Aan gemeenten, VNG, SRE, Rijk, Tweede Kamer, provincie zorgverzekeraars, PRG, maatschappelijke organisaties, brancheorganisaties
Datum: 24 april 2013 Onderwerp: maak 'doe-het-zelf-zorg' voor en door burgers écht mogelijk
Geachte heer, mevrouw, In Zuidoost-Brabant zijn in meerdere kleine dorpen zorgcoöperaties gestart. Dit zijn initiatieven waarbij dorpen zelf de zorg organiseren: de informele zorg en daarop aansluitend de professionele zorg. De koplopers onder deze coöperatieve initiatieven hebben zich verenigd in het platform zorgcoöperaties. De visie en de werkwijze van coöperaties worden met ondersteuning van de provinciale Verenigingen Kleine Kernen en de provincies Noord-Brabant en Limburg verder verspreid en geïmplementeerd in Zuid-Nederland. Zorgcoöperatie Hoogeloon is één van de initiatiefnemers van het landelijke platform voor senioreninitiatieven ‘Dat doen wij zelf!’. Zorgcoöperaties als nieuwe transitie-praktijk Zorgcoöperaties zijn in opkomst. Bij deze vormen van samenwerking pakken burgers samen zaken aan om de leefbaarheid en de zorg voor de eigen wijk of dorp te regelen. Bovendien heeft ieder lid stemrecht en beslist mee over de koers van de coöperatie. Een zorgcoöperatie leidt door het ‘mede-eigenaarschap’ van de coöperatieleden tot een sober zorggebruik. De leden vragen niet meer dan strikt noodzakelijk is. Dit gecombineerd met de werkwijze waarbij de ‘natuurlijke’ inzet van de familie wordt gerespecteerd en erkend als belangrijk, leidt tot een ondersteunende, niet-overnemende zorgverlening. De medewerkers van onze zorgcoöperaties bieden door deze werkwijze rust en zekerheid: je weet dat je als cliënt en familie kunt rekenen op zorg als dit nodig is, en je houdt het daardoor langer vol. Dit leidt veelal tot een lagere inzet van zorguren dan op grond van de zorgindicatie is toegekend. Zorgcoöperatieve initiatieven zoals in Zuidoost-Nederland sluiten naadloos aan bij de transitie die de rijksoverheid inzet op het terrein van AWBZ en Wmo. Geïnspireerd door de koplopers in de nieuwe praktijk willen wij u een aantal overwegingen meegeven om het transitieproces - zoals door Rijk, gemeenten en anderen wordt vormgegeven - goed te laten aansluiten bij de burgerinitiatieven. Wat is nodig om burgerinitiatieven in de zorg te stimuleren? 1. Nieuwe lichtere regelgeving die burgerinitiatieven de ruimte geven en de gemeenten instaat stellen om op lokaal niveau welzijn en zorg geïntegreerd te organiseren. 2. Kwaliteitseisen die aansluiten bij wat er bij de familie thuis gebruikelijk is. Deskundigheid van beroepskrachten wordt daaraan toegevoegd. 3. Integrale bekostiging voor (ouderen)zorg via de gemeente, zo mogelijk via een dorpsbudget. 4. De zorg toegankelijk houden voor nieuwe toetreders, zoals burgerinitiatieven, bijvoorbeeld via een vorm van PGB, het contracteren van ZZP’ers en onderaannemerschap.
Nieuwe praktijk vraagt om nieuwe, lichtere regelgeving De decentralisatie/transitie die u inzet, vraagt om nieuwe concepten. Met de coöperaties in Zuidoost-Brabant1 hebben we de zorg dichter bij mensen georganiseerd en een grotere betrokkenheid en verantwoordelijkheid van mensen zelf gerealiseerd, waardoor kwetsbare mensen in de gemeenschap kunnen blijven participeren. Wij hebben ervaren dat deze vorm van samenwerking de onderlinge solidariteit versterkt. Het accent wordt meer gelegd op kwaliteit van leven dan op kwaliteit van zorg waarbij de eigen regie in het eigen netwerk centraal staat. Als rijksoverheid en gemeenten de transitie van (ouderen)zorg serieus vorm willen laten krijgen, dan adviseren wij u om de regelgeving met deze nieuwe praktijk mee te laten bewegen. Lokale zorgoplossingen vragen om een ander, lichter regime van regelgeving. Leg de zorgcoöperaties en andere kleinschalige zorgoplossingen niet langs de kwaliteitsmeetlat die in de afgelopen decennia voor de intramurale zorg is ontwikkeld, noch via de Inspectie Gezondheidszorg, noch via VNG-modelverordeningen, noch via zware gemeentelijke controlesystemen zoals in de kinderopvang. Maak de kwaliteitseisen passend. In een bijlage bij deze brief hebben we de regelgeving die op dit moment van toepassing is op zorgcoöperaties op een rij gezet. De decentralisatie zal de regeldruk voor een deel kunnen verkleinen, maar voor een deel ook niet. Overigens staat een deel van de regelgeving zeker niet ter discussie. Indien gekwalificeerd personeel benodigd is, dient dat personeel aan alle kwalificaties te voldoen, zoals in de Wet BIG opgenomen.
Kleinschalig wonen: aansluiten bij thuis In steeds meer dorpen wordt geïnvesteerd in kleinschalig wonen-met-zorg, omdat met alle inzet van familie, vrijwilligers en professionals het thuis soms toch niet lukt. Dorpen willen dat dorpsbewoners dan toch in het eigen dorp kunnen blijven wonen. Zorgcoöperaties vragen u ook om voor deze voorzieningen een ‘afwaartse beweging’ in te zetten op het terrein van regelgeving. De kwaliteitseisen op het terrein van zorg, voedselveiligheid en brandveiligheid zijn voor een kleinschalig zorghuis hetzelfde als voor een grootschalige verpleeginstelling. Indien wij willen dat in kleinschalige zorgwoningen de bewoner en de familie grote betrokkenheid en verantwoordelijkheid in de zorg blijven nemen, dan moet de regelgeving daaraan worden aangepast. Er moet op maat met families afspraken kunnen worden gemaakt. Families moeten zelf de verantwoordelijkheid kunnen dragen als zij moeder in bad willen doen. Families moeten zelf de verantwoordelijkheid kunnen dragen als hun dementerende moeder vanuit de woonvorm naar het gezin van haar dochter wil lopen, een paar straten verderop, in een dorp waar zij haar leven lang heeft gewoond. En waarom moet afwasmiddel in een afgesloten kast, waarom mag een pedaalemmer niet met de hand worden geopend en waarom moet er een bordje nooduitgang boven de deur hangen? Dat doen wij thuis toch ook niet! En waarom moet een woonvorm aan de visboer gaan vragen of die HACCP-gecertificeerd is als het hele dorp er vis koopt? Laten we met de wet- en regelgeving aansluiten bij wat er bij families thuis gebruikelijk is. Maak kleinschalig wonen zo thuis mogelijk. Laten we breken met de traditie dat als iemand in een woonzorginstelling wordt opgenomen hij en zijn/haar familie alle verantwoordelijkheid bij de instelling inleveren, waarna de boel is dichtgetimmerd met zware kwaliteitsregimes zoals de Kwaliteitswetgeving en de Wet BOPZ.
Integrale bekostiging: dorpsbudget De zorgcoöperaties willen integraal welzijn en zorg in hun dorpen organiseren en willen daarvoor zoveel mogelijk een integrale bekostiging. Op dit moment worden zorgcoöperaties vanuit verschillende bronnen bekostigd.2 De decentralisatie van begeleiding en persoonlijke verzorging richting gemeenten maakt dat een substantieel deel van de te leveren zorg integraal is te bekostigen via de gemeente. De functie verpleging zou wat ons betreft ook naar de Wmo mogen worden overgeheveld. 1
Brochures over platform en aangesloten zorgcoöperaties: http://www.sre.nl/projecten/platform-zorgcooperatieveontwikkelingen-brabant. Beeldmateriaal Elsendorp: http://bit.ly/10MYNcL. Beeldmateriaal Hoogeloon: www.zorgcooperatie.nl. 2 O.a. eigen inkomsten (ledencontributies, leefbaarheids- en innovatiegelden), Wmo-gelden (HVZ, Wmo-consulent, dorpsondersteuner, welzijn), AWBZ-gelden (verpleging, verzorging, dagopvang) en ZVW-gelden (huisartsenmodule kwetsbare ouderen).
Graag organiseren wij als platform zorgcoöperaties, samen met een aantal gemeenten waar de zorgcoöperatieve initiatieven inmiddels robuuste netwerken zijn geworden, populatiebekostigde zorg, ofwel: een dorpsbudget. Onze praktijkervaring tot nu toe is dat zorgcoöperaties kosteneffectiever zijn dan regionale zorginstellingen - zo’n 30% goedkoper, zo schatten wij in op grond van onze praktijkervaringen - en dat wij kwaliteit leveren die door inwoners/cliënten én door onze medewerkers zeer wordt gewaardeerd. Wij zijn ook bereid om dat door middel van onderzoek te laten onderbouwen. Wij zijn er voorstander van dat gemeenten kiezen voor bekostigingsvormen en kwaliteitseisen waarbij de ‘Wmo-markt’ toegankelijk blijft voor nieuwe aanbieders, zoals zorgcoöperaties. Dat kan bijvoorbeeld via een PGB onder strikte voorwaarden, het contracteren van ZZP’ers of via onderaannemerschap van een grote zorginstelling. Flexibiliteit in de bekostiging is gewenst om zorgvernieuwing mogelijk te maken. Zo is onder de AWBZ het PGB de motor geweest voor gewaardeerde innovaties zoals zorgboerderijen, ouderinitiatieven in de gehandicaptenzorg en zorgcoöperaties. Nu thuisverpleging naar alle waarschijnlijkheid onder de werking van de zorgverzekering wordt gebracht, willen wij de zorgverzekeraars uitnodigen om binnen de mogelijkheden van de ZVW maximaal mee te werken aan integrale levering van ouderenzorg in onze dorpen. In West-Brabant is CZ al actief betrokken bij het regionale, regelarme transitieproces.
Wijkverpleegkundige: brug tussen wijk, zorg en huisarts Onze laatste overweging betreft de wijkverpleegkundige. De wijkverpleegkundige als ‘zichtbare schakel’ vervult een brugfunctie tussen de informele kracht die in dorpen en wijken aanwezig is, het welzijnswerk, verpleging en verzorging en de huisartsenzorg. In West-Brabant zijn daar door de Regionale Kruisvereniging West-Brabant zeer goede ervaringen mee opgedaan in meer dan 20 dorpen en wijken. In onze zorgcoöperaties hebben wij vergelijkbare positieve ervaringen met dorpsondersteuners en zorgcoördinatoren. De wijkverpleegkundige moet de verbinding tussen het sociale en het medische domein gaan verzorgen en wordt, zoals het er nu naar uitziet, vanuit de ZVW gefinancierd.3 Graag zien wij dat gemeenten mede sturing kunnen geven aan de wijkverpleegkundige opdat zij actief is in de ‘halfde lijn’ - tussen wijk, zorg en huisarts - en niet het medisch circuit, de ‘anderhalfde lijn’, wordt ingetrokken.
Doe-het-zelf-zorg écht mogelijk maken! Het blijft niet bij de zes zorgcoöperatieve initiatieven die samen het platform zorgcoöperaties zijn gestart. Er zijn in veel meer dorpskernen én steden overal in het land mensen bezig met coöperatieve initiatieven in welzijn en zorg. Deze beweging lijkt in een hogere versnelling te komen. Mensen nemen zelf het heft in handen. Als zorgcoöperaties weten wij ons gesteund door onze gemeenten, het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven/SRE, de provincie en de vele maatschappelijke partners, verenigingen en bedrijven waar wij mee mogen samenwerken, zowel binnen als buiten de zorg. Dat geeft de zorgcoöperatieve beweging een flinke steun in de rug. Graag ontmoeten we bij alle gemeenten, Rijksoverheid, zorgverzekeraars en maatschappelijke organisaties een steunende, coöperatieve houding. Maakt u ‘doe-het-zelf-zorg’ van burgers écht mogelijk? Indien u meer wilt weten over de zorgcoöperatieve ontwikkelingen, dan zijn wij te allen tijde bereid om het gesprek met u aan te gaan. Landelijke beleidsmakers nodigen we ook van harte uit eens in onze mooie Peel- en Kempendorpen te komen kijken. Wij vernemen graag uw reactie op onze dorpsinitiatieven en ons pleidooi voor passende regelgeving en integrale bekostiging voor burgerinitiatieven in de zorg.
3
Ministerie van VWS, Brief hervorming langdurige zorg, 25 april 2012.
Nadere informatie is te verkrijgen via Dick Loeff, Samenwerkingsverband Regio Eindhoven, ondersteuner van het platform zorgcoöperaties (tel.: 040-2594413, e-mail:
[email protected]) en Alexander van den Dungen, Provinciale Raad Gezondheid Noord-Brabant, adviseur van het platform (tel. 073-6120766, e-mail:
[email protected]). Hoogachtend, Namens de zorgcoöperatieve initiatieven uit Hoogeloon, Laarbeek, Elsendorp, Helenaveen, Heusden-Asten en Mariahout,
De heer A.J.W. Schepens, Voorzitter platform Zorgcoöperatieve Initiatieven Zuidoost-Brabant
Met ondersteuning van:
Wethouders uit zes gemeenten met een zorgcoöperatie, namens hen,
Samenwerkingsverband Regio Eindhoven/SRE,
De heer J.H.C.M. Briels, Wethouder gemeente Laarbeek
Mevrouw J.A.M. Thijs-Rademakers, portefeuillehouder welzijn en zorg
Provincie Noord-Brabant
Provinciale Raad Gezondheid Noord-Brabant,
Mevrouw drs. S.C. van Haaften-Harkema, Gedeputeerde cultuur en samenleving
Mevrouw dr. M.J.H. Paes, directeur/secretaris
Bijlage Wet- en regelgeving zorgcoöperaties De meest relevante wet- en regelgeving waar zorgcoöperaties mee te maken hebben zijn: Landelijke regelgeving
Kwaliteitswet Zorginstellingen Wet BIG Wet BOPZ Wet klachtrecht cliënten zorgsector Wet toelating zorginstellingen (WTZi) Wet maatschappelijke ondersteuning Arbeidsomstandighedenwet Arbeidstijdenwet HACCP en voedselveiligheid Tabakswet
Regionaal, uitwerking door o.a. zorgkantoor
Bovenop de landelijke geschiktheidseisen en voorwaarden stellen zorgkantoren aanvullende eisen aan alle zorgaanbieders, aan nieuwe toetreders en te contracteren ZZP’ers. Zie de voorbeelden van het zorgkantoor Zuidoost-Brabant (hyperlinks).
Lokale regelgeving, o.a.
Verordening Wmo-voorzieningen Subsidiebeleid/-verordening Verordening brandveiligheid
Toelichting Zorgcoöperaties hebben op diverse manieren te maken met landelijke regelgeving voor de gezondheidszorg: - Zorgverleners die werken voor de zorgcoöperaties moeten voldoen aan de Wet BIG. Dit is en blijft belangrijk. - Zorgcoöperaties die huishoudelijke zorg en andere Wmo-diensten organiseren moeten voldoen aan de lokale regelgeving rond Wmo en subsidiebeleid. Dit blijft zo en gaat na de transitie ook gelden voor begeleiding en persoonlijke verzorging. - Zorgcoöperaties die werken als AWBZ-onderaannemer voor verpleging en verzorging moeten voldoen aan alle kwaliteitseisen die vanuit de wet en aanvullend door het zorgkantoor aan de toegelaten instellingen worden opgelegd. Dit betreft Kwaliteitswet zorginstellingen, wet BOPZ, Wet BIG, Wet klachtrecht, etc. Dit blijft ook na de transitie zo voor wat betreft verpleging (ZWV). - Zorgcoöperaties die zelf AWBZ-instelling willen worden, moeten een toegelaten instelling worden (Wet TZi). Deze discussie speelde met name rond het beëindigen van het PGB in 2012, o.a. bij coöperatie Tot Uw Dienst in Laarbeek. Bij PGB, onderaannemerschap of ZZP-contractering is geen toelating nodig. -
Voor het kleinschalig wonen-met-zorg, o.a. bij de villa’s in Hoogeloon, zijn de bekende knelpunten met kleinschalig wonen aan de orde, zoals Kwaliteitswet Zorginstellingen, Wet BOPZ, brandveiligheid, voedselveiligheid (HACCP), Tabakswet e.d.