A talk with DAGMARA STOZEK. In een Gentse koffiebar, ontmoet ik Dagmara Stozek. Terwijl ze in een magazine aan het bladeren is, nipt ze van haar dampende cappuccino. Uit haar zilverkleurige tas piepen nog enkele buitenlandse glossy’s en kranten. Haar zoete parfum en lichtroze lippenstift doen mijn gezicht opfleuren. Middenin een drukke werkdag, maakt Dagmara graag een uurtje vrij voor een goed gesprek. Dat ze uiteraard aan haar portfolio kan toevoegen. A business woman all the way.
Hoe ziet een doordeweekse werkdag er voor jou uit? ‘De ochtend is mijn lievelingstijdstip van de dag. Ik sta op om zes uur ‘s ochtends, schenk mezelf een kop koffie of groene thee, check mijn mails, mijn agenda en maak een to-dolijst. Daarna trek ik af en toe naar een ontbijtbar en nadien ga ik aan de slag. Ik doe m’n best om acht uur aan een stuk te werken. Als ik even wil ontspannen, dan zet ik mij in de deuropening van mijn huis en sla ik de omgeving gade. ‘s Avonds werk ik alles af, beantwoord ik mails of ontmoet ik vrienden.’
Wat is schoonheid voor jou? ‘Als het op design aankomt, houd ik van minimalisme. Simpele vormen zijn het toppunt van schoonheid. Hoe minder je nodig hebt om iets mooi te maken, des te beter het ontwerp. De gedachtegang die erachter schuilgaat, spreekt voor zich. Al heb ik ook een voorliefde voor de stijl van de jaren tachtig. Het eclectische, met allemaal beelden over elkaar. Een tijdje geleden maakte ik zo’n design, omdat dat naadloos aansloot bij de persoonlijkheid van die klant. De man is een copywriter, hij oogt excentriek en tegelijk gesofisticeerd. Mijn ontwerp bleef strak, al gebruikte ik fluokleuren en gooide ik diverse patronen over elkaar.’
Je maakt designs afgestemd op de wensen van de klant. Hoe begin je daaraan? ‘Eerst regelen we een gesprek en laat ik een klant wat moodboards maken. Op basis daarvan zoek ik bijpassende beelden om zijn of haar esthetische wens beter te begrijpen. Dat hoeft zeker niet altijd van grafisch werk te zijn, ook kunstwerken en dagelijkse beelden horen thuis op zo’n moodboard. Bij de copywriter kwamen veel prentjes uit de tv-serie Miami Vice naar voren; mooie vrouwen gehuld in eclectische bikini’s, met een zonsondergang in de achtergrond. Ik put veel inspiratie uit moodboards, dan gaat er een gloeilamp in m’n hoofd branden en vertaalt zich dat op papier. Ik vergelijk die klik tijdens het designproces al eens met verliefd worden. Als ik tijdens de eerste seconde niet door een man geïntrigeerd ben, komt de aantrekkingskracht nooit met tijd. Een project moet mij meteen aanspreken.’
Waarom hou jij van wat je doet? ‘Omdat je elke dag mooie dingen maakt. Je begint met een wit papier en creëert iets wat zichtbaar is voor anderen. Je helpt ook mensen. Grafisch ontwerp is hulpverlening op designvlak. In zekere zin is iedere mens net als een ekster aangetrokken tot goud. Het oog wil ongetwijfeld ook wat en niet iedereen kan aan de slag met grafisch ontwerp. Een tijdje geleden had een bekende Belg een Instagramfoto van het bier Viswijf gepost. Een etiket dat ik zelf mocht ontwerpen. Op dat moment liep ik op wolkjes, want dan lijkt alles plots zo echt. Ik haal veel uit mijn job. Mocht ik niet in de creatieve sector zitten, dan was mijn hoofd vast ontploft.’ (glimlacht)
Op welk moment wist jij: mijn hart ligt bij grafisch ontwerp? ‘Toen ik op mijn vijftiende collages begon te maken, besefte ik dat ik later iets creatiefs wilde gaan doen. Ik hield mij toen met mode, kunst en geschiedenis bezig. Uit modebladen scheurde ik prentjes die mijn aandacht trokken. De beelden die ik met mijn fototoestel maakte en liet ontwikkelen, plakte ik erop. Dat ging zelfs zover als cd’s, omdat ik vond dat de muziek goed bij de mood ging.’ (gniffelt)
Je houdt van verse bloemen, mooie kleren, nieuwe steden – maar wat is jouw ultieme bron van inspiratie? ‘Als ik een creatieve blok krijg, dan zet ik de documentaire over Carine Roitfeld op. Zij was lang de hoofdredactrice van de Franse Vogue. De documentaire geeft je een blik achter schermen bij de opstart van haar eigen magazine, nadat ze bij Vogue de deur achter zich dicht trok. Roitfeld is een zeer strenge vrouw met een open hart. Haar visie op mode is erg uitgesproken. Het inspireert mij om haar werkproces te zien. Zij deed mij ook stilstaan bij het belang van work-life balance. Wat mij eveneens op ideeën brengt, is kijken hoe mensen bewegen, zich kleden en welke materialen ze combineren. Een kledingstijl valt te vergelijken met grafisch werk. Het is logisch dat je gewaagde kleurcombinaties, bijvoorbeeld, perfect in het grafische kan integreren.’
Personal branding Welke gouden raad geef jij aan klanten? ‘Als je je huisstijl vernieuwt, pas dan ook de sociale media aan. Het is belangrijk dat een merk op één lijn staat, in plaats van een mishmash van god weet wat.’
Wat is het grootste pluspunt van sociale media? ‘Twentysomethings kennen grote merken als Coca Cola of Pepsi, omdat ze ermee zijn opgegroeid. De affiches in de supermarkten trokken al van kleins af aan onze aandacht. Nu zit advertising anders in elkaar, je moet mensen digitaal raken. De jonge generatie merkt reclames in magazines of in openbaar vervoer amper op, omdat hun aandacht getrokken is naar het schermpje van hun smartphone.’
Wat is het krachtigste om een merk in de kijker te zetten? ‘De advertenties op Facebook zijn goud waard. Daar moet je veel geld in investeren, zeker als nieuw merk. Facebook Ads heeft immens veel invloed. Vanaf dat je merk op Facebook is gelanceerd, link het dan aan een Instagram-account. Het visuele gaat mensen triggeren. Zeker omdat iedereen dat kanaal meermaals checkt, kan je een paar keer per dag je merk in de kijker zetten. Net als op Pinterest, al is een blog sterker. Daar kun je terecht als je iets te vertellen hebt, mensen op ideeën wil brengen of een item in de kijker wil zetten. De aanpak op sociale media is heel specifiek, voor elk bedrijf is een persoonlijke werkwijze nodig.’
Kan creativiteit blijven standhouden in een digitale wereld, waar alles al gedaan is? (denkt na) ‘De waarde van het woord creativiteit stemt zich af op de tijdgeest. Toen Pablo Picasso, Jackson Pollock en Piet Mondriaan nog leefden, lag de maatstaf hoger. Een kunstenaar als Andy Warholl heeft eigenhandig met wat soepblikken de waarden en normen van kunst en design in vraag gesteld. Hij was de rebel van zijn tijd. Warholls werk heeft mee bepaald wat wij nu als esthetisch beschouwen. De dag van vandaag zijn er maar weinig kunstenaars revolutionair, omdat het niet van hen verwacht wordt. Waarom zou je iets beter willen doen dat al zo goed is gedaan? Nu moet alles vooral vertrouwelijk aanvoelen, omdat we ten gevolge van de crisis snakken naar geruststelling. Dat iedereen nu een gezicht aan een merk koppelt, is daar het schoolvoorbeeld van. Personal branding is de eerste stap die je als merk moet zetten. Elke creatieve persoon is een merk. Je bent een privépersoon maar professioneel geef je het merk een gezicht.’
Wie blinkt uit in personal branding? ‘Een topmodel als Alexa Chung, bijvoorbeeld. In Vlaanderen weet Ellen Kegels van LN Knits heel goed waarmee ze bezig is. Haar merk is ijzersterk, net omdat ze er een persoon heeft achter gezet. Ja, het zijn kwaliteitsvolle sjaals maar na verloop van tijd is dat een community geworden. Als je zo’n sjaal koopt, behoor je zeg maar tot de Ellen Kegels-club.’
Helpt het om een knappe vrouw te zijn, denk je? ‘Het is not done om het te zeggen, maar ik geloof van wel. Als je knap bent, geraak je verder. Je trekt sneller de aandacht. Al moet je, zeker op lange termijn, ongetwijfeld getalenteerd zijn én hard werken.’
Ingebakken gezelligheid Je bent zelf erg actief op sociale media. Eerlijk: jouw leven lijkt wel erg Pinterest: picture perfect. ‘Al voor Pinterest bestond, heb ik altijd belang gehecht aan esthetiek pur sang. Ik wil van alles de beste versie maken. Zelfs thuis loop ik nooit rond met een foeilelijke pyjama. Voor mij moet het volledige plaatje kloppen. Dat heb ik van mijn mama geleerd: je moet er áltijd goed uitzien. (glimlacht) Tot mijn zestiende heeft ze daarvoor moeten vechten, toen ben ik er pas zelf waarde aan beginnen hechten.’
Jouw ouders zijn allebei Pools. Hoe kwam jij in België terecht? ‘Toen ik zes jaar was, ben ik samen met mijn mama naar België verhuisd. Naarmate je ouder wordt, merk je steeds meer die Poolse invloeden. Ik heb altijd een sterke zelfkennis gehad, omdat ik geloof dat het de basis is van mensenkennis en andere kennis. Mijn mama moest als alleenstaande ouder hard werken om voor mij te zorgen en daarom zat ik vaak alleen thuis. Zij was een sterk rolmodel en ik kwam nooit iets tekort. Ik werd vroeg zelfstandig.’
Vertel eens meer over die Poolse invloeden? ‘Hoewel Polen conservatief zijn, is er een enorme gastvriendelijkheid. Je moet goed zijn voor anderen. Vriendelijkheid en openheid dragen ze hoog in het vaandel. In Polen dagen er voor een etentje altijd meer mensen op dan voorzien en dat draagt bij aan de gezelligheid. Terwijl Belgen al zouden panikeren, omdat iets anders loopt dan gepland. (lacht) Die ingebakken gezelligheid is heel erg Pools. Toen ik klein was, woonde een vriendinnetje op de benedenverdieping van ons huis. Dan liep ik in pyjama door de gang en werd ik altijd warm onthaald. Haar mama maakte ontbijt of zette thee voor mij. In geen tijd was ik er kind aan huis, en vice versa. Bellen om af te spreken, daar was geen sprake van. Spontaniteit troef.’
Je groeide op in Mechelen en verhuisde inmiddels in je eentje naar Gent. Wat trekt jou het meeste aan in deze stad? ‘De openheid en creativiteit. Ik woonde in Mechelen maar wilde bewust een ander professioneel netwerk uitbouwen. Hier mag je onverwachts bij iemand aanbellen en word je hartelijk ontvangen. Gentenaren zijn iets minder typisch Belgisch. Zij accepteren meer, geloven in de mens en durven op hun bek gaan. Carrièregewijs zijn ze recht voor de raap. Als ze vallen, borstelen ze zichzelf af en doen ze met volle moed verder. Ze houden de schone schijn niet op en geven toe dat het niet allemaal rozengeur en maneschijn is.’
Hard werken en liefde vinden. A match made in heaven, or hell? ‘Eerder in de hel. Dat gaat niet, het is een of-of-verhaal. Ik geloof er heel sterk in dat als je professionele leven floreert, je privéleven de dieperik ingaat. In mijn leven is dat altijd zo geweest.’
Dus jij blijft de komende tien jaar single? ‘Mijn werk is mijn minnaar. Weet je, ik behandel mijn carrière als een slecht vriendje. Er zijn zowel zware tijden als verrukkelijke tijden. Je hebt er geen controle over en eigenlijk is het een beetje een eikel.’ (lacht)
Gouden kans Welke rol spelen vrienden in je leven? ‘Mijn vrienden zijn heel belangrijk. Als ik ze zie, word ik er gelukkig van.’
Moeten zij jouw creativiteit aanwakkeren? ‘Nee, die twee werelden houd ik gescheiden. Tachtig procent van mijn vrienden weet niet waarmee ik precies bezig ben. Ik heb geleerd dat er zo niemand jaloers op je kan zijn. Afgunst is een heel menselijke emotie. Maar als je vrienden het voelen, is dat geen pretje. Eén keer maakte ik dat mee met een goede vriendin en dat is een belangrijke les geweest. Als zelfs je beste vrienden de behoefte voelen op professioneel gebied een mes in je rug te steken, dan wil ik er zo weinig mogelijk emotie aan koppelen. Ik besliste de twee werelden te scheiden.’
Welke raad geef je die graag in jouw schoenen zou willen staan? ‘Luister niet naar het stemmetje in je hoofd dat zegt: je kan het niet. Wees positief, vriendelijk, laat niet over je heen lopen en wees hard genoeg voor jezelf en anderen.’
Is jouw innerlijke criticus een harteloze bitch? ‘Ja. Ik sta vrij rationeel en realistisch in het leven. Als het op werk aankomt, ben ik bikkelhard op mezelf. Als je telkens alles op alles zet, kun je jezelf niets kwalijk nemen. Zeker als een klant ‘s ochtends iets doorstuurt, dat ‘s avonds klaar moet zijn. Dan geef je alles maar moet je het achteraf wel loslaten.’
Blijft de liefde voor het vak jou motiveren? ‘Zeker. Ik wil veel bereiken. Merken maken, daar geloof ik in. Ik geloof in mensen helpen door middel van design, sociale media of personal branding. Mijn klanten zijn een voor een gedreven door passie met hun project bezig. Het is een wisselwerking van inspiratie.’
Wat is jouw toekomstige droomjob? ‘Ik wil dolgraag werken voor het SNASK, een beroemd designbureau van Stockholm. Dat is de crème de la crème.’
Hoe verschilt jouw levensvisie met die van twee jaar geleden? ‘Sterk. Vroeger was ik meer onrustig. Ik moest alles op dat eigenste moment bereiken, anders stortte mijn wereld in. Mijn visie was all over the place. Nu is mijn hoofd een veel rustigere plek en dat straalt uit op mijn visie. De stress zit nog steeds in mij, maar hij komt zelden tot de oppervlakte. Ik ben heel positief ingesteld, geef iedereen een kans en weet dat alles met tijd wel goed komt als je hard genoeg werkt.’
Ga jij akkoord met de stelling: magie gebeurt buiten de comfortzone? ‘Ik geloof erin, al zie ik dat als een menselijk proces. Naarmate je ouder wordt, wil je meer uit het leven halen. Een ambitieus iemand wil vooruit en zo stap je vanzelf uit je vertrouwde kring. Na een maand voel je je alweer comfortabel in de nieuwe zone en dan durf je daar opnieuw uit te stappen. Als je voor een creatief beroep kiest, is dat broodnodig. Anders blijf je bij hetzelfde hangen. Je moet durven nieuwe dingen aan te gaan.’
Je kreeg de kans om in Parijs te gaan werken. Waarom heb je de sprong in het onbekende niet gewaagd? ‘Voor 99 procent heb ik dat wel gedaan. Ik ben drie keer heen-en-terug geweest naar Parijs om te solliciteren bij het kledingmerk Acne. Dat was al uit mijn comfortzone stappen, want ik moest een zekere angst overwinnen om in mijn eentje in een stad die ik niet goed kende in het Frans en Engels te solliciteren. Ik kreeg de job aangeboden en ging op appartementenjacht. Toen ik na lang aanslepen mijn contract voorgeschoteld kreeg, strookte dat niet met wat er mij beloofd was. Mijn loon was, bijvoorbeeld, niet hoog genoeg om een mooi leven in Parijs te kunnen opbouwen.
Nu draait het niet om luxe, maar op café gaan, naar de cinema, lekker gaan eten was geen optie. Ik wilde dolgraag in Parijs aan de slag, maar besliste dat ik op mijn 25ste niet meer wilde worstelen om elke maand rond te komen. Als ik de stap zet, wil ik er gelukkiger van worden. Liever nog een paar jaar wachten op de gouden kans dan in het onbekende ongelukkig zijn.’ Tekst: Melissa Janssens