N O SN LI N E. L
AN
S
Lijstjesliefde in Vox Maar wat is nou het slechtst?
N A
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006
ALGEMEEN NIJMEEGS STUDENTENBLAD
Mathijs van Nieuwkerk: 'De Top 2000 is een bespottelijke lijst'
Plezier in je werk
vanaf 4 december elke werkdag: getijdengebed 11 dec.: 13 dec.: 15-17 dec: 19 dec.: 24 dec.:
samen bijbel lezen Taizéviering meditatieweekend in Huissen Crossroads (Engelstalig) Kerstnacht; viering
www.ru.nl/studentenkerk
Restaurant jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN S
2
Ankara
Al 30 jaar het adres voor Turkse specialiteiten Vleesgerechten vegetarische gerechten pizza's
Afhalen mogelijk Iedere dag geopend vanaf 17.00 uur Burg.v.d.Berghstraat 144 Nijmegen 024-3228108
Nummer 4 • jaargang 21 • december 2006 'Mijn privéleven hoeft niet te breed te worden uitgemeten. Maar voor een studentenblad maak ik graag een uitzondering', verklaart Matthijs van Nieuwkerk. ANS gaat natuurlijk maar wat graag op werkbezoek bij de opnames van De wereld draait door. 'Ik blijf beleefd, want het is natuurlijk allemaal spel.' Lees verder op pagina 8.
15
Ambulancepersoneel wordt bij de vleet uit de wagen getrokken om vervolgens flink wat rake klappen te ontvangen. Wie kan ze in hun moment van incasseren de redding bieden?
reportage • Universiteit in oorlogstijd
24
Titus Brandsma werd de Grootste Nijmegenaar dankzij zijn goede daden in 'de oorlog'. Hij was niet de enige op de Nijmeegse universiteit die zich verzette tegen de Duitse bezetting.
portret • Barbara Stok weet alles
28
In Vox wordt de slappe vragenkaartbak-techniek van interviewen tot een nieuw dieptepunt gebracht. ANS laat striptekenares Barbara Stok zes kaarten trekken om wel zinnig antwoord te krijgen. 'Van de problemen die ik aankaart, denk ik echt: ik moet hier wat aan doen.'
en verder 4 Nieuws & opinie 6 Student 12 Debat 19 Onderwijs 30 ANS Campus
Commentaar • ‘ANS mag wel wat meer schoppen’, vindt Vox’er Anne Dohmen op onze achterkant van deze maand. Akkoord Anne, wij zullen schoppen. Erewoord. Maar beloven jullie dan een keer een inhoudelijke Vox te maken? Deze ANS is voor jullie, redactie van Vox, speciaal met artikelen die wij missen in júllie universitaire blad. Het zou bijvoorbeeld niet onze taak moeten zijn Radboudianen voor te lichten over de interessante oorlogsjaren van onze universiteit. Een beetje chauvinisme hadden we vanuit jullie kant wel verwacht. Of neem ons openingsartikel, waarin we enige nuancering aanbrengen bij de jaarlijkse hoger onderwijslijstjes: drie Nijmeegse studies staan onderaan de Elsevier-lijst. We zijn zo vrij geweest deze studies namens de Radboud Universiteit te verdedigen, hoe kritisch en onafhankelijk we ook zijn. Wat doen jullie dan wel? Klakkeloos internetberichtjes overnemen, spelfouten incluis, en belerend ouwehoeren over wat studenten moeten stemmen. Gelukkig hebben jullie de rubriek msn’en met… na een keer verstek laten gaan, want dat riekte in onze ogen toch wat naar schaamteloze plagiaat. Voor eenieder die niet in de Vox-redactie zit: natuurlijk is deze ANS ook voor jullie. Wat je er gratis bij krijgt? De allerbeste Vox ooit. Veel leesplezier. /de hoofdredactie
[email protected]
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN
Maand
Deze
foto • Agressie
S
3
nieuws & opinie
ru •
Radbouds 'Slechtste'
Ranglijsten blijven interessant. Universiteitsblad Vox bijvoorbeeld, schept er een waar genoegen in om het vol trots te melden wanneer de RU weer in een of ander lijstje of onderzoekje goed uit de bus komt. ANS gooit het over een andere boeg en werpt een licht op de slechtst scorende opleidingen aan de Radboud Universiteit. Begin oktober publiceerde weekblad Elsevier een jaarlijks onderzoek, waarin studenten en hoogleraren hun genadeloos oordeel vellen over universitaire opleidingen in Nederland. Studenten konden door middel van een enquête kritiek spuien op de eigen studie, aan hoogleraren werd gevraagd welke universiteit volgens hen de beste opleiding aanbiedt op hun vakgebied. De ‘grote’ verliezers aan de RU waren Culturele Antropologie, Communicatiewetenschap en Informatica. Ondanks het minimale verschil in eindcijfer met de overige opleidingen in hun soort, leverde het voor onderzoek voor alledrie de opleidingen een magere laatste plaats op.
Verlanglijstjes
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN S
4
December is de maand van de verlanglijstjes. Voor Sinterklaas, of de Kerstman voor mijn part. Wensen houdt deze maand niet op bij lijstjes. Je wenst iedereen een vrolijk kerstfeest, een zalig uiteinde, het allerbeste voor het nieuwe jaar. Voor Sinterklaas wens ik dit jaar dat familieleden me op Tweede Kerstdag een keer níet vragen ‘waarom ik nog geen vriendje heb’. Hoe bedoel je ‘waarom’? Is er iets aanwijsbaar mis met me, dat die mannen wel zien, maar ik niet? Bedoelen ze eigenlijk ‘Ga eens goed bij jezelf na waarom niemand met jou en je familie Kerstmis wil vieren’? Ben ik leuker mét aanhang? Waarom vragen ooms en tantes dat? Zouden ze het werkelijk goed bedoelen? Of willen ze op mijn geweten spelen? Willen ze dat ik inzie dat het aan mij ligt? Ik weet het wel, waarom ze niet blijven. Maar ik vind dat het niet aan mij ligt. Zíj zijn niet interessant genoeg. Op een najaarsmorgen word ik wakker. Vol wensen. Ik wou dat we de hele dag in bed konden blijven. Ik wou dat ik zijn naam nog wist. Ik wou dat hij, behalve lekker, ook een interessant persoon was. Dan kon hij mee, Tweede Kerstdag. Ik wou dat hij niet tegen me praatte. Dat zou hem sieren. Hij is namelijk geen interessant persoon. Maar ze gaan niet in vervulling. Ik heb geen fles gepoetst met een geest erin. En dan nog, ik zou aan drie wensen nooit genoeg hebben. Dus misschien wordt het eens tijd om op te staan en
Korrel zout Op de kamer van Umoja, de studievereniging Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies, slaat het nieuws in als een bom. De leden van de opleidingscommissie, die op het punt staan een vergadering te beginnen, schuiven de agenda even aan de kant. Ze raken verwikkeld in een uitgebreide discussie over de problemen binnen de studie. In grote lijnen zijn ze het eens over het belangrijkste knelpunt: de samenvoeging van Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies in 2003. Kim Cloudt (20), derdejaars Ontwikkelingsstudies, hoorde bij de eerste lichting studenten die de opleiding volgde in de nieuwe opzet. ‘Ik heb de afgelopen jaren veel vakken gevolgd die voor het eerst werden gegeven of waren aangepast. Doordat zoveel nieuw is, gaat ook meer fout. Dat heeft onder studenten veel kritiek opgeroepen.’ Voor enkelen was de samensmelting van de twee studies een onoverbrugbaar probleem. Richard Damen (31) studeerde een jaar Antropologie aan de RU, maar stapte dit jaar over naar de Universiteit van Amsterdam (UvA). ‘Ik heb in Nijmegen een solide basis en brede oriëntatie verworven. Toch was ik
M# te zorgen dat meneer hier mijn bed, mijn huis en mijn hoofd verlaat. Als ik de voordeur dicht heb horen slaan, spring ik onder de douche. Eerst goed wassen. En dan een ontbijt kopen. Het is tenslotte al half twee. In de supermarkt lopen mensen met verlangens, de lijstjes in de handen geklemd. Ik wil vitamines, want de nagels van mijn kater prikken in mijn hoofd. Mandarijnen, daar is het helemaal het seizoen voor. Waren er deze week maar van die lekkere mandarijnen te koop. Maar in de schappen liggen alleen van die grote mandarijnen, die met een wijde schil. Die kunnen lekker zoet zijn, maar meestal hebben ze een weeïg, schimmelig bijsmaakje. Ik heb liever exemplaren die strakker in hun vel zitten. Ik wou dat mandarijnensoorten ook namen hadden. Zoals appels. Ik eet het liefst Elstars. Weet iedereen meteen wat ik bedoel. Maar mandarijnen moet je helemaal omschrijven, en dan koop je nog bijna altijd de verkeerde. Een netje met allemaal lekkere vruchten zonder rottende ertussen, is echt een gelukkige toevalstreffer. Ik wou dat ik een keer dat netje had. Ja, als ik die geest uit de fles tegenkwam, zou ik dat wensen. Dat, en dat mijn familie me die ene vraag niet meer stelt. Heb ik nog een wens over. Voor de zekerheid. Bij de uitgang speelt de jongen met de droevige ogen op zijn viool, die met plakband aan elkaar hangt. Ik neurie mee met de melodie. If I was a rich man... /M#
DORPSPOMP De resultaten van het Elsevieronderzoek worden niet door iedereen even serieus genomen. Op de campus werd de mening van betrokkenen nog eens gepeild: hebben studenten Culturele Antropologie, Communicatiewetenschap en Informatica het werkelijk zo slecht?
Joris van Gurp (20), tweedejaars Communicatiewetenschap ‘Ik vind dat hier goed onderwijs wordt gegeven, maar het is niet altijd naar de zin van de studenten. Communicatiewetenschap is erg theoretisch, wat een universitaire opleiding ook hoort te zijn. Toch zou het best iets praktischer mogen worden ingericht. Het zou bijvoorbeeld goed zijn een verplichte stage aan het programma toe te voegen.’ Eline Pereboom (20), eerstejaars Culturele Antropologie ‘Over het algemeen vind ik de vakken heel theoretisch. We krijgen tot nu toe alleen hoorcolleges. Al dat luisteren maakt het soms saai.’ François Kooman (25), vijfdejaars Informatica ‘Ik snap echt niet dat Informatica aan de RU als laagste is geëindigd. Ik ben heel tevreden over mijn opleiding. De vakken zijn erg interessant en ook leuk om te volgen. Ik volg nu enkele mastervakken aan andere universiteiten en die zijn echt niet merkbaar beter. Het enige verschil is dat ze daar koffie uitdelen tijdens tentamens.’
bang dat Ontwikkelingsstudies binnen de opleiding te veel ruimte zou innemen, waardoor ik me niet geheel op de antropologie zou kunnen richten. Aan de UvA is meer plaats voor verdieping.’ De UvA en de Universiteit van Utrecht bleken volgens Elsevier over de beste opleidingen Antropologie te beschikken, of in ieder geval over de meest positieve studenten. Ton Robben, hoogleraar Antropologie in Utrecht, heeft desondanks nog geen feestje gepland. ‘De resultaten moeten met een korrel zout worden genomen. Er zijn vijf opleidingen Antropologie in Nederland en die zijn allemaal goed, ook die in Nijmegen. De onderlinge verschillen zijn klein, nauwelijks noemenswaardig eigenlijk.’ Volgens Robben veranderen de onderzoeksresultaten continu. Dit blijkt ook uit een recentelijk uitgebracht rapport van een visitatiecommissie, die is samengesteld uit deskundigen op het gebied van Antropologieopleidingen. Het rapport dient als basis voor een verzoek om accreditatie, wat een voorwaarde is voor erkenning door de overheid. De commissie was zeer te spreken over het onderwijs aan de RU: de opleiding Antropologie scoorde hier het beste, op die van de UvA na. Utrecht eindigde onder Nijmegen; zo blijkt maar weer hoe vergankelijk succes kan zijn.
Hoe langer, hoe leuker
Informele sfeer Bij Informatica wordt meer belang gehecht aan de mening van de student zoals die in Elsevier naar voren kwam. Opleidingscoördinator dr. Sjaak Smetsers geeft toe dat zijn opleiding al langere tijd minder scoort op bepaalde onderdelen. ‘Waar de problemen precies liggen, weten we niet. Maar zodra zwakke punten worden ontdekt, zorgen we voor verandering. De opleiding verbetert steeds meer.’ Een van de onderdelen waarop Informatica slecht scoorde, was mondelinge vaardigheden van studenten. André de Jong (24), tweedejaars hbodoorstromer, kan zich hierbij wel iets voorstellen. ‘Informatica-studenten hebben absoluut geen mondelinge vaardigheden. We krijgen bijvoorbeeld geen feedback op presentaties. Misschien doordat veel docenten zelf ook bijzonder slecht zijn in presenteren, echt belachelijk. Ze hebben wel kennis van zaken, maar kunnen die niet overbrengen.’ Ondanks dit voelt hij zich volko-
men op zijn plek bij zijn studie. ‘Er heerst hier een prettige, informele sfeer. Je maakt makkelijk contact met medestudenten en docenten. Bovendien krijg je goede persoonlijke begeleiding.’
Verschillende perspectieven Het valt te betwisten of onderzoek onder studenten en hoogleraren werkelijk iets zegt over de kwaliteit van opleidingen. Studenten kennen meestal alleen hun eigen opleiding en kunnen dus geen vergelijking maken. Het deskundige oordeel van hoogleraren is een nuttige toevoeging om een totaalbeeld te vormen. Toch wordt ook dit door sommigen betwijfeld. ‘Hoogleraren weten ook niet genoeg van andere opleidingen om een goed oordeel te geven. Hun mening is gebaseerd op gevoel, of op wat ze hebben gehoord’, zegt Smetsers. Volgens Anja van den Broek, projectleider van het Elsevier-onderzoek, is het nooit het doel van het onderzoek geweest om de kwaliteit van opleidingen te onderzoeken. ‘We willen het oordeel over studies vanuit bepaalde perspectieven in kaart brengen. De mening van studenten hangt van verschillende factoren af. Het studentenleven buiten de studie is vaak medebepalend voor hun mening. Het hooglerarenoordeel geeft voornamelijk een beeld van het aanzien en de reputatie die een opleiding geniet.’ Toch zal het onderzoek veel studenten, docenten en toekomstige studenten beïnvloeden in hun beeld inzake de kwaliteit van opleidingen. Studies die hieruit slecht naar voren komen, doen er goed aan dit mee te nemen in komende evaluaties. Zelfs als de visitatiecommissie is langsgeweest. S
Tekst: Anouk Broersma Illustratie: Dirk Bertens
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN
Ook Communicatiewetenschap werd onlangs vereerd met een bezoekje van een visitatiecommissie. Compleet in strijd met de studentenopinie werd de RU door de commissie als beste beoordeeld. Dit nieuws werd bij de opleiding met open armen ontvangen, maar in feite geeft het een probleem aan; een discrepantie tussen de visie van studenten en die van de ‘experts’. Ed Hollander, onderwijsdirecteur Maatschappijwetenschappen ziet geen directe oplossing hiervoor. ‘Studenten oordelen in onderzoek geregeld negatief over Communicatiewetenschap. Dit verandert niet, ondanks wijzigingen die in de opleiding worden doorgevoerd. Het zijn vooral eersteen tweedejaars die kritiek hebben. We hebben een klassieke, degelijke opleiding en het duurt altijd even voordat studenten dat waarderen.’ Daniëlle Bisschops (19), tweedejaars Communicatiewetenschap, bevestigt dit: ‘Ik vind de opleiding nu veel interessanter dan vorig jaar. Toen was alles zo algemeen dat ik me afvroeg wat ik er aan had. Nu gaan de colleges tenminste ergens over. Ik hoor het ook vaak van ouderejaars: hoe langer ze studeren, hoe leuker ze de studie gaan vinden.’ Voor alle gedesillusioneerde eerstejaars is er dus nog hoop. Toch is er altijd plaats voor verbetering. Studenten zijn bijvoorbeeld ontevreden over stagemogelijkheden en voorbereiding op de arbeidsmarkt. ‘Ik heb geen idee wat ik kan doen zodra ik ben afgestudeerd.
We krijgen altijd te horen dat we overal terecht kunnen, maar dan weten we eigenlijk nog niks’, zegt Bisschops. Hollander biedt uitkomst voor de onzekere student: hij wil voor betere uitleg over dergelijke onduidelijkheden zorgen. Hij kan de studenten echter niet tegemoetkomen in hun drang naar praktijkervaring. ‘Dit is immers geen hbo.’ Drs. Addy Weijers, docent Communicatiewetenschap, heeft de lovende kritiek van de visitatiecommissie nog vers in het geheugen. ‘We moeten een opleiding niet zonder meer aanpassen aan hoe Elsevier kwaliteit meet. Er moet ook worden bekeken wat een goede opleiding inhoudt - volgens onszelf en volgens instanties als de visitatiecommissie.’
S
5
student
Seks, drugs en studie Michel, (25), student RU Functie: drugsdealer Vereisten: groot netwerk, kennis van drugs en van mensen.
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN S
6
‘Ik ben maar een kleine dealer, een hobbyist. Al mijn klanten zijn bekenden van me en ik wil graag kleinschalig opereren. Dealen blijft voor mij een bijbaan. Mijn handel bestaat nu alleen nog uit speed en xtc-pillen. Ooit heb ik me gewaagd aan cocaïne, maar dat bleek hopeloos. Voor 11 euro per halfje (halve gram, red.) kocht ik het in, wat erg goedkoop is. De halve voorraad verdween op die manier in mijn eigen neusgat. ‘Ik heb met vanalles geëxperimenteerd: coke, xtc, LSD, speed, ketamine, GHB en DMT. Een voordeel van dealen is dat je de beste producten voor een goede prijs krijgt. Een pil koop ik bijvoorbeeld voor twee kwartjes in. Dat spul komt allemaal uit de Randstad, waar ik goede contacten heb. Thuis heb ik altijd wel wat liggen, maar ik kan er over het algemeen goed van afblijven. Soms gebruik ik zelfs een hele maand niets, maar af en toe pak ik flink uit en beleef ik een trip van drie dagen. Afgezien van wat slaaptekort heb ik nergens last van. Ik ben geen junk. De truc is om de verleiding te weerstaan. En dat doe ik: ik ben meester over mijn drugs. ‘In tenten als Doornroosje konden mensen me altijd vinden als ze iets nodig hadden. Tegenwoordig verkoop ik mijn drugs alleen bij de klanten thuis, waar ik de raarste dingen tegenkom. Toen ik tijdelijk wat adresjes van een collega-dealer moest overnemen, kwam ik bij een jongen terecht die elke week tien gram speed scoorde. Dat is erg veel: één gram zorgt al voor een slapeloos weekend. Het was een grote rotzooi bij die kerel thuis, de bergen bierblikken kwamen tot aan mijn middel. Bovendien had hij al twee jaar niet meer betaald voor water en licht. Niet eens vanwege financiële problemen, maar puur uit lamheid. Ik ben in dergelijke situaties niet onmenselijk: ik had zijn bestelling kunnen afleveren en
vervolgens de deur achter me kunnen dichttrekken, maar ik wilde hem niet in zomaar in die zooi achterlaten. Hij mocht zijn speed hebben, mits hij zijn huis zou schoonmaken. Goede speed is moeilijk te krijgen, dus hij had weinig keus. De keer daarop dat ik bij hem kwam, was het schoon en beloonde ik hem met gratis drugs. ‘Hoe groter je wordt in dit vak, hoe groter de risico’s worden. Ik word nu al paranoia met een sporttas vol speed en pillen op de achterbank van mijn auto. Als ik groter zou willen worden, zou ik ook meer geld opzij moeten zetten om aankopen te doen. Die discipline ontbreekt me echter. Ik verdien heel goed met drugs. Op hoogtijdagen heb ik samen met mijn studiefinanciering tegen de 2000 euro per maand te besteden. Daartegenover staan mijn uitbundige uitgaven. Tijdens een avondje stappen geef ik moeiteloos 300 euro uit. ‘Ondanks de groeiende populariteit van bijvoorbeeld cocaïne, zijn drugs nog steeds taboe onder universitaire studenten. Heel vreemd eigenlijk, zeker in vergelijking met het mbo, waar op het schoolplein openlijk wordt gepraat over coke. Maar onderschat de situatie op de Radboud Universiteit niet. Hier wordt veel meer gebruikt dan altijd wordt gedacht. Nijmegen kent disputen waarvan sommige leden zwaar aan de coke zijn verslaafd. Als ik op de campus rondloop, zie ik af en toe een bekend gezicht. Meer ga ik niet zeggen.’
Zoë Vialet (23), student Sociologie, Erasmus Universiteit Rotterdam Functie: manager van upclass escortbureau Vereisten: een mooi lichaam en een vlotte babbel ‘Sinds enkele maanden run ik het escortbureau Society Service, samen met Marieke, die net als ik student is aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Er bleek onder zakenmannen een grote behoefte te zijn naar kwaliteitsescort.
Zes op de tien studenten heeft een bijbaantje om het povere studentenbestaan rianter door te komen. Met een dienblad, poetsdoekje of telefoon ter hand vullen deze brave arbeiders hun slechtbetaalde uren. Je reinste tijdverspilling. ANS wil een echte bijbaan en zocht naar de meest lucratieve ‘functies’. ‘Bij Society Service verdienen meisjes meer dan 125 euro per uur.’
epunten
Van escortmeisjes zelf kregen we te horen dat ze het bij veel bestaande bureaus niet naar hun zin hadden. Toen dacht ik: “Dan ga ik een goed escortbedrijf oprichten.” ‘We krijgen veel reacties van studentes. Geïnteresseerde meisjes kunnen zich via onze website aanmelden, www. societyservice.com. We zijn altijd op zoek. Eerst komt een kennismakingsgesprek, waarin ik samen met Marieke beoordeel of de kandidate wel geschikt is voor ons bedrijf. De selectie is streng: sexy uiterlijk en gezelligheid spelen een rol, maar ze moet ook beschaafd zijn. Bovendien moet de dame beschikken over een grote dosis lef: wie bang is om met een man de avond door te brengen, moet zich niet aanmelden. Het is zeer belangrijk dat je lol hebt in dit werk. ‘Ons bestand bevat alleen dames die nog studeren of zijn afgestudeerd: van student tot zakenvrouw. Escorteren is veelal een bijbaan. Voor veel studenten is dit het hoofdinkomen, in principe hoeven ze maar een keer per maand te werken en kunnen ze rondkomen. Het starttarief van een privédate is 500 euro voor twee uur. We betalen de meiden voor de tijd, niet voor de seks. Zakenvrouwen doen dit werk vaak voor de spanning, hoewel geld wel een grote rol speelt natuurlijk. Ze zouden het zonder betaling niet doen.’
Ronny (44), voormalig eigenaar van een regionaal escortbureau Functie: provinciale escortgirl of -boy Vereisten: stevig in je schoenen staan
Tekst: Roel Neijts Foto's: Igo Nijenhuis Op verzoek van Michel en Ronny zijn hun namen gefingeerd. Zoë Vialet is niet haar echte naam. Deze gebruikt ze alleen in haar functie als mededirectrice van Society Service. Marieke wilde haar achternaam liever niet geven.
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN
‘Zeventien jaar geleden kwam een vriendin van me elk weekend thuis met een andere kerel. Elke week weer was er gezeik met die lui. Toen zei ik tegen haar: “Als het toch alleen om de wip gaat, kun je net zo goed de escort in.” Zij had een auto en haar vriendinnen wilden ook wel meewerken. Prostitutie, waaronder escortservices vallen, was in die jaren nog illegaal, dus er moest een slimme constructie worden bedacht, wilden we als bedrijf niet illegaal zijn. Zodoende startte mijn vriendin een bemiddelingsbureau en begon ik een begeleidingsbureau. Twee legale bedrijven vormden zodoende onze escortservice. ‘Het bleek een gat in de markt: de mooiste meisjes wilden bij ons werken, niet alleen studentes met studieschuld, maar ook bijstandsmoeders met kinderen. Tijdens onze topjaren reden
we met vijf auto’s per avond rond – ik was zelf ook chauffeur – en kregen we vijftig telefoontjes per avond. Natuurlijk kwam er concurrentie, maar doordat wij variatie in het aanbod hadden, bleven we nummer één. Toen in 2000 de prostitutie uit de illegaliteit werd gehaald, werden wij daarvan de dupe. Voor die tijd betaalden wij namens onze escorts belasting, waardoor zij geen gegevens hoefden door te geven aan de Belastingdienst. Toen onze werknemers zich moesten laten registreren, vlogen ze massaal uit. Een student of moeder wil niet bekend staan als hoer. ‘Natuurlijk neemt het vak risico’s met zich mee. Gelukkig hadden we justitie aan onze kant, en konden we bij ongeregeldheden de politie bellen. Dat is slechts vijf keer gebeurd in twaalf jaar tijd. Daarnaast bestond nog het risico dat je als escortgirl werd besteld door een bekende. Zo hebben we ternauwernood een meisje dat bij ons in dienst was, kunnen redden van een bezoek aan haar broer. Vlak voordat ze bij me uit de auto stapte, zei ze geschrokken dat het huis haar bekend voorkwam. ‘Onze klandizie kwam uit alle lagen van de bevolking, van krantenverkoper tot zakenman. Ook studenten maakten veel gebruik van onze dienst: studentenverenigingen bestelden stripteases en ook gehandicapte studenten waren enthousiast over onze diensten. ‘Als student was het aantrekkelijk om voor ons te werken. Nergens verdiende je zo snel geld in zo’n korte tijd. Een klant moest ongeveer 150 euro betalen, waarvan 50 euro direct naar de werknemer, meisje of jongen, ging. Natuurlijk hadden we ook een soort selectieprocedure: we hadden een klant die kickte op nieuwkomertjes. Hij nam ze liefkozend onder handen, terwijl ik buiten stond te wachten. Als het groentje dan na twee minuten naar buiten rende, was ze absoluut ongeschikt en kon ze beter ergens anders haar geld gaan verdienen.’ S
S
7
interview
Matthijs van Nieuwkerk is niet te missen. In korte tijd heeft de ‘jongensman’ met het iets te lange haar zich opgewerkt tot bekende televisiepersoonlijkheid. Hij presenteert vier keer per week De Wereld Draait Door, is te zien in Holland Sport en binnenkort weer in Top 2000 a Go-Go. Van Nieuwkerk wordt vaak gezien als zondagskind, maar is het hier niet mee eens: ‘Ik heb altijd mijn kansen gegrepen.’
Matthijs van Nieuwkerk:
'Het is allemaal spel'
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN S
8
‘Ha jongens! Jullie hebben toch niet lang hoeven wachten?’ Enthousiast stapt Matthijs van Nieuwkerk (46) de gastenkamer van Studio Plantage in Amsterdam binnen. ‘Ik doe eigenlijk geen interviews. Mijn kop is al vaak genoeg op tv, dan hoeven de bladen er niet ook nog bij. Bovendien hoeft mijn privéleven niet breed te worden uitgemeten. Maar voor een studentenblad maak ik graag een uitzondering.’ Als presentator van onder andere de populaire talkshow De Wereld Draait Door (DWDD) is Van Nieuwkerk een veelgevraagd persoon voor interviews en portretten. ‘Vooral bij vrouwenbladen blijk ik populair te zijn. Met alle kerstspecials in het vooruitzicht komen er veel aanvragen binnen. Ik heb geen tijd om daarop in te gaan. Daarnaast ben ik nog genomineerd voor de titel Best Geklede Man van 2006. Dat is grappig, want de meeste kleding die ik op tv draag is helemaal niet van mij. In mijn kleedkamer wordt elke dag keurig een pak voor me klaar gehangen. Zo’n pak moet wel volledig aan mijn wensen voldoen: stijlvol en strak. En altijd zonder das, want dat is beleid van de VARA.’
Hilversums snobisme Matthijs van Nieuwkerk is inmiddels door de wol geverfd in de wereld van de media. Na zijn studie Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam te hebben afgebroken, kwam hij in 1984 via een vriend bij Het Parool terecht. Daar klom hij binnen twaalf jaar via redacteur literatuur, chef kunst en adjunct-hoofdredacteur op, tot hij op 36-jarige leeftijd hoofdredacteur werd. ‘Ik heb in mijn tijd bij Het Parool altijd heel bewust gedacht dat ik door mijn best te doen en keihard te werken, zou mogen blijven. Vanaf het begin wilde ik al heel graag hoofdredacteur worden, maar voor iemand in de twintig is dat erg onwaarschijnlijk. Daarom ben ik me heel erg in het vak gaan bekwamen door me erin te verdiepen: boeken te lezen, goed op te letten en met oudere collega’s te praten. Uiteindelijk kon ik zeggen: ik ben een vakman en weet hoe een krant dient te worden gemaakt.’ In de tussentijd maakte hij zijn tv-debuut als presentator van het VPRO-kunstprogramma Prima Vista, en later presenteerde hij De Gids van de VARA. Ook richtte hij
met Henk Spaan het literaire voetbaltijdschrift Hard Gras op. In 2001 verliet Van Nieuwkerk Het Parool om hoofdredacteur bij de Amsterdamse zender AT5 te worden. Deze uitdaging eindigde voortijdig, evenals zijn functie als netcoördinator bij Nederland 3 daarna. ‘Ik had nooit netmanager moeten worden. Mijn doel was een balans te vinden tussen serieuze en lichte programma’s, om de zender toegankelijker te maken voor een groot publiek. Vanwege verdeeldheid tussen de omroepen kon ik onmogelijk mijn doel bereiken. Uiteindelijk is het een van de kleine misstappen in mijn leven geweest.’ Sinds 2003 is hij voornamelijk werkzaam vóór de schermen, als presentator. Met Wilfried de Jong presenteert hij Holland Sport, dat in 2005 de Zilveren Nipkowschijf voor Beste tv-programma ontving. Van Nieuwkerk zelf werd dit jaar genomineerd voor de zilveren Televizier-Ster voor Televisieman van het jaar. ‘Mijn interesse is erg breed, ik heb niet echt een voorkeur voor het een of het ander. Holland Sport, Top 2000 a Go-Go en DWDD kunnen prima naast elkaar,
aan toe en er wordt veel gelachen. Van Nieuwkerk schrijft zijn teksten niet zelf en oefent alles een keer vanaf de autocue. Ook spreekt hij een veto uit over filmpjes die hem niet bevallen. Omdat ’s avonds alles live is, wordt er niets aan het toeval overgelaten. Wanneer de hele uitzending een keer is doorgenomen, trekt Van Nieuwkerk zich terug en is het wachten tot het programma begint. ‘Voor de uitzending ga ik altijd een uurtje op bed liggen. Niet om te slapen, maar om goed tot rust te komen. Met een krantje erbij lig ik na te denken over hoe de uitzending moet verlopen. Ik neem alle gesprekken even door. Ik wil absoluut niet op een kaartje kijken om te zien wat de volgende vraag moet worden. Het moet spontaan blijven, dat is de essentie van DWDD.’ Vlak voordat het programma begint, vermaakt Van Nieuwkerk het publiek met grappen en anekdotes terwijl er stevige soulmuziek wordt gedraaid in de studio. ‘Dat doen we elke avond, om de sfeer erin te krijgen.’ De presentator staat in het middelpunt en lijkt hiervan te genieten. Als het aftellen begint, is hij direct in opperste concentratie en vijftig minuten lang heeft hij alles onder controle. Hoewel de eeuwig puberale Beau van Erven Dorens als tafelheer voortdurend de boel probeert te laten ontsporen, houdt Van Nieuwkerk de touwtjes strak in handen. kan heel erg aanwezig zijn, terwijl je van sommige andere tafelheren nauwelijks merkt dat ze er zijn. Het programma gaat van hilarisch naar ernstig, en we schakelen heel snel om. Het is dan zaak to the point te blijven. Dat het soms een beetje chaotisch wordt, ja och. Het levert vaak een lach op, en het laat de kijker niet onberoerd. Mensen zullen daardoor niet gauw denken "God, wat duurt dit lang" als ze naar DWDD kijken.’ Plotseling stormt een programmamedewerker opgewonden de kamer in, om de presentator op te eisen voor de repetitie voor die avond: ‘We gaan nú beginnen!’ Van Nieuwkerk blijft er rustig onder. ‘Komen jullie naar de repetitie kijken, jongens? En als jullie iets willen eten zeg het maar. Dan zorg ik daar voor.’
Opperste concentratie Tijdens de repetitie wordt de uitzending in sneltreinvaart doorgenomen. In twintig minuten komen alle gasten, gespeeld door studiopersoneel, en de rubrieken de Jakhalzen, De TV Draait Door en Café de Wereld voorbij. Het gaat er ontspannen
Rafelig en onaf Wanneer de studio na de uitzending is veranderd in een café, nemen we plaats aan de inmiddels beroemde DWDD-tafel. ‘Hoe vonden jullie de uitzending? Ik vond het raar, maar ik denk wel dat het spannend was. Beau probeerde mij voortdurend uit mijn ritme te brengen, dat had ik op een gegeven moment wel door. Ik blijf dan beleefd, want het is natuurlijk allemaal spel. Bovendien levert het interessante televisie op.’ Gezien de korte repetitie is het indrukwekkend om te zien hoe gemakkelijk Van Nieuwkerk door het programma heen wandelt. Hij lijkt uitermate goed voorbereid te zijn en schijnt over elk onderwerp alles te weten, maar schijn bedriegt. ‘Als ik ’s middags de studio binnenkom, krijg ik drie A4’tjes met daarop de gasten van die avond, wat de aanleiding van het gesprek is, en de context waarin we gaan praten. De rest gaat eigenlijk op intuïtie: ik stel een vraag en uit het antwoord komt vrijwel altijd weer een nieuwe vraag voort. Af en toe vertelt de tafelheer wat hij ervan vindt. Het gesprek loopt dus eigenlijk vanzelf, zo ingewikkeld is
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN
ondanks dat het drie compleet verschillende programma’s zijn. Ik heb een hekel aan het snobisme in Hilversum; het idee dat iedereen maar één ding zou kunnen op tv. In DWDD proberen we een zo gevarieerd mogelijk aanbod aan gasten en onderwerpen te behandelen. Deze verscheidenheid proberen we vervolgens op een pakkende en vooral toegankelijke manier op te dienen. Ik wil niet zomaar een gesprekje voeren of iemand routineus een verhaaltje horen afraffelen over zijn nieuwe boek of partijprogramma. De bedoeling is om een levendig gesprek te krijgen en de gast te verleiden dingen te zeggen die hij normaal achterwege zou laten. ‘Op dat moment komt de tafelheer om de hoek kijken. Zijn rol is om het gesprek bruisend te houden en als dat nodig is, een wending te geven. De ene keer lukt dat beter dan de andere. Marc-Marie Huijbregts is daar bijvoorbeeld erg goed in. Hij kan met een opmerking komen die op het eerste moment helemaal niet terzake lijkt te doen, maar later toch veel blijkt te zeggen over het gesprek of de gast die aan tafel zit. Hij
S
9
het niet. Het is natuurlijk live en altijd kort, dus rafelig en onaf. Dat hoort erbij. ‘Holland Sport is een heel ander verhaal, dat is veel moeilijker. Bij DWDD zit ik de hele tijd aan een tafel en voer gesprekken op een manier die veel mensen bevalt. Bij Holland Sport hebben we geen vaste stoelen en lopen we maar wat in die studio te hannesen. Ook de duo-presentatie met Wilfried de Jong vergt meer moeite. Ik vind overigens dat we een heel goed koppel vormen; alleen met Wilfried wil ik samen presenteren. De rest doe ik alleen of met een sidekick. Holland Sport onderscheidt zich als sportprogramma meer dan DWDD als talkshow. Het is unieker. Al ben ik bij beide goed op mijn plaats. Dat durf ik wel over mezelf te zeggen.’ Het einde van het jaar is in zicht, dus de Radio 2 Top 2000 komt er weer aan. Ook dit jaar presenteert Van Nieuwkerk Top 2000 a Go-Go op tv, samen met sidekick Leo Blokhuis. ‘Dat is geweldig om te doen.
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN S
10
We zijn afgelopen jaar ook het land in geweest om Popquiz a Go-Go te doen, onder andere bij een PvdA-partijbijeenkomst. Dat is erg leuk om te doen, maar die Top 2000 is eigenlijk belachelijk. Ik doe er elk jaar weer mijn voordeel mee, maar het is natuurlijk een bespottelijke lijst. Goed geschikt om het heel erg mee oneens te zijn. Mijn eigen nummer één, What’s Going On van Marvin Gaye, staat in ieder geval veel te laag. Er staan genoeg goede nummers in, het zijn er immers tweeduizend, maar mijn smaak is het niet echt. Althans niet in die volgorde.’
Uitdagend Alles schijnt Van Nieuwkerk te komen aanwaaien, en het lijkt of hij de banen voor het uitkiezen heeft. ‘Het is waar dat ik in mijn carrière vaak bij toeval ergens terecht ben gekomen; zo werkt het in dit wereldje. Maar ik heb altijd keihard gewerkt en ben voor niets uit de weg gegaan. Daarnaast
komt er natuurlijk altijd wat geluk bij kijken.’ DWDD is erg succesvol en heeft zich inmiddels bewezen. Is het voor Van Nieuwkerk intussen weer tijd om verder te kijken? ‘Het programma is nog steeds uitdagend om te maken. Ivo Niehe zei eens tegen me: “Dit moet je tien jaar blijven doen.” Misschien heeft hij wel gelijk. Deze formule kan nog een aantal seizoenen mee, lijkt me. Ik ben niet bang dat ik zal vastroesten, dan was het vast al eerder gebeurd. Nederland is natuurlijk klein en sommige gasten zijn al meerdere malen langs geweest, maar dat moet kunnen. Zolang het niet meer van hetzelfde wordt, en we ons kunnen blijven onderscheiden van andere programma’s, zijn we goed bezig.’ S
Tekst: Maurice van Mill Foto’s: Sjors Overman
LIEVE ANS Achtergrondpagina Graag zou ik de foto willen ontvangen die bij het artikel van mijn zoon Jeroen hoort. Ik vind het een erg leuke foto. Als het mogelijk is, kan u hem dan opsturen of aan Jeroen zelf geven? Mijn adres is: Egelantier 10, 2631 VN Nootdorp. Alvast hartelijk dank, Els Toet, via www.ans-online.nl Speciaal voor u deze maand nogmaals Jeroen Toet op de achterkant, al zij het in een wat pietepeuterig formaat. Ziet u wel? Daar onderaan de pagina, op dat tweede kleine fotootje van rechts? Vraagje trouwens: waar moeten we de foto nou eigenlijk naartoe sturen? Een beetje googelen en detelefoongids.nl'en maakte al gauw duidelijk dat het opgegeven adres niet klopt. Maar, zoals Harm Edens zou zeggen op het einde van een aflevering van 'Dit was het nieuws': gelukkig hebben we de foto's nog!
JOOST LIEUWMA
3 of 9
Fear Factory Martyr Soul of a New Machine
Joost Fledderus (19), tweedejaars Sociologie
Locatie: Platolaan
Metal. Leg uit. ‘Het is ooit begonnen met Limp Bizkit. Van daaruit ben ik steeds meer de kant van de grunge opgegaan, om hierbij uit te komen. Ik vind het lekker stevige muziek en luister er meestal naar als ik van de uni naar mijn kamer fiets.’ Het is inderdaad behoorlijk stevige metal. Hoe kun je dit in godsnaam aanhoren? ‘Het is niet zo moeilijk. Je moet leren luisteren naar deze muziek, het is simpelweg een kwestie van vaker opzetten. Dan hoor je subtiele verschillen: andere riffs, het verschil in genres en de zang. Bovendien vind ik het mooi. Het is pittige, energieke muziek; recht voor zijn raap. Zelf ben ik een wat rustiger type, dus het energieke vormt een mooi contrast met mijn persoonlijkheid.’ Een uitlaatklep voor de geest? ‘Aan de ene kant is het inderdaad een uitlaatklep en maakt het emoties bij me los. Aan de andere kant geeft het me een boost: een energiekick na een lange dag studeren op de uni.’
TEKST
EN FOTO: Zef Faassen
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN
Er zijn mensen die deze energie juist zoeken in elektronische muziek, techno bijvoorbeeld. ‘Daar moet ik echt niet aan denken en ik zal het ook niet snel opzetten. Ik houd van het geluid van echte instrumenten, uit de vingers van de muzikanten. Daarom bezoek ik ook graag concerten, al heb ik Fear Factory nog nooit gezien. Daar gaan mijn vrienden echt niet mee naartoe. Ik beland nog eerder op een concert van Intwine, maar daar luister ik op de fiets dan weer niet naar.’
S
11
debat
'Wat
De allereerste grap die een vrouw ooit maakte, kostte ons een plaats in de Hof van Eden
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN S
12
In deze rubriek staat iedere maand een ander Issue centraal, waarover de meningen sterk zijn verdeeld. Deze maand: zijn vrouwen op het podium een lachertje?
‘Ik ben niet verbaasd dat mensen mij goed vinden, dat ze vinden dat ik er mag staan. Dat vind ik zelf ook. Je kunt het niet leuk vinden, maar dat is een kwestie van smaak. Maar het is wél goed’, zei Sanne Wallis de Vries zes jaar geleden in Vrij Nederland. In haar citaat bevestigt ze de consensus die bestaat onder het cabaretpubliek, althans het mannelijke deel: vrouwen zijn niet grappig, vrouwelijke cabaretiers al helemaal niet. Zelfs in de wetenschap zijn de sekseverhoudingen in de professionele grappenmakerij onder de aandacht gekomen: recentelijk werd een heel nummer van het linguïstische Journal of Pragmatics gewijd aan het thema ‘Gender and humor’. Het wordt eens tijd om te kijken wie thuis de lolbroek aanheeft. Het Issue van deze maand: zijn vrouwelijke cabaretiers wel grappig?
is nou de grap?' Claudia de Breij Cabaretier, radio-dj en tv-presentator ‘Bwaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaah.’
Alexander Nijeboer Cabaretrecensent voor de Volkskrant
Eva Postema Afdeling publiciteit impresariaat Kik-productions ‘Wat Brigitte Kaandorp betreft moet ik je helaas teleurstellen. Zij geeft zeer zelden interviews omdat ze zich volledig wil concentreren op haar
Drs. Annelies van der Graaf Afgestudeerd in Nederlandse Taalbeheersing en Genderstudies ‘Natuurlijk zijn vrouwelijke cabaretiers grappig. Ik denk wel dat de manier waarop ze grappig zijn verschilt van die van mannelijke cabaretiers, al zijn de verschillen wel wat kleiner aan het worden. Ten eerste maken mannen en vrouwen op een andere manier grappen over elkaar. In mijn doctoraalscriptie, Mannen en vrouwen gaan ook heel anders naar de wc. Gender in het hedendaagse Nederlands cabaret, viel het meest op dat mannelijke cabaretiers veel meer gebruik maken van beledigende humor of superioriteitshumor. Daarbij komt dat mannen niet zo snel hun seksegenoten als doelwit uitkiezen, maar vaker vrouwen. ‘Vrouwenpersonages kregen grof gezegd meer karakter toegeschreven door vrouwelijke cabaretiers. De stereotyperingen van vrouwen verliepen heel anders bij mannelijke cabaretiers. Die brachten vrouwen vooral in beeld omwille van seks en uiterlijk. ‘De voorstellingen van de vier onderzochte cabaretiers, Theo Maassen, Sanne Wallis de Vries, Sara Kroos en Javier Guzman, heb ik wel bezocht, maar ik ben puur uitgegaan van de teksten. Ik moest namelijk mijn aandachtsveld inkaderen, waardoor ik de voordracht zelf niet in beschouwing kon nemen. ‘Desondanks denk ik dat de vorm van vrouwencabaret verschilt van wat mannelijke cabaretiers neerzetten. Over het algemeen maken de vrouwen meer kleinkunst, en spelen de mannen vooral de grappenmaker. Wat opvalt, is dat zij minder liedjes zingen dan vrouwen. Voor zover ik kan bedenken, zijn er nu nauwelijks vrouwelijke cabaretiers die niet zingen en ook geen muziekinstrument spelen. ‘Ook het publiek en de ontvangst waren geen onderwerp van mijn scriptie. Het is wel erg interessant om hier beter naar te kijken en ik heb dergelijke vragen dan ook in mijn aanbevelingen voor verder onderzoek genoemd. Het is namelijk mijn indruk dat vrouwelijke cabaretiers meer vrouwelijke bezoekers trekken dan mannelijke, terwijl bij die tweede groep de verhoudingen veel meer gelijk zijn. Wanneer vrouwen grappen maken jegens mannen, worden ze al snel feministen genoemd, terwijl ze dat helemaal niet hoeven te zijn. Zulke humor trekt mannen blijkbaar niet echt aan.’
Sara Kroos Cabaretier, ex-Lama ‘O, wat een kutvraag! Waarom wordt er nooit gevraagd: zijn mannelijke cabaretiers wel grappig?
Sanne van Hattem (21) Oud-theaterprogrammeur van de Studenten Programmerings Commissie (SPC) ‘Vrouwelijke cabaretiers zijn wel degelijk grappig. Ik denk alleen dat ze soms verkeerd worden begrepen, doordat mannen simpelweg de overhand hebben in deze samenleving. Zij kunnen zich minder makkelijk in vrouwen inleven dan vice versa. Daardoor worden mannen over het algemeen grappiger bevonden dan vrouwen. Onder vrouwen leeft veel meer de behoefte om thuis te blijven als huisvrouw. Dat cabaretiers zulke late tijden erop nahouden, valt moeilijk te combineren met een gezin. Daardoor zijn er minder vrouwelijke cabaretiers, wat betekent dat er ook minder grappige vrouwen zijn. ‘Ik heb een literatuuronderzoek gedaan voor Algemene Cultuurwetenschappen, in het kader van het vak Gender en de Kunsten, waaruit blijkt dat er 94 mannelijke cabaretiers of cabaretgezelschappen zijn. Daartegenover zijn er maar 24 vrouwen die momenteel van theater naar theater toeren. Ik heb gezocht naar verklaringen daarvoor. Ook probeerde ik erachter te komen waarom mannen grappiger worden gevonden in de Nederlandse samenleving. Er zijn in wetenschappelijke bronnen amper onderzoeksresultaten te vinden over hoe het komt; hooguit over de optiek van mannen. ‘SPC zoekt nu naar mannelijke cabaretiers om het programma van StuKaFest aan te vullen, omdat die “meer aanslaan dan vrouwelijke”, waarvan wel al enkele zijn binnengehaald. Ik ben er sowieso voor om meer variatie in het programma te hebben, maar persoonlijk zou ik niet per se op zoek gaan naar mannen, alleen omdat die meer zouden aanspreken.’ S
Tekst en illustratie: Ruud Vos
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN
‘Ik vind vrouwelijke cabaretiers buitengewoon grappig. Maar ik denk dat ze op de keper genomen op een andere manier humoristisch zijn dan mannen. Het blijft altijd lastig met dit soort generalisaties, want ik vind ook dat er veel slechte vrouwelijke cabaretiers zijn; die noem ik tutholagroepjes. De top binnen het vrouwencabaret is in ieder geval gegroeid en de vrouwelijke cabaretiers zijn grappiger geworden. De cabaretprijs Neerlands Hoop bijvoorbeeld is dit jaar gewonnen door Sara Kroos, en Claudia de Breij was een genomineerde. Dat zijn twee fenomenale talenten. Naar mijn mening zijn vrouwen inmiddels een beetje de mannen in het cabaret geworden. ‘De mannen zijn tegenwoordig, op Theo Maassen en André Manuel na, een beetje de sukkeltjes van het cabaret. Zij zijn met name bezig het ‘Hans Teeuwentje’ te spelen of leunen nog zwaar op de traditie van Freek de Jonge. Niet bepaald vernieuwend en taboedoorbrekend dus; ze brengen wat ik noem het IKEA-cabaret. Neem een Howard Komproe die vader is geworden en een heel programma door staat te ratelen over hoe leuk dat wel niet is. Het is allemaal trukendooscabaret dat verder nergens over gaat. De goede vrouwelijke cabaretiers zijn dat stadium allang voorbij. Aan hun shows kleeft meer maatschappelijke relevantie die uit de traditie van het cabaret voortkomt. ‘In het verleden waren de vrouwen meer bedreven in de wat dommere vorm van cabaret. Kijk bijvoorbeeld naar Tineke Schouten, die ik overigens een grootmeesteres vind: veel om het lijf heeft het niet. De vrouwelijke iconen van het cabaret speelden al gauw het domme gansje en daar werd dan smakelijk om gelachen. Daarnaast was er een verschrikkelijk soort cabaret, van bijvoorbeeld Lenette van Dongen. En die was nog redelijk te pruimen. Er bestond een hele lichting van zulk feministisch geblaat dat voor cabaret door moest gaan. Alles wat vrouwen wilden roepen over de maatschappij, kreeg al snel iets heel geforceerds en verbetens. Wat ik erg goed vind aan de huidige vrouwelijke cabaretiers, is dat ze op het podium heel erg hun eigen wereld neerzetten.’
theatertournee en haar gezin. Ik hoop op je begrip hiervoor.’
Het antwoord daarop is: ja, en vrouwelijke ook. We hebben uiteraard een ander soort humor, maar die is niet meer of minder. ‘Ik neem het niet heel erg serieus wat de meeste mannen vinden van vrouwencabaret. Natuurlijk oordelen ze vaak negatief. Maar ik hoop dat die tendens over honderd jaar wel over is. Je ziet ook wel in de geschiedenis: vrouwen mochten geen hoge functies bekleden, maar hoorden behaaglijk te zijn. Daardoor waren ze minder dominant en aanwezig. Grappige vrouwen zijn dominant en aanwezig: ze trekken de aandacht naar zich toe. Dat wordt door de mannen nog niet geaccepteerd. ‘Ik denk, in tegenstelling tot Nijeboer, liever: de vrouwen zijn de nieuwe vrouwen in het cabaret. Zij komen nu eindelijk op. Zo durven ze al meer en hoeven steeds minder behaaglijk te zijn en liedjes achter de piano te zingen. De komende honderd jaar wordt de machtweerga van het cabaret.’
S
13
Café ‘t Haantje “Oud en Nieuw” swingen vanaf 24.00 uur met D.J. Ivo entree gratis
Daalseweg 19 6521.GE.Nijmegen telefoon 024-3230257
www.haantje-nijmegen.nl
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN S
14
Bar-o-meter: NDRGRND Was de kroeg van afgelopen avond de Kater Radboud niet waard? Om vergissingen te voorkomen zoekt ANS het Nijmeegse nachtleven voor je tot op de bodem uit. Laat je adviseren door de Bar-o-meter. Deze maand: NDRGRND I’m goin’ deeper underground, there’s too much panic in this town, luidt een bekende tekst van Jamiroquai. Wie zweetaanvallen krijgt bij alleen al de gedachte aan de opgeklopte skihutatmosfeer van even verderop in de straat, kan onderduiken in de NDRGRND. Een smalle, ijzeren trap leidt naar een donker hol, gevuld met licht alternatieve muziek en dito mensen. Tenminste, als je ver na elven komt. Een van de weinige aanwezigen op dat uur is de barhangende security-man. ‘Ik sta straks boven aan de trap, gewoon voor de zekerheid. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit heb moeten ingrijpen.’ In het loungegedeelte zijn enkele vroegkomers neergeploft op de gemakkelijke banken. De jongens dragen brillen met een geprononceerd montuur, de meisjes horizontaal gestreepte truitjes. Verse Grolsch-bierviltjes decoreren de kleine ronde tafels. Lichtstippen dansen rond op de muziek van dj @-CHILL-e. Op de muur brandt een sierlijk vuur van licht – waarschijnlijk onmetelijk fascinerend voor wie veel blowt. Want ja, hier wordt wel eens geblowd, ook al is dat verboden. Honden mogen hier niet poepen, zo waarschuwt een verkeersbord achter de bar. Aan de muur hangen skateboards – klaarblijkelijk van een bijzonder kaliber, een jongen met een fototoestel legt ze stuk voor stuk vast. Achter de bar staat een glimmende bokaal. Nadere inspectie verraadt dat het gaat om een Onze Vetste Kroeg Award, uitgereikt door Vinny, Paul, Sjoerd, Sjors en Tim.
Bang your head Kwart over een, om en nabij de tachtig gasten: een goed doorlatende mensenbrij. Een jongen gekleed in een gazen hemdje installeert zich op zijn vaste plek: de verhoging rechts van de bar. Hij is een opvallende danser. Op orkaansnelheid zwiept hij zijn lange piekerige haren in het
rond. In de periferie lijkt men minder gevoelig te zijn voor de bas die zijn lichaam opzweept. De meeste overige dansers wiegen rustig heen en weer, of maken bewegingen alsof ze een luchtbokswedstrijd willen winnen. Een jongen werpt zijn handen uitbundig omhoog. Een meisje plooit haar lippen tot een vissenmond. Come on! Come on! moedigt de muziek de dansers aan. In de rij voor de dames-wc wordt ondertussen verkoeling gezocht en worden de laatste roddels uitgewisseld. ‘Mijn huisgenoot zegt dat jij het mooiste meisje van de avond bent!’, en ‘Het wc-papier is op! Wie haalt er nieuw?’ Snel handenwassen bij het fonteintje in de vorm van een tapkraan, en dan weer terug naar de ‘veredelde paringsdans’ in de kroeg – zo observeert Jaron Cohen (23), derdejaars Opleidingskunde aan de HAN. Hoe later het wordt, hoe sneller de tijd voorbijglijdt. Opeens is het half vier. Een jongen wappert met een verlopen steunzooltje voor mijn gezicht: ‘Wat is jouw schoenmaat? Even meten of het klopt!’ Halve zool. Geen meisje dat in zijn versiertruc trapt. Op de bank warmen versgevormde stelletjes zich aan elkaar. De dansvloer verandert in een zichzelf langzaam in slaap wiegend, afkalvend gezelschap. Steeds meer mensen verlaten het ondergrondse om in bed verder te relaxen.
Tekst: Maartje Bakker
EMDÉ-ÈR
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN
Relaxt Om middernacht is het bezoekersaantal gestegen tot een mannetje of veertig – vooral mannetjes, inderdaad. ‘Is er hier nergens een kapstok?’, roept een jongen met een boers accent. Jawel hoor, weggestopt achterin het hol. Nieuwkomers moeten zich eerst door de groeiende massa, handig samengeklit in het smalste gedeelte, graven om de garderobe te bereiken. Daar hangt een meisje met twee dunne zwartgeverfde vlechtjes hun jassen op. Ziezo, een pilsje, en dansen maar. Voor lieden met claustrofobie is deze veredelde kelder vermoedelijk geen droomoord. Voordat een lik verf en een eigenaarswissel de vroegere Gonzo in NDRGRND veranderde, was het hier nog duisterder. Toen, iets langer dan een jaar geleden, was de dj weggestopt in een hoek naast de bar en ontbraken de uitnodigende
loungebanken. Bovendien was men naar verluidt als mollen zo blind voor iets minder alternatieve discogangers. Inmiddels gaat een breder publiek ondergronds. Een bezoekster vergelijkt: ‘Je werd destijds raar aangekeken als je géén metershoge hanenkam of zwartgelakte nagels had. Nu is het hier relaxt.’ Over dat laatste zijn de bezoekers het roerend eens. Wie je het ook vraagt, iedereen betitelt de kroeg als ‘relaxt’, met ‘relaxte’ mensen en ‘relaxte’ muziek. Waar zit ‘m dat nou in? Niels Gerrits (21), tweedejaars Psychologie, heeft wel een idee: ‘Iedereen is hier op zichzelf, maar gaat ook op in het geheel. Niemand is opdringerig of overdreven dronken.’ Niels Huisman (20), Karpe Noktemlid en derdejaars Geneeskunde, vertelt: ‘Ik ben een standaard slappe lul die hier komt om vrouwen te leren kennen. En ik houd van alternatieve muziek, ook al zou je dat niet zeggen als je vanavond mijn kleding bekijkt. Het is me hier wel eens gelukt om een vrouw te versieren, maar ik weet eigenlijk niet meer hoe. Ik was toen altijd zat.’
S
15
foto
'Ik geloof dat ik, waar enkel de keuze zou worden gelaten tussen lafheid en geweld, geweld zou aanraden' -Mahatma Ghandi
FOTO: www.fp-fotografie.nl
Engelstalige master of studieverblijf in het buitenland? Bij het UTN ben je het Engels zo meester! • • • • •
Opfriscursus Engels First Certificate in English Certificate in Advanced English Certificate of Proficiency in English Schrijfvaardigheid Engels voor studenten
Studenten van de RU krijgen een korting van 50-70% op deze taalcursussen!
Check de website of loop gewoon eens bij ons binnen!
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN S
18
onderwijs
Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Iedere maand verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over het onderwijs aan de RU.
College: Logica, woensdag 15 november, 13.45 - 15.30 uur, ELN 9, 01.25 Docent: Dr. Bart Geurts Uitstraling: Jean Reno lookalike met passie voor logica Inhoud: Een stortvloed aan cijfertjes en wiskundige termen
Eindcijfer: 6,5
Het lijkt de omgekeerde wereld: alle studenten zitten ruim op tijd met pen en collegeblok paraat, maar van de docent is nog geen spoor te bekennen. Tien minuten te laat verschijnt dr. Geurts dan toch. Hij is vervangend docent en heeft een mooie binnenkomer: ‘Dit is de laatste keer dat jullie me zien, hoera!’ De vorige keer waren de studenten nogal luidruchtig en hield Geurts er een schorre keel aan over. ‘Deze keer dus graag naar buiten als je iets wilt bespreken wat niets met het college te maken heeft’, merkt hij droog op. De studenten zijn doodstil; de boodschap is blijkbaar overgekomen. Vandaag behandelt de Logicadocent de term ‘geldig gevolg’, die met een scala aan getallen en wiskundige formules wordt uitgelegd op het bord. De bekende sheets en PowerPoint ontbreken. Termen als ‘afleidbaarheid’, ‘assumpties’ en ‘disjuncties’ vliegen de ruimte door. Voor mensen zonder wiskundeknobbel is dit geheimtaal en bovendien slaapverwekkend. Na een kwartier gaat de deur open en kruipt een angstige laatkomer het propvolle lokaal binnen. Haastig wordt er naar stoel en tafel gezocht; na het bijeensprokkelen van meubilair hervat Geurts de uitleg. Hij licht verschillende systemen en formules toe. De studenten schrijven druk mee. Dit pennen komt vooral neer op het overnemen van schema’s met cijfers en formules die bestaan uit talloze reeksen p’s en q’s. Na de uitleg volgen enkele waarschuwende woorden van Geurts: ‘Niet in slaap sukkelen want het wordt nog veel ingewikkelder!’ Ondanks dit verzoek kijken steeds meer studenten naar buiten, gefascineerd door het tafereel van vallende boomblaadjes. Voorafgaand aan de pauze mag het publiek nog vragen stellen. Verwarring over hoe specifiek de annotaties moe-
ten zijn, wordt door de docent kort maar krachtig opgehelderd: ‘Er zijn grenzen aan mierenneukerij.’ Na de onderbreking is het lokaal opvallend minder gevuld, misschien zorgt de massa aan wiskundige informatie voor een herfstdipje. In het tweede deel van het college legt Geurts de definitie van ‘negatie’ uit. De studenten beginnen de stof nu zichtbaar ingewikkelder te vinden: iedere minuut gaan er meer vingers de lucht in. Dit is ook niet vreemd met een dergelijk pittig onderwerp als ‘afleidbaarheid’. Het einde van het college is in zicht, maar er wordt niet aan weggaan gedacht voordat alle studenten hun antwoord hebben gekregen. Geduldig geeft Geurts zijn bevredigende respons, voorzien van een sprankje humor: ‘Ja, afleiden kan heel misleidend zijn!’
Laatste Oordeel der Studenten De studenten vinden Geurts een sympathieke, grappige docent die weet waar hij het over heeft. Studenten zijn snel afgeleid; slaap, honger en een spin die zijn gevangen vlieg inpakt en verslindt, zijn veel interessanter. De colleges zijn goed te volgen doordat hij duidelijk en boeiend uitlegt. Desondanks vinden de meeste studenten de stof best lastig en soms ook saai. Het college bevat een hoge dosis aan moeilijke woorden en zoveel formules dat een geeuw soms niet te onderdrukken is. Doorbijten is het devies: ‘Het is wel noodzakelijke stof’, zo menen de studenten. Geurts moet volgens de toehoorders wel betere voorbeelden van reële problemen geven en nog strenger optreden tegen eventueel rumoer. Een enkele grapjas weet nog aan te vullen dat ‘als hij nou ook nog taart meeneemt naar het college, zou dat de sfeer écht verbeteren’. /IK, fotografie Jos Janssen, Malden
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN
Publiek: Frisse eerstejaars Kunstmatige Intelligentie en een nieuwsgierige vwo’er
Het Laatste Oordeel
S
19
Nijmegen Centrum Met zijn 150 duizend inwoners is Nijmegen een heuse stad. Ondanks dit grote aantal inwoners is alleen het centrum van Nijmegen het enige stukje wat je aan een èchte stad doet denken. Bij onoplettendheid word je van de sokken gereden door vuilniswagens die met een noodgang door de Eerste Walstraat scheuren. Irritante junks proberen je op iedere straathoek een straatkrant aan te smeren. Maar tegelijkertijd wordt dit zogenaamde stukje stad overladen door dorpsmentaliteit. Er is namelijk geen bezoek aan het winkelgedeelte mogelijk zonder een bekende tegen het lijf te lopen. Niet te vergeten het ons-kent-ons sfeertje tijdens de boodschappen bij Coop aan het einde van de zondagmiddag. ‘Toch is de Coop een rotsuper!’, aldus Tim Toornvliet (22), vijfdejaars Communicatiewetenschap, die er naast de huidige vijf supermarkten in het centrum nog een Albert Heijn bij wenst. In hoeverre voldoet het centrum aan de eisen van de urbane student?
Elke maand doet de Wijkagent zijn ronde door een ander stadsdeel. Van getto tot villapark speurt hij Nijmegen af, op zoek naar de meest studentikoze wijk. Deze maand: 365 dagen per jaar carnaval in Nijmegen City
Wat bied je? De in groten getale aanwezige fietsen voor huizen met een rij bellen ernaast, duiden op een geliefde wijk voor studenten. De SSHN herbergt ook nog eens vierhonderd studenten downtown, verdeeld over stadspanden en drie wooncomplexen. Wat het centrum zo aantrekkelijk maakt voor studenten, is simpel te achterhalen. Zelfs met een kater op de zondag is er in het centrum
genoeg gelegenheid voor herstellend vertier. Naast ontspanning in een van de talloze cafeetjes die het populaire Koningsplein telt, biedt de Waalkade de gelegenheid voor het halen van een frisse neus. Het uitgebreide aanbod van buitenlandse gerechten kan de
Snapshot ligg
ing
bewoners
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN
ieelal tweeverd at wonen ve huis op de ij in de stra Tim: ‘Bij m bejaarden, en in het wees op ners. Verder ers.’ een wonen krak toch niet in Hessenberg e verwacht je Di ! en pp ki Arjan: ‘En otorkap van ?’ binnenstad n onder de m leggen eiere Juriaan: ‘Ze r, die slaapt mijn auto.’ k een zwerve bben hier oo Petra: ‘We he de ingang.’ geklede bij twee schaars in de ruïne, ook een keer amera.’ ik te ot sp r Arjan: ‘Daa et een videoc een jongen m meisjes, en S
20
en b
Alic e: vanu ‘Als je i n it Arja je favo het cent ri n ru uni. : ‘Eigen ete kroeg m woon lijk Die i t, n i s s Tim alles aar huis kun je ’s : ‘V ver.’ goed roll nach de fi alt we b ts e reik en.’ l me et baar e: sl Juria s.’ e , chts beha an: een lve d ‘Het traa kwa e is lz rtier hebb itten en vooral f tje m en.’ toch ijn da et Alic t geen w e: last e hier z dens ‘Hoogui van o t heb de V lawa cenbe ie er ge ai en d rdaagse n we wa oden fe t valle esten. T overlast n.’ enm t inst ije, al s
ereik
baar
heid
ieuwd- en n ooi. Ou m o z t nie trum is ’ aal.’ ‘Het cen ar. ddend looster Arjan: an door elka strijk als Do nk ee het in a ta tr s ik dat o con bouw onen in rtig uitleg : ‘Net z r wij w Juriaan ls ik mensen ousiast. Maa ens ook al vee ‘A ig Petra: erg enth lte, dat over ee zijn ze woon, ieuwbouwged n lelijke is.’ d jaar ou
k uiterlij
De Wijkagent kent toe: studentenhonger goed stillen. Voor een oververhit brein zit je in deze straat ook op de juiste plek: volop drogerende middelen in het grootste aanbod aan smart- en coffeeshops van de stad. Al lopen hier meer buitenlanders dan studenten.
Veiligheid
man. Hij stond eerst rustig op de hoek van de straat te wankelen. Maar toen hij mij opmerkte, volgde hij me tot de deur.’ Arjan moet dan bekennen dat hij eens wakker is geworden doordat twee inbrekers aan zijn deur rommelden. Als we Tim moeten geloven, kun je vanuit zijn kamer aan de Parkweg bij het Kronenburgerpark geregeld genieten van fraaie taferelen. ‘Er lopen regelmatig potloodventers door het park. Het meisje dat beneden mij woont werd een keer verrast door een naakte man, die voor haar raam een heuse show weggaf.’ ‘En niet te vergeten de talloze junks in het park’, vult Arjan aan. Ondanks deze voorbeelden, voelen de studenten zich niet bedreigd door dit wandelende rariteitenkabinet. Arjan relativeert: ‘Weet je wat pas gevaarlijk is? De spiegelgladde vloer als je hier de douche uitstapt.’ /CH, fotografie Willie Kerkhof
Doddendaal bewoonster Petra Molenaar (23) tweedejaars Politicologie: ‘Er stonden ‘s ochtends vroeg opeens politieagenten voor mijn deur, in verband met een verkrachtingszaak in het trappenhuis.’ Schort het in het stadshart aan veiligheid? Een tweetal politieagenten, gespot in het onveilig ogende Karrengas, wordt aan de tand gevoeld. Volgens hen is het centrum een redelijk veilige woonplek. Ook tijdens het uitgaansleven blijft het publiek redelijk tam. Waarom staan de agenten hier dan eigenlijk geparkeerd? ‘We wachten op onze collega, die is pizza’s aan het halen. Bij Donatello’s zijn ze erg lekker.’ De verscholen pizzatoko is dus niet alleen bij studenten in trek.
Altijd feest Arjan Grooters (24), vijfdejaars Communicatiewetenschap, vindt het veilig in de binnenstad. Zijn ganggenoten reageren met spot. Alice Da Costa de Pina (21), eerstejaars Romaanse Talen: ‘Ik werd laatst nog naar huis gevolgd door een dronken
groen
cafés ar.’ t mba tkoo ie is ech n o n d o zijn nsplein, e nten t. Di Ive traa r nerte et Joris ö d h mers ens wee g i e t p o r l o e B e r lg ‘De v snackba n de ie vervo : a v n a Arj n: ‘De hoek rituur d anzig!’ a r p de f Juria ’ die o n in de g. Echt n a ! e d d r e go : ‘Beter antevo bestellin v e Alic de friet md bij je r gooit opgewa t word
mid
dens
tand
Tim: ‘Toen we op zoek waren naar een stam kroeg, werden we ov vraag of ze een eral weggestuurd. Bij de geschikte wiste n, ze ons naar Ca ve fé de Fiets of fee rwezen stcafés zoals Drie Gezusters. ’ Joris: ‘Het centru m Nijmegen Oost. is niet zo gezellig als Maar wij hebb en hier wel In de Blaauwe Hand!’ Petra: ‘Daar he b je lekkere ch ocolademelk.’
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN
Arjan: ‘V Daarmee oor mij telt all ee Alice: ‘J houdt het wel n het Kronen burgerp e op ark. echt goe vergeet de klo .’ os d Tim: ‘E barbecueën.’ tertuin, daar k n de str u n je ‘s u die kipp zomers en. Als ikjes hierachte r? ik hier arriveer, Daar zitten a ll word ik ee door ze n wel belaagd .’
S
21
Van Welderenstraat 104 Tel: 024-3226812
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN S
22
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN
S
23
reportage
Universiteit
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN S
24
In het Collegezalencomplex, tegenover zaal CC5, herinnert een plaquette aan het verzet van Nijmeegse docenten, studenten en alumni tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze herdenkingsplaat gaat opmerkelijk genoeg schuil achter informatieborden, het verhaal van de universitaire oorlogsjaren is namelijk even spannend als aangrijpend.
Toen de nazi’s op 10 mei 1940 Nederland binnenvielen, stapte de Nijmeegse professor Robert Regout op zijn fiets. Hij reed de wijde omgeving af om iedereen die hij van een slappe houding tegenover de bezetter verdacht op andere gedachten te brengen. Dit kwam de hoogleraar Volkenrecht duur te staan: enkele weken na zijn fietstocht werd hij, net als enkele collega’s, gearresteerd door de Sicherheitsdienst (SD). Hij stierf twee jaar later in het concentratiekamp Dachau. Ook zijn collega Titus Brandsma, geëerd met een standbeeld in de Thomas van Aquinostraat en sinds begin dit jaar Grootste Nijmegenaar aller tijden, vond daar in 1942 de dood.
Stil protest De studenten moesten de arrestatie van hun hoogleraren volgens het Nijmeegs studentenblad Vox Carolina ‘met machteloze woede’
toelaten. Massaal protest bleef uit want de verwachting was dat de verdwenen hoogleraren snel terug zouden komen. Sluiting van de academie dreigde: nieuwe hoogleraren mochten vanaf eind 1940 alleen nog met toestemming van de Duitsers worden benoemd, waardoor er geen oraties meer plaatsvonden in de Nijmeegse aula. Volgens dr. Jan Brabers, auteur van universiteitsgeschiedenis Proeven van eigen cultuur, gaf dit praktische problemen: ‘In totaal kwamen in de oorlogsjaren vijf hoogleraren te overlijden, gingen twee professoren met emeritaat en zaten drie docenten in hechtenis of in het buitenland. De werkdruk voor de overige docenten nam daardoor sterk toe. Dit kwam ook doordat studenten door de onzekere oorlogssituatie zo snel mogelijk probeerden hun bul te behalen en studenten van de gesloten Leidse universiteit in Nijmegen tentamens mochten afleg-
in Oorlogstijd gen.’ Chaos en wanorde waren het gevolg. Er vonden incidenten plaats. In 1940 wapperde tijdens de jaarlijkse inauguratie van het sociëteitsbestuur van het Nijmeegs Studenten Corps (NSC), de voorloper van NSV Carolus Magnus, de Nederlandse vlag. Het Wilhelmus werd gezongen. Toen een Duits lid weigerde op te staan om mee te zingen en bovendien demonstratief pijprokend bleef zitten, ontstond er een vechtpartij. De arrestatie van de preses van het NSC, de latere minister-president Jo Cals, was het gevolg. Ruim een jaar na dit incident kwam de studentenvereniging opnieuw in aanvaring met de Duitsers. Vanaf november 1941 mochten joden niet langer lid zijn van Nederlandse verenigingen. Het NSC bestond weliswaar alleen uit katholieke leden, maar weigerde principieel om het bordje ‘Voor Joden verboden’ bij de hoofdingang te hangen. Hierop werd de sociëteit gesloten en gevorderd door de Wehrmacht. Ondergronds ging het verenigingsleven verder: de ontgroeningen vonden voortaan plaats in studentenkamers.
Openlijk verzet
Onderduiken of dwangarbeid? De principiële opstelling van het universiteitsbestuur had grote gevolgen. Aan de vooravond van de sluiting leek het toenmalige hoofdgebouw aan het Keizer Karelplein, zo
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN
Na 1943, toen de slag om Stalingrad was verloren en de krijgskansen voor de nazi’s leken te keren, werden studenten sterker geconfronteerd met de oorlog. In Duitsland was er een groot tekort aan arbeidskrachten en daarom werden alle Nederlandse mannen vanaf 18 jaar verplicht in Duitsland te gaan werken, de zogeheten Arbeitseinsatz. Bedrijven, overheden en ook universiteiten moesten lijsten opstellen van mensen die konden worden gemist; zo’n 40 procent van alle Nederlandse studenten zou worden tewerkgesteld. Op zijn kleine kamertje, volgeladen met boeken en papieren, formeerde de Nijmeegse student Psychologie Antoon Frederiks een verzetskern en schreef hij een pamflet waarin hij opriep tot een landelijke staking. De massale werkweigering ontstond inderdaad en werd hardhandig neergeslagen. Frederiks zou de oorlog niet overleven; hij werd verraden en gefusilleerd. Vox Carolina wijdde na de oorlog enkele regels aan zijn veroordeling: ‘Tijdens
zijn gevangenschap en proces toont hij bijzonder zijn moed: hij verraadt zijn vrienden niet, en in plaats van zich te verdedigen tegen zijn zogenaamde rechter – hij wist dat de uitslag toch vaststond – valt hij het nationaal-socialisme in de leer aan.’ De Arbeitseinsatz was niet alleen een middel om de oorlogsindustrie draaiende te houden, maar werd ook ingezet om meer greep te krijgen op de universitaire gemeenschap. Studenten die hun studie wilden voortzetten, moesten een loyaliteitsverklaring tekenen. Hiermee gaf de student aan ‘zich te onthouden van iedere tegen het Duitsche Rijk gerichte handeling’. Historicus Brabers spreekt van een groot moreel dilemma. ‘Bij niet tekenen wachtte het transport naar een werkkamp in Duitsland, in het andere geval verklaarde men zich loyaal aan de bezetter. Veel Nijmeegse studenten wisten niet wat te doen en schreven, als goede katholieken, de aartsbisschop om raad.’ Zowel de Nederlandse bisschoppen als de in Londen in ballingsschap verkerende minister van Onderwijs, Gerrit Bolkestein, waren faliekant tegen ondertekening. Ook het landelijke studentenverzet, de Raad van Negen, nam een principiële houding aan – ‘Tekenen van de loyaliteitsverklaring is landverraad.’ – en stuurde studenten het land in met de opdracht twijfelaars om te praten. De Nijmeegse rector magnificus B.H.D. Hermesdorf besloot na lang beraad om als enige Nederlandse universiteit de loyaliteitsverklaring niet aan haar studenten voor te leggen. ‘Een uniek besluit’, zo benadrukt Brabers. De universiteit sloot vanaf 10 april 1943, de datum dat de verklaring moest zijn ondertekend, zelf haar deuren. Uiteindelijk werd de loyaliteitsverklaring slechts door twee Nijmeegse studenten getekend: zij reisden op eigen gelegenheid af naar het ministerie om daar hun handtekening te zetten.
formuleerde rector Hermesdorf, ‘plotseling herschapen te zijn in een zoemende bijenkorf’. Op de valreep probeerden studenten nog een tentamen te halen alvorens de stad te verlaten. De nazi’s reageerden met de verklaring dat er represailles tegen ouders zouden volgen indien studenten weigerden zich te melden voor de Arbeitseinsatz. Van de 639 Nijmeegse studenten zwichtten er 83 voor deze chantage. Uit een brief van student Rechten Louis Corten valt op te maken hoe zij vervolgens werden afgebeuld in Duitse werkkampen: ‘Fruit heb ik er nooit gezien. Van de beloofde drie eieren per twee weken ontvingen we er één per maand. Om te roken verkocht men ons in ’t kamp onverpakte Bulgaarse sigaretten, merk Bregava, welke naam als volgt verklaard werd: Brandt Rot En Gemeen Alleen Voor Ausländer. Het woord Ausländer hield alle mogelijke verachting, minachting en zelfs haat in.’ Het werk begon om zes uur ’s ochtends en eindigde pas laat. Iedere fout werd gezien als sabotage, met de isoleercel als gevolg. ‘Het is bijzonder tragisch dat de tewerkgestelde studenten na de oorlog door hun ondergedoken medestudenten van collaboratie werden beschuldigd,’ aldus Brabers. De meeste studenten doken massaal onder, liefst zo ver mogelijk van huis vandaan. Dat betekent echter niet dat er niet werd gestudeerd. B. Van Ogtrop, verantwoordelijk voor het welzijn der katholieke studenten, verklaarde na de oorlog dat hij ‘langs alle onderduikadressen reisde om studenten de heilige mis te lezen en te voorzien van bonkaarten, studieboeken, geld en clandestiene tentamens’. In deze periode werden maar liefst 365 tentamens afgelegd; dat was mogelijk doordat de universiteitsbibliotheek illegaal boeken bleef uitlenen. Sommige studenten kwamen in het verzet terecht. In Nijmegen was hun inbreng volgens historicus dr. Henk Termeer opvallend groot. ‘De ondergrondse bestond hier uit ruim tweehonderd mensen, waarvan ongeveer een derde het activisme met de dood moest bekopen. Een van hen was de student Rechten Joseph van Hövell van Wezeveld en Westerflier. Hij vertegenwoordigde Nijmegen bij het landelijke studentenverzet, de Raad van Negen, en zorgde ervoor dat het landelijke studentenblad De Geus werd verspreid.’ Door vrouwelijke studenten, want die werden minder vaak gecontroleerd. Aan een ander verzetsblad, Christofoor, werkte de Nijmeegse student Wim van Kempen mee.
S
25
Antoon Frederiks Jan van Hoof
De beroemdste Nijmeegse verzetsheld is ongetwijfeld Jan van Hoof, student Rechten. Hij speelde een belangrijke rol bij het in kaart brengen van de Duitse verdedigingswerken aan de vooravond van de bevrijding van de Keizerstad. Op 17 september 1944 begon operatie Market Garden, waarbij de geallieerden landden nabij Eindhoven, Nijmegen en Arnhem. In Nijmegen werd hevig gevochten om de strategisch gelegen Waalbrug, die eerder door de Duitsers met explosieven was ondermijnd. Of Jan van Hoof deze bommen heeft verwijderd, is altijd onduidelijk gebleven. Hij heeft zelf nooit uitsluitsel kunnen geven: de volgende dag leidde hij een Engelse pantserwagen het centrum in en kwam aan het einde van de Lange Hezelstraat een Duitse verdedigingspost tegen die het vuur opende. Van Hoof, gewond aan zijn voet en met zijn broek studentikoos in de sokken, gaf zich over, werd mishandeld en uiteindelijk door een SS’er in de rug geschoten.
Rechte rug Over het algemeen nam de Nijmeegse academische gemeenschap een zeer principiële houding aan, al waren er ook uitzonderingen.
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN S
26
Tekst: Pepijn Reeser
SJAAK
Handtekening Onlangs diende ik mijn handtekening op een stuk papier te zetten. Dat gekrabbel vind ik zelden tot nooit leuk: ik ben niet beroemd en mag derhalve nooit lubberend vel onderkrassen, en bovendien vrees ik dat veel zonder armen geboren peuters een mooiere handtekening hebben dan ik. Een flink struikelblok dus, die handtekening van me, maar zodra ik mensen met dit probleem confronteer, volgen er altijd twee uitspraken. De eerste is: ‘Wat ben jij een triest figuur dat je zoiets als een probleem beschouwt. Kijk nu naar mij: mijn kind heeft in de tuin gescheten / mijn zus heeft dvd’s van Veldhuis en Kemper / etc.’ en de tweede luidt: ‘Beste loser, als je er echt wakker van ligt, waarom verander je je handtekening dan niet?’ Dat laatste lijkt handig, maar is het niet. Voor je het weet wordt mijn hippe nieuwe 2006-krabbel naast mijn ouwe handtekening gelegd en krijg ik een deurwaarder op bezoek, word ik uitgescholden bij de IBGroep of beland ik in een Chinese inrichting waar het onderzoek naar medicijnen tegen SARS nog in de kinderschoenen staat. Met name de gedachte aan dat laatste
Zo vochten enkele studenten aan het oostfront tegen de Sovjet-Unie en was één hoogleraar een rasechte nazi: professor Theodor Baader verscheen daags na de Duitse inval in uniform, speelde informatie door naar de bezetter en verraadde zijn collega’s. Vlak voor de bevrijding vluchtte hij naar Duitsland zonder een spoor achter te laten. Nadat Nijmegen in september 1944 werd bevrijd, keerden de studenten langzaam terug en vanaf het voorjaar werd er weer college gegeven. Nijmegen bevond zich nog een half jaar in de frontlinie, waardoor de stad bijna iedere dag werd gebombardeerd. Ongeveer achthonderd Nijmegenaren vonden in die angstige tijd de dood en veel universitaire gebouwen, die het bombardement op Nijmegen van 22 februari 1944 grotendeels hadden overleefd, werden alsnog vernietigd. Een kleine veertig Nijmeegse docenten, studenten en alumni overleefden de oorlog niet. Zij leven voort in monumenten zoals de herdenkingplaquette in het Collegezalencomplex – een monument dat meer aandacht verdient. S
bracht mij ertoe toch maar mijn oude handtekening te plaatsen op het in de eerste zin genoemde stuk papier. Dat handelde over de Dag van het Kind, waarop onze onvolgroeide medemens de straat een halfuurtje voor zichzelf heeft, zodat er genoeg tijd is om foeilelijke stoepkrijtcodes op de openbare weg te kalken. Prachtig, maar in mijn fantasie ontsproot direct het lugubere beeld dat op Kinderdag koters overreden worden door vrachtwagens wiens eigenaren vinden dat er in het kader van de Week van de Vrachtwagen best wat meer gekard mag worden, en dan met name op afgesloten woonerven. Sympathisanten van de Maand van de Milieuvervuiling vinden dat de actie van de vrachtautobezitters niet door de beugel kan, maar ontvangen, na dit standpunt wereldkundig te hebben gemaakt, een woedende fax van de organisatie van het Jaar van de Uitlaatgassen. Met de groep mensen achter het Decennium van de Vrije Meningsuiting organiseren zij een veldslag, wat mooi past in de Eeuw van de Oorlog. Tikje overdreven wellicht, deze clash van belangenverenigingen, maar ik zou niet ver-
baasd wezen als bijvoorbeeld de Dag van de Cornflakes en Glutenvrije Dag op één en dezelfde dag vallen en men de intolerantie jegens graan omzet in intolerantie jegens de goedwillende medemens. Kan ook niet uitblijven in een samenleving waarin elke dag, elke maand, elk jaar en elke eeuw wel in het teken staat van iets. Wil je een beetje bijblijven, dan moet je een tweede agenda volschrijven met dagen van Islam, appelstroop, misdaadromans, files en stinkdieren. Die eenheidsworst, die ketting die volgeregen is met kralen van dagen, weken en maanden in het teken van de meest lullige dingen, bestaat alleen bij gratie van een ongelofelijk gebrek aan fantasie bij zogenaamd creatieve organisaties. Voor ettelijke koffers geld wordt een hipbebrild team ingezet dat na weken vergaderen aankomt met de briljant bedachte Dag van het Brood. Tsja, vernieuwing moet er komen, maar de lafheid regeert. Zolang ik mijn eigen handtekening niet durf te vernieuwen, zal u mij over dat gebrek aan vernieuwing echter niet horen klagen. /Sjaak
NIEUWS • SCHAAMTELOOS OVERGENOMEN VAN DE WEBSITE
RuG: ‘Foutje, bedankt!’
Carolus vs Ovum 1-0
Honderden mailtjes kreeg de afdeling Gemeenschappelijk Administratief Internet van de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) vandaag binnen van universiteitsmedewerkers. Wat blijkt nu? Het gros van de werknemers, zo’n zevenduizend man, kreeg gisteren een mailtje met de boodschap ‘je bent ontslagen‘... Een behoorlijk grove fout in academische kringen dus. Hoe heeft dat in godsnaam kunnen gebeuren? Drs. Speekman, de perswoordvoerder heeft ons inmiddels te woord gestaan: ‘Er was een systeemfout in de personeelsadministratie die volledig is geautomatiseerd. Er is geen sprake van een ontslagbrief, maar een waarschuwingsmail.’ Dat houdt in: werknemers werden gewaarschuwd dat hun e-mailadres na drie maanden zou komen te vervallen in verband met contractbeëindiging. Het programma dat de personeelsadministratie doet, liep gisteren na duizend mailtjes vast. Deze leverde daardoor een veel te korte lijst aan een tweede programma dat iedereen een dergelijk mailtje stuurt als hun naam niet in de lijst staat, wat normaal betekent dat ze niet langer werkzaam zijn op de RuG./RV
Sneue boel, dat verenigingsleven in Nijmegen. Iedere twee weken een ingezonden huilbrief in Vox (‘Ze moeten ook altijd ons hebben’); schriftelijke vragen aan het College van Bestuur (‘Die middenpagina in de intro-ANS, dat kán toch niet!’) en door studentenverenigingen in den lande ab-so-luut niet aux serieux worden genomen. Dan is het logisch dat je je eens van je beste kant laat zien en de ab actis van je gele broederknorren een nachtje gijzelt. Tot half drie de volgende dag om precies te zijn, en met wat blauwe plekken tot gevolg. Corporale actie van Carolus, moet kunnen. Typische Nijmeegse bekrompenheid om daar vervolgens een punt van te maken en aangifte (seksuele intimidatie!) te gaan doen: zo wordt het natuurlijk nooit wat met die tradities!/PR
Wil je ’n baan? Word bèta!
Nr. 1 exportproduct van Curaçao
Ovum Novum praeses Frerik Meijer erkent dat de ontvoeringsactie heeft plaatsgevonden, maar beweert dat er geen aangifte van seksuele intimidatie is gedaan. Carolus Magnus vindt dat er weer schromelijk overdreven wordt in de berichtgeving. De zaak is tussen de verenigingen op ‘bestuurlijk niveau’ besproken en beide verenigingen zijn van mening dat het een actie van twee individuen is geweest. De vereniging Carolus Magnus wordt niet verantwoordelijk gehouden door Ovum. De ontvoering heeft geen wrok doen ontstaan en ‘ludieke’ tegenacties zullen dus wel achterwege blijven. Wellicht zijn er echter individuen, die toevallig lid zijn van Ovum Novum, die daar anders over denken. De ab actis van Ovum maakt het naar omstandigheden goed, maar heeft geen zin om nog over de zaak te spreken. Carolus zal de kwestie intern oplossen, zeggen ze. Daders en slachtoffer gaan nog om de tafel zitten om het uit te praten. Maar wat blijkt nu: er zal echter wel aangifte worden gedaan van gijzeling. Dit verhaal zal dus nog wel een staartje krijgen./TV
N
LI
N
E.
N
L
financiële redenen naar Nijmegen zijn vertrokken, is weinig bekend. Bij de registratie van studenten op onze universiteit wordt niet specifiek gekeken naar herkomst en motieven./RN
A N SO
Koningin Beatrix was gisteren te gast op de Universiteit van de Nederlandse Antillen. Ze werd ontvangen door studenten gekleed in gevangeniskleding, handboeien incluis. Jonathan Estanista, student Marketing, zegt in De Telegraaf: ‘Een gevangene kost het eiland 33.000 gulden per jaar, voor een student heeft de overheid maar 13.000 gulden over. Dat klopt niet.’ Van het bezoek van onze vorstin werd ook gebruik gemaakt om de lage studiefinanciering aan te kaarten. Antilliaanse studenten moeten ongeveer van 125 euro per maand rondkomen. Het is dan ook niet vreemd dat overzeese studenten liever in Nederland gaan studeren. ‘En die studenten komen niet snel meer terug. Ze krijgen een vriendin en een baan in Nederland en blijven hangen. Dat gaat ten koste van het eiland’, aldus docent Chehadi Eddine in diezelfde krant. Over het aantal Antilliaanse studenten die door deze
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN
Goed nieuws voor de exacte wetenschappers onder ons: zij hebben meer zekerheid op de banenmarkt na het afstuderen. Alhoewel volgens het gelinkte artikel vooral mbo’ers er goed van af komen, blijkt ook dat hogescholieren en – je raadt het goed – academici met een bèta- of technische achtergrond een lucratieve toekomst tegemoet zullen gaan. Dat zeggen de cijfers van de Technomonitor 2006, die vandaag op de bètatop Vliegende Hollanders – een initiatief van Platform Bèta Techniek en Reseachcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) – worden geopenbaard aan het grote publiek. Vooral elektrotechniek, (werktuig)bouwkunde en chemische technologie blijken aantrekkelijke vakgebieden, mocht je interesse hebben in een carrière. Zo ga je al gauw denken dat het zeker geen slecht idee was van de RU om flink wat geld te pompen in de FNWI./RV
Aangifte in ontvoeringszaak?
S
27
portret
Barbara Stok:
'Mensen die strips maken, zijn een beetje gek' Barbara weet het beter is de titel van de vierde bundel die striptekenaar Barbara Stok (36) afgelopen oktober uitbracht. Hierin geeft ze tips om met alledaagse problemen om te gaan en levert ze met een knipoog moralistische kritiek op de maatschappij. Bovendien draagt ze eenvoudige oplossingen aan voor de wereldproblematiek.
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN S
28
6 uit 52
Een striptekenaar krijgt zes vragen uit een set van 52 voorgelegd, met onderwerpen die er tenminste toe doen. Barbara Stok trok de nummers 4, 8, 15, 16, 23 en 42.
4. Hoe ben je striptekenaar geworden? ‘De interesse voor strips is er altijd geweest, als kind tekende ik ze al. Rond mijn twintigste kwam ik in aanraking met de comics van Robert Crumb en werd daardoor erg gegrepen. Ze zijn zo anders dan de strips uit mijn kindertijd. Crumbs stripverhalen zijn voor volwassenen bedoeld, ze spelen zich heel duidelijk af in de realiteit. Ik ben me toen in het genre gaan verdiepen, en aangestoken door die strips ben ik serieus aan de slag gegaan. Dat kwam niet echt uit de lucht vallen, want ik schreef indertijd al veel verhalen. Die waren echter nooit naar mijn volle tevredenheid. Op het moment dat ik mijn teksten in stripvorm goot, was het compleet.’
15. Hoe komt het dat je werk een serieuzere insteek heeft gekregen? ‘De ontwikkeling in mijn werk reflecteert mijn eigen ontwikkeling. Vroeger was ik vooral bezig met uitgaan, nu is mijn leven anders. Ik ga niet veel meer uit en drink geen alcohol meer, wat me veel meer bevalt. Een strip maken vind ik leuker dan met een kater op de bank hangen. Ik heb wel wat beters te doen.’ 16. Is je persoonlijkheid ook veranderd? ‘Als twintiger was ik heel zelfverzekerd; een stoer mens, geen gelul. Na mijn dertigste ging dat een beetje wankelen doordat ik naar mezelf toe eerlijker ben geworden over wie ik ben. Ik ben eigenlijk helemaal niet zo stoer. Mijn stripfiguurtje is een afspiegeling van hoe ik mezelf zie, en is door de tijd heen dus veranderd. In het begin tekende ik mezelf zo dat ik ook wel een jongen had kunnen zijn. Naarmate mijn zelfbeeld veranderde, werd dat poppetje wat vrouwelijker.’ 23. Je behandelt in je laatste bundel grote maatschappelijke problemen, die je afdoet met een komische en verrassend simpele oplossing. Wil je daarmee een boodschap overbrengen? ‘Van de problemen die ik aankaart vind ik echt dat er wat aan moet gebeuren, maar over het algemeen is dat niet gemakkelijk. Het enige wat ik zelf kan doen is proberen mijn gedrag te veranderen, en mensen ervan te overtuigen dat zij dat ook doen. Zo
had ik me vanwege de milieuproblematiek afgelopen nieuwjaar voorgenomen om minder te gaan autorijden, maar in de praktijk kwam daar meteen al niets van terecht. Als ik er dan een strip over maak, heb ik in ieder geval mijn zelfkritiek geuit.’ Een betere wereld begint bij jezelf? ‘Je kunt wel altijd naar anderen wijzen, maar dat heeft geen enkele zin als jij zelf niets doet. Als je het er niet mee eens bent dat mensen in China onder erbarmelijke omstandigheden spijkerbroeken moeten maken, moet je die broeken niet kopen. En als je het verkeerd vindt dat varkens in kleine hokjes worden gepropt, moet je dat vlees niet eten, punt. Ik kan soms echt kwaad maken over onze hypocriete samenleving.’ 42. Recensenten typeren je werk als ‘rommelig’. Ben je het daarmee eens? ‘Ik vind niet dat ik rommelig teken, ook al heb ik geen strakke lijntjes. Ik doe juist heel erg mijn best zo mooi en netjes mogelijk te tekenen. Het is zo’n gepriegel! Mensen die strips maken, zijn eigenlijk een beetje gek: het is ontzettend veel werk en het wordt enorm ondergewaardeerd. Je wordt toch gezien als het debiele broertje van de schrijvers.’ S
Tekst: Annemiek de Vries Foto: Lisa Jacobs
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN
8. In je eerste strips komen voornamelijk concerten en drank aan de orde. Was dat waar je je toen mee bezighield? ‘Ja, ik vond de dronken nachten heel leuk. Achteraf gezien vind ik het jammer dat ik teveel heb gefeest, zonde van mijn tijd. Aan de andere kant: blijkbaar moest ik die wilde haren kwijt. De meeste jonge mensen vinden dat ze zoveel mogelijk uit het leven moeten halen. Dat uit zich meestal in veel drinken, alsof dat het enige is wat ze kunnen verzinnen. Waarom niet heel hard studeren, mediteren, of vijf jaar in een klooster doorbrengen?’
Zit die houding van jongeren jou dwars? ‘Ik vind onderwijs ontzettend belangrijk. Helaas heb ik nooit een studie afgerond; een paar maanden heao en een jaar fotoacademie. In de derde wereld kunnen kinderen vaak niet eens naar school, terwijl hier iedereen scholing krijgt aangeboden. Ik vind nu dat als je verstand hebt, je het ook ten volle moet benutten.’
S
29
ANScampus
kleine doch belangrijke mededelingen, zoals gebruikelijk onder de verantwoordelijkheid van de hoofdredactie
Ansjes Een Ansje mag maximaal 35 woorden bevatten en kost 5 euro. De waarde van de aangeboden goederen mag de 900 euro niet te boven gaan. Uitsluitend mondelinge opgave en contante betaling bij Harry Gorter, tel. 024-3615653 (alleen aanwezig op di/woe/do)
Actief Indonesisch
Horizontaal 1 Wat er nog moet gebeuren in het vliegtuig (12) 8 Grondprijzen (9) 9 Haar abonnees zouden niet moeten opzeggen (5) 10 Bescheiden holle cirkel (8) 11 Plaat in nood (4) 12 Laat het zoeken maar zitten (10) 13 Je loopt achter en daarmee basta! (12) 15 De angel uit het vak halen (6) 16 Lof toespelen (7) 17 Eén van de 7 betreurenswaardigheden (5) 18 Op straat geraken (8)
Verticaal
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN S
30
1. Pinda in een glaasje (12) 2. Kortwieken (14) 3. Niet op te wegen tegen unieke lijn (8) 4. Zo is het veilig, met T erin vurig (11) 5. Is computer-technisch (3) 6. Een kwestie van luisteren (14) 7. Journaalkanaal (12) 9. Breekbaar asfalt (4) 11. Waar ligt het vleeswaar? (8) 14. Ruim overdreven (5) Winnaar van de vorige crypto: Evelien Rijken. Wil jij ook 15 euro winnen? Stuur dan je oplossing van de ANScrypto voor 19 december in, onder vermelding van naam, adres en bank/gironummer.
Oplossingen ANScrypto november: Horizontaal: 1 stekelvarken, 9 lego, 11 apen, 14 plakbandhouder, 17 uizaaiden, 20 ned, 21 gerei, 22 etende, 23 nagekomen, 25 beo, 27 vensterbank, 28 een Verticaal: 1 steekpenning, 2 eigenaardig, 3 ezelsbrug, 4 verbandtrommel, 5 rang, 6 elan, 7 nep, 8 jongeenreizen, 10 ge, 13 ego, 15 haaien, 16 urineren, 18 ie, 19 ze, 24 eens, 25 bal, 26 oke
n r Oud e ? o o v l a Geld opgezopen Nieuw prijzengeld s Met on iertjes kopen b kunt u
Ieder jaar twee groepen aan de RU; van januari tot december en van september tot juni. Gegeven ter voorbereiding van stage/leeronderzoek en als doctoraal keuzevak (11 ECTS). Voor informatie, kosten en deelname: drs. Th. Aschurie 024-6961527, zie verder www.socsci.kun.nl/indonesisch.
GEZOCHT! STUDENTEN MET VISIE! Voor zijn studentenadviesraad is het Nijmeegs Universiteitsfonds (SNUF) op zoek naar vijf kritische en betrokken studenten. De adviesraad adviseert de directeur van het Nijmeegs Universiteitsfonds over beleid en beleidsontwikkelingen. Gemiddeld komt de adviesraad zes keer per jaar bijeen en bestaat uit tien studentleden. Iets voor jou? Kijk dan op www.snuf.nl voor meer informatie.
Plica vocalis zoekt mannen! Tevens nog beperkte plaatsen vrij voor vrouwen! Hou je van zingen en gezelligheid? Kom dan kijken op woensdag van 20.00 tot 22.00 in de oude Studentenkerk. Voor meer informatie:
[email protected]
Deze Maand Niet Ha ha! Dacht Vox zomaar even weg te komen met frauduleuze informatie! De trots van Anne Dohmen (zie ommezijde), een artikel over Huisgenoten, spreekt schandelijke leugens uit jegens het geliefde studentenpubliek. Lilian Marijnissen, ondergesneeuwd door papalief in het bewuste artikel, blijkt namelijk helemaal GEEN STUDENT meer! Dat valt even lekker weg te moffelen: wie beweert namelijk dat huisgenoten studenten moeten zijn? Maar goed dat die Vox’en niet met de rug omhoog in de bakken zijn beland. Ja ja ja, vrouwen kunnen ook grappig zijn, dat weten we nu wel weer. Ondanks het vallen van vele clichés over het zwakkere geslacht blijft er gelukkig een grondig staande. Tussen de rekken van de bibliotheek aan TvA 4 klinkt bij de vleet de ijzige kreet van, u raadt het al, een vrouw:
‘IEIEIEIEieieieh!!!!! Een MUIS!’ En wie mogen het klusje weer klaren om dat stuk ongedierte weg te jagen?
Algemeen Nijmeegs Studentenblad, eenentwintigste jaargang, novembernummer. Oplage: 10.000 stuks Redactie-adres: Heyendaalseweg 141, 6525 AJ Nijmegen, 024-3612176. E-mail:
[email protected] Website: www.ans-online.nl Hoofdredactie: Roel Neijts en Ruud Vos Redactie: Maartje Bakker, Maurice van Mill, Pepijn Reeser en Annemiek de Vries Webredacteur: Teun Verberne Vaste medewerkers: Anouk Broersma, Erik Denessen, Zef Faassen, Christien Havranek, Imke Kerkhof, Maartje Mulders, Martine Peters van Ton en Janneke Wijkmans Eindredactie: Elky Rosa Gerritsen, Mathieu Janssen, Tim Lamers, Mies Mikx, Sjors Overman, Tom Raeven, Annemieke van Ramshorst, Iris Ruijs, Lennert Savenije en Laurens de Wit Lay-out: Roel Neijts en Ruud Vos Illustraties: Dirk Bertens, Marjolein de Reus en Ruud Vos Foto’s: www.fp-fotografie.nl, Lisa Jacobs, Jos Janssen, Willie Kerkhof, Igo Nijenhuis en Sjors Overman Foto voorpagina: Igo Nijenhuis Crypto: Maarten Besjes en David Grim Columnisten: Mies Mikx en Tom Raeven Strip: Joost Lieuwma
Advertentie-acquisitie, Administratie en abonnementen (15 euro per jaar): Harry Gorter, Tel: 0243615653 (alleen aanwezig op dinsdag, woensdag en donderdag).
Uitgave: Stichting MultiMedia. Dagelijks bestuur: Tim Clappers, Karly van Gorp en Tim Lamers. Druk: Drukkerij Offset Service, te Valkenswaard. ISSN 1872-1958
Het Algemeen Nijmeegs Studentenblad is een onafhankelijk maandblad dat gratis in de binnenstad en op de universiteit van Nijmegen wordt verspreid. Het verschijnt tien keer per jaar in de maanden september t/m juni. De uitgave van ANS wordt mede mogelijk gemaakt door SNUF.
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN
Waren wij even blij dat het overmatige Peter-Heer-ge-schop bij Kopspijkers over die ZOMEREN WINTERTIJD eindelijk ten einde was. En dat de serie van Shouf Shouf Habibi!, een merknaam dat aan eenzelfde obsessie onderhevig leek, uit de lucht is gehaald. Is al het onleed van het seizoensgebonden klokken-verzetwerk ogenschijnlijk de wereld uit, net dan krijgen we in de Refter ons bordje fruzzeldrek pas om 18.00 uur, als we de klok de hele week na 29 oktober mogen geloven. Tja, aan de warmte van het voedsel viel al langer af te leiden dat ze het niet zo nauw nemen met tijd.
Colofon
S
31
Anne Dohmen (23) zesdejaars Nederlands, junior-redacteur universiteitsblad Vox
Stof tot Stof
ANS: 'Een oude Vox, niet echt een verrassend voorwerp voor een redactielid.' Anne: ‘Ik ben natuurlijk het grootste deel van mijn tijd bezig met Vox. Ik heb specifiek dit nummer gekozen omdat de voorkant wordt opgestuurd naar een congres voor universiteits- en hbo-bladen. Daar dingt hij mee naar de titel Beste Cover. Mijn interview met wielrenster Marianne Vos, voor onze spetterende nieuwe rubriek 7 uit 52, is ook ingestuurd. Die interviewmethode werkt echt goed: het brengt heel gevarieerde informatie over een persoon naar voren.’ ANS: 'Je klinkt trots. Wat vind je zelf hoogtepunten uit je Vox-carrière?' Anne:‘Ik ben erg blij met het artikel Jouw huis, mijn huis. Hiervoor lieten we twee heel uiteenlopende studenten – een dispuutslid en een jongen uit een veganistische woongroep – een dag met elkaar meelopen. Het was een lijdensweg om het allemaal geregeld te krijgen. Toen het eenmaal doorging, was het echt heel erg leuk. De sfeer tussen de jongens was goed; erg vriendschappelijk. Ze begonnen spontaan de vooroordelen die ze over elkaar hadden uit te spreken. Die avond hebben we met z’n allen speciaalbiertjes gedronken. Op de Huisgenoten – onze achterkantrubriek – met Jan Marijnissen ben ik natuurlijk ook trots. Het was heel bijzonder dat we een
jaargang 21 • nummer 4 • december 2006 AN S
32
foto van de politicus met zijn vrouw en dochter mochten maken. We hebben zelfs overwogen de Vox andersom in de bakken te leggen.’ ANS: 'Is het gezellig op de redactie?' Anne: ‘De mensen van Vox zijn natuurlijk mijn allerbeste vrienden! Na elke medewerkersvergadering gaan we gezellig samen borrelen. Romances zijn nog niet echt opgebloeid binnen onze redactie, wel tussen de freelancers. Dat houden we maar wat graag bij op de redactie. Eigenlijk doen we bijna niets anders.’ ANS: 'Zo te horen heb je het goed naar je zin. Kom je nog wel aan studeren toe?' Anne: ‘Ja, ik ben bezig met afstuderen, mijn afstudeerdatum staat zelfs al vast. Wat ik daarna ga doen, weet ik nog niet precies. Door mijn goede ervaringen bij Vox ben ik er wel achter gekomen dat het zeker iets in de journalistiek wordt.’ ANS: 'Zou je niet hogerop willen? Een keer een artikel voor ANS schrijven?' Anne: ‘Haha, ik vind het natuurlijk heel fijn dat ANS bestaat, maar het is de laatste tijd een beetje te braaf geworden. Ze mogen wel wat meer provoceren, weer tegen dingen aanschoppen!’ /MPvT, fotografie Willie Kerkhof Ook met je lievelingsvoorwerp in ANS? Stuur een mailtje naar
[email protected]