Katholieke basisschool de Oase Donker Curtiusstraat 4 – 6 2555 XW ’s-Gravenhage Tel.: 070 – 3232483 Email:
[email protected] Website: www.kbsdeoase.nl
Den Haag, februari 2016
Betreft: legenda en uitleg bij LVS-individueel toetsoverzicht en grafiek
Begrippen / afkortingen die gebruikt worden: Toetsversie: elke toets kent een aantal versies. De letter E(Eind=juni) of M(Midden=januari) geeft aan op welk moment in een jaar de toets is afgenomen. Het cijfer (1 t/m 8) geeft aan in welke groep de toets afgenomen is. Sommige toetsen (Begrijpend Lezen en Spelling) kennen per afname 2 versies, S(Start)+V1 of S+V2. Het aantal goede antwoorden dat een leerling heeft gegeven bij de startopgaven (het eerste deel van de toets), bepaalt of een kind verder gaat met Versie1 of Versie2. Hiermee krijgt een leerling de kans om zo veel mogelijk op eigen niveau te werken. Score: het aantal goede antwoorden op een toets, door ons ook wel de ruwe score genoemd. Aangezien per toets, afnamemoment en versie het aantal opgaven verschilt, geeft de score geen waardeoordeel over de gemaakte toets. Deze moet via een omrekeningstabel eerst omgezet worden naar VS en DLE voordat we er enige waarde aan kunnen toekennen. VS (Vaardigheidsscore): voor de school is de (groei in) Vaardigheidsscore het belangrijkste gegeven m.b.t. de uitslag van de Cito-toetsen. Op de CITO-LVS Grafiek staat op de verticale as de VS uitgezet. Op de horizontale as de verschillende toetsmomenten. Wanneer een kind zich volgens verwachting ontwikkelt, dan zie je in de grafiek een lijn die zich gelijkmatig van linksonder naar rechtsboven beweegt (aangezien het bij toetsen om momentopnames gaat, is het heel gebruikelijk dat een enkele toetsuitslag afwijkt van deze lijn). De waarde van de gemiddelde vaardigheidsscore en de groei per toetsmoment is per vakgebied verschillend. DL(Didactische Leeftijd): het aantal maanden onderwijs dat een kind heeft gevolgd sinds de start in groep 3. Per jaar wordt er gerekend met 10 maanden onderwijs. In januari in groep 5 heeft een kind dat zonder vertraging of versnelling de school heeft doorlopen een DL van 25. (10 maanden in groep 3, 10 maanden in groep 4 en 5 maanden in groep 5). Er wordt gewerkt met een maximum DL van 60. A-E: deze letters geven aan hoe een kind scoort t.o.v. de andere kinderen in Nederland. U vindt hierover meer informatie in de rapportmap. I-V: deze cijfers geven aan hoe een kind scoort t.o.v. de andere kinderen in Nederland. U vindt hierover meer informatie in de rapportmap.
FN(Functioneringsniveau): dit geeft aan op welk niveau een kind de Cito-toets heeft gemaakt. M5 staat daar bij voor ‘Midden groep 5’. DLE (Didactisch Leeftijds Equivalent): de ruwe score op een toets wordt via een omrekeningstabel omgezet naar een VS en een DLE. De DLE staat voor het gemiddelde aantal onderwijsmaanden dat de leerlingen met deze score gevolgd hebben. Het DLE kent een maximum van 60. LR (Leerrendement): het LR is het DLE gedeeld door de DL (x100%). Wanneer een leerling op een toets eind groep 4 een DLE van 30 scoort, dan heeft deze leerling een leerrendement van 150%. (DLE/DL = 30/20 x 100%) Aangezien zowel het DL als het DLE een maximum van 60 kennen neemt het hoogst haalbare leerrendement voor een leerling af, gedurende zijn basisschooltijd. In januari in groep 3 komt met name bij technisch lezen (DMT) deze score weleens voor: DL 5 en DLE 20 geeft een LR van 400% In januari in groep 8 is het hoogst haalbare LR: DL 55 en DLE 60 LR 109% Vanaf groep 5 krijgt u naast een uitdraai van de toetsgegevens (LVS) ook een overzicht in een grafiek. Dit geeft u de mogelijkheid om te zien of er sprake is van een gelijkmatige groei. Grafiek: op de grafiek staan onder elkaar 5 gebieden afgebeeld (zie rechter verticale-as) I-score: gebroken wit II-score: lichtbruin III-score: gebroken wit IV-score: groen V-score: gebroken wit Op de verticale-as is de VS uitgezet op de horizontale-as staat het toetsmoment. De verschillende Cito-toetsen in het LVS (leerlingvolgsysteem) Op De Oase maken we gebruik van methodegebonden toetsen en toetsen van het ‘Leerling Volg Systeem’ (LVS) van Cito (Centraal instituut voor toetsontwikkeling). De methodeonafhankelijke toetsen van Cito zijn instrumenten om het niveau van de leerlingen op een objectieve manier vast te stellen. Voor de groepen 1/2 maken we gebruik van de toetsen:
TvK: Taal voor Kleuters - passieve woordenschat - kritisch luisteren - gerichtheid op geschreven taal en op klanken
RvPK: Rekenen voor Peuters en Kleuters - omgaan met de telrij, met hoeveelheden en met getallen - lengte en omtrek, inhoud, gewicht en tijd - oriënteren en lokaliseren, construeren en opereren met vormen en figuren
KOL: Kleuter Observatie Lijsten. De leerkracht krijgt, door het invullen van observatie lijsten, inzicht in de ontwikkeling van de competenties en vaardigheden van de individuele leerlingen. De volgende acht competenties op het gebied van persoonlijkheidsontwikkeling en sociaalemotioneel gedrag worden gescoord: zelfredzaamheid, welbevinden, zelfvertrouwen,
omgaan met spanningen, zelfregulering, relatie met de groep, weerbaarheid en omgang met de leerkracht. Twee motorische onderdelen: grove motoriek en fijne motoriek. En tien onderdelen op het gebied van speelwerkgedrag: initiatief, leergierigheid, fantasiespel, motivatie, creativiteit, opname van informatie, werktempo, concentratie, uitsteltolerantie en taakhouding. Vanaf groep 3 gebruiken we de toetsen:
DMT: Drie Minuten Toets. Aan de hand van niveaukaarten wordt de technische leesvaardigheid vastgesteld. Het gaat hierbij om het correct lezen van losse woorden, waarbij de nadruk ligt op het tempo.
Begrijpend lezen
Spelling: het correct schrijven van werkwoorden (groep 7 en 8) en niet-werkwoorden
Woordenschat
Rekenen en Wiskunde
SCOL: Sociale Competentie Observatie Lijsten. De leerkracht krijgt door het invullen van digitale observatie lijsten, inzicht in de sociale competenties van de individuele leerlingen. De volgende sociale competenties worden gescoord: -
ervaringen delen aardig doen samen spelen en werken een taak uitvoeren jezelf presenteren een keuze maken opkomen voor jezelf omgaan met ruzie
AVI: Het doel van de AVI-toetskaarten is het technisch leesniveau vast te stellen. Het gaat hierbij om het hardop lezen van een stuk tekst van een bepaald niveau. Een leesniveau wordt als beheerst beschouwd, wanneer een leerling de tekst van een niveaukaart binnen de tijd leest en onder het toegestane aantal fouten blijft. De AVI-toetskaarten worden voor elk rapport afgenomen, totdat een leerling het eindniveau (AVI-plus) beheerst.
Hoe moeten Cito-scores geïnterpreteerd worden? De scores op toetsen van het Cito worden op twee manieren weergegeven. De gebruikelijke A t/m E scores en de nieuwe 1 t/m 5 scores. Deze scores worden aan elkaar gekoppeld voor een zo zuiver mogelijke toets uitslag. NB: Wanneer er in onderstaande tekst gesproken wordt over gemiddeld, wordt daarmee steeds bedoeld het landelijk gemiddelde. Alle scores zijn steeds gerelateerd aan het landelijk beeld.
U dient zich bij alle scores te realiseren dat het gaat om het resultaat van één toets, een momentopname. Het LVS (leerlingvolgsysteem) is opgebouwd uit vele momentopnames, alle momentopnames samen geven een redelijk betrouwbaar beeld van de mogelijkheden van een leerling. De A t/m E-scores betekenen het volgende: Een A-score betekent dat een kind behoort tot de groep van 25% best scorende leerlingen op deze toets. Een B-score betekent dat een kind behoort tot de groep van 25% vanaf gemiddeld- tot bovengemiddeld scorende leerlingen op deze toets. Een C-score betekent dat een kind behoort tot de groep van 25% vanaf gemiddeld tot ondergemiddeld scorende leerlingen op deze toets. Een D-score betekent dat een kind behoort tot de groep van 15% vanaf ondergemiddeld tot sterk ondergemiddeld scorende leerlingen op deze toets. Een E-score betekent dat een kind behoort tot de groep van 10% zwakst scorende leerlingen op deze toets. Een gemiddelde toetsscore ligt dus precies tussen de score B en C.
De 1 t/m 5- scores betekenen het volgende : Een 1-score betekent dat een kind behoort tot de groep van 20% best scorende leerlingen op deze toets. Een 2-score betekent dat een kind behoort tot de groep van 20% vanaf bovengemiddeld tot sterk bovengemiddeld scorende leerlingen op deze toets. Een 3-score betekent dat een kind behoort tot de groep van 20% gemiddeld scorende leerlingen op de toets. Een 4-score betekent dat een kind behoort tot de groep van 20% vanaf ondergemiddeld tot sterk ondergemiddeld scorende leerlingen. Een 5-score betekent dat een kind behoort tot de groep van 20% zwakst scorende leerlingen op deze toets. In de afbeelding hieronder zijn bovengenoemde scores ten opzichte van elkaar weer gegeven.
Gemiddelde score
A-score
B-score
C-score
D-score
E-score
25%
25%
25%
15%
10%
1-score 20%
100%
2-score 20%
3-score 20%
50%
4-score 20%
5-score 20%
0%
Op het rapport geven wij de gecombineerde score (A-E en 1-5), deze geeft een zo duidelijk mogelijk beeld. Onderstaand de verschillende mogelijkheden: A1 de sterkst scorende leerlingen, landelijk betreft dit ongeveer 20% van de leerlingen A2 = 5% B2 = 15% de boven tot ruim boven het landelijk gemiddelde scorende leerlingen B3 = 10% C3 = 10% C4 = 15% de onder tot ruim onder het landelijk gemiddelde scorende leerlingen D4 = 5% D5 = 10% E5 de zwakst scorende leerlingen, landelijk betreft dit ongeveer 10% van de leerlingen Cito-toetsen als voorspellers van vervolgonderwijs Regelmatig krijgen wij de vraag van ouders hoe ze de scores op de Cito-toetsen moeten lezen in relatie tot het mogelijke vervolgonderwijs. De verzameling Cito-scores, het LVS (Leerling Volg Systeem) genoemd, is niet de enige voorspeller van mogelijk vervolgonderwijs of schoolsucces. Het niveau van het werk in de klas, de werkhouding en de sociale competenties worden ook gebruikt om uiteindelijk tot een weloverwogen advies en/of keuze te komen. Hoewel het natuurlijk om individuele situaties gaat, en er dus niets definitief is (aangezien kinderen zich blijven ontwikkelen), kunnen we daar wel iets over zeggen. In het algemeen kan de volgende richtlijn gevolgd worden. Alleen A1-scores Vooral A2 en B2-scores met af en toe een B3 Vooral B3 en C3-scores met af en toe een B2 of een C4 Vooral C3, C4 en D4-scores Vooral D4 en D5-scores Vooral E5-scores
VWO HAVO VMBO-tl (MAVO) VMBO-kader VMBO-basis Praktijkonderwijs
*Scores op de toetsen Rekenen & Wiskunde en Begrijpend lezen wegen als voorspellende factor voor het vervolgonderwijs zwaarder dan de overige toetsen. U dient zich te realiseren dat de toetsen die afgenomen worden in de groepen 1/2, er feitelijk alleen op gericht zijn om vast te stellen in welk stadium van ontwikkeling bepaalde vaardigheden zijn, daarmee hebben deze toetsen nog geen voorspellende waarde. Belangrijk: Al deze informatie over letters en cijfers, grafieken en scores. U zou het gevoel kunnen krijgen dat uw kind voor ons een score is, met daaraan gekoppeld een grafiek. Ik kan u verzekeren dat dit zeker niet het geval is. Een kind is voor ons veel meer dan rekenen en taal, dat mag blijken uit de aandacht die wij besteden aan de ontwikkeling van sociaal-emotionele, muzikale, creatieve en motorische vaardigheden. Kinderen mogen zijn zoals ze zijn, ieder met zijn eigen talenten en ontwikkelpunten. In dit kader dienen we ook het CITO-LVS te zien. Het moet ons inzicht bieden en hulp verschaffen bij het zoeken naar de beste begeleiding van onze leerlingen. Vandaar ook dat wij u graag inzicht verschaffen in de betekenis van deze gegevens. Adam Altena (directeur)