V2©
Vereniging van Zeeuwse Gemeenten
Aan de colleges van burgemeester en wet houders van de Zeeuwse gemeenten
ledenbrief 2015-020
status standpuntbepaling c.q. reactie bezoekadres Kanaalweg 3
contactpersoon L.M. Klaasse onderwerp advies organisatie toezicht op de Wmo met ingang van 2016
ons kenmerk BO
bijlage(n) -1-
doorkiesnr 0118-675572/573 datum 12 november 2016
Bijgaand doen wij U de tijdens de vergadering van het College voor Zorg en Welzijn (CZW) d.d. 10 november jl. besproken advies van de werkgroep Toezicht toekomen. In de vergadering van het CZW bleek dat er bij de portefeuillehouders een breed draagvlak is voor de in het advies gedane voorstellen. U wordt dan ook verzocht akkoord te gaan met: 1. de voorgestelde taakverdeling tussen de aanbieders, de gemeenten en de onafhankelijk toezichthouder; 2. het voorstel om de taken van de onafhankelijk toezichthouder neer te leggen bij de GGD-Zeeland en hier budget voor vrij te maken conform de offerte en de toege paste verdeelsleutel naar inwoneraantal en 3. het geven van de opdracht aan de werkgroep om in 2016 de toezichthoudende functie verder door te ontwikkelen conform de opgenomen planning. Uw reactie zien wij, zo mogelijk op kroet termijn, met belangstelling tegemoet. He^ Het bestuur bestu ur van van de VZG, namens dit de adjunct-secretaris,
(L.M. M Klaasse)
l
Correspondentieadres: Postbus 6000,4330 LA Middelburg T. 0118-675572/573 E.
[email protected]
Rek.
285154966
Iban Bic
NL74BNGH0285154966 BNGHNL2G
BTW
NL8020.45.492.B.01
Provinciale afdeling van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Oplegnotitie Van: Provinciale werkgroep Toezicht (Otto Recourt, Martijn de Kok, Jack Veraart, John Bosch, Marjan de Smit) Aan: CZW Onderwerp: Advies uitvoering Toezicht Wmo Datum: 21 oktober 2015
Inleiding Door de provinciale werkgroep Toezicht is een advies opgesteld voor de organisatie van het Toezicht op de Wmo met ingang van 2016 en de doorontwikkeling van de functie voor de daaropvolgende jaren. Samenvatting van het advies Uitgangssituatie Tot 2015 hield de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) kwaliteitstoezicht op naleving van de AWBZ en onderdelen van de Wmo 2007. Sinds de AWBZ in 2015 is opgegaan in de Wlz, Zvw en W m o , zijn gemeenten volledig verantwoordelijk voor het toezicht op de Wmo. Op dit moment voldoen de Zeeuwse gemeenten niet aan deze wettelijke verplichting. Verschillende taken en rollen In de uitvoering van de toezichthoudende functie worden verschillende rollen en taken onderscheiden. Drie verschillende partijen hebben een rol in de uitvoering van het toezicht: Aanbieders, colleges van B&W (contractbeheer) en een onafhankelijk toezichthouder. Daarnaast wordt onderscheid gemaakt tussen reactief en proactief toezicht. De wet schrijft voor dat het reactief toezicht (in reactie op signalen en meldingen) moet worden belegd bij een onafhankelijk toezichthouder. Voor de uitvoering van het proactief toezicht (op eigen initiatief kwaliteit toetsen, al dan niet m.b.v. risicoprofielen) is deze onafhankelijkheid geen vereiste. Voorstel Voorgesteld wordt om het proactief toezicht te integreren in de werkprocessen van het gemeentelijk contractbeheer en de inzet van een onafhankelijk toezichthouder gezamenlijk in te kopen bij de GGD. Een belangrijke overweging daarbij is de expertise die de GGD al heeft opgebouwd in het uitvoeren van een vergelijkbare functie in het kader van de wet op de kinderopvangvoorzieningen.
Ter besluitvorming in CZW Het CZW wordt gevraagd akkoord te gaan met: 1.
De in het advies voorgestelde taakverdeling tussen de aanbieders, de gemeenten en de onafhankelijk toezichthouder;
2.
De taken van de onafhankelijk toezichthouder te beleggen bij de GGD en hier budget voor vrij te maken conform de offerte (bijlage 2) en de toegepaste verdeelsleutel naar inwoneraantal (bijlage 3);
3.
De VZG opdracht te geven om de gemeentelijke bijdrage te innen en de GGD, op basis van de ingediende offerte, te financieren voor de uitvoering van het onafhankelijk toezicht in 2016;
4.
De werkgroep opdracht geven om in 2016 de toezichthoudende functie verder door te ontwikkelen conform opgenomen planning.
bureau ļ
beleidsondersteuning college zorg en welzijn college zorg en welzijn
w Advies uitvoering Toezicht Wmo
1.
Inleiding
Op 1 januari 2015 is de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (verder: Wmo) in werking getreden. De wet vervangt de Wmo 2007, als onderdeel van de meer omvattende decentralisatie van het sociaal beleid. Op basis van de Wmo draagt het gemeentebestuur zorg voor de maatschappelijke ondersteuning van ingezetenen evenals de kwaliteit en continuïteit van de voorzieningen die in dat verband worden aangeboden. Daarnaast is in de W m o 2015 geregeld dat het college een toezichthoudend ambtenaar aanwijst die belast is met het toezicht op de bepaalde kwaliteitseisen. Het regelen van toezicht is dus een wettelijk verplichte taak (artikel 6.1 lid 1 Wmo). Op dit moment voldoen gemeenten in Zeeland niet aan deze wettelijke verplichting. Het is noodzakelijk om op korte termijn een toezichthoudend ambtenaar aan te wijzen.
2.
Uitgangspunten voor het houden van toezicht
1
2.1 Wat is toezicht en wat niet? Onder het houden van toezicht wordt verstaan: het verzamelen van informatie over de vraag of een handeling of een zaak voldoet aan de gestelde eisen, het zich vormen van een oordeel daarover en zo nodig interveniëren naar aanleiding daarvan. Deze drie activiteiten hoeven niet noodzakelijkerwijs te worden uitgeoefend dooréén en dezelfde persoon of organisatieonderdeel. Het toezicht in het kader van de Wmo is nieuw. In het verleden hield de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) kwaliteitstoezicht op naleving van de Awbz en onderdelen van de W m o 2007, in het bijzonder de hulp bij het huishouden. Nu de Awbz opgaat in de Wlz, Zvw en de Wmo, wordt de toezichttaak van de IGZ ten aanzien van de Wmo beëindigd. De IGZ rapporteert nog wel aan de minister van VWS over de uitvoering van het gemeentelijk toezicht in het kader van de W m o en het effect daarvan op de maatschappelijke ondersteuning. Verder dient de IGZ de toezichthoudende ambtenaren desgevraagd van advies over het toezicht en de handhaving in het kader van de W m o .
1
Handreiking toezicht W m o , Arnt Mein, December 2014, gepubliceerd door de VNG
1
Het toezicht in het kader van de Wmo wordt ook wel nalevingstoezicht genoemd, dat wil zeggen toezicht dat betrekking heeft op de naleving van de eisen en voorschriften die zijn gesteld bij of krachtens de Wmo. Dat wil zeggen de eisen en voorschriften in de wet zelf, maar ook in de verordening, in nadere regels of nadere eisen die zijn overeengekomen in de contracten met aanbieders. Het nalevingstoezicht staat in het teken van het bevorderen van de naleving van de wet. Zoals gezegd, heeft het nalevingstoezicht in de praktijk vooral betrekking op de kwaliteitseisen die bij of krachtens de wet zijn gesteld. Daarom wordt het ook wel kwaliteitstoezicht genoemd. Het kwaliteitstoezicht moet worden onderscheiden van contractbeheer, monitoring/auditing of evaluatie (toezicht in ruime zin). Dit zijn andere werkprocessen, die in het teken staan van de controle op onder meer de doelmatigheid, rechtmatigheid en doeltreffendheid van de uitvoering van de contracten. Wel kunnen gegevens die in het kader van contractbeheer beschikbaar komen informatie opleveren over de geleverde kwaliteit. Dit kan dienen als input voor een risicoanalyse. Het toezicht moet ook worden onderscheiden van klachtafhandeling. Klachten over (de kwaliteit van) voorzieningen dienen in eerste instantie door de aanbieder te worden afgehandeld, op basis van een klachtregeling. De aanbieder dient regelmatig te rapporteren aan de contractbeheerder over de klachten en klachtafhandeling. Deze rapportages kunnen een vertrekpunt vormen voor toezicht, als bijvoorbeeld klachten aanhouden omdat verbetering uitblijft. Een ander punt is de afhandeling van calamiteiten, die moeten volgens artikel 3.4 van de Wmo door de aanbieder worden gemeld bij de toezichthouder en volgens het gemeentelijk calamiteitenprotocol bij de betrokken gemeente(n).Het zich voordoen van een calamiteit is immers een signaal over het (dis)functioneren van de kwaliteitszorg bij de aanbieder en vormt daarmee tevens een vertrekpunt voor het toezicht. In geval van een calamiteit zal het toezicht ook gericht zijn op het trekken van lessen, ter voorkoming in de toekomst. In de W m o wordt een calamiteit omschreven als een niet-beoogde of onverwachte betrekking heeft op de kwaliteit
gebeurtenis,
die
van een voorziening en die tot een ernstig schadelijk gevolg voor of
de dood van een cliënt heeft geleid. 2.2 Professionele eisen ten aanzien van het toezicht Voor de organisatie in het kader van het toezicht Wmo zijn vooralsnog vooral de eisen van onafhankelijkheid en professionaliteit van belang. Onafhankelijkheid heeft betrekking op de materiële onafhankelijkheid van de toezichthoudende ambtenaar. Hij moet zijn feitelijke werkzaamheden onafhankelijk en zelfstandig kunnen uitvoeren, zonder beïnvloeding door anderen die zich bijvoorbeeld bezig houden met het beleid, de inkoop of de verstrekking van voorzieningen. Dit laat onverlet dat hij formeel onder de (politieke) verantwoordelijkheid valt van het college. Professionaliteit heeft betrekking op de kennis en vaardigheden van de toezichthoudende ambtenaar. Hij is passend opgeleid, sociaal vaardig, flexibel en integer.
2
3.
Organisatie en uitvoering van toezicht
3.1 Taken ļ rollen in het kader van toezicht In de vorige paragraaf is geschetst wat de uitgangspunten zijn van toezicht in het kader van de W m o 2015. De wijze waarop dit toezicht wordt georganiseerd en welke partijen hierin welke rol vervullen, kan verschillen. Er zijn drie partijen die een rol spelen in het geheel van toezicht Wmo en aanverwante taken. 1.
Aanbieder van maatschappelijke ondersteuning
2.
College (en namens het college de contractbeheerder)
3.
Onafhankelijk toezichthouder
Er zijn verschillende opties mogelijk ten aanzien van het toebedelen van taken aan de onafhankelijk toezichthouder. Grofweg kan er een onderscheid worden gemaakt tussen reactief toezicht en proactief toezicht. Reactief toezicht houdt in dat de toezichthouder in actie komt op basis van signalen en meldingen. Proactief toezicht gaat verder. Dan gaat de toezichthouder ook zelf op onderzoek uit, bijvoorbeeld op basis van een risicoanalyse. Reactief toezicht is een onderdeel dat in ieder geval bij een onafhankelijk toezichthouder moet worden belegd. In het proactief toezicht kan de contractbeheerder een belangrijke rol spelen. Het is niet per definitie noodzakelijk om de ambtelijk toezichthouder een rol te geven in het proactief toezicht. 3.2 Wie houdt toezicht? Het college moet één of meerdere personen aanwijzen voor het houden van toezicht. Het ligt voor de hand dat de Zeeuwse gemeenten samenwerken ten aanzien van de toezichthoudende taak omdat veel aanbieders werkzaam zijn in meerdere Zeeuwse gemeenten. Ook is voor de uitvoering van de toezichthoudende taken in Zeeland slechts een beperkt aantal formatie-uren vereist. Zeeuwse samenwerking is dan praktisch en efficiënt. Zoals eerder genoemd, is het zaak dat de toezichthouder onafhankelijk te werk gaat; niet onder invloed van beleidsmakers, contractbeheerders of toegangsmedewerkers. De Handreiking toezicht Wmo die door de VNG is uitgegeven noemt verschillende partijen waar het toezicht kan worden ondergebracht. Vanwege de reeds aanwezige ervaring met het uitoefenen van toezicht worden genoemd de afdeling Werk en Inkomen of de GGD. Ook kan een particulier bureau worden ingezet voor de toezichthoudende taak, hoewel dit niet pas in de geest van de Wmo omdat taken en verantwoordelijkheden (inclusief toezicht) zijn overgedragen naar de gemeenten.
3
4.
Advies
Bij het t o t stand komen van dit advies is de overweging gemaakt dat kwaliteit van maatschappelijke ondersteuning volop in ontwikkeling is en dat we deze ontwikkeling willen maken gezamenlijk met de aanbieders. Met dat uitgangspunt ligt het voor de hand om het proactief toezicht te beleggen bij het contractbeheer. Zo kan op lokaal niveau op kwaliteit worden gestuurd. Het reactief toezicht kan bij de onafhankelijk toezichthouder worden belegd. De verkregen informatie van het contractbeheer wordt doorgegeven aan de toezichthouder. Een risicoprofiel maakt daar onderdeel van uit. De toezichthouder kan dit risicoprofiel op basis van nadere (soms bovenlokale) informatie aanpassen en neemt het besluit om het reactief toezicht wel of niet in te zetten. Een andere overweging die een rol speelt, is dat een aantal GGD-en reeds voor gemeenten de toezichthoudende taak uitvoeren en dat dat er naar verwachting nog meer worden. De GGD-en wisselen op informatie uit. Hierbij is IGZ betrokken. Een product van deze samenwerking is het toetsingskader kwaliteitszorg dat bruikbaar is voor de uitvoering van het toezicht. Op basis van het bovenstaande wordt het CZW geadviseerd het volgende ter besluitvorming voor te leggen aan de colleges van burgemeester en wethouders van de 13 Zeeuwse gemeenten: 1.
Instemmen met de onderstaande taakverdeling.
2.
De taken, vermeld onder 'toezichthouder' toe te bedelen aan GGD Zeeland en een toezichthoudend ambtenaar aan te wijzen die in dienst is bij GGD Zeeland.
3.
Budget vrij te maken voor het uitvoeren van de toezichthoudende taak (zie offerte).
4.
De projectgroep de opdracht te geven de onderstaande taakverdeling uit te werken gezamenlijk met contractbeheerders, aanbieders en GGD Zeeland conform de in bijlage 1 opgenomen planning.
4
Taakverdeling Aanbieder
Contractbeheer/ college
Toezichthouder
Kwaliteitseisen naleven
Kwaliteitseisen opnemen bij i n k o o p / contractbeheer
Meldpunt voor calamiteiten Wmo inrichten en bemensen
Behandelen klachten middels een klachtenregeling
Proactief toetsen kwaliteitseisen (bijv. d.m.v. monitoring, auditing, evaluatie). Deze informatie delen met toezichthouder
Reactief toezicht op basis van meldingen/signalen
Rapporteren over klachten en klachtafhandeling aan contractbeheer
Afstemmen met Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland over kwaliteitseisen, het gaat hier deels om dezelfde aanbieders
Toetsen op basis van kwaliteitseisen naar aanleiding van meldingen/signalen
Melden calamiteiten bij toezichthouder en bij betreffende gemeente(n)
Gegevens van toezichthoudend ambtenaar doorgeven aan IGZ en de aanbieders
Rapporteren over bevindingen
Jaarlijks rapporteren aan gemeenteraad m.b.t. bevindingen en acties aangaande kwaliteit
Afstemmen met 1 consulteren IGZ indien nodig
Risicoprofiel opstellen
Risicoprofiel eventueel aanvullen
Handhaven, bijv.: Waarschuwingsbrief Gesprek met aanbieder Last onder dwangsom Opzeggen contract Uitsluiten van volgende aanbestedingen
Bijlage 1: Planning Actie
Planning
Aanstellen toezichthoudend ambtenaar
December 2015
Calamiteitenmeldpunt operationeel
December 2015
Met aanbieders communiceren over de rol van de toezichthouder en het calamiteitenmeldpunt
December 2015
Uitvoeren toezicht door contractbeheer i.s.m. onafhankelijk toezichthouder
Vanaf januari 2016
Ontwikkeling kwaliteitsbeleid met daarin positionering van reactief en proactief toezicht
Vanaf januari 2016
Evaluatie functie/uitvoering toezicht, informeren CZW
December 2016
5
Bijlage 2: Offerte Toezicht op de uitvoering van de WMO in Zeeland
Offerte Toezicht op de uitvoering van de WMO in Zeeland Periode: 01-01-2016 tot 01-01-2017 Adresgegevens: CZW Bureau
GGD Zeeland
Stationspark 29c
Postbus 345
4462 DC Goes
4460 AS GOES
T.a.v. mevrouw M. de Smit
T.a.v.
de heer J. Bosch
Datum: 11 september 2015
PROJECT/DIENST: Toezicht op de uitvoering van de W M O in Zeeland
Te verlenen dienst: onafhankelijk toezicht op de uitvoering van de WMO binnen de 13 Zeeuwse gemeenten. Het toezicht wordt uitgevoerd door een inspecteur kinderopvang, werkzaam bij GGD Zeeland. Deze professional is een ervaren toezichthouder met een sociaal-medische expertise. Het toezicht zal worden uitgevoerd binnen het tijdsbestek van gemiddeld 4 uur per week gedurende de looptijd van het contract. De uitvoering van de WMO bevat drie onderdelen: 1.
Reactief incidenteel onderzoek bij calamiteiten en geweld.
De toezichthouder WMO voert, na een melding, een onderzoek uit op locatie en heeft contact met de betrokken partijen. De bevindingen worden vastgelegd in een rapportage. 2.
Adviserende rol voor proactief toezicht
De toezichthouder heeft zitting in een nog te vormen projectgroep voor verdere ontwikkeling van het onafhankelijke toezicht van de WMO. Er vindt structureel contact plaats tussen CZW bureau, de gemeenten en de GGD. 6
3.
Kennis vergaren en bijhouden
De toezichthouder blijft op de hoogte van de laatste ontwikkelingen binnen het toezicht op de W M O door het volgen van trainingen I bijscholingen en het bijwonen van informatiebijeenkomsten en intervisie (GGD-GHOR Nederland). KOSTEN Opstartkosten (opleiding toezichthouder WMO, bijwonen overleg- en informatiebijeenkomsten). Kosten C 1.000. De structurele kosten voor het uitvoeren van deze taak bedragen op jaarbasis
C 9.000. Dit
bedrag is opgebouwd uit loonkosten ad. C 7.500 en 20^. overhead. VERANTWOORDING Na elke onderzochte melding f calamiteit volgt een inhoudelijk verslag middels een rapportage. Jaarlijks vindt een inhoudelijke verantwoording plaats betreffende : Het aantal meldingen afgerond middels een rapportage Het aantal bijgewoonde werkgroep bijeenkomsten Het aantal bijgewoonde informatiebijeenkomsten en intervisie Terugblik op behaalde resultaten en vooruitblik op ontwikkelingen. Mocht u naar aanleiding van deze offerte nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen met John Bosch, toezichthouder via
[email protected] of telefonisch via 06-83331137.
Ondergetekende gaat akkoord met bovengenoemde offerte
Naam:
Datum:
Handtekening voor akkoord:
Deze offerte is geldig tot 2 maanden na verzending.
7
Op de levering van genoemde diensten zijn de algemene voorwaarden leveringsvoorwaarden 2014 GGD Zeeland van toepassing. Deze vindt u op de website www.ggdzeeland.nl Bijlage 3: Kosten verdeling op basis van inwoner aantal GEMEENTE Borsele Goes Kapelle Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Tholen
593 976 330 195 579 888 668
Middelburg Veere Vlissingen
1.250 576 1.169
Hulst Sluis Terneuzen
719 624 1.433 10.000
8
'ţ,
bureau beleidsondenteuning college zorg en welzijn
Advies uitvoering Toezicht Wmo
1.
Inleiding
Op 1 januari 2015 is de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (verder: Wmo) in werking getreden. De wet vervangt de Wmo 2007, als onderdeel van de meer omvattende decentralisatie van het sociaal beleid. Op basis van de W m o draagt het gemeentebestuur zorg voor de maatschappelijke ondersteuning van ingezetenen evenals de kwaliteit en continuïteit van de voorzieningen die in dat verband worden aangeboden. Daarnaast is in de Wmo 2015 geregeld dat het college een toezichthoudend ambtenaar aanwijst die belast is met het toezicht op de bepaalde kwaliteitseisen. Het regelen van toezicht is dus een wettelijk verplichte taak (artikel 6.1 lid 1 Wmo). Op dit moment voldoen gemeenten in Zeeland niet aan deze wettelijke verplichting. Het is noodzakelijk om op korte termijn een toezichthoudend ambtenaar aan te wijzen.
2.
Uitgangspunten voor het houden van toezicht
1
2.1 Wat is toezicht en wat niet? Onder het houden van toezicht wordt verstaan: het verzamelen van informatie over de vraag of een handeling of een zaak voldoet aan de gestelde eisen, het zich vormen van een oordeel daarover en zo nodig interveniëren naar aanleiding daarvan. Deze drie activiteiten hoeven niet noodzakelijkerwijs te worden uitgeoefend d o o r é é n en dezelfde persoon of organisatieonderdeel. Het toezicht in het kader van de Wmo is nieuw. In het verleden hield de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) kwaliteitstoezicht op naleving van de Awbz en onderdelen van de W m o 2007, in het bijzonder de hulp bij het huishouden. Nu de Awbz opgaat in de Wlz, Zvw en de Wmo, wordt de toezichttaak van de IGZ ten aanzien van de Wmo beëindigd. De IGZ rapporteert nog wel aan de minister van VWS over de uitvoering van het gemeentelijk toezicht in het kader van de Wmo en het effect daarvan op de maatschappelijke ondersteuning. Verder dient de IGZ de toezichthoudende ambtenaren desgevraagd van advies over het toezicht en de handhaving in het kader van de W m o .
1
Handreiking toezicht W m o , Arnt Mein, December 2014, gepubliceerd door de VNG
1
Het toezicht in het kader van de Wmo wordt ook wel nalevingstoezicht genoemd, dat wil zeggen toezicht dat betrekking heeft op de naleving van de eisen en voorschriften die zijn gesteld bij of krachtens de Wmo. Dat wil zeggen de eisen en voorschriften in de wet zelf, maar ook in de verordening, in nadere regels of nadere eisen die zijn overeengekomen in de contracten met aanbieders. Het nalevingstoezicht staat in het teken van het bevorderen van de naleving van de wet. Zoals gezegd, heeft het nalevingstoezicht in de praktijk vooral betrekking op de kwaliteitseisen die bij of krachtens de wet zijn gesteld. Daarom wordt het ook wel kwaliteitstoezicht genoemd. Het kwaliteitstoezicht moet worden onderscheiden van contractbeheer, monitoring/auditing of evaluatie (toezicht in ruime zin). Dit zijn andere werkprocessen, die in het teken staan van de controle op onder meer de doelmatigheid, rechtmatigheid en doeltreffendheid van de uitvoering van de contracten. Wel kunnen gegevens die in het kader van contractbeheer beschikbaar komen informatie opleveren over de geleverde kwaliteit. Dit kan dienen als input voor een risicoanalyse. Het toezicht moet ook worden onderscheiden van klachtafhandeling. Klachten over (de kwaliteit van) voorzieningen dienen in eerste instantie door de aanbieder te worden afgehandeld, op basis van een klachtregeling. De aanbieder dient regelmatig te rapporteren aan de contractbeheerder over de klachten en klachtafhandeling. Deze rapportages kunnen een vertrekpunt vormen voor toezicht, als bijvoorbeeld klachten aanhouden omdat verbetering uitblijft. Een ander punt is de afhandeling van calamiteiten, die moeten volgens artikel 3.4 van de Wmo door de aanbieder worden gemeld bij de toezichthouder en volgens het gemeentelijk calamiteitenprotocol bij de betrokken gemeente(n).Het zich voordoen van een calamiteit is immers een signaal over het (dis)functioneren van de kwaliteitszorg bij de aanbieder en vormt daarmee tevens een vertrekpunt voor het toezicht. In geval van een calamiteit zal het toezicht ook gericht zijn op het trekken van lessen, ter voorkoming in de toekomst. In de Wmo wordt een calamiteit omschreven als een niet-beoogde betrekking heeft op de kwaliteit
of onverwachte
gebeurtenis,
die
van een voorziening en die tot een ernstig schadelijk gevolg voor of
de dood van een cliënt heeft geleid. 2.2 Professionele eisen ten aanzien van het toezicht Voor de organisatie in het kader van het toezicht Wmo zijn vooralsnog vooral de eisen van onafhankelijkheid en professionaliteit van belang. Onafhankelijkheid heeft betrekking op de materiële onafhankelijkheid van de toezichthoudende ambtenaar. Hij moet zijn feitelijke werkzaamheden onafhankelijk en zelfstandig kunnen uitvoeren, zonder beïnvloeding door anderen die zich bijvoorbeeld bezig houden met het beleid, de inkoop of de verstrekking van voorzieningen. Dit laat onverlet dat hij formeel onder de (politieke) verantwoordelijkheid valt van het college. Professionaliteit heeft betrekking op de kennis en vaardigheden van de toezichthoudende ambtenaar. Hij is passend opgeleid, sociaal vaardig, flexibel en integer.
2
3.
Organisatie en uitvoering van toezicht
3.1 Taken f rollen in het kader van toezicht In de vorige paragraaf is geschetst wat de uitgangspunten zijn van toezicht in het kader van de Wmo 2015. De wijze waarop dit toezicht wordt georganiseerd en welke partijen hierin welke rol vervullen, kan verschillen. Er zijn drie partijen die een rol spelen in het geheel van toezicht Wmo en aanverwante taken. 1.
Aanbieder van maatschappelijke ondersteuning
2.
College (en namens het college de contractbeheerder)
3.
Onafhankelijk toezichthouder
Er zijn verschillende opties mogelijk ten aanzien van het toebedelen van taken aan de onafhankelijk toezichthouder. Grofweg kan er een onderscheid worden gemaakt tussen reactief toezicht en proactief toezicht. Reactief toezicht houdt in dat de toezichthouder in actie komt op basis van signalen en meldingen. Proactief toezicht gaat verder. Dan gaat de toezichthouder ook zelf op onderzoek uit, bijvoorbeeld op basis van een risicoanalyse. Reactief toezicht is een onderdeel dat in ieder geval bij een onafhankelijk toezichthouder moet worden belegd. In het proactief toezicht kan de contractbeheerder een belangrijke rol spelen. Het is niet per definitie noodzakelijk om de ambtelijk toezichthouder een rol te geven in het proactief toezicht. 3.2 Wie houdt toezicht? Het college moet één of meerdere personen aanwijzen voor het houden van toezicht. Het ligt voor de hand dat de Zeeuwse gemeenten samenwerken ten aanzien van de toezichthoudende taak omdat veel aanbieders werkzaam zijn in meerdere Zeeuwse gemeenten. Ook is voor de uitvoering van de toezichthoudende taken in Zeeland slechts een beperkt aantal formatie-uren vereist. Zeeuwse samenwerking is dan praktisch en efficiënt. Zoals eerder genoemd, is het zaak dat de toezichthouder onafhankelijk te werk gaat; niet onder invloed van beleidsmakers, contractbeheerders of toegangsmedewerkers. De Handreiking toezicht Wmo die door de VNG is uitgegeven noemt verschillende partijen waar het toezicht kan worden ondergebracht. Vanwege de reeds aanwezige ervaring met het uitoefenen van toezicht worden genoemd de afdeling Werk en Inkomen of de GGD. Ook kan een particulier bureau worden ingezet voor de toezichthoudende taak, hoewel dit niet pas in de geest van de W m o omdat taken en verantwoordelijkheden (inclusief toezicht) zijn overgedragen naar de gemeenten.
3
4.
Advies
Bij het tot stand komen van dit advies is de overweging gemaakt dat kwaliteit van maatschappelijke ondersteuning volop in ontwikkeling is en dat we deze ontwikkeling willen maken gezamenlijk met de aanbieders. Met dat uitgangspunt ligt het voor de hand om het proactief toezicht te beleggen bij het contractbeheer. Zo kan op lokaal niveau op kwaliteit worden gestuurd. Het reactief toezicht kan bij de onafhankelijk toezichthouder worden belegd. De verkregen informatie van het contractbeheer wordt doorgegeven aan de toezichthouder. Een risicoprofiel maakt daar onderdeel van uit. De toezichthouder kan dit risicoprofiel op basis van nadere (soms bovenlokale) informatie aanpassen en neemt het besluit om het reactief toezicht wel of niet in te zetten. Een andere overweging die een rol speelt, is dat een aantal GGD-en reeds voor gemeenten de toezichthoudende taak uitvoeren en dat dat er naar verwachting nog meer worden. De GGD-en wisselen op informatie uit. Hierbij is IGZ betrokken. Een product van deze samenwerking is het toetsingskader kwaliteitszorg dat bruikbaar is voor de uitvoering van het toezicht. Op basis van het bovenstaande wordt het CZW geadviseerd het volgende ter besluitvorming voor te leggen aan de colleges van burgemeester en wethouders van de 13 Zeeuwse gemeenten: 1. 2.
Instemmen met de onderstaande taakverdeling. De taken, vermeld onder 'toezichthouder' toe te bedelen aan GGD Zeeland en een toezichthoudend ambtenaar aan te wijzen die in dienst is bij GGD Zeeland.
3.
Budget vrij te maken voor het uitvoeren van de toezichthoudende taak (zie offerte).
4.
De projectgroep de opdracht te geven de onderstaande taakverdeling uit te werken gezamenlijk met contractbeheerders, aanbieders en GGD Zeeland conform de in bijlage 1 opgenomen planning.
4
Taakverdeling Aanbieder
Contractbeheer f college
Toezichthouder
Kwaliteitseisen naleven
Kwaliteitseisen opnemen bij i n k o o p / contractbeheer
Meldpunt voor calamiteiten Wmo inrichten en bemensen
Behandelen klachten middels een klachtenregeling
Proactief toetsen kwaliteitseisen (bijv. d.m.v. monitoring, auditing, evaluatie). Deze informatie delen met toezichthouder
Reactief toezicht op basis van meldingen/signalen
Rapporteren over klachten en klachtafhandeling aan contractbeheer
Afstemmen met
Toetsen op basis van kwaliteitseisen naar aanleiding van meldingen/signalen
Melden calamiteiten bij toezichthouder en bij betreffende gemeente(n)
Gegevens van toezichthoudend ambtenaar doorgeven aan IGZ en de aanbieders
Rapporteren over bevindingen
Jaarlijks rapporteren aan gemeenteraad m.b.t. bevindingen en acties aangaande kwaliteit
Afstemmen met ļ consulteren IGZ indien nodig
Risicoprofiel opstellen
Risicoprofiel eventueel aanvullen
Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland over kwaliteitseisen, het gaat hier deels om dezelfde aanbieders
Handhaven, bijv.: Waarschuwingsbrief Gesprek met aanbieder Last onder dwangsom Opzeggen contract Uitsluiten van volgende aanbestedingen
Bijlage 1: Planning Actie
Planning
Aanstellen toezichthoudend ambtenaar
December 2015
Calamiteitenmeldpunt operationeel
December 2015
Met aanbieders communiceren over de rol van de toezichthouder en het calamiteitenmeldpunt
December 2015
Uitvoeren toezicht door contractbeheer i.s.m. onafhankelijk toezichthouder
Vanaf januari 2016
Ontwikkeling kwaliteitsbeleid met daarin positionering van reactief en proactief toezicht
Vanaf januari 2016
Evaluatie functie/uitvoering toezicht, informeren CZW
December 2016
5
Bijlage 2: Offerte Toezicht op de uitvoering van de WMO in Zeeland
Offerte Toezicht op de uitvoering van de W M O in Zeeland Periode: 01-01-2016 tot 01-01-2017 Adresgegevens: CZW Bureau
GGD Zeeland
Stationspark 29c
Postbus 345
4462 DC Goes
4460 AS GOES
T.a.v. mevrouw M. de Smit
T.a.v.
de heer J. Bosch
Datum: 11 september 2015
PROJECT/DIENST: Toezicht op de uitvoering van de W M O in Zeeland
Te verlenen dienst: onafhankelijk toezicht op de uitvoering van de W M O binnen de 13 Zeeuwse gemeenten. Het toezicht wordt uitgevoerd door een inspecteur kinderopvang, werkzaam bij GGD Zeeland. Deze professional is een ervaren toezichthouder met een sociaal-medische expertise. Het toezicht zal worden uitgevoerd binnen het tijdsbestek van gemiddeld 4 uur per week gedurende de looptijd van het contract. De uitvoering van de WMO bevat drie onderdelen: 1.
Reactief incidenteel onderzoek bij calamiteiten en geweld.
De toezichthouder W M O voert, na een melding, een onderzoek uit op locatie en heeft contact met de betrokken partijen. De bevindingen worden vastgelegd in een rapportage. 2.
Adviserende rol voor proactief toezicht
De toezichthouder heeft zitting in een nog te vormen projectgroep voor verdere ontwikkeling van het onafhankelijke toezicht van de W M O . Er vindt structureel contact plaats tussen CZW bureau, de gemeenten en de GGD. 6
3.
Kennis vergaren en bijhouden
De toezichthouder blijft op de hoogte van de laatste ontwikkelingen binnen het toezicht op de W M O door het volgen van trainingen Į bijscholingen en het bijwonen van informatiebijeenkomsten en intervisie (GGD-GHOR Nederland). KOSTEN Opstartkosten (opleiding toezichthouder WMO, bijwonen overleg- en informatiebijeenkomsten). Kosten C 1.000. De structurele kosten voor het uitvoeren van deze taak bedragen op jaarbasis
C 9.000. Dit
bedrag is opgebouwd uit loonkosten ad. C 7.500 en 2096 overhead. VERANTWOORDING Na elke onderzochte melding I calamiteit volgt een inhoudelijk verslag middels een rapportage. Jaarlijks vindt een inhoudelijke verantwoording plaats betreffende : Het aantal meldingen afgerond middels een rapportage Het aantal bijgewoonde werkgroep bijeenkomsten Het aantal bijgewoonde informatiebijeenkomsten en intervisie Terugblik op behaalde resultaten en vooruitblik op ontwikkelingen. Mocht u naar aanleiding van deze offerte nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen met John Bosch, toezichthouder via
[email protected] of telefonisch via 06-83331137.
Ondergetekende gaat akkoord met bovengenoemde offerte
Naam:
Datum:
Handtekening voor akkoord:
Deze offerte is geldig tot 2 maanden na verzending.
7
Op de levering van genoemde diensten zijn de algemene voorwaarden leveringsvoorwaarden 2014 GGD Zeeland van toepassing. Deze vindt u op de website www.ggdzeeland.nl Bijlage 3: Kosten verdeling op basis van inwoner aantal GEMEENTE Borsele Goes Kapelle Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Tholen
593 976 330 195 579 888 668
Middelburg Veere Vlissingen
1.250 576 1.169
Hulst Sluis Terneuzen
719 624 1.433 10.000
8