AANBOD DECEMBER 2013 -Open de deur want, er komt Iemand!1. 1ste week:
een verhalende adventsviering 2de week:
een Bijbelse adventsviering 3de week:
een uitnodigende adventsviering 2. deurhanger voor kerst + korte impuls 3. twee inspirerende verhalen 4. liederen 5. Welzijnszorg focust in 2013 op het platteland 6. teksten voor onderwijsverstrekkers rond ‘DEUR'
Advent 2013 Open de deur want, er komt Iemand! “Er wordt aan de deur geklopt…” klinkt uit menig kindermond in deze weken voor Sinterklaas. Verlangen, voorbereiden, iets klaar zetten of maken… horen bij de tijd van uitkijken en verwachten. De vergelijking tussen het uitzien naar de Sint en het verlangen naar de geboorte van Jezus wordt vaak gemaakt. We doen het ook bij de start van de 1ste adventsviering. In het aanbod van de maand december bieden wij u 3 adventsvieringen aan, 1 per schoolweek. De eerste adventsviering opent de advent in een liturgische ruimte met alle kinderen van de school samen. De deur staat letterlijk centraal. De sleutel wordt aangereikt om de deur te openen en met een deurspie - onze adventskrans dit jaar - houden we ze open. In de tweede adventsviering komt Johannes de Doper door de deur gestapt. Hij maakt de brug tussen zijn tijd, die ook Jezus’ tijd is, en onze samenleving op vandaag. Te veel deuren blijven voor wie het moeilijk hebben, gesloten. De adventscampagne van Welzijnszorg wijst ons die (gesloten) deuren aan. Voor de derde week bieden wij een adventsviering aan die uitnodigt naar het beleven en vieren van Kerstmis. We steken de 3de kaars aan en geven de kinderen een deurhanger om er thuis, ter voorbereiding op Kerstmis, iets mee te doen. Deze viering is zo opgebouwd dat ze ook zonder de eerste vieringen kan beleefd worden.
1ste week: een verhalende adventsviering Bij voorkeur met de gehele school samen, in een liturgische ruimte 2de week: een Bijbelse adventsviering Eventueel enkel met de (2de en) 3de graad die verdiepend met de adventsactie Welzijnszorg bezig is. 3de week: een uitnodigende adventsviering Met de ganse school samen in een liturgische ruimte
De vieringen kennen telkens eenzelfde opbouw: 1. Deurmoment 2. Lichtmoment 3. Adventsmoment 4. Verhaalmoment 5. Groeigebed 6. Adventslied
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 2
1ste week Verhalende adventsviering - doe de deur open want ‘er komt iemand’ maandag 02 – vrijdag 06 december Deze viering is bedoeld voor de gehele school, bij voorkeur in de parochiekerk of een religieuze ruimte waarbij de kinderen zien aan de adventskrans, de affiches van Welzijnszorg, de kleuren dat de geloofsgemeenschap de advent beleeft. Als adventskrans kiezen we dit jaar een grote deurspie met 4 kaarsen erop. Voor de klassen kan de deurspie zeker ook het symbool zijn. Een andere mogelijkheid voor de klassen is een klassieke adventskrans met in het midden van de krans een deurspie of op de krans een aantal spieën vastgemaakt. De spie verwijst dan ook in de klas naar de boodschap ‘deuren moeten worden opengemaakt’. De adventskransen kunnen vanuit deze viering meegedragen worden naar de klassen. Het drukt enerzijds de verbondenheid met de parochiegemeenschap uit, en anderzijds de onderlinge verbondenheid binnen de school: we zetten allen samen de advent in. Decor: De deuromlijsting met de gesloten deur / een grote deurspie met plaats voor 4 kaarsen De adventskransen voor de gehele school… Nodig: PowerPoint (eventueel) / omlijsting en deur / sleutel / adventskransen / spie / 4 kaarsen / godslamp / affiche WZZ / schoen / palmtwijg / wijwater / Bijbel Partituren: Daar wordt aan de deur geklopt Gods licht zal weldra branden Ik voel me blij
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 3
1. Deurmoment: Lied:
Daar wordt aan de deur geklopt, zacht geklopt, hard geklopt. Daar wordt aan de deur geklopt. Wie zou dat zijn?.... De voorganger overhandigt aan de directeur een sleutel… Deze sleutel wordt in het sleutelgat gestopt, omgedraaid, de deur gaat - een beetje - open….
2. Lichtmoment: Duiding door de voorganger: Vorige zondag begon een bijzondere periode, die ‘4 weken’ duurt. Ook wij beginnen vandaag die bijzondere periode: de advent. De advent kan je vergelijken met het openen van een deur… Advent is : de deur openen, de deur open houden, steeds meer opendoen, want: we verwachten bezoek! Hoe houden we de deur open? We hebben verschillende mogelijkheden. We kiezen er twee: Je kan een deurspie gebruiken (tonen) of je kan er een schoen tussen zetten. Onze spie is groot en heeft plaats voor 4 kaarsen… Deze spie is dit jaar onze “bijzondere adventskrans”: ze houdt de deur open zodat er steeds meer licht kan binnenkomen… ze houdt de deur open want advent is: iemand verwachten en die iemand moet binnen kunnen komen! We steken de 1ste kaars aan, vanuit de vlam van de godslamp… Lied Gods licht zal weldra branden in Jezus open handen. Met Hem zal God verbonden zijn God wordt zijn leven, God wordt zijn geheim. 3. Adventsmoment: Naast de deurspie zetten we ook onze schoen tussen de deur, want: we verwachten iemand, we verlangen naar iemand…. Verlangen en verwachten is nooit ‘stil zitten’, het is ook altijd iets doen. Wat doen jullie die uitzien naar de Sint? Jullie schoen zetten, een brief schrijven, een tekening maken, een wortel klaar leggen, een suiker, en zelfs misschien een pintje bier… ! (Wanneer het verhaal van Welzijnszorg in de klas reeds beluisterd is: Wat kunnen de vrienden van Lena doen die uitzien naar haar terugkeer in de klas?) Wat kunnen wij doen zodat het aan ons te zien en te voelen is dat we verlangen naar het geboortefeest van Jezus? Tijdens een klasmoment in de dagen na de viering, kunnen de kinderen – naar analogie met de brief naar Sinterklaas – een brief schrijven naar Jezus, waarin ze uitdrukken dat Hij welkom zal zijn en waarom. Deze brieven kunnen in de schoen bij de adventskrans in de klas worden gelegd.
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 4
4. Verhaalmoment: We kennen verhalen van verlangen en verwachten… We vertellen er één… Keuzemogelijkheid: Vadertje Panov / Een vrouw verwacht bezoek
5. Groeigebed: Jezus, ons gebed is de sleutel waarmee we de deur van ons hart op een kier zetten, zodat Jij kan binnenkomen in ons leven. Met onze schoen van verlangen bidden wij dat we stappen in de goede richting zetten naar Kerstmis toe. Maria, moeder van Jezus, wil jij ons helpen opdat Jezus niet tevergeefs bij ons aanklopt.
6. Adventslied: Magnificat van Maria ‘Ik voel me blij’… Ik voel me blij, ik voel me vrij, ik jubel en ik zing want diep in mij groeit leven, dat leven door zal geven aan elke kleine mens… Wie honger heeft, wie angstig leeft, wie aan de kant moet staan, die mag opnieuw gaan hopen, zal rechtstaan en zal lopen naar elke kleine mens… Het is een droom, ook onze droom, al eeuwen doorverteld, van God die komt bevrijden die deelt in al het lijden van elke kleine mens…
Eventueel kan hier nog het zegenen van de adventskransen gebeuren, waarna per klas één leerling de krans of spie voor de eigen klas komt halen… God, onze Vader, onze Moeder, Zegen deze adventskransen opdat ze ons helpen deze advent te beleven als een tijd van verlangen naar Jezus…
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 5
Mogen deze adventskransen ons herinneren dat ook wij de deur van ons hart moeten openen voor de mensen rondom ons, in het bijzonder voor de mensen die het moeilijk hebben. Mogen de kaarsen licht brengen, jouw licht, in ons hart, in het hart van zieke mensen. in het hart van alle mensen van wie we houden of nog niet genoeg houden. God, onze Vader, onze Moeder, ga met ons mee doorheen deze 4 weken opdat de deur van ons hart met Kerstmis wijd open staat voor de komst van jouw Zoon en wij allen samen zeggen: welgekomen! Amen. Tip: onze klaskaarsen kunnen zeker ook een centrale plaats krijgen bij de adventskaars.
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 6
2de week Bijbelse adventsviering aansluitend bij Welzijnszorg maandag 09 – vrijdag 13 december Decor: De omlijsting met de deur op een kier opengehouden door de spie met 1 brandende kaars (schoen wegnemen!) Er staat een spot achter de deur… De tweede kaars staat klaar. Nodig: PowerPoint (eventueel) / omlijsting en deur / spie / 4 kaarsen / godslamp / affiche WZZ / sandaal / spot en snoer / Bijbel Johannesfiguur op sandalen en verkleed met jutestof (= leerkracht) Partituren: Gods licht zal weldra branden Ik voel me blij
1. Deurmoment: De deur staat op een kier, de deurspie met 1 kaars die brandt, is zichtbaar, de voorganger duwt de deur wat meer open. Er valt méér licht van binnenuit want: “er komt iemand van de andere kant van de deur”.
2. Lichtmoment: Johannes de Doper stapt door de deur … “Ik ben Johannes de Doper, de voorbode van Jezus. Ik ben 3 maanden voor Jezus geboren. Maria, de moeder van Jezus en Elisabeth, mijn moeder zijn nichten van elkaar. Jezus en ik hebben dus dezelfde grootouders. Jezus zal belangrijke dingen doen in zijn leven. Hij zal goed nieuws brengen over God… En ik? Zoals ik 3 maanden vòòr Jezus geboren ben, zo zal ik vooraleer Jezus aan zijn grote opdracht begint, naar de mensen toe gaan en hen toespreken. Ik zal roepen vanuit de woestijn dat ze hun hart moeten openen voor Jezus… Ik zal zeggen dat ze zich moeten klaar maken voor een heel belangrijk iemand. Ja, de deuren van hun hart moeten open, zoals ook deze deur open moet blijven!” Johannes plaatst de 2de kaars op de deurspie, ontsteekt de kaars, wij zingen: Lied: Gods licht zal weldra branden in Jezus open handen. Met Hem zal God verbonden zijn. God wordt zijn leven, God wordt zijn geheim.
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 7
3. Adventsmoment: Johannes doet zijn sandalen uit. Voorganger vertelt: Je vraagt je af hoe de mensen zich kunnen klaarmaken voor Jezus? Wel, ze moeten iets doen! Net zoals jullie de komst van de Sint hebben voorbereid. Jullie hebben tekeningen gemaakt, brieven geschreven, jullie schoen gezet, een beetje liever geweest misschien? Jezus zal goed nieuws brengen. Hij zal zieken genezen, lammen doen lopen, blinden doen zien. Hij zal onze fouten vergeven. Hij zal steeds weer vertellen over de Vader in de hemel die ons graag ziet! Jezus zal vele mensen gelukkig maken. Dat zal hij echter niet zomaar kunnen. De mensen moeten ook willen meewerken. De mensen die willen geholpen worden door Jezus, moeten eerst hun hart openen voor Jezus. Net zoals deze deur hier, willen we dat Jezus komt. Daarom moet deze deur open blijven staan. Kijk, Johannes zet er zijn sandalen tussen. Zo blijft de deur, met de deurspie en zijn sandalen, open staan. 4. Verhaalmoment: Johannes vertelt uit zijn tijd en maakt de link naar nu: de paden moesten recht, de deuren moeten open. Kinderen, weten jullie, toen ik aan het roepen was naar de mensen: “maak jullie klaar voor een bijzonder iemand”, vroegen de mensen mij: “hoe moeten we dat doen, Johannes?” Ik heb er lang over nagedacht. Ik heb rond mij gekeken en wat zag ik: Ik zag zieke mensen die buitengesloten werden. Voor melaatse mensen bleven alle deuren dicht. Ik zag arme mensen bedelen. Voor mensen zonder of met weinig geld bleven alle poorten dicht. Ik zag vreemde mensen op zoek naar een nieuw huis. Voor vreemde mensen bleven alle deuren gesloten. Ook bij jullie zie ik tot op vandaag dat er deuren gesloten blijven voor mensen die ziek zijn, arm, vreemd. Ik hoor dat er mensen bij jullie zijn, soms zijn het bejaarde mensen, bij wie de deur bijna nooit meer opengaat omdat er bijna nooit bezoek komt. Leerkracht: Inderdaad, dat heb je goed gezien, Johannes. Bij ons blijven er voor vele mensen deuren gesloten. Daar willen we iets aan doen! Het verhaal van Robby Wie met het project van Welzijnszorg werkt, kan hier verwijzen naar het verhaal. Samen ZIE je meer - Samen DOE je meer - Samen VIER je meer Adventsprojecten Wie een schooleigen of een parochiaal (federaal) adventsproject heeft, kan dit hier aanbrengen: het bezoeken van mensen die in een woon- en zorgcentrum verblijven, het bezoeken van de +80jarigen in de buurt van de school, het verzamelen van kleine attenties die door de mensen van de parochie in de kerstperiode rondgedragen worden. Welzijnszorgprojecten Er kan verteld worden over enkele projecten die helpen deuren te openen voor mensen die vaak voor gesloten deuren staan omdat ze arm zijn en zo moeilijk de doktersrekening kunnen betalen, omdat ze de informatie onvoldoende begrijpen.
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 8
Een lijst van projecten die gesteund worden door Welzijnszorg kan je vragen bij de diocesane dienst van Welzijnszorg. Wie kiest voor een financiële actie, kan de kinderen oproepen een ‘soep op de stoep’ te organiseren. Informatie over deze acties kan je tevens vinden bij de mensen van de diocesane dienst van Welzijnszorg. Twee verhalen We zoeken naar twee verhalen die passen in het gezondheidsthema van Welzijnszorg: één voor de beneden- en één voor de bovenbouw.
5. Groeigebed: Samen: Jezus, Jij en Johannes de Doper zijn van dezelfde familie. Mogen ook wij in deze advent steeds meer “familie” van Jou worden. Voorganger:
Vandaag hebben we gezien hoe Johannes zijn sandalen zette op de plaats waar vorige week de schoen van verlangen stond.
Samen: Jezus, zoals Johannes de mensen opriep, willen wij iets doen om jouw komst voor te bereiden. Maria, moeder van Jezus, Wil jij ons helpen Opdat mensen met minder kansen Niet tevergeefs bij ons aankloppen.
6. Groeilied: Ik voel me blij, ik voel me vrij, ik jubel en ik zing want diep in mij groeit leven, dat leven door zal geven aan elke kleine mens. Wie honger heeft, wie angstig leeft, wie aan de kant moet staan, die mag opnieuw gaan hopen, zal rechtstaan en zal lopen naar elke kleine mens. Het is een droom, ook onze droom, al eeuwen doorverteld, van God die komt bevrijden, die deelt in al het lijden van elke kleine mens. Ik ben gewoon, zo doodgewoon, wie kijkt er naar mij om. Ik ben niet zo bijzonder, maar dat is juist het wonder van elke kleine mens. Ik weet het nu en zeg het nu, vertel aan iedereen dat God niet op het grote let, maar kleinen op een voetstuk zet voor elke kleine mens.
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 9
3de week Uitnodigende adventsviering: doe je hart open want ‘er komt Iemand’ maandag 16 – vrijdag 20 december Omdat we ‘nog maar’ de 3de week van de advent zijn, kiezen we als slot van het 1ste trimester voor een echte adventsviering, géén kerstviering. Het kerstverhaal kan uiteraard in de klas ter sprake komen, maar niet in de liturgische viering. Voor deze adventsviering verkiezen we de parochiekerk of een religieuze ruimte waar te zien is dat de geloofsgemeenschap, net als de kinderen, uitzien naar Kerstmis. Misschien staat de lege kerststal reeds in de kerk, de omlijsting en de deur kunnen er vòòr geplaatst worden, de spot in de kerststal. Deze adventsviering is een gebedsviering, geen eucharistieviering. Enerzijds omdat we ‘het verwachten van Jezus’ geboorte’ niet onmiddellijk willen koppelen aan ‘toen Jezus voor het laatst met zijn vrienden aan tafel was’. Immers, voor de jongsten van de basisschool is dat niet zo gemakkelijk te vatten! Anderzijds omdat we het eucharistievieren ter gelegenheid van Kerstmis, echt voor Kerstmis willen houden, op 25 december, in de parochiekerk. De uitnodiging willen we daartoe goed laten klinken. Bepaalde elementen uit beide voorgaande vieringen worden hernomen. Enerzijds om de rode draad doorheen de advent te laten aanvoelen, anderzijds omdat er scholen voor deze éne viering zullen kiezen. Decor: De omlijsting met de halfopen deur staat voor de lege kerststal opgesteld Deurspie met 4 kaarsen, 2 brandend (sandalen wegnemen!) Er staat een spot achter de deur… De derde kaars staat klaar Nodig: PowerPoint (eventueel) / omlijsting en deur / spie / 4 kaarsen / affiche WZZ / spot en snoer / stapschoenen/ Bijbel Partituren: Daar wordt aan de deur geklopt Gods licht zal weldra branden Ik voel me blij Keer U om Doorgeeflied 1. Deurmoment: Voorganger:
Weet je nog, we zijn begonnen met een gesloten deur. Er zijn veel gesloten deuren om ons heen, te veel.
We tonen een PowerPoint met allerlei gesloten deuren… Voorganger:
Hoe gaan deuren open?
Kinderen uit de 3de graad brengen enkele korte sketches, er tussen kunnen de kinderen van de 1ste graad telkens één keer zingen:
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 10
Daar wordt aan de deur geklopt, zacht geklopt, hard geklopt. Daar wordt aan de deur geklopt. Wie zou dat zijn? 1ste maal: Een kind zegt zeer verbaasd...’wie zou daar zijn?’… en opent heel voorzichtig de deur op een kier. 2de maal: Een kind zegt zeer benieuwd… ‘wie zou daar zijn?’ … en opent heel nieuwsgierig, traag, tot halfweg de deur. 3de maal: Een kind zegt zeer verrast… ‘Hé, wie zou daar zijn?’… en opent heel verbaasd, iets vlotter, de deur wat verder. 4de maal: Een kind zegt zeer verheugd… ‘wie zou daar zijn?’ … en opent heel joviaal de deur en roept: ‘welgekomen! Voorganger: De manier waarop we de deur openen, vertelt hoe we ons hart openen voor de persoon die achter de deur staat.
2. Lichtmoment: ‘Welkom’ zeggen, is de deur van ons hart steeds meer open zetten. De deurspie zorgt er voor dat er steeds meer licht binnen kan! We plaatsen de derde kaars op de deurspie, steken ze aan en zingen: Gods licht zal weldra branden in Jezus open handen. Met Hem zal God verbonden zijn. God wordt zijn leven, God wordt zijn geheim. 3. Adventsmoment: Advent is de deur van ons hart openen voor Jezus! Johannes riep ons op, om iets te doen. Verlangen en verwachten is niet stil zitten, het is iets doen! … waar acties gebeuren, of gebeurd zijn, kan hier naar verwezen worden. … er kan verwezen worden naar de projecten van Welzijnszorg. Jezus zoekt een plaats in deze wereld om opnieuw geboren te worden. Hij zoekt waar de deuren open staan, letterlijk, maar ook figuurlijk: Jezus zou graag in ons hart geboren worden. En met Jezus in ons hart, kunnen wij doen, net als Hij. Want dan leeft Hij in ons en zal ons helpen net zo goed als Hij te zijn! Kijk, we zetten 2 stevige stapschoenen bij onze open deur. Want als Jezus in ons geboren wordt, moeten we op stap gaan. Jezus is te doen! We hebben een weg te gaan: de weg van de liefde!
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 11
4. Verhaal: Om vertellend voor te lezen met het bijbelboek in de hand. 2000 jaar geleden zocht God een hart dat open stond om zijn Zoon geboren te laten worden in deze wereld. Maria ontvangt de boodschap dat ze moeder zal worden! We luisteren naar het verhaal uit de Bijbel. In het noorden van Israël, tussen de heuvels van Galilea, lag het dorpje Nazareth. Daar woonde Maria, die zou trouwen met Jozef, een timmerman uit hetzelfde dorp. Op een dag was Maria alleen thuis, toen er ineens een engel voor haar verscheen. “Wees niet bang, Maria”, zei de engel. “Ik ben Gabriël en ik werd door God gestuurd om je een bericht te brengen. Je zult een zoon krijgen, die je Jezus moet noemen. Hij zal een grote koning worden en zijn koninkrijk zal eeuwig duren.” “Ik begrijp het niet”, zei Maria verward. “Hoe kan ik een zoon krijgen als ik nog niet eens getrouwd ben?” “Dat is het werk van God”, antwoordde Gabriël. “Iedereen dacht toch ook dat je nicht Elisabeth geen kinderen kon krijgen, maar zij is zwanger. God kan alles. Je zoon zal heilig zijn en Hij is de Zoon van God.” Maria begreep er nog steeds niets van, maar ze vertrouwde op God. Ze boog haar hoofd en zei: “Ik ben de dienares van God en ik zal doen wat Hij wil.” Toen keek ze op, maar Gabriël was verdwenen. Uit: Averbodes jeugdbijbel, blz. 104-105
Toen Maria er nog eens goed had over nagedacht, begon ze te zingen: Ik voel me blij, ik voel me vrij, ik jubel en ik zing want diep in mij groeit leven, dat leven door zal geven aan elke kleine mens. Wie honger heeft, wie angstig leeft, wie aan de kant moet staan, die mag opnieuw gaan hopen, zal rechtstaan en zal lopen naar elke kleine mens. Het is een droom, ook onze droom, al eeuwen doorverteld, van God die komt bevrijden, die deelt in al het lijden van elke kleine mens. Ik ben gewoon, zo doodgewoon, wie kijkt er naar mij om. Ik ben niet zo bijzonder, maar dat is juist het wonder van elke kleine mens. Ik weet het nu en zeg het nu, vertel aan iedereen dat God niet op het grote let, maar kleinen op een voetstuk zet voor elke kleine mens.
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 12
5. Groeigebed: Samen:
Jezus, soms zegt de juf of meester: “wil de laatste de deur dicht doen!” In deze advent zetten wij de deur van ons hart wijd open om te zeggen: ‘Welkom Jezus’ en we zingen: Keer U om, naar ons toe. Keer ons toe, naar elkaar.
Voorganger:
Na de schoen voor Sinterklaas en de sandalen van Johannes, hebben we vandaag twee stapschoenen bij de deur gezet. Soms zegt juf of meester: “Wie het schoentje past, trekt het aan!”
Samen:
Jezus, we trekken graag de stapschoenen aan om eerst naar anderen toe te gaan en dan allen samen verder te wandelen naar jouw geboortefeest toe. Keer U om, naar ons toe. Keer ons toe, naar elkaar.
Samen:
Maria, toen de engel langskwam, begreep jij het eerst niet zo goed. Juf of meester zegt ons: “Je moet luisteren met je hart.” Toen jij dat deed, durfde je zingen zoals wij nu ook doen: Keer U om, naar ons toe. Keer ons toe, naar elkaar.
6. De deurhanger + de uitnodiging om een kerstviering mee te maken: God zoekt nog altijd plaatsen om geboren te worden. Ken je een deurhanger? Aan de kamer van je oudere zus hangt er misschien één: “niet storen, ik studeer!” Bij je grote broer hangt misschien af en toe: “niet kloppen, ik slaap!” Je zag het misschien in je buurt hangen, ergens in oktober, als uitnodiging voor de opendeurdag van de Wereldwinkel! Jullie krijgen vandaag allemaal een deurhanger. Je kan die thuis in de kerstboom hangen en op Kerstmis of kerstavond aan de buitenkant van de voordeur. Je kan de deurhanger ook namaken, zoveel als er huizen in je straat zijn, of voor enkele huizen in je buurt. Je schrijft er een wens op en hangt deze op kerstavond aan de voordeuren. De buren zullen met Kerstmis aangenaam verrast zijn! En dan op Kerstmis, zullen in alle dorpen en alle steden de klokken luiden. Wie weet luiden bij jullie in de kerstnacht ook de klokken om middernacht. Dan vieren we dat Jezus geboren is. Misschien gaan jullie dan ook wel naar de kerk? 7. Doorgroeilied.
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 13
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 14
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 15
Woensdag 25 december, Kerstmis = opendeurdag! In de parochieliturgie kan er verwezen worden naar de deurhangers. Het verhaal van Ad Goos als toemaatje: In een kerstspel moest een kleuter de tekst zeggen : ‘Er is geen plaats in de herberg.’ Toen Jozef en Maria aanklopten, deed hij open, zei z’n tekst en sloeg daarna de deur hard voor hun neus dicht. ‘Goed zo,’ dacht de klasjuffrouw, ‘hij kent z’n rol perfect’. Maar op hetzelfde ogenblik trok hij de deur weer open en riep spontaan : ‘Jozef en Maria, kom maar hier, je krijgt mijn kamer’. (naar Ad Goos)
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 16
Twee inspiratieverhalen De wonderlijke kerst van vadertje Panov Lang geleden, bijna te lang geleden voor mensenheugenis, leefde er een oude schoenmaker. Zijn huis was heel ver weg, bijna onvoorstelbaar ver, in een klein Russisch dorpje. Hij heette Panov. Maar niemand noemde hem Panov, of meneer Panov of zelfs schoenmaker Panov; overal in het dorp stond hij bekend als vadertje Panov, omdat iedereen hem zo aardig vond. Vadertje Panov was niet erg rijk - het enige dat hij in de wereld bezat was een kleine kamer met een raam dat uitzicht bood op de Dorpsstraat. In die ene kamer woonde hij, sliep hij en maakte hij schoenen. Erg arm was hij ook niet. Hij had alle gereedschappen, die een schoenmaker nodig heeft, een prachtige gietijzeren kachel om zijn eten op te koken en zijn handen bij te warmen, een fijne rieten stoel om in te zitten en in te dommelen, een behaaglijk bed met een lappendeken en een olielampje, dat een gezellig licht verspreidde als het duister werd. En er waren zoveel mensen die nieuwe schoenen lieten maken of hun oude schoeisel lieten opknappen en verzolen, dat vadertje Panov altijd genoeg geld had om brood te kopen bij de bakker, koffie bij de kruidenier en kool bij de groenteman om zijn lievelingssoep te maken. Dus vadertje Panov was best tevreden - meestal. Meestentijds glinsterden zijn ogen blij door zijn kleine, ronde brilletje en hij zong en floot en had voor iedere voorbijganger een opgewekte groet. Maar op deze bijzondere dag was dit alles anders. Vadertje Panov stond treurig voor het raam van zijn winkeltje en dacht aan zijn vrouw, die lang geleden gestorven was en aan zijn zoons en dochters, die allemaal groot waren geworden en naar elders vertrokken. Het was de avond voor Kerstmis en alle mensen waren gezellig thuis in de familiekring. Vadertje Panov tuurde de Dorpsstraat in en zag achter de helder verlichte ramen kaarsen en lampen en kerstbomen. Hij hoorde het gelach en gegil van kinderen, die spelletjes deden. De vage geur van gebraden vlees drong door de kieren bij de deur en het raam van zijn winkeltje. 'Och, och,' zei vadertje Panov, terwijl hij aan de punten van zijn lange, grijze snor trok en langzaam zijn hoofd heen en weer bewoog. 'Och, och,' en er was niemand, die de schittering in zijn ogen achter het kleine brilletje met de ronde glazen weer terug bracht. Vadertje Panov slaakte een diepe zucht. Daarna deed hij de lamp aan, ging langzaam naar een hoge boekenplank en pakte een oud, bruin boek. Hij veegde wat snippers leer van de tafel, zette de koffiepot op de kachel, ging in de rieten stoel zitten en begon te lezen. Nu was vadertje Panov nooit naar school geweest en hij kon niet zo heel goed lezen, zodat hij met zijn vingers langs de regels gleed en de woorden hardop uitsprak. Hij las het verhaal van Kerstmis. Hij las hoe een klein jongetje, Jezus, werd geboren, niet in een veilig warm huis, maar in een koeienstal, omdat er in de herberg geen plaats was. 'Och, och,' mompelde vadertje Panov, terwijl hij aan de punten van zijn snor trok, 'waren ze maar hier gekomen. Dan hadden ze op mijn lekkere bed kunnen slapen en ik zou het kleine jongetje toegedekt hebben met mijn warme lappendeken. Ik zou graag wat gezelschap hebben en een kindje om mee te spelen.' Vadertje Panov stond op en pookte het vuur op. Buiten werd het mistig en donker. Hij draaide de lamp wat hoger. Hij schonk een kop koffie voor zichzelf in en ging verder met zijn boek. Hij las over rijke mannen, die de woestijn doortrokken om het kleine jongetje Jezus geschenken te brengen geschenken van goud en heerlijk ruikende kruiderijen. 'Och, och,' zuchtte vadertje Panov, 'als Jezus hier kwam, zou ik niets hebben om aan hem te geven.' Maar opeens glimlachte hij en pretlichtjes dansten in zijn ogen achter de ronde brillenglazen. Hij stond op, ging naar dezelfde hoge plank en pakte een stoffige doos met een touwtje erom. Hij maakte de doos open en haalde er een paar hele kleine schoentjes uit. Hij nam in elke hand een schoentje en bekeek ze langdurig. Het waren de mooiste schoentjes die hij ooit gemaakt had. 'Die zou ik hem gegeven hebben,' mompelde hij tenslotte en stopte ze toegewijd weer in de doos. Daarna liet hij zijn oude botten behoedzaam weer in de grote rieten stoel zakken. Hij zuchtte diep en boog zich weer over het boek. Of het nu van de warmte kwam of omdat het al laat was, wie zal het zeggen, maar het duurde niet lang of de magere vinger van vadertje Panov gleed van de bladzijde, zijn brilletje met de ronde glazen zakte van zijn neus en hij viel in slaap. Buiten werd de mist steeds dikker. Vage figuren gleden voorbij het raam. Maar de oude schoenmaker dommelde en snurkte zachtjes. Plotseling klonk een stemmetje door de kamer... 'Vadertje Panov! Vadertje Panov!' De oude man schrok op. Zijn grijze snor sidderde. 'Wie is daar?' riep hij en keek verward om zich heen. Hij kon maar weinig zien zonder bril, maar er scheen werkelijk niemand te zijn. 'Vadertje Panov,' zei de stem weer. 'je wenste, dat je me had kunnen zien, dat ik bij je was gekomen in je winkeltje en dat je me een geschenk had kunnen geven. Nu, kijk morgen naar me uit van de vroege ochtend tot de late avond, want ik kom. Pas goed op, dat je me herkent, want ik zal mijn naam niet noemen.' Toen was alles stil. Vadertje Panov wreef in zijn ogen en ging met een schok rechtop zitten. De kachel was bijna uit en de lamp helemaal, maar buiten beierden de klokken alom. Het was Kerstmis. 'Hij was het,' zei de oude man tot zichzelf. 'Dat was Jezus.' Nadenkend trok hij aan de punten van zijn snor. 'Misschien was het alleen maar een droom - hoe dan ook, ik zal
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 17
opletten en ik hoop, dat hij morgen bij me komt. Maar hoe zal ik weten wie hij is? Hij is niet altijd een klein jongetje gebleven; hij is opgegroeid tot een man, een koning; ze zeiden dat hij God zelf was.' Peinzend schudde de oude man zijn hoofd. 'Och, och,' zei hij langzaam, 'ik zal erg goed op moeten letten.' Vadertje Panov ging die nacht niet naar bed. Hij zat in zijn rieten stoel, met zijn gezicht naar het raam en keek naar buiten, om vooral maar geen enkele voorbijganger te missen. Beetje bij beetje kropen de zonnestralen over de heuvel en verlichtten de keien van de Dorpsstraat. Er was nog steeds niemand verschenen. 'lk zal een lekkere pot koffie maken voor mijn kerstontbijt,' zei vadertje Panov opgewekt tegen zichzelf. Dus hij stookte de houtskool in de kachel op en maakte een grote kroes dampend hete koffie. Maar inmiddels hield hij geen oog van het raam af. Eindelijk, eindelijk kwam er iemand aan: Een gestalte verscheen ver op de bochtige straat. Vadertje Panov drukte zijn gezicht tegen het bevroren vensterglas. Hij was erg opgewonden, misschien was dat Jezus, die hem kwam bezoeken. Toen deed hij teleurgesteld een stapje terug. De gestalte kwam naderbij, hij sjokte langzaam over de weg. Nu en dan stond hij even stil en sjokte dan weer door. Vadertje Panov kende hem wel - hij was de oude straatveger, die iedere week langs kwam met zijn bezem en kruiwagen. Vadertje Panov voelde zich een beetje boos worden. Hij had wel wat anders te doen, dan op de uitkijk staan naar straatvegers. Hij wachtte op God, op de koning, Jezus. Hij draaide zich ongeduldig van het raam af en wachtte totdat de oude man gepasseerd zou zijn. Maar toen hij weer naar buiten keek, was de straatveger aan de andere kant van de straat, tegenover zijn winkeltje. De man had zijn kruiwagen neergezet, wreef zijn handen en stampte met zijn voeten. Vadertje Panov kreeg medelijden met hem. De arme straatveger zag er inderdaad erg koud uit. En stel je dat eens voor: werken op eerste kerstdag! Vadertje Panov tikte tegen het raam, maar de oude man hoorde het niet. Daarom liep hij naar de deur en zette deze open. 'Hé!' riep hij uit de deuropening vandaan. 'Hé, oude man!' De straatveger keek bezorgd om zich heen - de mensen behandelden hem vaak erg lelijk, vanwege zijn beroep maar vadertje Panov glimlachte tegen hem. 'Heb je trek in een kop koffie?' riep hij. 'je ziet er uit of je half bevroren bent.' De straatveger liet zijn kruiwagen direct in de steek. 'Graag,' zei hij, terwijl hij het kleine winkeltje binnenkwam. 'Erg vriendelijk van u, erg aardig.' Vadertje Panov roerde in de grote koffiepot op de kachel. 'Het is het minste wat ik doen kan,' zei hij over zijn schouder. 'Het is tenslotte Kerstmis.' De oude man snoof. 'lk heb van Kerstmis verder niets te verwachten,' zei hij. Hij pakte het kopje koffie aan, dat vadertje Panov hem aanbood en schuifelde dichterbij om zich te warmen bij de kachel. Dunne wolkjes stoom stegen op uit zijn vochtige kleren en een zurige lucht verspreidde zich in de kamer. Vadertje Panov ging weer op zijn plaats bij het raam staan en keek links en rechts uit over de straat. 'Krijgt u bezoek?' vroeg de oude straatveger nors, 'sta ik in de weg?' Vadertje Panov schudde zijn hoofd: 'lk... tja, heb je wel eens van Jezus gehoord?' vroeg hij. 'Dat is dezelfde als God, niet?' vroeg de oude man. 'Hij komt vandaag,' antwoordde vadertje Panov. De oude man staarde hem verbaasd aan, en veegde langzaam zijn neus af aan de mouw van zijn jas. Vadertje Panov vertelde hem wat hem overkomen was. 'Dus daarom sta ik op de uitkijk voor hem,' besloot hij zijn verhaal. De straatveger zette zijn kopje neer en schudde somber zijn hoofd. 'Veel geluk gewenst,' zei hij, terwijl hij naar de deur ging, 'en bedankt voor de koffie.' Voor de allereerste keer glimlachte de straatveger. Daarna liep hij gehaast de straat op en pakte zijn kruiwagen op. Vadertje Panov stond in de deuropening en keek de straatveger na. Hij tuurde naar links en hij tuurde naar rechts. Er was een helder winterzonnetje en de stralen gaven zelfs een beetje warmte en deden het ijs op het raam en op de gladde keistenen smelten. Er kwamen nu meer mensen op straat; enkele dronken lieden wankelden naar huis na het feest van de afgelopen nacht. Families in hun mooiste kleding haastten zich voort voor een bezoek aan familie en vrienden. Ze knikten en glimlachten tegen vadertje Panov, die daar in de deuropening van zijn winkeltje stond. 'Prettige Kerst gewenst, vadertje Panov,' riepen ze. En de oude schoenmaker knikte en glimlachte terug, maar hij hield ze niet aan... hij kende ze allemaal bij naam. Hij wachtte op iemand anders. Hij was net van plan de deur te sluiten en naar binnen te gaan, toen hij iemand zag. Het was een jonge vrouw, moeizaam lopend aan de schaduwkant, dicht bij de muur, met een baby in haar armen. De vrouw was erg mager, ze zag er erg vermoeid uit en haar kleren waren armoedig. Vadertje Panov keek naar haar; ze was bijna zijn deur voorbij, toen hij plotseling riep: 'Hallo, kom toch even binnen en warm je bij het vuur.' Geschrokken keek zij op en eerst leek het alsof zij weg wilde rennen. Maar ze zag de pretlichtjes in de ogen van de schoenmaker, achter zijn brilletje met de ronde glazen. 'Erg vriendelijk van u,' zei ze, toen hij opzij stapte om haar te laten passeren. Vadertje Panov haalde zijn schouders op. 'Het is niets bijzonders,' zei hij, 'ik vond je er zo koud uitzien. Moet je nog ver?' 'Naar het dorp verderop,' antwoordde ze kort. 'Ongeveer zeven kilometer. Ik heb bij de molen gewoond, maar
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 18
nu heb ik geen geld meer om de huur te betalen. Daarom moet ik naar mijn neef gaan en hem vragen of ik bij hem kan wonen. Ik heb geen man, ziet u.' Vadertje Panov liep naar de kachel, waar zij stond. 'Wil je wat brood en soep bij me eten?' vroeg hij. Maar de vrouw schudde trots haar hoofd. 'Een beetje warme melk voor je kindje dan,' zei hij en nam de baby uit haar armen. 'Maak je maar niet bezorgd,' lachte hij, met pretlichtjes in zijn ogen, 'ik heb zelf kinderen gehad!' Hij warmde de melk en voerde het kindje op zijn schoot. Het kind lachte en spartelde met zijn beentjes. 'Och, och,' sprak vadertje Panov, terwijl hij zijn hoofd schudde, 'het arme ding heeft geen schoentjes aan.' 'lk kan ze niet voor hem kopen,' zei de jonge vrouw bitter. Terwijl vadertje Panov het kleintje zat te voeren, kwam er een gedachte bij hem op. Hij probeerde die van zich af te zetten, maar telkens moest hij weer hetzelfde denken. Daarom pakte hij de doos van de hoge plank. De schoentjes, die hij zolang geleden gemaakt had, pasten het kind precies. Alsof ze voor hem gemaakt waren 'Nu dan, die mag jij hebben,' zei hij zacht. De jonge vrouw was overgelukkig. 'Hoe kan ik u ooit danken?' riep zij blij. Maar vadertje Panov hoorde haar niet eens. Hij keek bezorgd naar buiten. Zou Jezus voorbij gekomen zijn toen hij het kindje zat te voeden? 'Is er iets?' vroeg de jonge vrouw vriendelijk. 'Heb je gehoord van Jezus, die met Kerstmis geboren werd?' antwoordde de oude schoenmaker. Het meisje knikte. 'Hij komt vandaag,' zei vadertje Panov. 'Dat heeft hij beloofd.' En hij vertelde haar de droom, die hij gehad had als het een droom was tenminste. De jonge vrouw luisterde geduldig, van het begin tot het einde. Ze keek hem aan, alsof het haar allemaal ongelooflijk voorkwam, maar ze klopte de oude schoenmaker vriendelijk op de hand en zei: 'lk hoop, dat uw droom uitkomt. U verdient het, alleen al omdat u zo goed bent geweest voor mij en mijn kind.' Daarna vervolgde zij haar tocht. Vadertje Panov deed de deur achter haar dicht en nadat hij een pan koolsoep had klaargemaakt voor zijn avondmaal, ging hij weer bij het raam zitten. Vele uren verstreken. Mensen kwamen en gingen. Maar Jezus kwam niet. Eindelijk begon vadertje Panov te vrezen, dat hij er wel geweest was, maar dat hij hem niet herkend had. Misschien was hij net voorbijgekomen, toen vadertje Panov het vuur opstookte om de soep te koken! De oude schoenmaker kon niet langer stilzitten. Hij ging in de deuropening staan en keek naar buiten. Allerlei mensen liepen zijn winkeltje voorbij, kinderen, oude mannetjes, bedelaars en omaatjes, vrolijke mensen en sombere mensen; hij glimlachte tegen sommigen, knikte tegen anderen en aan bedelaars gaf hij een geldstuk of een stuk brood. Maar Jezus kwam niet. Het begon te schemeren, en vadertje Panov begon de moed te verliezen. De grijze decembermist kroop de straat in en spoedig kon hij de vormen al niet meer onderscheiden van de weinige mensen die voorbij het raam kwamen. Treurig stak de oude schoenmaker zijn olielamp aan, stookte het vuur op en maakte iets voor zichzelf om te eten. Toen hij klaar was, ging hij teneergeslagen in de grote rieten stoel zitten, pakte zijn boek en begon te lezen. Maar het was hem te zwaar om het hart en zijn ogen waren te moe om de woorden op de bladzijde te onderscheiden. 'Het was dus toch alleen maar een droom,' zei hij treurig in zichzelf. 'lk wilde het zo graag geloven. Ik wilde zó graag, dat hij zou komen.' Twee dikke tranen welden op achter zijn brilletje en vulden zijn ogen, zodat hij bijna niets meer kon zien. Zo opeens leek het of er iemand in de kamer was. Door de tranen heen meende vadertje Panov dat hij een groep mensen door de winkel zag lopen. De straatveger was er, en de vrouw met haar kindje - alle mensen, die hij die dag gezien en gesproken had. Terwijl ze hem voorbij liepen, fluisterden ze stuk voor stuk: 'Heb je me niet gezien? Heb je me niet gezien, vadertje Panov?' 'Wie ben je?' riep de oude schoenmaker, terwijl hij moeizaam uit zijn stoel overeind krabbelde, 'wie ben je? Zeg het me.' En toen hoorde hij dezelfde stem als van de vorige nacht, maar waar de stem vandaan kwam, kon vadertje Panov niet ontdekken. De stem zei: 'lk had honger en jij gaf me te eten, ik had dorst en jij gaf me te drinken, ik was koud en jij liet me binnen. Wat jij vandaag hebt gegeven aan hulp en steun, dat heb je aan mij gegeven!' Daarna werd alles stil. De tranen in de ogen van de oude man waren opgedroogd, maar hij zag toch niemand in de kamer. 'Och, och,' zei vadertje Panov langzaam, terwijl hij de punten van zijn snor omlaag trok, 'hij is dus toch gekomen.' De oude schoenmaker schudde bedachtzaam zijn hoofd. Toen glimlachte hij en de pretlichtjes in zijn ogen, achter het brilletje met de ronde glazen, kwamen terug. Leo Tolstoj
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 19
Een vrouw verwacht bezoek Zo gebeurde het, dat op een nacht Jezus verscheen in de droom van een diepgelovige vrouw. De volgende dag zou hij bij haar op bezoek komen. De droom was zo echt voor haar dat ze dolgelukkig was. Eindelijk zou ze Jezus zelf kunnen zien, meer nog hij zou bij haar in huis komen. Ze stond op en ze poetste haar hele huis van onder tot boven. Ze was maar net klaar of er werd gebeld. Zenuwachtig deed ze de deur open, maar daar stond haar dochter met haar kleinkind. Met de vraag of oma op haar kleinkind kon passen, want zij wilde met een oude buurvrouw naar het ziekenhuis gaan. "Het spijt me" zei de moeder; vandaag niet want ik krijg hoog bezoek. Meer kon of wilde de vrouw niet zeggen tegen haar dochter van wat haar te wachten stond. Tegen de middag werd er opnieuw gebeld: iemand om geld in te zamelen voor een vluchtelingenkamp in Syrië. "Nu even niet" zei ze; "Ik verwacht hoog bezoek". 's Avonds werd er weer gebeld door twee jongens van de Chiro. Zij waren op zoek naar oude spullen om te verkopen op de rommelmarkt voor een goed doel. Neen ook voor hen had ze geen tijd want ze verwachte zeer hoog bezoek. Maar er kwam niemand. Moe van het wachten en teleurgesteld ging ze naar bed, en opnieuw verscheen Jezus in haar droom. Hij zei: 'Ik heb drie keer bij je aangebeld, en drie keer had je geen tijd'. Toen werd ze wakker .
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 20
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 21
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 22
Dit lied is te vinden op de cd van TOV
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 23
Ter info: Welzijnszorg focust in 2013 op het platteland. Met de campagne ‘Armoede (op den) buiten’ wil Welzijnszorg dit jaar de problematiek van plattelandsarmoede naar buiten brengen. Armoede op het platteland is minder zichtbaar dan in de stad. Veel plattelandsbewoners durven niet met hun problemen naar buiten komen uit schaamte. In een kleinere dorpsgemeenschap is er minder anonimiteit en mensen zetten er niet snel de stap naar de formele hulpverlening. Dit maakt dat armoede er minder meetbaar is en daardoor ook minder zichtbaar en vaak vergeten. In het armoededebat staat meestal de (groot)stedelijke problematiek centraal. Het armoedebeleid was de voorbije jaren in de eerste plaats een stedelijk beleid en subsidies gingen in die richting. Het platteland verdween daardoor uit het blikveld. Toch vormt een leven in armoede ook op het platteland de harde dagelijkse realiteit voor vele mensen. Armoede heeft misschien wel een ander gezicht op het platteland: de armoedepercentages liggen er algemeen dan wel lager dan in de grote steden, maar sommige groepen - zoals ouderen, alleenstaande ouders... lopen dan weer extra risico. Ik hou mijn deur gesloten. Hier komt niemand binnen. Niemand hoeft te zien hoe ik leef. Binnen is het leven echt, ongenadig en hard. Buiten kan ik doen alsof: ik ben net als iedereen. Uit Spoor ZeS, bezinningsteksten WZZ
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 24
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 25
teksten voor onderwijsverstrekkers rond ‘DEUR’
* Het evangelie opent de deur van godsdienst en samenleving. Het evangelie doet de deur open: voor kwetsbaren en zieken, voor mensen in armoede en achtergestelden, voor mensen - om welke reden ook- uitgesloten. Het evangelie houdt de deur open: voor verloren zonen, voor arbeiders van het elfde uur, voor overspelige vrouwen. Het evangelie slaat de deur niet dicht: voor mensen die niet honderd procent in orde zijn met de godsdienstige wetten: niet in orde met de sabbatwetten, niet orde met de reinheidswetten. Jezus is gekomen om gesloten deuren te openen: de deur van een gesloten samenleving, de deur van een gesloten politiek, de deur van een gesloten Kerk of godsdienst. Hijzelf was een open deur: voor allen. Hij was een mens die bij anderen deuren opende. Ook Zijn godsdienstige taal was open en vol vrije ruimte. Hij sprak opdat ook godsdienstige leiders God niet langer zouden opsluiten achter de deur van hun groot gelijk. God is alleen maar een open deur, zo klonk zijn bevrijdend woord.
* Wanneer openen wij onze deur? Wanneer openen wij onze deur voor wie honger heeft? Wanneer openen wij onze deur voor wie dorst heeft? Wanneer openen wij onze deur voor wie naakt is? Wanneer openen wij onze deur voor wie ziek is? Wanneer openen wij onze deur voor wie vreemdeling is? Wanneer openen wij onze deur voor wie in de gevangenis zit?
* Ik ben de deur van de schaapstal Ik ben de deur, zegt Jezus. Ik ben de deur van de schaapstal. Een schaapstal heeft geen deur. Er is alleen een deuropening. Zo gezien krijgt het beeld van Jezus nog meer betekenis. Ik ben de deur van de schaapstal wil dan zeggen: ik zorg ervoor dat alle schapen binnen zijn, ik zorg ervoor dat er geen schapen weglopen, verloren lopen, ik wacht en waak aan de deuropening ik bescherm de schapen tegen rovers en wolven. Ik ben de deur, zegt Jezus. Ik ben bereid om risico’s te lopen voor jullie. Ik ben bereid om mijn leven op het spel te zetten. Zoveel geef ik om jullie. Zoveel geven goede herders om hun kudde. Een goede herder zijn, het is geen romantisch of vroom beeld. Het is een scherpe, uitdagende beeldspraak. Welke leraar, directeur, opvoeder kan het zeggen over zichzelf? “Ik ben de deur voor mijn kudde, ik ben de deur voor alle schapen.” * Hoe ver staan onze deuren open? Voor wie hebben wij het moeilijk om onze deur open te doen, open te houden? Wie zouden we de deur willen wijzen? Voor wie zouden we in een eerste neiging willen of durven de deur dichthouden of dichtgooien? Aan wiens deur zouden we liever of gemakkelijker voorbij kunnen of willen lopen? Voor wie zouden we de deur weer op een kier moeten zetten? Voor wie zouden we deur weer moeten openen? Voor wie zijn we te weinig open deur?
naar Matteüs 25
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 26
* Er bestaan vele soorten deuren: gewone deuren, grotere poorten, zware ijzeren deuren, glazen deuren, lichte deuren, vouwdeuren, … * Toen Jezus rondtrok door dorpen en steden gaf Hij vaak onderricht aan de mensen die daar woonden. Op een keer kwam iemand naar Hem toe en vroeg: "Zijn er veel mensen, die echt bij U horen"? Jezus gaf daar niet direct antwoord op. Maar Hij zei: " Je moet heel goed je best doen en je tot het uiterste inspannen want de deur, waardoor je bij mij binnenkomt, en waardoor je echt bij mij hoort, is een hele nauwe deur. Er zijn mensen die denken dat alles vanzelf wel goed komt". Ze zeggen"We hebben met Hem gegeten en gedronken" of "Hij heeft toch bij ons onderricht gegeven". Of ze denken: " We komen er toch wel, we zitten vooraan in de kerk, we geven toch geld aan goede doelen! Maar dat is niet genoeg. Ze moeten het aan je kunnen zien in je woorden en daden, iedere dag opnieuw. Dan luister je van harte naar Mij, dan zet je met hart en ziel je in voor het goede. Dan kun je door de nauwe deur naar binnen komen. En dan zul je verbaasd staan omdat de laatste misschien wel de eersten zijn en de eerste de laatste zullen zijn.
Er zijn oude en nieuwe, mooie en lelijke, krakende en piepende, brede en nauwe of smalle, hoge en lage. Hoofdzaak is dat ze opengaan. In het verhaal van Roodkapje trok men aan het touwtje, men heeft soms een kleine sleutel nodig. Aan sommige deuren is een veiligheidsslot. Maar de meest trieste deuren zijn de automatische: ze gaan open, dat wel, zo gauw er iemand voorbij het elektrisch oog loopt, maar ze heten U niet welkom. De plezierigste deuren zijn zij waar je weet dat er iemand te wachten staat, die je welkom heet. In het evangelie heeft Jezus het ook over een deur, maar wel over een nauwe deur, een smalle deur. Jezus bedoelt daarmee: geen echte deur, maar met die nauwe deur wil Jezus ons zeggen dat het niet altijd gemakkelijk is om naar zijn voorbeeld te leven. Wil men op school, in de sport, in het gezin of op het werk iets bereiken dan moet men daar zich honderd ten honderd voor inspannen, dat vraagt wat moeite, inzet Als we willen dat Jezus ons welkom heet aan de nauwe deur van zijn koninkrijk dan moeten we ons daar ook echt voor inspannen. In het evangelie lezen we: "Zet je in met hart en ziel voor het goede dan kun je door de nauwe deur bij Mij binnenkomen."
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 27
website pastoraal op school www.kobrugge.be/pastoraal Carmino Bohez –Rik Depré DPB-Brugge domeinbegeleiding pastoraal@school BaO - BuBaO – SO - BuSO
GOED GEZIEN! Advent-Kerstmis 2013 – adventsvieringen – blz. 28