Aan: college van B&W gemeente Bodegraven-Reeuwijk Ter attentie van dhr. M. Kromwijk Gemeente Bodegraven-Reeuwijk Raadhuisplein 1 2411 BD Bodegraven Datum: 18 oktober 2015 Onderwerp: advies Nationaal initiatief Herstructurering van Schulden (NHIS) Bijlagen: 1. voorstel agenda overleg Vota 5 november 2015 2. casus uit de praktijk
Geachte heer Kromwijk, beste Martien, Met belangstelling hebben we kennis genomen van uw plannen tot een andere aanpak van schuldproblematiek in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Hieronder treft u onze reactie en advies aan, alsmede enkele punten die naar onze mening nog toelichting of uitwerking behoeven (zie bijlage 1) en een casus uit de praktijk (zie bijlage 2). Stichting Puree behartigt de belangen van mensen met een bijstandsuitkering. Ca 40% daarvan heeft te maken met langdurige schulden. We onderschrijven de opvatting van het college dat een langdurige schuldsituatie deelname aan de samenleving in tal van opzichten hindert. Het snel afbouwen van schulden is dan ook een goede zaak, in ieder geval het opheffen van blokkades voor een normaal leven en deelnemen aan de gemeenschap. In 2013 is, samen met andere organisaties het initiatief Vota gestart. Vota ondersteunt mensen bij het voeren van een deugdelijke financiële administratie zodat er een structurele balans ontstaat tussen inkomsten en uitgaven. Op dit moment (medio 2015) ondersteunt Vota 56 gezinnen met 28 vrijwilligers. Het doel is te voorkomen dat mensen in een schuldsituatie terechtkomen, het voorbereiden op schuldsanering óf mensen die een schuldsanering traject achter de rug hebben te ondersteunen zodat er geen ‘recidive’ optreedt. Deelname van Bodegraven-Reeuwijk aan het NHIS wordt onder meer gemotiveerd vanuit de opvattingen over de “perverse schuldenindustrie”. Daarbij plaatsen we een kanttekening. In ons advies over het armoede beleid van 3 januari 2015 zijn we ingegaan op de achtergronden van
1
armoede. We hebben ons daarbij laten inspireren door Roeland van Geuns die langdurig onderzoek heeft gedaan naar de oorzaken van armoede en schuld in Amsterdam. Van Geuns legt een nadrukkelijk verband tussen schuld en het gedrag (is niet hetzelfde als eigen schuld!) van schuldenaren.1 De ‘schuldenindustrie’ is een schakel tussen schuldeisers en schuldenaren. Een recent artikel in het Financieel Dagblad laat zien dat de winstmarge van incassobureaus en deurwaarders de afgelopen jaren fors is afgenomen naar ca 3% in 2013 (FD, 17-2-2015). In hoeverre loopt schuld daadwerkelijk op door toedoen van incassobureaus en juridische procedures of lopen de schulden op doordat schuldenaren in gebreke blijven? De kosten van bewindvoering kunnen, afhankelijk van het gemeentelijk beleid onder bijzondere bijstand worden gerekend en dragen dus niet per definitie bij aan het oplopen van schulden. Deze kanttekening is van belang omdat de focus moet blijven liggen op de relatie schuldenaren - schuldeisers en niet op het buiten spel zetten van incassobureaus, deurwaarders of bewindvoerders. Het leven van mensen zowel voorafgaand, tijdens als na een schuldperiode moet het centrale thema zijn. Het ontkennen en niet willen zien van (dreigende) schuldsituaties en het daardoor mijden van een effectieve aanpak van schulden is meer het probleem dan de rol van incassobureaus of deurwaarders. Zij hebben ook belang bij gedragsverandering. Het overnemen van schuld zonder een verandering in het leefpatroon en gedrag lost niets op. Vota Bij de start van Vota in 2013 is met de gemeente (vanaf 2014 Ferm Werk) en de Plangroep afgesproken dat we elkaar helpen. Voor Vota betekent dit een rol in het voor en na traject en niet in een minnelijk of wettelijk traject van schuldsanering. De reden hiervoor is eenvoudig: Vota heeft niet de juridische middelen, de middelen, noch de intentie om afspraken met schuldeisers te maken. In het voorstel dat nu voorligt wordt Vota door de gemeente gezien als partner in de begeleiding van cliënten nadat de gemeente de resterende schuld (20%) heeft overgenomen. De samenleving (het Huis van Alles, Vota) wordt ingeschakeld om mensen, nu zonder schuld, weer in hun kracht te zetten en te helpen de draad van hun leven weer op te pakken. Hoezeer deze benadering past in de gedachte van de participatie samenleving, toch is ook hier een kanttekening op z’n plaats. Bij (langdurige) schulden is vaak sprake van een meervoudige problematiek. Verslaving, gokgedrag, gezondheidsproblemen, criminaliteit spelen vaak een rol. Er is meestal geen eenduidige oorzaak. Effectieve ondersteuning vraagt gedegen professionele kennis en ervaring. Het is de vraag of Vota, en vrijwilligers in het algemeen, voor deze zware taak voldoende toegerust zijn. In het geplande overleg met Vota op 5 november 2015 is het raadzaam goed in te gaan op de verwachtingen ten aanzien van Vota. In bijlage 1 bij dit advies zijn enkele gesprekspunten op een rijtje gezet. Plichten van de schuldenaar Mensen sneller en duurzaam uit de schulden, daar zal niemand tegen zijn. Het overnemen van schulden klinkt hoopvol, veel mensen in schulden zullen reikhalzend uitzien naar dit plan. In eerste instantie zullen 50 inwoners worden geselecteerd uit de 90 dossiers die eind 2014 bij de Plangroep onderhanden waren. Het voorstel hanteert daarbij criteria: er wordt streng geselecteerd aan de poort, de Plangroep saneert 80% van de schulden (gemeente neemt de resterende 20% over), deelnemers betalen een vast laag bedrag per maand terug aan de gemeente en deelnemers verplichten zich tot deelname aan een community en toezicht. Zonder afbreuk te willen doen aan de innovatieve kracht van dit voorstel en de droom die aan de basis daarvan ligt (rust en ruimte om je leven weer op te pakken), roepen deze criteria toch vragen op. Hoe wordt er geselecteerd aan de poort? Wat moet je doen en laten om in aanmerking te komen? Het voorstel stelt onder meer als voorwaarde dat je voor overname van je schuld je als schuldenaar verplicht tot deelname aan lokale
1
Zie de lectorale rede over armoede van Roeland van Geuns (HvA): http://hva.mediamission.nl/Mediasite/Play/068eeb30490147ac9aafc58c67b3381e1d
2
community’s en onder toezicht stelt van vrijwilligers. Hoe zal dat in de praktijk werken? Welke plichten berusten in de nieuwe situatie bij de schuldenaar? Rol Plangroep Een van de voorwaarden is dat de Plangroep 80% van de schuld saneert. Dat roept bij ons de vraag op hoe dit vorm krijgt. Neemt de Plangroep 80% van de schuld over? Zo ja, hoe financiert de Plangroep een overname van de schuld, wetende dat de Plangroep betaald wordt door Ferm Werk en indirect door de Gemeente? Vraagt de Plangroep dan een maandelijkse vergoeding aan de schuldenaar? Stelt de Plangroep nog voorwaarden aan het overnemen van de schuld? Of betekent sanering een voortzetting van de huidige werkwijze (leefgeld). We lezen in het voorstel weinig over de rol en aanpak van Plangroep.
Advies Stichting Puree steunt een innovatieve benadering van de schuldenproblematiek. Mensen zonder schuld of verlost van schuld hebben meer rust en ruimte om hun leven op te pakken. Veel mensen kunnen nu om diverse redenen niet geholpen worden in een minnelijk of wettelijk schuldsaneringstraject. We adviseren de gemeente juist die groep te benaderen die nu niet in aanmerking komt voor wettelijke of minnelijke schuldsanering. Juist voor de meer complexe schuldgevallen zal rust en ruimte in het hoofd een kans op een beter leven bieden. Schuldenproblematiek is weerbarstig en complex. Er is meestal sprake van meervoudige problematiek. De sleutel ligt in gedragsverandering. Het begeleiden van mensen ín een schuldsaneringstraject zou voor Vota een nieuwe taak zijn . Als vrijwilligers worden ingeschakeld moet worden geïnvesteerd in de kennis en vaardigheden van deze vrijwilligers. Overleg tussen Ferm Werk, Sociaal Team, Plangroep en Vota is noodzakelijk. De uitkomsten van dat overleg moeten naar onze mening onderdeel uitmaken van het voorstel aan de raad ten einde de haalbaarheid van dit initiatief aantoonbaar te maken.
In afwachting van uw reactie,
Met vriendelijke groet, Mede namens Fred Voortman (Voorzitter Stichting Vota i.o) Jan Bouwens (Voorzitter Stichting Puree)
Meer weten over Stichting Puree? Kijk op www.stichtingpuree.nl
3
Bijlage 1
Voorstel bespreekpunten overleg Gemeente – Vota 5 november 2015
Vota wil in principe deze nieuwe taak op zich nemen. Maar realiseert zich dat zij daarmee een meer formele rol op zich neemt in een zwaar maatschappelijk vraagstuk. Daarom vindt Vota het van belang dat vooraf duidelijke afspraken worden gemaakt om (ook voor Vota) van een kansrijk nieuw gemeentelijk beleid te kunnen spreken. Bespreekpunten: 1. Toename van het aantal en ‘zwaarte’ cliënten. Hoeveel en in welk tijdsbestek? In het voorstel wordt gesproken van 50 deelnemers, verderop is dit aantal onderwerp van nader onderzoek. Met de huidige bezetting (28) is de ‘caseload’ (56) maximaal. Hoe ziet de gemeente de huidige en gewenste omvang Vota, zowel kwantitatief als kwalitatief. De nieuwe taak kan pas met resultaat worden opgepakt als Vota beschikt over voldoende en gekwalificeerde vrijwilligers en budget. Samen met Ferm Werk en Plangroep moet eerst een plan van aanpak worden opgesteld. 2. Tot nog toe helpt Vota mensen met een relatief eenvoudige schuldenproblematiek en met name administratief. Soms worden mensen geholpen met het voorbereiden van de formele schuldsanering of in hun kontakten met instanties en schuldeisers, steeds met het doel overzicht te krijgen. Formele schuldhulpverlening wordt niet geboden. Wat betekent een eventuele nieuwe rol voor Vota voor haar vrijwilligers en de ondersteuning die Vota haar biedt? 3. Welke criteria kunnen worden gehanteerd door Vota voor de acceptatie van nieuwe cliënten? Vota hanteert nu het handboek van het Landelijke Stimuleringsnetwerk Thuisadministratie (zie www.steunpuntthuisadministratie.nl ). Dit handboek gaat uit van relatief eenvoudige schuldproblematiek die door betere administratie is op te lossen en waardoor ernstige schulden voorkomen kunnen worden. Dit handboek gaat er van uit dat geen formele schuldhulpverlening wordt geboden. Medewerking aan dit initiatief vereist aanpassing en uitbreiding van het huidige handboek. 4. Mag Vota besluiten tot uitsluiting van hulp? Op welke gronden mag zij dat doen? Wat te doen bij weigering van medewerking bij de cliënt of constatering van onrechtmatig of frauduleus handelen? Wat te doen bij het ontstaan van nieuwe schulden? In de huidige situatie beslist de coördinator van Vota over al dan niet stopzetten van de hulp. Blijft dat zo? Heeft een cliënt de mogelijkheid een besluit van Vota ter discussie te stellen of daartegen bezwaar te maken? 5. Vroeg signalering en preventie wordt terecht als belangrijk punt genoemd, maar ligt nu buiten de doelstelling van Vota. Is dit een taak voor andere welzijnsorganisaties en het Sociaal Team? 6. Er wordt gesproken community’s en gemeenschappen (zoals het huis van alles). In hoeverre wordt aansluiting gezocht bij bestaande verbanden? Het oprichten van nieuwe gemeenschapsinitiatieven zal een beroep doen op de beschikbaarheid van vrijwilligers. Ca 50% van de bevolking in B-R is nu al verbonden aan enige vorm van vrijwilligerswerk. 7. Hoe wordt de rolverdeling (taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden) gezien tussen gemeente, Vota, Ferm Werk / Plangroep? Het voorstel is daar nog redelijk vaag over.
4
Bijlage 2
Een casus uit de praktijk van Vota Vota heeft een cliënt met alleen een AOW-uitkering. Hij heeft een grote schuld opgebouwd uit terug te betalen belastingen, toeslagen en huurachterstand. De man is dakloos en heeft de helft van de aanmaningen niet gekregen. Hij heeft een bestuursrechtelijke invordering voor ziektekostenpremie, en een flinke schuld bij de ziektekostenverzekering. Vota vraagt met hem zorgtoeslag aan en die wordt toegekend. De cliënt merkt er echter niets van want de toeslag wordt rechtstreeks overgemaakt aan het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), want hij moet ook nog verschillende belastingachterstanden en openstaande boetes terugbetalen. Kortom een vicieuze cirkel, die maakt dat de man zijn leven niet kan herpakken door de zorgtoeslag te gebruiken waarvoor hij is bedoeld namelijk het betalen van de zorgverzekering. De cliënt is 65+ dus werken of hem helpen om werk te vinden zodat hij weer wat extra verdient om schulden af te betalen is er niet bij. De man is 8 jaar geleden vertrokken uit zijn huurwoning van Mozaïek Wonen. Daarbij is een -betwiste- schuld ontstaan van € 1500,-- Deze is in handen gegeven van een deurwaarder. Nu we hem willen inschrijven bij Mozaïek Wonen komt boven water dat de schuld door executiekosten e.d. gegroeid is tot € 3800,-. Dus zal het wel heel moeilijk worden om hem aan woonruimte te helpen. Vragen: Valt deze cliënt onder de nieuwe regeling? Zijn in deze nieuwe aanpak snelle en adequate deeloplossingen denkbaar? Bijvoorbeeld het overnemen van schulden die uitstaan bij de belastingdienst?
5