Doc. nr. E2:90005C04
Brussel, 30.3.1999
MH/GVB/LC
ADVIES over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE NATUURLIJK MINERAAL WATER EN BRONWATER ___________________________________________________________ (bekrachtigd door de Hoge Raad voor de Middenstand op 30 maart 1999)
***
2
Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, de heer E. DI RUPO, vroeg in een brief van 7 december 1998 het advies van de Hoge Raad voor de Middenstand over een ontwerp van koninklijk besluit betreffende natuurlijk mineraal water en bronwater. Dit ontwerp strekt ertoe een Europese reglementering in Belgisch recht om te zetten. Het betreft : • de richtlijn 80/777/EEG van de Commissie van 15 juli 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraal water, gewijzigd door de richtlijn 96/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 oktober 1996; • de richtlijn 80/778/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water. De raadpleging van de Raad is vereist op grond van artikel 14 van de wet van 14 juli 1991 over de handelspraktijken en de bescherming en voorlichting van de consument. Na raadpleging van het interfederaal bureau nr. 1, brengt het Bureau van de Hoge Raad voor de Middenstand volgend advies uit op 19 januari 1999. DE VERSTREKEN OMZETTINGSTERMIJN De inleiding van het koninklijk besluit vermeldt dat de voorgeschreven omzettingstermijn van de Europese richtlijn 96/70/EG verstreken is. Daarbij roept de Minister van Economie de dringende noodzakelijkheid in. De Hoge Raad voor de Middenstand dringt er op aan dat de Minister de Hoge Raad tijdig zou raadplegen zodat hij na grondige studie zijn adviezen kan uitbrengen. ALGEMENE BEMERKINGEN De Hoge Raad meent dat de verantwoordelijkheid voor de technische kenmerken van het product die op het etiket moeten vermeld worden, bij de producent berust en in geen geval mag worden afgewenteld op de verdeler-kleinhandelaar. De Hoge Raad wijst er op dat de veelvuldig gebruikte omschrijving “in de handel brengen” veel te algemeen is. In werkelijkheid gebeurt het in de handel brengen van een product in verschillende fazen. Indien een detaillist mineraal water van een producent verkoopt dat ingaat tegen deze reglementering, is het volgens dit koninklijk besluit niet duidelijk of de producent die de flessen heeft verkocht aan de groothandelaar dan wel de detaillist die ze heeft verkocht aan de verbruiker verantwoordelijk is. De Hoge Raad onderlijnt dat noch door de modaliteiten van de etikettering noch op enige andere wijze de verkoper verantwoordelijk kan worden gesteld voor de technische kenmerken van het product. Hij dringt er in het bijzonder op aan dat men de K.M.O. niet zou belasten met een verantwoordelijkheid die de hunne niet is maar in feite die van de producent of van de invoerder.
3
EEN NIEUWE RICHTLIJN De inleiding van het ontwerp vermeldt richtlijn 80/778/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de kwaliteit van voor menselijk consumptie bestemd water. Op 3 november 1998 werd een nieuwe richtlijn uitgevaardigd (98/83/EG) die de vorige aanpast aan de vooruitgang van de wetenschap en de technologie. Deze richtlijn wordt echter niet vermeld. De Hoge Raad vestigt er de aandacht op dat de lidstaten binnen twee jaar aan deze richtlijn moeten voldoen. TECHNISCHE BEMERKINGEN In bijlage bij dit advies formuleert de Hoge Raad een aantal bemerkingen van doorgaans technische aard op de verschillende artikelen van het ontwerp. BESLUIT Mits rekening wordt gehouden met zijn bemerkingen, brengt de Hoge Raad een gunstig advies uit over dit ontwerp.
4
BIJLAGE BEMERKINGEN BIJ DE ARTIKELS Art. 1, 2, b) Het ontwerp is onduidelijk waar het bepaalt dat het natuurlijk mineraal water gekenmerkt wordt door “bepaalde werkingen”. Art. 2, § 1, alinea 2 Er zou moeten gepreciseerd worden wie de aanvrager is en waar deze het dossier moet indienen. Art. 2. § 1, alinea 4 Er moet gepreciseerd worden dat men spreekt over “natuurlijk mineraal water”. Het is beter te spreken over “microbiologische kwaliteit” i.p.v. over “microbiologische samenstelling” Art. 2, § 1, alinea 5 “Deze chemische en microbiologische ontledingen” i.p.v. “de chemische en microbiologische ontledingen”. “ … laboratorium dat instaat voor de bemonstering” is beter dan “zorg draagt”. Art. 2, § 1, laatste alinea Die alinea zou beter bij artikel 2, § 1, 2de alinea geplaatst worden. Art. 2, § 2 Het ontwerp geeft artikel 1.2 niet weer van de richtlijn 80/777 gewijzigd door de richtlijn 96/70 waarin voorzien wordt dat de verklaring van de hiertoe bevoegde autoriteit in het land van winning niet meer dan vijf jaar (hernieuwbaar) mag bedragen. Art. 2, § 2, alinea 4 Die bepaling zou elders moeten opgenomen worden vermits het gaat om de aanduiding van de persoon die bevoegd is om de toelating af te leveren.
5
Art. 2, § 3 Het ontwerp van koninklijk besluit bepaalt niet wie de toelating kan intrekken. Die paragraaf zou beter als volgt luiden : “de toelating voor het in de handel brengen van het natuurlijk mineraal water, bedoeld in artikel 2, § 1, kan worden ingetrokken bij nietnaleving van ...”. Art. 3, § 1 Volgens de formulering van het artikel kan men afleiden dat het in de handel brengen van bronwater slechts een notering vereist er niet een toelating. Art. 3, § 2 In het geval van bronwater zou de verklaring uit het land van oorsprong ook moeten beperkt worden tot vijf jaar (hernieuwbaar). Art. 4 Het is niet duidelijk waarom men naar bijlage 2 verwijst vermits die criteria moeten nageleefd worden om de toelating te verkrijgen die noodzakelijk is voor het in de handel brengen. Art. 4, 3° Binnen de horecasector doen er zich omstandigheden voor waarbij het praktisch onmogelijk is om de recipiënt gesloten te laten tot deze aan de verbruiker wordt aangeboden. Bij een drukke bezetting van het bedrijf en op momenten waarop er een grote werkdruk heerst, is het vaak practisch en organisatorisch onmogelijk om flessen te ontstoppen aan de tafel van de klant. Art. 4, 6° Indien die bepaling niet van toepassing is op bronwater moet zij niet voorkomen in hetzelfde artikel waarin de twee soorten waters beoogd worden. Art. 4, 7° Ook hier is die bepaling niet van toepassing op bronwater en zou zij dus moeten voorkomen in een ander artikel. Art. 5, 3° Zelfde bemerking als voor het bronwater.
6
Art. 6 In dit ontwerp van koninklijk besluit worden verschillende noties door elkaar gemengd in opeenvolgende artikels. Het zou nuttig zijn alle bepalingen inzake de benaming te groeperen. Dit is het geval voor dit artikel en ondermeer ook voor artikel 2, § 1, laatste alinea. Art. 6, § 2 In de Franse tekst moet het woord “naturelles” toegevoegd worden : “Le cas échéant, la dénomination des eaux minérales naturelles et des eaux de source doit être complétée...” Art. 7, alinea 2, 1° Het ontwerp van koninklijk besluit spreekt over de toelating voor het in de handel brengen, inbegrepen voor bronwater. Nochtans wordt in artikel 3, § 1 niet duidelijk gepreciseerd dat een toelating vereist is, in tegenstelling met de bepalingen inzake natuurlijk mineraal water. Art. 7, 3° Het is interessanter voor de consument om het “resultaat” van de behandelingen te vermelden dan de behandelingen zelf. Art. 8 In de Nederlandse tekst : “…wordt geëxploiteerd” in plaats van “ …word geëxploiteerd”. Art. 9, a) Gezien de wet over de handelspraktijken reeds misleidende reclame verbiedt, kan deze bepaling als overbodig beschouwd worden. Art. 9, § 1, a), alinea 2 Het gaat hier nogmaals om een bepaling inzake de benaming die niet thuishoort in artikel 9. Art. 9, § 1, b) Het is verboden in de etikettering vermeldingen aan te brengen die “eigenschappen aan deze waters toeschrijven op het gebied van de preventie, de behandeling of de genezing van ziekten van de mens”. Dit verbod is niet algemeen : er zijn uitzonderingen op toegelaten : → zie bijlage, punt III. 4. “Voorschriften voor het klinisch, farmacologisch en fysiologisch onderzoek van natuurlijk mineraal water wanneer aan dat water
7
eigenschappen worden toegeschreven die betrekking hebben op de gezondheid en die niet in punt VI voorkomen”.
8
→ zie bijlage VI “Toegeschreven eigenschappen betreffende de samenstelling, de speciale fysiologische effecten of de geschiktheid voor bepaalde diëten”.
Het verbod in artikel 9, § 1, b) moet dus als volgt aangevuld worden : “Zijn evenwel toegelaten, de eigenschappen die vermeld worden in bijlage, punt VI, evenals diegene die bewezen worden op grond van een dossier zoals voorgeschreven in bijlage, punt III. 4.” Art. 10 De Hoge Raad wijst er op dat artikel 8 punt 2 van de richtlijn 80/777/EEG enkel het in de handel brengen onder verschillende handelsbenamingen van een natuurlijk mineraal water afkomstig van eenzelfde bron verbiedt en niet spreekt van een bronwater. In § 2 dient in de Nederlandse tekst “en bronwater” te worden vervangen door “of bronwater”. Verder zou in § 2 moeten bepaald worden dat in de etikettering de naam van een bron die verschilt van de handelsbenaming zou moeten vermeld worden in een contrasterende kleur zodat de naam van de bron perfect leesbaar zou zijn (dus niet in watermerk). Art. 12 Het ontwerp van koninklijk besluit verwijst nergens naar de wet over de handelspraktijken op het vlak van de regels inzake reclame.
Art. 13 Er moeten geen overgangsmaatregelen worden voorzien om de verkoop van voorraden van bestaande producten mogelijk te maken. Dit wordt voorzien in de Europese richtlijn. Bijlage, punt II, 3. In de Franse tekst moet er “germe” staan in plaats van “ferme”. Bijlage, punt III, 2, 2.10 In de Franse tekst moet er “radio-actinologie” staan in plaats van “radion-actinologie”. Bijlage, punt VI, 6 en 9 In de Franse tekst moet het woord “Chlorée” vervangen worden door “chlorurée” Idem dient er “fluorée” te staan in plaats van “florée”. __________________