsgebieden. Pagina 1 van 26
De interne ICT-dienstverleners die in aanmerking komen om de verzorgingsgebieden te bedienen met generieke ICT-diensten zijn geselecteerd op basis van een pragmatische benadering gekozen die recht doet aan de uitgangspunten van de Compacte Rijksdienst, de inschatting van de kwaliteiten van de partijen en de sourcingsprincipes van het rijk. Hiervoor zijn algemene en specifieke criteria transparant vastgesteld.
Datum 1 maart 2012
De generieke ICT-diensten waar het om gaat zijn weergegeven in onderstaande figuur:
CIO-office
Specifieke voorzieningen
Gemeenschappelijke voorzieningen 1. Generieke (web)applicaties, ontwikkeling, & hosting
Holding SSC-ICT (SSO-ICT, GDI), SSO-Belastingdienst, Ivent en VTSPN
2. DMS/CMS diensten
DOC-direct, Nationaal Archief
3. ERP/CRM diensten
SAP Expertisecentra: I&M-DCI, SSO-Belastingdienst ORACLE expertisecentra: Holding SSC-ICT, DICTU
4. Werkplekservices
Holding SSC-ICT (SSO-ICT, GDI), SSO-Belastingdienst, Ivent en VTSPN
5 Fysieke housing en storage en floormanagement
SSO-ICT/GDI, SSO-Belastingdienst, Ivent en VTSPN, DUO, RWS
6. Basisinfrastructuur
Logius/IVENT/RWS
7. Expertise en adviesdiensten
Gateway, RAbv ICTU, I-interim, SSO-Beveiliging, Markt
Pagina 2 van 26
Door de aspecten met elkaar te verbinden (verzorgingsgebieden, de groepen van generieke ICT-diensten binnen het Rijk en de strategische interne partners ontstaat het ICT- ‘ecosysteem’ binnen het Rijk. Dit leidt tot de volgende verdeling.
Datum 1 maart 2012
Generieke ICT diensten Rijk 1 Werkplekservices Verzorgings gebieden Rijk
1
2 3
klantorganisaties
Haagse Kernen:BZK, FIN, SZW, VWS, I&M (RWS*)) En dicht gelieerde Uitvoeringspartijen
Haagse Kernen:BZ, AZ, V&J, ELI en dicht gelieerde Uitvoeringspartijen (w.o. FIODachtigen) ‘
Belastingdienst
2 Generieke (web) Applicaties en ontwikkeling & Hosting
SSC-IT: SSO_ICT (DWR)/ GDI (DWRHoge beveiliging)
SSC-IT: SSO_ICT (DWR)/ GDI (DWRHoge beveiliging)
SSO Belasting dienst
SSO Belasting dienst
Holding SSC-ICT
DICTU*
4
Inspecties
5
Defensie en gelieerde organisaties
Ivent
Ivent
6
Politie, ambulance en Brandweer
VTSPN
VTSPN
7
Overig
?
?
3
4
ERP/CRM diensten
DMS/CMS diensten
5 Fysieke Housing en storage en floorManagement **
6 Basis infrastructuur
7 Expertiseen Advies diensten
DC 1
Digitaal dynamisch Statisch SAP Oracle En Centrum Centrum papier Archief E(I&M-DCI (SSC-ICT Semie &, (holding) statisch Depot Belasting& (Nationaall archief dienst) DICTU) Archief) (DOC Direct)
DC 2
DC 4 & 5
Logius Logius en RWS en IVENT IVENT
Bureau Gateway, ICTU, RAbv I-interim SSObeveiliging Markt
DC 3
DC 2
Strategische partners
*Keuzen ten aanzien van RWS en DICTU zijn nog niet gemaakt. **Trekkers datacenters i.h.k.v. CRD 4 zijn: SSC, Belastingdienst,RWS en DUO
Het spreekt voor zich dat geschetste ICT- ‘eco-systeem’ voor het Rijk niet meteen is gerealiseerd. Met de start van de projecten 4 en 7 uit de Compacte Rijksdienst zijn reeds diverse veranderingstrajecten in gang gezet. Maar meer maatregelen, mede geschetst in de I-strategie zijn, nadat op de hoofdkoers overeenstemming is bereikt binnen de ICCIO, nodig. Denk dan, zowel departementaal als interdepartementaal aan de implementatie van het sourcingsbeleid, invulling van de basisinfrastructuur, invullen van het besturingsmodel, aanpassen (voor zover noodzakelijk) van contracten, aansluiting bij de in ontwikkeling zijnde Enterprise Architectuur van het Rijk, implementatieplannen per departement enzovoort. Opmerkingen ICBR: Toevoegen van IT-auditdiensten van ADR aan 7 Expertise en adviesdiensten; Aandachtspunt bij uitvoeringsorganisaties is dat werkplek-IT en primair proces IT vaak sterk verweven zijn, meer dan op de kerndepartementen; De specifieke rolverdeling tussen ICTU en Logius zal binnenkort internBZK nog worden besproken.
Pagina 3 van 26
1. Inleiding
Datum 1 maart 2012
Programma Compacte Rijksdienst Het programma Compacte Rijksdienst heeft tot doel de bedrijfsvoering van de rijksoverheid efficiënter te maken door onder meer te werken aan het clusteren van onderling vergelijkbare uitvoerende en handhavende taken gericht op eenzelfde doelgroep. In het bijzonder in de CRD-projecten 4 en 7 zijn activiteiten gedefinieerd die bijdragen aan het opzetten van een generieke Informatie-infrastructuur (CRD 4) en het realiseren van één ICT-dienstverlener voor ICT-werkplekdiensten voor de beleidskernen en de daaraan nauw verbonden onderdelen (CRD 7). Afzonderlijke rijksdiensten moeten steeds meer samenwerken en voorzieningen delen. Zoals in de compacte rijksdienst staat vermeld: samen optrekken bij de verdere stroomlijning van de bedrijfsvoering en het ontdubbelen van de uitvoering en het toezicht heeft het voordeel van gezamenlijk boeken van efficiencywinst. In dit geval de generieke ICT. Generieke ICT-diensten zijn vaak binnen elke rijksorganisatie verschillend georganiseerd. Dit is vanuit het perspectief vanuit het rijk suboptimaal. Op basis van globale analyse wordt geconstateerd dat bij circa 40 organisaties binnen het rijk de levering van generieke ICT-diensten kan worden gebundeld. Het beeld dat daarbij voor ogen staat is dat de generieke ICT voorzieningen gebundeld worden uitgevoerd binnen verzorgingsgebieden door een samenhangend geheel van gespecialiseerde interne ICT-dienstverleners. Gezamenlijk geven zij vorm aan de informatie-infrastructuur en verzorgen de ICT-dienstverlening op generieke ICT. De maatregelen die genomen worden om dit te bereiken zijn ondergebracht in het thema: aanbodstructurering. I-strategie en aanbodstructurering Onder ‘aanbodstructurering’ wordt verstaan het geheel van maatregelen en bijbehorende inspanningen om te komen tot een samenhangend geheel van organisaties die generieke ICT-diensten (doen) verlenen binnen het Rijk, en waar noodzakelijk of buiten discussie, de overheid als geheel. Door het onderbrengen van de generieke ICT-diensten binnen de generieke informatie-infrastructuur en bundelen binnen een selecte groep van organisaties kan optimaal worden geprofiteerd van schaalvoordelen, flexibele inzet en gezamenlijk gebruik. Om dit te bereiken worden circa 10 interne ICTdienstverleners aangewezen die de generieke ICT-diensten gaan leveren. Dit betekent zeker niet dat de ICT-dienstverlening bij elke betrokken organisatie wordt opgeheven. Het betekent vooral dat er meer ruimte beschikbaar is om specifieke ICT te organiseren en het primaire proces te ondersteunen.
Door middel van aanbodstructurering wordt een expliciete maatregel uit de Istrategie uitgevoerd om het stelsel van ict-dienstverleners opnieuw in te richten.
In eerste instantie generieke ICT-diensten Aanbodstructurering gaat in eerste instantie over de generieke ICT-diensten van het Rijk. Generieke ICT diensten zijn diensten die door iedereen binnen het Rijk worden gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan de DWR werkplek en het Rijksportaal, netwerk en telefonie. Deze generieke ICT-diensten zijn onderdeel van de generieke informatie-infrastructuur Pagina 4 van 26
Aanbodstructurering betreft in de huidige situatie voornamelijk een overgangssituatie waarbij vooral wordt gestreefd naar bundeling van de ICTdienstverlening binnen het rijk. In de komende jaren zal de uitdaging zijn om synergie te krijgen tussen bedrijfsvoering applicaties en applicaties en/of systemen ter ondersteuning van het primair proces. Met name het definiëren van standaarden, het brengen onder de (Rijks Enterprise) architectuur zal helpen om entiteiten te benoemen die passen binnen het verder standaardiseren en clusteren van ICT-taakgebieden, -clusters of -organisatie-entiteiten. In de komende jaren wordt ook nagegaan of naast de huidige groep van generieke ICT-diensten ook bestaande gemeenschappelijke of specifieke ICT- diensten als generieke diensten zijn aan te bieden. Daarmee zal de omvang van de kavel generieke ICT-diensten toenemen wat tegelijk zal kunnen leiden tot (beheerste) vermindering van de organisatorische eenheden die thans, ieder voor zich, die diensten verstrekken.
Datum 1 maart 2012
Aanpak In dit document wordt de koers en gewenst eindbeeld van de voorgenomen aanbodstructurering toegelicht. Daartoe is een aanpak in vier stappen gevolgd. Eerst wordt toegelicht welke generieke ICT-diensten zijn onderscheiden. Dan worden de verzorgingsgebieden bij het Rijk benoemd. In de derde stap wordt aangegeven welke interne ICT-dienstverleners logischerwijs, op basis van beschikbare kennis en opgebouwde expertise, in aanmerking komen om een leidende rol te nemen. Vervolgens wordt door de drie indelingen bij elkaar in een matrix te plaatsen het resultaat van aanbodstructurering transparant. Tenslotte wordt in het laatste hoofdstuk aandacht besteed aan de implementatie, ontwikkeling en de governance.
Pagina 5 van 26
2. Stap 1: wat zijn generieke ICT-diensten?
Datum 1 maart 2012
Bestuurlijke definitie “generieke ICT” In 2009 is door de ICCIO een bestuurlijke definitie van “generieke ICT” vastgesteld en in de brief over de Grote ICT-projecten aan de Tweede Kamer begin 2010 nogmaals bevestigd (TK 26643, nr 148). ICT-diensten waarvan de ICCIO vindt dat ze interdepartementaal moeten worden gebundeld en gedeeld noemen we generieke ICT voorzieningen. Vrij vertaald: alle ICT-diensten waarvan de ministeries besluiten dat zij die gezamenlijk voeren noemen we generiek. Als ICT niet generiek is kan zij als gemeenschappelijk worden betiteld (meer dan één departement gebruikt de betreffende ICT-component maar niet allemaal). Eén ander voorbeeld hiervan is keteninformatisering, meerdere (onderdelen van) departementen, gebruiken binnen een keten, eenzelfde toepassing. Als slechts één departement gebruikt maakt (en uitsluitend zelf zeggenschap heeft over de toepassing daarvan, er zijn dus geen gezamenlijke afspraken hierover) spreken we van specifieke ICT.
Indeling in groepen van generieke ICT-diensten De ICT-infrastructuur bestaat deels uit generieke ICT-diensten. Deze generieke ICT-diensten zijn gegroepeerd in kavels. Deze kavels zijn vastgesteld op basis van sourcingsafwegingen (zie Sourcingsstrategie 2011-2015 voor de generieke ICTdiensten binnen het Rijk, concept 0.6 uit de ICCIO van 22 juni 2011), indelingen die in de markt gangbaar zijn en worden herkend en eerder genomen besluiten rondom aparte diensten zoals benoemd in project 4 en 7.
Werkplekservices (conform definitie CRD7), De besturingssystemen van de werkplekken, kantoorautomatisering (tekstverwerken, rekenen, digitale samenwerkingsfunctionaliteit en documentmanagement), Rijksportaal, Plaats, tijd en organisatieonafhankelijk werken (w.o. tekens, laptops), Printen, Servicedesk, Licentiebeheer, Technisch beheer Digitale Archivering en documentmanagement. Naast de werkplekservices maken ook de telecomdiensten deel uit van deze groep ICT-diensten. Hierbij moet telecom worden gezien als een bereikbaarheids- en communicatieconcept dat op basis van een rijksbrede architectuur is ontwikkeld en de generieke communicatiebehoeften afdekt.
ERP/CRM diensten. Binnen applicatieve diensten ERP/CRM vallen diensten als systeemontwikkeling, functioneel applicatiebeheer en technisch applicatiebeheer van Enterprise Resource Planningssystemen/Customer Relation Management. Een discussie over een meer precieze definitie van deze diensten (ook wordt wel gesproken over PIOFAH-ERP-beheer-diensten) wordt nader uitgewerkt met de betrokken partijen zodra de koers van deze notitie is goedgekeurd.
DMS/CMS diensten : Binnen applicatieve diensten DMS/CMS vallen diensten als systeemontwikkeling, functioneel applicatiebeheer en technisch applicatiebeheer van Document management systemen (DMS) of Content Management Systeem.(Binnen de CRD 4 en CRD 7 context worden deze applicaties als onderdeel van DWR gedefinieerd zodat dit onderdeel binnen groep 1 worden ondergebracht, meer concreet betekent het hier het applicatief en technisch beheer binnen de DWR omgeving van digidoc/filenet, Hummingbird en Trimm en vooral ook E-depot in de toekomst) Pagina 6 van 26
Generieke (Web) applicaties en ontwikkeling; systeemontwikkeling, applicatief en technisch beheer van webservices en applicaties niet zijnde Enterprise Resource Planningssystemen (ERP/CRM) en Document management systemen (DMS/CMS). Voor de meer precieze afbakening is verder onderzoek in de komende tijd nog nodig.
Housing, storage en floormanagement (datacenters): Het gaat om het fysiek bundelen van datacenters.
Basisinfrastructuur: hoofdgroep valt uiteen de subgroepen: Connectivity: externe (beveiligde) netwerken en beveiligingsmanagement, standaarden, koppelpuntenbeheer en aansluitvoorwaarden t.b.v. interoperabiliteit, identiteit incl. postennetwerk buitenland.
Datum 1 maart 2012
ID&AM: Identity en accessmanagement voorzieningen om authenticatie en autorisatie rijksbreed te organiseren. Dit als centrale voorziening, waarbij mogelijkheden tot centrale fysieke en logische toegang eenduidig zijn gerealiseerd (uitwerkingen zijn bijvoorbeeld Single Sign On in DWR of Rijkspas)
Expertise- en adviesdiensten. Dit betreft dienstverlening vanuit specifieke expertises, zoals, Gateway Reviewing, Programma en projectmanagement en het leveren van resources via I-Interim Rijk en andere op aanvraag te leveren expertise of capaciteit.
Het laat onverlet dat deze groepen indeling op termijn aan verandering onderhevig zal zijn als gevolg van inhoudelijke toetsing aan de in ontwikkeling zijnde Enterprise architectuur, nieuwe beleidsbeslissingen en/of technologische veranderingen en nieuwe inzichten.
Pagina 7 van 26
Deze diensten worden door elke rijksorganisatie afgenomen. Ze zijn gelaagd weergegeven in figuur 1.
Datum 1 maart 2012
Figuur 1. Groepen generieke ICT-diensten binnen een rijksorganisatie.
Generieke voorzieningen
CIO-office
Specifieke voorzieningen
Specifiek voor primair proces proces
Gemeenschappelijke voorzieningen voorzieningen
Gericht op primair proces, proces, bv bv ketensystemen
1. Generieke (web)applicaties, ontwikkeling, & hosting
Webservices, Generieke bedrijfsapplicaties: WFM, applicaties, hosting?
2. DMS/CMS diensten
Semistatisch en statisch statisch archief archief ((e-depot) e-depot)
3. ERP/CRM diensten
Generieke bedrijfsapplicaties: bedrijfsapplicaties: ERP ERP –services Technisch applicatiebeheer applicatiebeheer en en expertisecentra expertisecentra
4. Werkplekservices
Portaal, SWF, Kantoorautomatisering, Kantoorautomatisering, generieke generiekepakketten, pakketten, Presentatietools, samenwerkingsfunctionaliteit, samenwerkingsfunctionaliteit, telecom Kennisbanken, dms- en rma (functie, DWR-docs)
5 Fysieke housing en storage en floormanagement
Datacenters: gebouwen, Hardware Hardware en en opslag, floormanagement
6. Basisinfrastructuur
Een rijksnetwerk, een virtueel virtueel netwerk, netwerk, bestaande uit koppelingen, koppelingen, aansluitvoorwaarden aansluitvoorwaarden etc Identity en accessmanagement
7. Expertise en adviesdiensten adviesdiensten
Adviesdiensten (strategie, (strategie, architectuur, architectuur, portfoliomanagement, etc), projectmanagement, Ontwikkel- en beheerdiensten en kennisdeling kennisdeling en en opleiding opleiding
Rijksbreed of overheidsbreed? Binnen generieke ICT diensten speelt nog een aparte discussie over het verschil tussen generieke ICT binnen het Rijk en generieke ICT binnen de overheid. In de brief aan de TK over de strategie van het Rijk ten aanzien van de private Rijkscloud, is hierover reeds een standpunt ingenomen (brief aan TK 22 april 2011 over Cloudstrategie). Hoewel de focus voor de ICT-dienstverlening het rijk is, ligt het voor de hand, waar dat noodzakelijk is, de generieke basiscomponenten te laten gelden voor zowel het Rijk als de overheid. Het is tevens verspilling van geld en capaciteit om afzonderlijke technische componenten dubbel te ontwikkelen als deze al voor handen zijn. Gedacht wordt aan bijvoorbeeld Diginetwerk en de Berichtenbox waarmee een logisch (internationaal) rijksbreed als overheidsnetwerk defacto bestaande praktijk is. Hergebruik van bestaande componenten zoals netwerken en overheidsbrede voorzieningen die ook goed bruikbaar zijn binnen het Rijk is hierin leidend en praktisch. Strategie ten aanzien van generieke ICT-diensten Voor deze generieke diensten geldt het streven naar uitvoering op basis van operational excellence omdat hier sprake is van meer gestandaardiseerde diensten of producten waardoor via ‘economy of scale’ kostenbesparingen worden gerealiseerd. Het doel is bundeling en hergebruik om een efficiëntere en Pagina 8 van 26
effectievere dienstverlening te bereiken waardoor de rijksoverheid kleiner en krachtiger wordt. Binnen elke groep moet de afweging worden gemaakt in welke mate het Rijk gebruikt maakt van ‘proven technology’ of innovatie (product leadership). Hoewel het niet de ‘kernactiviteit’ voor de rijksoverheid is om voor te lopen op de toepassing van nieuwe technologie is het soms wel nodig om niet te lang te wachten met acceptatie en implementatie van nieuwe technologie om het primair proces goed te kunnen ondersteunen. Het Rijk wil in deze dan geen ‘innovator’ zijn maar zeker niet achterblijven. In dit kader wordt over het algemeen gesproken over meer of mindere mate van productleadership die bijvoorbeeld gewenst is bij werkplekdiensten. De wereld ontwikkelt zich momenteel langs de assen van Mobile, Global and Social. Integratie van deze assen in zowel de bedrijfsvoeringsystemen als de primair proces systemen vergen andere aanpak en technologie. Het absorptie vermogen tot veranderen/vernieuwen binnen “legacy-omgevingen” vergt veel bestuurlijk en technologisch inzicht.
Datum 1 maart 2012
Pagina 9 van 26
3. Stap 2: verzorgingsgebieden en aantal ICT-dienstverleners
Datum 1 maart 2012
Verzorgingsgebieden De generieke ICT-diensten worden aangeboden aan rijksorganisaties met vergelijkbare kenmerken. Kenmerken die bijvoorbeeld betrekking hebben op de aard van het werk, de behoefte aan hogere veiligheidsniveaus, geografische oriëntatie (daar waar het internationaal functioneren van departementen betreft en via ketens waar sprake is van locatieoverschrijdende toepassingen noodzakelijk zijn), bestuurlijke afkadering enzovoort. Gesproken kan worden over verzorgingsgebieden. Onder een verzorgingsgebied verstaan we een cluster van organisaties binnen het Rijk met vergelijkbare behoefte, waarbinnen de generieke ICT-diensten kunnen worden gestandaardiseerd en waarin hergebruik relatief eenvoudig is te realiseren. In de Compacte Rijksdienst is reeds een drietal verzorgingsgebieden genoemd: het verzorgingsgebied van beleidskernen met daaraan nauw gelieerde organisaties (de zogenaamde Haagse km²). rondom de werkplekondersteuning van internationale vestigingen/kantoren van het Rijk. werkplekondersteuning aan inspectiediensten van het rijk. Daarnaast kunnen ook al verzorgingsgebieden worden genoemd die door hun aard van zodanige omvang zijn of kenmerken bezitten dat een eigen verzorgingsgebied is gerechtvaardigd. Deze verzorgingsgebieden bijvoorbeeld worden gekenmerkt door speciale eisen aan fysieke en technische (informatie)beveiliging. Zij vragen bijvoorbeeld om hogere eisen ten aanzien van ondersteuning (24 uursondersteuning) of zwaardere beveiliging van de werkplek. Dit zijn: Defensie Zwaailichtensector (politie, brandweer en ambulance) Nationale veiligheid, en gelieerde organisaties met hoge eisen aan informatiebeveiliging (Haagse Kernen: BZ, AZ, V&J, ELI, SIOD/FIOD etc). Netcentrische organisaties; organisatie waarbij informatiesystemen organisatie of grensoverschrijdend zijn (bv ketensystemen) Buitenlandsnetwerk ten behoeve van vertegenwoordigingen en attachés Belastingdienst Overig: omdat in deze fase nog niet duidelijk is hoe deze eruit gaat zien. de grote uitvoeringsorganisaties, niet zijnde ZBO’s, zijn in deze fase van de discussie niet apart benoemd. In het uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst is aan Rijkswaterstaat, Belastingdienst en DJI als grote uitvoeringsorganisaties met SSO’s in de regio, een functie toebedeeld met betrekking tot vormgeving van ‘regionale bedrijfsvoering in SSO’. In het uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst is aan Rijkswaterstaat, Belastingdienst en DJI als grote uitvoeringsorganisaties met SSO’s in de regio, een functie toebedeeld met betrekking tot vormgeving van ‘regionale bedrijfsvoering in SSO’. De grote uitvoeringsorganisaties Rijk hebben hun visie via een zogenaamde Bidbook gepresenteerd. Naar aanleiding daarvan is door beide partijen geconstateerd dat deze aansluit op de uitgangspunten in deze notitie. Het kan blijken dat bepaalde behoeften aan het niveau van dienstverlening niet afgedekt kunnen worden door bestaande dienstverleners (denk aan 24x7 in specifieke sectoren) maar wel verschillende partijen binnen het Rijk behoefte aan hebben. In de meeste gevallen wordt voorzien dat de strategische partners zoals deze zijn geïdentificeerd ‘toeleveranciers’ zijn van de integrale Pagina 10 van 26
dienstverlening van de uitvoeringsorganisaties. Ook kan blijken dat bepaalde behoeften aan het niveau van dienstverlening niet afgedekt kunnen worden door bestaande dienstverleners (denk aan 24x7 in specifieke sectoren) maar wel verschillende partijen binnen het Rijk behoefte aan hebben. In dat geval kan worden besloten een nieuw verzorgingsgebied te benoemen.
Datum 1 maart 2012
Hierbij speelt ook een organisatorische overweging. Wanneer een speciaal beveiligde werkomgeving wordt aangeboden kan het bundelingsproces sneller verlopen. Er wordt dan aan eventuele bezwaren van sommige organisaties binnen het Rijk tegemoet gekomen zonder dat aan de eis van interoperabiliteit met een compactere bedrijfsvoering wordt getornd. Sommige organisaties hebben hun generieke ICT of delen van generieke ICT reeds uitbesteed aan een marktpartij. In deze situaties ligt het voor de hand de afspraken te continueren dan wel bij aflopende contracten opnieuw aan te besteden. Hiermee worden beide trajecten (zelf doen versus afname van de markt) naast elkaar gecontinueerd hetgeen de mogelijkheid geeft om later soepeler van zelf doen naar marktafname te maken. Dit gaat waarschijnlijk met name op voor de afname van werkplekdiensten gezien de technologische ontwikkelingen. In de komende periode zal conform de afspraken in de Compacte Rijksdienst de regie op deze afspraken worden gebundeld binnen het betreffende verzorgingsgebied. Concluderend stellen we daarom nu zeven verzorgingsgebieden voor: Verzorgingsgebied 1
2
3 4 5 6 7
Haagse Kernen:BZK, FIN, SZW, VWS, OCW, I&M (RWS*)) En nauw gelieerde uitvoeringspartijen (hoog beveiligingsniveau) Haagse Kernen:BZ, AZ, V&J, ELI, OCW en dicht gelieerde Uitvoerings-partijen (w.o. FIOD-achtigen) PM Cluster, Belastingdienst1 Inspecties Defensie en gelieerde organisaties Politie, ambulance en Brandweer Overig
*De keuze of RWS uiteindelijk in verzorgingsgebied 1 thuis hoort wordt nog nader onderzocht.
1
CRD: het kabinet zet in op de beleidslijn dat de ZBO’s op termijn gebruik gaan maken van de rijksbrede bedrijfsvoeringsinfrastructuur. Het heeft de voorkeur van het kabinet dat de ZBO’s zich aansluiten bij de infrastructuur op basis van een positieve business case. Het staat ZBO’s in ieder geval vrij om aan te sluiten bij de rijksbrede standaarden. Pagina 11 van 26
4. Stap 3: Interne ICT-dienstverleners leidend op generieke ICT
Datum 1 maart 2012
Selectie interne ICT dienstverleners Welke interne ICT-dienstverleners komen in aanmerking om de genoemde verzorgingsgebieden te bedienen? Om deze partijen te selecteren is een pragmatische benadering gekozen die recht doet aan de uitgangspunten van de Compacte Rijksdienst, de inschatting van de kwaliteiten van de partijen en de sourcingsprincipes van het rijk2. Onderscheid wordt gemaakt in algemene afwegingen en specifieke afwegingen. Specifieke afwegingen Om verschillende redenen zal per kavel of verzorgingsgebied steeds gekeken worden in welke mate kan worden geclusterd. Hiervoor zijn verschillende afwegingen. Eén ICT dienstverlener wordt integraal (eind)verantwoordelijk voor één verzorgingsgebied waarbij wordt gekozen voor het beleggen van die verantwoordelijkheid bij de werkplekdienstverlener. In het geval van bijvoorbeeld de Haagse regio is dat de holding SSC-ICT. Deze ICT-dienstverlener is dan ook verantwoordelijk voor de integriteit en functioneren van deze basisvoorziening en is als eerste aanspreekpunt verantwoordelijk voor het organiseren van toegang tot gemeenschappelijke en specifieke diensten. In “normaal nederlands” zij regelen bijv. dat men niet alleen beschikt over een werkplek maar ook over een infrastructuur daarachter om die werkplek te kunnen benaderen, en tevens draagt zij zorg voor het ordentelijk doen opslaan van gegevens bij een nader te bepalen datacenter. Daarnaast vervult het SSC-ICT voor dit verzorgingsgebied de helpdeskfunctie. Deze functionaliteit wordt ook wel de ‘integrators- rol’ genoemd. Het staat elke rijksorganisatie overigens vrij om meer ICT-diensten of zelfs alle ICT-diensten (niet generiek) onder te brengen bij de betreffende ICT-dienstverlener van het verzorgingsgebied. Daarmee wordt bereikt dat vanuit het perspectief van de afnemers integrale ICT-dienstverlening wordt geleverd. De bundeling moet organisatorisch haalbaar zijn voor de ICT-dienstverleners dan wel dat aansluitende organisaties voldoende gemotiveerd moeten zijn om meer dan alleen een werkplek af te nemen. Bij werkplekservices is dit een overweging die mee kan spelen. De uitrol van de huidige DWR-werkplek is een zware opgave voor het SSO-ICT met een gemiddelde instroom van 2 organisaties per jaar, hierdoor is de kans aanwezig dat er sprake zal zijn van een te lange doorlooptijd. Het definiëren van een tweede interne aanbieder van de DWR-werkplek met een hoger beveiligingsniveau kan niet alleen de uitrol versnellen doch tegelijkertijd een interessante optie zijn om de overige ICT-diensten eveneens af te nemen van die tweede aanbieder. Om die reden sluit ook GDI (voor de onderdelen die samenhangen met de generieke ICT) aan bij het SSC-ICT waar ook voormalig SSO-ICT van I&M onderdeel van is. Deze beweging vergroot de acceptatiegraad, verbetering van technische integratie en bundeling van specialistisch kennis. Als voordeel voldoet dit ook aan de
2
waarvan de belangrijkste voor deze periode: dat gebruik wordt gemaakt van interne dienstverleners op basis van bedrijfseconomische overwegingen en dat werk pas wordt uitbesteed afhankelijk is van het vermogen van de latende organisatie om het opdrachtgeverschap adequaat uit te voeren en de bundeling eerst intern is voltooid. Het uitgangspunt is dat het Rijk eerst zelf zaken op orde wil hebben (bijvoorbeeld harmonisatie van processen) voordat ten principale wordt gekozen om deze diensten van de markt te betrekken). Pagina 12 van 26
uitgangspunten van CRD 7, namelijk het verminderen van het aantal departementale ICT-aanbieders.
Datum 1 maart 2012
Op basis van CRD-9 wordt een Shared Service Organisatie Internationale functie (SSOIF) opgericht dat generieke buitenlanddiensten levert aan de hele rijksdienst, waaronder I-diensten. Zij zal de generieke ICT-diensten afnemen van de aangewezen strategische ICT-dienstverleners en samenvoegen met specifieke ICTdiensten nodig om integrale services aan te bieden aan haar klanten. Ook in het project ‘datacenters’ worden keuzes gemaakt die nauw aansluiten bij de verzorgingsgebieden. Zo onderkennen zij: een Haags datacenter (SSC-ICT), datacenter voor belastingdienst waarbij op dit moment gesprekken zijn met VTSPN, een datacenter in de noordelijke regio (DUO), een datacenter dat ontstaat in samenwerking tussen overheid en markt (DJI en RWS, waarin nog geen definitieve keuzes zijn gemaakt) en tenslotte een datacenter specifiek voor Defensie. Aan de andere kant ligt het ook voor de hand om datacenters ‘dedicated’ in te richten. Een dergelijke relatie maakt het mogelijk dat een dienstaanbieder van een generieke werkplek (DWR) als integrator optreedt naar de andere groepen van diensten inclusief de verantwoordelijkheid voor het datacenter (of een deel van het datacenter) waar de desbetreffende gegevens opgeslagen zijn. Dat dit geen 1:1 relatie zal zijn is helder, het maakt echter ketenregie makkelijker. Tenslotte wordt één cluster gekozen voor de inrichting van de basisinfrastructuur. De basisinfrastructuur behoort tot het onderste niveau van de ICT-dienstverlenign en omvat connectiviteit en die onderdelen die nodig zijn om bijvoorbeeld Bring Your Own Device en locatieonafhankelijk werken technisch mogelijk te maken. De verbrokkeling van de basisinfrastructuur zou tegendraads zijn aan de wens om te komen tot één informatieinfrastructuur voor het rijk en de 1-concerngedachte te realiseren.
Algemene afwegingen Naast deze specifieke overwegingen gelden ook de volgende algemene overwegingen die leiden tot een keuze voor de partners voor generieke ICTdienstverlening binnen de rijksdienst.
Bewezen kennis en ervaring op het specifieke terrein Ervaring met het werken voor meerdere ‘klanten’ binnen de rijksdienst Bekend zijn met het interdepartementale overheidsterrein in relatie tot ICTdienstverlening Inzicht in kostprijsmodellen en het toepassen daarvan Marktconform of op weg daar naar toe
Het toetsen of de interne aanbieders blijven voldoen aan de afwegingen (met in het bijzonder de marktconformiteit en kwaliteit van dienstverlening) geschiedt via benchmarks of specifieke onderzoeken.
Selectie van strategische ICT-dienstverleners Op basis van deze specifieke en generieke afwegingen komen we tot een selectie van strategische ICT-dienstverleners binnen het Rijk weergegeven in figuur 2. We noemen deze ICT-dienstverleners die leidend zijn op de generieke diensten Pagina 13 van 26
strategische partners. In bijlage 1 is een toelichting gegeven per groep generieke ICT en strategische partners die in aanmerking komen om deze dienstverlening te leveren.
Datum 1 maart 2012
Figuur 2. Aanbieders van generieke diensten binnen het rijk
CIO-office
Specifieke voorzieningen
Gemeenschappelijke voorzieningen 1. Generieke (web)applicaties, ontwikkeling, & hosting
Holding SSC-ICT (SSO-ICT, GDI), SSO-Belastingdienst, Ivent en VTSPN
2. DMS/CMS diensten
DOC-direct, Nationaal Archief
3. ERP/CRM diensten
SAP Expertisecentra: I&M-DCI, SSO-Belastingdienst ORACLE expertisecentra: Holding SSC-ICT, DICTU
4. Werkplekservices
Holding SSC-ICT (SSO-ICT, GDI), SSO-Belastingdienst, Ivent en VTSPN
5 Fysieke housing en storage en floormanagement
SSO-ICT/GDI, SSO-Belastingdienst, Ivent en VTSPN, DUO, RWS
6. Basisinfrastructuur
Logius/IVENT/RWS
7. Expertise en adviesdiensten
Gateway, RAbv ICTU, I-interim, SSO-Beveiliging, Markt
Nota bene: De voorgenomen keuze om te komen tot een rol voor het DICTU is nog niet uitgekristalliseerd en zal i.s.m. de betrokken partijen moeten worden onderzocht op haalbaarheid en draagkracht. Tegelijkertijd zullen daarbij de mogelijke gevolgen voor de primaire procesgang een belangrijke rol spelen in de afwegingen.
Ook de markt doet mee! Ten onrechte zou het beeld kunnen ontstaan dat de marktaanbieders geen rol hierin spelen. Het tegendeel is waar. Daar waar outsourcing reeds nu heeft geleid tot afname van werkplekservices via een marktaanbieder dient die marktaanbieder de DWR-standaard op termijn aan te bieden om de samenhang zeker te stellen. Hiermee wordt de basis gelegd voor de DWR-standaard die feitelijk gesproken op termijn leidend moet zijn ongeacht aanbieder, de markt is daarbij op termijn een gelijkwaardige partner uitgaande van die te leveren standaard vooral t.a.v. verzorgingsgebieden die in deze fase nog niet zijn gedefinieerd. Te denken valt dan aan gemeenten, waterschappen etc. indien haalbaar en passend.
Pagina 14 van 26
Datum 1 maart 2012
Met behulp van de interne strategische partners worden de contacten met de markt gestroomlijnd, (gebruikmakend van de toekomstige IUC’s) zodat zij optimaal zijn verbonden. Veel van het uitvoerend werk rondom complexe ICT-transformaties worden door hen uitgevoerd, zowel op het gebied van expertise als capaciteit. Zij zijn de deskundigen die meehelpen de hoge ambities binnen het rijk rondom ICTbundeling waar te maken. De strategische partners zijn de voor hen noodzakelijke professionele opdrachtgevers.
Pagina 15 van 26
5. Stap 4: Resultaat aanbodstructurering
Datum 1 maart 2012
Transparantie in het aanbod Door de drie assen met elkaar te verbinden (verzorgingsgebieden, de groepen van generieke ICT-diensten binnen het Rijk en de strategische interne partners ontstaat het ICT- ‘ecosysteem’ binnen het Rijk weergegeven in figuur 3.
Figuur 3. ICT-ecosysteem Rijk Generieke ICT diensten Rijk 1 Werkplekservices Verzorgings gebieden Rijk
1
2 3
klantorganisaties
Haagse Kernen:BZK, FIN, SZW, VWS, I&M (RWS*)) En dicht gelieerde Uitvoeringspartijen
Haagse Kernen:BZ, AZ, V&J, ELI en dicht gelieerde Uitvoeringspartijen (w.o. FIODachtigen) ‘
Belastingdienst
2 Generieke (web) Applicaties en ontwikkeling & Hosting
SSC-IT: SSO_ICT (DWR)/ GDI (DWRHoge beveiliging)
SSC-IT: SSO_ICT (DWR)/ GDI (DWRHoge beveiliging)
SSO Belasting dienst
SSO Belasting dienst
Holding SSC-ICT
DICTU*
4
Inspecties
5
Defensie en gelieerde organisaties
Ivent
Ivent
6
Politie, ambulance en Brandweer
VTSPN
VTSPN
7
Overig
?
?
3
4
ERP/CRM diensten
DMS/CMS diensten
5 Fysieke Housing en storage en floorManagement **
6
7
Basis infrastructuur
Expertiseen Advies diensten
DC 1
Digitaal dynamisch Statisch SAP Oracle En Centrum Centrum papier Archief E(I&M-DCI (SSC-ICT Semie &, (holding) statisch Depot Belasting& archief (Nationaall dienst) DICTU) Archief) (DOC Direct)
DC 2
DC 4 & 5
Logius Logius en RWS en IVENT IVENT
Bureau Gateway, ICTU, RAbv I-interim SSObeveiliging Markt
DC 3
DC 2
Strategische partners
*De voorgenomen keuze om te komen tot een rol voor het DICTU is nog niet uitgekristalliseerd en zal i.s.m. de betrokken partijen moeten worden onderzocht op haalbaarheid en draagkracht. Tegelijkertijd zal daarbij de mogelijke gevolgen voor de primaire procesgang een belangrijke rol spelen in de afwegingen. *De keuze of RWS uiteindelijk in verzorgingsgebied 1 thuis hoort wordt nog nader onderzocht. **Trekkers datacenters i.h.k.v. CRD 4 zijn: SSC, Belastingdienst,RWS en DUO
Op dit moment zijn ongeveer 40 ICT-dienstverleners (waarvan het merendeel intern) betrokken bij het aanbieden van de generieke diensten zoals benoemd in paragraaf 3. Door deze beweging van bundeling in de 7 groepen generieke ICTdiensten en de 6 of eventueel 7 verzorgingsgebieden kan het aantal ICTdienstverleners worden teruggebracht tot circa 10 interne ICT-dienstverleners: de strategische partners. Pagina 16 van 26
6. Governance en implementatie
Datum 1 maart 2012
Implementatie Het spreekt voor zich dat geschetste ICT- ‘eco-systeem’ voor het Rijk niet meteen is gerealiseerd. Met de start van de projecten 4 en 7 uit de Compacte Rijksdienst zijn reeds diverse veranderingstrajecten in gang gezet. Het betreft ondermeer de volgende initiatieven: In CRD 7 is het verband tussen de verschillende geconstateerde situaties besproken om op grond daarvan uitgangspunten te definiëren voor de latere invulling van de transitie. Te denken valt dan aan standpunten t.a.v. hoe om te gaan met huidige externe aanbieders, wat te doen met contentmanagementsystemen die intern worden verzorgd bij een marktpartij die de werkplekdienst levert. Vanuit CRD 7 is de huidige voorgenomen integratie van GDI binnen het SSCICT Den Haag bestuurlijk voorbereid om daarmee de interne “competitie” in te richten op deze dienstverlening. CRD 7 heeft aan de basis gestaan van wat thans in deze notitie de verzorgingsgebieden zijn gaan heten, dat vloeit voort uit besprekingen van de vz Stuurgroep CRD 7 met de diverse departementen. Op grond van CRD 4 is de kolom housing, storage etc ingevuld alsmede het streven naar de totstandkoming van één informatiebeveiligingsfunctie. Maar meer maatregelen, mede geschetst in de I-Strategie zijn, nadat op de hoofdkoers overeenstemming is bereikt binnen de ICCIO, nodig. Denk dan, zowel departementaal als interdepartementaal aan de implementatie van het sourcingsbeleid, invulling van de basisinfrastructuur, invullen van het besturingsmodel, aanpassen (voor zover noodzakelijk) van contracten, implementatieplannen per departement enzovoort. In de komende jaren zal de uitdaging zijn om synergie te krijgen op bedrijfsvoering applicaties en primair proces applicaties en/of systemen. Met name het definiëren van standaarden, het brengen onder (basis)architectuur zal helpen om onderwerpen te benoemen of te specificeren die passen binnen het verder standaardiseren en clusteren van ICT-taakgebieden, -clusters of –organisaties. Het ligt voor de hand dat hoewel sommige departementen nog niet zijn aangesloten op een strategische dienstverlener van de werkplek zij toch al starten met het afnemen van DWR waarbij gelijktijdig wordt bezien in welke mate verdergaande concentratie (zowel binnen het departement als buiten) mogelijk is. Concreet zien we al voorbeelden dat ZBO’s of zelfstandige eenheden op het gebied van generieke ICT hun diensten centraal afnemen zodat zij zich volledig kunnen concentreren op de specifieke systemen (Logius die DWR afneemt, CIBG van VWS en in de toekomst DJI, IND bij GDI/SSC-ICT Den Haag enzovoort). Een eerste stap is daarbij is dat bijvoorbeeld DJI de DWR cliënt gaat nastreven en ter beschikking stellen voor eigen personeel. Dit betekent dat genoemde ontwikkeling zich op twee niveaus afspeelt: Binnen de vakdepartementen dient het aantal afzonderlijke ICT-dienstverleners waar mogelijk binnen de “kolom” te worden teruggebracht; Op rijksniveau dient het aantal afzonderlijke ICT-dienstverleners “over de kolommen” te worden teruggebracht. Het uitgangspunt is hierbij wel dat er van uit wordt gegaan dat binnen het verzorgingsgebied alle gelieerde organisaties gebruik gaan maken van de generieke ICT-diensten die door de interne ICTdienstverleners die hieraan zijn toegewezen, worden afgenomen. Pagina 17 van 26
Datum 1 maart 2012
Governance In september 2009 heeft de ICCIO het “Besturingsmodel Regie & Sourcing voor de ICT van de Rijksdienst” vastgesteld. Het doel van het model is tweeledig. In de eerste plaats is het een eenduidig referentiekader voor de besturing van de generieke en gemeenschappelijke ICT-voorzieningen. In de tweede plaats biedt het alle partijen die betrokken zijn bij het ontwikkelen, beheren, gebruiken en veranderen van generieke ICT-voorzieningen een richtsnoer. In het besturingsmodel is kaderstelling geformuleerd en zijn richtlijnen geformuleerd om te komen tot (management van): vraagbundeling van eenduidige behoeften en eisen van de Ministeries; aanbodsturing naar ICT-dienstverleners (Shared Service organisaties rijk en particuliere leveranciers) om tot een eenduidige bundeling van ICT-diensten en –producten te komen de regiefunctie, benoemd om te komen tot een optimale combinatie van vraag en aanbod op rijksniveau. De strekking van het model is dat er in elk besturingsproces vaste afgesproken taken worden verricht en dat alle besturingsprocessen met elkaar samenwerken via een overlegstructuur. Om de besturingsprocessen optimaal te laten verlopen zijn de bijbehorende verantwoordelijkheden en rollen benoemd, bijvoorbeeld vertaald naar een lijnfunctionaris of anders een gemandateerde functionaris die deze rol vervult. Het model geeft hiervoor globale profielen bij wijze van voorbeeld. Het model verschaft voorts een aantal besturingsprincipes bij wijze van reglement en een begrippenkader voor een gemeenschappelijke besturingstaal. De aansturing van stelsel van strategische partners van de generieke ICT verloopt daarmee dus ook conform deze afspraken.
Ontwikkeling strategische partners en regie De interne dienstverleners zitten allemaal in verschillende fasen van ontwikkeling. Sommige organisaties zijn volop bezig met uitvoeringsvragen. Andere zijn bezig om na te denken over de herinrichting van de regiefunctie en uitvoerende functie. Sommige zijn vanuit hun sourcingsstrategie voornemens om op termijn te ontwikkelen naar een regiefunctie op hun specifieke kennisdomein waarbij de uitvoering wordt uitbesteed aan de markt. De verwachting is dat dit proces zich zal doorzetten waardoor op langere termijn de strategische ICT-partners binnen het Rijk op hun gebied regievoerder t.a.v. de vaak door marktpartijen geleverde uitvoeringstaken zullen zijn. De wijze waarop regievoering moet zijn ingericht is vastgelegd in het referentiemodel, onderdeel van de sturing en beheersing van de generieke ICT binnen het Rijk (document van september 2009 ‘Besturingsmodel Regie & Sourcing voor de ICT van de Rijksdienst’). De CIO-Rijk zal met de ICCIO per kavel beoordelen op welke manier de regievoering is ingeregeld. Soms kan dit betekenen dat een strategische partner regievoerder wordt voor een generieke ICT-dienst. Soms zal het betekenen dat de regie op een generieke ICT wordt ondergebracht bij een bestaande regieorganisatie. Deze regiepartijen gezamenlijk voeren in opdracht van de ICCIO/CIO-RIJK de regiefunctie uit conform de verantwoordelijkheden in het Pagina 18 van 26
middelste blokje van de besturing (9-vlaksmodel) van generieke ICT binnen het Rijk.
Datum 1 maart 2012
De wijze waarop sturing wordt ingeregeld en regievoering moet zijn ingericht naar aanleiding van deze verdere ontwikkeling van deze aanbodstrategie, wordt in een apart document verder toegelicht. Achterliggende gedachte bij de inregeling van het geheel aan diensten is dat er slechts één aanspreekpunt is vanuit een klant en dat zou de leverancier van de werkplekdienst moeten zijn die als integrator optreedt. Dit document wordt medio eerste kwartaal 2012 in concept opgeleverd.
Huisvesting en ICT De Rijksverzamelkantoren is huisvesting via de RGD geregeld waarbij het beheer van het gebouw en het gebruik van het gebouw losgekoppeld is. Er kunnen meerdere partijen in één gebouw zitten. Elk Rijksverzamelkantoor maakt gebruik van gestandaardiseerde inrichting en kleuren. Een gebruiker van een Rijksverzamelkantoor maakt altijd gebruik van de dienstverlening van de beheerder die is toegewezen aan het rijksverzamelgebouw. Het kan echter zijn dat er gebruikers in een pand zitten die tot verschillende ICT-verzorgingsgebieden behoren en daardoor ook iets andere serviceverlening kennen dan als zij tot hetzelfde verzorgingsgebied behoren. Het gelijktijdig samen laten vallen van een Rijksverzamelgebouw en een ICTverzorgingsgebied zou vanuit management het makkelijkst zijn maar vanuit optimalisatie en flexibiliteit het meest nadelig. Dank bijvoorbeeld buiten den haag waarin meerdere partijen uit meerdere verzorgingsgebieden in één kantoorpand worden gehuisvest om schaalvoordelen te realiseren. Wij sluiten aan bij de pragmatische zienswijze in de markt waarin wordt omgegaan met deze situaties en zich mee ontwikkelt met de technologische mogelijkheden. Hierbij worden grofweg twee mogelijkheden onderkend. Mogelijkheid 1: Verzamelgebouwen worden in het algemeen zodanig opgezet dat bekabeling en basisvoorzieningen (spijkervast) zijn aangelegd. Het is aan de gebruiker om de voorzieningen aan te vullen. Gebouwgebonden diensten zoals receptie, logistiek, beveiliging, gebouwonderhoud en dergelijke worden gedeeld. Daarmee bestaat in elk verzamelgebouw de keus om de ICT te betrekken vanuit de integrator die het verzorgingsgebied waarin het verzamelgebouw valt afdekt. In het verzamelgebouw worden ‘vlekken’ van ICT-verzorgingsgebieden gehanteerd. Een ICT-werkplek leverancier (integrator) bedient een kantoorvlek. Mogelijkheid 2: Als een gebruiker buiten de eigen vlek valt dan zal hij of zij gebruik maken van de ICT-diensten in de andere vlek tenzij de techniek het toelaat om via ‘inlogdetectie’ de eigen verzorgingsgebieden automatisch te benaderen. Dit vraagt extra technologische ondersteuning en investering die niet altijd mogelijk zijn. Wel zullen de generieke diensten die voor alle verzorgingsgebieden gelden (zoals de basisinfrastructuur) centraal zijn aangeboden. Gebruikers maken hier altijd gebruik van.
Pagina 19 van 26
Bijlage 1: toelichting per groep ICT-diensten
Datum 1 maart 2012
Door wie worden deze diensten nu aangeboden? Dit is afhankelijk van de criteria die de rijksoverheid hanteert (voortvloeiend uit de sourcingsprincipes). Het toepassen van de principes op de generieke diensten leidt tot de volgende constateringen per kavel. De resultaten per kavel:
a. Werkplekservices b. Generieke (web)applicaties en ontwikkeling en Hosting c. ERP/CRM diensten d. DMS/CMS diensten e. Fysieke housing, storage en floormanagement f. Basisinfrastructuur g. Expertise- en adviesdiensten a. Werkplekservices De harmonisatie van de werkplek services (kavel 1) binnen het Rijk is in volle gang gedreven door de implementatie van DWR. Deze services worden over het algemeen beschouwd als ‘commodity’ met een lage impact op de businessactiviteiten. Het maakt niet uit welke technologie achter de DWR werkplek ligt zolang de functionaliteit maar wordt geleverd. Er is voldoende concurrerend aanbod van deze dienst op de markt. De regie op deze services is opgezet en ingericht. Interne competentie (binnen de rijksoverheid) is aanwezig maar wordt niet beschouwd als kernactiviteit van het Rijk De partners die deze services aanbieden moeten tevens in staat zijn om de rol van de service integrator aan te bieden. Logische partijen voor deze dienst binnen het Rijk zijn: SSO_ICT, GDI, SSO-belastingdienst, IVENT en VTSPN. Toegespitst op de kerndepartementen leidt dit tot concentratie bij SSO-ICT en GDI waarbij het onderscheid wordt gevormd tussen die twee aanbodorganisaties door het streven naar een tweetal werkplekken: reguliere standaardwerkplekken zoals thans door SSO-ICT geleverd en een werkplek met een hoger beveiligingsniveau voor organisaties die daar behoefte aan hebben. Het spreekt voor zich dat rijksonderdelen die behoefte hebben aan diezelfde werkplek (met hoger beveiligingsniveau) mee zullen kunnen liften op de IT-dienstverlening. Dit voorkomt dat de “last van beveiliging”onevenredig van toepassing is op het geheel van werkplekken en biedt daarnaast grotere mogelijkheden tot het leveren door GDI van andere diensten aan die organisaties vanwege de samenhang op dat beveiligingsgebied. Tegelijkertijd biedt dit mogelijkheden tot integratie met IT-directies van de desbetreffende kerndepartementen en andere organisaties conform de koers die via SSO-ICT wordt gevolgd. Ook zouden daardoor de departementen EL&I en BZ (mede gezien het feit dat veel attachees van EL&I binnen het postennet aktief zijn) kunnen zoeken naar afnamemogelijkheden van andere diensten van GDI zoals thans voorzien wordt door bijv. BZK om van SSO-ict af te nemen. Tot deze groep behoren ook: Generieke applicaties niet ERP heeft betrekking op programmatuur die direct ten dienste staat van de werkprocessen. Het gaat dus niet over bijvoorbeeld embedded software, stuurprogramma’s voor het platform, software voor multifunctionals, verbindingen enzovoorts. Categoriemanagement is actief om deze groep van software te organiseren en bundelen en onder te brengen in rijksbrede licenties.
Pagina 20 van 26
Gezien de nauwe verwevenheid van bovengenoemde apparatuur ligt het voor de hand om de voorgenomen inrichting van de applicatiestore (teneinde hergebruik te stimuleren) te organiseren rondom de werkplek.
Datum 1 maart 2012
b. Generieke (web)applicaties en ontwikkeling Praktisch gezien zullen hieronder de rijksbrede generieke diensten vallen rondom rijksoverheid.nl en het portaal. Op dit moment heeft bijvoorbeeld Buitenlandse Zaken het probleem dat als gevolg van de invoering van Rijksoverheid.nl de buitenlandstalige content apart moet worden gehost op een apart systeem. Zij geven er de voorkeur aan dat ook deze content kan worden ontsloten via Rijksoverheid.nl. Daarnaast heeft bijvoorbeeld ook het SSO-ICT dienstverlening rondom web- en mediaservices. Kennisbundeling en technische harmonisatie is gewenst maar zal het bereik van DGOBR overschrijden. Samenwerking op deze vraagstukken moet verder ontwikkeld worden. c.ERP/CRM diensten Met de harmonisatie van historisch gegroeide ERP-platforms binnen de afzonderlijke departementen worden kosten gereduceerd en verschraling van kennis tegengegaan. Gerichte ondersteuning via expertisecentra creëert schaalvoordelen, zowel in termen van deskundigheid als licentievoordelen en dus kostenbeperking. Door kennistoename kan ook beter worden ingespeeld op de strategische behoeften vanuit het primaire proces. afhankelijkheid van de markt kan worden gereduceerd vanwege beperkte aanbieders. Interne deskundigheid wordt geborgd. Logische partners voor het inrichten van ERP kenniscentra zijn DCI en SSO-belastingdienst en GDI en DICTU. Hiermee kan tegelijkertijd de kennis op het gebied van financiën, begroting en administratie alsmede inkoop en elektronisch factureren geconcentreerd worden vanwege de vaak geïntegreerde SAP of ORACLE platformondersteuning. Hiermee wordt de basis gelegd om in een latere fase verdere outsourcing van de platforms te realiseren omdat dan voldoende materiekennis is opgebouwd om de transitie naar een regierol te kunnen maken. Een discussie over een meer precieze definitie van deze diensten (ook wordt wel gesproken over PIOFAH-ERP-beheer-diensten) wordt nader onderzocht. d. DMS/CMS diensten De kennis en deskundigheid van digitalisering van de papierstroom en aansluitend de archivering (digitaal dynamisch en (semi-)statisch) wordt geharmoniseerd binnen DMS centra. Kostenvoordelen blijken uit onderliggende businesscases. Kennis is schaars en moet breed binnen het rijk kunnen worden ingezet om optimaal te benutten. Het wordt gezien als bedrijfskritisch binnen het Rijk omdat de werkzaamheden binnen het Rijk in hoofdzaak is gericht op informatieverwerking. Processimpact is strategisch-tactisch. De markt levert ruime technologische ondersteuning maar beheer en innovatiekennis moet worden behouden. Regie op dit domein is nog niet voldoende ingeregeld. Logische partijen voor het aanbieden van de DMS-expertise centra zijn DOC direct (digitaal dynamisch en semi-statisch) en Nationaal Archief (E-depot, statisch archief).
e. Fysieke Housing, storage en floormanagement In dit kavel bevindt zich fysieke datacenterservices. Dit zijn operationele beheeractiviteiten waar over het algemeen veel kostenbesparingen zijn te realiseren. Daarnaast maken technologische ontwikkelingen deze diensten nauwelijks meer fysiek mogelijk om bij de eigen organisatie in te richten. De marktsector is in staat deze diensten te leveren maar de overheid is terughoudend dit op grote schaal af te nemen vanwege informatiebeveiligingsaspecten. Pagina 21 van 26
Kennisbehoud voor datacenter services voor vertrouwelijke informatie is essentieel. Het streven naar consolidatie van de datacenters wordt vormgegeven binnen CRD 4. De datacenters vormen een logisch geheel van afzonderlijke onderdelen om daarmee ook bedrijfsrisico’s te verkleinen bij uitval, storingen etc. Om een ketenverantwoordelijkheid te realiseren is het van belang een relatie te leggen tussen de verantwoordelijke generieke dienstverlener en een datacenter om daarmee een end to end dienst te kunnen verlenen. Logische regiepartijen om deze diensten uit te voeren zijn: Haags Datacenter (SSC-ICT), SSO-Belastingdienst, RWS/DJI, DUO, IVENT en VTSPN.
Datum 1 maart 2012
f. Basisinfrastructuur Basisinfrastructuur bevat connectiviteit, koppelpunten en identiteit en toegangsbeheer. (nog niet volledig). Gestreefd wordt naar het geconcentreerd beleggen van de verantwoordelijkheid voor een (internationaal) rijksnetwerk: een virtueel netwerk bestaande uit koppelingen, aansluitvoorwaarden en toezicht op voldoen aan voorwaarden. Door het in één hand brengen van de regie hierop kan de robuustheid worden gegarandeerd en kwetsbaarheid (veiligheidsrisico’s) worden gereduceerd. Kennisbehoud wordt daarmee bewaakt en regie kan kwalitatief worden ingeregeld. Kostenvoordelen kunnen worden behaald mits hierop beleidsmatig strak wordt gestuurd. Harmonisatie is reeds gedeeltelijk gelukt (zie bijvoorbeeld de inspanningen rondom Diginetwerk) Verdere uitbreiding met het buitenlands netwerk (als koppelnetwerk) ligt voor de hand. Procesimpact is operationeel voor wat betreft de uitvoering maar kennisbehoud is strategisch. Een geharmoniseerd (virtueel) netwerk (besloten) is een noodzakelijke voorwaarde voor het realiseren van de generieke informatieinfrastructuur. Onafhankelijkheid van de markt kan beter worden geborgd. Om dubbelingen te voorkomen zal de rijksbasisinfrastructuur bij voorkeur samenvallen met de overheidsbasisinfrastructuur. Een logisch partij is bijvoorbeeld Logius in combinatie met IVENT en wellicht RWS, e.e.a. verdient nog nadere uitwerking.
g.Expertise- en adviesdiensten. Ten behoeve van het aanbieden van expertise en adviesdiensten zijn reeds verschillende maatregelen ingevoerd. Het bundelen van ICT-expertise en capaciteit in I-interim, de bundeling van diensten op het gebied van rijksarchitectuur, programma- en projectmanagement binnen ICTU en Gateway en kennisdeling en opleiding in de Rijksbedrijfsvoeringsacademie en expertise. Op deze gebieden is reeds voorzien dat harmonisatie kostenvoordelen met zich meebrengt en bedrijfskritische deskundigheid wordt hiermee behouden. Vaak wordt ook samengewerkt met marktpartijen hoewel de regie in handen blijft van de betrokken interne partijen als ICTU en Gateway.
Pagina 22 van 26
critera ----------
1
2
3
4
5
6
7
Datum 8 1 maart 2012
9
principe s:
Mogelijke Strategisch e partner
Kosten voorde el
Harmo nisatie gereed
Bedrijf skritisc h
Kennis behoud
Processi mpact (Strategi sch, tactisch, opertaio neel)
Mark t heeft aanb od
Uitvoer ing zelf, samen, of alleen licentie s
Regie/ opdrac htgeve rschap geregel d
Interne competenti e (zwak, verdedigba ar , gunstig, sterk, allerbeste)
1. Werkplek services
SSO-ICT, GDI, SSObelastingdien st Ivent VTSPN
O.B.V. van basines s case
Nee
nee
nee
Operation eel
ja
Eerst harmoni seren dan naar markt
TBGI. ja
Gunstig
2. Generiek e (web)app licaties en ontwikkel ing
SSO-ICT, GDI, SSObelastingdien st Ivent VTSPN, DICTU
?
Gewens t maar verkenn ing en samenw erking is nodig
Ja
Ja
Tactisch strategisc h,
deels
Samen
Nee
Onduidelijk, meer onderzoek is nodig
3. ERP/CRM diensten
I&M-DCI, SSObelastingdien st, GDI en DICTU
Hoog
nee
ja
Ja, Expertis ecentra nodig
Strategisc h Tactisch
Ja
Samen
Nog onvoldo ende
Verdedigbaar
4. DMS/CM S diensten
DOC-direct, Nationaal Archief
Hoog, Busines s case
nee
ja
Ja, expertis ecentra nodig
Strategisc h tactisch
Ja
Samen
Nog onvoldo ende
verdedigbaar
5 Fysieke housing, storage en floorman agement
SSC-ICT (SSO-ICT, GDI) Belastingdien st RWS/DJI, DUO IVENT VTSPN
Hoog, Busines s case
nee
nee
nee
Operation eel
Ja
Samen
Nee
Verdedigbaar
6. Basisinfra structuur
Logius / RWS?/IVENT ?
Ja, te behalen
medium
Nee, maar wel voor infrastru ctuur
Ja, op regie
Operation eel
Weini g aanbi eders
Samen met de markt
Is ingereg eld, regie
verdedigbaar
7 Expertise - en adviesdie nsten
ICTU, Gateway RAbv
ja
ja
ja
ja
Tactisch
Ja
Samen
Ja
verdedigbaar
Pagina 23 van 26
Bijlage2: Openstaande discussiepunten
Datum 1 maart 2012
Over de discussiepunten Tijdens de besprekingen met de diverse partijen kwamen vraagpunten naar voren die betrekking over de inhoudelijke precieze afbakening en de implementatiewijze. Echter alle gesprekspartners zijn zich ervan bewust dat nu eerst op hoofdlijnen de koers bepaald moet worden om de beweging in gang te zetten. Er is afgesproken dat via de subcommissie Sourcing en Aanbodstructurering onder leiding van de CIO van het ministerie van I&M het proces zorgvuldig wordt bewaakt en dat als daar noodzaak toe is toelichting wordt gegeven binnen de ICCIO en/of ICBR ten behoeve van nadere besluitvorming. Daarnaast is er nauwe samenhang met de projecten 4 en 7 van de Compacte Rijksdienst zodat de voortgang op dit onderwerp ook binnen de stuurgroepen wordt bewaakt.
De discussiepunten Uit de gesprekken zijn enkele aspecten benoemd die continu aandacht zullen vragen of nog aparte besluitvorming vragen in de transformatie. Het betreffen de volgende aspecten: 1. Governance en regie 2. Aanbodstructurering versus (outsourcing) 3. Grote uitvoeringspartijen 4. Denken over diensten 5. Ontwikkelingen cloud 6. Discussie over PIOFAH-ERP-beheer 7. Verzorgingsgebieden 8. DICTU en RWS 9. De Rijksverzamelkantoren en ICT-dienstverleners
1. Governance en regie Een belangrijk aspect van aanbodstructuring is de wijze waarop sturing wordt ingeregeld en regievoering moet zijn ingericht. Ten principale wordt aangesloten bij de eerdere besluiten ten aanzien van de sturing en beheersing van de generieke ICT binnen het Rijk (document van september 2009 ‘Besturingsmodel Regie & Sourcing voor de ICT van de Rijksdienst’). Achterliggende gedachte bij de inregeling van het geheel aan diensten is dat er slechts één aanspreekpunt is vanuit een klant en dat zou de leverancier van de werkplekdienst moeten zijn die als integrator optreedt. Hierbij zal ook aangesloten moeten worden op de ontwikkelingen binnen de bedrijfsvoering. 2. Aanbodstructurering versus (out)sourcing Na de aanbodstructurering zal het Rijk in staat moeten zijn vanuit een beheerste situatie besluitvorming te plegen over het outsourcen van alsdan geconcentreerde diensten naar de markt omdat dan tevens het opdrachtgeverschap en de regievoering binnen het Rijk is uitgekristalliseerd. Zonder een dergelijke volwassenheid zou outsourcing immers leiden tot het wegzetten van thans niet door het Rijk beheerste diensten hetgeen zowel de aansturing van derden compliceert en qua kosten grote risico’s meebrengt. De verhouding intern-markt zal dan gaan verschuiven ten gunste van de markt.
Pagina 24 van 26
3. De grote uitvoeringsorganisaties In het uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst is aan Rijkswaterstaat, Belastingdienst en DJI als grote uitvoeringsorganisaties met SSO’s in de regio, een functie toebedeeld met betrekking tot vormgeving van ‘regionale bedrijfsvoering in SSO’. De grote uitvoeringsorganisaties Rijk hebben hun visie via een zogenaamde Bidbook gepresenteerd. In overleg met de uitvoeringsorganisaties zal worden bewaakt dat het synchrone dienstverlening blijft.
Datum 1 maart 2012
4. Denken over diensten Denken over diensten: diensten-denken is op dit moment gezien de diversiteit van de betrokken partijen en veelheid aan diensten en producten niet altijd haalbaar. Deze nota aanbodstructurering vormt dan ook een afspiegeling van hetgeen mogelijk wordt geacht her en der aangepast aan de huidige ontwikkelingen. Ook is het nog niet uitgekristalliseerd welke (groepen) van applicaties onder Generieke (web) applicaties en ontwikkeling en hosting vallen en in welke mate (naast technisch) ook functioneel applicatiebeheer wordt meegenomen. Verder onderzoek is nodig. 5. Ontwikkelingen cloud Tevens is voorspelbaar dat de toekomstige cloudontwikkelingen de focus op de werkplekdienst (DWR+) zal doen afnemen, immers binnen een aantal jaren zal die werkplek vanuit de cloud kunnen worden betrokken waardoor (delen van de ) DWR niet meer door rijksaanbieders hoeven te worden aangeboden. De gevolgen van dergelijke ontwikkelingen zullen op termijn moeten worden verwerkt in de structuur. Thans kan worden volstaan met het streven naar het verder uitrollen van DWR als onderdeel van de fase” harmonisatie & standaardisatie” waarbij de standaard op termijn ook door marktpartijen moet kunnen worden geleverd (en door het Rijk moet worden geregisseerd als opdrachtgever). Het is mede om die reden dat ministeries die thans hun werkplekdiensten uit de markt betrekken hier mee door moeten gaan indien de voorwaarden waaronder dat gebeurt nog steeds passend worden geacht; dit biedt de andere strategische leveranciers de mogelijkheid om op een later moment de lessons learned van deze trajecten mee te kunnen nemen. 6. Discussie over PIOFAH-ERP-beheer Daar waar de start wordt gekenmerkt door platform / product georiënteerde benadering (SAP / ORACLE) wordt in de notitie gewerkt aan realisatie van een aantal (nog) platformgeoriënteerde competence centers die in de loop der tijd in omvang afnemen van vier naar twee om uiteindelijk bedrijfsvoeringsdiensten af te kunnen nemen uit de markt. Meer concreet na die fasering moet het mogelijk zijn financiële, personele en factureringsdiensten af te nemen vanuit de markt omdat de overblijvende kennis binnen die competence centers een dergelijke platformonafhankelijke aansturing mogelijk moeten maken; het Rijk heeft dan de uitvoerende taken op software-onderhoud losgelaten en zich toegespitst op opdrachtgeversschap, dienstendenken en regie. 7. Verzorgingsbieden Verplichtend karakter verzorgingsgebieden. Er zijn in sommige gevallen nog geen uitspraken gedaan over het verplichtende karakter ten aanzien van de verzorgingsgebieden. Tevens is het goed mogelijk dat het verder in het traject voor de hand ligt een nieuw verzorgingsgebied toe te voegen. De ICCIO en de ICBR worden in deze gevallen vooraf geconsulteerd.
Pagina 25 van 26
8. DICTU en RWS De voorgenomen keuze om te komen tot een rol voor het DICTU is nog niet uitgekristalliseerd en wordt i.s.m. de betrokken partijen thans onderzocht op haalbaarheid en draagkracht. Tegelijkertijd zal daarbij de mogelijke gevolgen voor de primaire procesgang een belangrijke rol spelen in de afwegingen. Met het DICTU is reeds overeengekomen dat zij zal gaan participeren in structureel overleg (Supply Board) waarin ook de directeuren SSO-ICT Den Haag en GDI (V&J) zitting hebben naast de programmamanager Consolidatie Datacenters. Dit maakt het mogelijk gezamenlijke stappen op weg naar een ERP Competence center in te richten. Dit geldt ook voor de keuze of RWS uiteindelijk in verzorgingsgebied 1 thuis hoort. Dit wordt op dit moment nog nader onderzocht.
Datum 1 maart 2012
9. De Rijksverzamelkantoren en ICT-dienstverleners Het kan zijn dat er gebruikers in een pand zitten die tot verschillende ICTverzorgingsgebieden behoren en daardoor ook iets andere serviceverlening kennen dan als zij tot hetzelfde verzorgingsgebied behoren. Wij sluiten daarom aan bij de pragmatische zienswijze die ook in de markt wordt gehanteerd. In het verzamelgebouw worden ‘vlekken’ van ICT-verzorgingsgebieden gehanteerd. Als een gebruiker buiten de eigen vlek valt dan zal hij of zij gebruik maken van de ICTdiensten in de andere vlek tenzij de techniek het toelaat om via ‘inlogdetectie’ de eigen verzorgingsgebieden automatisch te benaderen. Uiteindelijk zal via de DWR-werkplek communicatie tussen verschillende werkplekken op verschillende locaties in verschillende verzorgingsgebieden altijd mogelijk zijn (plaats- tijd en locatieongebonden).
Pagina 26 van 26