Aan-uit-aan
Trefwoorden: leuke en niet leuke momenten op kamp, vertellen aan elkaar Naar: Een wereld van verschil, zingevingsmomenten
Opdracht Iedereen zit in een kring met voor zich een theelichtje en eventueel een bokaaltje (is veiliger en het vlammetje waait niet uit). Er wordt een brandende kaars doorgegeven of iemand van de leiding gaat rustig rond, om een voor een alle kaarsjes aan te steken. Ondertussen vertelt iedereen wat er leuk, mooi en fijn was vandaag. In een tweede ronde blaast ieder een voor een hun kaarsje weer uit en vertelt wat er moeilijk, zwaar of niet prettig was. Laatste ronde: iedereen steekt het kaarsje van zijn of haar buur weer aan. Je kunt de kaarsjes in het midden zetten of – als je er ijzerdraad aan vastgemaakt – ophangen.
Verhaal Toon Tellegen: ‘De olifant en de slak’ Midden in het bos kwamen de olifant en de slak elkaar tegen. ‘Hallo olifant,’ zei de slak. ‘Dag slak,’ zei de olifant. Op dat moment begon het te regenen. ‘Kom maar even binnen,’ zei de slak. ‘Graag,’ zei de olifant en hij stapte het huis van de slak in. Het was warm en donker daar binnen, terwijl de regen op het dak kletterde.
‘Het is hier wel nauw,’ zei de olifant. ‘Ja,’ zei de slak. ‘Maar niet als ik alleen thuis ben.’ ‘Ik vraag me af’ zei de olifant die nauwelijks kon ademhalen, ‘wat erger is: nat of nauw?’ ‘Ja,’ zei de slak, ‘wat zou eigenlijk erger zijn?’ ‘Heb je hier nergens een raam?’ vroeg de olifant. ‘Als ik kijken wil, ga ik altijd naar buiten,’ zei de slak. De olifant knikte, maar het huis van de slak was net iets te klein daarvoor. De wanden kraakten, barstten en vielen in scherven uiteen. ‘Wat deed ik nou?’ vroeg de olifant. ‘Knikken,’ zei de slak, terwijl de tranen in zijn ogen sprongen. ‘Maar dat doe ik zo vaak ...’ zei de olifant. Maar toen sloeg hij zijn ogen neer en zei: ‘Het spijt me, slak.’ De slak keek zo verdrietig dat de olifant een brok in zijn keel kreeg. Het was ook een treurig gezicht: de neergutsende regen, de stukjes huis en de wanhopige slak. ‘Kan ik iets lijmen?’ vroeg de olifant. Maar de slak zei alleen maar: ‘Loop maar door, olifant.’ Toen de olifant doorliep, riep hij hem nog na: ‘Maar ik ben niet boos!’ ‘Nee,’ riep de olifant vlak voordat hij niet oplette en met zijn volle gewicht tegen de beuk botste, en wel zo hard dat de eekhoorn boven in zijn huis met stoel en al omviel, terwijl hij juist even zat te slapen. De avond viel en de slak zocht alle scherven van zijn huis bij elkaar. Met wat lijm maakte hij zijn huis weer heel. Maar in het dak liet hij een opening waardoorheen iemand voortaan zijn hoofd zou kunnen steken als hij wilde knikken. Toen hij die nacht plotseling wakker werd, zag hij door de opening een ster in de donkere lucht. En dan te bedenken, dacht hij, dat ik tot nu toe zelfs geen kier heb gehad. Hoe bestaat het! En hij schudde heel voorzichtig zijn hoofd, terwijl de ster hoog boven hem fonkelde.
B-B-B-Bivak
Trefwoorden: voelen, vertellen over gevoelens
Opdracht Voorbereiding Voorzie kaartjes in vier soorten gekleurd papier, één kleur voor één emotie. Teken op een grote flap een spelbord van vier bij vier vakjes (een kaartje moet op een vakje passen). Iedereen tekent een gezichtje (zie verder) op elk van de vier kaartjes. Methodiek Ieder legt om beurten één gezichtje op de onderste/buitenste rij. In een tweede ronde mag iedereen een tweede emotie afleggen, maar als ze al bij iemand ligt, moet je het kaartje daar tegen leggen. Degene van wie het kaartje een buur kreeg, vertelt waarom hij of zij die eerste emotie op het spelbord legde.
Chirosonnet
Trefwoorden: Wat is Chiro?
Gedicht Weet je wat het is? Het is spelen in het gras, Buiten lopen zonder jas. Ik weet wat het is. Weet je wat het is? Het is springen in een regenplas, Niet meer denken aan de klas. Ik weet wat het is. Het is vrijheid en op kamp gaan, Luisteren met een lach en een traan. Het is vriendschap, liefde, geborgenheid. Leven met een kleinigheid. Altijd hevig in de weer. Chiro is het, zonder meer. Joke Vandenbergh, Chiro OLV, Tongeren
Opdracht 1. Voorwerp ‘Wat is Chiro?’ zoeken of knutselen. Eventueel kan dat het kampaandenken worden of het cadeautje voor de kookploeg. 2. Strofes bijschrijven, als je leden dat leuk vinden.
Dauwtrip
Trefwoorden: niets speciaals, ochtend, rustig, vroeg uit de veren, zonsopgang
Opdracht Kies met de leiding of je de dauwtrip aankondigt of een verrassing laat zijn. Regel praktische zaken zoals het ontbijt de avond voordien. Wek iedereen rustig en probeer die rust in de groep te bewaren. Wanneer de leden klaar zijn, zeg je (nogmaals) kort wat de bedoeling is en wat je van hen verwacht: een stilzwijgende wandeling, in aaneengesloten groep. Iedereen kijkt goed rond, luistert naar dierengeluiden en wijst eventueel (rustig) naar iets moois dat opduikt (een bijzondere wolkenformatie, een rare boom, een dier). Hoe rustiger en stiller het wandelen verloopt, hoe groter de kans dat je speciale zaken opmerkt. Een hertje, een eekhoorn, een tondeldoos, jonge vogels, ... Kies een plek uit om te gaan zitten. Ontbijt daar samen en vertel over wat je zag, rook, hoorde, voor het eerst zag, mooi vond, raar vond, enzovoort.
Idee voor een activiteit later op de dag Knutselen met natuurlijk materiaal (geen levend materiaal van planten gebruiken!)
Variatie Geluidentocht, in de natuur of in de bewoonde wereld. Welke verschillende geluiden waren er allemaal te horen? Luid? Stil? Aangenaam? Storend? Mooi? Speciaal? Kruidentocht, geurentocht. Liefst met iemand die iets van planten kent, zodat je niet van élke plant blaadjes kapot moet wrijven om te ontdekken of ze geurig zijn. Je kunt thee maken van een bepaalde plant, bijvoorbeeld van echte kamille. Nachttocht (variatie op dropping): vraagt een zwaardere fysieke inspanning. Het groepsgevoel kan sterk aanwezig zijn als je met je afdeling alleen door de nacht wandelt. Af en toe zelf geluid maken mag. Zingen, bijvoorbeeld. Ervaringsplek: ga ergens in het bos op je hurken zitten en trek een vierkant rond jezelf. Doe je ogen dicht, adem uit en in en tast dit perkje af. Voel beetje bij beetje wat er ligt, streel het, betast het, voel met je vingers, met je hele hand, met de rug van je hand, met je nagels. Hou het tegen je wang, tegen je lippen. Hoe voelt het nu? Hou je ogen dicht als het kan en zoek verder. Er ligt nog veel.
Meikevers
Trefwoorden: zelfbeeld, eigenheid, iedereen anders iedereen gelijk
Verhaal Twee meikever s kwamen op dezelfde veertiende mei boven de grond, op zo’n goede meter van elkaar. De ene was een mooie donkerbruine, de andere een even mooie witte, een zogenaamde ‘molenaar’. De molenaar besloot naar het oosten te gaan. De bruine besloot naar het west en te gaan. Zo kwamen ze elkaar al spoedig tegen. Het was een prachtige, bijna zomerse dag en hun borsteltjes trilden van genot in het warme licht. Toen zagen ze elkaar. “Wat een mooie bruine kever,” dacht de witte, “kijk eens wat een diepe war me kleur!” En toen keek hij naar zichzelf en werd zo beschaamd dat hij de ogen neersloeg om ze nooit meer op te slaan. “Wat een mooie witte,” dacht de bruine, “hoe mooi glanzend dat gebroken wit zonder een vlekje!” Toen keek hij naar zichzelf en werd zo beschaamd dat hij de ogen neersloeg om ze nooit meer op te slaan. Moedeloos en met neergeslagen ogen kropen ze beiden terug vanwaar ze gekomen waren. Ze hebben nooit gevlogen. DE ROECK B.P. – ‘Gras onder mijn voeten’
Werkvragen Individueel: Wat vind je van jezelf dat je niet zo goed kan, waarvoor ben je soms verlegen? Groep: Wat vind je dat Jan en Yasmine goed kunnen, waarin bewonder je hen?
Knutselopdracht Zelfportretten op ware grootte. Hang stroken behangpapier of onbedrukt krantenpapier op, zoveel als er deelnemers zijn – zowel leden als leiding. Teken ieders silhouet op een strook en laat iedereen hun eigen portret inkleuren met verf of verscheidene technieken (collage, kleuren, natuurlijke materialen, enz.).
Schoenen
Trefwoorden: schoenen als metafoor voor ieders persoonlijkheid, ieders aanwezigheid op kamp
Opdracht Na een dagtocht of eerder naar het einde van het kamp, wanneer alle schoeisel al werd gedragen. Per afdeling zit je in een kring, met een paar schoenen (of slippers of sandalen) naar keuze voor je op de grond. Ofwel vertelt iedereen een verhaal van zijn of haar schoenen op bivak en laat je het onderstaande verhaal als slot voorlezen. Ofwel begin je met het verhaal en vertelt daarna iedereen een persoonlijk stukje kampgeschiedenis.
Verhaal: Schoenen mee? Het bivak vangt aan, we zetten ons in beweging, op weg met heel veel voornemens, op weg met een precies doel voor ogen, maar langs een nog onbekende route. Chiromensen trekken soms kinderschoenen aan op die weg: de nostalgie naar verloren tijden; naar het voorbije Chirowerkjaar met zijn vertrouwde gebruiken; naar de mooie en plezierige
momenten die je tijdens Chiroactiviteiten kon beleven en die je niet wilt loslaten, maar ook de hunker naar zachte aanpak en knusse geborgenheid. Ze staan lief, die schoentjes, maar gaan toch zo gauw knellen. Het zijn de schoenen van gisteren, maar passen ze morgen wel? Chiromensen trekken soms baskets aan. Weetgierig als ze zijn, willen ze zoveel mogelijk ontdekken. Enthousiast nemen ze omwegen en zijwegen. Er zit vaart, sportiviteit en humor in hun tred, een duw en valpartij kunnen ze incasseren, maar ze verslijten wel vlug, té vlug. Chiromensen trekken soms balletschoenen aan. Ze oefenen keihard en vol discipline om soepel en sierlijk te presteren. Het resultaat is hen die moeite waard. Ze zijn lenig en niet verroest in standpunten en principes. Ze kunnen lang en dikwijls op de toppen van hun tenen staan; maar soms raken ze uitgeput. Een Chiroleven in tutu en roze willen beleven, is de realiteit misschien te mooi voorstellen? Chiromensen hebben ook alledaagse schoenen aan. Ze zijn trouw aan hun opdracht, weten van aanpakken, ze hebben de moed om door te stappen als het tegenzit of als ze kritiek te incasseren krijgen. Maar de sleur en de slenter is hen ook vertrouwd en de verleiding om mee te lopen en het Chiroleven maar stilletjes te ondergaan, kennen ze ook. Chiromensen trekken soms bottines aan. Het zijn zij die hun idealen niet gemakkelijk inruilen voor compromissen. Het zijn taaie volharders; maar soms gaan ze wel met vuile schoenen door de Chiro of vergeten ze dat niet iedereen hun forse pas kan volgen. Chiromensen trekken soms pantoffels aan omdat ze wat rust, bezinning en spiritualiteit in het haastige denk- en speelwerk willen brengen; omdat ze aangename, geborgen sfeer in de Chiro belangrijk vinden. Maar zachte, warme pantoffels zijn zo verleidelijk om aan te houden. Het aangename is toch altijd leuker dan het nuttige, maar de Chiro blijft een speel- en werkmilieu. Het bivak vangt aan. Je zet je in beweging. Zeg eens, welke schoenen heb jij mee?
Soep
Trefwoorden: samenwerken, samen lukt alles, iedereen draagt iets bij
Opdracht Elke afdeling krijgt één soort groente: ui, prei, selder, tomaat, courgette, paprika (gele of rode), enzovoort. Alle groenten worden schoongemaakt, gewassen en fijngesneden. Het is belangrijk dat iedereen kan meedoen, verdeel het werk dus goed. De kampkoks verhitten wat olie en laten dan de groenten een voor een aanrukken. Indien mogelijk wordt de soep in het zicht van iedereen klaargemaakt. Terwijl de soep staat te pruttelen, wordt het verhaal voorgelezen. Opties: als de mogelijkheid er is, kun je ook brood bakken of balletjes rollen voor in de soep of ...
Verhaal In de middeleeuwen, de tijd van epidemieën, crisis en hongersnood, werd een pelgrim op doorreis gekweld door honger. Hij klopte op de eerste de beste deur aan. Toevallig zaten enkele families bij elkaar om zich, uit armoede, te warmen aan hetzelfde vuurtje. De pelgrim begreep best dat zij doodarm waren en hij hier niet om voedsel kon bedelen. Hij stelde voor om een grote ketel soep te koken. Iedereen keek verbaasd op, want voor soep heb je toch heel wat nodig. Maar dat bleek geen bezwaar te zijn: de reiziger beweerde alles bij zich te hebben in zijn rugzak. Al wat hij nodig had, was een grote ketel water. Dat lieten de anderen zich geen t wee keer zeggen! Ze haalden een grote ketel water en zetten die op het vuur. Toen haalde de man een steen uit zijn rugzak. “Nee, geen gewone steen,” zei hij toen hij hun vragende blikken zag, “een echte soepsteen!” Voorzichtig legde hij de steen in het water en nu maar wachten, vol spanning, vol nieuwsgierigheid. “De soep zou gekruid moeten worden,” zei de man. Gelukkig was er nog wat zout in huis en de buurvrouw had nog wat laurier en een beetje Spaanse peper. Ze ging het halen. En weer maar wachten. “Er moet eigenlijk een beetje vet bij,” zei de pelgrim. Toen herinnerde iemand zich dat hij in de kelder nog wat soepvlees had staan. “Ze zou nog wat gebonden moeten zijn.” De knolletjes van de aardappelstruik die hij in de voortuin had zien staan, werden toegevoegd. “Wat zou je denken van een paar worteltjes?” vroeg plots iemand. Iemand anders herinnerde zich dat ze nog een paar raapjes verstopt had. Nog iemand kwam met een stukje prei. De overbuur had nog een seldertje, een handjevol bonen en een savooitje. In korte tijd was het huis gevuld met de heerlijkste geuren. Ze aten tot ze niet meer konden en nog was de soep niet op. De pelgrim nam dankbaar afscheid en wou vertrekken. “Je vergeet je soepsteen,” riep iemand. “Die mogen jullie houden,” zei de man. “Je kunt er nog wel honderd keer soep van koken, als je maar goed doet zoals wij daarnet hebben gedaan.” “Toch een wondere steen,” zeiden de mensen. Toen de pelgrim uit het gezicht verdwenen was, raapte hij een nieuwe steen op en borg hem zorgvuldig in zijn rugzak.
Vijf vrienden
Trefwoorden: vriendschap, samen sterk
Verhaal Er waren eens vijf vrienden. Vier hadden sterke benen en armen en dat was een geluk, want de vijfde zag zo erg op tegen alles, dat hij niet kon lopen. Hij was zo moedeloos dat hij elke ochtend moe wakker werd en niet kon opstaan. De vier energieke vrienden hadden gehoord over Jezus, een verhalenverteller die interessante dingen te zeggen had. Ze hadden al heel wat verhalen opgevangen: over een legergeneraal met een zieke dochter die toch genas, over Jezus die een blinde kuste en nog veel meer. De vier hoopten dat die Jezus hun vriend kon helpen. Toen ze bij het huis kwamen waar Jezus was, konden ze niet dicht bij hem komen omdat er zoveel mensen waren. Ze gebruikten de buitentrap om op het plat dak te komen en haalden de dakbedekking weg. Ze lieten hun vriend naar beneden zakken, tot voor de voeten van Jezus. Jezus was ontroerd, omdat hij zag hoe vol van verwachting de verlamde man was en hoe zijn vrienden hem tot bij hem hadden gebracht. Hij praatte met de man: over wat moeilijk is in het leven, over hoe belangrijk vrienden zijn en hoeveel mensen kunnen realiseren als ze samenwerken. De verlamde man werd geraakt door wat hij hoorde en hij voelde vanbinnen bij zichzelf dat het waar was: dat vrienden
belangrijk zijn en dat je samen bergen kunt verzetten. De man stond op, pakte zijn matras en wandelde door de deur naar buiten. Daar omhelsde hij zijn vrienden. Oorspronkelijke tekst in het Nieuwe Testament: Mt. 9, 1-8 en Mc. 2, 1-12
Vragen Wat kan je niet alleen? Waar heb je je vrienden voor nodig? Wat gebeurt er in de Chiro en op kamp in ploegen en groepen, welke taken doe je in je eentje?
Knutselen Sjor een rij ligstoelen of een tribune of een zeer lange tafel om met iedereen samen aan te eten.
Warm en gezellig
Trefwoorden: samen één geheel, persoonlijke bijdrage tot de groep
Opdracht Op de laatste Chiroactiviteit brengt iedereen een oud T-shirt of een oude trui mee, liefst een effen exemplaar. Vermeld op voorhand dat ze die kledingstukken niet terugkrijgen. Een handige vrijwilliger stikt ze allemaal per afdeling aan elkaar tot één groot doek. Op bivak kan dit een picknicklaken zijn of een deken om ‘s avonds allemaal samen onder te liggen en naar het slaapverhaaltje te luisteren.
Variatie Elk lid krijgt een lapje stof om iets op te schrijven of te tekenen dat betrekking heeft op hoe hij of zij is in de afdeling. Hieruit kan een groepsgesprek starten: hoe voel je je in de groep? Wanneer vind je het fijn in groep iets te doen? Wanneer ben je liever alleen? De lapjes kunnen aan elkaar genaaid worden tot een doek om op te hangen of om op te zitten (zie eerder).
Verhaalideeën Sprookjes uit de oude doos: Roodkapje, Hans & Grietje, Sneeuwwitje. Zie sprookjesbos.be. Verhalen van Kleine Beer. Verhaal van Elmer de lapjesolifant. Verhalen van Toon Tellegen over vriendschap, feest, ruziemaken en het weer bijleggen. Zie www.4ingen.be. Citaten mooiste Chiromoment Mijn eerste kampvuur, het is sindsdien nooit meer zo hoog geweest. Elk jaar op 11 november de scouts vernederen bij een partijtje voetbal voor het goede doel. Met onze speelclub met de fiets naar Spanje. Mooiste moment: wanneer een leider die afzwaait op kamp het kampvuur aansteekt. Ribbel tegen verklede leider: “Ik weet wel dat jij mijn leider bent, maar ik zal het niet doorzeggen.” Na een fietstocht naar Durbuy van twee dagen BOVEN op de kampplaats aankomen en met veel honger de berg weer afrijden. Daar in het dorpje zalig eten op de markt en achteraf moedig terug de berg op. Zalig.