NUMMER 1/2011-2012
Verantwoordelijke uitgever : Buts Gert P/a. Vlaamse Ski & Snowboard Federatie (VSSF) vzw Boomgaardstraat 22 bus 27 2600
Berchem
03/286.07.85
De inhoud van deze uitgave mag vrij gekopieerd en vermenigvuldigd worden voor zover dit tot doel heeft de skisport in het algemeen te bevorderen. In alle andere gevallen is schriftelijke toestemming nodig van de verantwoordelijke uitgever en de raad van bestuur van de Vlaamse Ski en Snowboard Federatie vzw. Alles werd in het werk gesteld om de juistheid van de opgenomen informatie te waarborgen. Onjuistheden welke buiten onze wil werden gepubliceerd dienen gemeld te worden aan het secretariaat van de Vlaamse se Ski en Snowboard Federatie. Er wordt echter geen verantwoordelijkheid aanvaard. Geen enkele schadeloosstelling zal worden toegekend.
2
Vademecum 2011/2012 rev 0
INLEIDING
Voorwoord,
Beste Leden, Deze uitgave heeft, buiten onze wil en dit tengevolge een aantal wijzigingen binnen het bestuur, een tijdje op zich laten wachten waarvoor onze excuses. Naar aanleiding van onze reorganisatie binnen de Federatie zal in de toekomst het Vademecum worden bijgewerkt op het secretariaat uiteraard met medewerking en na goedkeuring door de verschillende commissies. Tevens zal het sportief-technisch gedeelte nationaal worden verspreid en bijgevolg ook in het frans vertaald worden voor onze vrienden van de FFBS.
Als aanvulling op dit vademecum kan u ook onze website bekijken : www.vssf.be.
Met deze willen wij ook van de gelegenheid gebruik maken om alle leden en bestuurders die ooit aan dit vademecum hebben medegewerkt hartelijk te bedanken voor hun bijdrage aan deze, voor de sport, belangrijke uitgave.
Tot slot willen wij eenieder die dit vademecum leest vragen om eventuele onjuistheden, nieuwigheden of wetenswaardigheden belangrijk voor de skisport te melden aan het secretariaat zodat wij de nodige aanpassingen zo snel mogelijk kunnen uitvoeren. Met sportieve groeten,
Leo Samsom Voorzitter
3
Vademecum 2011/2012 rev 0
D E V L A A M S E S K I E N S N O W B O A R D F E D E R A T I E v.z.w. Identificatie: opgericht:
als v.z.w. in 1977
aangesloten bij:
Koninklijke Belgische Skifederatie (KBSF)
onderafdeling:
Provinciale afdeling Antwerpen
Partners:
BLOSO - Provincie Antwerpen - B.O.I.C.
Leden:
clubs verspreid over gans Vlaanderen
Doelstelling: Ski en Snowboard sport in al zijn aspecten en disciplines promoten en ondersteunen; service verlenen aan de clubs en leden van de clubs; sportactiviteiten creëren en coördineren; skiërs, snowboarders en renners informeren en begeleiden. Structuur: De Raad van Bestuur neemt beslissingen en bekrachtigt beslissingen die het dagelijks bestuur neemt in geval van hoogdringendheid of om de vlotte werking van de vereniging te vrijwaren. De Raad van Bestuur is samengesteld uit het dagelijks bestuur (Voorzitter, Vice-voorzitter, penningmeester en Secretaris-generaal) aangevuld met de Voorzitters van de verschillende commissies. Het secretariaat wordt verzorgd van maandag tot en met vrijdag van 9.00 u tot 16.00 u. Permanente of tijdelijke commissies adviseren de R.v.B. Dit zijn de Alpijnse koerscommissie, de Snowboardcommissie, de Opleidingscommissie, de medische commissie… Activiteiten: Als federatie, met de verplichting onze leden te verzekeren, ontwikkelden wij in overleg met de verzekeringsmaatschappij Arena, een aangepaste verzekering zowel voor de wedstrijdskiër als voor de recreant. Op 6 kunstpistes in 5 Vlaamse provincies organiseert de Vlaamse Ski en Snowboard Federatie de “Skicup van Vlaanderen”. Een wedstrijdcircuit over 12 wedstrijden. Eén maal per jaar bezorgen wij de leden een aangepast Vademecum en vinden zij informatie in gespecialiseerde magazines. Hierin vindt men zoveel mogelijk informatie over de sport, de vereniging en de renners.
Leden bekomen kortingen op skipassen, op eenvoudig vertoon van hun lidmaatschapskaart. Ook in sportzaken en op skibanen zijn kortingen mogelijk. (zie onze website) Begeleiding, inschrijving en financiële tussenkomsten, eventueel in samenwerking met de Nationale Federatie, behoren tot de activiteiten van de V.S.S.F.
4
Vademecum 2011/2012 rev 0
Samen met haar partners, de Vlaamse gemeenschap, de universiteiten en het BLOSO maakt de Vlaamse Ski en Snowboard Federatie het mogelijk dat kandidaat lesgevers en begeleiders hun opleidingscursussen kunnen volgen.
Voor meer info zie onze site : www.vssf.be DOPINGBELEID
•
De Vlaamse Ski en Snowboard Federatie vzw verwerpt alle vormen van ongeoorloofde praktijken die de prestaties kunnen beïnvloeden. Indien een aangesloten lid hierop betrapt wordt, houdt de federatie zich het recht voor om deze persoon voor onbepaalde duur te schorsen.
•
Voor disciplinaire procedures inzake dopingpraktijken gepleegd door elitesporters heeft de Vlaamse Ski en Snowboard Federatie vzw een lastgevingsovereenkomst ondertekend met de vzw Vlaams Doping Tribunaal, dat een gezamenlijk disciplinair orgaan, met name de Disciplinaire Commissie voor Elitesporters, inricht. Deze disciplinaire commissie zal instaan voor de organisatie van de disciplinaire procedures inzake dopingpraktijken, gepleegd door elitesporters die onder de verantwoordelijkheid van de Vlaamse Ski en Snowboard Federatie vzw vallen, in overeenkomst met het decreet MVS dd. 13 juli 2007.
VERZEKERING
•
Het lidmaatschap, dus ook de hieraan gekoppelde verzekering, is seizoensgebonden van 1 september tot 31 augustus.
•
Om deel te nemen aan wedstrijden (binnen en buitenland) moeten renners behalve een renners licentie ook in orde zijn met hun lidmaatschap en de daaraan gekoppelde verzekering sneeuwomnium.
•
Het is de verantwoordelijke van de federatie, via de organiserende club, die de lidkaarten dient te controleren voor deelname aan de buitenlandse wedstrijden. De organisatoren moeten 100% zeker zijn dat alle deelnemers degelijk verzekerd zijn via de federatie.
•
Trainers en begeleiders, werkend op vrijwillige basis, kunnen zich specifiek voor hun leraaraansprakelijkheid in het buitenland verzekeren tegen 5€ voor begeleiders met een BLOSO erkend diploma, andere betalen 15 €.
•
De sneeuwomnium is geldig buiten de pistes tot en met lawinegevaar 3 op voorwaarde dat het buiten piste niet permanent of tijdelijk (bv. Weersomstandigheden) verboden is. De verzekering is dan zowel geldig voor de persoonlijke ongevallen als voor de burgerlijke aansprakelijkheid.
•
De leraaraansprakelijkheid geldt enkel in combinatie met een sneeuwomnium.
5
Vademecum 2011/2012 rev 0
•
De leraaraansprakelijkheid is niet geldig indien de verzekerde zijn taak als leraar beroepsmatig uitoefent.
•
De leraaraansprakelijkheidsverzekering één beperking: zij is niet geldig buiten de piste of op gesloten pistes.
Alle voorwaarden en waarborgen zullen ter informatie vermeld worden op de website van de federatie: www.vssf.be. ERKENDE SKI EN SNOWBOARD LERAAROPLEIDING
Deze informatie is enkel nog beschikbaar via het internet www.vssf.be. BIJDRAGEN
Opname puntenlijst FIS: (30 CHF.)
21 €
Opname puntenlijst FIS na 1 september: (100 CHF.)
70 €
VSSF- licentie en BSF –licentie:
10,00 €
Inschrijving Skicup wedstrijd:
7,00 € KORTINGEN
Deze informatie is enkel nog beschikbaar via het internet www.vssf.be. TOPSPORTSCHOOL
Als federatie zijn wij partner in de Topsportschool met o.a. SKI en SNOWBOARD. De afdelingen zijn: • •
de
de
ASO: Wetenschappen Topsport (2 en 3 de
TSO: Topsport (2 en 3
de
graad)
graad)
Deze topsportafdelingen zijn enkel toegankelijk voor geselecteerden met een A-statuut. De selectie tot het bekomen van een A-statuut gebeurt op voordracht van de sportfederatie door een selectiecommissie samengesteld uit VSSF, BLOSO & BOIC. De school is gevestigd aan de Edegemsesteenweg 100 te 2610 Wilrijk •
Tel:
03/645.82.51
•
Fax:
03/644.10.27 BELGISCHE SCHOOLSPORT
http://www.isfsports.org/schoolsport/index.htm
6
Vademecum 2011/2012 rev 0
T R A N S F E R – E N ON T S L A G R E G L E M E N T
Conform de Europese rechtspraak werd door de Vlaamse decreetgever voor de niet-professionele sportbeoefenaar een decretaal kader gecreëerd waarbij een absoluut verbod geldt om bij een overgang van de ene sportvereniging naar de andere enige vorm van vergoeding te betalen. Reglement. 1. WIE MOET ZIJN TRANSFER / ONTSLAG VRAGEN? Iedere renner die van club wenst te veranderen. 2. WIE WORDT BESCHOUWD ALS RENNER? Iedereen die in het afgelopen seizoen aan ten minste twee, door de VSSF erkende wedstrijden heeft deelgenomen. 3. WANNEER, EN HOE KAN MEN ZIJN TRANSFER / ONTSLAG VRAGEN? Enkel en alleen tussen 1 juni en 30 juni. Per aangetekend schrijven gericht aan de maatschappelijke zetel van de club die men wenst te verlaten, met kopie aan het secretariaat van de VSSF. De brief heeft uitwerking op 1 juli. 4. KAN HET TRANSFER / ONTSLAG GEWEIGERD WORDEN? Ja, indien aan bovenvermelde reglementering niet werd voldaan, of indien niet alle financiële verplichtingen t.a.v. uw club werden voldaan. In alle andere gevallen niet, de niet-professionele sportbeoefenaar heeft het recht de overeenkomst tussen hem en zijn sportvereniging jaarlijks te beëindigen. De sportverenigingen en de sportfederaties moeten ook de vrije keuze en aansluiting bij de nieuwe sportvereniging eerbiedigen. 5. KAN EEN CLUB EEN TRANSFER -OF ONTSLAGVERGOEDING VRAGEN? De betaling van enige vergoeding onder welke vorm of benaming ook, is verboden. 6. WAT MET EEN RENNER DIE DOOR ZIJN CLUB ONTSLAGEN WORDT? Een renner die door zijn club wordt ontslagen kan, na onderzoek en goedkeuring door de Raad van bestuur, tot het einde van het seizoen uitkomen onder VSSF. Het volgende seizoen dient hij of zij zich aan te sluiten bij een nieuwe club.
Buiten de officiële transferperiode kan men dus niet overgaan naar een andere club. Om echter het hoofd te bieden aan een aantal praktische problemen geldt de volgende regeling.
7
Vademecum 2011/2012 rev 0
De renner is reeds opnieuw aangesloten bij de club die hij/zij verplicht dient te verlaten. Een nieuwe club behandelt de renner als een eigen renner voor wat betreft de wedstrijdinschrijvingen, betalingen…maar de renner komt tot einde seizoen uit onder en voor VSSF. Nog niet opnieuw aangesloten (betaald) bij de club die je weigert. Je betaalt je aansluiting bij een nieuwe club, doch je komt tot het seizoeneinde uit onder en voor VSSF. Bij feitelijk vertrek uit je club om persoonlijke redenen, blijf je toch verder uitkomen voor je oude club tot na de volgende transferperiode
KALENDER SKICUP VAN VLAANDEREN
Deze informatie is enkel nog beschikbaar via het internet www.vssf.be. REGLEMENT SKICUP VAN VLAANDEREN Hieronder kan u enkele belangrijke items uit het reglement vinden. Indien u het ganse reglement wenst te bekijken, surf dan naar www.vssf.be. 1. ALGEMEEN PRINCIPE 1.1. De Skicup van Vlaanderen is een Vlaamse skicompetitie op seizoensbasis van weekend wedstrijden, naar analogie van het Europabeker parcours. 1.2. De VSSF patroneert deze competitie en is in die hoedanigheid regelende partij.(zie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.) 1.3. De resultaten van de individuele wedstrijden van de competitie worden gecombineerd tot 2 klassementen. De PUNTENLIJST VLAAMSE KUNSTPISTES (PVK. Zie punt Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. ) De PUNTENLIJST voor de SKICUP van VLAANDEREN (PSV zie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. ) De in aanmerking te nemen wedstrijden voor deze klassementen moeten voldoen aan bepaalde criteria (zie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. Voorwaarden Inrichtende Clubs). 1.4. Enkel reglementair aangesloten en volledig aanvaarde clubs kunnen hun kandidatuur indienen voor de organisatie van een wedstrijd. 1.5. De competitie heeft een maximum van 14 weekend-wedstrijden per skiseizoen. De kalender van de wedstrijden wordt ten laaste tijdens de Algemene vergadering van de VSSF voorgesteld aan de leden. 1.6. Per skibaan kunnen maximum 2 Skicup-wedstrijden plaatsvinden per skiseizoen en enkel in samenwerking met een onder punt 1.4. bedoelde club..
8
Vademecum 2011/2012 rev 0
1.7. VSSF-leden aangesloten via SKI-PRO zijn uitgesloten van deelname. 1.8. Winnaars : Per Club De club met het hoogste totaal aan gescoorde punten wint de "Skicup Trofee". Individueel Per leeftijdscategorie (zie Leeftijdscategoriën) wint de renner die het meeste punten heeft verzameld de “Skicup” van dat jaar. 1.9. Wijzigingen aan deze reglementen die de uitslagen, resultaten of de klassementen beïnvloeden kunnen NOOIT tijdens de lopende competitie worden ingevoerd. De sperperiode gaat in vanaf de trainingsavond die de eerste openingswedstrijd vooraf gaat tot de afsluiting van de klassementen. Wijzigingen kunnen wel worden voorbereid en gepubliceerd die van toepassing zijn vanaf het daaropvolgende seizoen. 2. VOORWAARDEN OM DEEL TE NEMEN AAN SKICUP WEDSTRIJDEN 2.1. Via een club aangesloten zijn bij de VSSF vzw, ongeacht de nationaliteit of de woon (verblijf)plaats van de renner, ongeacht of deze renner elders (andere club, andere liga, buitenlandse federatie) nog een licentie heeft. Renners die nog geen licentie document hebben ontvangen mogen een geldig betalingsbewijs voorleggen, renners moeten ook een atletenverklaring kunnen voorleggen. de
2.2. Minimumleeftijd: 3 laatste jaars beloften 2.3. Deelnemers aan de Skicup van Vlaanderen betalen momenteel 7 € startgeld, hiervan gaat 5 € naar de organiserende club en 2 € naar de VSSF om de geldprijzen te financieren. De TD tekent de deelnemerslijst af en op basis daarvan worden de facturen opgemaakt. 2.4. Renners die op basis van een licentie van een andere liga van de Belgische Skifederatie of eventueel een licentie van buitenlandse Federaties kunnen enkel deelnemen aan de skicup op de wijze zoals in artikel (Deelname) beschreven, in dat geval : 2.4.1.
De occasionele deelname aan een wedstrijd van de skicup vereist naast het bewijs over een correcte verzekering te beschikken en een ondertekende atleten verklaring, de betaling van een wedstrijdlicentie van 6 € (per wedstrijd).
2.4.2.
Reguliere deelname aan de volledige competitie (per club) wanneer hun club –
verklaart dat hun renners correct verzekerd zijn bij zijn inschrijving voegt,
–
hun renners een atleten verklaring laat ondertekenen,
–
per renner een skicup licentie van 16 euro hebben betaald aan de VSSF o
10 € licentie skicup licentie
o
6 € inschrijvingsrecht op de PVK lijsten, de renner krijgt daardoor punten in de PVK-lijst, start op de juiste plaats in de startorde, en zijn/haar prestaties worden opgenomen in de penaliteitberekening.
–
atletenverklaring plus licentie (of verzekeringsdocument) van alle atleten en een betalingsbewijs van de skicuplicentie kan voorleggen tijdens de captains meeting (ter controle door de TD) van de wedstrijd
9
Vademecum 2011/2012 rev 0
2.5. Op datum van de wedstrijd in regel zijn met alle verplichtingen opgelegd aan de renners, zoals bepaald onder voorgaande regels. 2.6. Zich onderwerpen aan alle beslissingen van de wedstrijdjury. 2.7. Indien een renner niet voldoet aan een of meerdere criteria op datum van de wedstrijd, worden hem voor deze wedstrijd geen punten toegekend. Die correctie wordt uitgevoerd op beslissing van de wedstrijdjury of van de VAKC, en uitgevoerd in de eerstvolgende puntenlijst. De VAKC kan echter op individuele basis (maar ook voor groepen renners) een aantal uitzonderlijke omstandigheden aanvaarden, en beslissen de renner voor deze wedstrijd toch punten toe te kennen. ( bijvoorbeeld wegens administratieve achterstanden bij het secretariaat of bij de verzekeraar) 2.8. Verplichte Persoonlijke Veiligheidsvoorzieningen 3. VOORWAARDEN VOOR DE INRICHTENDE CLUB 3.1. Aangesloten zijn bij de VSSF 3.2. Alle bij de VSSF aangesloten skiclubs moeten minstens drie weken voor de wedstrijd schriftelijk uitgenodigd worden tot deelname. 3.3. De club aanvaardt tijdens de wedstrijd aan de start en de aankomst reclame te plaatsen voor de sponsors van de VSSF. Andere aangekondigde publiciteitsacties van de VSSF dienen ook te worden toegelaten en ondersteund. 3.4. Bij overtreding van een van voorgaande voorwaarden kan de wedstrijduitslag voor de puntentelling van de Skicup geannuleerd worden. 3.5. De club aanvaardt in de wedstrijdjury een VSSF- afgevaardigde die is aangeduid door de RvB. De opdracht en de bevoegdheden van de VSSF- afgevaardigde zijn omschreven in de "VSSF Reglementen kunstskipiste" onder punt 1.2.1. 4. SPECIFIEKE VOORWAARDEN VOOR DE WEDSTRIJD 4.1. Reglementen: 4.1.1.
De VSSF reglementen kunstskipiste zijn van toepassing. Biedt dit geen oplossing, dan wordt het KBSF en het FIS reglement gevolgd.
4.2. Plaats: 4.2.1.
De wedstrijd wordt bij voorkeur ingericht in Vlaanderen of België.
4.3. Soort: 4.3.1.
Voor elke discipline (Alpijns, Noors, Snowboard enz.) wordt slechts één soort wedstrijd aanvaard. Alpijns: slalom met 2 verschillende lopen.
4.4. Tijdstip en uur: 4.4.1.
De wedstrijd wordt ingericht tijdens normale vrije dagen (weekend of vakantieperiodes). Per datum en per normaal week-end kan slechts één wedstrijd worden ingericht. De RvB kan hierop afwijkingen toestaan.
4.4.2.
Wedstrijden voor de categorie beloften en benjamins dienen beëindigd te zijn voor 20.00u
10
Vademecum 2011/2012 rev 0
4.4.3.
- beloften skiën slechts 1x per manche. - beloften blijven starten voor de “groten” - beloften starten op PVK punten: hoogste punten start eerst, beste belofte start laatst.
4.4.4.
Tweede manche: Beloften starten in dezelfde volgorde als eerste manche, ook de gdisqualificeerden (op nummer dus en niet op resultaat eerste manche)..
4.4.5.
Uurrooster wordt opgesteld door VAKC in functie van startuur van de wedstrijd o Ochtendwedstrijden start 10 uur o Middagwedstrijden start 16 uur Startuur: –1 uur is aanvang inskiën, uurrooster wordt dus door VSSF aangeleverd Uurrooster Ochtendwedstrijd, (middagwedstrijd) -
08:15 (14:15) slalom zetten, TD, +2 Juryleden aanwezig voor inspectie
-
08:45 (14:45) Captainsmeeting, afhalen nummers
-
09:00 (15:00) aanvang inskiën en verkenning (suggestie, 1x verkennen, dit ligt voor om opgenomen te worden in het reglement)
-
09:50 (15:50) Ontruimen parcours, volledige organizatie op plaats (o.a. poortrechters)
-
10,00 (16:00) Start wedstrijd
-
Na laatste deelnemer 1 loop, onmiddellijk slalom zetten, verkenning
-
Start 2 loop; Max 60 minuten na laatste deelnemer 1 loop
-
Prijsuitreiking; Max 30 minuten na laatste deelnemer 2 loop
4.4.6.
e
e
e
e
Het startuur ligt vast vanaf de datum van versturing der uitnodigingen aan de clubs.
4.4.7.
Het inskiën zal niet aanvangen voor 9.00u. Wijzigingen na vermelde datum kunnen slechts in buitengewone omstandigheden worden toegestaan door de RVB, bij hoogdringendheid door de Voorzitter van de VSSF of door de aangeduide VSSF afgevaardigde.
4.5. Deelname: 4.5.1.
De deelname aan de wedstrijden is beperkt tot renners aangesloten bij de VSSF, KBSF of een buitenlandse federatie.
4.5.2.
Enkel leden VSSF komen in aanmerking voor de berekening van het regelmatigheidcriterium (PSV).
4.6. Veiligheid: 4.6.1.
De inrichtende club staat in voor de naleving van de door de VSSF opgelegde veiligheidseisen.
11
Vademecum 2011/2012 rev 0
4.6.2.
Naast de normale veiligheidseisen zoals voorzien in de internationale en nationale reglementering, kan de VSSF bepaalde extra veiligheidsvoorzieningen opleggen ter bescherming van de renners. De VAKC bepaalt voor aanvang van elk nieuw seizoen, welke nieuwe maatregelen worden opgelegd. Teneinde de clubs toe te laten zich in regel te stellen, bepaalt de VAKC de datum vanaf wanneer een bepaalde veiligheidseis wordt ingevoerd.
4.6.3.
Eventueel mag de inrichtende club of piste-uitbater nog bijkomende veiligheidsvoorzieningen opleggen aan de deelnemers, en hiervoor materiaal tegen een redelijke vergoeding beschikbaar stellen. Deze maatregelen en de prijs van het materiaal moeten in zowel in het wedstrijddossier (voor de VAKC) als op de wedstrijduitnodiging worden vermeld. (ook al zijn die al jaren van kracht). Dit materiaal mag worden verkocht maar moet ook tegen een borg voor de duur van de wedstrijd worden ter beschikking gesteld.
4.6.4.
Renners die zich niet onderwerpen aan verplichte veiligheidseisen (ook persoonlijke beschermingen – zie art 2.8 ) , moeten door de wedstrijdjury van deelname aan deze wedstrijd worden uitgesloten.
5. FINANCIERING 5.1. De
Skicup
van
Vlaanderen
wordt
gefinancierd
uit
sponsorgelden
en
gedeelte
inschrijvingsgeld. Van zodra de sponsoring dit toelaat, bepaalt de VAKC een tussenkomst in de organisatiekosten van de wedstrijd 6. PUNTENTELLING REGELMATIGHEIDCRITERIUM 6.1. Per wedstrijd en per leeftijdscategorie worden de hiernavolgende punten toegekend aan de eerste negen. 1 ste plaats:
16 punten
4 de plaats:
7 punten
7 de plaats:
4 punten
2 de plaats:
12 punten
5 de plaats:
6 punten
8 ste plaats:
3 punten
3 de plaats:
9 punten
6 de plaats:
5 punten
9 de plaats:
2 punten
6.2. Bij gelijke eindtijd van twee renners (samentelling van beste twee lopen) op een skicupwedstrijd geldt volgende regel: 6.2.1.
Beide
renners
bekomen
dezelfde
punten
voor
de
skicuprangschikking.
Het eerstvolgende puntental wordt vervolgens niet toegekend. 6.2.2.
Beide renners krijgen dezelfde plaats in de uitslag. De renner met de snelste loop wordt echter in de daguitslag vermeld vóór de ex-aequo renner. In regel bekomt deze laatste dan ook de eventuele eerstvolgende prijs. De organisator van de wedstrijd is echter vrij om aan beide renners dezelfde prijs toe te kennen.
6.3. Alle andere renners die op regelmatige wijze deelnamen (die de start namen en niet als sanctie werden uitgesloten) bekomen 1 punt.
12
Vademecum 2011/2012 rev 0
6.4. Bij eventuele ex-aequo's wordt het totaal van de resultaten als bepalend beschouwd, daarna het aantal beste plaatsen. 7. BEKENDMAKING DER UITSLAGEN 7.1. Na afloop van de wedstrijd of ten laatste 1 week daarna, bezorgt de inrichtende club een volledige uitslag aan: elke deelnemende club; de voor de wedstrijd aangeduide VSSF afgevaardigde; het secretariaat van de VSSF. 7.2. De voorlopige rangschikking in de Skicup van Vlaanderen wordt door het secretariaat opgesteld, en verspreid aan de clubsecretariaten. De eindrangschikking wordt kenbaar gemaakt na de laatste wedstrijd van het skiseizoen. De viering der laureaten vindt plaats op een door de Raad van Bestuur te bepalen datum. 8. LEEFTIJDSCATEGORIEËN: Zie pagina: 23
13
Vademecum 2011/2012 rev 0
PUNTENLIJST VLAAMSE KUNSTPISTES De PUNTENLIJST VLAAMSE KUNSTPISTES (PVK) is een rangschikking op basis van de wedstrijden van de Skicup van Vlaanderen. Per wedstrijd wordt een puntenrangschikking gemaakt volgens de berekeningsmethode van de Belgische punten (zie Reglement KBSF -puntenlijst).
Om in de PVK te worden opgenomen dient men:
lid zijn van een erkende Ski Federatie
een Skicup licentie van 10 € te betalen aan de VSSF
puntenregeling zoals bij FIS reglement
1 ronde geen wedstrijdresultaat is een toeslag van 40 punten op beginpunten in de puntenlijst.
1 ronde en maar 1 wedstrijdresultaat is een toeslag van 30 punten op het punten resultaat van deze ene wedstrijd.
voor nieuwe deelnemers minstens 1 resultaat behalen, indien deelname zonder resultaat word men onderaan vermeld zonderpunten
de PVK is het gemiddelde van twee uitslagen, nulstelling na heen ronde en op einde van het seizoen.
renners worden uit de puntenlijst verwijderd wanneer ze 1 seizoen geen licentie betalen
deelname aan deze competitie wordt aanzien als minimumsolidariteit aan de VSSF.
Wanneer men 2 uitslagen op dezelfde piste heeft, wordt het beste resultaat in aanmerking genomen. De PVK is het gemiddelde van deze twee uitslagen, nulstelling na heen ronde en op einde seizoen.
Deelname aan deze competitie wordt aanzien als minimumsolidariteit aan de VSSF.
SAMENGEVAT: De PVK wordt berekend over de 2 beste resultaten op 2 verschillende pistes. PUNTENLIJST VLAAMSE KUNSTPISTES
Zie www.vssf.be
14
Vademecum 2011/2012 rev 0
BELGISCHE KAMPIOENSCHAPPEN KUNSTPISTES
De Nationale Alpijnse Koerscommissie heeft tijdens haar vergadering van 23/09/98 het kader geschapen voor het inrichten van Belgische kampioenschappen op kunstpiste vanaf het seizoen 1998 - 1999. MOGELIJKHEDEN
1. BEKER VAN BELGIE OP KUNSTPISTE 1.1. Kampioenschap over het ganse seizoen. 1.2. Puntentelling volgens systeem PVK. 1.3. Alle kunstpistes gelegen in België kunnen in aanmerking genomen worden. 1.4. PVK wordt PBK.
2. BELGISCH KAMPIOENSCHAP OP KUNSTPISTE 2.1. Kampioenschap over één wedstrijd. 2.2. Kandidatuurstelling organisatie vereist. 2.3. Door commissie te homologeren piste. 2.4. Inrichter betaalt organisatierecht aan de BSF.
BELGISCHE SNEEUWWEDSTRIJDEN
De meest actuele kalender is te vinden op www.ski.be , op www.vssf.be of is op te vragen op het secretariaat van de KBSF (03/286.07.85). Het Belgisch Kampioenschap afdaling is samen met het Franse Kampioenschap afdaling.
15
Vademecum 2011/2012 rev 0
R E G L E M E N T E R I N G K B S F – P U N T E N L I J S T. 1. KBSF PUNTENLIJST
1.1. ALGEMEEN. 1.1.1. Enkel renners met de Belgische licentie kunnen worden opgenomen in de KBSF puntenlijst. 1.1.2. Deze renners dienen voor de aanvang van het skiseizoen een KBSF-lijstbijdrage te betalen (via hun club) om te kunnen worden opgenomen in de puntenlijst. 1.1.3. De rangschikking van Belgische alpijnse skiërs, wordt bepaald door de punten die zij in Belgische-en FIS skiwedstrijden behalen. 1.1.4. Deze rangschikking heeft principieel slechts waarde tot een bepaald basispuntental dat door de Internationale Skifederatie FIS werd vastgelegd. Dit basispuntental bedraagt voor de discipline slalom: 145, voor reuzeslalom: 200, voor super G: 250 en voor afdaling: 310. Renners die onder deze drempel scoren, noemt men de geklasseerden. Van deelnemers met hogere punten, wordt de lijst informatief bijgehouden. 1.1.5. Elke renner, die voldoet aan punt 1.1.1. en 1.1.2. wordt opgenomen in de puntenlijst van zodra hij of zij één resultaat laat noteren. 2. WEDSTRIJDEN en DEELNEMERS
2.1. WEDSTRIJDEN. 2.1.1. Enkel wedstrijden door de raad van bestuur van de BSF als dusdanig erkend, komen in aanmerking. 2.1.2. Deze wedstrijden zullen zoveel mogelijk beantwoorden aan de FIS reglementen. Het is verplicht om met materiaal conform de reglementen aan de wedstrijden deel te nemen, inbreuken kunnen bestraft worden met diskwalificatie. 2.1.3. Het is van groot belang dat de organisatoren van Belgische wedstrijden de officiële uitslagen (wedstrijdpunten=koerspunten + penaliteit) binnen de 2 (twee) weken na de wedstrijd een digitale versie bezorgen aan
[email protected] en aan de voorzitter van de NKCAS. Enkel hierdoor kan het resultaat gehomologeerd worden en zal er rekening mee gehouden worden bij de opstelling van de eerstvolgende KBSF puntenlijst. Onderstaande link, biedt aan organiserende clubs een identieke manier om de penaliteit van de Belgische wedstrijden te berekenen. www.fis-ski.com/data/document/penaltycalculation.pdf
16
Vademecum 2011/2012 rev 0
2.2. DEELNEMERS. 2.2.1. Ieder regelmatig aangeslotene bij FFBS, OSVW of VSSF, komt in aanmerking voor deelname. 2.2.2. Deelname van andere federaties dan deze bedoeld in 2.2.1. dient op voorstel van de Nationale Alpijnse Koerscommissie goedgekeurd te worden door de raad van bestuur van de KBSF. De punten van renners van een andere nationaliteit, zonder over een Belgische licentie te beschikken, zullen niet in aanmerking genomen worden voor de penaliteitberekening, behalve indien ze FIS punten hebben
3. BEREKENINGSWIJZE
3.1. KOERSPUNTEN. Berekening: De berekening gebeurt identiek aan die van de FIS. Ook de penaliteiten zoals toegepast door de FIS zullen worden aangerekend. Lijsten: De punten zijn, net als bij de FIS, 365 dagen plus het verschijnen van de volgende lijst geldig. Deze zullen uitgegeven worden op vaste data: 20 november, 20 januari, 20 februari en 20 april. Dit betekent dat na elke wedstrijdgroep (Kaunertall, Le Corbier, St Johann en Val Thorens/BK) een nieuwe puntenlijst zal verschijnen waarin de punten van de wedstrijdgroep van vorig seizoen vervangen worden door die van het huidige seizoen. Renners met FIS punten: Renners in het bezit van FIS punten zullen steeds met deze FIS punten in de lijst verschijnen. 3.1.1. De uitslag van elke wedstrijd wordt volgens de FIS-formule omgezet in punten:
F x Tx P =
Tx
----------- - F
(of)
P =
( ---- - 1 ) x
F To P
To
= Koerspunten
To = tijd van de winnaar, in sec. en honderdsten Tx = tijd van de beoordeelde renner
17
Vademecum 2011/2012 rev 0
F 3.1.2.
= parametergetal van de discipline
In deze formule worden verschillende parameters (per discipline) toegepast. Voor slalom : 610 reuzeslalom : 880
(toeslagpunten
3.2. PENALITEIT. 3.2.1.
S-G : 1030 afdaling : 1350
voor
de
beschouwde
wedstrijd)
Penaliteitberekening: De penaliteit wordt berekend obv de van kracht zijnde puntenlijst.
3.2.2. De beste 5 renners die gestart zijn Men telt de punten op van de 5 beste renners uit de huidige puntenlijst die gestart zijn op de betrokken wedstrijd (geëindigd, gediskwalificeerd, opgegeven tijdens de de
wedstrijd of niet gestart voor de 2
reeks). De renners die niet startten aan de
wedstrijd maar wel ingeschreven waren (DNS1), worden niet meegerekend. Indien deze punten hoger zijn dan het forfetaire maximum, zullen deze toch weerhouden worden voor de penaliteitberekening. 3.2.2. De beste 5 renners die de finish haalden Tussen de 10 snelst aangekomenen, houdt men rekening met de 5 deelnemers met de beste punten uit de laatste KBSF -puntenlijst voor deze discipline. Indien deze punten hoger zijn dan het forfetaire maximum of geen punten hebben, zullen deze toch weerhouden worden voor de penaliteitberekening.
3.2.3. Minder dan 5 renners: maximum forfait Indien er in de resultaten lijst van de betrokken wedstrijd, bij de 10 eersten geen 5 renners met punten of als er onder de 10 eersten die finishten minder dan 5 renners zijn die punten hebben, zal er een forfetair maximum gerekend worden voor de minst geklasseerden of aan de resterende renners. Forfetair maximum: -
slalom:
145 punten
-
reuzenslalom:
200 punten
-
super G:
250 punten
-
afdaling:
310 punten
Indien er zich tussen de 5 renners, die tellen voor de penaliteitberekening, minder dan 3 renners met punten bevinden, zal de wedstrijd niet gevalideerd worden. Minstens 3 renners moeten punten hebben,ongeacht het aantal deelnemers, en er moeten minstens 5 renners geklasseerd zijn.
18
Vademecum 2011/2012 rev 0
3.2.4. 2 of meer renners op de 10
de
plaats de
Wanneer er 2 of meer renners eindigden op de 10
plaats, worden de punten van
de 5 beste renners gebruikt voor de penaliteitberekening. de
3.2.5. 2 of meer renners met dezelfde punten op de 5
plaats de
Wanneer er 2 of meer renners met dezelfde punten op de 5
plaats voor de
penaliteitberekening, worden de punten van de renner met de beste wedstrijdpunten genomen. Reden: betere penaliteit
3.2.6. Berekening - SOM A =
som van de 5 beste punten of het forfetaire maximum van de 10 eerst geklasseerden
indien er minder dan 3 geklasseerde starters zijn, zijn de actuele punten van toepassing indien
er
minimum
3
geklasseerde
starters
zijn,
worden
de
maximumwaarden aangewend. - SOM B =
som van de 5 beste punten uit de startlijst
Indien er zich minder dan 5 geklasseerde renners bevinden onder de eerste 10 in het eindresultaat, en op voorwaarde dat er minimum 3 geklasseerde renners finishen bij deze 10, worden de maximumwaarden toegepast. Indien er minder dan 3 geklasseerde renners finishen bij de eerste 10, zijn de actuele punten van toepassing. - SOM C =
som van de wedstrijdpunten van de 5 renners met de beste KBSF punten. Indien de wedstrijdpunten hoger zijn dan het forfetaire maximum, weerhoudt men de maximum waarde van de betrokken discipline (DH 310, SL 145, GS 200, SG 250).
- PENALITEIT = (A + B – C)/10 - De wedstrijdpunten van de 5 beste FIS punten onder de 10 eerste in de uitslag, worden in aanmerking genomen voor de berekening van item C. 3.2.7. Afronden van de penaliteit De berekening wordt afgerond naar 2 plaatsen achter de komma. Voorbeeld : 13.654 13.65 en 21.849 21.85).
www.fis-ski.com/data/document/penaltycalculation.pdf
19
Vademecum 2011/2012 rev 0
3.3. WEDSTRIJDPUNTEN De koerspunten worden verhoogd met de penaliteit om zo KBSF-punten te vormen voor de betrokken deelnemer in deze wedstrijd. Toelichting: De wedstrijdpunten zijn dus de optelling van koerspunten (zie 3.1) en koerspenaliteit (zie 3.2.). Voorbeeld: renner A wint de wedstrijd, en heeft 0,00 koerspunten +
2,91
koerspenaliteit = 2,91wedstrijdpunten
3.4. DE PUNTEN IN DE LIJST Per discipline wordt er rekening gehouden met minstens één resultaat dat de renner behaalde in de loop van het seizoen. 3.4.2. De punten uit de eerst verschenen lijst van het seizoen, worden beschouwd als een resultaat. 4. Einde seizoensstelling 4.2. Bij de eindbeoordeling van een renner wordt de volgende vergelijking tussen de behaalde resultaten uitgerekend. •
•
Startpunten worden verhoogd met een dubbele toeslag: namelijk 44% o
Voor SL:
minimum 8 en maximum 28
o
Voor RS, Super-G en Afdaling:
minimum 8 en maximum 40
Beste resultaat wordt verhoogd met een enkele toeslag: namelijk 22% o
Voor SL:
minimum 8 en maximum 28
o
Voor RS, Super-G en Afdaling:
minimum 8 en maximum 40
•
Het gemiddelde van de 2 beste resultaten.
•
Het kleinste getal van deze 3 berekeningen geldt als eindresultaat van het skiseizoen.
4.3. Aan het einde van het seizoen wordt de puntenlijst, indien er een afwijking is tov de FIS puntenlijst, gecorrigeerd. Dit systeem wordt gebuikt om aan onze niet -FIS skiërs een idee te geven waar hun niveau zich internationaal bevindt. Het is niet mogelijk om onze KBSF punten blind te transformeren in FIS punten. Dit omdat de omstandigheden zoals startvolgorde, moeilijkheid van de piste, lengte van de wedstrijd,… Na enkele aanpassingen gedurende de laatste jaren, constateert men dat deze wijze van puntenberekening vrij goed de realiteit benadert. Toch is het nodig om op het einde van het seizoen een correctie van deze punten door te voeren om de conformiteit met de FIS lijst niet in het gedrang te brengen. Deze correctie wordt gemaakt door de FIS punten en KBSF punten van een representatieve groep FIS skiërs te vergelijken. Een renner wordt als representatief aanzien vanaf het moment hij/zij deelneemt aan minstens 2 wedstrijden in dezelfde discipline. Het verschil tussen de FIS en
20
Vademecum 2011/2012 rev 0
KBSF punten bepaalt het supplement of de aftrek van het resultaat op het einde van het seizoen. Indien het, door te weinig deelname van FIS renners aan KBSF wedstrijden, niet mogelijk is om een vergelijking te maken, dan zal een groep van specialisten de correctie maken. 5. SPECIALE STATUTEN
5.2. GEKWETSTEN 5.2.2. Begrip “STATUUT VAN GEKWETSTE” Geklasseerde renners die gekwetst werden tijdens training, gedurende nationale of FIS competities, zijn verplicht om een medisch attest over te maken aan de KBSF binnen de 8 (acht) dagen en een nieuw medisch attest overmaken bij de (definitieve) hervatting van de competitie bekomen het statuut van gekwetste. De KBSF kan, indien noodzakelijk geacht, een bijkomend medisch onderzoek door het BOIC opleggen. 5.2.3. Begrip “ENKELE TOESLAG” Een enkele toeslag bedraagt 22% van de KBSF punten van de renner in de betrokken discipline met een minimum van 4 punten en een maximum van 26 punten voor afdaling, 14 punten voor slalom, 20 punten voor reuzeslalom en super G.(FIS reglement) 5.2.4. Punten onder het statuut van gekwetste. 5.2.2.
Vanaf het ogenblik dat een renner gekwetst geraakt en een medisch attest afgeleverd werd, zal er een enkele toeslag bij de bestaande KBSF-punten van
de renner gevoegd worden. (FIS reglement punt). Zonder echter
afbreuk te doen aan de bepalingen uit 5.1.3.2. 5.2.2.
Indien een renner resultaten boekt tijdens zijn statuut van gekwetste, zal de toeslag berekend worden, rekening houdend met het beste berekeningsresultaat volgens: •
de normale puntenberekening;
• de berekening van de punten op het moment van de kwetsuur + een enkele toeslag. 5.2.2.
Gekwetsten die niet kunnen starten gedurende een langere periode dan één jaar, zullen jaarlijks een enkele toeslag bijgevoegd krijgen.
5.2.5. Andere gekwetsten dan deze bedoeld onder het statuut van gekwetste kunnen (mits voorlegging van een doktersattest) genieten van een jaarlijkse gehalveerde toeslag uit de tabel 3.5.2. Deze regeling vervalt automatisch vanaf het ogenblik dat opnieuw aan competitie deelgenomen wordt (dit geldt ook op de kunstpiste). 6. OPNAME IN & VERWIJDERING UIT DE PUNTENLIJST OPNAME 6.2.2. Elke renner die voldoet aan de voorwaarden vermeld onder punt 1.1. algemeen.
21
Vademecum 2011/2012 rev 0
6.2.3. Elke renner die ten minste één wedstrijdresultaat heeft behaald, wordt opgenomen in de puntenlijst. 6.3. VERWIJDERING 6.3.2. Bij niet betaling van de KBSF bijdrage. 6.3.3. Indien een renner gedurende 2 seizoenen niet heeft deelgenomen aan Belgische Wedstijden. 7. GEBRUIK VAN DE PUNTENLIJST De lijst geeft de rangorde aan van de Belgische renners. De lijst bepaalt de startorde bij Belgische wedstrijden en is een leidraad zowel bij de selecties als bij de vaststelling van de selectiecriteria. 8. TOELICHTINGEN
8.1. HOE KAN MEN TIJDENS HET SEIZOEN ZIJN PUNTEN VERBETEREN? 8.1.2. Bij één betere prestatie: de renner wordt opgenomen in de nieuwe lijst, met het gemiddelde
tussen
zijn
beginpunten
en
deze
prestatie.
Voorbeeld: renner D scoort 138 in SG, en had in de lijst 168 punten. Hij komt op 153 punten. 8.1.3. Bij
een
beter
gemiddelde
van
de
2
laatste
resultaten
Voorbeeld: renner heeft 168 punten. Hij scoort éénmaal 138 punten en een ander keer 130 punten. Op de nieuwe lijst zal hij 134 punten hebben ((138+130):2).
8.2. LET OP! 8.2.2. De renner, aangesloten bij een Belgische club, die op 15 oktober zijn lidmaatschap bij zijn liga niet hernieuwd heeft en of zijn KBSF lijstbijdrage niet heeft betaald, wordt in de volgende puntenlijst(en) niet meer opgenomen! 8.2.3. Het dragen van de door de KBSF ter beschikking gestelde kledij en uitrusting is verplicht bij sneeuwwedstrijden in het buitenland.
8.3. STARTORDE IN BELGISCHE WEDSTRIJDEN (niet FIS) 8.3.2. De startorde van de eerste 15 dames/heren wordt geloot onder de 15 ingeschreven renners met de minste KBSF-punten voor deze discipline. Voor zover hun punten onder het forfetaire maximum zitten (SL 145 pnt, GS 200 pnt, SG 250 pnt, Afdaling 310 pnt). Hierna
starten
de
deelnemers
volgens
hun
punten.
Vervolgens starten de renners zonder KBSF-punten voor deze discipline, en wel volgens stijgende leeftijdscategorie: benjamins, miniemen, juniors, seniors en masters. De startorde binnen elke leeftijdscategorie wordt bepaald door loting. Voor de eerste run moet er voor de loting een logische volgorde vastgesteld worden
22
Vademecum 2011/2012 rev 0
8.3.3. De startorde bij de 2
de
loop is zowel bij de dames als heren BIBOR 15. Deze waarde
kan verhoogd (maximum 30) of verlaagd (minimum 5) worden door de TD naargelang het verschil in punten tussen de deelnemers.
8.4. INSCHRIJVINGSGELD Het inschrijvingsgeld voor de Belgische renners is vastgesteld op € 25 per persoon per wedstrijd, waarvan € 22 naar de organiserende club en € 3 naar de commissie gaat. Voor wedstrijd voor miniemen en benjamins werd het inschrijvingsgeld vastgesteld op € 20 (17 € en 3 €). 8.5. AANTAL WEDSTRIJDEN Per seizoen mogen er gedurende maximum 4 weken wedstrijden georganiseerd worden. Deze mogen niet 2 weken na elkaar gepland worden.
8.6. LEEFTIJDSCATEGORIEEN VOOR BELGISCHE & INTERN. WEDSTRIJDEN. BELOFTEN
2001 en later
BENJAMINS
2000 en 1999
MINIEMEN
1998 en 1997
JUNIOR I
1996 en 1995
JUNIOR II
1994 en 1992
SENIOREN
1991 en 1982
MASTERS
1981 en vroeger
BELOFTEN
2002 en later
BENJAMINS
2001 en 2000
MINIEMEN
1999 en 1998
JUNIOR I
1997 en 1996
JUNIOR II
1995 en 1993
SENIOREN
1992 en 1983
MASTERS
1982 en vroeger
8.6.2. Internationaal spreekt men niet over senioren en masters maar van renners met licentie.
23
Vademecum 2011/2012 rev 0
KB S F
P U N T E N L I J S T
De meest actuele lijst is te vinden op www.ski.be , op www.vssf.org of is op te vragen op het secretariaat van de KBSF (03/286.07.85).
SELECTIENORMEN BELGISCHE PLOEG 10. SELECTIENORMEN
10.1.
TABEL
Alle waarden in deze kolom zijn “FIS” waarden vanaf junioren, bij de miniemen en benjamins zijn het naar “FIS” gerelateerde punten KBSF punten.
DREMPELS (voor selectie op 31/08/2011 en tijdens seizoen 2011 - 2012)
A
AFDALING+ SCOMBI SUPER-G REUZENSLALOM SLALOM
<60 <50 <40 <40
JEUGD MINIEMEN
JUNIORS 1992 <70 <60 <50 <50
1993 <80 <70 <60 <60
1994 <90 <80 <70 <70
1995 <100 <90 <80 <80
1996 <110 <100 <90 <90
1997
BENJAMINS
1998
1999
2000
<130 <150 <120 <140 <120 <140
<170 <160 <160
<190 <180 <180
DREMPELS (voor selectie op 31/08/2012 en tijdens seizoen 2012 - 2013)
A
AFDALING+SCOMBI SUPER-G REUZENSLALOM SLALOM
<60 <50 <40 <40
JUNIORS 1993 <70 <60 <50 <50
1994 <80 <70 <60 <60
1995 <90 <80 <70 <70
24
1996 <100 <90 <80 <80
JEUGD MINIEMEN 1997 <110 <100 <90 <90
1998
BENJAMINS
1999
2000
2001
<130 <150 <120 <140 <120 <140
<170 <160 <160
<190 <180 <180
Vademecum 2011/2012 rev 0
10.2.
SELECTIEVOORWAARDEN A - ploeg In 1 discipline punten behalen, gelijk of lager dan vermeld in de A kolom
•
De start nemen in 2 Belgische wedstrijden (FIS telt niet mee) t.t.z.: Kaunertal, Le Corbier, St Johann, Val Thorens. Verder is deelname aan het Belgische kampioenschap verplicht. Juniorselectie In 1 discipline punten behalen, gelijk of lager dan vermeld in de kolom met het
•
overeenstemmend geboortejaar. De start nemen in 4 Belgische wedstrijden (FIS telt niet mee) t.t.z.: Kaunertal, Le Corbier, St Johann, Val Thorens. Verder is deelname aan het Belgische kampioenschap verplicht. Miniemen- en Benjaminselectie A Jeugd In 1 disciplines punten behalen gelijk of lager dan vermeld in de kolom met het
•
overeenstemmend geboortejaar zijn noodzakelijk. De start nemen in 4 Belgische wedstrijden (FIS telt niet mee) t.t.z.: Kaunertal, Le Corbier, St Johann, Val Thorens. Verder is deelname aan het Belgische kampioenschap verplicht.
B Jeugd In 1 discipline punten behalen die overeenstemmen met de bovenstaande kolom van het
•
geboortejaar van de renner + 1 jaar. (renner van het geboortejaar 1998, moet voldoen aan de punten uit de kolom van het geboortejaar 1999) De start nemen in 4 Belgische wedstrijden (FIS telt niet mee) t.t.z.: Kaunertal, Le Corbier, St Johann, Val Thorens. Verder is deelname aan het Belgische kampioenschap verplicht.
De renners die de criteria behalen voor de nationale teams in een bepaalde discipline, worden beschouwd als hebbende de criteria in de andere disciplines.
Renners die gedurende het seizoen de norm halen voor de Belgische ploeg, kunnen geen aanspraak maken op de uitrusting of eventuele financiële steun die voorzien is voor de ploeg!
10.3.
VERBOD TOT DEELNAME
10.3.1.
Deelname aan AFDALING wordt niet toegestaan aan Miniemen en Benjamins!
10.3.2.
Deelname aan AFDALING wordt toegestaan aan Juniors met minder dan 100 FIS punten in Super G of minder dan 90 FIS punten in Reuzenslalom. Aangepaste uitrusting is verplicht.
10.3.3.
Deelname aan SUPER-G wordt toegestaan aan Miniemen met 140 KBSF punten of
25
Vademecum 2011/2012 rev 0
minder in Reuzenslalom en aan Benjamins met 180 KBSF punten of minder in Reuzenslalom. Aangepaste uitrusting is verplicht.
10.4.
VERWIJDERING UIT DE NATIONALE SELECTIE
10.4.1.
De renner die niet tijdig zijn lidmaatschap bij de federatie of liga en de KBSF heeft hernieuwd.
10.4.2.
Renners die zich niet houden aan het inschrijvingsreglement.
10.4.3.
De renners die de Koninklijke Belgische Skifederatie niet op waardige en sportieve wijze vertegenwoordigen.
10.4.4.
Op
gemotiveerd
verzoek
van
de
Liga
waartoe
de
renner
behoort.
De verwijdering uit de selectie brengt met zich mee dat de renner alle reeds toegekende voordelen zal moeten inleveren (kledij, uitrusting enz.)
NATIONALE
SELECTIES
11. SELECTIE: De meest actuele lijst is te vinden op www.ski.be , op www.vssf.be of is op te vragen op het secretariaat van de KBSF (03/286.07.85). NATIONALE
PRESELECTIES
12. PRESELECTIES 12.1.
ALGEMEEN: Op basis van einde seizoen FIS punten lijst. 12.1.1.
De NAKC blijft meester over de selecties op het vlak van de beoordeling van een renners die in aanmerking komen voor de preselecties.
12.1.2.
De definitieve selectie voor de wereldkampioenschappen junioren, senioren, gebeurt op basis van de FIS lijst die begin Januari verschijnt. D e definitieve de
selectie voor miniemen en benjamins gebeurt op basis van de 2
KBSF
puntenlijst. 12.1.3.
De definitieve selectie wordt bepaald door de NKCAS
12.1.4.
Indien een renner weigert deel te nemen aan het wereldkampioenschap waarvoor hij aangeduid is door de NKCAS, zal hij/zij een schorsing van 2 maanden opgelegd worden. Tijdens de schorsing zal de verantwoordelijke voor de inschrijvingen de renner voor geen enkele FIS wedstrijd inschrijven. Als de renner kan bewijzen dat zijn niet deelname het gevolg is van overmacht , zal de
26
Vademecum 2011/2012 rev 0
schorsing opgeheven worden. Uitsluitend de Commissie zal de gegrondheid van overmacht beoordelen. 12.1.5.
Alleen de renners die voor de seizoensstart geselecteerd werden voor de nationale ploegen, genieten van de eventuele financiële steun van de NKCAS. De renners die in de loop van het seizoen hun selectie verdienen, genieten niet van deze steun maar mogen wel deelnemen aan de internationale wedstrijden.
WERELDKAMPIOENSCHAPPEN (Seniors)
12.2.
Lid zijn van de Nationale selectie 12.2.1.
Maximum 4 Belgen per discipline toegelaten.
12.2.2.
De leden van de nationale senioren ploeg zijn verplicht om deel te nemen aan de wereldkampioenschappen senioren. Andere renners kunnen hiervoor eventueel ook geselecteerd worden. Om te mogen deelnemen aan de snelheidsnummers moeten de renners minstens 50 FIS punten hebben voor Super G en minstens 60 FIS punten voor de Afdaling of Super Combiné. Ook al behaalde een renner deze punten, dan nog is hij niet verplicht om aan deze wedstrijden deel te nemen.
12.2.3.
De leden van de nationale senioren ploeg die nog junior zijn, zijn niet verplicht om deel te nemen aan de wereldkampioenschappen senioren.
12.3.
WERELDKAMPIOENSCHAPPEN (Juniors)
Lid zijn van de junior selectie. 12.3.1.
Maximum 4 Belgen per discipline.
12.3.2.
De leden van de nationale junioren ploeg zijn verplicht om deel te nemen aan de wereldkampioenschappen junioren.
12.3.3.
Om te mogen deelnemen aan de snelheidsnummers moeten de renners minstens 60 FIS punten hebben voor Super G en minstens 70 FIS punten voor Afdaling of Super Combiné. Ook al behaalde een renner deze punten, dan nog is hij niet verplicht om aan deze wedstrijden deel te nemen.
12.4.
JEUGDWEDSTRIJDEN EN NATIONALE JEUGDPLOEG (benjamins-miniemen)
12.4.1.
Alle Miniemen en Benjamins die deel uitmaken van de Jeugdploeg.
12.4.2.
Afhankelijk van de beschikbare plaatsen (meestal 10) legt de NKCAS de deelnemerslijst vast.
12.4.3.
De KBSF zal 3 FIS International Children Races (CHI I en CHI II) omkaderen voor de leden van het nationaal A jeugdteam. Aan de andere wedstrijden kunnen enkel leden van het A en B jeugdteam deelnemen. Hiervoor moet het FIS inschrijvingsreglement gevolgd worden.
27
Vademecum 2011/2012 rev 0
Tijdens deze FIS wedstrijden zal de startvolgorde bepaald worden obv de KBSF punten. Niettemin blijft de NKCAS soeverein en kan beslissen om een andere volgorde te volgen. Deze eventuele beslissing zal genomen worden obv de kwaliteit en sportieve prestaties van internationale renners. In dit geval zal de NKCAS deze wijziging aan de renners meedelen. Aan de andere International Children wedstrijden, die niet door KBSF omkaderd worden, kunnen enkel de kinderen uit de A en B selectie deelnemen. Hiervoor dient het FIS inschrijvingsreglement gevolgd te worden.
BELANGRIJKE REGLEMENTEN 20.
BELANGRIJKE EN NIEUWE REGLEMENTEN. Alle FIS reglementen zijn van toepassing. Men kan deze raadplegen op www.fisski.com
20.1.
GEDRAGSCODE:
28
Vademecum 2011/2012 rev 0
29
Vademecum 2011/2012 rev 0
30
Vademecum 2011/2012 rev 0
31
Vademecum 2011/2012 rev 0
20.2. 20.2.1.
WEDSTRIJD & UITRUSTING! Kinderen tot en met Miniemen mogen aan maximum 4 internationale evenementen (Benjamins), en 8 internationale evenementen (Miniemen) deelnemen.
20.2.2.
Junioren I mogen maximum aan 25 FIS koersen deelnemen.
20.2.3.
Wedstrijduitrusting en kledij moeten conform de FIS reglementen zijn.
20.2.4.
Renners welke tijdens de 1
ste
de
niet voorskiën in de 2 20.2.5.
loop van een wedstrijd uitgeschakeld worden, mogen
loop.
Karakteristieken van de ski’s. www.fisski.com (Alpine skiing – Rules – Rules)
20.3. 20.3.1.
BIJ DE VERKENNING! Het is van het grootste belang om de richtlijnen van de wedstrijdleiding te volgen. Eén van de volgende mogelijkheden zal zich voordoen: 1. Verkenning op ski’s door het slalomtraject van boven naar beneden. 2. Verkenning op ski’s buiten het slalomtraject van boven naar beneden. 3. Verkenning op ski’s door het slalomtraject van beneden naar boven. 4. Verkenning op ski’s buiten het slalomtraject van beneden naar boven. 5. Verkenning zonder ski’s door het slalomtraject of buiten de poorten.
20.3.2.
Draag steeds uw startnummer zichtbaar.
20.3.3.
art.627.4: De wedstrijdpiste wordt gesloten voor en na de verkenning. De renner welke
zich
op
de
wedstrijdpiste
bevindt
buiten
de
verkenningstijd
kan
gediskwalificeerd worden. 20.3.4.
Een renner kan uitgesloten worden indien hij parallel bochten maakt in de poorten tijdens de verkenning
20.4. 20.4.1.
AAN DE START! Bij afdaling en super G is het dragen van een afdalingshelm verplicht. Elke deelnemer moet zich tijdig en volgens startnummer aan de start aanbieden. Wanneer een renner te laat aan de start verschijnt, zonder geldige reden, zal hij gediskwalificeerd worden. (Technische problemen met de ski’s en persoonlijke redenen zijn geen geldige verontschuldigingen.)
20.5. 20.5.1.
TIJDENS DE WEDSTRIJD! Een renner die gehinderd wordt tijdens het afleggen van zijn traject moet: 1. De slalom onmiddellijk onderbreken op de plaats waar hij gehinderd wordt. 2. Naar de dichtstbijzijnde poortrechter skiën, melden dat hij gehinderd werd en vragen voor een herstart. 3. Naar de aankomst skiën. Hierbij niet door de poorten of de aankomst skiën! 4. Zich melden bij de aankomstrechter en- of de tijdsopname en wachten op de toestemming van de wedstrijdjury om opnieuw te mogen starten.
32
Vademecum 2011/2012 rev 0
5. Na de toestemming zich opnieuw naar de start begeven en zich melden bij de startrechter. 6. Herstarten. 20.5.2.
20.6.
Een renner kan uit de wedstrijd gesloten worden indien •
Hij zijn parcours verder zet nadat hij een poort onreglementair nam.
•
Hij zich niet tijdig aanmeldt aan de start.
•
Hij een valse start neemt.
•
Hij een onrechtmatige herstart aanvraagt.
•
Hij de aankomst niet reglementair passeert.
•
Hij zijn ski's uitdoet voor de rode lijn in de aankomst zone.
•
Hij niet stopt bij een Gele vlag signaal.
BIJ AANKOMST!
20.6.1.
De renner moet de aankomstzone verlaten via de officiële uitgang. Dit gebeurt met de volledige uitrusting welke gebruikt werd tijdens de wedstrijd. Bij overtreding volgt diskwalificatie.
20.7
HOE EEN SLALOMPOORT CORRECT NEMEN? (www.fisski.com) F.I.S.- W E D S T R I J D E N :
21. WIE MAG DEELNEMEN? 21.1. 21.1.1.
ALGEMEEN Om te mogen deelnemen aan de internationale competitie (met uitzondering voor de kinderwedstrijden) dient men de leeftijd van 15 jaar bereikt te hebben op het einde van
het
burgerlijk
jaar
waarin
de
competitie
wordt
aangevat.
De renner kan dus deelnemen bij het begin van het seizoen (vanaf 1 juli), ook als hij of zij pas 15 jaar wordt na 1 juli. (maar wel ten laatste op 31 december). Hij/zij zal via zijn/haar club een FIS-licentie moeten aanvragen bij de Secretarisgeneraal KBSF. Om een FIS licentie te bekomen • Alle renners die een FIS licentie willen bekomen , mogen maximum 200 Belgische punten bezitten in 1 discipline en moeten de start genomen hebben in minimum 4 Belgische (niet FIS) wedstrijden (t.t.z. Kaunertal, Le Corbier, St Johann, Val Thorens). Om een FIS licentie te verlengen • Alle renners die een FIS licentie willen verlengen , mogen maximum 200 Belgishe of FIS punten bezitten in 1 discipline en moeten de start genomen hebben in minimum 4 Belgische (niet FIS) wedstrijden (t.t.z. Kaunertal, Le Corbier, St Johann, Val Thorens).
33
Vademecum 2011/2012 rev 0
• Renners uit de Belgische A selectie moeten de start genomen hebben in minimum 2 Belgische (niet FIS) wedstrijden (t.t.z. Kaunertal, Le Corbier, St Johann, Val Thorens). (zie verslag NKCAS van 07-05-09). • Ter verduidelijking : alle FIS licentienemers starten in de Belgische wedstrijden met hun FIS punten. • De penaliteit wordt berekend volgens de FIS methode. • Op het einde van het seizoen zal er een Belgische puntenlijst uitgegeven worden. • Uitzondering : indien een renner ingeschreven is voor een Belgische wedstrijd en deze wordt ter plaatse geannuleerd, zal die wedstrijd in rekening gebracht worden voor het minimum aantal deelnames. • Iedere persoon die niet voldoet aan de opgelegde criteria voor het bekomen van een FIS licentie, kan een schriftelijk vraag aan de NKCAS richten om toch een licentie aan te vragen. De NKCAS zal hierover soeverein beslissen.
21.2.
WERELDBEKER:
21.2.1.
Leden van de A-selectie
21.2.2.
Bij elke wedstrijd mag slechts 1 Belg deelnemen (M/V).
21.3.
EUROPABEKER:
21.3.1.
Leden van de A-selectie
21.3.2.
Bij elke wedstrijd mogen 2 Belgen deelnemen (M/V).
21.4. 21.4.1.
FIS-WEDSTRIJDEN: Alle renners die een FIS-licentie hebben en tot de FIS ploeg behoren komen in aanmerking voor deelname aan FIS wedstrijden op voorwaarde dat ze over minder dan 150 FIS punten beschikken.
21.4.2.
Bij elke wedstrijd mogen slechts 5 Belgische heren / 6 Belgische dames deelnemen behalve bij, door België ingerichte, wedstijden.
21.5. 21.5.1.
CIT-WEDSTRIJDEN: Alle
renners
die
een
FIS-licentie
hebben
kunnen
deelnemen
(zie
inschrijvingsreglement) op voorwaarde dat ze over minder dan 200 FIS punten beschikken. Er kunnen 8 Belgen deelnemen (M/V), indien het over een Arnold Lunn wedstrijd gaat, 15. 22.
FIS INSCHRIJVINGSREGLEMENT: door iedere FIS renner, ondertekend terug te sturen naar JM Jonkers:
34
Vademecum 2011/2012 rev 0
35
Vademecum 2011/2012 rev 0
36
Vademecum 2011/2012 rev 0
37
Vademecum 2011/2012 rev 0
38
Vademecum 2011/2012 rev 0
39
Vademecum 2011/2012 rev 0
40
Vademecum 2011/2012 rev 0
41
Vademecum 2011/2012 rev 0
23. Wat zeker niet vergeten bij deelname aan een wedstrijd? 23.1. Informeer je tijdig ivm waar men zich moet melden, hoe laat, telefoon/fax van de organisator, juiste data … 23.2. Bel vlak voor uw afreis naar de organisatie teneinde bij eventuele afgelasting geen nutteloze verplaatsing te moeten maken! 24. HOE BEHAAL JE FIS-PUNTEN? 24.1. Door per discipline 2 resultaten te behalen in een FIS- of CIT-wedstrijd. 24.2. Zo je geen 2 resultaten hebt behaald, wordt een extra penaliteit, afhankelijk van je FIS punten, toegekend. 24.3. Indien je echter wegens een gegronde reden (studies, kwetsuur) aan te weinig wedstrijden hebt kunnen deelnemen, wordt deze penaliteit verminderd. Hiervoor moet wel TIJDIG een ATTEST
worden
voorgelegd
op
het
wedstrijdsecretariaat:
bij studies voor 15 november en bij kwetsuur onmiddellijk, met vermelding aanvang en duur. 25. HOE KOM JE MEEST RECENTE FIS-PUNTEN TE WETEN? 25.1. Via de website van de FIS www.fisski.com 26. OPNAME VAN UW RESULTATEN IN DE PUNTENLIJSTEN: 26.1. De opname in de FIS puntenlijst volgt automatisch bij deelname aan FIS & CIT wedstrijden. (indien men een FIS licentie heeft) FIS PUNTENLIJST BELGISCHE RENNERS Zie www.fisski.com F.I.S.- K A L E N D E R De kalender is enkel nog beschikbaar via het internet www.fisski.com C.I.T.- K A L E N D E R De kalender is enkel nog beschikbaar via het internet www.fisski.com KALENDER WEDSTRIJDEN VOOR UNIVERSITAIREN De kalender is enkel nog beschikbaar via het internet www.fisski.com KALENDER WEDSTRIJDEN VOOR KINDEREN De kalender is enkel nog beschikbaar via het internet www.fis-ski.com
42
Vademecum 2011/2012 rev 0
A T L E T E N V E R K L A R I N G voor het bekomen van een internationale licentie (FIS)
Door de internationale skifederatie wordt aan elke renner gevraagd om een formulier ter ontlasting van de FIS te ondertekenen. Zonder de ondertekening kan de renner geen licentie bekomen. Gezien dit formulier enkel bestaat in het Engels, het Duits en het Frans, wordt hieronder een vrije vertaling weergegeven. Deze vertaling heeft geen enkele juridische waarde en is louter informatief. De renner zal dus een Engels, een Duits of een Franstalig exemplaar moeten ondertekenen. Begrijpende dat de ondertekening van deze verklaring op geen enkele wijze de verantwoordelijkheid van de organisator van de competitie beperkt, voor zover het de structuur van de installaties betreft, alsook het klaarmaken hiervan voor de competitie en het verloop van de competitie op zichzelf, doe ik de volgende verklaring: 1. FIS reglementen, regels, procedures Ik begrijp en aanvaard dat mijn participatie bij om het even welke gebeurtenis die deel uitmaakt van de FIS kalender onderworpen is aan mijn goedkeuring van alle FIS reglementen, toepasselijk op dergelijke gebeurtenis. Ik ga akkoord onderworpen te zijn aan dergelijke reglementen, regels, procedures en aan de jurisdictie van de organismen die verantwoordelijk zijn om deze toe te passen, omvattend maar niet beperkend tot de exclusieve jurisdictie van het Hof van Arbitrage voor Sport TAS in Lausanne, Zwitserland, 2. Kennisgeving risico’s Ik ben mij volledig bewust van de gevaren inherent aan de beoefening van alle vormen van de FIS competitiesport, risico’s zoals ondermeer de gevolgen van de zwaartekracht en snelheid, zowel tijdens trainingen als tijdens de competitie zelf. Ik onderken dat het streven naar buitengewone prestaties gekoppeld is aan risico’s die ontstaan bij het drijven van mijn fysische mogelijkheden tot hun uiterste limiet. Bovendien
weet
en aanvaard ik
dat
de hierboven vermelde gevaren
eveneens
omgevingsfactoren, technische installaties, atmosferische invloeden alsook natuurlijke of kunstmatige hindernissen in de trainings-, of wedstrijdzone kunnen inhouden. Ik besef dat bepaalde voorvallen niet steeds kunnen voorzien of gecontroleerd worden en daardoor niet kunnen uitgesloten worden door veiligheidsmaatregelen. Derhalve weet ik en aanvaard ik dat wanneer ik aan dergelijke competitieve activiteiten deelneem, mijn fysieke integriteit en, in extreme gevallen, zelfs mijn leven in gevaar kan zijn. Voorts weet ik en aanvaard ik dat de bovengenoemde gevaren die aan mijn deelname verbonden zijn, derden binnen het competitie en trainingsgebied in gevaar kunnen brengen. Ik zal mijn eigen inspectie van training - en wedstrijdpistes doen. Ik zal onmiddellijk de jury van om het even welke veiligheidsbekommernissen op de hoogte brengen. Ik begrijp dat ik verantwoordelijk ben voor het gebruik van het correcte materiaal en de toestand ervan, voor de snelheid waarmee ik race en voor het traject dat ik kies. 3. Persoonlijke verantwoordelijkheid. Ik begrijp dat ik persoonlijk aansprakelijk kan gesteld worden aan derden voor
43
lichamelijke
Vademecum 2011/2012 rev 0
verwonding of materiaalschade als gevolg van mijn deelname aan wedstrijd of training. Ik ben het ermee eens dat het niet de verantwoordelijkheid van de organisator is om mijn materiaal te inspecteren of te controleren. 4. Vrijstelling van verantwoordelijkheid In de mate het door de toepasselijke wet wordt toegelaten, stel ik FIS, mijn Nationale Federatie, organisatoren en hun respectieve leden, directeuren, ambtenaren, werknemers, vrijwilligers, contractanten en agenten van om het even welke aansprakelijkheid vrij voor om het even welk verlies, verwonding, of schade die ik tijdens mijn deelname aan door de FIS georganiseerde officiële competities of training opgelopen heb. 5. Reglement betreffende de geschillen. Zonder afbreuk te doen aan de rechtspraak van enig orgaan van bekwame jurisdictie met betrekking tot de toepassing van de FIS Regels, de reglementen en de procedures waaraan ik mij ten gevolge van mijn deelname aan evenementen uit de FIS kalender onderwerp (zie hierboven punt ), ben ik het ermee eens dat om het even welk geschil waarover niet kan geoordeeld worden zoals bepaald in de procedures geleverd door de FIS regels (maar welke zich tussen mij en de FIS en/of de organisator van een evenement uit de FIS kalender voordoen, omvattend maar niet beperkt tot eisen voor schade van één van beide partijen tegen de andere voortkomend uit gebeurtenissen (handelingen of weglatingen) gelinkt aan mijn deelname aan zo een evenement) zal geregeld worden door de Zwitserse wet en zal exclusief geregeld worden door rechtspraak voor het Hof van Arbitrage voor Sport ("TAS") in Lausanne overeenkomstig de CAS regels die toen van toepassing waren. Deze Verklaring zal gecontroleerd en ontleed worden volgens de Zwitserse wet en in de mate die door de toepasselijke wet wordt toegelaten, zal deze ook bindend zijn voor mijn erfgenamen, opvolgers, begunstigden, verwanten of toegewezenen wie om het even welke gerechtelijke stappen met betrekking tot hetzelfde zou kunnen nastreven.
Ik heb deze Atletenverklaring gelezen en begrepen. (plaats, datum, handtekening van de renner,) Voor minderjarige atleten (volgens de wetgeving van het land van de atleet): Hierbij wordt de verzekering gegeven dat ik/wij, in hoedanigheid van het ouderlijk- of voogdelijk gezag, de bovenstaande verklaring aanvaarden met inbegrip van de dwingende verplichting tegenover iedere bepaling en voorwaarde. (naam, datum, verwantschap, handtekening ouders of voogd) ☛ Gebruik het formulier dat afgedrukt staat op de volgende bladzijde om uw licentie te bekomen! ☛ Stuur jaarlijks een nieuw ingevuld exemplaar aan het wedstrijd-secretariaat van de KBSF. ☛ Je kan best steeds een kopie bij hebben als je aan FIS wedstrijden deelneemt.
44
Vademecum 2011/2012 rev 0
Déclaration des athlètes Pour l'octroi d'une licence internationale (FIS)
45
Vademecum 2011/2012 rev 0
W.K – J U N I O R E N Zie www.fisski.com O L Y M P I S C H E W I N T E R S P E L E N 2 0 10 2012:
Youth Winter Olympics in Innsbruck (Oostenrijk)
2014:
Winter Olympics in Sochi (Rusland)
WERELDBEKER Zie www.fisski.com
46
Vademecum 2011/2012 rev 0
PROGRAMMA SEIZOEN 20..-20... Naam van de renner : ……………………………………… Adres :……………………………………………………….. Telefoon :……………………………………………………. Mail:………………………………………………………….. Geboortedatum :……………………………………………. Rekeningnummer :…………………………………………. Voor dit seizoen plan ik mijn deelname aan volgende wedstrijden en /of trainingen: Periode Van
Benaming van de wedstrijd of training
Type
Of plaatsaanduiding
aanduiden
Tot
1
CIT
FIS
2
CIT
FIS
3
CIT
FIS
4
CIT
FIS
5
CIT
FIS
6
CIT
FIS
7
CIT
FIS
8
CIT
FIS
9
CIT
FIS
10
CIT
FIS
11
CIT
FIS
12
CIT
FIS
13
CIT
FIS
14
CIT
FIS
15
CIT
FIS
Ik verbind mij er toe dit programma naar best vermogen te volgen en verbindt mij ertoe het inschrijvingsreglement FIS wedstrijden volledig na te leven. Ik aanvaard dat het niet naleven van het minimumprogramma, zoals vermeld in het rennersvademecum, mijn nationale selectie en de bijhorende voordelen in gevaar kan brengen. Ik verbind mij er toe alle mij door de nationale sponsors ter beschikking gestelde materialen in exclusiviteit te gebruiken op alle wedstrijden en bijhorende activiteiten. Zo niet zal ik deze materialen dadelijk en in goede staat terugbezorgen of vergoeden. Ik bezorg zo vlug mogelijk de officiële uitslag van de niet collectieve wedstrijden aan de inschrijvingsverantwoordelijke Datum:
Handtekening:
Visum Skiclub:
Datum :
Handtekening:
Stempel:
47