Aan Vaste Tweede Kamer Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 20018 2500 EA Den Haag
Den Haag, 8 juli 2011
Betreft: Aanscherping WWB Referentie: LCR/TK 11-0055/GvdM/ER
Geachte dames en heren, Op 14 juli a.s. is de sluitingsdatum voor het indienen van vragen over het voorstel om de Wet werk en bijstand aan te scherpen (32815). De LCR vraagt hierbij uw aandacht voor de (deels) nog ongewisse gevolgen van deze maatregelen. In de bijlage treft u per voorgenomen maatregel vragen en casussen aan. Algemeen De voorgestelde wijzigingen hebben als hoofddoel meer mensen aan het werk te krijgen. Hoeveel mensen wil de staatsecretaris aan het werk krijgen? Hoe wordt het effect van de maatregelen gemeten? Minder uitkeringsgerechtigden betekent niet dat er meer mensen aan het werk zijn want uitstroom zal deels het gevolg zijn van de huishoudtoets. Een daling van het aantal uitkeringsgerechtigden is dus niet automatisch een resultaat van deze maatregel. De maatregelen hebben grote inkomensgevolgen voor burgers. De staatsecretaris van sociale zaken bespaart op uitkeringen, maar de kosten voor huurtoeslag en zorgtoeslag zullen stijgen. De inkomensplaatjes die geschetst worden in de memorie van toelichting zijn incompleet. Samenloop met andere beleidsvoornemens maakt de toekomst voor burgers ongewis. De voorgestelde wijzigingen van de WWB hebben een samenhang met een aantal andere wetsvoorstellen en beleidsontwikkelingen: hoofdlijnennotitie Wet Werken naar Vermogen, wijzingen in de AWBZ en het Wetsvoorstel huisbezoek rechtmatigheid uitkering. Voor wat betreft de inkomensgevolgen voor uitkeringsgerechtigden kunnen de effecten zelfs cumulatief en daarmee desastreus zijn voor bepaalde groepen. De Raad van State merkt op dat zij de mogelijke samenhang met de Wet werken naar vermogen zal bezien als deze aan haar wordt voorgelegd. Een juridisch adviescollege kan het bij deze constatering laten. Voor cliënten geldt dat niet.
LCR/TK 11-0055/GvdM/ER
1
Voor hen zijn het ingrijpende maatregelen waarvan de gevolgen wellicht nu nog wel maar over een jaar niet meer zijn te overzien. Bijvoorbeeld: • Wat betekenen de maatregelen voor iemand met een bijstandsuitkering die in een GGZ-instelling verblijft? Is voor hem de huishoudtoets van toepassing? • Wat betekent de huishoudtoets voor iemand die zijn gehandicapte moeder verzorgt? Nu heeft de moeder nog een AWBZ-indicatie voor 10 uur zorg dus lijkt er niets aan de hand. Maar is dat volgend jaar nog wel zo? Er verandert immers ook veel in de AWBZ. • Wat betekent de huishoudtoets voor jongeren met een handicap die volgend jaar 18 worden en in een wooninitiatief willen gaan wonen? Veel onduidelijkheid voor burgers en dus veel zorgen. Op welke wijze gaat de staatssecretaris burgers informeren en ondersteuning bieden bij de vragen die er leven? En als blijkt dat de zorgen terecht zijn en als, wat niet ondenkbaar is, groepen personen onder de armoedegrens terecht komen, heeft het Kabinet dan nog ruimte voor aanpassing van de maatregelen? Administratieve lasten De invoering van de wetswijziging vraagt een aanzienlijke aanpassing van administratieve systemen en ICT. Het is de vraag of dit voor de gewenste invoeringsdatum kan worden gerealiseerd. Vervolgens is het de vraag of deze maatregelen ongewijzigd in de voorgenomen Wet Werken naar Vermogen kunnen worden ingepast. Zo niet, dan betekent dit opnieuw aanpassing van administratieve systemen en I • Wat zijn de consequenties van de maatregelen met betrekking tot de administratieve lasten voor de burger? • Wat zijn de consequenties van de maatregelen met betrekking tot de administratieve lasten en de uitvoeringskosten van gemeenten? • Kan de staatssecretaris aangeven wat de uitvoeringskosten voor gemeenten zijn? • Kan de staatssecretaris aangeven welke kosten gemoeid zijn met het aanpassen van de ICT? Risico stijging schuldenproblematiek De LCR vreest een toename van de schuldenproblematiek. Allereerst doordat het inkomen van bepaalde groepen fors achteruit gaat. Maar ook omdat de uitvoering van samenloop van uitkeringen en wisselende inkomsten uit arbeid voor de uitvoerders van de sociale zekerheid een lastige zaak is. Elke maand moet de hoogte van de aanvullende uitkering opnieuw worden berekend. De uitvoering loopt ook altijd een maand achter. Immers, het loon dat in maand 1 wordt verdiend, is pas aan het eind van maand 1 bekend. Maar dan moet de uitkering al worden uitgekeerd. De uitkering in maand 2 is gebaseerd op het loon in maand 1. Maar dan kan het loon wel lager zijn dan het loon in maand 1. Die omstandigheid kan zich herhaaldelijk voordoen en dan ontstaat gemakkelijk een probleem met schulden. Dit kan er toe leiden dat mensen de ene maand te weinig uitkering ontvangen en de andere maand te veel. LCR/TK 11-0055/GvdM/ER
2
Aan het einde van het jaar of later wordt berekend of betrokkene over de betreffende periode het juiste bedrag aan uitkering heeft ontvangen. Als er teveel is uitgekeerd moet er worden teruggevorderd. Ook dat kan tot schuldenproblematiek leiden. Conclusie Gelet op de onduidelijkheid van de gevolgen van de maatregelen voor burgers, vanwege de samenhang met beleidsvoornemens die nog niet of slechts ten dele zijn uitgewerkt, pleit de LCR ervoor om de voorstellen niet nu al in de WWB in te voeren maar deze mee te nemen bij het uitwerken van de Wet Werken naar Vermogen. Kan de staatssecretaris de burger uitleggen welke effecten de maatregelen voor hem hebben nu en in de nabije toekomst? De LCR verzoekt u hierbij onze vragen en opmerkingen mee te nemen in uw vragen naar de staatssecretaris. Met vriendelijke groet, Met vriendelijke groet,\
G. van der Meer Voorzitter
Samenstelling Landelijke Cliëntenraad • Landelijke cliëntenorganisaties: Vakcentrale voor Middengroepen en Hoger personeel / Christelijk Nationaal Vakverbond (MHP/CNV), Chronisch zieken en Gehandicaptenraad Nederland (CG-Raad), Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO), Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, publieke sector), Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, private sector), Landelijke Vereniging van Arbeidsongeschikten (LVA), Samenwerkingsverbanden Landelijk Overleg Minderheden (LOM), vertegenwoordiging cliënten GGZ, Platvorm VG. • vertegenwoordigers van cliëntenraden: cliëntenraden SVB en UWV • vertegenwoordigers van de gemeentelijke cliëntenparticipatie: Landelijk overleg cliëntenraden Sociale Zekerheid (LocSZ), Landelijk overleg cliëntenraden Sociale Zekerheid (LocSZ)/cliëntenraden G4, Landelijke Vereniging Thuislozen (LVT).
LCR/TK 11-0055/GvdM/ER
3
Bijlage bij LCR/TK/11-0055/GvdM/ER Vragen en casussen bij de voorgenomen maatregelen 1 Huishoudtoets De huishoudtoets is complex in de uitvoering en heeft verregaande gevolgen voor burgers. Wat betekent de huishoudtoets voor een jonge alleenstaande moeder (21 jaar) die bij haar bijstandgerechtigde moeder woont en nog schoolgaande broers en zusters heeft onder de 18 jaar. Waarbij de jonge alleenstaande moeder voltijds werkt? - Moet deze jonge alleenstaande moeder haar hele familie onderhouden? - Hoe zijn haar toekomstperspectieven? De kosten voor de overheid (voor bijvoorbeeld huurtoeslag en kinderopvang) zijn nog groter als deze jonge alleenstaande moeder ervoor kiest om zelfstandig te gaan wonen. Wat betekent het voor de alleenstaande ouder met een kind in het speciaal onderwijs van 18 jaar. Wordt het huishouden thans gezien als een gezin met twee volwassenen dus recht op een gezamenlijk inkomen van maximaal het minimumloon? Gezinnen met volwassen kinderen (18+) krijgen een gezinsuitkering. Werkende kinderen worden geacht hun ouders te onderhouden. Er is geen sprake van kostgeld betalen maar van kostwinner zijn, waarbij het inkomen uit uitkering tot het wettelijk minimumloon wordt aangevuld. Wat gebeurt er als het kind weigert zijn ouders te onderhouden? Als het kind besluit om die reden het ouderlijk huis te verlaten, zullen de totale kosten voor de overheid weer toenemen, zeker als het kind is aangewezen op begeleid zelfstandig wonen. Gezinnen met volwassen kinderen krijgen te maken met gezinsuitkering. Als een volwassen kind niet meewerkt aan scholingsplicht of zich onvoldoende inspant om werk te vinden dan wordt hele gezin gekort op uitkering. - Kunnen ouders juridisch verantwoordelijk worden gesteld voor de daden van hun volwassen kinderen? - Is gewaarborgd dat mensen met een beperking die gezamenlijk in een woonvorm wonen en zorg ontvangen, waarbij ieder een eigen kamer heeft, als alleenstaand worden beschouwd? - Waar halen jongeren het geld vandaan om in een instelling te gaan wonen als zij geen uitkering meer krijgen zolang zij bij ouders wonen? Er zal een kamer moeten worden ingericht?
LCR/TK 11-0055/GvdM/ER
4
Uitzonderingen huishoudtoets - Hoeveel mensen bevinden zich in een vergelijkbare situatie, bieden mantelzorg aan iemand maar zonder AWBZ-indicatie en worden dus nu geconfronteerd met de huishoudtoets? - Zijn er mensen die nu nog worden uitgezonderd van de huishoudtoets omdat zij iemand verzorgen die een AWBZ-indicatie voor tenminste 10 uur zorg heeft, en die als gevolg van de wijzigingen in de AWBZ wel met de huishoudtoets te maken krijgen? - Zo ja hoeveel mensen betreft dat?
2 Vier weken wachttijd voor jongeren bij aanvraag uitkering Ook hier dreigt een schuldenproblematiek. Bijvoorbeeld een zelfstandig wonende jongere van 26 jaar die vanuit de WW in de WWB stroomt. Vier weken wachttijd voordat de uitkeringsaanvraag in behandeling wordt genomen dus tenminste acht weken wachten tot er uitbetaald wordt. Hoe moeten huur, gas, water en licht, ziektekosten en eten worden betaald? Bovendien hebben deze jongeren in hun WW-tijd al diverse inspanningen geleverd om aan het werk te komen. Hoe verhoudt deze maatregel zich tot de zogenaamde warme overdracht van dossier? Niet alle jongeren zijn zelfredzaam en in staat om de gevraagde eigen verantwoordelijkheid te dragen. De vier weken wachttijd bij het aanvragen van een uitkering en de toets of de betrokkene zich voldoende heeft ingespannen om werk te vinden of terug naar school te gaan, kan er toe leiden dat bepaalde groepen jongeren, waaronder zwerfjongeren, niet in aanmerking komen voor een uitkering. Wat wordt verstaan onder voldoende inspannen bij de beoordeling voor het toekennen van een uitkering? Recent onderzoek naar de omvang van zwerfjongeren is voor de staatssecretaris van VWS aanleiding om met de gemeenten om de tafel te gaan om de hulpverlening aan zwerfjongeren te verbeteren. Johan Gortworst, waarnemend directeur van de Federatie Opvang zegt : “Binnen de huidige wetgeving voor bijstand en schuldhulpverlening is het voor jongeren niet mogelijk om uit de problemen te komen. Zelfs het vinden van werk helpt zwerfjongeren niet aan voldoende inkomen om van de straat of uit de opvang te komen.” Gaat de staatssecretaris van SZW ook deelnemen aan het gesprek met de gemeenten over zwerfjongeren? Een deel van de oplossing ligt immers op het terrein van de bijstand en schuldhulpverlening.
LCR/TK 11-0055/GvdM/ER
5
De voorgestelde wachttijd van vier weken voor jongeren komt bovenop het voortraject dat opvangmedewerkers al hebben doorlopen om zwerfjongeren zover te krijgen hulp te zoeken en een uitkering aan te vragen. De jongeren hebben in de vier weken wachttijd geen middelen van bestaan en zullen alternatieve (niet perse legale) middelen aangrijpen om eten en onderdak te regelen. Hoe moeten jongeren die geen familie hebben in hun bestaan voorzien gedurende de wachtperiode? Verder is het nu zo dat een opvangplek deels bekostigd wordt uit de bijstandsuitkering van de jongere. Deze wijze van bekostiging is gemeentelijk beleid. Als het de gemeente niet is toegestaan bijstand te verlenen in de eerste vier weken kan de opvangplek ook niet worden betaald. Kan de gemeente afwijken van de wachttijd als dat opname in een opvanginstelling mogelijk maakt? In het licht van de taakstelling SUWI moeten in de nabije toekomst alle uitkeringsintakes digitaal worden ingediend. - Wat betekent dit voor jongeren die niet zelfredzaam zijn? - Hoe kan worden vastgesteld dat zij niet zelfredzaam zijn? - En welke gevolgen heeft dit voor het toekennen van een uitkering? Zwerfjongeren bevinden zich in een zodanig problematische situatie dat zij niet in staat zijn op eigen initiatief in die vier weken toelating te krijgen tot een school of werk te vinden. - Is er nog recht op ondersteuning bij het zoeken naar werk? - Moet er separaat een verzoek voor ondersteuning bij zoeken van werk worden ingediend? - En moet er op deze ondersteuning ook vier weken worden gewacht? -Geldt ook voor de toekenning van ondersteuning dat de jongere moet aantonen dat hij zich voldoende heeft ingespannen? -Bestaat niet het risico dat deze jongere gedurende de periode van vier weken uit beeld verdwijnt en dat herstel van het contact zeer moeilijk wordt? 3 Categoraal minimabeleid inkomensgrens op 110% WML Onder categorale bijstand valt ook het aanbieden van een collectieve ziektekostenverzekering. Recent onderzoek heeft aangetoond dat het door gemeenten aanbieden van collectieve ziektekostenverzekeringen voor alle partijen gemeenten en burgers loont. Voor gemeenten betekent het dat het aantal niet verzekerden afneemt en voor de burger betekent het een lagere premie. Bij het invoeren van een inkomensgrens van 110% WML zal een aantal mensen niet langer kunnen deelnemen aan de collectieve verzekering met als risico dat zij tot de niet-verzekerden gaan behoren. - Is het de staatssecretaris bekend hoeveel burgers gebruik maken van een door de gemeente aangeboden collectieve ziektekostenverzekering? - Is het de staatssecretaris bekend hoeveel burgers die gebruik maken van een door de gemeente aangeboden ziektekostenverzekering een inkomen hebben boven 110% WML?
LCR/TK 11-0055/GvdM/ER
6
De maatregel om de inkomensgrens voor categorale bijstand op 110% WML te leggen moet ertoe leiden dat meer mensen aan het werk gaan. Mensen die volledig arbeidsongeschikt zijn komen in aanmerking voor de categorale bijstand en langdurigheidstoeslag. - Is het de staatsecretaris bekend hoeveel mensen die gebruikmaken van categorale bijstand volledig arbeidsongeschikt zijn? - Is het de staatssecretaris bekend hoeveel van hen meer dan 110% WML verdienen? 4 Verplichte tegenprestatie - Wat is het verschil tussen werk en tegenprestatie? - Moet er bij het aanbieden van het aanbieden van de tegenprestatie rekening gehouden met een persoonlijk ontwikkelingsplan? - Wat is het versschil tussen tegenprestatie en sociale activering? - Welke verplichting heeft de gemeente naar de cliënt die verplicht wordt een tegenprestatie te verrichten? - Hoe lang mag iemand onbetaald werk verrichten in het kader van de tegenprestatie? - Welke mate van vrijheid heeft de gemeente bij het invullen van de tegenprestatie? - Mag iemand in het kader van de tegenprestatie bij voorbeeld vrijwilligerswerk bij de kerk doen ten behoeve van uitgeprocedeerde illegale asielzoekers? 5
Opheffing ontheffing sollicitatieplicht alleenstaande ouders met kinderen onder de vijf jaar - Zorgt de gemeente voor kinderopvang voor deze ouders als zij aan het werk gaan of een opleiding gaan volgen? - Als iemand uit deze groep een opleiding gaat volgen, betaalt de gemeente dan de kosten voor kinderopvang? 6 Beperking verblijfsduur in het buitenland Ook AOW-gerechtigde ouderen met aanvulling uit de bijstand worden door deze maatregel getroffen. - Welk doel streeft de staatssecretaris na met deze maatregel voor AOWgerechtigden? - Zijn AOW-gerechtigden met een aanvulling uit de WWB werkplichtig? - Er zijn mensen die zich uitermate inspannen voor het vinden van werk maar buiten hun schuld niet aan het werk komen. Kunnen zij met behoud van uitkering nog vrijwilligerswerk in het buitenland gaan doen?
LCR/TK 11-0055/GvdM/ER
7